Word abonnee
Meer

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer zorgde ervoor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november 2023 won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. Dit seizoen heeft hij de overstap gemaakt van de Moto3 naar de Moto2, waarin dit weekend een thuisrace op hem staat te wachten: de TT van Assen. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Is er ook ruimte voor ontspanning tussen de GP’s door? “In mijn vrije tijd spreek ik af met andere coureurs die ook rondom Barcelona wonen. Dan gaan we bijvoorbeeld bowlen of naar Car Meetings in Barcelona. Ik hou ook erg van wielrennen dus als ik vrije tijd heb, pak ik vaak de racefiets. Hoewel ik vlakbij Barcelona woon, zal je mij niet snel in de binnenstad zien.” En is er ruimte voor de liefde? “Dat is er zeker. Maar daar moet je net de perfecte persoon voor tegenkomen. Eentje die gek genoeg is om een relatie te beginnen met iemand die altijd weg is. Daar heb je er niet veel van.” Ben je veel op jezelf aangewezen in Barcelona? “Ik deel een appartement met mijn teambaas van twee jaar geleden. Hij helpt mij met het regelen van de motortrainingen, maar voor de rest regel ik alles zelf.” Is het soms eenzaam? “Tuurlijk. Ik ben best veel alleen, maar ik weet waarvoor ik het doe. Het meeste mis ik het om gewoon thuis op de bank te liggen bij mijn moeder. Ik bel zo’n beetje elke dag met haar en ook mijn zus- jes spreek ik veel via de telefoon.” Ik word de Max Verstappen van de motorsport “Ik wil naam maken voor mezelf, maar ik probeer in de motorsport wel te bereiken wat Max in de Formule 1 heeft bereikt. Daar ben ik nog lang niet.” Lachend: “Max heeft drie wereldtitels hè, ik heb er nog geen één. Het is niet normaal wat hij de afgelopen jaren heeft laten zien.” Jij en Max zijn allebei Red Bull-atleten. Hebben jullie weleens contact? “Ik heb geen persoonlijk contact gehad met Max. Hij heeft wel een keer wat over mij gezegd bij RacingNews365. Hij vertelde dat hij mijn talent ziet en dat het er nu om gaat hoe ik mezelf ga ontwikkelen. Dat zijn mooie woorden. Goed voor het vertrouwen.” Is het in de Motorsport moeilijker om zo lang aan de top te staan dan in de Formule 1? “Dat denk ik wel. Op twee wielen crash je een stuk sneller. En als je bij ons valt, ben je gelijk alles kwijt. Je motor ligt in puin of je bent drie minuten bezig dat ding weer een beetje aan de gang te krijgen. Het is mogelijk om zo lang aan de top te staan, maar dan moet je wel per- fecte jaren hebben.” Heeft dat er ook mee te maken dat bij de Formule 1 de auto belangrijker is dan bijvoorbeeld de motor in de MotoGP? “In de MotoGP is de machine ook heel belangrijk. Waar ik rij, in de Moto3, is dat een stuk minder. Tussen Honda en KTM is het verschil niet zo heel groot. De invloed van de rijder is over het alge- meen wel groter in de motorsport dan in de autosport, denk ik.” Denk je dat de MotoGP populairder wordt in Nederland als jij erin komt te rijden? Net zoals bij de Formule 1 gebeurde toen Max Verstappen daarin ging rijden. “Ik denk dat je dat effect dit jaar al een beetje zag toen ik mijn eerste overwin- ning pakte in de Moto3. Ik denk niet dat de MotoGP net zo populair gaat worden als de Formule 1, maar dat effect gaat het in iets mindere mate wel hebben.” Toen jij bij ons genomineerd werd voor de Held van de Maand-verkiezing kreeg je enorm veel stemmen. Wat zegt dat over de motorsportwereld? “Dat soort zaken zijn belangrijk voor de motorsport. Het is fijn om wat meer aandacht te krijgen. Dat die aandacht belangrijk is, realiseren veel mensen zich goed blijkbaar.”| Komt jouw meest fanatieke aanhang uit geboorteplaats Staphorst? “Daar zit zeker een groep die heel fanatiek is. Mijn vriendengroep komt altijd in Assen kijken, maar ook in Valencia en Misano waren er mensen die mij kwamen aanmoedigen. Ze gaan niet de hele wereld over om overal bij te zijn, maar zijn erbij als ze kunnen.” Staat de TT in Assen op 30 juni al rood omcirkeld op de kalender? “Elke race is belangrijk, maar natuurlijk is Assen wel een speciale voor mij. Er zijn altijd net wat meer bekenden.” Wat maakt jou nou zo goed als je jezelf vergelijkt met leeftijdsgenoten? “Ik ben denk ik heel volwassen. Ik durf mezelf de schuld te geven als er iets niet goed gaat. Die zelfreflectie heb ik al sinds jonge leeftijd. Je zult mij niet snel ergens omheen zien draaien.” Waar kan je nog in verbeteren? “Vooral mentaal kan ik nog een stap maken. Elke rijder is op de baan snel en als je op dit niveau rijdt, dan heb je talent. Het grote verschil kun je maken op het men- tale vlak. Daar ben ik druk mee bezig.” Krijg je begeleiding bij het mentale gedeelte? “Mijn vader en de trainer, met wie ik al zo’n tien jaar werk, helpen daar het meest bij. Zij steunen me bij alles wat ik doe, houden me rustig en helpen me ook als ik iets moet verantwoorden aan de team- leiding. Daarnaast is er vanuit Red Bull een sportpsycholoog waar ik geregeld contact mee heb. Dan gaat het vooral over zelfreflectie.” Motorracen is mij met de paplepel ingegoten “Het heeft zeker geholpen dat mijn vader – en eigenlijk de hele familie – geracet heeft. Ik zit al vanaf mijn derde op een motor, dus je kan wel zeggen dat het racen met de paplepel is ingegoten.” Van jongs af aan reed je al met jouw vader naar circuits in Spanje en Italië. Hoe zagen die trips eruit? “Meestal gingen we vrijdagochtend vroeg weg en reden mijn vader en oom de hele dag door richting Italië of Spanje. Ik sliep dan terwijl zij reden. Op zondag pakten we meteen de spullen in en reden we ’s nachts terug. Ik zat op maandagochtend om negen uur op school, terwijl mijn vader om zeven uur alweer aan het werk was. Voor mij was dat niet zo zwaar, want ik sliep onderweg. Voor mijn vader was het aanpoten.” Wat is de rol van je vader in jouw carrière? “We doen het echt samen. Hij was er vorig jaar elke race bij. In een raceweekend is hij niet echt mijn vader, maar meer iemand die naast mij staat. Hij coacht me en is ook mijn chauffeur. Hij neemt veel zorgen bij mij weg in een raceweekend en daar ben ik hem erg dankbaar voor.” Was hij pusherig? “Natuurlijk hadden we weleens ruzies en discussies, maar meestal bedacht ik na een uurtje dat hij dan misschien toch wel gelijk had. In dat opzicht hebben wij een vrij normale vader-zoonrelatie.” Gingen jullie vaak samen naar GP’s om te kijken? “Eigenlijk niet. Ik ben misschien twee keer naar de TT in Assen geweest. Ik vond dat helemaal niet leuk, kreeg juist de drang om zelf te racen. Het riep meer irritatie op dan plezier.” Jij werd op je achtste gescout door PEC Zwolle. Heb je nog getwijfeld om voor voetbal te kiezen? “Ik kon redelijk voetballen en vond het ook wel leuk, maar ik had niet zoveel talent dat ik het tot profvoetballer had geschopt. Ik was wel klein en snel, maar dat was niet genoeg geweest. De liefde voor de motor zat toen al wat dieper dan de liefde voor de bal.” Jouw neefje Kiyano is ook actief in de motorsport en slaapt af en toe bij jou in Barcelona. Heb jij, hoewel je zelf nog maar negentien bent, een soort mentorrol? “Als Kiyano bij mij is, probeer ik hem wel een beetje te sturen, maar niet al te veel. Hij zal net als ik zijn fouten moeten gaan maken.” Welk advies zou je geven aan jonge coureurs in Nederland? “Ik ben al heel vroeg naar Spanje en Italië gegaan om wat meer competitie op te zoeken. In Nederland is de sport gewoon niet zo groot als het in de jaren zeventig en tachtig was. Mijn advies aan jonge coureurs is om naar die landen te gaan. Maar ja, dat moet qua budget wel lukken. Mijn vader heeft er dag en nacht voor moeten werken om mij in Spanje te laten racen. Hij werkte soms van vier uur ’s nachts tot negen uur ’s avonds om maar genoeg te verdienen, zodat we in de weekenden konden racen.” Waar wil jij over tien jaar staan? “Ik hoop dat ik dan in de MotoGP race. Dat is iets waar we keihard aan werken. Ik denk dat we aardig op weg zijn." Ik ben me ervan bewust dat ik de gevaarlijkste sport beoefen “Bij ons zijn de gevaren misschien net wat groter. Wij zitten ‘los’ op de motor, hebben een helm op en een pak aan, maar ik kan je verzekeren dat het nog steeds pijn doet als je valt. Het hoort er nou eenmaal bij, het is part of the game. Natuurlijk is het risico iets waar ik over nadenk, maar ik kan er niet te veel mee bezig zijn. Als ik daar te veel over nadenk, maak ik mezelf mentaal kapot. Het is veiliger om met het racen bezig te zijn en in het moment te blijven, dan dat ik ga bedenken wat er allemaal mis zou kunnen gaan. De wat-als-vraag moet niet in m’n hoofd gaan zitten.” Ik begreep dat je moeder niet altijd durft te kijken als jij een GP rijdt. “Mijn moeder kijkt niet naar mijn races. Als ze eenmaal het resultaat weet, wil ze nog weleens wat terugkijken. Tijdens de race in Assen zat ze ergens op een bankje een sigaretje te roken. Ze is een stressroker. Ook in Spielberg zat ze ergens achter een wc-hokje te wachten totdat de race over was. Ze heeft nog nooit een volledige race van mij gezien volgens mij.” We worden elk jaar wel opgeschrikt door crashes waarbij het niet goed afloopt. Moet er iets gedaan worden aan de veiligheid binnen de motorsport? “Vooral het wachten tijdens de kwalifica- ties is heel gevaarlijk en daar mag van mij wel wat aan gedaan worden. Iedereen wil op precies de juiste positie zitten om een snelle ronde te kunnen maken. Sommige coureurs rijden dan zo sloom om genoeg ruimte voor zichzelf te creëren. Met de snelheden die wij dan rijden is dat levensgevaarlijk.” Rij je in het dagelijks leven ook op de motor of toch met de auto? “Ik pak altijd de auto.” Lachend: “Ik heb ook geen motorrijbewijs. Veel te gevaarlijk.” Helden Magazine 71 Het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer zorgde ervoor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november 2023 won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. Dit seizoen heeft hij de overstap gemaakt van de Moto3 naar de Moto2, waarin dit weekend een thuisrace op hem staat te wachten: de TT van Assen. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Is er ook ruimte voor ontspanning tussen de GP’s door? “In mijn vrije tijd spreek ik af met andere coureurs die ook rondom Barcelona wonen. Dan gaan we bijvoorbeeld bowlen of naar Car Meetings in Barcelona. Ik hou ook erg van wielrennen dus als ik vrije tijd heb, pak ik vaak de racefiets. Hoewel ik vlakbij Barcelona woon, zal je mij niet snel in de binnenstad zien.” En is er ruimte voor de liefde? “Dat is er zeker. Maar daar moet je net de perfecte persoon voor tegenkomen. Eentje die gek genoeg is om een relatie te beginnen met iemand die altijd weg is. Daar heb je er niet veel van.” Ben je veel op jezelf aangewezen in Barcelona? “Ik deel een appartement met mijn teambaas van twee jaar geleden. Hij helpt mij met het regelen van de motortrainingen, maar voor de rest regel ik alles zelf.” Is het soms eenzaam? “Tuurlijk. Ik ben best veel alleen, maar ik weet waarvoor ik het doe. Het meeste mis ik het om gewoon thuis op de bank te liggen bij mijn moeder. Ik bel zo’n beetje elke dag met haar en ook mijn zus- jes spreek ik veel via de telefoon.” Ik word de Max Verstappen van de motorsport “Ik wil naam maken voor mezelf, maar ik probeer in de motorsport wel te bereiken wat Max in de Formule 1 heeft bereikt. Daar ben ik nog lang niet.” Lachend: “Max heeft drie wereldtitels hè, ik heb er nog geen één. Het is niet normaal wat hij de afgelopen jaren heeft laten zien.” Jij en Max zijn allebei Red Bull-atleten. Hebben jullie weleens contact? “Ik heb geen persoonlijk contact gehad met Max. Hij heeft wel een keer wat over mij gezegd bij RacingNews365. Hij vertelde dat hij mijn talent ziet en dat het er nu om gaat hoe ik mezelf ga ontwikkelen. Dat zijn mooie woorden. Goed voor het vertrouwen.” Is het in de Motorsport moeilijker om zo lang aan de top te staan dan in de Formule 1? “Dat denk ik wel. Op twee wielen crash je een stuk sneller. En als je bij ons valt, ben je gelijk alles kwijt. Je motor ligt in puin of je bent drie minuten bezig dat ding weer een beetje aan de gang te krijgen. Het is mogelijk om zo lang aan de top te staan, maar dan moet je wel per- fecte jaren hebben.” Heeft dat er ook mee te maken dat bij de Formule 1 de auto belangrijker is dan bijvoorbeeld de motor in de MotoGP? “In de MotoGP is de machine ook heel belangrijk. Waar ik rij, in de Moto3, is dat een stuk minder. Tussen Honda en KTM is het verschil niet zo heel groot. De invloed van de rijder is over het alge- meen wel groter in de motorsport dan in de autosport, denk ik.” Denk je dat de MotoGP populairder wordt in Nederland als jij erin komt te rijden? Net zoals bij de Formule 1 gebeurde toen Max Verstappen daarin ging rijden. “Ik denk dat je dat effect dit jaar al een beetje zag toen ik mijn eerste overwin- ning pakte in de Moto3. Ik denk niet dat de MotoGP net zo populair gaat worden als de Formule 1, maar dat effect gaat het in iets mindere mate wel hebben.” Toen jij bij ons genomineerd werd voor de Held van de Maand-verkiezing kreeg je enorm veel stemmen. Wat zegt dat over de motorsportwereld? “Dat soort zaken zijn belangrijk voor de motorsport. Het is fijn om wat meer aandacht te krijgen. Dat die aandacht belangrijk is, realiseren veel mensen zich goed blijkbaar.”| Komt jouw meest fanatieke aanhang uit geboorteplaats Staphorst? “Daar zit zeker een groep die heel fanatiek is. Mijn vriendengroep komt altijd in Assen kijken, maar ook in Valencia en Misano waren er mensen die mij kwamen aanmoedigen. Ze gaan niet de hele wereld over om overal bij te zijn, maar zijn erbij als ze kunnen.” Staat de TT in Assen op 30 juni al rood omcirkeld op de kalender? “Elke race is belangrijk, maar natuurlijk is Assen wel een speciale voor mij. Er zijn altijd net wat meer bekenden.” Wat maakt jou nou zo goed als je jezelf vergelijkt met leeftijdsgenoten? “Ik ben denk ik heel volwassen. Ik durf mezelf de schuld te geven als er iets niet goed gaat. Die zelfreflectie heb ik al sinds jonge leeftijd. Je zult mij niet snel ergens omheen zien draaien.” Waar kan je nog in verbeteren? “Vooral mentaal kan ik nog een stap maken. Elke rijder is op de baan snel en als je op dit niveau rijdt, dan heb je talent. Het grote verschil kun je maken op het men- tale vlak. Daar ben ik druk mee bezig.” Krijg je begeleiding bij het mentale gedeelte? “Mijn vader en de trainer, met wie ik al zo’n tien jaar werk, helpen daar het meest bij. Zij steunen me bij alles wat ik doe, houden me rustig en helpen me ook als ik iets moet verantwoorden aan de team- leiding. Daarnaast is er vanuit Red Bull een sportpsycholoog waar ik geregeld contact mee heb. Dan gaat het vooral over zelfreflectie.” Motorracen is mij met de paplepel ingegoten “Het heeft zeker geholpen dat mijn vader – en eigenlijk de hele familie – geracet heeft. Ik zit al vanaf mijn derde op een motor, dus je kan wel zeggen dat het racen met de paplepel is ingegoten.” Van jongs af aan reed je al met jouw vader naar circuits in Spanje en Italië. Hoe zagen die trips eruit? “Meestal gingen we vrijdagochtend vroeg weg en reden mijn vader en oom de hele dag door richting Italië of Spanje. Ik sliep dan terwijl zij reden. Op zondag pakten we meteen de spullen in en reden we ’s nachts terug. Ik zat op maandagochtend om negen uur op school, terwijl mijn vader om zeven uur alweer aan het werk was. Voor mij was dat niet zo zwaar, want ik sliep onderweg. Voor mijn vader was het aanpoten.” Wat is de rol van je vader in jouw carrière? “We doen het echt samen. Hij was er vorig jaar elke race bij. In een raceweekend is hij niet echt mijn vader, maar meer iemand die naast mij staat. Hij coacht me en is ook mijn chauffeur. Hij neemt veel zorgen bij mij weg in een raceweekend en daar ben ik hem erg dankbaar voor.” Was hij pusherig? “Natuurlijk hadden we weleens ruzies en discussies, maar meestal bedacht ik na een uurtje dat hij dan misschien toch wel gelijk had. In dat opzicht hebben wij een vrij normale vader-zoonrelatie.” Gingen jullie vaak samen naar GP’s om te kijken? “Eigenlijk niet. Ik ben misschien twee keer naar de TT in Assen geweest. Ik vond dat helemaal niet leuk, kreeg juist de drang om zelf te racen. Het riep meer irritatie op dan plezier.” Jij werd op je achtste gescout door PEC Zwolle. Heb je nog getwijfeld om voor voetbal te kiezen? “Ik kon redelijk voetballen en vond het ook wel leuk, maar ik had niet zoveel talent dat ik het tot profvoetballer had geschopt. Ik was wel klein en snel, maar dat was niet genoeg geweest. De liefde voor de motor zat toen al wat dieper dan de liefde voor de bal.” Jouw neefje Kiyano is ook actief in de motorsport en slaapt af en toe bij jou in Barcelona. Heb jij, hoewel je zelf nog maar negentien bent, een soort mentorrol? “Als Kiyano bij mij is, probeer ik hem wel een beetje te sturen, maar niet al te veel. Hij zal net als ik zijn fouten moeten gaan maken.” Welk advies zou je geven aan jonge coureurs in Nederland? “Ik ben al heel vroeg naar Spanje en Italië gegaan om wat meer competitie op te zoeken. In Nederland is de sport gewoon niet zo groot als het in de jaren zeventig en tachtig was. Mijn advies aan jonge coureurs is om naar die landen te gaan. Maar ja, dat moet qua budget wel lukken. Mijn vader heeft er dag en nacht voor moeten werken om mij in Spanje te laten racen. Hij werkte soms van vier uur ’s nachts tot negen uur ’s avonds om maar genoeg te verdienen, zodat we in de weekenden konden racen.” Waar wil jij over tien jaar staan? “Ik hoop dat ik dan in de MotoGP race. Dat is iets waar we keihard aan werken. Ik denk dat we aardig op weg zijn." Ik ben me ervan bewust dat ik de gevaarlijkste sport beoefen “Bij ons zijn de gevaren misschien net wat groter. Wij zitten ‘los’ op de motor, hebben een helm op en een pak aan, maar ik kan je verzekeren dat het nog steeds pijn doet als je valt. Het hoort er nou eenmaal bij, het is part of the game. Natuurlijk is het risico iets waar ik over nadenk, maar ik kan er niet te veel mee bezig zijn. Als ik daar te veel over nadenk, maak ik mezelf mentaal kapot. Het is veiliger om met het racen bezig te zijn en in het moment te blijven, dan dat ik ga bedenken wat er allemaal mis zou kunnen gaan. De wat-als-vraag moet niet in m’n hoofd gaan zitten.” Ik begreep dat je moeder niet altijd durft te kijken als jij een GP rijdt. “Mijn moeder kijkt niet naar mijn races. Als ze eenmaal het resultaat weet, wil ze nog weleens wat terugkijken. Tijdens de race in Assen zat ze ergens op een bankje een sigaretje te roken. Ze is een stressroker. Ook in Spielberg zat ze ergens achter een wc-hokje te wachten totdat de race over was. Ze heeft nog nooit een volledige race van mij gezien volgens mij.” We worden elk jaar wel opgeschrikt door crashes waarbij het niet goed afloopt. Moet er iets gedaan worden aan de veiligheid binnen de motorsport? “Vooral het wachten tijdens de kwalifica- ties is heel gevaarlijk en daar mag van mij wel wat aan gedaan worden. Iedereen wil op precies de juiste positie zitten om een snelle ronde te kunnen maken. Sommige coureurs rijden dan zo sloom om genoeg ruimte voor zichzelf te creëren. Met de snelheden die wij dan rijden is dat levensgevaarlijk.” Rij je in het dagelijks leven ook op de motor of toch met de auto? “Ik pak altijd de auto.” Lachend: “Ik heb ook geen motorrijbewijs. Veel te gevaarlijk.” Helden Magazine 71 Het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Zaalvoetbal

Heldenpraat met Saïd Bouzambou

Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.
Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Boksen

Peter Aerts: God in Japan

Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Door zijn zeges in het prestigieuze K-1 toernooi is Peter Aerts (53) alias The Lumberjack een legende in Japan. Fans spreken hem in zijn ‘nieuwe vaderland’ aanvoor een selfie. Met zijn kersverse vechtsportbond LEGEND organiseert Peter dit jaar in Japan vier gala’s. Er zijn vergevorderde plannen voor een eigen sportschool in Tokio, de eerste van een keten. Wij zochten hem voor Helden Magazine 71 op in Japan. ‘Peter Aerts, Mister K-1!’ Voormalig kickbokskampioen Peter Aerts, 53 jaar inmiddels, loopt ’s avonds laat ontspannen in zwarte trainingsbroek en zwarte jas over straat in uitgaanswijk Roppongi in de Japanse hoofdstad Tokio. Hij steekt met kop en schouders uit boven zijn omgeving en wordt aan de lopende band herkend. Fans reageren vol ontzag en willen dolgraag met hem poseren. Voor de gelegenheid neemt Peter steevast een bokshouding aan en zegt met een grijns op zijn gezicht: “Osu.” Dat betekent ‘respect’. Dertig jaar na zijn eerste overwinning in het K-1-toernooi – de Champions League van het kickboksen – is Peter Aerts in Japan een levende legende. Hij won het toernooi drie keer en stond nog eens drie keer in de finale. De titanenstrijd in de Tokyo Dome trok steevast ruim zeventigduizend bezoekers, op tv keken tientallen miljoenen mensen live mee. Ontelbare keren was Peter te zien in reclamespots en populaire tv-shows. Max Verstappen zei na afloop van de door hem gewonnen GP van Japan in 2023 tegen Peter: “Ik ken jou wel. Ik keek altijd met mijn vader naar jouw wedstrijden.” In zijn hoogtijdagen was de chique club V2 in Roppongi zijn thuishonk. Boven de club had hij een hotelkamer waar hij gratis mocht logeren en gasten kon ontvangen. Bij de entree hangen portretten van beroemdheden die hier ooit geweest zijn, onder wie de popsterren Justin Bieber en Ariana Grande. Uiteraard hangt er ook een portret van Mister K-1. Hoewel Peter zijn komst niet gemeld heeft, leidt het hoofd beveiliging – een voormalig MMA-kampioen – ons na een buiging en een omhelzing naar een tafel in het vipgedeelte. De drankjes zijn vanzelfsprekend van de zaak. De volgende middag wordt Peter midden op Shibuya Crossing Square, het drukste kruispunt ter wereld met per groen licht soms wel 2500 passanten, aangesproken voor een selfie. Hij stopt tussen de immense menigte en poseert vriendelijk. “Vroeger was het veel erger. Auto’s stopten midden op de weg om naar mij te toeteren en er ontstonden files. Iedereen rende naar me toe om foto’s met mij te maken. Er zijn zelfs fans die mij op hun lijf hebben getatoeëerd.” [caption id="attachment_19683" align="alignnone" width="2560"] V.l.n.r.: Esther, Montana, Peter en Marciano Aerts in Japan.[/caption] Peter Aerts is inmiddels een halve Japanner. Hij huurt een riant appartement op de achttiende verdieping van een wolkenkrabber in de zakenwijk Shinagawa. Daar verblijft hij het grootste deel van het jaar. Hij heeft de papieren ingeleverd om een vaste inwoner van Tokio te worden. “Op die manier hoef ik ook niet Nederlandse én Japanse belasting te betalen. De mensen zijn hier zo beleefd. Ik woon daarom liever in Japan dan in Nederland. Mensen hebben respect voor elkaar en het is schoon en georganiseerd. In Nederland is dat toch minder het geval.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Peter Aerts is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Boksen

Nouchka Fontijn: ‘Waarom ik, waarom is dit mij overkomen?’

Dat had ze niet verwacht. Dat de tranen in haar ogen zouden springen bij het terugblikken op de gouden WK-medaille die ze alweer kwijt was nog voor hij om haar nek hing. Op verzoek is Nouchka Fontijn – 35 en sinds 2021 gestopt met boksen – in gedachten teruggegaan naar het in Siberië gelegen OelanOede, waar ze in oktober 2019 een passend vervolg zou gaan geven aan haar bokscarrière. WK-brons en -zilver waren al in haar bezit, dus was ze maar in één kleur geïnteresseerd. Groot was de bevrijding toen na de finale haar arm door de scheidsrechter omhoog werd getild en ze werd uitgeroepen tot wereldkampioen. Maar na een eindeloos voelend wachten op de medailleceremonie ging het goud ineens naar tegenstander Lauren Price. “De lijn van mijn WK’s was duidelijk. Bij mijn eerste, in 2010, haalde ik de A-status van het NOC*NSF, wat me hun financiële steun opleverde. In 2014 pakte ik brons en in 2016 en 2018 zilver. In 2019 wist ik zeker dat ik goud kon binnenhalen. Alles verliep naar wens en in de finale trof ik een Britse tegenstander. In 2017 had ik voor het eerst tegen haar gebokst en na afloop had ze gezegd dat ze nog nooit een vrouw was tegengekomen die haar zo hard had geslagen. Daarna heeft zij zich enorm weten te verbeteren. Op het WK 2018 heb ik nog van haar gewonnen, maar was het al kielekiele. En in de zomer van 2019, bij de European Games, won zij van mij. Dus zijn we gaan analyseren: wat moet anders en beter? Ze was kleiner dan ik, stond rechts voor, bewoog heel snel, stapte heel snel in en uit en klemde vaak. Zulke puzzels vond ik altijd leuk om op te lossen. Maar ze was wel een irritante opponent. Zoals altijd had ik m’n gameplan op papier en ik heb constant in m’n hoofd herhaald: dit zijn je taken, hier moet je aan denken en aan niks anders. De 24 uur voor een wedstrijd waren er om m’n plan te trekken. In die driemaal drie minuten in de ring moest het gebeuren en daarin had ik geen tijd meer om van alles te ‘bedenken’. Als ik een klap kreeg, was het: shit en door, herpakken. Je kon er niet bij stilstaan van: o, waar kwam die ineens vandaan? En wat nu? Fantastisch slapen was er de nacht voor een finale niet bij. M’n lichaam voelde ook dat ik al wedstrijden achter de rug had. M’n armen waren verzuurd. Mijn vaste wedstrijddagprogramma luidde: gewogen worden, ontbijten, wandelen, rust pakken, filmpje kijken, havermout maken met de elektrische pan die altijd meeging, douchen, tas inpakken en dan met m’n coaches op weg. Die laatste uren voor zo’n wedstrijd waren verschríkkelijk. In de kleedkamer, bij het omkleden en de warming-up vloog je hartslag omhoog en dat wilde ik niet. Tijdens m’n oefeningen ging ik dan altijd tellen; om daar maar mee bezig te zijn, als afleiding, om rustig te blijven en te focussen. Tijdens die warming-up voelde ik heel snel vermoeidheid, én spanning; terwijl ik een ‘energie-spaarmodus’ probeerde te zoeken. ‘Ik wilde niet alleen maar geïdentificeerd worden als het meisje dat dacht dat ze wereldkampioen was en het niet was’ In de ring, op het moment dat de bel ging, viel dat allemaal weg. Dan waren er alleen maar de tegenstander en m’n coach, Abdul Fkiri, en assistent-coach Sayit Yanik die ik allebei altijd hoorde. Soms hoorde ik ook de coaches van m’n tegenstander, wat niet altijd handig was. Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nouchka Fontijn komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste is Fenna Kalma de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Dat had ze niet verwacht. Dat de tranen in haar ogen zouden springen bij het terugblikken op de gouden WK-medaille die ze alweer kwijt was nog voor hij om haar nek hing. Op verzoek is Nouchka Fontijn – 35 en sinds 2021 gestopt met boksen – in gedachten teruggegaan naar het in Siberië gelegen OelanOede, waar ze in oktober 2019 een passend vervolg zou gaan geven aan haar bokscarrière. WK-brons en -zilver waren al in haar bezit, dus was ze maar in één kleur geïnteresseerd. Groot was de bevrijding toen na de finale haar arm door de scheidsrechter omhoog werd getild en ze werd uitgeroepen tot wereldkampioen. Maar na een eindeloos voelend wachten op de medailleceremonie ging het goud ineens naar tegenstander Lauren Price. “De lijn van mijn WK’s was duidelijk. Bij mijn eerste, in 2010, haalde ik de A-status van het NOC*NSF, wat me hun financiële steun opleverde. In 2014 pakte ik brons en in 2016 en 2018 zilver. In 2019 wist ik zeker dat ik goud kon binnenhalen. Alles verliep naar wens en in de finale trof ik een Britse tegenstander. In 2017 had ik voor het eerst tegen haar gebokst en na afloop had ze gezegd dat ze nog nooit een vrouw was tegengekomen die haar zo hard had geslagen. Daarna heeft zij zich enorm weten te verbeteren. Op het WK 2018 heb ik nog van haar gewonnen, maar was het al kielekiele. En in de zomer van 2019, bij de European Games, won zij van mij. Dus zijn we gaan analyseren: wat moet anders en beter? Ze was kleiner dan ik, stond rechts voor, bewoog heel snel, stapte heel snel in en uit en klemde vaak. Zulke puzzels vond ik altijd leuk om op te lossen. Maar ze was wel een irritante opponent. Zoals altijd had ik m’n gameplan op papier en ik heb constant in m’n hoofd herhaald: dit zijn je taken, hier moet je aan denken en aan niks anders. De 24 uur voor een wedstrijd waren er om m’n plan te trekken. In die driemaal drie minuten in de ring moest het gebeuren en daarin had ik geen tijd meer om van alles te ‘bedenken’. Als ik een klap kreeg, was het: shit en door, herpakken. Je kon er niet bij stilstaan van: o, waar kwam die ineens vandaan? En wat nu? Fantastisch slapen was er de nacht voor een finale niet bij. M’n lichaam voelde ook dat ik al wedstrijden achter de rug had. M’n armen waren verzuurd. Mijn vaste wedstrijddagprogramma luidde: gewogen worden, ontbijten, wandelen, rust pakken, filmpje kijken, havermout maken met de elektrische pan die altijd meeging, douchen, tas inpakken en dan met m’n coaches op weg. Die laatste uren voor zo’n wedstrijd waren verschríkkelijk. In de kleedkamer, bij het omkleden en de warming-up vloog je hartslag omhoog en dat wilde ik niet. Tijdens m’n oefeningen ging ik dan altijd tellen; om daar maar mee bezig te zijn, als afleiding, om rustig te blijven en te focussen. Tijdens die warming-up voelde ik heel snel vermoeidheid, én spanning; terwijl ik een ‘energie-spaarmodus’ probeerde te zoeken. ‘Ik wilde niet alleen maar geïdentificeerd worden als het meisje dat dacht dat ze wereldkampioen was en het niet was’ In de ring, op het moment dat de bel ging, viel dat allemaal weg. Dan waren er alleen maar de tegenstander en m’n coach, Abdul Fkiri, en assistent-coach Sayit Yanik die ik allebei altijd hoorde. Soms hoorde ik ook de coaches van m’n tegenstander, wat niet altijd handig was. Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nouchka Fontijn komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste is Fenna Kalma de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Boksen

Peter Müllenberg: ‘Spijt is voor domme mensen’

Hij was een succesvol bokser met twee zilveren EK-medailles, een militaire wereldtitel en als hoogtepunt deelname aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Daarna kwam Peter Müllenberg vooral in het nieuws als Peter M., inclusief bijbehorend zwart balkje voor de ogen. Het verhaal van een bokser in verval uit Helden Magazine nummer 56. Peter Müllenberg Samen met zijn Turkse vrouw Asiye woont Peter Müllenberg in een keurige Vinex-wijk in Duiven, waar ogenschijnlijk nooit iets gebeurt. Lekker in de buurt van Papendal, dat maakt normaal gesproken het reizen van en naar de training wel zo makkelijk. Maar achter de voordeur van huisnummer 71 schuilt veel pijn en ellende. De bokser overleefde de afgelopen jaren twee liquidatiepogingen, mag zijn zoontje van zeven al bijna twee jaar niet zien, werd door de boksbond geschorst vanwege een filmpje op Dumpert en is momenteel in een rechtszaak verwikkeld wegens bedreiging, mishandeling en verboden wapenbezit. Hoe hij de afgelopen jaren in één woord zou omschrijven? “Mag twee ook? Nogal hectisch.” In maart 2019 kopte De Telegraaf: ‘Amateurbokser en militair in de fout; Peter M. verdacht van reeks delicten.’ Wat was er precies aan de hand? “Eigenlijk begon alles halverwege 2017, toen ontstond de relatiebreuk met mijn ex. Samen hebben we een zoontje van inmiddels zeven jaar oud, Noah. Vlak nadat het uitging, viel er een arrestatieteam van defensie mijn huis binnen. Mijn ex had aangifte tegen mij gedaan. Ik zou vuurwapens hebben, haar vader hebben mishandeld en haar bedreigd hebben. Een hele reeks beschuldigingen, ontstaan uit wraak. Zo zie ik het.” Hoe ging die inval? “Ik was thuis. Met een stormram werd aan het eind van de middag de deur geforceerd, er stonden ineens iets van acht mannetjes in arrestatie-outfit, met getrokken wapens voor mijn neus. Ik hoorde heel vaak en hard: ‘Handen omhoog! Op je knieën!’ Vervolgens werd ik geblinddoekt en in de handboeien afgevoerd. Ik ben best wat gewend, raak niet zo snel onder de indruk. Als het mijn tijd is, is het mijn tijd. Maar dit was natuurlijk wel heftig. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Al snel hoorde ik van de officier van justitie dat ik was aangehouden op verdenking van mishandeling, bedreiging, verboden vuurwapenbezit en ik had grote sommen geld in bezit waar de herkomst niet van te herleiden was.” Wat is daarvan waar? “Niks! Ik zou mijn voormalige schoonvader bedreigd hebben. Die man is zestig en niet zo groot. En ik boks. Als ik hem wat aan had gedaan, zou je dat echt wel aan hem hebben gezien.” Klik op de afbeelding of op deze link en lees het hele verhaal gratis verder.
Hij was een succesvol bokser met twee zilveren EK-medailles, een militaire wereldtitel en als hoogtepunt deelname aan de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Daarna kwam Peter Müllenberg vooral in het nieuws als Peter M., inclusief bijbehorend zwart balkje voor de ogen. Het verhaal van een bokser in verval uit Helden Magazine nummer 56. Peter Müllenberg Samen met zijn Turkse vrouw Asiye woont Peter Müllenberg in een keurige Vinex-wijk in Duiven, waar ogenschijnlijk nooit iets gebeurt. Lekker in de buurt van Papendal, dat maakt normaal gesproken het reizen van en naar de training wel zo makkelijk. Maar achter de voordeur van huisnummer 71 schuilt veel pijn en ellende. De bokser overleefde de afgelopen jaren twee liquidatiepogingen, mag zijn zoontje van zeven al bijna twee jaar niet zien, werd door de boksbond geschorst vanwege een filmpje op Dumpert en is momenteel in een rechtszaak verwikkeld wegens bedreiging, mishandeling en verboden wapenbezit. Hoe hij de afgelopen jaren in één woord zou omschrijven? “Mag twee ook? Nogal hectisch.” In maart 2019 kopte De Telegraaf: ‘Amateurbokser en militair in de fout; Peter M. verdacht van reeks delicten.’ Wat was er precies aan de hand? “Eigenlijk begon alles halverwege 2017, toen ontstond de relatiebreuk met mijn ex. Samen hebben we een zoontje van inmiddels zeven jaar oud, Noah. Vlak nadat het uitging, viel er een arrestatieteam van defensie mijn huis binnen. Mijn ex had aangifte tegen mij gedaan. Ik zou vuurwapens hebben, haar vader hebben mishandeld en haar bedreigd hebben. Een hele reeks beschuldigingen, ontstaan uit wraak. Zo zie ik het.” Hoe ging die inval? “Ik was thuis. Met een stormram werd aan het eind van de middag de deur geforceerd, er stonden ineens iets van acht mannetjes in arrestatie-outfit, met getrokken wapens voor mijn neus. Ik hoorde heel vaak en hard: ‘Handen omhoog! Op je knieën!’ Vervolgens werd ik geblinddoekt en in de handboeien afgevoerd. Ik ben best wat gewend, raak niet zo snel onder de indruk. Als het mijn tijd is, is het mijn tijd. Maar dit was natuurlijk wel heftig. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Al snel hoorde ik van de officier van justitie dat ik was aangehouden op verdenking van mishandeling, bedreiging, verboden vuurwapenbezit en ik had grote sommen geld in bezit waar de herkomst niet van te herleiden was.” Wat is daarvan waar? “Niks! Ik zou mijn voormalige schoonvader bedreigd hebben. Die man is zestig en niet zo groot. En ik boks. Als ik hem wat aan had gedaan, zou je dat echt wel aan hem hebben gezien.” Klik op de afbeelding of op deze link en lees het hele verhaal gratis verder.

Alpineskiën

Carsten Nienhuis: Fryslan Boppe

Carsten Nienhuis (18) is een van de meest talentvolle alpineskiërs van Nederland. Hij is geboren in het Friese Dokkum, maar woonde een groot deel van zijn jeugd in Oostenrijk. Sinds zijn twaalfde jaagt hij zijn grote droom na: deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Carsten Nienhuis kan de verbaasde blikken van zijn leeftijdsgenoten en hun ouders bij de nationale jeugdkampioenschappen in 2014 nog zo voor zich zien. In tegenstelling tot zijn concurrenten, die allemaal de lange reis vanuit Nederland naar de Oostenrijkse bergen hadden gemaakt voor de NK, kwam hij samen met zijn vader aanrijden in een auto met een Oostenrijks nummerbord. Hij zag iedereen denken: wie is dat nou? Niemand die hem kende. Even later, tijdens de wedstrijd, knalde hij volle bak de piste af en liet zien dat hij een van de beste alpineskiërs van het deelnemersveld was. Viermaal keerde hij na een NK met een podiumplaats en medaille huiswaarts. Niet zoals zijn tegenstanders naar Nederland maar naar Wagrain, een skidorp in het Salzburgerland. Verhuizen Acht jaar is Carsten als zijn ouders het roer omgooien. Ze verlaten het Friese Dokkum en emigreren met hun drie kinderen naar Oostenrijk om er een pension te bestieren. Ze hadden zo uit het tv-programma ‘Ik Vertrek’ kunnen komen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat we gingen verhuizen,” herinnert Carsten zich.“Natuurlijk was het lastig om afscheid te nemen van familie en vriendjes, maar ik had er vooral heel veel zin in. Het voelde als één groot avontuur. We vertrokken in november 2011 naar Wagrain en een maand later stonden de eerste gasten al op de stoep. Als gezin kwamen we in een sector terecht waar we helemaal geen ervaring mee hadden. Er konden maximaal 35 gasten in het pension verblijven en iedereen binnen de familie hielp mee. Ik ook, met het klaarzetten en afruimen van het ontbijt of het schoonmaken van de kamers.” 'Ik heb veel naar Hirscher gekeken. Soms trainden we op dezelfde piste en dan zeiden we gewoon 'hoi' tegen elkaar' Door eerdere wintersportvakanties is Carsten al verslingerd geraakt aan skiën. “Op m’n derde hebben mijn ouders me op de ski’s gezet. Er kwam geen leraar of les aan te pas. Ik leerde skiën op de Oostenrijkse manier: met een touw om mijn middel en achter mijn vader of moeder aan de piste af. Vanaf het eerste moment had ik er enorm veel lol in. Als aan het einde van de dag de liften dichtgingen, stond ik te huilen omdat ik van geen stoppen wilde weten. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Carsten Nienhuis komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Carsten Nienhuis (18) is een van de meest talentvolle alpineskiërs van Nederland. Hij is geboren in het Friese Dokkum, maar woonde een groot deel van zijn jeugd in Oostenrijk. Sinds zijn twaalfde jaagt hij zijn grote droom na: deelnemen aan de Olympische Winterspelen. Carsten Nienhuis kan de verbaasde blikken van zijn leeftijdsgenoten en hun ouders bij de nationale jeugdkampioenschappen in 2014 nog zo voor zich zien. In tegenstelling tot zijn concurrenten, die allemaal de lange reis vanuit Nederland naar de Oostenrijkse bergen hadden gemaakt voor de NK, kwam hij samen met zijn vader aanrijden in een auto met een Oostenrijks nummerbord. Hij zag iedereen denken: wie is dat nou? Niemand die hem kende. Even later, tijdens de wedstrijd, knalde hij volle bak de piste af en liet zien dat hij een van de beste alpineskiërs van het deelnemersveld was. Viermaal keerde hij na een NK met een podiumplaats en medaille huiswaarts. Niet zoals zijn tegenstanders naar Nederland maar naar Wagrain, een skidorp in het Salzburgerland. Verhuizen Acht jaar is Carsten als zijn ouders het roer omgooien. Ze verlaten het Friese Dokkum en emigreren met hun drie kinderen naar Oostenrijk om er een pension te bestieren. Ze hadden zo uit het tv-programma ‘Ik Vertrek’ kunnen komen. “Ik was dolblij toen ik hoorde dat we gingen verhuizen,” herinnert Carsten zich.“Natuurlijk was het lastig om afscheid te nemen van familie en vriendjes, maar ik had er vooral heel veel zin in. Het voelde als één groot avontuur. We vertrokken in november 2011 naar Wagrain en een maand later stonden de eerste gasten al op de stoep. Als gezin kwamen we in een sector terecht waar we helemaal geen ervaring mee hadden. Er konden maximaal 35 gasten in het pension verblijven en iedereen binnen de familie hielp mee. Ik ook, met het klaarzetten en afruimen van het ontbijt of het schoonmaken van de kamers.” 'Ik heb veel naar Hirscher gekeken. Soms trainden we op dezelfde piste en dan zeiden we gewoon 'hoi' tegen elkaar' Door eerdere wintersportvakanties is Carsten al verslingerd geraakt aan skiën. “Op m’n derde hebben mijn ouders me op de ski’s gezet. Er kwam geen leraar of les aan te pas. Ik leerde skiën op de Oostenrijkse manier: met een touw om mijn middel en achter mijn vader of moeder aan de piste af. Vanaf het eerste moment had ik er enorm veel lol in. Als aan het einde van de dag de liften dichtgingen, stond ik te huilen omdat ik van geen stoppen wilde weten. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Carsten Nienhuis komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren. In ‘de dag dat alles misging’ blikt Adelinde Cornelissen terug op de Spelen van 2016 en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Motorcross

Zonta van den Goorbergh: Project Zonta

Zonta van den Goorbergh (14) wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorbergh, treden. Zoals Max Verstappen aan de hand werd genomen door zijn vader Jos, doet Jurgen dat nu met Zonta. Helden ging langs bij de familie waar alles in het teken staat van motorsport. Racen, racen en nog eens racen. Daar draait het om bij de familie Van den Goorbergh. Het gezin woont in Breda in een huis met een aangrenzende loods vol motoren, racepakken, helmen, een kantoor vol prijzen, een werkplaats om te sleutelen en er staat een camper om mee af te reizen naar de circuits. Zonta van den Goorbergh naar de wereldtop van het wegracen krijgen is een familiemissie. En met de deelname aan de European Talent Cup én de Red Bull MotoGP Rookies Cup begint die missie serieuze vormen aan te nemen. Het is immers dé opstap naar de MotoGP, de Formule 1 van de motorsport. De motorsport zit bij de veertienjarige Zonta in het dna. Vader Jurgen, vijftig inmiddels, was jarenlang het gezicht van de motorsport in Nederland. Hij schopte het tot de MotoGP, had als beste resultaat een vierde plek in een grand prix en stoomt nu zijn zoon klaar voor een carrière zoals hij die heeft gehad. Jurgen is de chef monteur van Zonta, zoekt sponsors voor het raceavontuur van zijn zoon en rijdt met de camper naar alle circuits toe. Maar er zijn er meer die intensief betrokken zijn bij Project Zonta. Oom Patrick van den Goorbergh, die ook uitkwam in de MotoGP en als beste resultaat een zesde plek in een GP had, is de rider coach en data analist van zijn neefje en verzorgt de banden. Neef Tiger, de achttienjarige zoon van Patrick, gaat sinds 2019 mee als monteur van Zonta naar de European Talent Cup. Zus Quincy, twee jaar ouder dan Zonta, monteert video’s van de races van haar broertje en helpt hem met zijn huiswerk. Moeder Misha is de officemanager, zij regelt alles achter de schermen. Wat vind jij ervan dat de hele familie in dienst is van jouw racecarrière? Zonta: “Natuurlijk is het fijn om het met m'n familie te doen. Ze staan dichtbij me en weten meteen wat er aan de hand is als er iets is.” Jurgen: “Door de ervaring die Patrick en ik hebben, kunnen we Zonta dingen heel goed bijbrengen. Als we over twee of drie jaar de stap maken naar het Junior WK of de Moto3, dan kunnen we kijken of we terechtkunnen bij een team. Het is ook weleens lastig dat we familie zijn, want er zijn momenten dat we ook streng moeten zijn. Het is altijd zoeken naar een middenweg, maar ik denk dat het voor Zonta toch een voordeel is dat wij hem met de hele familie helpen. Hij heeft jongetjes om zich heen die in een groot team zitten, bij hen ziet het er allemaal heel mooi uit, maar presteren doen ze niet. Bij die teams is het gewoon: hier heb je een zak met centen. Uiteindelijk doen wij het beter met minder budget.” Misha: “Ik denk dat Zonta zich er niet van bewust is dat iedereen in de familie met hem bezig is. Hij heeft niet in de gaten dat ik mijn vrije avond aan de bedrijfsadministratie besteed of dat Quincy na zijn wedstrijd een filmpje maakt, terwijl zij ook nog haar huiswerk wil doen.” Patrick: “Zonta moet zich gewoon focussen op het rijden.” Jurgen: “Om hem echt op het allerhoogste niveau te krijgen, weet ik gewoon wat er nodig is voor Zonta.” Sprookje De link met Max Verstappen is snel gelegd. Jurgen: “Jos en Max hebben hetzelfde meegemaakt. Jos heeft een carrière gehad in de Formule 1 en besloot met zijn zoon hetzelfde pad te bewandelen. Hij kon met al zijn kennis Max waarschuwen voor de valkuilen. Dat is bij ons hetzelfde.” Hebben jullie profijt van het succes van Max Verstappen? Jurgen: ''Het is zeker niet nadelig. Dankzij Max is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport. Zonta heeft drie mooie sponsors achter zich staan die er ook echt in geloven. Daarnaast zijn er nog mensen die hem ondersteunen met materialen.” Misha: “Het voordeel van het Verstappen-verhaal is dat mensen hebben gezien dat deze aanpak succesvol kan zijn. Max begon ook op jonge leeftijd en kwam mede dankzij de kennis van zijn vader waar hij nu is. Mensen hebben dat sprookje zien gebeuren. Ze zien in dat het een voordeel is dat Zonta ook op jonge leeftijd is begonnen en dat hij ook gebruik kan maken van alle kennis die onder dit dak zit.” Jurgen: “We willen gewoon laten zien dat een Nederlander ook de top kan bereiken, hoewel we een klein motorsportland zijn. Max is op dit moment de beste Formule 1-coureur die er is, als hij de allerbeste auto heeft, wordt hij wereldkampioen. Waarom zou een Nederlander dat ook niet in de MotoGP kunnen? Wij denken dat het kan, anders waren we hier ook niet aan begonnen.” 'Dankzij Max Verstappen is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport' Dacht je toen je wist dat jullie in verwachting waren van een zoon: mooi, daar gaan we een topcoureur van maken? Jurgen: “Nee, ik dacht niet meteen al aan een motorcoureur, hoor. Echt niet!” Zonta, hoe oud was je toen je voor het eerst op een motor zat? “Ik was drie toen ik op een klein elektrisch trailmotortje reed. Ik kon nog amper praten, maar vond het meteen leuk.” Misha: “De loods stond hier vol met motoren: Dakar-motors, crossmotors, een enduramotor, noem maar op. Zoals bij een voetbalgezin overal ballen liggen en bij een wielrennersgezin overal fietsen staan en er automatisch gefietst wordt, zo werd er bij ons motor gereden. Toen kwamen ook net die elektrische motortjes. Hij kreeg er een voor zijn derde verjaardag.” Jurgen: “Nou kreeg... hij moest er wel wat voor doen.” Misha: “Zonta moest eerst kunnen fietsen, want je kunt niet motorrijden als je niet kunt fietsen. Dat ging vrij snel, hij was tweeënhalf toen hij kon fietsen. Maar hij moest ook zijn speen inleveren. Je mocht geen tut als je wilde motorrijden. Overdag had hij zijn motorfiets, maar als hij ’s avonds naar bed ging, zei Zonta: ‘Zal ik mijn motorfiets teruggeven, want ik wil eigenlijk mijn speen wel weer.’ Dan antwoordde ik: dat kan niet schatje, je kunt niet motorrijden en een speen hebben. Het heeft een aantal weken geduurd, maar uiteindelijk viel zijn keuze toch op de motor. We hebben natuurlijk mazzel met de loods hier. Tiger kwam in de weekenden ook vaak langs. Toen ze wat groter werden, hadden we hele stellages buiten en gingen ze binnendoor en buitenom springen met de motor.” Quincy: “Er waren hele constructies in de tuin gebouwd. Van springschansen tot banken die platlagen, waar een plank overheen lag.” Misha: “Levensgevaarlijk, maar die passie is dus al snel begonnen.” Zonta: “Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu niet meer durven.” Wanneer ontdekten jullie dat Zonta echt talent had? Zonta: “Toen ik in de NSF100 Cup reed bij Molenaar. Ik was elf, het was het eerste jaar dat ik echt races reed. Ik startte een wedstrijd vanaf de vijftiende plek en won. Terwijl ik racete tegen jongens die al een aantal jaren in die klasse reden.” Jurgen: “Daaraan kon je het al zien, ja. In het begin waren er veel valpartijen en moest de rijstijl nog worden aangepast. Zonta kwam vanuit de motorcross, daarin duw je veel met de motorfiets. Na driekwart jaar vielen alle puzzelstukjes op hun plek en had hij ineens het ronderecord te pakken op de Junior Track. En dat tussen jongens die al zeven of acht jaar lang op racebanen reden.” Patrick: “Het was eigenlijk een beetje zoals het bij ons is gegaan, Jurgen. Ook Zonta stapte koud op een motor...” Ja, waren jullie ook zo jong? Patrick: “Ik was achttien.” Jurgen: “Ik ben vanaf mijn zestiende gaan racen, maar je moest eigenlijk achttien zijn en je rijbewijs hebben. Dus ik heb veel illegaal gereden.” Hoe oud waren jullie toen je op het niveau was waar Zonta nu op zijn veertiende is? Patrick: “Ik denk dat wij 21 of 22 waren.” Jurgen: “Toen reden wij net allebei GP, samen met Max Biaggi. In 1997 ging ik 500cc rijden, dat was toen de hoogste raceklasse, wat nu MotoGP is. Ik was destijds 27. De jongens van nu liggen zo’n acht jaar op ons voor.” Kijken jullie weleens met Zonta naar oude beelden uit jullie tijd? Jurgen: “Die zijn er nauwelijks.” Patrick: “Er zijn ook totaal geen raakvlakken meer.” Jurgen: “De rijstijl is nu zo anders. Als je ziet hoe het racen geëvolueerd is, dat is bizar. Ze raken bijna met de ellebogen de grond. Dat zag je in onze tijd niet.” Misha: “Ik was een tijdje terug oude foto’s aan het scannen, dus ik liet een foto aan Zonta zien en zei: kijk, dat is papa. Wat was het eerste dat jij zei?” Zonta, lachend: “Ik riep: als ik dat zo doe, dan krijg ik een knal voor m’n kop!” Jeffrey Herlings Zonta debuteerde in 2019 in de European Talent Cup en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Met zijn dertien jaar was hij de jongste van het veld. Zonta: “Het was een heel leerzaam jaar. Ik heb er veel nieuwe vrienden bij en ik ken nu iedereen op de paddock. Dat maakt het veel leuker.” Jurgen: “Aan het begin van het seizoen was het doel om een aantal keer in de top vijftien te komen in de Rookies Cup. Zonta werd uiteindelijk dertiende, reed elke race in de punten en heeft zelfs al in de kopgroep meegereden tussen jongens van zestien jaar. We lopen nu eigenlijk op de planning vooruit. Hij is pas veertien.” Wat is dan precies de planning? Jurgen: “We gaan nu nog een jaar hetzelfde doen, dus European Talent Cup en Red Bull Rookies Cup. Vanaf 2021 is het dan de bedoeling om op een echte WK Junior motorfiets te rijden.” Wie is jouw grote voorbeeld, Zonta? “Marc Márquez (achtvoudig wereldkampioen en huidig MotoGP-kampioen, red.), vanwege zijn rijstijl en vrolijkheid. Ook als er iets negatiefs gebeurt, blijft hij vrolijk. Ik heb hem in 2017 voor het eerst ontmoet toen ik in het Marc Márquez Junior Motor Camp zat. Nu zie ik hem, en ook andere MotoGP-coureurs, weleens op de paddock als ik daar ben voor de Red Bull Rookies Cup. Márquez is heel aardig en niet te vol van zichzelf. En hij is heel snel en gefocust.” Maar je rijdt met nummer 84, dat is te danken aan een andere coureur. Zonta: “Ja, dat is het nummer van Jeffrey Herlings. Dat is nog uit mijn motorcrosstijd, waar ik mee begon toen ik acht jaar was. Jeffrey was toen nog mijn grote voorbeeld.” Misha: “Als je hem vroeger vroeg wat hij wilde worden zei hij: ‘Wereldkampioen motorcross.’ Wegrace bestond niet in zijn ogen.” Wanneer verkoos je het wegracen boven het motorcrossen? Zonta: “Nóóit!” Jurgen, lachend: “Zijn ouders hebben dat besluit voor hem genomen.” Zonta: “Ik kon gewoon niet kiezen en toen heeft papa het besluit genomen. Volgens mij hebben jullie niet eens overlegd.” Misha: “Jawel, wij hebben veel gesprekken met je gevoerd.” Jurgen: “Zonta hoorde als motorcrosser bij de top tien van Nederland van zijn leeftijdscategorie, stond zelfs aan de leiding in het kampioenschap toen we ermee stopten. Niemand geloofde ons toen we vertelden dat ze ons niet meer zouden zien. De keuze voor het wegracen heb ik genomen door mijn eigen achtergrond. Ik weet er veel van en heb geen verstand van crossen. Wel heb ik de Dakar Rally gereden, maar dat wil niet zeggen dat ik een goede motorcrosser ben. Ik weet niet eens hoe ik goed een springbult moet pakken. We kregen de kans om het wegracen te testen in de Molenaar NSF100 Cup en dat ging meteen goed. Toen zijn we ons daarop gaan focussen. De ervaring van het motorcrossen komt ook weer goed van pas bij het wegracen, er zat wel een plan achter het crossen. Dat was ook de reden dat Zonta aan BMX’en heeft gedaan. Daardoor is zijn start heel goed bij de race.” Zonta: “Ik heb de NSF één jaar gedaan en toen ze me vroegen of ik dat nog een jaar wilde, zei ik nee. Ik had er geen plezier meer in. Zat aan mijn limiet, had baanrecords gereden en wilde verder. Ik kon niet meer harder.” Yogalesje Zonta brengt op zijn veertiende al twintig weekenden per jaar door in het buitenland. Misha rekende in 2019 uit dat hun zoon in totaal meer dan honderd dagen niet thuis sliep. Jurgen: “Ook om te trainen zijn we veel in het buitenland. We hebben een mooie camper die tijdens het seizoen op een vaste plek in Valencia staat. Eigenlijk alles wat je kunt bedenken, zit erin: douche, toilet, keukentje, bedden, airconditioning, televisie en een mooie werkplaats. We hebben het dus best goed voor elkaar.” Hoe vind je het om zoveel op pad te zijn met je vader, Zonta? “Ik vind het niet heel erg. Als papa over de snelweg rijdt, zit ik meestal achterin, dan lig ik lekker in het bedje.” Jurgen: “Anders wordt hij ziek... Maar het is niet zo dat Zonta altijd met me meerijdt in de camper. De lange reizen gaat hij met Patrick en Tiger mee met het vliegtuig. Ik rijd dan met het materiaal. Zonta zit natuurlijk ook op school, dus hij moet zo snel mogelijk weer terug zijn.” Hoe is het racen te combineren met school? Zonta: “Het is druk, ik heb ook veel toetsen die ik nog moet inhalen. Mama en Quincy helpen mij ook met school. Maar het gaat heel goed.” Misha: “Hij werkt er heel hard voor. Er kan onderweg weleens wat geleerd worden, maar niet in een raceweekend. Dan ligt de focus op racen en moet je niet ook nog eens willen leren voor een proefwerk biologie.” Zonta: “Ik moet ook wel mijn best doen, want ik doe havo en als ik nu niet blijf zitten, dan ben ik op m’n zestiende van school af. Als ik op die leeftijd nog examen moet doen en ik rijd tegelijkertijd in het WK met twintig wedstrijden per jaar over de hele wereld, dan ga ik het niet halen. Ik mag dus niet blijven zitten, anders moet ik naar de mavo toe.” En hoe zit het met vriendjes en vriendinnetjes? Jurgen en Tiger: “Nou, dat laatste zit wel snor!” Zonta, lachend: “Stelletje eikels! Op school en in het racen heb ik vrienden.” Misha: “Je moet jezelf op school alleen af en toe opnieuw voorstellen. Soms komt hij na vier weken weer eens binnenvallen.” Wat doe je in je vrije tijd? Zonta, lachend: “Ik heb geen vrije tijd.” Jurgen: “Gamen...” Welk spel speel je dan? Zonta: “Vooral MotoGP 19... Maar als ik een weekend vrij ben, dan ga ik naar vrienden toe of zij komen hier.” Jurgen, lachend: “En het liefst gaan ze dan motorrijden!” Word je er nooit moe van dat alles om racen draait, Misha? “Jawel. Ik ben altijd bezig, altijd aan het vooruitplannen en het regelen. Dat geldt ook voor Jurgen. Maar de eerste dag dat ze weg zijn, zit ik meestal met Quincy op de bank. Na een yogalesje denk ik vaak even: hèhè, iedereen is opgezouten.” Wat vind jij er als moeder van dat jouw zoon zo’n risicovolle sport beoefent? Misha: “Ik heb weleens geroepen: dammen mag ook. Jurgen en ik zijn jarenlang bezig geweest met het racen. Maar nu gaat het wel om m’n kind. Dat is af en toe wel een dingetje, zeker als het niet goed gaat of als er wat gebeurt.” Zonta: “Mam gaf gewoon niets om jou pap, en ze strest om mij!” Misha: “Dat is niet waar, want als papa nu de Dakar Rally rijdt, heb ik slapeloze nachten en ligt de telefoon naast me. Maar Jurgen was volwassen en wilde gewoon heel thuiskomen, hij was geen crasher, dus om hem hoefde ik me niet druk te maken.” Hoe beleef je zijn races? Misha: “Uiterst geconcentreerd. Ik zie alles, veelal vanaf de bank. Ik heb de tijdwaarneming altijd aanstaan. De moeder van Patrick en Jurgen liep tijdens de start altijd rondjes met de hond en kwam halverwege de wedstrijd binnen. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik zou er wel vaker bij willen zijn om input te geven, af en toe een kus en een knuffel en om successen mee te vieren. Maar Quincy zat afgelopen tijd in de eindexamenklas havo. Ik kon haar niet elk weekend meenemen. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten. Hotelletje, autootje, je bent zo duizend euro kwijt. En dan heb ik zelf ook nog een baan.” Maar kijk je naar de race of kijk je naar Zonta? Misha: “Ik kijk naar Zonta. Ja, dat is precies zoals het is: ik kijk naar Zonta.” Jurgen: “Ik heb hetzelfde. Ik kijk naar hem als rijder, maar ook als mijn zoon. Dus ik wil ook dat hij alles zo veilig mogelijk doet en probeer alleen maar merken aan hem te verbinden die goed zijn. En we rijden op goede circuits. Ik bedoel, we gaan niet op stratencircuits rijden.” Misha: “Jurgen heeft wel één ding geleerd: bel me niet op een racedag. Als je me dan ’s middags belt, dan redeneer ik meteen dat er iets aan de hand moet zijn. Waarom zou je me anders bellen? Dan denk ik: foute boel, sleutelbeentje op z’n minst. Ik heb dat ook ooit gehad met de manager van Jurgen, die me belde om iets onbenulligs. Ik voel mijn hart nog in mijn keel zitten. Als er gereden wordt, moet je niet bellen. Het is gewoon zo spannend.” Heb je al zware blessures opgelopen? Zonta: “Een gebroken voet, schouder bezeerd, mijn sleutelbeen is er een aantal keren uitgeschoten. Maar dat hoort allemaal een beetje bij het racen. Als ik crash, is altijd mijn eerste reactie dat ik zo snel mogelijk weer op die motor moet. Ik heb een keer gehad dat ik opstond en zo weer neerviel. Toen kwamen er officials naar me toe met een brancard. Ik dacht: als ik daar op kom te liggen, is het foute boel. Ik kreeg echter de motor niet aan de praat, waardoor ik toch naar het medical center moest voor een check: lichte hersenschudding. Maar ook als er iets gebroken is, wil ik gewoon doorrijden.” Juiste instelling Over zijn doelstellingen voor de komende tijd is Zonta heel duidelijk: kampioen worden in zowel de European Talent Cup als de Red Bull Rookies Cup. Jurgen nuanceert: “Kampioen worden hoeft helemaal niet. Dat moet je straks doen als je Moto3 rijdt.” Patrick: “Nu moet je vooral laten zien dat je snelheid en talent hebt. Verder jezelf blijven ontwikkelen. Je moet er snel staan en laten zien dat je het gevecht durft aan te gaan.” Jurgen: “Als je zestien of zeventien bent, moet je zorgen dat je het WK Moto3 rijdt. Dus eerst bewijzen dat je goed genoeg bent. Zo is dat ook bij Max Verstappen gegaan. En dan moet je als Nederlander geluk hebben dat je een kans krijgt bij een goed team.” Wat is jouw droom, Zonta? Zonta: “Kampioen worden in de MotoGP.” Is dat haalbaar? Jurgen: “Ja. Het hoeven echt niet alleen maar Spanjaarden of Italianen te zijn die kampioen worden. Hoe hoog het motorcrossniveau hier in Nederland is, zo hoog is het wegraceniveau daar. We zijn de helft van het jaar ook in Spanje. Daar gebeurt het. Met de juiste instelling, het doorzettingsvermogen en het stappenplan is het zeker mogelijk.” Misha: “En geluk. Er komt veel meer bij kijken dan alleen een stappenplan. Laten we eerlijk zijn.” Waarin onderscheidt Zonta zich ten opzichte van de rest? Patrick: “Het belangrijkste is talent. Met alleen hard werken word je geen kampioen.” Helden Magazine 53 Het verhaal van Zonta van den Goorbergh komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving. Ze werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Zonta van den Goorbergh (14) wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorbergh, treden. Zoals Max Verstappen aan de hand werd genomen door zijn vader Jos, doet Jurgen dat nu met Zonta. Helden ging langs bij de familie waar alles in het teken staat van motorsport. Racen, racen en nog eens racen. Daar draait het om bij de familie Van den Goorbergh. Het gezin woont in Breda in een huis met een aangrenzende loods vol motoren, racepakken, helmen, een kantoor vol prijzen, een werkplaats om te sleutelen en er staat een camper om mee af te reizen naar de circuits. Zonta van den Goorbergh naar de wereldtop van het wegracen krijgen is een familiemissie. En met de deelname aan de European Talent Cup én de Red Bull MotoGP Rookies Cup begint die missie serieuze vormen aan te nemen. Het is immers dé opstap naar de MotoGP, de Formule 1 van de motorsport. De motorsport zit bij de veertienjarige Zonta in het dna. Vader Jurgen, vijftig inmiddels, was jarenlang het gezicht van de motorsport in Nederland. Hij schopte het tot de MotoGP, had als beste resultaat een vierde plek in een grand prix en stoomt nu zijn zoon klaar voor een carrière zoals hij die heeft gehad. Jurgen is de chef monteur van Zonta, zoekt sponsors voor het raceavontuur van zijn zoon en rijdt met de camper naar alle circuits toe. Maar er zijn er meer die intensief betrokken zijn bij Project Zonta. Oom Patrick van den Goorbergh, die ook uitkwam in de MotoGP en als beste resultaat een zesde plek in een GP had, is de rider coach en data analist van zijn neefje en verzorgt de banden. Neef Tiger, de achttienjarige zoon van Patrick, gaat sinds 2019 mee als monteur van Zonta naar de European Talent Cup. Zus Quincy, twee jaar ouder dan Zonta, monteert video’s van de races van haar broertje en helpt hem met zijn huiswerk. Moeder Misha is de officemanager, zij regelt alles achter de schermen. Wat vind jij ervan dat de hele familie in dienst is van jouw racecarrière? Zonta: “Natuurlijk is het fijn om het met m'n familie te doen. Ze staan dichtbij me en weten meteen wat er aan de hand is als er iets is.” Jurgen: “Door de ervaring die Patrick en ik hebben, kunnen we Zonta dingen heel goed bijbrengen. Als we over twee of drie jaar de stap maken naar het Junior WK of de Moto3, dan kunnen we kijken of we terechtkunnen bij een team. Het is ook weleens lastig dat we familie zijn, want er zijn momenten dat we ook streng moeten zijn. Het is altijd zoeken naar een middenweg, maar ik denk dat het voor Zonta toch een voordeel is dat wij hem met de hele familie helpen. Hij heeft jongetjes om zich heen die in een groot team zitten, bij hen ziet het er allemaal heel mooi uit, maar presteren doen ze niet. Bij die teams is het gewoon: hier heb je een zak met centen. Uiteindelijk doen wij het beter met minder budget.” Misha: “Ik denk dat Zonta zich er niet van bewust is dat iedereen in de familie met hem bezig is. Hij heeft niet in de gaten dat ik mijn vrije avond aan de bedrijfsadministratie besteed of dat Quincy na zijn wedstrijd een filmpje maakt, terwijl zij ook nog haar huiswerk wil doen.” Patrick: “Zonta moet zich gewoon focussen op het rijden.” Jurgen: “Om hem echt op het allerhoogste niveau te krijgen, weet ik gewoon wat er nodig is voor Zonta.” Sprookje De link met Max Verstappen is snel gelegd. Jurgen: “Jos en Max hebben hetzelfde meegemaakt. Jos heeft een carrière gehad in de Formule 1 en besloot met zijn zoon hetzelfde pad te bewandelen. Hij kon met al zijn kennis Max waarschuwen voor de valkuilen. Dat is bij ons hetzelfde.” Hebben jullie profijt van het succes van Max Verstappen? Jurgen: ''Het is zeker niet nadelig. Dankzij Max is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport. Zonta heeft drie mooie sponsors achter zich staan die er ook echt in geloven. Daarnaast zijn er nog mensen die hem ondersteunen met materialen.” Misha: “Het voordeel van het Verstappen-verhaal is dat mensen hebben gezien dat deze aanpak succesvol kan zijn. Max begon ook op jonge leeftijd en kwam mede dankzij de kennis van zijn vader waar hij nu is. Mensen hebben dat sprookje zien gebeuren. Ze zien in dat het een voordeel is dat Zonta ook op jonge leeftijd is begonnen en dat hij ook gebruik kan maken van alle kennis die onder dit dak zit.” Jurgen: “We willen gewoon laten zien dat een Nederlander ook de top kan bereiken, hoewel we een klein motorsportland zijn. Max is op dit moment de beste Formule 1-coureur die er is, als hij de allerbeste auto heeft, wordt hij wereldkampioen. Waarom zou een Nederlander dat ook niet in de MotoGP kunnen? Wij denken dat het kan, anders waren we hier ook niet aan begonnen.” 'Dankzij Max Verstappen is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport' Dacht je toen je wist dat jullie in verwachting waren van een zoon: mooi, daar gaan we een topcoureur van maken? Jurgen: “Nee, ik dacht niet meteen al aan een motorcoureur, hoor. Echt niet!” Zonta, hoe oud was je toen je voor het eerst op een motor zat? “Ik was drie toen ik op een klein elektrisch trailmotortje reed. Ik kon nog amper praten, maar vond het meteen leuk.” Misha: “De loods stond hier vol met motoren: Dakar-motors, crossmotors, een enduramotor, noem maar op. Zoals bij een voetbalgezin overal ballen liggen en bij een wielrennersgezin overal fietsen staan en er automatisch gefietst wordt, zo werd er bij ons motor gereden. Toen kwamen ook net die elektrische motortjes. Hij kreeg er een voor zijn derde verjaardag.” Jurgen: “Nou kreeg... hij moest er wel wat voor doen.” Misha: “Zonta moest eerst kunnen fietsen, want je kunt niet motorrijden als je niet kunt fietsen. Dat ging vrij snel, hij was tweeënhalf toen hij kon fietsen. Maar hij moest ook zijn speen inleveren. Je mocht geen tut als je wilde motorrijden. Overdag had hij zijn motorfiets, maar als hij ’s avonds naar bed ging, zei Zonta: ‘Zal ik mijn motorfiets teruggeven, want ik wil eigenlijk mijn speen wel weer.’ Dan antwoordde ik: dat kan niet schatje, je kunt niet motorrijden en een speen hebben. Het heeft een aantal weken geduurd, maar uiteindelijk viel zijn keuze toch op de motor. We hebben natuurlijk mazzel met de loods hier. Tiger kwam in de weekenden ook vaak langs. Toen ze wat groter werden, hadden we hele stellages buiten en gingen ze binnendoor en buitenom springen met de motor.” Quincy: “Er waren hele constructies in de tuin gebouwd. Van springschansen tot banken die platlagen, waar een plank overheen lag.” Misha: “Levensgevaarlijk, maar die passie is dus al snel begonnen.” Zonta: “Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu niet meer durven.” Wanneer ontdekten jullie dat Zonta echt talent had? Zonta: “Toen ik in de NSF100 Cup reed bij Molenaar. Ik was elf, het was het eerste jaar dat ik echt races reed. Ik startte een wedstrijd vanaf de vijftiende plek en won. Terwijl ik racete tegen jongens die al een aantal jaren in die klasse reden.” Jurgen: “Daaraan kon je het al zien, ja. In het begin waren er veel valpartijen en moest de rijstijl nog worden aangepast. Zonta kwam vanuit de motorcross, daarin duw je veel met de motorfiets. Na driekwart jaar vielen alle puzzelstukjes op hun plek en had hij ineens het ronderecord te pakken op de Junior Track. En dat tussen jongens die al zeven of acht jaar lang op racebanen reden.” Patrick: “Het was eigenlijk een beetje zoals het bij ons is gegaan, Jurgen. Ook Zonta stapte koud op een motor...” Ja, waren jullie ook zo jong? Patrick: “Ik was achttien.” Jurgen: “Ik ben vanaf mijn zestiende gaan racen, maar je moest eigenlijk achttien zijn en je rijbewijs hebben. Dus ik heb veel illegaal gereden.” Hoe oud waren jullie toen je op het niveau was waar Zonta nu op zijn veertiende is? Patrick: “Ik denk dat wij 21 of 22 waren.” Jurgen: “Toen reden wij net allebei GP, samen met Max Biaggi. In 1997 ging ik 500cc rijden, dat was toen de hoogste raceklasse, wat nu MotoGP is. Ik was destijds 27. De jongens van nu liggen zo’n acht jaar op ons voor.” Kijken jullie weleens met Zonta naar oude beelden uit jullie tijd? Jurgen: “Die zijn er nauwelijks.” Patrick: “Er zijn ook totaal geen raakvlakken meer.” Jurgen: “De rijstijl is nu zo anders. Als je ziet hoe het racen geëvolueerd is, dat is bizar. Ze raken bijna met de ellebogen de grond. Dat zag je in onze tijd niet.” Misha: “Ik was een tijdje terug oude foto’s aan het scannen, dus ik liet een foto aan Zonta zien en zei: kijk, dat is papa. Wat was het eerste dat jij zei?” Zonta, lachend: “Ik riep: als ik dat zo doe, dan krijg ik een knal voor m’n kop!” Jeffrey Herlings Zonta debuteerde in 2019 in de European Talent Cup en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Met zijn dertien jaar was hij de jongste van het veld. Zonta: “Het was een heel leerzaam jaar. Ik heb er veel nieuwe vrienden bij en ik ken nu iedereen op de paddock. Dat maakt het veel leuker.” Jurgen: “Aan het begin van het seizoen was het doel om een aantal keer in de top vijftien te komen in de Rookies Cup. Zonta werd uiteindelijk dertiende, reed elke race in de punten en heeft zelfs al in de kopgroep meegereden tussen jongens van zestien jaar. We lopen nu eigenlijk op de planning vooruit. Hij is pas veertien.” Wat is dan precies de planning? Jurgen: “We gaan nu nog een jaar hetzelfde doen, dus European Talent Cup en Red Bull Rookies Cup. Vanaf 2021 is het dan de bedoeling om op een echte WK Junior motorfiets te rijden.” Wie is jouw grote voorbeeld, Zonta? “Marc Márquez (achtvoudig wereldkampioen en huidig MotoGP-kampioen, red.), vanwege zijn rijstijl en vrolijkheid. Ook als er iets negatiefs gebeurt, blijft hij vrolijk. Ik heb hem in 2017 voor het eerst ontmoet toen ik in het Marc Márquez Junior Motor Camp zat. Nu zie ik hem, en ook andere MotoGP-coureurs, weleens op de paddock als ik daar ben voor de Red Bull Rookies Cup. Márquez is heel aardig en niet te vol van zichzelf. En hij is heel snel en gefocust.” Maar je rijdt met nummer 84, dat is te danken aan een andere coureur. Zonta: “Ja, dat is het nummer van Jeffrey Herlings. Dat is nog uit mijn motorcrosstijd, waar ik mee begon toen ik acht jaar was. Jeffrey was toen nog mijn grote voorbeeld.” Misha: “Als je hem vroeger vroeg wat hij wilde worden zei hij: ‘Wereldkampioen motorcross.’ Wegrace bestond niet in zijn ogen.” Wanneer verkoos je het wegracen boven het motorcrossen? Zonta: “Nóóit!” Jurgen, lachend: “Zijn ouders hebben dat besluit voor hem genomen.” Zonta: “Ik kon gewoon niet kiezen en toen heeft papa het besluit genomen. Volgens mij hebben jullie niet eens overlegd.” Misha: “Jawel, wij hebben veel gesprekken met je gevoerd.” Jurgen: “Zonta hoorde als motorcrosser bij de top tien van Nederland van zijn leeftijdscategorie, stond zelfs aan de leiding in het kampioenschap toen we ermee stopten. Niemand geloofde ons toen we vertelden dat ze ons niet meer zouden zien. De keuze voor het wegracen heb ik genomen door mijn eigen achtergrond. Ik weet er veel van en heb geen verstand van crossen. Wel heb ik de Dakar Rally gereden, maar dat wil niet zeggen dat ik een goede motorcrosser ben. Ik weet niet eens hoe ik goed een springbult moet pakken. We kregen de kans om het wegracen te testen in de Molenaar NSF100 Cup en dat ging meteen goed. Toen zijn we ons daarop gaan focussen. De ervaring van het motorcrossen komt ook weer goed van pas bij het wegracen, er zat wel een plan achter het crossen. Dat was ook de reden dat Zonta aan BMX’en heeft gedaan. Daardoor is zijn start heel goed bij de race.” Zonta: “Ik heb de NSF één jaar gedaan en toen ze me vroegen of ik dat nog een jaar wilde, zei ik nee. Ik had er geen plezier meer in. Zat aan mijn limiet, had baanrecords gereden en wilde verder. Ik kon niet meer harder.” Yogalesje Zonta brengt op zijn veertiende al twintig weekenden per jaar door in het buitenland. Misha rekende in 2019 uit dat hun zoon in totaal meer dan honderd dagen niet thuis sliep. Jurgen: “Ook om te trainen zijn we veel in het buitenland. We hebben een mooie camper die tijdens het seizoen op een vaste plek in Valencia staat. Eigenlijk alles wat je kunt bedenken, zit erin: douche, toilet, keukentje, bedden, airconditioning, televisie en een mooie werkplaats. We hebben het dus best goed voor elkaar.” Hoe vind je het om zoveel op pad te zijn met je vader, Zonta? “Ik vind het niet heel erg. Als papa over de snelweg rijdt, zit ik meestal achterin, dan lig ik lekker in het bedje.” Jurgen: “Anders wordt hij ziek... Maar het is niet zo dat Zonta altijd met me meerijdt in de camper. De lange reizen gaat hij met Patrick en Tiger mee met het vliegtuig. Ik rijd dan met het materiaal. Zonta zit natuurlijk ook op school, dus hij moet zo snel mogelijk weer terug zijn.” Hoe is het racen te combineren met school? Zonta: “Het is druk, ik heb ook veel toetsen die ik nog moet inhalen. Mama en Quincy helpen mij ook met school. Maar het gaat heel goed.” Misha: “Hij werkt er heel hard voor. Er kan onderweg weleens wat geleerd worden, maar niet in een raceweekend. Dan ligt de focus op racen en moet je niet ook nog eens willen leren voor een proefwerk biologie.” Zonta: “Ik moet ook wel mijn best doen, want ik doe havo en als ik nu niet blijf zitten, dan ben ik op m’n zestiende van school af. Als ik op die leeftijd nog examen moet doen en ik rijd tegelijkertijd in het WK met twintig wedstrijden per jaar over de hele wereld, dan ga ik het niet halen. Ik mag dus niet blijven zitten, anders moet ik naar de mavo toe.” En hoe zit het met vriendjes en vriendinnetjes? Jurgen en Tiger: “Nou, dat laatste zit wel snor!” Zonta, lachend: “Stelletje eikels! Op school en in het racen heb ik vrienden.” Misha: “Je moet jezelf op school alleen af en toe opnieuw voorstellen. Soms komt hij na vier weken weer eens binnenvallen.” Wat doe je in je vrije tijd? Zonta, lachend: “Ik heb geen vrije tijd.” Jurgen: “Gamen...” Welk spel speel je dan? Zonta: “Vooral MotoGP 19... Maar als ik een weekend vrij ben, dan ga ik naar vrienden toe of zij komen hier.” Jurgen, lachend: “En het liefst gaan ze dan motorrijden!” Word je er nooit moe van dat alles om racen draait, Misha? “Jawel. Ik ben altijd bezig, altijd aan het vooruitplannen en het regelen. Dat geldt ook voor Jurgen. Maar de eerste dag dat ze weg zijn, zit ik meestal met Quincy op de bank. Na een yogalesje denk ik vaak even: hèhè, iedereen is opgezouten.” Wat vind jij er als moeder van dat jouw zoon zo’n risicovolle sport beoefent? Misha: “Ik heb weleens geroepen: dammen mag ook. Jurgen en ik zijn jarenlang bezig geweest met het racen. Maar nu gaat het wel om m’n kind. Dat is af en toe wel een dingetje, zeker als het niet goed gaat of als er wat gebeurt.” Zonta: “Mam gaf gewoon niets om jou pap, en ze strest om mij!” Misha: “Dat is niet waar, want als papa nu de Dakar Rally rijdt, heb ik slapeloze nachten en ligt de telefoon naast me. Maar Jurgen was volwassen en wilde gewoon heel thuiskomen, hij was geen crasher, dus om hem hoefde ik me niet druk te maken.” Hoe beleef je zijn races? Misha: “Uiterst geconcentreerd. Ik zie alles, veelal vanaf de bank. Ik heb de tijdwaarneming altijd aanstaan. De moeder van Patrick en Jurgen liep tijdens de start altijd rondjes met de hond en kwam halverwege de wedstrijd binnen. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik zou er wel vaker bij willen zijn om input te geven, af en toe een kus en een knuffel en om successen mee te vieren. Maar Quincy zat afgelopen tijd in de eindexamenklas havo. Ik kon haar niet elk weekend meenemen. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten. Hotelletje, autootje, je bent zo duizend euro kwijt. En dan heb ik zelf ook nog een baan.” Maar kijk je naar de race of kijk je naar Zonta? Misha: “Ik kijk naar Zonta. Ja, dat is precies zoals het is: ik kijk naar Zonta.” Jurgen: “Ik heb hetzelfde. Ik kijk naar hem als rijder, maar ook als mijn zoon. Dus ik wil ook dat hij alles zo veilig mogelijk doet en probeer alleen maar merken aan hem te verbinden die goed zijn. En we rijden op goede circuits. Ik bedoel, we gaan niet op stratencircuits rijden.” Misha: “Jurgen heeft wel één ding geleerd: bel me niet op een racedag. Als je me dan ’s middags belt, dan redeneer ik meteen dat er iets aan de hand moet zijn. Waarom zou je me anders bellen? Dan denk ik: foute boel, sleutelbeentje op z’n minst. Ik heb dat ook ooit gehad met de manager van Jurgen, die me belde om iets onbenulligs. Ik voel mijn hart nog in mijn keel zitten. Als er gereden wordt, moet je niet bellen. Het is gewoon zo spannend.” Heb je al zware blessures opgelopen? Zonta: “Een gebroken voet, schouder bezeerd, mijn sleutelbeen is er een aantal keren uitgeschoten. Maar dat hoort allemaal een beetje bij het racen. Als ik crash, is altijd mijn eerste reactie dat ik zo snel mogelijk weer op die motor moet. Ik heb een keer gehad dat ik opstond en zo weer neerviel. Toen kwamen er officials naar me toe met een brancard. Ik dacht: als ik daar op kom te liggen, is het foute boel. Ik kreeg echter de motor niet aan de praat, waardoor ik toch naar het medical center moest voor een check: lichte hersenschudding. Maar ook als er iets gebroken is, wil ik gewoon doorrijden.” Juiste instelling Over zijn doelstellingen voor de komende tijd is Zonta heel duidelijk: kampioen worden in zowel de European Talent Cup als de Red Bull Rookies Cup. Jurgen nuanceert: “Kampioen worden hoeft helemaal niet. Dat moet je straks doen als je Moto3 rijdt.” Patrick: “Nu moet je vooral laten zien dat je snelheid en talent hebt. Verder jezelf blijven ontwikkelen. Je moet er snel staan en laten zien dat je het gevecht durft aan te gaan.” Jurgen: “Als je zestien of zeventien bent, moet je zorgen dat je het WK Moto3 rijdt. Dus eerst bewijzen dat je goed genoeg bent. Zo is dat ook bij Max Verstappen gegaan. En dan moet je als Nederlander geluk hebben dat je een kans krijgt bij een goed team.” Wat is jouw droom, Zonta? Zonta: “Kampioen worden in de MotoGP.” Is dat haalbaar? Jurgen: “Ja. Het hoeven echt niet alleen maar Spanjaarden of Italianen te zijn die kampioen worden. Hoe hoog het motorcrossniveau hier in Nederland is, zo hoog is het wegraceniveau daar. We zijn de helft van het jaar ook in Spanje. Daar gebeurt het. Met de juiste instelling, het doorzettingsvermogen en het stappenplan is het zeker mogelijk.” Misha: “En geluk. Er komt veel meer bij kijken dan alleen een stappenplan. Laten we eerlijk zijn.” Waarin onderscheidt Zonta zich ten opzichte van de rest? Patrick: “Het belangrijkste is talent. Met alleen hard werken word je geen kampioen.” Helden Magazine 53 Het verhaal van Zonta van den Goorbergh komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving. Ze werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Boksen

Mike Tyson: ‘Ik was een zielig mannetje’

Mike Tyson was in de jaren tachtig van de vorige eeuw een geoliede boksmachine. Dertig jaar geleden verloor hij zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid. Hij gleed daarna steeds verder af. Net op tijd wist hij het tij te keren. “Ik heb de donkere weg bewandeld, heb de duivel ontmoet en een tijd met hem doorgebracht.” Op zijn 53ste werkt Tyson aan een comeback... 11 februari 1990 Een snoeiharde uppercut op de kin. Mike Tyson slaat naar achteren en laat door de dreun meteen zijn dekking zakken. James ‘Buster’ Douglas laat een hele serie stoten op het hoofd van zijn weerloze tegenstander los. Na elke voltreffer doet de wereldkampioen een stapje naar achteren. De zoveelste klap, een linkse directe op de kaak, blijkt de genadeklap. Voor het eerst in z’n profcarrière, die begon op 6 maart 1985, gaat Tyson naar de grond. Hij valt achterover, als z’n rug het canvas raakt, vliegt de gebitsbeschermer uit z’n mond. Hij blijft een paar seconden op z’n rug liggen, krabbelt dan op z’n knieën terwijl scheidsrechter Octavio Meyran richting tien telt. Z’n wenkbrauw en ooglid zijn zo erg opgezwollen, dat het linkeroog niet eens meer open kan. Met z’n bokshandschoen raapt hij z’n bitje van de grond en doet die voor de helft in z’n mond. Tyson staat op, maar zwalkt op z’n benen als de scheidsrechter ‘tien’ roept. Na één minuut en 23 seconden in de tiende ronde slaat de scheidsrechter beide armen om het bovenlichaam van Tyson als teken dat het gevecht voorbij is. The biggest upset in boxing history is een feit. Tyson kwam ongetraind en veel te zwaar aan in Tokio voor zijn 37ste profpartij. Zijn leven was op dat moment een rommeltje. Eigenlijk zette het verval al in voordat hij op 22 november 1986 op zijn twintigste de jongste wereldkampioen in het zwaargewicht werd na een overwinning op Trevor Berbick. Op 4 november 1985 overleed Cus D’Amato op 77-jarige leeftijd aan een longontsteking. De beroemde bokstrainer had zich over Tyson ontfermd nadat hij op zijn dertiende werd ontslagen uit de jeugdgevangenis, waar hij was terechtgekomen na 38 arrestaties wegens diefstallen, overvallen en mishandelingen in Brooklyn, New York. Toen hij zijn straf uitzat, pakte Tyson het boksen op. D’Amato haalde hem naar Catskill, tweehonderd kilometer boven New York, waar hij zijn gym had. Tyson ging bij hem en zijn vrouw wonen en de bokstrainer werd zelfs zijn voogd toen Tysons moeder Lorna overleed aan kanker. Vader Jimmy Kirkpatrick had het gezin al verlaten rond de geboorte van Tyson. Zijn boksvader maakte van Tyson een Terminator; een meedogenloze boksmachine die iedereen binnen de kortste keren verpulverde in de ring. Niemand was sneller, explosiever en sloeg zo hard als hij. Tyson boezemde angst in, zijn bijnaam luidde al snel Iron Mike. [caption id="attachment_18141" align="alignnone" width="2560"] V.L.N.R.: Mike Tyson, promoter Don King en uitdager Buster Douglas.[/caption] Na de dood van D’Amato werd diens assistent Kevin Rooney de trainer van Tyson. Het zakelijke deel nemen managers Bill Cayton en Jim Jacobs voor hun rekening. Maar zij hebben minder grip op hem dan D’Amato. Zeker nadat het geld binnen begon te stromen en hij volop aandacht kreeg. Knappe vrouwen stonden ineens voor hem in de rij, terwijl meisjes voorheen nooit naar hem omkeken. Uit het ruime aanbod koos hij actrice Robin Givens, met wie hij in februari 1988 trouwde. Tyson veranderde steeds meer in een ongeleid projectiel. Buiten de ring gebruikte hij zijn vuisten ook steeds vaker. Hij sloeg zijn vrouw geregeld, vertelde vrienden dat ‘she hit every fucking wall in the apartment’. En als hij zich in het uitgaansleven stortte, was niemand veilig voor hem. Steeds vaker greep hij naar drank en drugs. Terwijl zijn depressieve buien en woede-uitbarstingen alleen maar heviger werden. 'Ik ben één grote grap. Dat zei ik nu in. Voorheen nam ik mezelf zó serieus. Toen ik inzag dat ik één grote grap was, heb ik besloten maar om mezelf te lachen' Een paar maanden na de trouwerij vulde Givens de scheidingspapieren in en in februari 1989 werd het huwelijk ontbonden. Voor de beruchte bokspromotor Don King was dat het moment om toenadering te zoeken. Team Tyson had alle goudzoekers jarenlang buiten de deur weten te houden, maar de glad pratende King wist Tyson te overtuigen met hem in zee te gaan. Coach Kevin Rooney werd ook meteen bedankt voor bewezen diensten, waardoor van het team waarmee hij de wereld begon te veroveren en met wie hij de onbetwiste zwaargewicht kampioen werd niemand meer over was. Helden Magazine 52 Het eerste gedeelte van het verhaal van Mike Tyson komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. Harrie Lavreysen, Alexander Brouwer, Niek Kimmann, Kim Polling, Kira Toussaint, Frédérique Matla, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo, Ferry Weertman en Marit Bouwmeester zouden afgelopen zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide echter roet in het eten. Helden fotografeerde de sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio op een bijzondere wijze in ‘Tokiogangers’ In deze editie gaan wij ook terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale bereikte én onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert blikken terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Mike Tyson was in de jaren tachtig van de vorige eeuw een geoliede boksmachine. Dertig jaar geleden verloor hij zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid. Hij gleed daarna steeds verder af. Net op tijd wist hij het tij te keren. “Ik heb de donkere weg bewandeld, heb de duivel ontmoet en een tijd met hem doorgebracht.” Op zijn 53ste werkt Tyson aan een comeback... 11 februari 1990 Een snoeiharde uppercut op de kin. Mike Tyson slaat naar achteren en laat door de dreun meteen zijn dekking zakken. James ‘Buster’ Douglas laat een hele serie stoten op het hoofd van zijn weerloze tegenstander los. Na elke voltreffer doet de wereldkampioen een stapje naar achteren. De zoveelste klap, een linkse directe op de kaak, blijkt de genadeklap. Voor het eerst in z’n profcarrière, die begon op 6 maart 1985, gaat Tyson naar de grond. Hij valt achterover, als z’n rug het canvas raakt, vliegt de gebitsbeschermer uit z’n mond. Hij blijft een paar seconden op z’n rug liggen, krabbelt dan op z’n knieën terwijl scheidsrechter Octavio Meyran richting tien telt. Z’n wenkbrauw en ooglid zijn zo erg opgezwollen, dat het linkeroog niet eens meer open kan. Met z’n bokshandschoen raapt hij z’n bitje van de grond en doet die voor de helft in z’n mond. Tyson staat op, maar zwalkt op z’n benen als de scheidsrechter ‘tien’ roept. Na één minuut en 23 seconden in de tiende ronde slaat de scheidsrechter beide armen om het bovenlichaam van Tyson als teken dat het gevecht voorbij is. The biggest upset in boxing history is een feit. Tyson kwam ongetraind en veel te zwaar aan in Tokio voor zijn 37ste profpartij. Zijn leven was op dat moment een rommeltje. Eigenlijk zette het verval al in voordat hij op 22 november 1986 op zijn twintigste de jongste wereldkampioen in het zwaargewicht werd na een overwinning op Trevor Berbick. Op 4 november 1985 overleed Cus D’Amato op 77-jarige leeftijd aan een longontsteking. De beroemde bokstrainer had zich over Tyson ontfermd nadat hij op zijn dertiende werd ontslagen uit de jeugdgevangenis, waar hij was terechtgekomen na 38 arrestaties wegens diefstallen, overvallen en mishandelingen in Brooklyn, New York. Toen hij zijn straf uitzat, pakte Tyson het boksen op. D’Amato haalde hem naar Catskill, tweehonderd kilometer boven New York, waar hij zijn gym had. Tyson ging bij hem en zijn vrouw wonen en de bokstrainer werd zelfs zijn voogd toen Tysons moeder Lorna overleed aan kanker. Vader Jimmy Kirkpatrick had het gezin al verlaten rond de geboorte van Tyson. Zijn boksvader maakte van Tyson een Terminator; een meedogenloze boksmachine die iedereen binnen de kortste keren verpulverde in de ring. Niemand was sneller, explosiever en sloeg zo hard als hij. Tyson boezemde angst in, zijn bijnaam luidde al snel Iron Mike. [caption id="attachment_18141" align="alignnone" width="2560"] V.L.N.R.: Mike Tyson, promoter Don King en uitdager Buster Douglas.[/caption] Na de dood van D’Amato werd diens assistent Kevin Rooney de trainer van Tyson. Het zakelijke deel nemen managers Bill Cayton en Jim Jacobs voor hun rekening. Maar zij hebben minder grip op hem dan D’Amato. Zeker nadat het geld binnen begon te stromen en hij volop aandacht kreeg. Knappe vrouwen stonden ineens voor hem in de rij, terwijl meisjes voorheen nooit naar hem omkeken. Uit het ruime aanbod koos hij actrice Robin Givens, met wie hij in februari 1988 trouwde. Tyson veranderde steeds meer in een ongeleid projectiel. Buiten de ring gebruikte hij zijn vuisten ook steeds vaker. Hij sloeg zijn vrouw geregeld, vertelde vrienden dat ‘she hit every fucking wall in the apartment’. En als hij zich in het uitgaansleven stortte, was niemand veilig voor hem. Steeds vaker greep hij naar drank en drugs. Terwijl zijn depressieve buien en woede-uitbarstingen alleen maar heviger werden. 'Ik ben één grote grap. Dat zei ik nu in. Voorheen nam ik mezelf zó serieus. Toen ik inzag dat ik één grote grap was, heb ik besloten maar om mezelf te lachen' Een paar maanden na de trouwerij vulde Givens de scheidingspapieren in en in februari 1989 werd het huwelijk ontbonden. Voor de beruchte bokspromotor Don King was dat het moment om toenadering te zoeken. Team Tyson had alle goudzoekers jarenlang buiten de deur weten te houden, maar de glad pratende King wist Tyson te overtuigen met hem in zee te gaan. Coach Kevin Rooney werd ook meteen bedankt voor bewezen diensten, waardoor van het team waarmee hij de wereld begon te veroveren en met wie hij de onbetwiste zwaargewicht kampioen werd niemand meer over was. Helden Magazine 52 Het eerste gedeelte van het verhaal van Mike Tyson komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. Harrie Lavreysen, Alexander Brouwer, Niek Kimmann, Kim Polling, Kira Toussaint, Frédérique Matla, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo, Ferry Weertman en Marit Bouwmeester zouden afgelopen zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide echter roet in het eten. Helden fotografeerde de sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio op een bijzondere wijze in ‘Tokiogangers’ In deze editie gaan wij ook terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale bereikte én onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert blikken terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Boksen

Rico versus Max

Ze zijn bekend tot ver buiten de landsgrenzen. Wereldkampioen kickboksen Rico Verhoeven (29) en Formule 1-coureur Max Verstappen (21) zijn wereldsterren. Onlangs kwamen ze op uitnodiging van bedrijfssoftwareontwikkelaar Exact samen voor een goed gesprek. Helden was erbij. “Max, jij rijdt wel een beetje als Rocky.” Ze hebben allebei de status dat alleen bij het noemen van de voornaam iedereen al weet om wie het gaat. Max en Rico zijn allebei hun sport ontstegen, hebben fans over de hele wereld. Waar zij gaan, openen deuren zich als vanzelf. Ze zijn als een magneet: in welke ruimte ze zich ook vertonen, overal komen mensen op hen af voor een selfie, handtekening of gewoon om hen aan te gapen. De begroeting tussen de 29-jarige, 119 kilo wegende, 1,96 meter lange spierbundel en de acht jaar jongere, bijna twintig centimeter kleinere en vijftig kilo lichtere coureur van Team Red Bull Racing is hartelijk. Rico Verhoeven en Max Verstappen komen weliswaar uit twee totaal verschillende werelden, ze zijn ook gelijkgestemden. De een weet van de ander wat hij ondergaat, omdat hij hetzelfde meemaakt. “Deze man is klein, maar hij is gewoon een baas!” roept Rico enthousiast. Max zegt lachend: “Ik zou in de Formule 1 soms weleens het lichaam van Rico willen hebben. Als ik in de clinch lig met mijn conculega’s zou dat wel uitkomst bieden. Ik zou graag wat gespierder zijn, maar het probleem is dat ik dan veel te zwaar en te breed voor de auto word. Als ik meer dan 72 kilo weeg, heeft dat meteen effect op mijn rondetijden. Ik moet mijn gewicht steady houden.” Rico vertelt dat hij weleens heeft geracet op het circuit van Zandvoort. “Ik dacht dat ik echt heel erg hard ging. Totdat ik een rondje meereed met een echte coureur. Ik riep: we rijden tweehonderd kilometer per uur en daar is de bocht al, hè! En Max, jij rijdt nog een flink stuk harder. Niet normaal hoe snel je moet reageren. Als ik jou in de weer zie tijdens een Grand Prix, eerst doen alsof je iemand rechts voorbij gaat en dan, hup, links er langs. Lijkt me een geweldige ervaring.” Max, droogjes: “Je mag wel een keer met me meerijden, hoor.” Het gesprek komt op een filmpje waarin Max in de auto zit met vader Jos Verstappen, zelf ex-coureur, maar aan zijn gezicht en houding waren te zien dat hij het geen pretje vond om naast zijn zoon te zitten. “Dat was op het stratencircuit in Monaco, vond ie niet fijn, nee,” zegt Max lachend, “‘Dat gaan we niet nog een keer doen,’ zei hij na afloop.” Rico: “Wat ik mooi vind als ik naar jou kijk: jij rijdt wel een beetje als Rocky. Jij klapt er gewoon op.” Max: “Ik laat wel merken dat ik er ben, ja.” Rico: “Ik heb trouwens ook weleens beelden van jou gezien waarop je met een personal trainer aan het boksen was. Zag er niet verkeerd uit trouwens.” Max, hoofdschuddend: “Als ik bezig ben, denk ik vaak: gaat best lekker. Totdat ik de beelden terugzie. Dan kijk ik toch liever naar wedstrijden van jou.” Max: ‘Ik zou in de Formule 1 soms weleens het lichaam van Rico willen hebben. Als ik in de clinch lig met mijn conculega’s zou dat wel uitkomst bieden’ Rico en Max beoefenen allebei een sport waarbij het gevaar op de loer ligt. De voorbeelden van collega’s die het leven lieten in de ring of op het circuit zijn talrijk. Bang zijn ze niet, zeggen ze. Rico: “Ik stap altijd de ring in met de instelling dat ik het gewoon ga flikken. Dat is het beste. Als ik ga denken: het is gevaarlijk, dan wordt het ook gevaarlijk. Dan kan ik beter stoppen.” Max: “Ik sta ook niet stil bij de snelheden waarmee wij rijden. Ik merk het pas als ik een keer een flinke crash maak, dan schiet even door mijn hoofd: goh, we rijden best hard.” Waar het in de Formule 1 draait om mooie inhaalacties, gaat het publiek bij kickboksen op de banken bij een knockout. Rico: “Het toppunt van dominantie is natuurlijk de knock-out en ik wil graag dominant zijn in de ring. Maar het is niet zo dat ik per se op zoek ben naar een knock-out. Het gaat uiteindelijk maar om één ding: winnen.” Max knikt. Leuk, alle mooie inhaalacties en complimenten, maar als hij achteraf het gevoel heeft dat hij niet alles uit de race heeft gehaald, staat hij toch balend voor de camera’s. Rico vervolgt: “Een overwinning mag nooit in gevaar komen omdat ik te veel risico neem. Onderschatting is dodelijk. De laatste ronde is altijd heel gevaarlijk voor mij. Omdat ik dan vaak al ver voor sta, omdat ik het publiek een mooi einde van de partij wil geven, maar tegelijkertijd vecht mijn tegenstander voor z’n laatste kans.” Ze beginnen allebei te lachen als wordt gevraagd of ze hun skills graag ook weleens buiten de ring of het circuit zouden willen gebruiken. Dat Rico dus z’n vuisten gebruikt in het dagelijkse leven en Max op de snelweg spectaculaire inhaalacties laat zien. Helden Magazine 45 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico & Max komt voort uit Helden Magazine 45 waar Memphis Depay de cover siert. Depay laat zin wie hij echt is. Een verhaal over het geloof, zijn jeugd, familie, imago, Oranje en Louis van Gaal. Verder in de 45ste editie van Helden, schaatser Kai Verbij over de Spelen en de Europese titel sprint, Jac Orie is een garantie voor succes, schaatsster Antoinette de Jong over haar jeugd waarin ze werd gepest om haar rode haren, de grondlegger van het shorttracksucces Jeroen Otter, baanwielrenster Kirsten Wild, tennisser Alexander Zverev, en wielrenner Lars Boom ging in gesprek met Victoria Koblenko. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Ze zijn bekend tot ver buiten de landsgrenzen. Wereldkampioen kickboksen Rico Verhoeven (29) en Formule 1-coureur Max Verstappen (21) zijn wereldsterren. Onlangs kwamen ze op uitnodiging van bedrijfssoftwareontwikkelaar Exact samen voor een goed gesprek. Helden was erbij. “Max, jij rijdt wel een beetje als Rocky.” Ze hebben allebei de status dat alleen bij het noemen van de voornaam iedereen al weet om wie het gaat. Max en Rico zijn allebei hun sport ontstegen, hebben fans over de hele wereld. Waar zij gaan, openen deuren zich als vanzelf. Ze zijn als een magneet: in welke ruimte ze zich ook vertonen, overal komen mensen op hen af voor een selfie, handtekening of gewoon om hen aan te gapen. De begroeting tussen de 29-jarige, 119 kilo wegende, 1,96 meter lange spierbundel en de acht jaar jongere, bijna twintig centimeter kleinere en vijftig kilo lichtere coureur van Team Red Bull Racing is hartelijk. Rico Verhoeven en Max Verstappen komen weliswaar uit twee totaal verschillende werelden, ze zijn ook gelijkgestemden. De een weet van de ander wat hij ondergaat, omdat hij hetzelfde meemaakt. “Deze man is klein, maar hij is gewoon een baas!” roept Rico enthousiast. Max zegt lachend: “Ik zou in de Formule 1 soms weleens het lichaam van Rico willen hebben. Als ik in de clinch lig met mijn conculega’s zou dat wel uitkomst bieden. Ik zou graag wat gespierder zijn, maar het probleem is dat ik dan veel te zwaar en te breed voor de auto word. Als ik meer dan 72 kilo weeg, heeft dat meteen effect op mijn rondetijden. Ik moet mijn gewicht steady houden.” Rico vertelt dat hij weleens heeft geracet op het circuit van Zandvoort. “Ik dacht dat ik echt heel erg hard ging. Totdat ik een rondje meereed met een echte coureur. Ik riep: we rijden tweehonderd kilometer per uur en daar is de bocht al, hè! En Max, jij rijdt nog een flink stuk harder. Niet normaal hoe snel je moet reageren. Als ik jou in de weer zie tijdens een Grand Prix, eerst doen alsof je iemand rechts voorbij gaat en dan, hup, links er langs. Lijkt me een geweldige ervaring.” Max, droogjes: “Je mag wel een keer met me meerijden, hoor.” Het gesprek komt op een filmpje waarin Max in de auto zit met vader Jos Verstappen, zelf ex-coureur, maar aan zijn gezicht en houding waren te zien dat hij het geen pretje vond om naast zijn zoon te zitten. “Dat was op het stratencircuit in Monaco, vond ie niet fijn, nee,” zegt Max lachend, “‘Dat gaan we niet nog een keer doen,’ zei hij na afloop.” Rico: “Wat ik mooi vind als ik naar jou kijk: jij rijdt wel een beetje als Rocky. Jij klapt er gewoon op.” Max: “Ik laat wel merken dat ik er ben, ja.” Rico: “Ik heb trouwens ook weleens beelden van jou gezien waarop je met een personal trainer aan het boksen was. Zag er niet verkeerd uit trouwens.” Max, hoofdschuddend: “Als ik bezig ben, denk ik vaak: gaat best lekker. Totdat ik de beelden terugzie. Dan kijk ik toch liever naar wedstrijden van jou.” Max: ‘Ik zou in de Formule 1 soms weleens het lichaam van Rico willen hebben. Als ik in de clinch lig met mijn conculega’s zou dat wel uitkomst bieden’ Rico en Max beoefenen allebei een sport waarbij het gevaar op de loer ligt. De voorbeelden van collega’s die het leven lieten in de ring of op het circuit zijn talrijk. Bang zijn ze niet, zeggen ze. Rico: “Ik stap altijd de ring in met de instelling dat ik het gewoon ga flikken. Dat is het beste. Als ik ga denken: het is gevaarlijk, dan wordt het ook gevaarlijk. Dan kan ik beter stoppen.” Max: “Ik sta ook niet stil bij de snelheden waarmee wij rijden. Ik merk het pas als ik een keer een flinke crash maak, dan schiet even door mijn hoofd: goh, we rijden best hard.” Waar het in de Formule 1 draait om mooie inhaalacties, gaat het publiek bij kickboksen op de banken bij een knockout. Rico: “Het toppunt van dominantie is natuurlijk de knock-out en ik wil graag dominant zijn in de ring. Maar het is niet zo dat ik per se op zoek ben naar een knock-out. Het gaat uiteindelijk maar om één ding: winnen.” Max knikt. Leuk, alle mooie inhaalacties en complimenten, maar als hij achteraf het gevoel heeft dat hij niet alles uit de race heeft gehaald, staat hij toch balend voor de camera’s. Rico vervolgt: “Een overwinning mag nooit in gevaar komen omdat ik te veel risico neem. Onderschatting is dodelijk. De laatste ronde is altijd heel gevaarlijk voor mij. Omdat ik dan vaak al ver voor sta, omdat ik het publiek een mooi einde van de partij wil geven, maar tegelijkertijd vecht mijn tegenstander voor z’n laatste kans.” Ze beginnen allebei te lachen als wordt gevraagd of ze hun skills graag ook weleens buiten de ring of het circuit zouden willen gebruiken. Dat Rico dus z’n vuisten gebruikt in het dagelijkse leven en Max op de snelweg spectaculaire inhaalacties laat zien. Helden Magazine 45 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico & Max komt voort uit Helden Magazine 45 waar Memphis Depay de cover siert. Depay laat zin wie hij echt is. Een verhaal over het geloof, zijn jeugd, familie, imago, Oranje en Louis van Gaal. Verder in de 45ste editie van Helden, schaatser Kai Verbij over de Spelen en de Europese titel sprint, Jac Orie is een garantie voor succes, schaatsster Antoinette de Jong over haar jeugd waarin ze werd gepest om haar rode haren, de grondlegger van het shorttracksucces Jeroen Otter, baanwielrenster Kirsten Wild, tennisser Alexander Zverev, en wielrenner Lars Boom ging in gesprek met Victoria Koblenko. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.