Word abonnee
Meer

Hockey

Pirmin Blaak: ‘Het goud verzacht de pijn’

Pirmin Blaak (36) was de grote held in de olympische hockeyfinale in Parijs. De keeper stopte drie Duitse shoot-outs en bezorgde Nederland voor het eerst sinds 2000 de olympische titel. Maar die medaille heeft hem ook heel wat gekost. “Ik werd uitgeroepen tot beste keeper van de wereld, maar had die titel graag ingeleverd om mijn normale leven terug te krijgen. Ik won alles wat er te winnen viel, maar tegelijkertijd raakte ik alles kwijt.” Aldus de sluitpost in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine. Pirmin Blaak “Door mijn privéproblemen heb ik getwijfeld of ik naar Parijs moest gaan, ik verkeerde niet in mijn beste vorm. Ik besloot: in Parijs ga ik slapen, eten, rusten en hockeyen. Ik dacht alleen aan die acht wedstrijden, wilde mijn carrière niet eindigen met de gedachte: had ik maar... Dat ik later zou denken: had ik maar niet die ene e-mail naar de bondscoach gestuurd. Ik hield vast aan mijn routines. Zo keek ik urenlang op bed naar shoot-outs van onze tegenstanders. Niet heel gezellig voor mijn kamergenoot Koen Bijen. Ik was een halve autist. Mijn teamgenoten wisten van mijn problemen, ik heb veel steun aan ze gehad. Ik was de oudste van de groep en had al drie keer de Spelen meegemaakt, dus dat rondje door het olympisch dorp geloofde ik wel. Ik speelde soms alleen een potje tafeltennis mee. [caption id="attachment_20587" align="aligncenter" width="1768"] Pirmin Blaak[/caption] Louis van Gaal We hadden geen sterke poulefase, verloren van Duitsland met 1-0 en tegen Groot-Brittannië werd het 2-2. Na de poulefase kwam Louis van Gaal bij ons langs. Ik vond hem altijd al een heel bijzondere man, hij straalde zoveel allure uit, maar had hem nog nooit ontmoet. Als zo’n grootheid binnenkomt, dan doet dat wat met een ploeg. Zijn aanwezigheid zorgde ervoor dat we nog beter beseften: we staan op het allerhoogste podium, er wordt naar ons gekeken. Het gaf ons extra energie. Van Gaal had het over ‘imagineren’, hetzelfde als visualiseren en dat deed ik al. Als je bepaalde dingen ’s nachts al voor je ziet, kun je niet meer verrast worden. De kwartfinale tegen Australië gaf ons een boost. Vroeger hadden we geregeld van ze verloren op belangrijke momenten, ook tijdens de Spelen in Tokio. In Parijs wonnen we met 2-0. In de halve finale moesten we tegen Spanje, gecoacht door onze voormalige bondscoach Max Caldas. We hadden in de poulefase al van ze gewonnen en wisten wat we konden verwachten. We zegevierden met 4-0. Ik heb altijd een goede relatie met Caldas gehad, was niet extra gebrand om van hem te winnen. Ik ben niet van het misgunnen, hij verdiende ook succes, maar ik wilde per se die finale halen. In de war Op de dag van de finale tegen Duitsland liep ik met de sportpsycholoog van TeamNL langs de Seine. We hadden een mooi gesprek. Ik zei iets van: misschien is dit wel de laatste wedstrijd die ik speel voor Oranje. Ze antwoordde: ‘Er zit thuis een jongetje op jou te wachten, die heeft straks zijn papa nodig.’ Ik ging die finale in om de trotse vader van Keje te zijn, die een jaar eerder was geboren. Ik had niks te verliezen. Wat er ook zou gebeuren, Keje zou thuis op me wachten. Mijn teamgenoten zeiden voor de wedstrijd: ‘Laten we dit ook voor jouw kleine doen.’ Ik denk dat ik vaker goed geprepareerd aan een wedstrijd begon, maar nu was ik mentaal ook op mijn best. Ik heb weleens een finale gespeeld om niet te verliezen, in Parijs speelde ik om alles te winnen. De wedstrijd eindigde in 1-1, de beslissing zou vallen met shoot-outs. Ik had met mezelf al de afspraak gemaakt: mocht het hierop uitdraaien, dan ga ik risico’s nemen. Ik ga niet behoudend keepen, maar er volle bak in. De eerste moest ik per se hebben, dan gaf ik een signaal af. Wij misten de eerste shootout, dus het was extra belangrijk dat ik hem stopte. Naast mijn doel had ik een briefje gelegd met een checklist van wat ik juist niet moest doen: niet in het midden starten, niet terugstappen. Ik pareerde de eerste shoot-out en voelde: dit komt goed. Ook de tweede stopte ik. Daarna scoorde Thierry Brinkman. En nadat ik de derde shoot-out pakte, scoorde Thijs van Dam en kwamen we op een 2-0-voorsprong. Duitsland kwam terug tot 2-1, daar baalde ik heel erg van, maar Duco Telgenkamp mocht het afmaken. Toen Duco naar voren liep om hem te nemen, liep ik naar een journalist naast het doel om te checken of het de beslissende bal om het goud zou zijn. Ik twijfelde, vroeg: championship point, right? Hij knikte. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Pirmin Blaak is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Pirmin Blaak (36) was de grote held in de olympische hockeyfinale in Parijs. De keeper stopte drie Duitse shoot-outs en bezorgde Nederland voor het eerst sinds 2000 de olympische titel. Maar die medaille heeft hem ook heel wat gekost. “Ik werd uitgeroepen tot beste keeper van de wereld, maar had die titel graag ingeleverd om mijn normale leven terug te krijgen. Ik won alles wat er te winnen viel, maar tegelijkertijd raakte ik alles kwijt.” Aldus de sluitpost in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine. Pirmin Blaak “Door mijn privéproblemen heb ik getwijfeld of ik naar Parijs moest gaan, ik verkeerde niet in mijn beste vorm. Ik besloot: in Parijs ga ik slapen, eten, rusten en hockeyen. Ik dacht alleen aan die acht wedstrijden, wilde mijn carrière niet eindigen met de gedachte: had ik maar... Dat ik later zou denken: had ik maar niet die ene e-mail naar de bondscoach gestuurd. Ik hield vast aan mijn routines. Zo keek ik urenlang op bed naar shoot-outs van onze tegenstanders. Niet heel gezellig voor mijn kamergenoot Koen Bijen. Ik was een halve autist. Mijn teamgenoten wisten van mijn problemen, ik heb veel steun aan ze gehad. Ik was de oudste van de groep en had al drie keer de Spelen meegemaakt, dus dat rondje door het olympisch dorp geloofde ik wel. Ik speelde soms alleen een potje tafeltennis mee. [caption id="attachment_20587" align="aligncenter" width="1768"] Pirmin Blaak[/caption] Louis van Gaal We hadden geen sterke poulefase, verloren van Duitsland met 1-0 en tegen Groot-Brittannië werd het 2-2. Na de poulefase kwam Louis van Gaal bij ons langs. Ik vond hem altijd al een heel bijzondere man, hij straalde zoveel allure uit, maar had hem nog nooit ontmoet. Als zo’n grootheid binnenkomt, dan doet dat wat met een ploeg. Zijn aanwezigheid zorgde ervoor dat we nog beter beseften: we staan op het allerhoogste podium, er wordt naar ons gekeken. Het gaf ons extra energie. Van Gaal had het over ‘imagineren’, hetzelfde als visualiseren en dat deed ik al. Als je bepaalde dingen ’s nachts al voor je ziet, kun je niet meer verrast worden. De kwartfinale tegen Australië gaf ons een boost. Vroeger hadden we geregeld van ze verloren op belangrijke momenten, ook tijdens de Spelen in Tokio. In Parijs wonnen we met 2-0. In de halve finale moesten we tegen Spanje, gecoacht door onze voormalige bondscoach Max Caldas. We hadden in de poulefase al van ze gewonnen en wisten wat we konden verwachten. We zegevierden met 4-0. Ik heb altijd een goede relatie met Caldas gehad, was niet extra gebrand om van hem te winnen. Ik ben niet van het misgunnen, hij verdiende ook succes, maar ik wilde per se die finale halen. In de war Op de dag van de finale tegen Duitsland liep ik met de sportpsycholoog van TeamNL langs de Seine. We hadden een mooi gesprek. Ik zei iets van: misschien is dit wel de laatste wedstrijd die ik speel voor Oranje. Ze antwoordde: ‘Er zit thuis een jongetje op jou te wachten, die heeft straks zijn papa nodig.’ Ik ging die finale in om de trotse vader van Keje te zijn, die een jaar eerder was geboren. Ik had niks te verliezen. Wat er ook zou gebeuren, Keje zou thuis op me wachten. Mijn teamgenoten zeiden voor de wedstrijd: ‘Laten we dit ook voor jouw kleine doen.’ Ik denk dat ik vaker goed geprepareerd aan een wedstrijd begon, maar nu was ik mentaal ook op mijn best. Ik heb weleens een finale gespeeld om niet te verliezen, in Parijs speelde ik om alles te winnen. De wedstrijd eindigde in 1-1, de beslissing zou vallen met shoot-outs. Ik had met mezelf al de afspraak gemaakt: mocht het hierop uitdraaien, dan ga ik risico’s nemen. Ik ga niet behoudend keepen, maar er volle bak in. De eerste moest ik per se hebben, dan gaf ik een signaal af. Wij misten de eerste shootout, dus het was extra belangrijk dat ik hem stopte. Naast mijn doel had ik een briefje gelegd met een checklist van wat ik juist niet moest doen: niet in het midden starten, niet terugstappen. Ik pareerde de eerste shoot-out en voelde: dit komt goed. Ook de tweede stopte ik. Daarna scoorde Thierry Brinkman. En nadat ik de derde shoot-out pakte, scoorde Thijs van Dam en kwamen we op een 2-0-voorsprong. Duitsland kwam terug tot 2-1, daar baalde ik heel erg van, maar Duco Telgenkamp mocht het afmaken. Toen Duco naar voren liep om hem te nemen, liep ik naar een journalist naast het doel om te checken of het de beslissende bal om het goud zou zijn. Ik twijfelde, vroeg: championship point, right? Hij knikte. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Pirmin Blaak is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Autosport

De vijf gezichten van Tom Coronel

Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Hockey

Laurien Leurink: ‘Carpe Diem’

Een onverwachts overleden schoonmoeder. Een overleden oom. Een ongeneeslijk zieke zus. Terwijl hockeyster Laurien Leurink met het Nederlands team alles won wat er te winnen viel, waaronder twee wereldtitels en olympisch goud, kreeg ze op privégebied veel te verduren. We brachten Laurien, inmiddels ex-international, haar zus Marije, in behandeling voor uitgezaaide darmkanker, en broer Wouter samen in hun geboortedorp Bunnik. We ontmoeten Laurien Leurink (28), haar zus Marije (30) en broer Wouter (33) in eetcafé ’t Wapen van Bunnik, een paar straten bij hun ouderlijk huis vandaan. Laurien maakte afgelopen maart bekend te stoppen als hockeyinternational. Ze vertelt: “Het leven is belangrijker dan hockey. We worden geboren en gaan dood. De een gaat op zijn negentigste, de ander veel eerder. Dat is heel cru, maar het is de realiteit. Toen ik dat besef kreeg, wilde ik me losrukken van de bekrompenheid van de sport. Als ik een keer slecht speelde, kreeg ik te horen: ‘Zo hé, die is uit vorm.’ De persoon die dat roept, heeft geen idee wat er zich op dat moment afspeelt in iemands leven. Dan praat je wel anders, vriend, dacht ik altijd. Ik was klaar met die bekrompenheid. Maar Marijes ziekte gaf het extra zetje.” Bittergarnituur Laurien, Marije en Wouter komen uit een hecht gezin. Wouter: “De laatste tien jaar voel ik me meer de grote broer die zijn zusjes moet beschermen. Lachend: “Vroeger waren jullie gewoon mijn irritante zusjes.” Laurien kijkt naar Marije: “Op jonge leeftijd deden wij alles samen, speelden met barbies en deelden een slaapkamer. Later merkte ik dat Wouter en ik meer op dezelfde manier in het leven stonden. We wisten allebei wat we wilden en deden dat. Jij was wat meer op zoek.” Marije: “Jullie deden allebei gymnasium, ik was een vmbo’er. Mijn brein werkt anders, gaat langzamer. Ik keek tegen jullie op.” Wouter: “Jij bent weer slim op andere manieren, hebt een heel hoog EQ.” De drie groeiden op in Bunnik. De basisschool lag een straat achter hun huis, hockeyclub Kampong was een kwartiertje fietsen. Daar spendeerde de familie de meeste tijd. Wouter: “Hockey werd ons met de paplepel ingegoten. We gingen met papa mee naar zijn oude mannengroep. Mama hockeyde ook nog.” Laurien: “Wij stonden met een mini-hockeystick in ons hand langs het veld te kijken.” Wouter: “Na afloop snoepten we van de bittergarnituur. Later speelden we alle drie in de eerste elftallen. Laurien en Marije konden trouwens ook goed turnen.” Marije: “Ik heb nog wedstrijden geturnd. Jij hikte daar ook tegenaan. We zaten ook nog op tennis. We moesten op een gegeven moment kiezen.” Laurien, lachend: “Jammer dat jullie mijn blokfluit vergeten. Ik was daar echt goed in.” Wouter: “Papa was in die tijd veel weg voor werk, was geregeld van maandag tot en met vrijdag in het buitenland. Mama kon ons niet in haar eentje overal naartoe brengen.” Laurien bleek het meeste hockeytalent te hebben van de drie. Op jonge leeftijd werd zij doorgeschoven naar een ouder team, dat van haar zus Marije. Laurien: “Met papa en mama hebben we besproken of we dat moesten doen. Het was voor jou best ingewikkeld dat je jongere zusje ineens in je team terechtkwam.” Marije: “In het begin vond ik het vreselijk. Ik weet nog dat jij ineens naar de kant liep en riep: ‘Ik wil niet meer met Marije hockeyen.’ Onze coach riep boos: ‘Jij gaat nu terug dat veld in.’” Laurien: “Wij zijn alle drie een beetje luie hockeyers. Ik irriteerde me op dat moment aan jou, was in die tijd een vreselijke puber.” Marije: “We hebben veel ruzie gehad. Dan reden we na een training op de scooter naar huis en schreeuwden we tegen elkaar tot huilen aan toe. Dan kwamen we thuis en vroegen papa en mama: ‘Hoe was het?’ Met rode ogen van het huilen zeiden we: ‘Hartstikke leuk!’” Laurien: “Omdat ik doorgeschoven werd naar een ouder elftal, ging ik met oudere mensen om. Ik ben de jongste, zag aan jullie al wat de wereld me te bieden had. Ik wilde alles meepakken, met iedereen meedoen en cool zijn. Jij keek mij geregeld aan en dacht: wat ben je in hemelsnaam aan het doen? Jij had die behoefte helemaal niet.” Marije: “Later werd het ook leuk. We stonden samen in de as. Ik centraal achterin, jij voor mij op het middenveld. We voelden elkaar naadloos aan op het veld.” Langzaam sloeg het pubergedrag van Laurien om. Laurien, lachend: “Maar dat gebeurde heel laat, hoor. Ik heb nooit die droom gehad om in het Nederlands team terecht te komen. Het kwam een beetje aangewaaid bij mij, ik ben echt een zondagskind. Ik heb er heus wel veel voor moeten doen, maar als ik de top niet had gehaald, had ik het ook prima gevonden.” Wouter: “Je bedankte zelfs voor Oranje in 2013, toen Max Caldas nog bondscoach was. Jij wilde lid worden van het studentencorps in Utrecht.” Laurien, lachend: “Max Caldas belde toen ik met bier in mijn handen bezig was met het vormen van een jaarclub. Eerst dacht ik nog: wat gaaf, het Nederlands elftal. Maar vlak daarna: wat vreselijk, dat wil ik helemaal niet.” Als zaalinternational won Laurien het EK van 2014 en het WK van 2015. In dat jaar zette ze de knop om, mede vanwege toenmalig bondscoach Alyson Annan. Laurien: “Alyson was in die jaren mijn coach bij Jong Oranje. In de zomer van 2015 hoorden we dat zij Max Caldas zou opvolgen als bondscoach. Ik zei tegen haar: ik wil er nu wel voor gaan. Zij heeft mij bij het Nederlands team gehaald. Vanaf dat moment ben ik meer voor het hockey gaan leven. Tot die tijd was ik altijd in mijn hoofd het rebelse hockeymeisje. Ik leefde totaal niet voor mijn sport. Voor een trainingskamp van Jong Oranje in Zuid-Afrika had ik zelfs dronken mijn enkelbanden gescheurd.” Marije en Wouter volgden hun eigen weg. Marije: “Ik had die ambities om het Nederlands elftal te halen niet. Ik keek wel met veel respect naar jou en was ook supertrots. Petje af voor wat je gedaan hebt. En op jouw manier.” Wouter: “Ik wilde het wel graag, maar in mijn puberteit was ik me aan het afzetten tegen thuis. Ik wilde vrijheid, geen regels, en ging een jaar naar Australië na mijn middelbareschooltijd. Toen ik terugkwam, heb ik een aantal jaar op hoog niveau gespeeld, daarna kwam het studentenleven om de hoek.” Marije: “Ik ben in Groningen de sportdocentenopleiding ALO gaan doen. Hockey kwam op een lager pitje. Ik ben in een vriendenteam terechtgekomen, woon nu in Arnhem en hockey nog steeds, maar zonder de verplichting dat ik er altijd moet zijn. Dat gaat nu niet meer.” Val Als broekie mocht Laurien in 2016 mee naar de Olympische Spelen in Rio. Wouter: “Het was een beloning voor wat je in het zaalhockey had laten zien. Wij dachten dat je geen schijn van kans had de olympische selectie te halen, maar je dwong het toch af.” Laurien: “Met acht interlands op mijn naam ging ik naar Rio. Maar er heerst een soort vloek op de Spelen bij onze familie. We hadden iedere keer ongeluk op privégebied.” Toen Laurien met de Nederlandse se- lectie in Rio zat, overleed in Nederland heel onverwachts haar schoonmoeder. En toen de familie uiteindelijk compleet was in Rio, maakte moeder Leurink een ongelukkige val. Marije: “Mama brak haar bovenarm en moest in Rio geopereerd worden.” Wouter: “In een derdewereldland moesten we op zoek naar een goed ziekenhuis. Daar zagen we mama krijsen van de pijn, terwijl haar arm gezet werd. En ondertussen stond er iemand naast ons in het ziekenhuis die het verlies van zijn moeder nog niet eens kon verwerken omdat alles zo snel ging.” Laurien: “Jullie hebben de val van mama even geheim voor mij gehouden, ik moest me focussen op de Spelen. Ik speelde het toernooi van mijn leven, was aan het stralen, terwijl er veel ellende was. Achteraf denk ik dat ik het belangrijk is om in dit soort situaties meer begeleiding aan te bieden. Ik was 21 en werd geconfronteerd met veel emoties. Bewust keuzes maken kon ik op dat moment niet, ik zat in mijn toernooifocus. Er zat veel druk op de ketel, we móesten maar even goud winnen. Het werd uiteindelijk zilver. Een grote teleurstelling op dat moment, maar onbelangrijk vergeleken met wat er allemaal was gebeurd.” Apaat In aanloop naar de volgende Spelen in Tokio, niet vier maar vijf jaar later vanwege de coronapandemie, sloeg het noodlot weer toe. Toen bij zus Marije. In januari 2021 kreeg zij de diagnose darmkanker. Marije: “Ik had wat klachten die ik niet herkende. Ik liet me onderzoeken, maar dat werd onverwachts een heel traject. De uitslag hoorde ik aan met mijn ex- vriend. Ze hadden ook nog een uitzaaiing in mijn lies gevonden. Eind februari ben ik gestart met de behandeling. In de tussentijd kreeg ik ivf. Het was een grote achtbaan.” Tegelijkertijd lag ook nog de tweeling- broer van hun vader op sterven en be- haalde Laurien haar Master scriptie. Marije: “Mijn behandeling bestond uit bestralingen, een chemokuur en operatie.” Laurien: “Maar we hadden het vooruitzicht dat het goed zou komen. In juni heb ik tegen jou gezegd: nu moet ik me gaan focussen op de Spelen, ik kan me niet meer iedere dag zorgen maken om hoe jij je voelt. Ik stond iedere ochtend op met het idee: ik moet Marije appen, heeft ze wel goed geslapen? Ik voelde me schuldig als ik je een keer geen berichtje had gestuurd. Toen de Spelen dichterbij kwamen, moest ik mijn focus verleggen.” Wouter: “Jij had altijd een toernooibubbel, was dan onbereikbaar voor ons. Je werd een apaat voor wie alles om hockey draaide. Voor ons was dat soms lastig. Als we een vraag stelde via WhatsApp, kregen we geen antwoord.” Marije: “Ik begreep het wel, ik zat ook in mijn eigen bubbel. We hadden allebei onze eigen wedstrijd. We wisten ook al dat ik geopereerd zou worden als jij in Tokio zou zijn.” Een dag voor de eerste poulewedstrijd werd Marije geopereerd. Ze kreeg een stoma. Laurien: “Het was geen levensbedreigende operatie, wel een die jouw leven veranderende. Toen ik hoorde dat het goed was gegaan, voelde ik me weer oké. Met mijn kamergenootje Lauren Stam, een van mijn beste vriendinnen, kon ik het er goed over hebben in Tokio. Het hele team was er voor me, maar ik was er zelf niet heel open over. Ik wilde in Tokio zo graag die gouden medaille winnen. Dat dat lukte, was fantastisch.” Marije: “De finale keek ik samen met papa en mama. Jij belde op na afloop van de ceremonie. ‘Hij is zo mooi en zo zwaar.’ Vijf minuten voor het einde stonden wij in de woonkamer al te juichen en te huilen.” Wouter: “Het was de kroon op jouw werk. Wij waren zo trots op je.” Nemo Na de Spelen in Tokio kwam bondscoach Alyson Annan onder vuur te liggen. Diverse internationals hadden melding gemaakt van voor hen ongewenst gedrag en een angstcultuur binnen de nationale vrouwenploeg. Er werd gekozen om een nieuw traject in te slaan. Annan werd ontslagen. Laurien: “Ik stond achter het feit dat er wat veranderd moest worden, maar ik vind dat er veel fouten zijn gemaakt in dit proces. We zijn te veel gefocust geweest op het doel om goud te halen. Dat ging ten koste van andere dingen.” Onder interim-bondscoach Jamilon Mülders vond de hockeyploeg het plezier terug. In dat jaar werd Oranje in Spanje wereldkampioen. Lauriens tweede wereldtitel, na die in 2018. Laurien: “De aanloop naar het WK met het team was intens. Er waren veel gesprekken gevoerd. Op hockeygebied stonden we er minder goed voor dan normaal, hoewel Jamilon een heel goede coach voor ons was. Het leuke was dat veel vrienden, maar ook iedereen van m’n familie erbij was toen ik de wereldtitel won. Nadat we wonnen kwam bij mij de ontlading van het pittige jaar, zowel op hockeygebied als privé, naar boven.” Wouter kijkt naar Marije: “Het was ook spannend voor jou, jij ging weer op reis met een stoma.” Marije corrigeert: “Met Nemo. Ik moest het van Laurien een andere naam geven.” De WK-finale tegen Argentinië bleek meteen Lauriens laatste wedstrijd als international. Laurien: “Na het WK was ik nog niet klaar met het veranderingsproces wat er gaande was en ik was ook benieuwd naar de nieuwe bondscoach Paul van Ass. Ik heb wel uitgesproken dat ik nog niet met honderd procent zekerheid kon zeggen of ik door wilde gaan, maar ik wilde het wel een kans geven.” In december zou Laurien met de ploeg naar Argentinië gaan voor de Pro League. Laurien: “Dat was voor mij de test: kom ik huilend of stralend terug en wil ik dus door tot de Spelen van Parijs?” Het vliegtuig naar Argentinië heeft Laurien nooit gehaald. Bij een jaarlijkse controle in het ziekenhuis in de zomer bleek het foute boel bij haar zus. De kanker was op het eerste gezicht terug. Marije: “Laurien en ik waren samen thuis. Ik riep opgetogen tegen jou: hé, de uitslag is binnen, laten we alvast even online kijken. We lazen de uitslag en schrokken ons rot.” Laurien: “Plekken op de lever, plekken in het buikvlies, plekken op de longen... Het was medische taal, dus we snapten niet alles.” Marije: “Jij hebt de dokter van het Nederlands team gebeld, Wouter belde een oude vriendin die arts is. Ik keek voor mijn gevoel de dood aan en dacht: het is klaar, hier stopt mijn leven. Het was zomer, al mijn artsen waren op vakantie, eigenlijk kon ik pas twee weken later in het ziekenhuis terecht. Gelukkig gingen bij de verpleegkundig specialist aan de telefoon ook alle alarmbellen af. Ik werd de dag later besproken in een artsenoverleg gevolgd door een fysieke afspraak. In mijn buikvlies zagen ze wat zitten.” Laurien: “Ze zeiden: ‘Als dat kanker is wat we zien, dan is het een heel slecht scenario.’” Wouter: “Dan was het binnen twee maanden klaar geweest.” Het buikvlies bleek schoon, maar de lever en longen moesten nog onderzocht worden. Marije: “Na een mri-scan bleek ook mijn lever schoon. Ze wilden alleen een kijkoperatie doen om een van de plekjes op mijn longen te inspecteren.” Laurien: “Je vergeet een stap. Nadat ze zeiden dat je lever in orde was, zeiden ze tussen neus en lippen door: ‘Op je longen zitten ook plekjes. Als dat kanker is, dan is het ongeneeslijk.’ Wij keken die man aan, zeiden: wat bedoelt u? In augustus hadden ze nog gezegd: ‘Die longen komen op een later moment wel, die zijn minder urgent.’ Wouter: “Jouw longen hadden onderaan het lijstje gestaan, omdat het buikvlies zo urgent was." Laurien: “Als ik in Argentinië zou zitten met Oranje, zou Marije te horen krijgen of haar ziekte ongeneeslijk was of niet. Ik wilde bij mijn familie zijn als ze dat zou horen. Achteraf gezien nam ik daarmee ook afscheid van het Nederlands elftal.” Emotionele beestjes “De plekken op mijn longen waren inderdaad tumoren. Het zijn een soort kogeltjes, te veel plekjes om het nog te kunnen genezen. Ik zit midden in de behandeling, heb vorige week nog een chemokuur gehad,” zegt Marije. Laurien: “Het gekke is: jij merkt niks aan je lichaam en je ziet ook niks aan jou.” Marije: “Ik heb alleen last van de bijwerkingen van de chemotherapie. Gelukkig heb ik een milde variant waarbij mijn haar niet uitvalt.” Wouter: “Maar jouw handen zijn vuurrood, je hebt blaren op je voeten en je bent vermoeid.” Marije knikt: “Deze kuur kan oneindig gegeven worden, zolang het aanslaat. Om de drie maanden wordt er een scan gemaakt. De laatste was positief. Laurien: “Daar moeten we het dan mee doen.” Marije: “Jij zegt geregeld: ik hoop dat er een dag komt waarop ze zeggen: ‘Mevrouw Leurink, we hebben een fout gemaakt, er is niks aan de hand.’ Dat gaat helaas niet gebeuren. Laurien, Marije en Wouter zitten even zwijgend tegenover elkaar. Ze hebben geen moeite om het over Marijes ziekte te hebben, van hun emoties is weinig zichtbaar. Wouter: “Op de weg hiernaartoe heb ik goed gehuild, hoor, dan ben ik het weer even kwijt.” Marije: “Ik probeer het uit te zetten.” Laurien fel: “Dat is niet waar. Jij doet naar de buitenwereld alsof het allemaal prima is, maar dat is het niet. Jij bent boos.” Marije knikt: “Dat klopt. Ik ben boos op de wereld. Eerst had ik een soort overlevingsmechanisme, nu ben ik in de fase van boosheid aangekomen. Om heel kleine dingen kan ik ontzettend boos worden. Ik deel mijn gevoelens met een psycholoog, nu al bijna twee jaar. Dat is mijn uitlaatklep. Wij zijn allemaal een beetje hetzelfde. Een beetje van: keep up the good spirit.” Wouter: “Ik praat ook met een psycholoog om het een plek te geven. Het is zo’n gek besef dat iemand zo jong is en stervende. We zitten ook nog in een fase waarin veel mensen om ons heen trouwen en kinderen krijgen. Bij alles wat er gebeurt, denk ik: zij wel, Marije niet.” Laurien: “Jij had ook een relatie, maar dat is uitgegaan na jouw eerste ziekteperiode. Vind nu nog maar eens een partner als je zegt: ‘Ik heb een stoma en ga dood, maar ben wel op zoek naar liefde.’ Hoe dan?” Lachend: “Maar er is altijd wel een gek te vinden, hoor.” Laurien vervolgt: “Wij zijn met de familie heel goed in het bespreken van de praktische zaken, maar kunnen nog niet goed ons hart openen bij elkaar.” Wouter: “Voor de buitenwereld zijn wij nuchtere mensen, maar van binnen zijn wij gigantisch emotionele beestjes.” Hij kijkt Laurien aan: “Jij hebt ook heel lang een ontkenningsfase gehad, geloofde dat er methodes moesten zijn waarmee Marije kon genezen.” Laurien knikt: “Het blijft vreemd dat je op het oog gezond bent en toch doodgaat. Als ik nu vertel aan vriendinnen dat de chemo is aangeslagen en zij antwoorden ‘wat fijn’, dan denk ik: ik weet het niet. Ik heb er geen gevoel bij, voel me leeg.” Marije: “Als ik alleen ben, ga ik nadenken. Wat ga ik met mijn spullen doen? Welke muziek wil ik op mijn afscheid?” Laurien: “Zover zijn we nog lang niet.” Marije: “Ik heb al gesprekken gehad met papa en mama. Er gaat een moment komen dat ik niet meer voor mezelf kan zorgen. Ik weet dat ik uiteindelijk bij hen ga eindigen. De artsen hebben een tijd uitgesproken, maar die deel ik liever niet. De geneeskunde gaat snel. Wie weet wat er nog kan gebeuren.” Laurien: “Iedere behandeling die nu loopt, is alleen gericht op levensverlenging. Maar elk sprankje hoop grijpen we aan.” Bucketlist Een zogenaamde bucketlist heeft Marije niet. Marije: “Ik ben niet zo’n dromer. Ik wil ook niet het gevoel hebben dat ik een laatste reis maak. Ik wil niet ontslag nemen of ineens mijn huur opzeggen. Het gelukkigst word ik van de dagelijkse dingen. Ik werk nog steeds 24 uur per week, bij een planningsbureau. Mijn omgeving is ook aan het werk. Als ik gesprekken heb met vrienden, wil ik ook wat te vertellen hebben. En ik ben een familiemens, vond het altijd al fijn om bij elkaar te zijn, dat vind ik nu nog meer. Deze fotoshoot doen met elkaar vind ik bijzonder.” Wouter: “Ik vond dat jij een bucketlist moest maken. Jij mag denken: fuck de wereld, ik laat alles om me heen vallen. Tot ik besefte dat het jouw leven is en jij moet bepalen waar je nog gelukkig van wordt.” Laurien: “Wij zijn meer van: actie in de taxi, als je die reis wil maken, doe dat dan. We proberen jou dat mee te geven, maar hebben het er nog te weinig over. We steken onze kop nog in het zand, zijn nog te veel struisvogels.” Marije: “Ik wil me niet aan mensen opdringen, want ik ben alleen. Jullie willen me uit mijn comfortzone trekken, maar ik blijf soms liever in mijn coconnetje zitten.” Ondertussen staat er wel een aantal rei-zen op het programma. Marije: “We gaan met de familie naar Lapland, dat was een grote wens van mij, en ik wil naar New York. En over twee jaar ga ik terug naar Kenia, waar ik in januari twee weken vrijwilligerswerk heb gedaan. Ik ga ervanuit dat ik dat haal.” En in december trouwt Laurien met Robbert van de Peppel, voormalig hockeyer en tegenwoordig coach van Hurley dames 1. Marije en Wouter zijn haar getuigen. Laurien: “Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen.” Marije: “Ik kan geen kinderen meer krijgen. Robbert vroeg aan mij: ‘Wat zou je nog echt willen?’ Ik zei: ik wil graag tante worden.” Laurien: “Sinds jouw ziekte denken we allemaal meer na over het leven. Ik heb in ieder geval geen moment gedacht: ik mis het Nederlands elftal.” Laurien ‘Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen’ Laurien is sinds kort gestart met een management traineeship bij Ormit, na het behalen van twee masters in arbeids- en organisatiepsychologie en Business Administration en is gestart met een opdracht bij Rabobank. Laurien: “Ik wil nu een normaal leven leiden. Ik werk vijf dagen in de week. In de weekenden doe ik iets leuks. Heerlijk.” Met haar club SCHC bereikte Laurien dit jaar nog de finale van de play-offs, die ze verloor van Amsterdam. Nog één seizoen wil Laurien door, daarna stopt ze definitief. Laurien: “Hopelijk neem ik afscheid met de landstitel.” Marije benadrukt dat ziekte de familie heeft veranderd. “Ik vind dat we veel hechter zijn geworden.” Laurien: “Ons contact is intensiever geworden. Er gaat geen dag voorbij dat ik jou niet spreek. Ik sta nog steeds op met de gedachte: hoe gaat het met Marije? Maar niet op een ongezonde manier. Met papa en mama bel ik ook een paar keer per week.” Marije: “Papa en mama genieten veel meer van de momenten waarop we allemaal bij elkaar zijn. We leven meer bewust.” Ook hebben Wouter, Marije en Laurien hun band vereeuwigd op hun lichaam. Wouter stroopt zijn mauw open laat een tatoeage zijn. Wouter: “Deze hebben we met zijn drieen laten zetten, een hartslag.” Laurien: “Onze beginletters zijn erin verwerkt, de W, M en L.” Marije: “En ik heb laatst een keer impulsief Carpe Diem laten zetten. Je moet iets negatiefs aan iets positiefs koppelen. Het was de dag van een van de uitslagen. En het is niet dat dat nu ineens mijn lijf- spreuk is, maar het is goed dat ik elke dag herinnerd word aan het feit dat ik de dag moet plukken. Dat probeer ik anderen ook mee te geven.” Helden Magazine editie 68 Het verhaal van Laurien Leurink komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Een onverwachts overleden schoonmoeder. Een overleden oom. Een ongeneeslijk zieke zus. Terwijl hockeyster Laurien Leurink met het Nederlands team alles won wat er te winnen viel, waaronder twee wereldtitels en olympisch goud, kreeg ze op privégebied veel te verduren. We brachten Laurien, inmiddels ex-international, haar zus Marije, in behandeling voor uitgezaaide darmkanker, en broer Wouter samen in hun geboortedorp Bunnik. We ontmoeten Laurien Leurink (28), haar zus Marije (30) en broer Wouter (33) in eetcafé ’t Wapen van Bunnik, een paar straten bij hun ouderlijk huis vandaan. Laurien maakte afgelopen maart bekend te stoppen als hockeyinternational. Ze vertelt: “Het leven is belangrijker dan hockey. We worden geboren en gaan dood. De een gaat op zijn negentigste, de ander veel eerder. Dat is heel cru, maar het is de realiteit. Toen ik dat besef kreeg, wilde ik me losrukken van de bekrompenheid van de sport. Als ik een keer slecht speelde, kreeg ik te horen: ‘Zo hé, die is uit vorm.’ De persoon die dat roept, heeft geen idee wat er zich op dat moment afspeelt in iemands leven. Dan praat je wel anders, vriend, dacht ik altijd. Ik was klaar met die bekrompenheid. Maar Marijes ziekte gaf het extra zetje.” Bittergarnituur Laurien, Marije en Wouter komen uit een hecht gezin. Wouter: “De laatste tien jaar voel ik me meer de grote broer die zijn zusjes moet beschermen. Lachend: “Vroeger waren jullie gewoon mijn irritante zusjes.” Laurien kijkt naar Marije: “Op jonge leeftijd deden wij alles samen, speelden met barbies en deelden een slaapkamer. Later merkte ik dat Wouter en ik meer op dezelfde manier in het leven stonden. We wisten allebei wat we wilden en deden dat. Jij was wat meer op zoek.” Marije: “Jullie deden allebei gymnasium, ik was een vmbo’er. Mijn brein werkt anders, gaat langzamer. Ik keek tegen jullie op.” Wouter: “Jij bent weer slim op andere manieren, hebt een heel hoog EQ.” De drie groeiden op in Bunnik. De basisschool lag een straat achter hun huis, hockeyclub Kampong was een kwartiertje fietsen. Daar spendeerde de familie de meeste tijd. Wouter: “Hockey werd ons met de paplepel ingegoten. We gingen met papa mee naar zijn oude mannengroep. Mama hockeyde ook nog.” Laurien: “Wij stonden met een mini-hockeystick in ons hand langs het veld te kijken.” Wouter: “Na afloop snoepten we van de bittergarnituur. Later speelden we alle drie in de eerste elftallen. Laurien en Marije konden trouwens ook goed turnen.” Marije: “Ik heb nog wedstrijden geturnd. Jij hikte daar ook tegenaan. We zaten ook nog op tennis. We moesten op een gegeven moment kiezen.” Laurien, lachend: “Jammer dat jullie mijn blokfluit vergeten. Ik was daar echt goed in.” Wouter: “Papa was in die tijd veel weg voor werk, was geregeld van maandag tot en met vrijdag in het buitenland. Mama kon ons niet in haar eentje overal naartoe brengen.” Laurien bleek het meeste hockeytalent te hebben van de drie. Op jonge leeftijd werd zij doorgeschoven naar een ouder team, dat van haar zus Marije. Laurien: “Met papa en mama hebben we besproken of we dat moesten doen. Het was voor jou best ingewikkeld dat je jongere zusje ineens in je team terechtkwam.” Marije: “In het begin vond ik het vreselijk. Ik weet nog dat jij ineens naar de kant liep en riep: ‘Ik wil niet meer met Marije hockeyen.’ Onze coach riep boos: ‘Jij gaat nu terug dat veld in.’” Laurien: “Wij zijn alle drie een beetje luie hockeyers. Ik irriteerde me op dat moment aan jou, was in die tijd een vreselijke puber.” Marije: “We hebben veel ruzie gehad. Dan reden we na een training op de scooter naar huis en schreeuwden we tegen elkaar tot huilen aan toe. Dan kwamen we thuis en vroegen papa en mama: ‘Hoe was het?’ Met rode ogen van het huilen zeiden we: ‘Hartstikke leuk!’” Laurien: “Omdat ik doorgeschoven werd naar een ouder elftal, ging ik met oudere mensen om. Ik ben de jongste, zag aan jullie al wat de wereld me te bieden had. Ik wilde alles meepakken, met iedereen meedoen en cool zijn. Jij keek mij geregeld aan en dacht: wat ben je in hemelsnaam aan het doen? Jij had die behoefte helemaal niet.” Marije: “Later werd het ook leuk. We stonden samen in de as. Ik centraal achterin, jij voor mij op het middenveld. We voelden elkaar naadloos aan op het veld.” Langzaam sloeg het pubergedrag van Laurien om. Laurien, lachend: “Maar dat gebeurde heel laat, hoor. Ik heb nooit die droom gehad om in het Nederlands team terecht te komen. Het kwam een beetje aangewaaid bij mij, ik ben echt een zondagskind. Ik heb er heus wel veel voor moeten doen, maar als ik de top niet had gehaald, had ik het ook prima gevonden.” Wouter: “Je bedankte zelfs voor Oranje in 2013, toen Max Caldas nog bondscoach was. Jij wilde lid worden van het studentencorps in Utrecht.” Laurien, lachend: “Max Caldas belde toen ik met bier in mijn handen bezig was met het vormen van een jaarclub. Eerst dacht ik nog: wat gaaf, het Nederlands elftal. Maar vlak daarna: wat vreselijk, dat wil ik helemaal niet.” Als zaalinternational won Laurien het EK van 2014 en het WK van 2015. In dat jaar zette ze de knop om, mede vanwege toenmalig bondscoach Alyson Annan. Laurien: “Alyson was in die jaren mijn coach bij Jong Oranje. In de zomer van 2015 hoorden we dat zij Max Caldas zou opvolgen als bondscoach. Ik zei tegen haar: ik wil er nu wel voor gaan. Zij heeft mij bij het Nederlands team gehaald. Vanaf dat moment ben ik meer voor het hockey gaan leven. Tot die tijd was ik altijd in mijn hoofd het rebelse hockeymeisje. Ik leefde totaal niet voor mijn sport. Voor een trainingskamp van Jong Oranje in Zuid-Afrika had ik zelfs dronken mijn enkelbanden gescheurd.” Marije en Wouter volgden hun eigen weg. Marije: “Ik had die ambities om het Nederlands elftal te halen niet. Ik keek wel met veel respect naar jou en was ook supertrots. Petje af voor wat je gedaan hebt. En op jouw manier.” Wouter: “Ik wilde het wel graag, maar in mijn puberteit was ik me aan het afzetten tegen thuis. Ik wilde vrijheid, geen regels, en ging een jaar naar Australië na mijn middelbareschooltijd. Toen ik terugkwam, heb ik een aantal jaar op hoog niveau gespeeld, daarna kwam het studentenleven om de hoek.” Marije: “Ik ben in Groningen de sportdocentenopleiding ALO gaan doen. Hockey kwam op een lager pitje. Ik ben in een vriendenteam terechtgekomen, woon nu in Arnhem en hockey nog steeds, maar zonder de verplichting dat ik er altijd moet zijn. Dat gaat nu niet meer.” Val Als broekie mocht Laurien in 2016 mee naar de Olympische Spelen in Rio. Wouter: “Het was een beloning voor wat je in het zaalhockey had laten zien. Wij dachten dat je geen schijn van kans had de olympische selectie te halen, maar je dwong het toch af.” Laurien: “Met acht interlands op mijn naam ging ik naar Rio. Maar er heerst een soort vloek op de Spelen bij onze familie. We hadden iedere keer ongeluk op privégebied.” Toen Laurien met de Nederlandse se- lectie in Rio zat, overleed in Nederland heel onverwachts haar schoonmoeder. En toen de familie uiteindelijk compleet was in Rio, maakte moeder Leurink een ongelukkige val. Marije: “Mama brak haar bovenarm en moest in Rio geopereerd worden.” Wouter: “In een derdewereldland moesten we op zoek naar een goed ziekenhuis. Daar zagen we mama krijsen van de pijn, terwijl haar arm gezet werd. En ondertussen stond er iemand naast ons in het ziekenhuis die het verlies van zijn moeder nog niet eens kon verwerken omdat alles zo snel ging.” Laurien: “Jullie hebben de val van mama even geheim voor mij gehouden, ik moest me focussen op de Spelen. Ik speelde het toernooi van mijn leven, was aan het stralen, terwijl er veel ellende was. Achteraf denk ik dat ik het belangrijk is om in dit soort situaties meer begeleiding aan te bieden. Ik was 21 en werd geconfronteerd met veel emoties. Bewust keuzes maken kon ik op dat moment niet, ik zat in mijn toernooifocus. Er zat veel druk op de ketel, we móesten maar even goud winnen. Het werd uiteindelijk zilver. Een grote teleurstelling op dat moment, maar onbelangrijk vergeleken met wat er allemaal was gebeurd.” Apaat In aanloop naar de volgende Spelen in Tokio, niet vier maar vijf jaar later vanwege de coronapandemie, sloeg het noodlot weer toe. Toen bij zus Marije. In januari 2021 kreeg zij de diagnose darmkanker. Marije: “Ik had wat klachten die ik niet herkende. Ik liet me onderzoeken, maar dat werd onverwachts een heel traject. De uitslag hoorde ik aan met mijn ex- vriend. Ze hadden ook nog een uitzaaiing in mijn lies gevonden. Eind februari ben ik gestart met de behandeling. In de tussentijd kreeg ik ivf. Het was een grote achtbaan.” Tegelijkertijd lag ook nog de tweeling- broer van hun vader op sterven en be- haalde Laurien haar Master scriptie. Marije: “Mijn behandeling bestond uit bestralingen, een chemokuur en operatie.” Laurien: “Maar we hadden het vooruitzicht dat het goed zou komen. In juni heb ik tegen jou gezegd: nu moet ik me gaan focussen op de Spelen, ik kan me niet meer iedere dag zorgen maken om hoe jij je voelt. Ik stond iedere ochtend op met het idee: ik moet Marije appen, heeft ze wel goed geslapen? Ik voelde me schuldig als ik je een keer geen berichtje had gestuurd. Toen de Spelen dichterbij kwamen, moest ik mijn focus verleggen.” Wouter: “Jij had altijd een toernooibubbel, was dan onbereikbaar voor ons. Je werd een apaat voor wie alles om hockey draaide. Voor ons was dat soms lastig. Als we een vraag stelde via WhatsApp, kregen we geen antwoord.” Marije: “Ik begreep het wel, ik zat ook in mijn eigen bubbel. We hadden allebei onze eigen wedstrijd. We wisten ook al dat ik geopereerd zou worden als jij in Tokio zou zijn.” Een dag voor de eerste poulewedstrijd werd Marije geopereerd. Ze kreeg een stoma. Laurien: “Het was geen levensbedreigende operatie, wel een die jouw leven veranderende. Toen ik hoorde dat het goed was gegaan, voelde ik me weer oké. Met mijn kamergenootje Lauren Stam, een van mijn beste vriendinnen, kon ik het er goed over hebben in Tokio. Het hele team was er voor me, maar ik was er zelf niet heel open over. Ik wilde in Tokio zo graag die gouden medaille winnen. Dat dat lukte, was fantastisch.” Marije: “De finale keek ik samen met papa en mama. Jij belde op na afloop van de ceremonie. ‘Hij is zo mooi en zo zwaar.’ Vijf minuten voor het einde stonden wij in de woonkamer al te juichen en te huilen.” Wouter: “Het was de kroon op jouw werk. Wij waren zo trots op je.” Nemo Na de Spelen in Tokio kwam bondscoach Alyson Annan onder vuur te liggen. Diverse internationals hadden melding gemaakt van voor hen ongewenst gedrag en een angstcultuur binnen de nationale vrouwenploeg. Er werd gekozen om een nieuw traject in te slaan. Annan werd ontslagen. Laurien: “Ik stond achter het feit dat er wat veranderd moest worden, maar ik vind dat er veel fouten zijn gemaakt in dit proces. We zijn te veel gefocust geweest op het doel om goud te halen. Dat ging ten koste van andere dingen.” Onder interim-bondscoach Jamilon Mülders vond de hockeyploeg het plezier terug. In dat jaar werd Oranje in Spanje wereldkampioen. Lauriens tweede wereldtitel, na die in 2018. Laurien: “De aanloop naar het WK met het team was intens. Er waren veel gesprekken gevoerd. Op hockeygebied stonden we er minder goed voor dan normaal, hoewel Jamilon een heel goede coach voor ons was. Het leuke was dat veel vrienden, maar ook iedereen van m’n familie erbij was toen ik de wereldtitel won. Nadat we wonnen kwam bij mij de ontlading van het pittige jaar, zowel op hockeygebied als privé, naar boven.” Wouter kijkt naar Marije: “Het was ook spannend voor jou, jij ging weer op reis met een stoma.” Marije corrigeert: “Met Nemo. Ik moest het van Laurien een andere naam geven.” De WK-finale tegen Argentinië bleek meteen Lauriens laatste wedstrijd als international. Laurien: “Na het WK was ik nog niet klaar met het veranderingsproces wat er gaande was en ik was ook benieuwd naar de nieuwe bondscoach Paul van Ass. Ik heb wel uitgesproken dat ik nog niet met honderd procent zekerheid kon zeggen of ik door wilde gaan, maar ik wilde het wel een kans geven.” In december zou Laurien met de ploeg naar Argentinië gaan voor de Pro League. Laurien: “Dat was voor mij de test: kom ik huilend of stralend terug en wil ik dus door tot de Spelen van Parijs?” Het vliegtuig naar Argentinië heeft Laurien nooit gehaald. Bij een jaarlijkse controle in het ziekenhuis in de zomer bleek het foute boel bij haar zus. De kanker was op het eerste gezicht terug. Marije: “Laurien en ik waren samen thuis. Ik riep opgetogen tegen jou: hé, de uitslag is binnen, laten we alvast even online kijken. We lazen de uitslag en schrokken ons rot.” Laurien: “Plekken op de lever, plekken in het buikvlies, plekken op de longen... Het was medische taal, dus we snapten niet alles.” Marije: “Jij hebt de dokter van het Nederlands team gebeld, Wouter belde een oude vriendin die arts is. Ik keek voor mijn gevoel de dood aan en dacht: het is klaar, hier stopt mijn leven. Het was zomer, al mijn artsen waren op vakantie, eigenlijk kon ik pas twee weken later in het ziekenhuis terecht. Gelukkig gingen bij de verpleegkundig specialist aan de telefoon ook alle alarmbellen af. Ik werd de dag later besproken in een artsenoverleg gevolgd door een fysieke afspraak. In mijn buikvlies zagen ze wat zitten.” Laurien: “Ze zeiden: ‘Als dat kanker is wat we zien, dan is het een heel slecht scenario.’” Wouter: “Dan was het binnen twee maanden klaar geweest.” Het buikvlies bleek schoon, maar de lever en longen moesten nog onderzocht worden. Marije: “Na een mri-scan bleek ook mijn lever schoon. Ze wilden alleen een kijkoperatie doen om een van de plekjes op mijn longen te inspecteren.” Laurien: “Je vergeet een stap. Nadat ze zeiden dat je lever in orde was, zeiden ze tussen neus en lippen door: ‘Op je longen zitten ook plekjes. Als dat kanker is, dan is het ongeneeslijk.’ Wij keken die man aan, zeiden: wat bedoelt u? In augustus hadden ze nog gezegd: ‘Die longen komen op een later moment wel, die zijn minder urgent.’ Wouter: “Jouw longen hadden onderaan het lijstje gestaan, omdat het buikvlies zo urgent was." Laurien: “Als ik in Argentinië zou zitten met Oranje, zou Marije te horen krijgen of haar ziekte ongeneeslijk was of niet. Ik wilde bij mijn familie zijn als ze dat zou horen. Achteraf gezien nam ik daarmee ook afscheid van het Nederlands elftal.” Emotionele beestjes “De plekken op mijn longen waren inderdaad tumoren. Het zijn een soort kogeltjes, te veel plekjes om het nog te kunnen genezen. Ik zit midden in de behandeling, heb vorige week nog een chemokuur gehad,” zegt Marije. Laurien: “Het gekke is: jij merkt niks aan je lichaam en je ziet ook niks aan jou.” Marije: “Ik heb alleen last van de bijwerkingen van de chemotherapie. Gelukkig heb ik een milde variant waarbij mijn haar niet uitvalt.” Wouter: “Maar jouw handen zijn vuurrood, je hebt blaren op je voeten en je bent vermoeid.” Marije knikt: “Deze kuur kan oneindig gegeven worden, zolang het aanslaat. Om de drie maanden wordt er een scan gemaakt. De laatste was positief. Laurien: “Daar moeten we het dan mee doen.” Marije: “Jij zegt geregeld: ik hoop dat er een dag komt waarop ze zeggen: ‘Mevrouw Leurink, we hebben een fout gemaakt, er is niks aan de hand.’ Dat gaat helaas niet gebeuren. Laurien, Marije en Wouter zitten even zwijgend tegenover elkaar. Ze hebben geen moeite om het over Marijes ziekte te hebben, van hun emoties is weinig zichtbaar. Wouter: “Op de weg hiernaartoe heb ik goed gehuild, hoor, dan ben ik het weer even kwijt.” Marije: “Ik probeer het uit te zetten.” Laurien fel: “Dat is niet waar. Jij doet naar de buitenwereld alsof het allemaal prima is, maar dat is het niet. Jij bent boos.” Marije knikt: “Dat klopt. Ik ben boos op de wereld. Eerst had ik een soort overlevingsmechanisme, nu ben ik in de fase van boosheid aangekomen. Om heel kleine dingen kan ik ontzettend boos worden. Ik deel mijn gevoelens met een psycholoog, nu al bijna twee jaar. Dat is mijn uitlaatklep. Wij zijn allemaal een beetje hetzelfde. Een beetje van: keep up the good spirit.” Wouter: “Ik praat ook met een psycholoog om het een plek te geven. Het is zo’n gek besef dat iemand zo jong is en stervende. We zitten ook nog in een fase waarin veel mensen om ons heen trouwen en kinderen krijgen. Bij alles wat er gebeurt, denk ik: zij wel, Marije niet.” Laurien: “Jij had ook een relatie, maar dat is uitgegaan na jouw eerste ziekteperiode. Vind nu nog maar eens een partner als je zegt: ‘Ik heb een stoma en ga dood, maar ben wel op zoek naar liefde.’ Hoe dan?” Lachend: “Maar er is altijd wel een gek te vinden, hoor.” Laurien vervolgt: “Wij zijn met de familie heel goed in het bespreken van de praktische zaken, maar kunnen nog niet goed ons hart openen bij elkaar.” Wouter: “Voor de buitenwereld zijn wij nuchtere mensen, maar van binnen zijn wij gigantisch emotionele beestjes.” Hij kijkt Laurien aan: “Jij hebt ook heel lang een ontkenningsfase gehad, geloofde dat er methodes moesten zijn waarmee Marije kon genezen.” Laurien knikt: “Het blijft vreemd dat je op het oog gezond bent en toch doodgaat. Als ik nu vertel aan vriendinnen dat de chemo is aangeslagen en zij antwoorden ‘wat fijn’, dan denk ik: ik weet het niet. Ik heb er geen gevoel bij, voel me leeg.” Marije: “Als ik alleen ben, ga ik nadenken. Wat ga ik met mijn spullen doen? Welke muziek wil ik op mijn afscheid?” Laurien: “Zover zijn we nog lang niet.” Marije: “Ik heb al gesprekken gehad met papa en mama. Er gaat een moment komen dat ik niet meer voor mezelf kan zorgen. Ik weet dat ik uiteindelijk bij hen ga eindigen. De artsen hebben een tijd uitgesproken, maar die deel ik liever niet. De geneeskunde gaat snel. Wie weet wat er nog kan gebeuren.” Laurien: “Iedere behandeling die nu loopt, is alleen gericht op levensverlenging. Maar elk sprankje hoop grijpen we aan.” Bucketlist Een zogenaamde bucketlist heeft Marije niet. Marije: “Ik ben niet zo’n dromer. Ik wil ook niet het gevoel hebben dat ik een laatste reis maak. Ik wil niet ontslag nemen of ineens mijn huur opzeggen. Het gelukkigst word ik van de dagelijkse dingen. Ik werk nog steeds 24 uur per week, bij een planningsbureau. Mijn omgeving is ook aan het werk. Als ik gesprekken heb met vrienden, wil ik ook wat te vertellen hebben. En ik ben een familiemens, vond het altijd al fijn om bij elkaar te zijn, dat vind ik nu nog meer. Deze fotoshoot doen met elkaar vind ik bijzonder.” Wouter: “Ik vond dat jij een bucketlist moest maken. Jij mag denken: fuck de wereld, ik laat alles om me heen vallen. Tot ik besefte dat het jouw leven is en jij moet bepalen waar je nog gelukkig van wordt.” Laurien: “Wij zijn meer van: actie in de taxi, als je die reis wil maken, doe dat dan. We proberen jou dat mee te geven, maar hebben het er nog te weinig over. We steken onze kop nog in het zand, zijn nog te veel struisvogels.” Marije: “Ik wil me niet aan mensen opdringen, want ik ben alleen. Jullie willen me uit mijn comfortzone trekken, maar ik blijf soms liever in mijn coconnetje zitten.” Ondertussen staat er wel een aantal rei-zen op het programma. Marije: “We gaan met de familie naar Lapland, dat was een grote wens van mij, en ik wil naar New York. En over twee jaar ga ik terug naar Kenia, waar ik in januari twee weken vrijwilligerswerk heb gedaan. Ik ga ervanuit dat ik dat haal.” En in december trouwt Laurien met Robbert van de Peppel, voormalig hockeyer en tegenwoordig coach van Hurley dames 1. Marije en Wouter zijn haar getuigen. Laurien: “Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen.” Marije: “Ik kan geen kinderen meer krijgen. Robbert vroeg aan mij: ‘Wat zou je nog echt willen?’ Ik zei: ik wil graag tante worden.” Laurien: “Sinds jouw ziekte denken we allemaal meer na over het leven. Ik heb in ieder geval geen moment gedacht: ik mis het Nederlands elftal.” Laurien ‘Door jouw situatie wil ik misschien wel eerder aan kinderen beginnen. Dan kun je in ieder geval nog een neefje of nichtje leren kennen’ Laurien is sinds kort gestart met een management traineeship bij Ormit, na het behalen van twee masters in arbeids- en organisatiepsychologie en Business Administration en is gestart met een opdracht bij Rabobank. Laurien: “Ik wil nu een normaal leven leiden. Ik werk vijf dagen in de week. In de weekenden doe ik iets leuks. Heerlijk.” Met haar club SCHC bereikte Laurien dit jaar nog de finale van de play-offs, die ze verloor van Amsterdam. Nog één seizoen wil Laurien door, daarna stopt ze definitief. Laurien: “Hopelijk neem ik afscheid met de landstitel.” Marije benadrukt dat ziekte de familie heeft veranderd. “Ik vind dat we veel hechter zijn geworden.” Laurien: “Ons contact is intensiever geworden. Er gaat geen dag voorbij dat ik jou niet spreek. Ik sta nog steeds op met de gedachte: hoe gaat het met Marije? Maar niet op een ongezonde manier. Met papa en mama bel ik ook een paar keer per week.” Marije: “Papa en mama genieten veel meer van de momenten waarop we allemaal bij elkaar zijn. We leven meer bewust.” Ook hebben Wouter, Marije en Laurien hun band vereeuwigd op hun lichaam. Wouter stroopt zijn mauw open laat een tatoeage zijn. Wouter: “Deze hebben we met zijn drieen laten zetten, een hartslag.” Laurien: “Onze beginletters zijn erin verwerkt, de W, M en L.” Marije: “En ik heb laatst een keer impulsief Carpe Diem laten zetten. Je moet iets negatiefs aan iets positiefs koppelen. Het was de dag van een van de uitslagen. En het is niet dat dat nu ineens mijn lijf- spreuk is, maar het is goed dat ik elke dag herinnerd word aan het feit dat ik de dag moet plukken. Dat probeer ik anderen ook mee te geven.” Helden Magazine editie 68 Het verhaal van Laurien Leurink komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Volleybal

Laura Dijkema & Nika Daalderop: ‘Globetrotters’

Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Hockey

Sanne Koolen & Pien Sanders: ‘Wij zijn gek op alles dat blinkt’

Sanne Koolen (27) en Pien Sanders (24) zijn al jarenlang ploeggenoten bij Den Bosch en het Nederlands team. En met succes. Ze wonnen allebei alles wat er te willen valt. Daarnaast zijn ze vriendinnen. We legden hen zeven stellingen voor in aanloop naar het EK hockey in Mönchengladbach (18-27 augustus). Een gesprek over de liefde, geld, het topsportklimaat bij Oranje, een stijltang, geurtjes en samen dromen. Wij lijken zoveel op elkaar, zouden wel zussen kunnen zijn Pien: “Wat karakter, interesses en kledingstijl betreft, hadden we zeker zussen kunnen zijn. Over veel dingen denken we hetzelfde.” Vertellen jullie elkaar alles? Sanne: “We zien elkaar bijna elke dag, daarnaast appen we elkaar vaak. Ik heb in elk geval geen geheimen voor jou.” Pien: “Jij weet ook alles van mij. We zijn al een jaar of acht ploeggenoten bij Den Bosch. De eerste jaren konden we het ook al goed met elkaar vinden, maar sinds een jaar of vier zijn we echt Jut & Jul.” Sanne: “Er is een leeftijdsverschil van twee jaar, jij kwam er later bij.” Pien, lachend: “Volgens mij raakten we voor het eerst echt met elkaar in gesprek over parfum.” Sanne: “Daarna kwamen we zo’n beetje gelijktijdig bij het Nederlands team. Dan zoek je toch snel iemand op die er ook nieuw bij is en met wie je het goed kunt vinden.” Beschrijven jullie elkaar eens. Pien: “Nou, Sun, zoals ik Sanne altijd noem, is heel erg lief. Ze gunt iedereen de wereld. Ze heeft ook altijd een mooie mening over dingen en mensen en die blijken ook nog eens altijd heel erg te kloppen. Verder heeft Sun heel erg last van FOMO, fear of missing out, wil graag overal bij zijn. En ze is altijd gezellig. Als je iets leuks wil doen, moet je Sun bellen.” Sanne: “Wat jij over mij zegt, zou ik ook over jou kunnen zeggen. Lief, heel erg eerlijk – wat ik enorm aan je waardeer –, supergezellig en ontzettend grappig. Jij bent erg zorgzaam, als iemand ergens mee zit, kan hij of zij altijd naar Pien toe komen.” Jullie zijn allebei verdedigers. Lijken jullie als hockeysters ook op elkaar? Pien: “Sun is echt de beste een-op-een- verdediger van de hockeywereld. Zij pakt gewoon alle ballen af. Ik ben wat meer een spring-in-’t-veld, doe nog weleens wat rare dingen.” Sanne: “Ik ben meer een pure verdediger, jij brengt ook aanvallend veel, bent supersnel. En je vliegt overal in, gaat voorop in de strijd en neemt iedereen daarin mee.” Pien, jij miste in 2018 het WK door een hersenschudding. Sanne, jij mocht in plaats van Pien mee naar datzelfde WK. Zijn jullie ook concurrenten van elkaar? Sanne: “Dat is wel voorgekomen. Bij Den Bosch was het duidelijk, stonden we allebei in het veld. Maar bij het Nederlands team was er meer concurrentie en waren we allebei verdediger. We gingen daar allebei heel chill mee om. Na dat WK van 2018 zijn we nog samen op vakantie gegaan. Nu zijn we op een punt dat we allebei bij het Nederlands team... Ik wil niet zeggen dat we zeker zijn van onze plek, maar we zitten er allebei nu al wel een tijdje bij.” Sanne knikt: “Een echte concurrentiestrijd is er nu niet tussen ons.” Move over Lidewij Welten en Eva Drummond-De Goede; nu is het onze beurt om Oranje bij de hand te nemen Pien: “Zo sta ik er niet in, hoor. Ik hou wel een beetje van hiërarchie binnen een team. En ik vind het ook heel fijn om mensen met veel ervaring in de ploeg te hebben, speel graag onder hun vleugels.” Welten en De Goede zijn de succesvolste Nederlandse hockeysters ooit. Wat hebben jullie van hen geleerd? Sanne: “Met Lidewij hebben we heel lang bij Den Bosch gespeeld. Als je wil winnen, dan zet je Lidewij erin. Zij staat op alle belangrijke momenten ‘aan’. Wij hebben heel veel van haar geleerd. En ook van Margot van Geffen, die net als Lidewij vorige zomer vertrok bij Den Bosch. Maar ook zeker van Eva, met wie we bij het Nederlands team veel op het veld hebben gestaan.” Schrokken jullie toen bondscoach Paul van Ass besloot Eva niet op te roepen in aanloop naar het EK? Sanne: “We hebben lang met Eva op het veld gestaan en afgelopen zomer hebben we nog de wereldtitel met haar gewonnen. Daarna laste zij even een pauze in, maar ik had wel verwacht dat zij weer opgeroepen zou worden toen ze aangaf dat ze weer beschikbaar was. Wat er precies is besproken tussen Eva en Paul weet ik niet, en het is uiteindelijk aan Paul om de keuze te maken” Geven jullie als spelersgroep aan bij de bondscoach wat jullie van zo’n beslissing vinden? Pien: “Uiteindelijk maakt de bondscoach natuurlijk de call en daar heb je het eigenlijk maar mee te doen. Dan kan je Eva een hart onder de riem steken en zeggen dat je voor haar baalt, want dat doe ik ook oprecht, maar meer kunnen we niet echt doen.” Voelen jullie de verantwoordelijkheid om het team straks bij de hand te gaan nemen? Pien: “Bij Den Bosch hebben we afgelopen seizoen al een mooi voorproefje gehad. Een aantal oudere speelsters stopte of vertrok en wij moesten opstaan. Bij het Nederlands team moeten we er bij stilstaan dat wij na de Spelen de kar meer moeten gaan trekken.” Wat de liefde betreft, kijken wij niet verder dan het hockeyveld Pien: “Nou, dat is bij ons allebei wel waar, hè.” Jullie hebben allebei een relatie met een hockey-international. Pien, hoe is de vlam overgeslagen met Thijs van Dam, speler van Rotterdam? Pien: “We hadden allebei een EK met Nederland onder 18 in Santander. Thijs viel me meteen op, hij heeft een heel leuke uitstraling en een knappe kop. We gingen in Spanje ook samen kaarten, met andere jongens erbij, probeerden allebei een beetje vals te spelen. Ik merkte meteen al dat we elkaar aanvoelden. Daar begonnen we te flirten. Dat hebben we terug in Nederland doorgezet. We zijn inmiddels bijna acht jaar samen, wonen in Rotterdam.” En Sanne, jij bent met Floris Wortelboer samen, speler van Bloemendaal. Wie nam het initiatief bij jullie? Sanne, lachend: “Toch wel meer ik. In het begin was hij minder fan van mij dan ik van hem, had ik het gevoel. Ik kende Floris al van het hockeyen, hij speelde vroeger ook bij Den Bosch. Later kwamen we elkaar af en toe tegen in Amsterdam, waar we allebei woonden. Toen we elkaar zagen tijdens een feestje, sloeg de vonk over. We zijn nu bijna drie jaar samen, wonen in Amsterdam.” Twee topsporters op één kussen, slaapt daar niet af en toe de duivel tussen? Pien: “Bij Thijs en mij gaat het er gemoedelijk aan toe, hoor. Geen duiveltje te bekennen. Juist fijn om een relatie met een topsporter te hebben. Als ik niet naar de verjaardag van zijn oma kan, hoef ik niet uit te leggen waarom dat is.” Sanne: “Floris en ik hebben hetzelfde ritme, dus het is juist heel gezellig.” Hebben jullie het thuis ook over andere dingen dan hockey? Sanne: “Wij hebben het helemaal niet veel over hockey. We bespreken wel even hoe een training of wedstrijd ging, maar verder...” Pien: “Wij praten thuis meer over hockey dan Sun en Wortel. Thijs zou graag tot in detail zijn training aan mij vertellen.” Jullie hebben olympisch goud mee naar huis genomen en zijn wereldkampioen geworden. Zijn Floris en Thijs weleens jaloers op jullie? Pien: “Voor Thijs is die gouden olympische medaille van mij alleen maar een extra motivatie om er nog meer uit te halen. Hij zegt dat hij ervoor wil zorgen dat het goud thuis in balans is.” Sanne: “Floris gunt mij die medaille heel erg. Dat is fijn, want dan staat die medaille niet tussen ons in. Neemt niet weg dat hij natuurlijk ook heel graag die gouden plak had gehad. Die gun ik hem ook heel erg.” Maar hoe gaat het thuis als de een succes heeft en het met de ander even wat minder gaat? Sanne: “We proberen elkaar vooral te steunen.” Pien: “Wij kunnen dat doorgaans ook goed scheiden, maar na de afgelopen Spelen was dat wel even lastig. Ik kwam euforisch thuis, terwijl Thijs geen fijn olympisch toernooi had gehad. Zij verloren in de kwartfinale, hij was al een week thuis toen ik terugkwam. Thijs gunde mij die medaille heel erg, ging ook mee naar de huldigingen en zo, maar dat was best confronterend. Zijn grote droom was net in duigen gevallen.” Hebben jullie het er samen weleens over wie als eerste een aanzoek kan verwachten? Sanne: “Nee, maar als ik er nu zo over nadenk, dan denk ik dat jij dat bent, Pien.” Pien, lachend: “We hebben het weleens over trouwen. Van mij mag Thijs snel op z’n knie gaan, hoor! Ik zou het heel leuk vinden om verloofd te zijn met Thijs.” Het topsportklimaat bij Oranje is beter dan ooit Pien: “Wat afgelopen twee jaar is gebeurd, heeft bij iedereen de ogen geopend. Ik denk dat iedereen er nu meer mee bezig is om het topsportklimaat zo optimaal mogelijk te maken. Sinds het bespreekbaar is gemaakt, kent iedereen ook wat beter haar grenzen.” Sanne: “We hebben het er heel veel over gehad. Ik heb het gevoel dat het opener is geworden bij het Nederlands team en dat iedereen in elk geval op tijd gesprekken met elkaar aanknoopt. Dat scheelt enorm.” Er was heel veel te doen over de harde topsportcultuur onder bondscoach Alyson Annan, die in januari 2022 vertrok. Is het goed dat de hockeybond een onderzoek naar de gang van zaken onder Annan heeft ingesteld? Pien: “Zeker, want we hebben als team iets aangekaart en dan is het goed dat daar dan onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan. Ineens stond alles op papier, best lastig. Maar het was natuurlijk ook ernstig. Dit onderzoek was achteraf, als dat tussendoor ook al was gebeurd, had misschien veel pijn vermeden kunnen worden. Het is voor iedereen een les geweest. Via enquêtes en vragenlijsten proberen ze nu ook tussentijds dingen in kaart te brengen.” Sanne: “Er wordt nu ook voor gezorgd dat er na ieder toernooi of in elk geval na iedere zomer een evaluatie plaatsvindt met alle speelsters. Het is niet meer zo dat spelers zich vier jaar lang niet gehoord voelen. Daarmee tackle je al heel veel.” Hebben jullie er veel vragen over gekregen? Pien: “Best wel, er verschenen natuurlijk ook heftige verhalen in de media. Dus er waren tal van mensen die vroegen: wow, is het echt zo gegaan? Iedereen in ons team staat er natuurlijk ook anders in. Elke speler heeft het weer anders ervaren. Daarmee wil ik het niet bagatelliseren.” Merkte je tijdens de Spelen niet dat bepaalde speelsters ongelukkig waren? Pien: “We zaten in een cocon. Ik heb wel het een en ander zien gebeuren, waarvan ik achteraf dacht: dat was niet helemaal oké. Ik durf ondanks de verhalen ook te zeggen dat de Spelen mijn allerleukste toernooi ooit waren bij Oranje.” Sanne: “Ik ben het eens met Pien. Ik vind het heel vervelend dat het voor sommige mensen zo geweest is. En zelf heb ik genoten van het toernooi, vind het nog steeds een hartstikke mooie gouden plak.” Sanne: ‘We nemen vaak drie of vier geurtjes per persoon mee. En dan gaan we even bij elkaar langs om uit te wisselen' Hoe zwaar was de weg naar Tokio voor jullie? Sanne: “De Spelen werden een jaar uitgesteld, dat was sowieso zwaar. En dan was er nog de spanning dat je corona kon krijgen. Daarbij maakten het harde trainen en de spanning of je bij de uiteindelijke selectie zou zitten het een zware periode.” Pien: “Voor de Spelen hadden we het EK. De olympische selectie was toen nog niet bekend. Na elke wedstrijd dacht ik als we in bed lagen: heb ik er vandaag alles aan gedaan om de olympische selectie te halen? Rond dat EK heb ik de meeste druk ooit gevoeld.” Vorig jaar werden jullie wereldkampioen met interim-bondscoach Jamilon Mülders. Wat veranderde in dat jaar tussen de Spelen en het WK aan het topsportklimaat? Pien: “Jamilon was de juiste man op het juiste moment. Hij heeft echt alles wat hij goed kon doen, goed gedaan. We hadden gewoon een beetje liefde nodig. Een knuffel, een paar lieve woorden, af en toe een hand op je rug of een arm om je heen.” Sanne: “Hij is echt een mensenmens, was heel erg bezig met het welzijn van iedereen. Hij hield zich bezig met de persoon achter de hockeyster. Veel speelsters voelden zich heel fijn onder hem.” Hoe was het dat jullie met die aanpak ook gewoon wereldkampioen werden? Pien: “Ik vond het vooraf best spannend, omdat we voor mijn gevoel niet veel en hard hadden getraind. Ik dacht: er is heel veel gebeurd na de Spelen, zijn we er wel klaar voor? In de groepsfase speelden we niet zo goed als we konden. Maar richting de finale zag je een bepaalde mentaliteit en talent. Toen speelden we zo goed.” Sanne: “Ik vind het ontzettend knap dat we dat als team voor elkaar hebben gekregen. Alle lof voor Jamilon.” Mülders werd opgevolgd door Paul van Ass. Wat vinden jullie van hem als bondscoach? Sanne: “Hij is een ander soort coach. Je gaat bij elke coach toch weer iets anders spelen, de manier van druk zetten is anders. Maar het is ook leuk, een nieuwe uitdaging. Ik ben tot nu toe enthousiast.” Is hij ook iemand die op het welzijn van de speelsters let? Sanne: “Zeker, we hebben ook al veel gesprekken daarover gevoerd, Paul ook individueel met alle speelsters afgelopen winter tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika.” Pien: “Paul was lang coach bij de mannen. Als je dat vergelijkt... Het draait bij ons altijd om goud, goud, goud. De mannen staan een half uur voor een wedstrijd nog te pielen op het veld. Zij hebben veel plezier in wat ze doen. Ik denk dat Paul ook een beetje op ons over wil brengen dat het belangrijk is om plezier te hebben, ons in laten zien hoe leuk het is wat we doen.” De Nederlandse vrouwen staan al sinds 2004 aan de top. Merken jullie dat daardoor bij jullie alleen winnen telt? Pien: “Wij hebben de insteek: dan maar op een lelijke manier, als we maar winnen. Wij willen goud, het maakt niet uit hoe. Ik merk aan Paul dat hij ook gewoon mooi, aantrekkelijk hockey wil laten zien. Mij maakt het niet uit hoe we goud winnen, Paul wil dat met aantrekkelijk hockey halen." Met een stijltang in de hand veroveren wij het hele land Sanne, lachend: “Pien is verantwoordelijk voor de teamstijltang.” Pien: “Voor de wedstrijd komen er vier of vijf meiden langs. En dan werken we even een paar pluisjes weg of brengen we een krulletje aan in het haar. Ik stijl sowieso mijn haar, want tijdens een wedstrijd moet mijn staart strak zitten. Ik ben wat mijn haar betreft ijdel.” Jullie maken je er ook druk over of jullie wel lekker ruiken, toch? Sanne: “Dat is een beetje een obsessie geworden.” Pien: “Als we een weekje weggaan met het team, dan appen we er serieus over welke geurtjes we meenemen. Ik wil niet de hele week hetzelfde ruiken. Maar we moeten ook denken aan de kilo’s bagage.” Sanne: “We nemen vaak drie of vier geurtjes mee per persoon. En dan gaan we even bij elkaar langs om uit te wisselen.” Pien: “Als we samen op de kamer liggen, stallen we alle geuren uit. Alsof we in een parfumerie zitten en dan onze crèmepjes er nog bij.” Sanne: “En als we een toernooi winnen, mogen we samen een nieuw geurtje uitzoeken.” Is het belangrijk voor de jeugd dat jullie ook dingen van jezelf laten zien die niet meteen hockeygerelateerd zijn? Pien: “Ik vind dat wel belangrijk. Ik keek vroeger ook tegen Maartje Paumen en Eva de Goede op, van hen wilde ik alles weten. Er moeten rolmodellen zijn. Als ik zie hoe onze ploeggenoot Frédérique Matla nu al bekendstaat... De Matla Mania noemen we haar fans. Jonge meiden moeten iemand hebben om tegenop te kijken.” Sanne: “Dan is het ook leuk dat ze ons niet alleen in een Oranje- of Den Bosch-pakje zien op het veld, maar ook hoe wij erbuiten zijn.” Pien: “Als ik een clinic geef aan kinderen doen we na een paar uur hockeyen de stick even weg en gaan we een vragenrondje doen. Dan krijg ik vragen als: wat ontbijt je, wat is je lievelingseten, hoe is het met Thijs? Je merkt dat kinderen dat veel interessanter vinden. Hoe wij hockeyen, kan iedereen wel zien op het veld. Wat we thuis doen niet.” Vroeger had je speelsters als Fatima Moreira de Melo, Naomi van As en Ellen Hoog die beroemdheden werden naast het hockey. Hoe kijken jullie daarnaar? Sanne: “Hartstikke leuk. Kinderen keken in eerste instantie naar hen omdat ze heel goede hockeysters waren. Maar door de dingen die ze ernaast deden, groeiden ze helemaal uit tot boegbeelden. Superknap gedaan.” Zijn jullie daar zelf ook mee bezig om jezelf op een andere manier te laten zien? Pien: “Nou, het is niet per se een doel, maar een hockeycarrière is relatief kort. Je kunt ook meteen het jaar dat je stopt vergeten worden. Ik denk dat het geen kwaad kan om jezelf een beetje op de kaart te zetten, wie weet wat voor interessants er na het hockey dan nog kan volgen. Dat hoeft voor mij niet meteen op tv te zijn of zo, zoals Naomi en Ellen dat hebben gedaan. Maar als je naam een beetje bekend is, helpt dat misschien bij het vinden van een mooie baan na het hockey.” In het verleden waren er ook geregeld mooie en soms ook zelfs sexy shoots te zien met hockeysters. De laatste jaren was dat minder het geval. Pien: “We hebben dat zelf ook een beetje gecreëerd. Het moest in de media over hockey gaan en we moesten niet te veel bezig zijn met alles eromheen. Ik denk dat we dat nu iets meer loslaten. Je hebt te maken met achttien verschillende meiden in een ploeg. Elke speelster moet gewoon lekker doen wat bij haar past. Ik denk dat de cultuur wel is veranderd. We hebben minder snel een mening over elkaar. Maar het begint natuurlijk wel altijd met presteren op het veld.” Sanne knikt: “Iedereen laat elkaar vrij in keuzes. Vroeger werd er weleens naar elkaar gekeken als iemand iets deed. Dan werd er snel gezegd: ‘O, heb je dat gedaan?’ Nu wordt het elkaar veel meer gegund als iemand iets leuks gaat doen.” Past dat bij de veranderde topsportcultuur sinds de Spelen? Pien: “Dat denk ik wel. De begeleidingsstaf kan daar ook een grote rol in spelen. Ik wil het daar niet helemaal op afschuiven, maar soms leek het wel alsof van bovenaf ergens iets van werd gevonden. Je wilde ook de selectie halen, dus besloot je sneller bepaalde dingen niet te doen. Nu heb ik meer het idee dat eenieder moet doen wat ze leuk vindt.” Niet de mannen, maar de vrouwen zouden meer moeten verdienen in het hockey Pien, lachend: “Ik wist dat deze stelling zou komen.” Jij hebt je onlangs samen met jouw vriend Thijs in het AD uitgesproken over de ongelijke verdiensten tussen mannen en vrouwen in het hockey. Wat voor reacties kreeg je? Pien: “Wel positief, vooral van mijn team- genoten. Ook sommige mannen snappen dat het wat scheef is. Bij het Nederlands team is alles helemaal gelijk, maar bij de clubs kan er een betere balans zijn tussen mannen en vrouwen. Vanuit de club hebben we ook wat gehoord. Josine Koning en Maria Verschoor hadden zich op Internationale Vrouwendag uitgesproken. Het bestuur en de voorzitter van Den Bosch hebben daarna contact opgenomen met Josine. Het is de bedoeling dat we binnenkort om de tafel gaan.” Sanne, is de ongelijke verdeling bij Floris en jou weleens een thema thuis? Sanne: “Ik heb me er minder over uitgesproken, maar ben het er volledig mee eens. Ik ben ook blij dat het in de media is gekomen en dat er nu gesprekken gaan volgen om te kijken hoe we dit op kunnen lossen.” Pien, jij vertelde dat je een derde verdient van wat Thijs krijgt, en dat het gemiddelde salaris bij de vrouwen op het hoogste hockeyniveau in Nederland onder de 3000 euro bruto ligt. Pien: “Dat zijn pijnlijke feiten. Bij Den Bosch is de vergoeding voor de vrouwen nog redelijk, maar ik ken ook verhalen van clubs waar speelsters het al jarenlang moeten doen met een vrijwilligersvergoeding. Daarvoor trainen ze wel vier of vijf keer per week en spelen ze een wedstrijd. Daarom moeten ze vaak daarnaast nog 32 uur in de week werken of studeren. Het zou mooi zijn dat de bedragen wat kunnen worden opgekrikt, zodat ze in elk geval wat minder uren hoeven te werken naast het hockey.” Sanne: “Het is bijna niet te doen om meiden te vragen alles te geven op het veld, terwijl je er niet van kunt leven. Wil je het professioneler krijgen, dan moet je zorgen dat de salarissen omhooggaan.” Internationaal gezien zijn de Nederlandse hockeyvrouwen al jaren succesvoller dan de mannen... Pien knikt: “De vrouwen hebben de afgelopen 22 jaar bij Den Bosch veel prijzen binnengehaald. Daarbij vergeleken hebben de mannen aanzienlijk minder gepresteerd. Dan is het natuurlijk krom dat een mannelijke hockeyer van dezelfde leeftijd en status als ik meer dan het dubbele verdient. Maar het gaat mij dus vooral om de meiden die ernaast moeten werken en meiden die net doorkomen uit de jeugd.” Er zijn ook bedrijven die vooral voor de vrouwen in het hockey zijn gestapt als sponsor. En dat bedrag wordt wel gedeeld met de mannen, toch? Sanne: “Ja, dat gaat dan vooral om sponsors van de hockeybond. Ik vind het goed dat het eerlijk wordt verdeeld. Wij vinden ook niet dat de vrouwen meer moeten krijgen dan de mannen. Het zou gewoon gelijk moeten zijn. Bij de club zou je natuurlijk kunnen kijken of er sponsors zijn die de vrouwen meer willen sponsoren om op die manier de verdiensten gelijk te trekken.” Pien: “DHL is een van onze hoofdsponsors, heeft er duidelijk voor gekozen om met ons naar buiten te treden. Heel mooi: #samedream staat ook voor dat iedere hetzelfde kan dromen. Vrouwen kunnen dezelfde dromen waarmaken en najagen als mannen, jong talent kan ook de dromen van hun boegbeelden najagen.” Waarom doen in Nederland de vrouwenteams – naast jullie ook de handbalsters en voetbalsters – het zo goed de laatste jaren? Sanne: “Het verschil vind ik lastig te verklaren. Ik kan alleen zeggen dat wij er heel hard voor werken en ik denk alle andere vrouwenteams ook.” Pien: “Ik denk dat vrouwen loyaal zijn en een heel duidelijke tunnelvisie hebben als ze ergens voor gaan. Wij zetten alles opzij voor die gouden medaille, voor dat ene doel. Misschien zijn wij daar wat extremer in dan mannen.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Sanne en Pien komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Sanne Koolen (27) en Pien Sanders (24) zijn al jarenlang ploeggenoten bij Den Bosch en het Nederlands team. En met succes. Ze wonnen allebei alles wat er te willen valt. Daarnaast zijn ze vriendinnen. We legden hen zeven stellingen voor in aanloop naar het EK hockey in Mönchengladbach (18-27 augustus). Een gesprek over de liefde, geld, het topsportklimaat bij Oranje, een stijltang, geurtjes en samen dromen. Wij lijken zoveel op elkaar, zouden wel zussen kunnen zijn Pien: “Wat karakter, interesses en kledingstijl betreft, hadden we zeker zussen kunnen zijn. Over veel dingen denken we hetzelfde.” Vertellen jullie elkaar alles? Sanne: “We zien elkaar bijna elke dag, daarnaast appen we elkaar vaak. Ik heb in elk geval geen geheimen voor jou.” Pien: “Jij weet ook alles van mij. We zijn al een jaar of acht ploeggenoten bij Den Bosch. De eerste jaren konden we het ook al goed met elkaar vinden, maar sinds een jaar of vier zijn we echt Jut & Jul.” Sanne: “Er is een leeftijdsverschil van twee jaar, jij kwam er later bij.” Pien, lachend: “Volgens mij raakten we voor het eerst echt met elkaar in gesprek over parfum.” Sanne: “Daarna kwamen we zo’n beetje gelijktijdig bij het Nederlands team. Dan zoek je toch snel iemand op die er ook nieuw bij is en met wie je het goed kunt vinden.” Beschrijven jullie elkaar eens. Pien: “Nou, Sun, zoals ik Sanne altijd noem, is heel erg lief. Ze gunt iedereen de wereld. Ze heeft ook altijd een mooie mening over dingen en mensen en die blijken ook nog eens altijd heel erg te kloppen. Verder heeft Sun heel erg last van FOMO, fear of missing out, wil graag overal bij zijn. En ze is altijd gezellig. Als je iets leuks wil doen, moet je Sun bellen.” Sanne: “Wat jij over mij zegt, zou ik ook over jou kunnen zeggen. Lief, heel erg eerlijk – wat ik enorm aan je waardeer –, supergezellig en ontzettend grappig. Jij bent erg zorgzaam, als iemand ergens mee zit, kan hij of zij altijd naar Pien toe komen.” Jullie zijn allebei verdedigers. Lijken jullie als hockeysters ook op elkaar? Pien: “Sun is echt de beste een-op-een- verdediger van de hockeywereld. Zij pakt gewoon alle ballen af. Ik ben wat meer een spring-in-’t-veld, doe nog weleens wat rare dingen.” Sanne: “Ik ben meer een pure verdediger, jij brengt ook aanvallend veel, bent supersnel. En je vliegt overal in, gaat voorop in de strijd en neemt iedereen daarin mee.” Pien, jij miste in 2018 het WK door een hersenschudding. Sanne, jij mocht in plaats van Pien mee naar datzelfde WK. Zijn jullie ook concurrenten van elkaar? Sanne: “Dat is wel voorgekomen. Bij Den Bosch was het duidelijk, stonden we allebei in het veld. Maar bij het Nederlands team was er meer concurrentie en waren we allebei verdediger. We gingen daar allebei heel chill mee om. Na dat WK van 2018 zijn we nog samen op vakantie gegaan. Nu zijn we op een punt dat we allebei bij het Nederlands team... Ik wil niet zeggen dat we zeker zijn van onze plek, maar we zitten er allebei nu al wel een tijdje bij.” Sanne knikt: “Een echte concurrentiestrijd is er nu niet tussen ons.” Move over Lidewij Welten en Eva Drummond-De Goede; nu is het onze beurt om Oranje bij de hand te nemen Pien: “Zo sta ik er niet in, hoor. Ik hou wel een beetje van hiërarchie binnen een team. En ik vind het ook heel fijn om mensen met veel ervaring in de ploeg te hebben, speel graag onder hun vleugels.” Welten en De Goede zijn de succesvolste Nederlandse hockeysters ooit. Wat hebben jullie van hen geleerd? Sanne: “Met Lidewij hebben we heel lang bij Den Bosch gespeeld. Als je wil winnen, dan zet je Lidewij erin. Zij staat op alle belangrijke momenten ‘aan’. Wij hebben heel veel van haar geleerd. En ook van Margot van Geffen, die net als Lidewij vorige zomer vertrok bij Den Bosch. Maar ook zeker van Eva, met wie we bij het Nederlands team veel op het veld hebben gestaan.” Schrokken jullie toen bondscoach Paul van Ass besloot Eva niet op te roepen in aanloop naar het EK? Sanne: “We hebben lang met Eva op het veld gestaan en afgelopen zomer hebben we nog de wereldtitel met haar gewonnen. Daarna laste zij even een pauze in, maar ik had wel verwacht dat zij weer opgeroepen zou worden toen ze aangaf dat ze weer beschikbaar was. Wat er precies is besproken tussen Eva en Paul weet ik niet, en het is uiteindelijk aan Paul om de keuze te maken” Geven jullie als spelersgroep aan bij de bondscoach wat jullie van zo’n beslissing vinden? Pien: “Uiteindelijk maakt de bondscoach natuurlijk de call en daar heb je het eigenlijk maar mee te doen. Dan kan je Eva een hart onder de riem steken en zeggen dat je voor haar baalt, want dat doe ik ook oprecht, maar meer kunnen we niet echt doen.” Voelen jullie de verantwoordelijkheid om het team straks bij de hand te gaan nemen? Pien: “Bij Den Bosch hebben we afgelopen seizoen al een mooi voorproefje gehad. Een aantal oudere speelsters stopte of vertrok en wij moesten opstaan. Bij het Nederlands team moeten we er bij stilstaan dat wij na de Spelen de kar meer moeten gaan trekken.” Wat de liefde betreft, kijken wij niet verder dan het hockeyveld Pien: “Nou, dat is bij ons allebei wel waar, hè.” Jullie hebben allebei een relatie met een hockey-international. Pien, hoe is de vlam overgeslagen met Thijs van Dam, speler van Rotterdam? Pien: “We hadden allebei een EK met Nederland onder 18 in Santander. Thijs viel me meteen op, hij heeft een heel leuke uitstraling en een knappe kop. We gingen in Spanje ook samen kaarten, met andere jongens erbij, probeerden allebei een beetje vals te spelen. Ik merkte meteen al dat we elkaar aanvoelden. Daar begonnen we te flirten. Dat hebben we terug in Nederland doorgezet. We zijn inmiddels bijna acht jaar samen, wonen in Rotterdam.” En Sanne, jij bent met Floris Wortelboer samen, speler van Bloemendaal. Wie nam het initiatief bij jullie? Sanne, lachend: “Toch wel meer ik. In het begin was hij minder fan van mij dan ik van hem, had ik het gevoel. Ik kende Floris al van het hockeyen, hij speelde vroeger ook bij Den Bosch. Later kwamen we elkaar af en toe tegen in Amsterdam, waar we allebei woonden. Toen we elkaar zagen tijdens een feestje, sloeg de vonk over. We zijn nu bijna drie jaar samen, wonen in Amsterdam.” Twee topsporters op één kussen, slaapt daar niet af en toe de duivel tussen? Pien: “Bij Thijs en mij gaat het er gemoedelijk aan toe, hoor. Geen duiveltje te bekennen. Juist fijn om een relatie met een topsporter te hebben. Als ik niet naar de verjaardag van zijn oma kan, hoef ik niet uit te leggen waarom dat is.” Sanne: “Floris en ik hebben hetzelfde ritme, dus het is juist heel gezellig.” Hebben jullie het thuis ook over andere dingen dan hockey? Sanne: “Wij hebben het helemaal niet veel over hockey. We bespreken wel even hoe een training of wedstrijd ging, maar verder...” Pien: “Wij praten thuis meer over hockey dan Sun en Wortel. Thijs zou graag tot in detail zijn training aan mij vertellen.” Jullie hebben olympisch goud mee naar huis genomen en zijn wereldkampioen geworden. Zijn Floris en Thijs weleens jaloers op jullie? Pien: “Voor Thijs is die gouden olympische medaille van mij alleen maar een extra motivatie om er nog meer uit te halen. Hij zegt dat hij ervoor wil zorgen dat het goud thuis in balans is.” Sanne: “Floris gunt mij die medaille heel erg. Dat is fijn, want dan staat die medaille niet tussen ons in. Neemt niet weg dat hij natuurlijk ook heel graag die gouden plak had gehad. Die gun ik hem ook heel erg.” Maar hoe gaat het thuis als de een succes heeft en het met de ander even wat minder gaat? Sanne: “We proberen elkaar vooral te steunen.” Pien: “Wij kunnen dat doorgaans ook goed scheiden, maar na de afgelopen Spelen was dat wel even lastig. Ik kwam euforisch thuis, terwijl Thijs geen fijn olympisch toernooi had gehad. Zij verloren in de kwartfinale, hij was al een week thuis toen ik terugkwam. Thijs gunde mij die medaille heel erg, ging ook mee naar de huldigingen en zo, maar dat was best confronterend. Zijn grote droom was net in duigen gevallen.” Hebben jullie het er samen weleens over wie als eerste een aanzoek kan verwachten? Sanne: “Nee, maar als ik er nu zo over nadenk, dan denk ik dat jij dat bent, Pien.” Pien, lachend: “We hebben het weleens over trouwen. Van mij mag Thijs snel op z’n knie gaan, hoor! Ik zou het heel leuk vinden om verloofd te zijn met Thijs.” Het topsportklimaat bij Oranje is beter dan ooit Pien: “Wat afgelopen twee jaar is gebeurd, heeft bij iedereen de ogen geopend. Ik denk dat iedereen er nu meer mee bezig is om het topsportklimaat zo optimaal mogelijk te maken. Sinds het bespreekbaar is gemaakt, kent iedereen ook wat beter haar grenzen.” Sanne: “We hebben het er heel veel over gehad. Ik heb het gevoel dat het opener is geworden bij het Nederlands team en dat iedereen in elk geval op tijd gesprekken met elkaar aanknoopt. Dat scheelt enorm.” Er was heel veel te doen over de harde topsportcultuur onder bondscoach Alyson Annan, die in januari 2022 vertrok. Is het goed dat de hockeybond een onderzoek naar de gang van zaken onder Annan heeft ingesteld? Pien: “Zeker, want we hebben als team iets aangekaart en dan is het goed dat daar dan onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan. Ineens stond alles op papier, best lastig. Maar het was natuurlijk ook ernstig. Dit onderzoek was achteraf, als dat tussendoor ook al was gebeurd, had misschien veel pijn vermeden kunnen worden. Het is voor iedereen een les geweest. Via enquêtes en vragenlijsten proberen ze nu ook tussentijds dingen in kaart te brengen.” Sanne: “Er wordt nu ook voor gezorgd dat er na ieder toernooi of in elk geval na iedere zomer een evaluatie plaatsvindt met alle speelsters. Het is niet meer zo dat spelers zich vier jaar lang niet gehoord voelen. Daarmee tackle je al heel veel.” Hebben jullie er veel vragen over gekregen? Pien: “Best wel, er verschenen natuurlijk ook heftige verhalen in de media. Dus er waren tal van mensen die vroegen: wow, is het echt zo gegaan? Iedereen in ons team staat er natuurlijk ook anders in. Elke speler heeft het weer anders ervaren. Daarmee wil ik het niet bagatelliseren.” Merkte je tijdens de Spelen niet dat bepaalde speelsters ongelukkig waren? Pien: “We zaten in een cocon. Ik heb wel het een en ander zien gebeuren, waarvan ik achteraf dacht: dat was niet helemaal oké. Ik durf ondanks de verhalen ook te zeggen dat de Spelen mijn allerleukste toernooi ooit waren bij Oranje.” Sanne: “Ik ben het eens met Pien. Ik vind het heel vervelend dat het voor sommige mensen zo geweest is. En zelf heb ik genoten van het toernooi, vind het nog steeds een hartstikke mooie gouden plak.” Sanne: ‘We nemen vaak drie of vier geurtjes per persoon mee. En dan gaan we even bij elkaar langs om uit te wisselen' Hoe zwaar was de weg naar Tokio voor jullie? Sanne: “De Spelen werden een jaar uitgesteld, dat was sowieso zwaar. En dan was er nog de spanning dat je corona kon krijgen. Daarbij maakten het harde trainen en de spanning of je bij de uiteindelijke selectie zou zitten het een zware periode.” Pien: “Voor de Spelen hadden we het EK. De olympische selectie was toen nog niet bekend. Na elke wedstrijd dacht ik als we in bed lagen: heb ik er vandaag alles aan gedaan om de olympische selectie te halen? Rond dat EK heb ik de meeste druk ooit gevoeld.” Vorig jaar werden jullie wereldkampioen met interim-bondscoach Jamilon Mülders. Wat veranderde in dat jaar tussen de Spelen en het WK aan het topsportklimaat? Pien: “Jamilon was de juiste man op het juiste moment. Hij heeft echt alles wat hij goed kon doen, goed gedaan. We hadden gewoon een beetje liefde nodig. Een knuffel, een paar lieve woorden, af en toe een hand op je rug of een arm om je heen.” Sanne: “Hij is echt een mensenmens, was heel erg bezig met het welzijn van iedereen. Hij hield zich bezig met de persoon achter de hockeyster. Veel speelsters voelden zich heel fijn onder hem.” Hoe was het dat jullie met die aanpak ook gewoon wereldkampioen werden? Pien: “Ik vond het vooraf best spannend, omdat we voor mijn gevoel niet veel en hard hadden getraind. Ik dacht: er is heel veel gebeurd na de Spelen, zijn we er wel klaar voor? In de groepsfase speelden we niet zo goed als we konden. Maar richting de finale zag je een bepaalde mentaliteit en talent. Toen speelden we zo goed.” Sanne: “Ik vind het ontzettend knap dat we dat als team voor elkaar hebben gekregen. Alle lof voor Jamilon.” Mülders werd opgevolgd door Paul van Ass. Wat vinden jullie van hem als bondscoach? Sanne: “Hij is een ander soort coach. Je gaat bij elke coach toch weer iets anders spelen, de manier van druk zetten is anders. Maar het is ook leuk, een nieuwe uitdaging. Ik ben tot nu toe enthousiast.” Is hij ook iemand die op het welzijn van de speelsters let? Sanne: “Zeker, we hebben ook al veel gesprekken daarover gevoerd, Paul ook individueel met alle speelsters afgelopen winter tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika.” Pien: “Paul was lang coach bij de mannen. Als je dat vergelijkt... Het draait bij ons altijd om goud, goud, goud. De mannen staan een half uur voor een wedstrijd nog te pielen op het veld. Zij hebben veel plezier in wat ze doen. Ik denk dat Paul ook een beetje op ons over wil brengen dat het belangrijk is om plezier te hebben, ons in laten zien hoe leuk het is wat we doen.” De Nederlandse vrouwen staan al sinds 2004 aan de top. Merken jullie dat daardoor bij jullie alleen winnen telt? Pien: “Wij hebben de insteek: dan maar op een lelijke manier, als we maar winnen. Wij willen goud, het maakt niet uit hoe. Ik merk aan Paul dat hij ook gewoon mooi, aantrekkelijk hockey wil laten zien. Mij maakt het niet uit hoe we goud winnen, Paul wil dat met aantrekkelijk hockey halen." Met een stijltang in de hand veroveren wij het hele land Sanne, lachend: “Pien is verantwoordelijk voor de teamstijltang.” Pien: “Voor de wedstrijd komen er vier of vijf meiden langs. En dan werken we even een paar pluisjes weg of brengen we een krulletje aan in het haar. Ik stijl sowieso mijn haar, want tijdens een wedstrijd moet mijn staart strak zitten. Ik ben wat mijn haar betreft ijdel.” Jullie maken je er ook druk over of jullie wel lekker ruiken, toch? Sanne: “Dat is een beetje een obsessie geworden.” Pien: “Als we een weekje weggaan met het team, dan appen we er serieus over welke geurtjes we meenemen. Ik wil niet de hele week hetzelfde ruiken. Maar we moeten ook denken aan de kilo’s bagage.” Sanne: “We nemen vaak drie of vier geurtjes mee per persoon. En dan gaan we even bij elkaar langs om uit te wisselen.” Pien: “Als we samen op de kamer liggen, stallen we alle geuren uit. Alsof we in een parfumerie zitten en dan onze crèmepjes er nog bij.” Sanne: “En als we een toernooi winnen, mogen we samen een nieuw geurtje uitzoeken.” Is het belangrijk voor de jeugd dat jullie ook dingen van jezelf laten zien die niet meteen hockeygerelateerd zijn? Pien: “Ik vind dat wel belangrijk. Ik keek vroeger ook tegen Maartje Paumen en Eva de Goede op, van hen wilde ik alles weten. Er moeten rolmodellen zijn. Als ik zie hoe onze ploeggenoot Frédérique Matla nu al bekendstaat... De Matla Mania noemen we haar fans. Jonge meiden moeten iemand hebben om tegenop te kijken.” Sanne: “Dan is het ook leuk dat ze ons niet alleen in een Oranje- of Den Bosch-pakje zien op het veld, maar ook hoe wij erbuiten zijn.” Pien: “Als ik een clinic geef aan kinderen doen we na een paar uur hockeyen de stick even weg en gaan we een vragenrondje doen. Dan krijg ik vragen als: wat ontbijt je, wat is je lievelingseten, hoe is het met Thijs? Je merkt dat kinderen dat veel interessanter vinden. Hoe wij hockeyen, kan iedereen wel zien op het veld. Wat we thuis doen niet.” Vroeger had je speelsters als Fatima Moreira de Melo, Naomi van As en Ellen Hoog die beroemdheden werden naast het hockey. Hoe kijken jullie daarnaar? Sanne: “Hartstikke leuk. Kinderen keken in eerste instantie naar hen omdat ze heel goede hockeysters waren. Maar door de dingen die ze ernaast deden, groeiden ze helemaal uit tot boegbeelden. Superknap gedaan.” Zijn jullie daar zelf ook mee bezig om jezelf op een andere manier te laten zien? Pien: “Nou, het is niet per se een doel, maar een hockeycarrière is relatief kort. Je kunt ook meteen het jaar dat je stopt vergeten worden. Ik denk dat het geen kwaad kan om jezelf een beetje op de kaart te zetten, wie weet wat voor interessants er na het hockey dan nog kan volgen. Dat hoeft voor mij niet meteen op tv te zijn of zo, zoals Naomi en Ellen dat hebben gedaan. Maar als je naam een beetje bekend is, helpt dat misschien bij het vinden van een mooie baan na het hockey.” In het verleden waren er ook geregeld mooie en soms ook zelfs sexy shoots te zien met hockeysters. De laatste jaren was dat minder het geval. Pien: “We hebben dat zelf ook een beetje gecreëerd. Het moest in de media over hockey gaan en we moesten niet te veel bezig zijn met alles eromheen. Ik denk dat we dat nu iets meer loslaten. Je hebt te maken met achttien verschillende meiden in een ploeg. Elke speelster moet gewoon lekker doen wat bij haar past. Ik denk dat de cultuur wel is veranderd. We hebben minder snel een mening over elkaar. Maar het begint natuurlijk wel altijd met presteren op het veld.” Sanne knikt: “Iedereen laat elkaar vrij in keuzes. Vroeger werd er weleens naar elkaar gekeken als iemand iets deed. Dan werd er snel gezegd: ‘O, heb je dat gedaan?’ Nu wordt het elkaar veel meer gegund als iemand iets leuks gaat doen.” Past dat bij de veranderde topsportcultuur sinds de Spelen? Pien: “Dat denk ik wel. De begeleidingsstaf kan daar ook een grote rol in spelen. Ik wil het daar niet helemaal op afschuiven, maar soms leek het wel alsof van bovenaf ergens iets van werd gevonden. Je wilde ook de selectie halen, dus besloot je sneller bepaalde dingen niet te doen. Nu heb ik meer het idee dat eenieder moet doen wat ze leuk vindt.” Niet de mannen, maar de vrouwen zouden meer moeten verdienen in het hockey Pien, lachend: “Ik wist dat deze stelling zou komen.” Jij hebt je onlangs samen met jouw vriend Thijs in het AD uitgesproken over de ongelijke verdiensten tussen mannen en vrouwen in het hockey. Wat voor reacties kreeg je? Pien: “Wel positief, vooral van mijn team- genoten. Ook sommige mannen snappen dat het wat scheef is. Bij het Nederlands team is alles helemaal gelijk, maar bij de clubs kan er een betere balans zijn tussen mannen en vrouwen. Vanuit de club hebben we ook wat gehoord. Josine Koning en Maria Verschoor hadden zich op Internationale Vrouwendag uitgesproken. Het bestuur en de voorzitter van Den Bosch hebben daarna contact opgenomen met Josine. Het is de bedoeling dat we binnenkort om de tafel gaan.” Sanne, is de ongelijke verdeling bij Floris en jou weleens een thema thuis? Sanne: “Ik heb me er minder over uitgesproken, maar ben het er volledig mee eens. Ik ben ook blij dat het in de media is gekomen en dat er nu gesprekken gaan volgen om te kijken hoe we dit op kunnen lossen.” Pien, jij vertelde dat je een derde verdient van wat Thijs krijgt, en dat het gemiddelde salaris bij de vrouwen op het hoogste hockeyniveau in Nederland onder de 3000 euro bruto ligt. Pien: “Dat zijn pijnlijke feiten. Bij Den Bosch is de vergoeding voor de vrouwen nog redelijk, maar ik ken ook verhalen van clubs waar speelsters het al jarenlang moeten doen met een vrijwilligersvergoeding. Daarvoor trainen ze wel vier of vijf keer per week en spelen ze een wedstrijd. Daarom moeten ze vaak daarnaast nog 32 uur in de week werken of studeren. Het zou mooi zijn dat de bedragen wat kunnen worden opgekrikt, zodat ze in elk geval wat minder uren hoeven te werken naast het hockey.” Sanne: “Het is bijna niet te doen om meiden te vragen alles te geven op het veld, terwijl je er niet van kunt leven. Wil je het professioneler krijgen, dan moet je zorgen dat de salarissen omhooggaan.” Internationaal gezien zijn de Nederlandse hockeyvrouwen al jaren succesvoller dan de mannen... Pien knikt: “De vrouwen hebben de afgelopen 22 jaar bij Den Bosch veel prijzen binnengehaald. Daarbij vergeleken hebben de mannen aanzienlijk minder gepresteerd. Dan is het natuurlijk krom dat een mannelijke hockeyer van dezelfde leeftijd en status als ik meer dan het dubbele verdient. Maar het gaat mij dus vooral om de meiden die ernaast moeten werken en meiden die net doorkomen uit de jeugd.” Er zijn ook bedrijven die vooral voor de vrouwen in het hockey zijn gestapt als sponsor. En dat bedrag wordt wel gedeeld met de mannen, toch? Sanne: “Ja, dat gaat dan vooral om sponsors van de hockeybond. Ik vind het goed dat het eerlijk wordt verdeeld. Wij vinden ook niet dat de vrouwen meer moeten krijgen dan de mannen. Het zou gewoon gelijk moeten zijn. Bij de club zou je natuurlijk kunnen kijken of er sponsors zijn die de vrouwen meer willen sponsoren om op die manier de verdiensten gelijk te trekken.” Pien: “DHL is een van onze hoofdsponsors, heeft er duidelijk voor gekozen om met ons naar buiten te treden. Heel mooi: #samedream staat ook voor dat iedere hetzelfde kan dromen. Vrouwen kunnen dezelfde dromen waarmaken en najagen als mannen, jong talent kan ook de dromen van hun boegbeelden najagen.” Waarom doen in Nederland de vrouwenteams – naast jullie ook de handbalsters en voetbalsters – het zo goed de laatste jaren? Sanne: “Het verschil vind ik lastig te verklaren. Ik kan alleen zeggen dat wij er heel hard voor werken en ik denk alle andere vrouwenteams ook.” Pien: “Ik denk dat vrouwen loyaal zijn en een heel duidelijke tunnelvisie hebben als ze ergens voor gaan. Wij zetten alles opzij voor die gouden medaille, voor dat ene doel. Misschien zijn wij daar wat extremer in dan mannen.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Sanne en Pien komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Kickboksen

Rico Verhoeven: ‘Je moet mij niet in een doosje willen stoppen’

Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Soufiane Touzani: ‘Frenkie de Jong is gewoon untouchable’

Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Susila Cruijff: ‘Ik wil het gedachtegoed van mijn vader voortzetten’

De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Hockey

Noor Omrani en Marcus Pedersen: ‘Wij zijn elkaars grootste fan’

De een is verdediger bij Feyenoord, de ander aanvalster bij hockeyclub Den Bosch. Marcus Holmgren Pedersen (22) en Noor Omrani (21) delen niet alleen de liefde voor de bal, maar ook een hoofdkussen. We gingen op bezoek in Rotterdam. Noor: “Na mijn eigen wedstrijd haast ik me naar De Kuip, dan kan ik nog net de tweede helft van Marcus zien.” “Noor was door een vriend, die één van de materiaalmannen bij Feyenoord was, uitgenodigd voor onze wedstrijd in de Conference League tegen IF Elfsburg in augustus vorig jaar. Toevallig gaf ik mijn eerste assist,” zegt Marcus Pedersen, de Noor die vorig jaar van het Noorse Molde FK overkwam naar Feyenoord. “Ik had tickets voor de spelerslounge gekregen,” vertelt Noor Omrani. “Iemand vroeg wie mijn favoriete speler was. Tijdens de wedstrijd was jouw spel me al opgevallen, maar ik had geen idee wie je was. De vriendin met wie ik was uitgenodigd en ook mee was, riep achter mijn rug om meteen: ‘Ze vindt nummer 2 leuk!’ Het bleek de teammanager van Feyenoord te zijn die dat had gevraagd.” Marcus: “De volgende dag zei onze teammanager: ‘Je speelde een goede wedstrijd, maar ik denk ook dat ik je nieuwe vriendin heb gesproken.’ Hij googelde jou en liet me een foto van je zien in zijn kantoor. Ik zag dat je een goede hockeyster was en ging je meteen volgen op Instagram.” Noor: “Ik zat met diezelfde vriendin koffie te drinken de dag na de wedstrijd, postte dat op Instagram, en vlak daarna kreeg ik al een bericht van je waarin stond: ‘Wil je ook koffie met mij drinken?’ Ik dacht: wat gebeurt hier nou? We kenden elkaar helemaal niet. We hebben eerst een tijdje gesproken via Facetime. Dat was zo gezellig. Ik dacht: ik ben wel heel dom als ik niet iets met hem ga drinken. Na onze eerste date kreeg ik een lief spraakberichtje van je. We zijn nu een jaar samen.” Marcus: “Vlak na onze eerste date moest ik me melden bij het Noorse elftal, ik was drie weken weg.” Noor: “Toen je terugkwam uit Noorwegen heb ik meteen je vader ontmoet. We konden niet wachten elkaar te zien, maar je vader was er ook. We zijn met zijn drieën gaan eten.” Marcus: “In januari zijn we gaan samenwonen.” Noor: “Het voelt raar als we niet samen zijn. Ik ben jouw grootste steun hier. Je hebt hier geen familie en niet veel vrienden; als ik er niet ben, ben jij alleen en daar houd je niet van.” Marcus: “Onze levens en schema’s matchen goed. Ik train altijd in de ochtend. Noor heeft soms dagen met een dubbele training, dan komt ze laat thuis. Ik ben soms op trainingskamp of met het Noorse elftal weg, maar meestal zien we elkaar doordeweeks vaak.” Noor: “Wij trainen vier keer per week, op donderdag heb ik een dubbele training. Ik hoef niet iedere dag heen en weer naar Den Bosch. Mijn krachttrainingen doe ik in Rotterdam.” Marcus: “’s Avonds zijn we allebei moe na een zware dag. Na het eten spelen we het liefst samen FIFA.” Noorderlingen Marcus ging van het uitgestrekte Noorwegen naar de Randstad. “Ik herinner me mijn eerste dag in Rotterdam. Ik zat in de auto en was zo zenuwachtig voor al dat verkeer. Op de snelweg was ik al tien keer verkeerd gereden. In die eerste weken had ik geregeld van die ritjes die volgens Google Maps twintig minuten duren, maar waar ik dan anderhalf uur over deed.” Marcus groeide op in Hammerfest, een stadje met 10.000 inwoners in het noordelijkste puntje van Noorwegen, vlak bij de Noordkaap. “Het is er mooi en gemoedelijk. Iedereen kent elkaar. In de zomer blijft het continu licht en in de winter is het er de hele dag donker.” Noor: 'Met oud en nieuw waren we op een feestje in Hammerfest; kwamen vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze wilde volgen op Instagram' Noor: “We vierden Kerst bij je ouders en zusje. Ik weet nog dat we de hond uitlieten om één uur ’s middags. Het voelde alsof je thuiskomt na een avond stappen. En dat dan de hele dag.” Marcus: “Daarom ben ik ook geen ochtendmens. Ik ben eraan gewend om lang uit te slapen.” In de winter zijn de wegen er onbegaanbaar en is buiten voetballen onmogelijk. De velden zijn bedekt met minimaal twee meter sneeuw. “Mijn vader was vroeger een goede skiër. Ik was er ook goed in, vooral op het onderdeel slalom, en ik snowboardde graag. Toch lonkte de bal meer. In de winter kon dat alleen in een indoorhal. Maar ’s zomers voetbalden we zeven uur per dag, hingen we de hele dag rond het veld omdat het toch licht bleef. In de zomer deed ik ook aan atletiek, dat heeft me geholpen om snel te worden.” Voetbal leefde in de familie Holmgren Pedersen. “Wij keken heel veel wedstrijden op tv. Liverpool is de favoriete club van mijn vader. En dus ook die van mij. Ik had geen keuze.” Al op zijn vijftiende ging Marcus uit huis. In de jeugdopleiding van Tromsø IL, een paar honderd kilometer onder Hammerfest, kreeg hij de kans om zich verder te ontwikkelen. “Ik was niet gewend om de was te doen en te koken. Als ik moe was, koos ik voor het makkelijkste eten, wat meestal een slechte keuze was. Jeugdtrainers hebben me toen een spiegel voorgehouden. In Hammerfest was ik gewend om de beste te zijn, maar voor de stap naar het eerste team van Tromsø moest ik professioneler worden. Ik ben het serieus gaan aanpakken en maakte de stap naar het eerste elftal.” Ook Tromsø ligt geografisch hoger dan de noordelijkste hoofdstad ter wereld (Nuuk, Groenland). Tromsø uit, niet bepaald een wedstrijd waar de andere Noorse clubs op zitten te wachten. “Het is minimaal twee uur vliegen, het waait er altijd en het is er steenkoud. De fans zijn stugge noordelingen met het hart op de tong. Je komt met ijs op je tenen het veld af.” Als eerste inwoner van Hammerfest ooit maakte hij zijn debuut in de hoogste divisie van Noorwegen. Marcus: “Inwoners in Hammerfest zijn trots op me. Als ik thuis ben, word ik op straat aangesproken. Net als mijn ouders in de supermarkt.” Noor: “Toen jij in een interview in een Noorse krant over mij had verteld, kreeg ik veel berichtjes of we naar Hammerfest zouden komen. Met oud en nieuw vorig jaar waren we daar op een feestje; kwamen allemaal vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze alsjeblieft wilde volgen op Instagram.” Na anderhalf jaar Tromsø kreeg Marcus een aanbieding van Molde FK, de kampioen van Noorwegen. “Voorheen speelde ik als rechtsbuiten of als rechtermiddenvelder, pas bij Molde ben ik rechtsback geworden. Dat ging goed. We speelden in de Europa League en Feyenoord begon me in de gaten te houden. In een week was mijn contract getekend. Ik volgde de Nederlandse competities niet, wist nog weinig van Feyenoord. Toen ik hier was, voelde ik meteen dat het een heel grote club is in Nederland met een fanatieke aanhang.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Noor Omrani en Marcus Pedersen komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Broers Jens en Melle van ’t Wout zijn klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De een is verdediger bij Feyenoord, de ander aanvalster bij hockeyclub Den Bosch. Marcus Holmgren Pedersen (22) en Noor Omrani (21) delen niet alleen de liefde voor de bal, maar ook een hoofdkussen. We gingen op bezoek in Rotterdam. Noor: “Na mijn eigen wedstrijd haast ik me naar De Kuip, dan kan ik nog net de tweede helft van Marcus zien.” “Noor was door een vriend, die één van de materiaalmannen bij Feyenoord was, uitgenodigd voor onze wedstrijd in de Conference League tegen IF Elfsburg in augustus vorig jaar. Toevallig gaf ik mijn eerste assist,” zegt Marcus Pedersen, de Noor die vorig jaar van het Noorse Molde FK overkwam naar Feyenoord. “Ik had tickets voor de spelerslounge gekregen,” vertelt Noor Omrani. “Iemand vroeg wie mijn favoriete speler was. Tijdens de wedstrijd was jouw spel me al opgevallen, maar ik had geen idee wie je was. De vriendin met wie ik was uitgenodigd en ook mee was, riep achter mijn rug om meteen: ‘Ze vindt nummer 2 leuk!’ Het bleek de teammanager van Feyenoord te zijn die dat had gevraagd.” Marcus: “De volgende dag zei onze teammanager: ‘Je speelde een goede wedstrijd, maar ik denk ook dat ik je nieuwe vriendin heb gesproken.’ Hij googelde jou en liet me een foto van je zien in zijn kantoor. Ik zag dat je een goede hockeyster was en ging je meteen volgen op Instagram.” Noor: “Ik zat met diezelfde vriendin koffie te drinken de dag na de wedstrijd, postte dat op Instagram, en vlak daarna kreeg ik al een bericht van je waarin stond: ‘Wil je ook koffie met mij drinken?’ Ik dacht: wat gebeurt hier nou? We kenden elkaar helemaal niet. We hebben eerst een tijdje gesproken via Facetime. Dat was zo gezellig. Ik dacht: ik ben wel heel dom als ik niet iets met hem ga drinken. Na onze eerste date kreeg ik een lief spraakberichtje van je. We zijn nu een jaar samen.” Marcus: “Vlak na onze eerste date moest ik me melden bij het Noorse elftal, ik was drie weken weg.” Noor: “Toen je terugkwam uit Noorwegen heb ik meteen je vader ontmoet. We konden niet wachten elkaar te zien, maar je vader was er ook. We zijn met zijn drieën gaan eten.” Marcus: “In januari zijn we gaan samenwonen.” Noor: “Het voelt raar als we niet samen zijn. Ik ben jouw grootste steun hier. Je hebt hier geen familie en niet veel vrienden; als ik er niet ben, ben jij alleen en daar houd je niet van.” Marcus: “Onze levens en schema’s matchen goed. Ik train altijd in de ochtend. Noor heeft soms dagen met een dubbele training, dan komt ze laat thuis. Ik ben soms op trainingskamp of met het Noorse elftal weg, maar meestal zien we elkaar doordeweeks vaak.” Noor: “Wij trainen vier keer per week, op donderdag heb ik een dubbele training. Ik hoef niet iedere dag heen en weer naar Den Bosch. Mijn krachttrainingen doe ik in Rotterdam.” Marcus: “’s Avonds zijn we allebei moe na een zware dag. Na het eten spelen we het liefst samen FIFA.” Noorderlingen Marcus ging van het uitgestrekte Noorwegen naar de Randstad. “Ik herinner me mijn eerste dag in Rotterdam. Ik zat in de auto en was zo zenuwachtig voor al dat verkeer. Op de snelweg was ik al tien keer verkeerd gereden. In die eerste weken had ik geregeld van die ritjes die volgens Google Maps twintig minuten duren, maar waar ik dan anderhalf uur over deed.” Marcus groeide op in Hammerfest, een stadje met 10.000 inwoners in het noordelijkste puntje van Noorwegen, vlak bij de Noordkaap. “Het is er mooi en gemoedelijk. Iedereen kent elkaar. In de zomer blijft het continu licht en in de winter is het er de hele dag donker.” Noor: 'Met oud en nieuw waren we op een feestje in Hammerfest; kwamen vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze wilde volgen op Instagram' Noor: “We vierden Kerst bij je ouders en zusje. Ik weet nog dat we de hond uitlieten om één uur ’s middags. Het voelde alsof je thuiskomt na een avond stappen. En dat dan de hele dag.” Marcus: “Daarom ben ik ook geen ochtendmens. Ik ben eraan gewend om lang uit te slapen.” In de winter zijn de wegen er onbegaanbaar en is buiten voetballen onmogelijk. De velden zijn bedekt met minimaal twee meter sneeuw. “Mijn vader was vroeger een goede skiër. Ik was er ook goed in, vooral op het onderdeel slalom, en ik snowboardde graag. Toch lonkte de bal meer. In de winter kon dat alleen in een indoorhal. Maar ’s zomers voetbalden we zeven uur per dag, hingen we de hele dag rond het veld omdat het toch licht bleef. In de zomer deed ik ook aan atletiek, dat heeft me geholpen om snel te worden.” Voetbal leefde in de familie Holmgren Pedersen. “Wij keken heel veel wedstrijden op tv. Liverpool is de favoriete club van mijn vader. En dus ook die van mij. Ik had geen keuze.” Al op zijn vijftiende ging Marcus uit huis. In de jeugdopleiding van Tromsø IL, een paar honderd kilometer onder Hammerfest, kreeg hij de kans om zich verder te ontwikkelen. “Ik was niet gewend om de was te doen en te koken. Als ik moe was, koos ik voor het makkelijkste eten, wat meestal een slechte keuze was. Jeugdtrainers hebben me toen een spiegel voorgehouden. In Hammerfest was ik gewend om de beste te zijn, maar voor de stap naar het eerste team van Tromsø moest ik professioneler worden. Ik ben het serieus gaan aanpakken en maakte de stap naar het eerste elftal.” Ook Tromsø ligt geografisch hoger dan de noordelijkste hoofdstad ter wereld (Nuuk, Groenland). Tromsø uit, niet bepaald een wedstrijd waar de andere Noorse clubs op zitten te wachten. “Het is minimaal twee uur vliegen, het waait er altijd en het is er steenkoud. De fans zijn stugge noordelingen met het hart op de tong. Je komt met ijs op je tenen het veld af.” Als eerste inwoner van Hammerfest ooit maakte hij zijn debuut in de hoogste divisie van Noorwegen. Marcus: “Inwoners in Hammerfest zijn trots op me. Als ik thuis ben, word ik op straat aangesproken. Net als mijn ouders in de supermarkt.” Noor: “Toen jij in een interview in een Noorse krant over mij had verteld, kreeg ik veel berichtjes of we naar Hammerfest zouden komen. Met oud en nieuw vorig jaar waren we daar op een feestje; kwamen allemaal vrouwen naar me toe om te vragen of ik aan jou kon vragen of jij ze alsjeblieft wilde volgen op Instagram.” Na anderhalf jaar Tromsø kreeg Marcus een aanbieding van Molde FK, de kampioen van Noorwegen. “Voorheen speelde ik als rechtsbuiten of als rechtermiddenvelder, pas bij Molde ben ik rechtsback geworden. Dat ging goed. We speelden in de Europa League en Feyenoord begon me in de gaten te houden. In een week was mijn contract getekend. Ik volgde de Nederlandse competities niet, wist nog weinig van Feyenoord. Toen ik hier was, voelde ik meteen dat het een heel grote club is in Nederland met een fanatieke aanhang.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Noor Omrani en Marcus Pedersen komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Broers Jens en Melle van ’t Wout zijn klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.