Word abonnee
Meer

Voetbal

Rafael van der Vaart: ‘Wie zegt er nou nee tegen mij?’

Hij brak door rond de eeuwwisseling, groeide uit tot een poster boy. De linkspoot speelde onder andere bij Ajax, Hamburger SV, Real Madrid, Tottenham Hotspur en Betis Sevilla en kwam 109 keer uit voor het Nederlands elftal. Tegenwoordig valt Rafael van der Vaart (42) op als voetbalanalist met uitspraken die af en toe de wereld overgaan. In het boek Rafael van de Vaart, alles op intuïtie, geschreven door Bart Vlietstra, gunt hij ons een inkijkje in zijn leven. Voor Helden Magazine nummer 79 gingen we met Van der Vaart in gesprek. Rafael van der Vaart Damián van der Vaart Zoon Damián van der Vaart tekende begin januari 2025 een contract bij Ajax tot en met 2029, 25 jaar nadat Rafael zijn eerste contract in Amsterdam had getekend. Dit heugelijke feit is de aftrap van het door Bart Vlietstra geschreven boek ‘Rafael van de Vaart, alles op intuïtie’. De negentienjarige Damián woont bij zijn grootouders Ramon en Lolita van der Vaart in Heemskerk, mede omdat zijn beide ouders in het buitenland wonen. Vader Rafael houdt vanuit Boekarest, waar hij met zijn handballende vriendin Estavana Polman en hun dochtertje Jesslynn woont, een vinger aan de pols. Damián in het boek: ‘Mijn vader zei: ‘Wil je dat ik je help?’ Ik zei: ‘Ja, graag.’ Toen werd hij kritischer. Hij zegt altijd: als je het niet wil, moet je het zeggen. Maar ik wil het, dus het is mijn keuze. Voor de rest is hij een heel lieve papa, hoor.’ Rafael: “Ik vind het vreselijk om zo kritisch te moeten zijn, maar dat is wel nodig om verder te komen als voetballer. Damián luisterde in het begin maar half als ik iets zei. Als ik kritisch was, waren Es en de hele familie kwaad. Niemand sprak dan meer met mij. Maar toen Damián een beetje beter naar me ging luisteren, zag je wél meteen resultaat. Ik begrijp dat het voor hem niet makkelijk is dat uitgerekend ik zijn vader ben. Ik vroeg hem eens: vind je het vervelend dat ik je vader ben? Damián antwoordde: ‘Nee, ik ben supertrots op je.’ Toen zei ik: omarm dan gewoon dat ik er ben, doe wat met de aanwijzingen die ik geef. Het heeft ook voordelen dat ik zijn vader ben. Neem alleen al het feit dat hij de kans kreeg bij Ajax. Mijn voorkeur had eigenlijk dat hij naar Heerenveen zou gaan, omdat ik dacht dat hij daar meer aan spelen toe zou komen. Heerenveen wilde hem heel graag hebben, maar Damián wilde liever naar de club waarmee hij is opgegroeid. Kon-ie ook lekker bij opa en oma wonen. Ik heb Ajax gebeld en gezegd: mag m’n zoon een week meetrainen. In die week heeft hij het laten zien.” Damián is rechtsbenig, heeft in jouw ogen een David Beckham-trap in dat been. Jij noemt Damián als type speler ‘een Donny van de Beek’. “Ik was een natuurlijke nummer 10, zoals Sneijdertje en Jari Litmanen dat ook waren. Bij ons spatte de kwaliteit op die positie ervan af, goals maken, assists geven, de bal willen hebben. Davy Klaassen en Donny van de Beek waren onze opvolgers op ‘10’, vulden het heel anders in. Zij maakten veel doelpunten, hoor, maar je kon hen ook een tijdje niet zien. Dat heeft Damián ook een beetje. Bij hem kun je soms denken: doet-ie eigenlijk wel mee? Maar ineens valt die bal voor z’n voeten en scoort hij.” Lachend: “Damián is eigenlijk de nummer 10 geworden waar ik niet heel graag naar keek. Maar gelukkig begint hij ook steeds beter te voetballen.” Jij zegt in het boek dat je in aanleg een betere voetballer was dan jouw zoon. “Dat klinkt heel hard, mensen moesten er ook aan wennen dat ik dat zei. Maar het is de realiteit, anders had hij wel al op z’n zestiende in het eerste gestaan. Neemt niet weg dat hij wel gewoon een heel mooie carrière kan hebben.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Rafael van der Vaart komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Hij brak door rond de eeuwwisseling, groeide uit tot een poster boy. De linkspoot speelde onder andere bij Ajax, Hamburger SV, Real Madrid, Tottenham Hotspur en Betis Sevilla en kwam 109 keer uit voor het Nederlands elftal. Tegenwoordig valt Rafael van der Vaart (42) op als voetbalanalist met uitspraken die af en toe de wereld overgaan. In het boek Rafael van de Vaart, alles op intuïtie, geschreven door Bart Vlietstra, gunt hij ons een inkijkje in zijn leven. Voor Helden Magazine nummer 79 gingen we met Van der Vaart in gesprek. Rafael van der Vaart Damián van der Vaart Zoon Damián van der Vaart tekende begin januari 2025 een contract bij Ajax tot en met 2029, 25 jaar nadat Rafael zijn eerste contract in Amsterdam had getekend. Dit heugelijke feit is de aftrap van het door Bart Vlietstra geschreven boek ‘Rafael van de Vaart, alles op intuïtie’. De negentienjarige Damián woont bij zijn grootouders Ramon en Lolita van der Vaart in Heemskerk, mede omdat zijn beide ouders in het buitenland wonen. Vader Rafael houdt vanuit Boekarest, waar hij met zijn handballende vriendin Estavana Polman en hun dochtertje Jesslynn woont, een vinger aan de pols. Damián in het boek: ‘Mijn vader zei: ‘Wil je dat ik je help?’ Ik zei: ‘Ja, graag.’ Toen werd hij kritischer. Hij zegt altijd: als je het niet wil, moet je het zeggen. Maar ik wil het, dus het is mijn keuze. Voor de rest is hij een heel lieve papa, hoor.’ Rafael: “Ik vind het vreselijk om zo kritisch te moeten zijn, maar dat is wel nodig om verder te komen als voetballer. Damián luisterde in het begin maar half als ik iets zei. Als ik kritisch was, waren Es en de hele familie kwaad. Niemand sprak dan meer met mij. Maar toen Damián een beetje beter naar me ging luisteren, zag je wél meteen resultaat. Ik begrijp dat het voor hem niet makkelijk is dat uitgerekend ik zijn vader ben. Ik vroeg hem eens: vind je het vervelend dat ik je vader ben? Damián antwoordde: ‘Nee, ik ben supertrots op je.’ Toen zei ik: omarm dan gewoon dat ik er ben, doe wat met de aanwijzingen die ik geef. Het heeft ook voordelen dat ik zijn vader ben. Neem alleen al het feit dat hij de kans kreeg bij Ajax. Mijn voorkeur had eigenlijk dat hij naar Heerenveen zou gaan, omdat ik dacht dat hij daar meer aan spelen toe zou komen. Heerenveen wilde hem heel graag hebben, maar Damián wilde liever naar de club waarmee hij is opgegroeid. Kon-ie ook lekker bij opa en oma wonen. Ik heb Ajax gebeld en gezegd: mag m’n zoon een week meetrainen. In die week heeft hij het laten zien.” Damián is rechtsbenig, heeft in jouw ogen een David Beckham-trap in dat been. Jij noemt Damián als type speler ‘een Donny van de Beek’. “Ik was een natuurlijke nummer 10, zoals Sneijdertje en Jari Litmanen dat ook waren. Bij ons spatte de kwaliteit op die positie ervan af, goals maken, assists geven, de bal willen hebben. Davy Klaassen en Donny van de Beek waren onze opvolgers op ‘10’, vulden het heel anders in. Zij maakten veel doelpunten, hoor, maar je kon hen ook een tijdje niet zien. Dat heeft Damián ook een beetje. Bij hem kun je soms denken: doet-ie eigenlijk wel mee? Maar ineens valt die bal voor z’n voeten en scoort hij.” Lachend: “Damián is eigenlijk de nummer 10 geworden waar ik niet heel graag naar keek. Maar gelukkig begint hij ook steeds beter te voetballen.” Jij zegt in het boek dat je in aanleg een betere voetballer was dan jouw zoon. “Dat klinkt heel hard, mensen moesten er ook aan wennen dat ik dat zei. Maar het is de realiteit, anders had hij wel al op z’n zestiende in het eerste gestaan. Neemt niet weg dat hij wel gewoon een heel mooie carrière kan hebben.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Rafael van der Vaart komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Voetbal

Kees Smit: ‘AZ paste beter bij me’

Kees Smit (19) had een jaar om van te dromen. Hij werd basisspeler bij AZ en vervulde in de zomer een hoofdrol op het EK onder 19. De middenvelder leidde Oranje naar de Europese titel, werd topscorer en uitgeroepen tot beste speler van het toernooi. Sindsdien staat hij nog meer in de schijnwerpers. Lachend: “Frenkie de Jong is wel een stapje verder, hoor.” Wat goed is, komt snel,’ is de bekende uitdrukking. “Het was een prachtig jaar. Ik ben vaste basisspeler bij AZ gewor- den. En ik denk dat je ook doelt op het EK onder 19.” Uiteraard. Jullie werden Europees kampioen. “We wilden zo graag presteren. Bij het EK onder 17 in 2023 wer- den we in de poulefase al uitgeschakeld. Dit EK speelden we on- geveer met dezelfde groep jongens. We zeiden tegen elkaar dat de uitkomst nu wel anders moest zijn.... Er was best wat spanning, we wisten eigenlijk niet hoe goed we waren ten opzichte van an- dere landen. De eerste wedstrijd tegen Duitsland wonnen we met 3-0. Toen begonnen we te geloven dat we heel ver konden komen. Maar dat we zóver zouden komen...” Jullie aanvoerder Givairo Read zei eerder in Helden dat hij na die eerste poulewedstrijd in de kleedkamer had geroepen: ‘Nu gaan we dit toernooi winnen ook!’ Lachend: “Hij riep inderdaad iets van: ‘Let op, wij gaan Europees kampioen worden.’ Voor iedere wedstrijd gaf hij als aanvoerder een speech. Hij pepte ons op, waardoor we met nog meer energie het veld op gingen.” In de derde poulewedstrijd tegen Engeland (4-2) maakte je een wereldgoal. Je nam een corner kort, kreeg de bal terug en krulde hem in de verre hoek. Het leek of jij dat zo ongeveer met twee vingers in je neus deed. “Die zat er lekker in. Toch springt de halve finale tegen Roemenië er voor mij uit, toen speelde ik echt goed. Het hele toernooi speelden we als team goed, alleen de finale tegen Spanje was het wat minder. Toch wonnen we met 1-0.” Jij kwam gedurende het toernooi enorm in de schijnwerpers te staan, scoorde in vier van de vijf wedstrijden. Jij werd daarmee topscorer van het toernooi en ook nog verkozen tot beste speler. “Ik dacht: ik ga gewoon een lekker toernooitje voetballen. Ik had echt niet verwacht dat ik zo in de belangstelling zou komen te staan. Via social media kreeg ik alles mee. Ik had een goed toer- nooi gespeeld en veel gescoord, dus verwachtte ook wel een beetje dat ik de prijs voor beste speler zou krijgen, maar dat maakte het niet minder speciaal.” Inmiddels ben je gepromoveerd naar Jong Oranje. “Het wordt steeds serieuzer. Bij Onder 19 waren we ook serieus, hoor, maar we lachten ook heel veel.” Voormalig bondscoach Guus Hiddink pleitte er in Studio Voetbal al voor om jou alvast aan het Nederlands elftal te laten ruiken. Hij zei: ‘Hallo, er komt wel iemand aan, hè.’ Lachend: “Dat heb ik gehoord. Ik weet niet of ik nu al klaar ben voor het Nederlands elftal. Ik ben goed op weg, maar vind ook dat ik – in ieder geval dit seizoen – meer moet laten zien bij AZ. Maar natuurlijk zou het heel mooi zijn om nu al geselecteerd te worden voor het Nederlands elftal.” Het middenveld van Oranje bestaat nu uit spelers als Ryan Gravenberch, Frenkie de Jong, Tijjani Reijnders, Justin Kluivert en Xavi Simons. Niet de minsten. “Het zijn inderdaad heel grote spelers. Die middenvelders doen het fantastisch, zijn een stap verder dan ik.” Lijk jij qua type speler het meest op Tijjani Reijnders? “Ik denk het wel. Ik hou ervan om als aanvallende middenvelder – als nummer tien – te spelen, maar ook als verbindingsspeler op ‘acht’.” Reijnders speelde bij AC Milan en sinds dit seizoen bij Manchester City, maar komt bij AZ vandaan. Heb jij nog met hem te maken gehad? “Ik mocht als jeugdspeler weleens mee op trainingskamp met het eerste elftal toen Tijjani nog bij AZ zat, dus heb geregeld met hem getraind. In het jaar waarin ik officieel werd overgeheveld naar het eerste elftal, ver- trok hij naar Milan. Hij was zo ongelooflijk goed, te goed voor AZ op dat moment.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Kees Smit komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Kees Smit (19) had een jaar om van te dromen. Hij werd basisspeler bij AZ en vervulde in de zomer een hoofdrol op het EK onder 19. De middenvelder leidde Oranje naar de Europese titel, werd topscorer en uitgeroepen tot beste speler van het toernooi. Sindsdien staat hij nog meer in de schijnwerpers. Lachend: “Frenkie de Jong is wel een stapje verder, hoor.” Wat goed is, komt snel,’ is de bekende uitdrukking. “Het was een prachtig jaar. Ik ben vaste basisspeler bij AZ gewor- den. En ik denk dat je ook doelt op het EK onder 19.” Uiteraard. Jullie werden Europees kampioen. “We wilden zo graag presteren. Bij het EK onder 17 in 2023 wer- den we in de poulefase al uitgeschakeld. Dit EK speelden we on- geveer met dezelfde groep jongens. We zeiden tegen elkaar dat de uitkomst nu wel anders moest zijn.... Er was best wat spanning, we wisten eigenlijk niet hoe goed we waren ten opzichte van an- dere landen. De eerste wedstrijd tegen Duitsland wonnen we met 3-0. Toen begonnen we te geloven dat we heel ver konden komen. Maar dat we zóver zouden komen...” Jullie aanvoerder Givairo Read zei eerder in Helden dat hij na die eerste poulewedstrijd in de kleedkamer had geroepen: ‘Nu gaan we dit toernooi winnen ook!’ Lachend: “Hij riep inderdaad iets van: ‘Let op, wij gaan Europees kampioen worden.’ Voor iedere wedstrijd gaf hij als aanvoerder een speech. Hij pepte ons op, waardoor we met nog meer energie het veld op gingen.” In de derde poulewedstrijd tegen Engeland (4-2) maakte je een wereldgoal. Je nam een corner kort, kreeg de bal terug en krulde hem in de verre hoek. Het leek of jij dat zo ongeveer met twee vingers in je neus deed. “Die zat er lekker in. Toch springt de halve finale tegen Roemenië er voor mij uit, toen speelde ik echt goed. Het hele toernooi speelden we als team goed, alleen de finale tegen Spanje was het wat minder. Toch wonnen we met 1-0.” Jij kwam gedurende het toernooi enorm in de schijnwerpers te staan, scoorde in vier van de vijf wedstrijden. Jij werd daarmee topscorer van het toernooi en ook nog verkozen tot beste speler. “Ik dacht: ik ga gewoon een lekker toernooitje voetballen. Ik had echt niet verwacht dat ik zo in de belangstelling zou komen te staan. Via social media kreeg ik alles mee. Ik had een goed toer- nooi gespeeld en veel gescoord, dus verwachtte ook wel een beetje dat ik de prijs voor beste speler zou krijgen, maar dat maakte het niet minder speciaal.” Inmiddels ben je gepromoveerd naar Jong Oranje. “Het wordt steeds serieuzer. Bij Onder 19 waren we ook serieus, hoor, maar we lachten ook heel veel.” Voormalig bondscoach Guus Hiddink pleitte er in Studio Voetbal al voor om jou alvast aan het Nederlands elftal te laten ruiken. Hij zei: ‘Hallo, er komt wel iemand aan, hè.’ Lachend: “Dat heb ik gehoord. Ik weet niet of ik nu al klaar ben voor het Nederlands elftal. Ik ben goed op weg, maar vind ook dat ik – in ieder geval dit seizoen – meer moet laten zien bij AZ. Maar natuurlijk zou het heel mooi zijn om nu al geselecteerd te worden voor het Nederlands elftal.” Het middenveld van Oranje bestaat nu uit spelers als Ryan Gravenberch, Frenkie de Jong, Tijjani Reijnders, Justin Kluivert en Xavi Simons. Niet de minsten. “Het zijn inderdaad heel grote spelers. Die middenvelders doen het fantastisch, zijn een stap verder dan ik.” Lijk jij qua type speler het meest op Tijjani Reijnders? “Ik denk het wel. Ik hou ervan om als aanvallende middenvelder – als nummer tien – te spelen, maar ook als verbindingsspeler op ‘acht’.” Reijnders speelde bij AC Milan en sinds dit seizoen bij Manchester City, maar komt bij AZ vandaan. Heb jij nog met hem te maken gehad? “Ik mocht als jeugdspeler weleens mee op trainingskamp met het eerste elftal toen Tijjani nog bij AZ zat, dus heb geregeld met hem getraind. In het jaar waarin ik officieel werd overgeheveld naar het eerste elftal, ver- trok hij naar Milan. Hij was zo ongelooflijk goed, te goed voor AZ op dat moment.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Kees Smit komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Voetbal

Peter Bosz: ‘We hebben het alsnog geflikt’

Peter Bosz prolongeerde dankzij een zinderend slot van de eredivisie de landstitel met PSV. We schotelden hem foto’s voor in Helden Magazine nummer 79 en blikken terug op zijn carrière als voetballer en trainer. “Ik had eigenlijk altijd al het gevoel: misschien kan ik als trainer wél de absolute top bereiken.” Peter Bosz 18 mei 2025 Peter Bosz met de kampioensschaal. Naast hem aanvoerder Luuk de Jong. “Als ik deze foto zie, is het eerste wat ik denk: we hebben het geflikt. Of eigenlijk moet ik zeggen: we hebben het alsnog geflikt. Er werd geen rekening meer mee gehouden dat wij de titel zouden pakken. In november 2024 werd er geroepen: wie wordt er dit seizoen tweede achter PSV. Iets van drie maanden later werd er gezegd: Ajax achterhalen kan niet meer.” Ajax won op 30 maart dit jaar met 0-2 van jullie in Eindhoven. Daardoor keken jullie tegen een achterstand van negen punten aan met nog zeven competitieduels te gaan. “Na die wedstrijd tegen Ajax in Eindhoven dacht ik ook dat het klaar was. Ik kon toen wel heel stoer gaan roepen dat het nog niet beslist was, om zo een signaal aan de spelers te geven dat ze vertrouwen moesten houden, maar dat was op dat moment echt niet realistisch. Ik ga geen dingen roepen waarvan ik zelf al denk dat het niet gaat gebeuren.” Met nog vijf wedstrijden te gaan, was het verschil nog altijd negen punten. Keek je wel telkens met een schuin ogen naar wat Ajax deed? “In het begin niet. Na de eerste keer dat Ajax punten verloor – Ajax ging onderuit tegen FC Utrecht, red. – dacht ik: die marge is nog zo groot, dat kunnen ze lijden. Maar toen ze daarna weer punten morsten, dacht ik: er kan twijfel ontstaan in de hoofden van de spelers van Ajax. Maar goed, dat hadden wij toch niet in de hand. Het enige wat wij konden doen, was onze wedstrijden blijven winnen. Om zo de druk erop te houden.” Jullie speelden op 11 mei in de Kuip tegen Feyenoord, kwamen 2-0 achter, maar dankzij een goal in de 99ste minuut van Noa Lang wisten jullie toch nog met 3-2 te winnen. “Dat is voor Ajax het knakpunt geweest, vermoed ik. Ajax moest na ons nog voetballen. De eerste helft van ons hebben zij kunnen bekijken. Toen dachten ze wellicht: vanmiddag kunnen we kampioen worden. Vlak voordat Ajax het veld opging, hoorden ze dat wij toch nog 2-3 hadden gewonnen. Ik kan me voorstellen dat ineens de druk er vol op stond.” Ajax verloor met 0-3 van NEC. Met nog twee wedstrijden te gaan was het verschil één punt. De een na laatste wedstrijd, op 15 mei, wonnen jullie met 4-1 van Heracles. Ajax verspeelde in de 99ste minuut tegen tien man van FC Groningen een 2-1 voorsprong. Het werd 2-2 en ineens waren jullie koploper. “Ik vroeg na afloop van onze wedstrijd meteen wat het was geworden in Groningen en ik hoorde dat Ajax met 2-1 voor stond. Ik dacht dat die wedstrijd wel afgelopen was toen wij een ronde door het stadion liepen om het publiek te bedanken. Mijn assistent Rob Maas heeft heel goede ogen, keek vanaf het veld een skybox in en zag daar op een tv dat de wedstrijd van Ajax nog steeds niet afgelopen was. We liepen naar binnen en toen hoorden we dat er nog een vrije trap genomen moest worden in Groningen. Iedereen luisterde mee. Er werd gescoord en daarna was het een gekkenhuis.” Jullie wonnen de laatste wedstrijd met 1-3 bij Sparta en veroverden toch nog de landstitel. Ivan Perisic zei in maart voor de wedstrijd tegen Arsenal en nadat jullie werden uitgeschakeld in de KNVB-beker door Go Ahead Eagles: “We moeten meer een team zijn, dat zijn we nu niet. Of me dat boos maakt? Ja, we moeten rennen voor elkaar, vechten voor elkaar.” Is het belangrijk geweest dat hij dat hardop riep? “Welnee. Weet je wat het is met voetballers? Hen wordt vaak vlak na een wedstrijd om een mening gevraagd. Met alle adrenaline nog in hun lichaam roepen ze dan wat. Je moet dat niet meteen betitelen als ‘de waarheid’. 'Uiteindelijk sta je na 34 competitiewedstrijden waar je hoort te staan. Wij zijn dus terecht kampioen geworden' Natuurlijk heb ik ook nagedacht over het verval. Ik had hardop kunnen roepen waar het aan lag, maar ik wilde voorkomen dat mensen zouden zeggen: ‘Daar heb je hem met zijn excuses.’ Ik vind: uiteindelijk sta je na 34 competitiewedstrijden waar je hoort te staan. Wij zijn dus terecht kampioen geworden. En als ik achteraf inzoom op de periode dat het minder ging, dan heeft dat ook een reden. Wij hebben een brede selectie, maar moesten lange tijd Malik Tillman en Sergiño Dest missen. Ook Joey Veerman en Jerdy Schouten waren lange tijd niet fit en Ricardo Pepi, onze doelpuntenmaker, viel weg. Eén blessure kun je opvangen, maar vijf… Toen Tillman en Veerman richting het einde van de competitie weer mee konden doen, ging het ook meteen weer makkelijker.” Hoe kwam jij thuis na een wedstrijd in de periode dat jij de voorsprong zag veranderen in een achterstand op Ajax? “Ik was daar dag en nacht mee bezig, maar schoot niet in de paniekstand. Wij zijn als staf constant goed blijven analyseren, hielden vertrouwen in de spelers en onze filosofie. Onze manier van spelen had anderhalf jaar heel goed gewerkt. Buitenstaanders riepen dat we alles om moesten gooien, omdat we achter elkaar punten verspeelden. Het is heel makkelijk om dat te roepen. Ik vind het mooi dat wij als club juist het tegenovergestelde hebben gedaan; we hielden vast aan de koers die we hebben ingezet, zijn druk blijven zetten tijdens wedstrijden, zoals we dat altijd deden. We bleven rustig.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Peter Bosz komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Peter Bosz prolongeerde dankzij een zinderend slot van de eredivisie de landstitel met PSV. We schotelden hem foto’s voor in Helden Magazine nummer 79 en blikken terug op zijn carrière als voetballer en trainer. “Ik had eigenlijk altijd al het gevoel: misschien kan ik als trainer wél de absolute top bereiken.” Peter Bosz 18 mei 2025 Peter Bosz met de kampioensschaal. Naast hem aanvoerder Luuk de Jong. “Als ik deze foto zie, is het eerste wat ik denk: we hebben het geflikt. Of eigenlijk moet ik zeggen: we hebben het alsnog geflikt. Er werd geen rekening meer mee gehouden dat wij de titel zouden pakken. In november 2024 werd er geroepen: wie wordt er dit seizoen tweede achter PSV. Iets van drie maanden later werd er gezegd: Ajax achterhalen kan niet meer.” Ajax won op 30 maart dit jaar met 0-2 van jullie in Eindhoven. Daardoor keken jullie tegen een achterstand van negen punten aan met nog zeven competitieduels te gaan. “Na die wedstrijd tegen Ajax in Eindhoven dacht ik ook dat het klaar was. Ik kon toen wel heel stoer gaan roepen dat het nog niet beslist was, om zo een signaal aan de spelers te geven dat ze vertrouwen moesten houden, maar dat was op dat moment echt niet realistisch. Ik ga geen dingen roepen waarvan ik zelf al denk dat het niet gaat gebeuren.” Met nog vijf wedstrijden te gaan, was het verschil nog altijd negen punten. Keek je wel telkens met een schuin ogen naar wat Ajax deed? “In het begin niet. Na de eerste keer dat Ajax punten verloor – Ajax ging onderuit tegen FC Utrecht, red. – dacht ik: die marge is nog zo groot, dat kunnen ze lijden. Maar toen ze daarna weer punten morsten, dacht ik: er kan twijfel ontstaan in de hoofden van de spelers van Ajax. Maar goed, dat hadden wij toch niet in de hand. Het enige wat wij konden doen, was onze wedstrijden blijven winnen. Om zo de druk erop te houden.” Jullie speelden op 11 mei in de Kuip tegen Feyenoord, kwamen 2-0 achter, maar dankzij een goal in de 99ste minuut van Noa Lang wisten jullie toch nog met 3-2 te winnen. “Dat is voor Ajax het knakpunt geweest, vermoed ik. Ajax moest na ons nog voetballen. De eerste helft van ons hebben zij kunnen bekijken. Toen dachten ze wellicht: vanmiddag kunnen we kampioen worden. Vlak voordat Ajax het veld opging, hoorden ze dat wij toch nog 2-3 hadden gewonnen. Ik kan me voorstellen dat ineens de druk er vol op stond.” Ajax verloor met 0-3 van NEC. Met nog twee wedstrijden te gaan was het verschil één punt. De een na laatste wedstrijd, op 15 mei, wonnen jullie met 4-1 van Heracles. Ajax verspeelde in de 99ste minuut tegen tien man van FC Groningen een 2-1 voorsprong. Het werd 2-2 en ineens waren jullie koploper. “Ik vroeg na afloop van onze wedstrijd meteen wat het was geworden in Groningen en ik hoorde dat Ajax met 2-1 voor stond. Ik dacht dat die wedstrijd wel afgelopen was toen wij een ronde door het stadion liepen om het publiek te bedanken. Mijn assistent Rob Maas heeft heel goede ogen, keek vanaf het veld een skybox in en zag daar op een tv dat de wedstrijd van Ajax nog steeds niet afgelopen was. We liepen naar binnen en toen hoorden we dat er nog een vrije trap genomen moest worden in Groningen. Iedereen luisterde mee. Er werd gescoord en daarna was het een gekkenhuis.” Jullie wonnen de laatste wedstrijd met 1-3 bij Sparta en veroverden toch nog de landstitel. Ivan Perisic zei in maart voor de wedstrijd tegen Arsenal en nadat jullie werden uitgeschakeld in de KNVB-beker door Go Ahead Eagles: “We moeten meer een team zijn, dat zijn we nu niet. Of me dat boos maakt? Ja, we moeten rennen voor elkaar, vechten voor elkaar.” Is het belangrijk geweest dat hij dat hardop riep? “Welnee. Weet je wat het is met voetballers? Hen wordt vaak vlak na een wedstrijd om een mening gevraagd. Met alle adrenaline nog in hun lichaam roepen ze dan wat. Je moet dat niet meteen betitelen als ‘de waarheid’. 'Uiteindelijk sta je na 34 competitiewedstrijden waar je hoort te staan. Wij zijn dus terecht kampioen geworden' Natuurlijk heb ik ook nagedacht over het verval. Ik had hardop kunnen roepen waar het aan lag, maar ik wilde voorkomen dat mensen zouden zeggen: ‘Daar heb je hem met zijn excuses.’ Ik vind: uiteindelijk sta je na 34 competitiewedstrijden waar je hoort te staan. Wij zijn dus terecht kampioen geworden. En als ik achteraf inzoom op de periode dat het minder ging, dan heeft dat ook een reden. Wij hebben een brede selectie, maar moesten lange tijd Malik Tillman en Sergiño Dest missen. Ook Joey Veerman en Jerdy Schouten waren lange tijd niet fit en Ricardo Pepi, onze doelpuntenmaker, viel weg. Eén blessure kun je opvangen, maar vijf… Toen Tillman en Veerman richting het einde van de competitie weer mee konden doen, ging het ook meteen weer makkelijker.” Hoe kwam jij thuis na een wedstrijd in de periode dat jij de voorsprong zag veranderen in een achterstand op Ajax? “Ik was daar dag en nacht mee bezig, maar schoot niet in de paniekstand. Wij zijn als staf constant goed blijven analyseren, hielden vertrouwen in de spelers en onze filosofie. Onze manier van spelen had anderhalf jaar heel goed gewerkt. Buitenstaanders riepen dat we alles om moesten gooien, omdat we achter elkaar punten verspeelden. Het is heel makkelijk om dat te roepen. Ik vind het mooi dat wij als club juist het tegenovergestelde hebben gedaan; we hielden vast aan de koers die we hebben ingezet, zijn druk blijven zetten tijdens wedstrijden, zoals we dat altijd deden. We bleven rustig.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Peter Bosz komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Schaatsen

Suzanne Schulting en Joep Wennemars: ‘Wij zitten op dezelfde golflengte’

Joep Wennemars (23) pakte in maart 2025 de wereldtitel op de 1000 meter en trad definitief uit de schaduw van zijn vader. Drievoudig olympisch kampioene Suzanne Schulting (28) begon aan een nieuw hoofdstuk, maakte de switch van shorttrack naar langebaanschaatsen én werd meteen wereldkampioen op de teamsprint. Bovendien sloeg de vonk over tussen de ploeggenoten bij Team Essent. Ze kijken voor het eerst samen terug op een bewogen periode. “De mooiste dag uit mijn schaatscarrière,” zegt Joep Wennemars als hij terugdenkt aan 15 maart 2025, de dag waarop hij in Hamar goud won op de 1000 meter bij de WK afstanden. “Tot nu toe dan, hè,” haast hij erbij te zeggen. Hij reed een baanrecord in Noorwegen, moest daarna nog lang wachten, maar zag dat zijn concurrenten zich een voor een stukbeten op zijn tijd van 1.08,05. Toen de laatste rit was geweest stond zijn naam nog steeds bovenaan, gevolgd door die van Jenning de Boo en Jordan Stolz. Een explosie van geluk volgde, het ongeloof was van zijn gezicht te scheppen. “Ik had het hele seizoen te veel problemen gehad om zelfs maar bezig te zijn met het winnen van de wereldtitel op de 1000 meter. Ik was al blij dat ik bij de NK voor het eerst dat seizoen een goede race had gereden, waardoor ik überhaupt naar Hamar mocht. Eigenlijk was ik al bezig met doelen die voorbij dat WK lagen. Het ging het hele seizoen niet als ik had gehoopt, maar ik wist dat als ik mijn niveau kon laten zien, ze toch rekening met me moesten houden. In Hamar voelde ik: shit hé, ik voel voor het eerst in maanden dat ik echt klaar om een goede wedstrijd te rijden. Ik vertelde niemand wat ik voelde, hield dat echt voor mezelf.” Joep slaagde erin om op het moment suprême een uitstekende rit te schaatsen. “Meteen na afloop zei ik tegen mezelf: op deze race valt weinig aan te merken. Maar wat mijn tijd - weliswaar een baanrecord - waard was, wist ik niet. Aan de wereldtitel dacht ik geen moment. Ik was blij en opgelucht dat ik had laten zien: hé, ik ben er nog! Ik kon sowieso met opgeheven hoofd naar huis.” Suzanne Schulting zag de race van haar vriend vanaf de tribune, zat naast vader Erben en moeder Renate Wennemars en vrienden van Joep. Als er iemand weet wat winnen is, dan is het Suzanne, maar ze wist niet waar ze het zoeken moest. “Ik was megazenuwachtig. Vreselijk. Het was veel erger dan wanneer ik zelf voor een belangrijke race op het ijs stond. Dan heb je het zelf onder controle en nu moest ik toekijken en maar hopen dat het goed zou gaan. Dat ik zo zenuwachtig was, kwam ook doordat ik wist dat Joep in goeden doen was. Ik had heel sterk het gevoel van: het zou vandaag zomaar allemaal op z’n plek kunnen vallen.” Ze kijkt naar Joep en zegt: “Ik heb niet tegen jou gezegd dat dat door m’n hoofd spookte, maar voelde echt aan alles: er kan iets bijzonders gebeuren.” Joep: “Vanaf het middenterrein zag ik jongens die normaal gesproken altijd bij mij in de buurt zitten ineens een seconde of meer langzamer rijden dan ik. Toen realiseerde ik me: ik heb echt een heel goede tijd neergezet.” Suzanne: “We zagen dat jij vanaf het middenterrein de tribunes af aan het speuren was, maar je kon ons niet vinden. Ondertussen werden wij steeds enthousiaster toen de een na de ander niet aan jouw tijd kwam.” Joep: “Toen ze ook in de laatste rit niet aan mijn tijd kwamen, was mijn eerste gedachte: holy fuck! Het kwam doordat ik het hele seizoen zo had geworsteld zo onverwachts. Echt onwerkelijk.” Suzanne: “Ik had nooit verwacht dat ik voor iemand anders zo zenuwachtig, blij en emotioneel kon zijn. Jouw moeder zei tegen me na de laatste rit: ‘Ga gewoon naar hem toe!’ Ik heb een lange sprint van de tribune naar het middenterrein getrokken.” Suzanne sprong Joep om zijn nek. Joep: “Zoveel dingen kwamen ineens bij elkaar. Toen ik jou zag, dacht ik: fuck it, nu mag even alles.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Suzanne Schulting en Joep Wennemars komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Joep Wennemars (23) pakte in maart 2025 de wereldtitel op de 1000 meter en trad definitief uit de schaduw van zijn vader. Drievoudig olympisch kampioene Suzanne Schulting (28) begon aan een nieuw hoofdstuk, maakte de switch van shorttrack naar langebaanschaatsen én werd meteen wereldkampioen op de teamsprint. Bovendien sloeg de vonk over tussen de ploeggenoten bij Team Essent. Ze kijken voor het eerst samen terug op een bewogen periode. “De mooiste dag uit mijn schaatscarrière,” zegt Joep Wennemars als hij terugdenkt aan 15 maart 2025, de dag waarop hij in Hamar goud won op de 1000 meter bij de WK afstanden. “Tot nu toe dan, hè,” haast hij erbij te zeggen. Hij reed een baanrecord in Noorwegen, moest daarna nog lang wachten, maar zag dat zijn concurrenten zich een voor een stukbeten op zijn tijd van 1.08,05. Toen de laatste rit was geweest stond zijn naam nog steeds bovenaan, gevolgd door die van Jenning de Boo en Jordan Stolz. Een explosie van geluk volgde, het ongeloof was van zijn gezicht te scheppen. “Ik had het hele seizoen te veel problemen gehad om zelfs maar bezig te zijn met het winnen van de wereldtitel op de 1000 meter. Ik was al blij dat ik bij de NK voor het eerst dat seizoen een goede race had gereden, waardoor ik überhaupt naar Hamar mocht. Eigenlijk was ik al bezig met doelen die voorbij dat WK lagen. Het ging het hele seizoen niet als ik had gehoopt, maar ik wist dat als ik mijn niveau kon laten zien, ze toch rekening met me moesten houden. In Hamar voelde ik: shit hé, ik voel voor het eerst in maanden dat ik echt klaar om een goede wedstrijd te rijden. Ik vertelde niemand wat ik voelde, hield dat echt voor mezelf.” Joep slaagde erin om op het moment suprême een uitstekende rit te schaatsen. “Meteen na afloop zei ik tegen mezelf: op deze race valt weinig aan te merken. Maar wat mijn tijd - weliswaar een baanrecord - waard was, wist ik niet. Aan de wereldtitel dacht ik geen moment. Ik was blij en opgelucht dat ik had laten zien: hé, ik ben er nog! Ik kon sowieso met opgeheven hoofd naar huis.” Suzanne Schulting zag de race van haar vriend vanaf de tribune, zat naast vader Erben en moeder Renate Wennemars en vrienden van Joep. Als er iemand weet wat winnen is, dan is het Suzanne, maar ze wist niet waar ze het zoeken moest. “Ik was megazenuwachtig. Vreselijk. Het was veel erger dan wanneer ik zelf voor een belangrijke race op het ijs stond. Dan heb je het zelf onder controle en nu moest ik toekijken en maar hopen dat het goed zou gaan. Dat ik zo zenuwachtig was, kwam ook doordat ik wist dat Joep in goeden doen was. Ik had heel sterk het gevoel van: het zou vandaag zomaar allemaal op z’n plek kunnen vallen.” Ze kijkt naar Joep en zegt: “Ik heb niet tegen jou gezegd dat dat door m’n hoofd spookte, maar voelde echt aan alles: er kan iets bijzonders gebeuren.” Joep: “Vanaf het middenterrein zag ik jongens die normaal gesproken altijd bij mij in de buurt zitten ineens een seconde of meer langzamer rijden dan ik. Toen realiseerde ik me: ik heb echt een heel goede tijd neergezet.” Suzanne: “We zagen dat jij vanaf het middenterrein de tribunes af aan het speuren was, maar je kon ons niet vinden. Ondertussen werden wij steeds enthousiaster toen de een na de ander niet aan jouw tijd kwam.” Joep: “Toen ze ook in de laatste rit niet aan mijn tijd kwamen, was mijn eerste gedachte: holy fuck! Het kwam doordat ik het hele seizoen zo had geworsteld zo onverwachts. Echt onwerkelijk.” Suzanne: “Ik had nooit verwacht dat ik voor iemand anders zo zenuwachtig, blij en emotioneel kon zijn. Jouw moeder zei tegen me na de laatste rit: ‘Ga gewoon naar hem toe!’ Ik heb een lange sprint van de tribune naar het middenterrein getrokken.” Suzanne sprong Joep om zijn nek. Joep: “Zoveel dingen kwamen ineens bij elkaar. Toen ik jou zag, dacht ik: fuck it, nu mag even alles.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Suzanne Schulting en Joep Wennemars komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Voetbal

Lieke Martens en Benjamin van Leer: ‘Het leven is fantastisch’

Lieke Martens (32) snakte er lang naar, maar heeft het nu: rust. De voormalig Oranjeleeuwin, speelster van Barcelona en Paris Saint-Germain én Europees- en wereldvoetbalster van 2017 beviel in februari dit jaar van zoontje Lowen. Na de zomer nam ze officieel afscheid als voetbalster. Samen met echtgenoot Benjamin van Leer (33), voormalig keeper van Ajax en Sparta, blikt ze in Helden Magazine nummer 79 terug op mooie, maar ook roerige jaren. Lieke Martens & Benjamin van Leer ‘Now, the time feels right to take this decision. My greatest priority is to be the best mother I can be to Lowen and I am excited to embrace all that lies behind.’ Met deze woorden maakte Lieke Martens op 1 september bekend dat ze stopte met voetbal. Lieke: “Als er nog iets heel speciaals voorbij was gekomen, had ik het willen overwegen. Er was een optie, maar ook die paste niet in het perfecte plaatje. Het is prima zo. Ik heb zoveel offers gebracht: ging op mijn vijftiende al uit huis, weg van familie en vrienden. Nu hebben we rust.” Lieke werd in 2017 bekend bij het grote publiek. De Oranjevrouwen werden in eigen land Europees kampioen onder bondscoach Sarina Wiegman, Ze werd speelster van het toernooi en later dat jaar uitgeroepen tot Europees- en wereldvoetbalster van het jaar. Benjamin van Leer was op dat moment keeper bij Ajax. Benjamin: “Het EK ontging niemand die een beetje van voetbal hield. Ik moet wel zeggen: ik was toen nog een successupporter. Pas vanaf de halve finale ging mijn tv aan. We hebben het bij Ajax nog over jullie finale gehad. Jij viel mij op; ik vond jou er leuk uitzien en toen ik je zag spelen, dacht ik: o, je kan ook nog eens echt goed voetballen. Het is niet dat ik jou vanaf dat moment fanatiek volgde, maar een half jaar later kwamen we met elkaar in contact via Instagram.” Lieke: “Ik kende jou wel, mannenvoetbal is natuurlijk veel bekender. Tijdens de Algarve Cup in 2018, ik lag bij Kika van Es op de kamer, zat ik te scrollen op mijn telefoon en jij kwam voorbij op Instagram. Ik ging jou volgen, een half uur later kreeg ik al een berichtje.” [caption id="attachment_21796" align="aligncenter" width="833"] Lieke Martens en Benjamin van Leer[/caption] Benjamin: “Je stuurde terug dat je met Kika op de kamer zat. Ik had nog met haar op school gezeten in Nijmegen. Ik dacht: o jee, zij gaat niet positief over mij praten, want ik was best irritant op school.” Lieke lachend: “Kika bevestigde dat. Jij was destijds jeugdspeler van PSV en had waarschijnlijk een grote bek. Kika zei: ‘Hij is wel aanwezig, heeft zijn mondje klaar.’” Benjamin: “We voerden meteen heel lange telefoongesprekken. Dat had ik nooit eerder meegemaakt met een vrouw.” Lieke: “We belden soms zo lang met elkaar, dat we zeiden: we moeten nu echt gaan slapen, want we hebben morgen een wedstrijd.” De vonk sloeg over. Vijf jaar lang hadden de twee een langeafstandsrelatie. Benjamin woonde in Amsterdam, speelde op dat moment bij Ajax, daarna bij NAC en Sparta, Lieke bij Barcelona. Benjamin: “Die vijf jaren vlogen voorbij.” Lieke: “Mensen vragen weleens: hoe hebben jullie dat zo lang volgehouden? Het kostte ons geen moeite. Jij kwam liever naar Barcelona. Voor jou was dat iedere keer een soort mini-vakantie. Dan kwam ik terug van de training en lag jij lekker te zonnen op het balkon.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het dubbelinterview met Lieke Martens en Benjamin van Leer komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Lieke Martens (32) snakte er lang naar, maar heeft het nu: rust. De voormalig Oranjeleeuwin, speelster van Barcelona en Paris Saint-Germain én Europees- en wereldvoetbalster van 2017 beviel in februari dit jaar van zoontje Lowen. Na de zomer nam ze officieel afscheid als voetbalster. Samen met echtgenoot Benjamin van Leer (33), voormalig keeper van Ajax en Sparta, blikt ze in Helden Magazine nummer 79 terug op mooie, maar ook roerige jaren. Lieke Martens & Benjamin van Leer ‘Now, the time feels right to take this decision. My greatest priority is to be the best mother I can be to Lowen and I am excited to embrace all that lies behind.’ Met deze woorden maakte Lieke Martens op 1 september bekend dat ze stopte met voetbal. Lieke: “Als er nog iets heel speciaals voorbij was gekomen, had ik het willen overwegen. Er was een optie, maar ook die paste niet in het perfecte plaatje. Het is prima zo. Ik heb zoveel offers gebracht: ging op mijn vijftiende al uit huis, weg van familie en vrienden. Nu hebben we rust.” Lieke werd in 2017 bekend bij het grote publiek. De Oranjevrouwen werden in eigen land Europees kampioen onder bondscoach Sarina Wiegman, Ze werd speelster van het toernooi en later dat jaar uitgeroepen tot Europees- en wereldvoetbalster van het jaar. Benjamin van Leer was op dat moment keeper bij Ajax. Benjamin: “Het EK ontging niemand die een beetje van voetbal hield. Ik moet wel zeggen: ik was toen nog een successupporter. Pas vanaf de halve finale ging mijn tv aan. We hebben het bij Ajax nog over jullie finale gehad. Jij viel mij op; ik vond jou er leuk uitzien en toen ik je zag spelen, dacht ik: o, je kan ook nog eens echt goed voetballen. Het is niet dat ik jou vanaf dat moment fanatiek volgde, maar een half jaar later kwamen we met elkaar in contact via Instagram.” Lieke: “Ik kende jou wel, mannenvoetbal is natuurlijk veel bekender. Tijdens de Algarve Cup in 2018, ik lag bij Kika van Es op de kamer, zat ik te scrollen op mijn telefoon en jij kwam voorbij op Instagram. Ik ging jou volgen, een half uur later kreeg ik al een berichtje.” [caption id="attachment_21796" align="aligncenter" width="833"] Lieke Martens en Benjamin van Leer[/caption] Benjamin: “Je stuurde terug dat je met Kika op de kamer zat. Ik had nog met haar op school gezeten in Nijmegen. Ik dacht: o jee, zij gaat niet positief over mij praten, want ik was best irritant op school.” Lieke lachend: “Kika bevestigde dat. Jij was destijds jeugdspeler van PSV en had waarschijnlijk een grote bek. Kika zei: ‘Hij is wel aanwezig, heeft zijn mondje klaar.’” Benjamin: “We voerden meteen heel lange telefoongesprekken. Dat had ik nooit eerder meegemaakt met een vrouw.” Lieke: “We belden soms zo lang met elkaar, dat we zeiden: we moeten nu echt gaan slapen, want we hebben morgen een wedstrijd.” De vonk sloeg over. Vijf jaar lang hadden de twee een langeafstandsrelatie. Benjamin woonde in Amsterdam, speelde op dat moment bij Ajax, daarna bij NAC en Sparta, Lieke bij Barcelona. Benjamin: “Die vijf jaren vlogen voorbij.” Lieke: “Mensen vragen weleens: hoe hebben jullie dat zo lang volgehouden? Het kostte ons geen moeite. Jij kwam liever naar Barcelona. Voor jou was dat iedere keer een soort mini-vakantie. Dan kwam ik terug van de training en lag jij lekker te zonnen op het balkon.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het dubbelinterview met Lieke Martens en Benjamin van Leer komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Atletiek

Abdi Nageeye: roeien tegen de stroom in

Abdi Nageeye (36) groeide de afgelopen jaren uit tot een wereldtopper. Hij won al drie marathons en olympisch zilver. Daarnaast scherpte hij dit jaar in Londen het nationaal record aan tot 2.04.20. De tijd van oogsten is nog niet voorbij. Nog lang niet zelfs. “Frank Sinatra zong: ‘I did it my way.’ Dat is niet voor niets mijn levenslied.” Op het gezicht van Abdi Nageeye lijkt een glimlach gebeiteld. Zelden is hij chagrijnig of boos. “Ik kijk altijd naar het positieve, negatieve dingen probeer ik zo snel mogelijk uit mijn systeem te krijgen. Dat is denk ik deels mijn karakter, maar dat heb ik met de jaren ook geleerd. Als topsporter moet je niet te veel zorgen hebben, rust in het hoofd is zo belangrijk,” vertelt Abdi terwijl hij een slok van zijn koffie neemt. Hij heeft net een uurtje hardgelopen door het Goffert Park, dat is het medicijn om vrolijk aan de dag te kunnen beginnen. Want doet hij dat niet, dan wordt hij onrustig, voelt hij zich een gekooide tijger. Kenia Abdi verblijft het grootste gedeelte van het jaar in Kenia, waar hij woont en traint met zijn vrouw en vijf kinderen. Hij is even in Nederland voor besprekingen met zijn in Nijmegen gevestigde managementbureau Global Sports Communication en reist daarna door naar Amerika voor een trainingskamp van zes weken. De laatste keer dat hij in actie kwam in wedstrijdverband was op 27 april, tijdens zijn debuut op de TCS London Marathon. Hij verbeterde zijn Nederlands record met 25 seconden tot 2.04.20, maar de tevredenheid overheerste niet meteen na af- loop. Tijdens het interview voor de camera van de NOS hoorde hij dat de fotofinish had uitgewezen dat hij niet derde, zoals eer- der werd geroepen, maar vierde was geworden. Weg podium. Bovendien vocht hij in de laatste kilometers tegen de kramp. Abdi schudt grinnikend zijn hoofd als hij terugdenkt aan Londen. “Voor mijn gevoel was ik de laatste acht kilometer aan het joggen. Toen ik zag dat ik een persoonlijk record had gelopen, was mijn eerste gedachte: dat klopt niet. Maar zonder die kramp had ik het Europees record van 2.03.36 én de derde plaats gepakt. Zeker weten. Mijn gevoelens wisselden voort- durend van teleurstelling naar blijdschap. Terug in het hotel, onder de douche, daalde alles pas in. Ik voelde geen verzuring en geen pijn, was eigenlijk ook helemaal niet moe. Amazing, toch? Nu, een paar maanden later, overheerst tevredenheid. Ik weet dat ik nog veel harder kan dan in Londen. Dat motiveert enorm. Ik ben 36, word nog elke keer beter. Crazy.” Rijpen Abdi ging de wereld over toen hij in 2021 olympisch zilver pakte achter ‘marathonkoning’ Eliud Kipchoge, zijn collega bij het NN Running Team. Maar dat hij ondertussen nog oog had voor zijn maatje en trainingsgenoot Bashir Abdi, net als hij geboren in Somalië en door de onrust aldaar gevlucht naar België, en hem met succes aanmoedigde het brons te pakken, gaf de medaille nog meer glans. Daarna won hij tot twee keer toe – in 2022 en 2024 – de NN Marathon Rotterdam. Op 3 november vorig jaar won Abdi de TCS New York City Marathon, die deel uitmaakt van de serie van zeven jaarlijkse World Marathon Majors, zeg maar de Grand Slam-toernooien van het marathonlopen. “Ik heb de afgelopen twee jaar veel veranderd aan mijn trainingen, heb mijn voeding aangepast en ik slaap meer. Hoe ouder ik word, des te makkelijker ik het vind om alles opzij te schuiven voor het hardlopen. Ik ben rustiger in mijn hoofd.” Abdi vertelt dat hij geregeld contact heeft met jonge marathonlopers. “Als ik de dingen hoor waar zij tegenaanlopen, denk ik vaak: herkenbaar, dat had ik tien jaar terug ook. Een marathonloper moet eerst rijpen, moet de nodige dingen hebben meegemaakt in het leven; verbroken relaties, de geboorte van kinderen. Met de levenservaring komt de rust. Althans, dat is bij mij het geval. Ik heb niet meer het gevoel dat ik dingen mis. Als ik een paar jaar terug naar Nederland ging, dan wilde ik van alles en vond ik het lastig om ook nog mijn training te doen. Nu niet meer. Ik hoef alleen maar een killer te zijn tijdens mijn trainingen. Doordat die onrust er niet meer is, is het makkelijker om me volledig te focussen op het hardlopen.” Van Abdi is bekend dat hij meteen na een marathon tot diep in de nacht op stap ging. Dat was voor hem de afsluiting van maandenlang volledig voor zijn sport leven en tegelijkertijd had hij het nodig om de batterij weer op te laden om aan de voor- bereiding op de volgende wedstrijd te beginnen. “Ook op dat vlak ben ik ouder en wijzer geworden,” zegt Abdi breed glimlachend. “Na de London Marathon sliep ik al om twaalf uur. Ik werd de volgende ochtend wakker en dacht meteen: ik ben zo blij dat ik niet uit ben geweest. De tijd van stappen is voorbij. Ik ben in Londen samen met Sifan Hassan, de mensen van ons management en de begeleiding uiteten geweest in een fantastisch restaurant. We hebben heerlijk gegeten en gekletst en daarna ben ik gaan slapen. Ik werd fris wakker en kon twee dagen later de training alweer oppakken. Daar haal ik meer voldoening uit dan een avond op stap.” Meer lezen? Sifan Hassan: 'Ik ben geen superwoman' Eliud Kipchoge: 'Hardlopen is het beste medicijn dat er is' Anne Luijten: 'Je zou haast in magie geloven'
Abdi Nageeye (36) groeide de afgelopen jaren uit tot een wereldtopper. Hij won al drie marathons en olympisch zilver. Daarnaast scherpte hij dit jaar in Londen het nationaal record aan tot 2.04.20. De tijd van oogsten is nog niet voorbij. Nog lang niet zelfs. “Frank Sinatra zong: ‘I did it my way.’ Dat is niet voor niets mijn levenslied.” Op het gezicht van Abdi Nageeye lijkt een glimlach gebeiteld. Zelden is hij chagrijnig of boos. “Ik kijk altijd naar het positieve, negatieve dingen probeer ik zo snel mogelijk uit mijn systeem te krijgen. Dat is denk ik deels mijn karakter, maar dat heb ik met de jaren ook geleerd. Als topsporter moet je niet te veel zorgen hebben, rust in het hoofd is zo belangrijk,” vertelt Abdi terwijl hij een slok van zijn koffie neemt. Hij heeft net een uurtje hardgelopen door het Goffert Park, dat is het medicijn om vrolijk aan de dag te kunnen beginnen. Want doet hij dat niet, dan wordt hij onrustig, voelt hij zich een gekooide tijger. Kenia Abdi verblijft het grootste gedeelte van het jaar in Kenia, waar hij woont en traint met zijn vrouw en vijf kinderen. Hij is even in Nederland voor besprekingen met zijn in Nijmegen gevestigde managementbureau Global Sports Communication en reist daarna door naar Amerika voor een trainingskamp van zes weken. De laatste keer dat hij in actie kwam in wedstrijdverband was op 27 april, tijdens zijn debuut op de TCS London Marathon. Hij verbeterde zijn Nederlands record met 25 seconden tot 2.04.20, maar de tevredenheid overheerste niet meteen na af- loop. Tijdens het interview voor de camera van de NOS hoorde hij dat de fotofinish had uitgewezen dat hij niet derde, zoals eer- der werd geroepen, maar vierde was geworden. Weg podium. Bovendien vocht hij in de laatste kilometers tegen de kramp. Abdi schudt grinnikend zijn hoofd als hij terugdenkt aan Londen. “Voor mijn gevoel was ik de laatste acht kilometer aan het joggen. Toen ik zag dat ik een persoonlijk record had gelopen, was mijn eerste gedachte: dat klopt niet. Maar zonder die kramp had ik het Europees record van 2.03.36 én de derde plaats gepakt. Zeker weten. Mijn gevoelens wisselden voort- durend van teleurstelling naar blijdschap. Terug in het hotel, onder de douche, daalde alles pas in. Ik voelde geen verzuring en geen pijn, was eigenlijk ook helemaal niet moe. Amazing, toch? Nu, een paar maanden later, overheerst tevredenheid. Ik weet dat ik nog veel harder kan dan in Londen. Dat motiveert enorm. Ik ben 36, word nog elke keer beter. Crazy.” Rijpen Abdi ging de wereld over toen hij in 2021 olympisch zilver pakte achter ‘marathonkoning’ Eliud Kipchoge, zijn collega bij het NN Running Team. Maar dat hij ondertussen nog oog had voor zijn maatje en trainingsgenoot Bashir Abdi, net als hij geboren in Somalië en door de onrust aldaar gevlucht naar België, en hem met succes aanmoedigde het brons te pakken, gaf de medaille nog meer glans. Daarna won hij tot twee keer toe – in 2022 en 2024 – de NN Marathon Rotterdam. Op 3 november vorig jaar won Abdi de TCS New York City Marathon, die deel uitmaakt van de serie van zeven jaarlijkse World Marathon Majors, zeg maar de Grand Slam-toernooien van het marathonlopen. “Ik heb de afgelopen twee jaar veel veranderd aan mijn trainingen, heb mijn voeding aangepast en ik slaap meer. Hoe ouder ik word, des te makkelijker ik het vind om alles opzij te schuiven voor het hardlopen. Ik ben rustiger in mijn hoofd.” Abdi vertelt dat hij geregeld contact heeft met jonge marathonlopers. “Als ik de dingen hoor waar zij tegenaanlopen, denk ik vaak: herkenbaar, dat had ik tien jaar terug ook. Een marathonloper moet eerst rijpen, moet de nodige dingen hebben meegemaakt in het leven; verbroken relaties, de geboorte van kinderen. Met de levenservaring komt de rust. Althans, dat is bij mij het geval. Ik heb niet meer het gevoel dat ik dingen mis. Als ik een paar jaar terug naar Nederland ging, dan wilde ik van alles en vond ik het lastig om ook nog mijn training te doen. Nu niet meer. Ik hoef alleen maar een killer te zijn tijdens mijn trainingen. Doordat die onrust er niet meer is, is het makkelijker om me volledig te focussen op het hardlopen.” Van Abdi is bekend dat hij meteen na een marathon tot diep in de nacht op stap ging. Dat was voor hem de afsluiting van maandenlang volledig voor zijn sport leven en tegelijkertijd had hij het nodig om de batterij weer op te laden om aan de voor- bereiding op de volgende wedstrijd te beginnen. “Ook op dat vlak ben ik ouder en wijzer geworden,” zegt Abdi breed glimlachend. “Na de London Marathon sliep ik al om twaalf uur. Ik werd de volgende ochtend wakker en dacht meteen: ik ben zo blij dat ik niet uit ben geweest. De tijd van stappen is voorbij. Ik ben in Londen samen met Sifan Hassan, de mensen van ons management en de begeleiding uiteten geweest in een fantastisch restaurant. We hebben heerlijk gegeten en gekletst en daarna ben ik gaan slapen. Ik werd fris wakker en kon twee dagen later de training alweer oppakken. Daar haal ik meer voldoening uit dan een avond op stap.” Meer lezen? Sifan Hassan: 'Ik ben geen superwoman' Eliud Kipchoge: 'Hardlopen is het beste medicijn dat er is' Anne Luijten: 'Je zou haast in magie geloven'

Voetbal

Sherida Spitse: “Ik ben niet een type dat lang huilt”

Sherida Spitse (34) is al jaren een van de boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvoetbal. De aanvoerder van Ajax en de OranjeLeeuwinnen heeft een roerige periode achter de rug. Vooral privé. Afgelopen zomer deed ze haar verhaal in Helden Magazine nummer 76. En ze blikte alvast vooruit op haar toekomstige trainerscarrière. Sherida Spitse Het zijn privé roerige tijden voor je. “Inderdaad. Een scheiding kost alleen maar negatieve energie. Uiteindelijk weet ik waarom ik het heb besloten, maar dat het een lastige periode was en nog steeds is, kan ik niet ontkennen.” Jij trouwde in 2018 en jij kreeg met jouw ex-vrouw in 2017 zoon Jens en in 2020 dochter Mila. Ajax-tv heeft de documentaire ‘Special Sherida’ over je gemaakt waarin je heel eerlijk over je scheiding praat. Ik vind dat knap. “Ik kan heel makkelijk schakelen. In de docu zeg ik: onderweg gebeuren er genoeg dingen en uiteindelijk moet je zelf de weg vinden hoe je daar mee omgaat. Het was en is niet makkelijk, voor mijn ex-vrouw niet en voor mij niet. Ik heb de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, maar dat betekent niet dat ik de situatie zomaar achter me laat. Dat kan niet, we hebben twee kinderen samen, dus we moeten wel zorgen dat alles goed wordt geregeld en er structuur en duidelijkheid is. Daar zijn we nu mee bezig. Ik hoop dat het allemaal wat rustiger wordt, vooral voor onze kinderen.” "Ik heb de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, maar dat betekent niet dat ik de situatie zomaar achter me laat. Dat kan niet, we hebben twee kinderen samen" In jouw documentaire spelen je ouders ook een belangrijke rol. ‘‘Zij zijn mijn hele leven al heel belangrijk en nu het privé allemaal wat moeilijker gaat, zijn ze nog belangrijker. Ik voel niet alleen de steun van mijn ouders, maar ook van mijn zus. Ik deel heel veel met haar. Zij heeft soms uitspraken waarbij ik denk: zo sta ik ook in het leven. Mijn broertje steunt me ook wel, maar weer op een andere manier. Ik trek de laatste tijd weer meer naar mijn familie. En natuurlijk ben ik ook weleens bij mijn ouders op de bank geploft en in tranen uitgebarsten, terwijl ik me me de vraag stelde waarom het allemaal zo moest gaan. Maar bij ons thuis halen we uit elke tegenslag wel weer het positieve. Ik ben ook niet een type dat lang huilt. Het is me wel eens in de auto overkomen dat ik naar muziek luisterde en ineens vol schoot. Dat hoort bij de verwerking denk ik, want dan spreekt m’n hart. Het is ook niet dat ik dat in een grote groep ga huilen. Ik hou daar niet zo van, maar soms gebeurt het en dan is het wat het is.” Heb je nog contact met je schoonfamilie? “Nee. Ik vind het jammer, want dat had voor mij niet gehoeven. Er is helaas genoeg gebeurd waarop ik verder niet wil ingaan. Dat doe ik niet voor mijn kinderen en ik vind het niet netjes tegenover mijn ex. Ik had helaas niet gedacht dat het op zo’n manier zou gaan. Ik wil helemaal geen strijd, zo iemand ben ik niet.” Het valt me op dat jouw ogen zo sprankelen, ondanks wat je allemaal meemaakt naast het voetbal. “Ik zeg ook weleens: het is een wonder dat ik nog zo presteer met alles wat er gaande is. Natuurlijk spreek ik over wat ik naast het voetbal meemaak met mijn familie en ook met mensen binnen Ajax die ervan weten. Sharing is caring, het is belangrijk om het erover te hebben. Dat heb ik geleerd door de jaren heen. Ik was nooit zo’n prater over privézaken.” [caption id="attachment_20950" align="aligncenter" width="2030"] Sherida Spitse[/caption] Met wie binnen Ajax praat je? “Ik kan goed praten met Loïs Schenkel. Met Daphne Koster heb ik ook gesproken, ik weet dat ik altijd bij haar terecht kan en ook bij Tanya Bröring. Ik heb niks aan mensen die alleen maar zeggen: ‘Het is goed Sherida, jij hebt gelijk.’ Ik wil ook altijd mensen om me heen die tegen mij zeggen: ‘Sherida, wat jij nu doet is niet zo slim.’ Dat als ik op een bepaalde manier reageer, zij zeggen: ‘Je kunt ook op een andere manier reageren of je kunt ook op een andere toon praten, waardoor je misschien wel bij iemand iets losmaakt.’ Ik heb er wat aan als mensen mij tegenspreken en niet alleen maar met mij mee hobbelen als ik zeg wat ik vind. Ik weet wat ik wil, heb een mening en ik ben best direct, maar ik ben ook wel weer heel gevoelig, dus luister graag naar de meningen van anderen. Dan denk ik daarover na en vaak doe ik er uiteindelijk wat mee.” Wat voor moeder ben je op dit moment? “Een heel zorgzame moeder en af en toe is er tijd voor een dolletje. Ik geniet heel erg als ik de kinderen heb. Daarvoor was ik, al dan niet onbewust, af en toe wat chagrijnig omdat ik me niet helemaal happy voelde. Het is misschien gek om te zeggen, maar ik geniet nu meer dan vroeger. Dat gevoel van chagrijn heb ik niet meer.” Ben je een leukere moeder geworden na de scheiding? “Weet ik niet. Voor de scheiding was ik ook wel leuk, maar ik maakte niet voor niets de keuze om te stoppen met onze relatie. Ik was toch niet honderd procent gelukkig. Ik vond het geen makkelijk besluit, mede omdat we kinderen hebben. We hebben prima jaren gehad, maar ik merkte dat een aantal dingen na mijn besluit van mijn schouders afvielen en dat ik wellicht daardoor weer meer kan genieten.” Kun je de kinderen vaak genoeg zien met jouw drukke schema? “Ja, we hebben nu een regeling getroffen dat ik ze maandag en dinsdag zie en om het weekend. Eigenlijk wil ik toe naar fifty-fifty. Dat kan ik ook met Ajax regelen, dus dat zou uiteindelijk wel prettig zijn.” Guus Hiddink vertelde een keer over een gescheiden speler die zijn kinderen niet altijd kon zien. Hiddink zei na een training of wedstrijd meteen: ‘Hup wegwezen.’ Dan kon hij snel naar de kinderen toe. Soms mocht die speler ook wel eens een training skippen. “Dat herken ik wel. Ik heb een goede band met de coach en ook het team begrijpt mijn sitiuatie, ze helpen mij daarin en dat is heel fijn. Ik kan na de training op maandag en dinsdag meteen naar huis en de kinderen uit school halen. Het is prettig dat er wordt meegedacht, want uiteindelijk helpt dat ook op het voetbalveld, dat gaat samen.” Ben je nu alleen? “Ja, ik ben nog alleen en dat is voor nu helemaal goed. Ik wil eerst duidelijkheid en rust creëren voor mijn kinderen. Rust, dat is het belangrijkste woord.” Oneerbiedig gezegd zou je kunnen stellen dat Sherida in de nadagen van haar voetbalcarrière zit. Maar op het veld beweegt ze nog als een jonge hinde. “Ik zei laatst nog: hoe ouder ik word, des te fitter ik me voel. Ook al word ik in mei 35, zo oud voel ik me niet.” Hoe kan het dat je je zo fit voelt, zit dat ook in je hoofd? “Dat geloof ik zeker en ik ben ook een nuchtere Friezin, dus ik maak me ook niet zo snel druk om dingen. Ik wilde een tijdje terug toch nog een iets lager vetpercentage hebben. Ook al zag ik er fit uit, ik wilde met die paar procenten minder vet zorgen dat ik nog wat fitter was waardoor ik ook weer sneller herstelde van wedstrijden en trainingen. Ik ging daarmee aan de slag met mijn zwager Gerson, die helpt me ook met mijn voeding. Het programma NutriShape heeft me fitter gemaakt. En daardoor had ik begin 2024 een lager vetpercentage dan drie maanden daarvoor. Dat zijn die details waar ik continu mee bezig ben. Ik zie het altijd als een uitdaging om topfit te zijn, vind dat leuk. Een heel andere speler word ik niet meer, maar ik kan altijd nog een paar procenten beter worden in bijvoorbeeld het nemen van vrije trappen.” Je zou Sherida Spitse zomaar de Abe Lenstra van het vrouwenvoetbal kunnen noemen. Abe is geboren in Heerenveen, Sherida 25 kilometer verderop in Sneek. Net als Abe volgde ze geheel haar eigen pad. De op 29 mei 1990 geboren Sherida zag in dat ze bij Heerenveen de wereldtop niet zou halen. Ze volgde het pad van Lenstra en ging na vijf jaar Heerenveen naar FC Twente, de fusieclub die voortkwam uit SC Enschede en Enschedse Boys, de clubs waar Abe na Heerenveen voor speelde. Sherida groeide uit toe een van de succesvolste Nederlandse voetbalsters. Overal waar ze kwam, was er sportief succes. Ze won twee keer de Women’s BeNe League met FC Twente. Daarna vertrok ze naar LSK Kvinner in Noorwegen. Sherida had de primeur de eerste Nederlandse profspeelster te zijn voor wie een tranferbedrag werd betaald. Ze pakte in Noorwegen drie landstitels op rij. Ze keerde een jaartje terug bij Twente en ging toen weer terug naar Noorwegen. Ook met Valerenga werd ze Noors kampioen. In 2021 keerde ze terug naar Nederland, Sherida ging bij Ajax spelen, waarmee ze in 2022 de beker won en in 2023 de landstitel. Ook maakte ze de volledige bloeiperiode van het Nederlands team mee. Ze was erbij toen de OranjeLeeuwinnen in 2015 voor het eerst meededen aan het WK. Twee jaar later was ze van de partij toen in Utrecht de Europese titel werd veroverd. En in 2019 won ze WK-zilver. Teleurstelling was er ook. Door een knieblessure miste Sherida de Spelen van 2021 in Tokio. Legende Heb je al jong gedacht dat je ver kon komen? “Ik heb altijd gevoeld dat ik kwaliteiten had. Mensen die mij zagen als meisje van zes jaar oud zagen dat ook wel. Dat werd ook wel tegen mij gezegd. Ik werd uiteindelijk meteen geselecteerd voor de jeugselectie van ons district. Mijn droom was altijd het Nederlands elftal. Ik wist dat ik het zou gaan halen, maar niet op zo’n jonge leeftijd.” Het Nederlands elftal stelde toen jij jong was nog niet veel voor. “Klopt, maar toen ik ouder werd en Jong Oranje serieus werd genomen, voelde je al wel dat er iets stond te gebeuren. Ik ben toenmalige bondscoach Vera Pauw nog steeds heel erg dankbaar. Zij had mij gezien bij de districts- en de jeugdelftallen en heeft me meteen bij het Nederlands elftal gehaald. Ik was zestien toen ik debuteerde in 2006 en was erbij toen we in 2009 voor de eerste keer naar een EK gingen.” Wat voor een band had je met Vera Pauw? “Een heel goede. Het eerste wat ze tegen mij zei, was: ‘Jij staat nog niet in de boeken geschreven.’ Ik was zestien, dacht: wat zegt ze nou tegen mij? Mijn loopbaan stond nog in de kinderschoenen. Maar tegen mijn ouders zei ze: ‘Sherida heeft het in zich om een legende te worden.’ Dat het allemaal is uitgekomen, vind ik wel mooi voor Vera. Ik heb nog steeds goed contact met haar en zij zal altijd speciaal voor mij blijven, omdat zij degene is die mij als junior bij het Nederlands elftal heeft gehaald.” Voelde je geen druk toen Vera Pauw zei dat jij een legende kon worden? “Ik zag het eerder als groot vertrouwen dat ze in me uitsprak. Aan mij de taak om dat vertrouwen waar te maken. Bij het EK van 2009 zat ik op de bank, heb ik vooral heel veel warmgelopen. Ik was achttien, keek goed om me heen en moest mijn job doen. Uiteindelijk werd ik basisspeelster, maar ik voelde de opdracht om me wel te blijven ontwikkelen. Omdat het Nederlandse vrouwenvoetbal ook met sprongen vooruit ging. Ik ben er trots op dat ik er nu, bijna twintig jaar later, nog steeds bij zit, en dat ik binnenkort hopelijk 240 interlands op mijn naam heb staan. Ik vind het nog steeds heerlijk om op het veld te staan. Al jaren doe ik dit op topniveau, dag in dag uit, dus op een gegeven moment voel je ook wel dat het misschien tijd wordt voor wat anders. Maar nu nog niet. Ik ben er ook niet eentje die zegt: ik kap ermee, nu ik mezelf nog goed voel. Feit is wel dat ik niet meer de jongste ben en daarom kijk ik ook nog niet zover vooruit. Ik bekijk het per dag, zullen we maar zeggen. Het EK staat gepland en ik wil met Ajax kampioen worden, daar ligt mijn focus.” Snappen jouw kinderen dat mama een heel goede voetbalster is? “Ze hebben het wel door als wij op straat lopen. Dan willen kinderen op de foto met mij en Jens zegt ook weleens: ‘In de klas weten ze ook dat jij voetbalt.’ Dus ja, ze weten dat ik bekend ben. Over het algemeen vinden ze het oké, maar als ik bijvoorbeeld met ze op vakantie ben, vinden ze het soms vervelend, dan willen ze niet dat we continu gestoord worden. En tegelijkertijd vinden ze het ook wel stoer. Ze vinden het prachtig dat ze af en toe mee het veld op mogen lopen. Laatst liep Jens mee en een vorige keer Mila. Dat vinden ze dan wel weer bijzonder.” Zijn ze voetballertjes? “Mila zit op zwemles, die gaat bijna afzwemmen en daarna gaat ze voetballen. Jens zat eerst op BMX, maar zit nu ook op voetbal. Dus ja, ik heb twee voetballertjes. Wel leuk dat ik nu zelf bij Jens langs de lijn sta. Daar wonen de kinderen, dus dan moeten ze daar ook voetballen. Als ik geen kinderen had, dan was ik wel verhuisd. Ik heb verder niet zoveel in Emmen, heb daar ook niks opgebouwd. Geeft niet. Zolang de kinderen daar wonen, blijf ik daar ook. Ik wil ze zo vaak mogelijk zien en dat kan alleen als ik in Emmen woon. In Amsterdam-West heb ik ook een klein studiootje, maar het heen en weer rijden vind ik niet erg. Ik doe het al vier jaar. Het kost soms wel energie, maar dat heb ik er voor over.” Sherida zag de afgelopen jaren heel wat speelsters met wie ze in het Nederlands elftal speelde, afzwaaien. De aanvoerster maakt zich op voor het EK, dat van 2 tot en met 27 juli in Zwitserland wordt gespeeld. Tegen die tijd is ze 35. En onder bondscoach Andries Jonker was ze afgelopen tijd niet altijd meer verzekerd van een basisplaats. Hoe kijk je naar het Nederlands elftal met talenten als Wieke Kaptein en Esmee Brugts? “Ik zei van de week nog dat wij in de breedte zo zijn gegroeid. Dat is alleen maar goed voor het Nederlandse voetbal en voor het Nederlands elftal. Een aantal jaren geleden waren die talenten er niet. De komst van goede talenten betekent dat we een ontwikkeling doormaken waar ik alleen maar blij van word. Dat er concurrentie is, hoort er bij. Zoals we onlangs tegen Amerika speelden, de nummer één van de wereld, vond ik geweldig. Het was tik-tik-tik. Ik heb daar zo van genoten. Er zijn zoveel pure talenten op dit moment. Ik probeert die jonge meiden wat te helpen. Mooi is ook dat Lineth Beerensteyn na een iets mindere periode nu echt in vorm is en zo makkelijk scoort. We hebben echt een leuke groep met een goede combi van iets oudere, ervaren speelsters en jeugd. Als ik straks stop, dan hoop ik dat ze wat van mijn winnaarsmentaliteit meenemen. Want talent alleen is niet genoeg.” Bondscoach Zie jij jezelf ooit als bondscoach? “Jazeker, maar ik denk dat ik eerst een club moet trainen. Ik wil ook niet te snel. Als ik de trainerspapieren wil halen, helpt Ajax mij daarbij en kan ik binnen Ajax stage lopen. Het was mooi geweest als ik nu al de papieren had kunnen halen, maar dan had ik honderd procent aanwezig moeten zijn op de cursus en dat kan niet zolang ik speel. Ik vind de route die John Heitinga heeft doorlopen mooi, dat is voor mij een voorbeeld. Ook hoe hij omgaat met mensen, spreekt mij aan. Hij zei me dat ik altijd met hem mag meekijken. Dat is natuurlijk wel mooi. John kwam ook wel bij onze wedstrijden kijken.” Wat voor coach zul jij zijn? “Ik vind het heel belangrijk dat een team echt voor mij door het vuur wil gaan. Dat betekent dat ik een band moet opbouwen met de spelers, met de stafleden en een sfeer moet creëren waarin iedereen zich goed voelt. Natuurlijk heb ik ook een bepaalde filosofie hoe ik wil spelen: aanvallend, mooi.” Waarom moest je glimlachen om de vraag wat voor coach je wil zijn? “Ik denk dat ik een andere trainer word dan heel veel andere trainers, vind het belangrijk dat iedereen zich goed voelt en volgens mij wordt dat soms nog weleens vergeten. Het is  heel belangrijk is dat je, met name in het vrouwenvoetbal, beseft dat je met mensen werkt die druk ervaren en voor alles ‘mens’ zijn. Ik weet trouwens niet of ik in het vrouwenvoetbal wil werken, misschien wil ik wel in het mannenvoetbal werken. Beide opties houd ik open.” Je hebt veel coaches gehad, wie is jouw voorbeeld als trainer? “Ik vond Arjan Veurink met wie ik bij FC Twente heb gewerkt, een heel goede trainer. Ook toen hij assistent was bij het Nederlandse elftal. Als mens vond ik hem bovendien een fijne trainer. Ik kon heel goed met hem praten. Van Andries Jonker heb ik ook veel geleerd. Hij is heel direct. Ik hou daar wel van, dat past ook bij mij.” Heb je als speelster wel eens vervelende dingen meegemaakt met een trainer? “Nee, nooit eigenlijk, maar dat komt ook wel door wie ik ben, denk ik. Ik zou niet zomaar toelaten dat iemand mij kapot gaat maken, daarvoor heb ik een te sterk karakter. Nooit heb ik gekke dingen meegemaakt, niet in de jeugd en niet bij de senioren. Ik deed ook altijd wat een coach van mij vroeg. Dan is het ook niet zo heel moeilijk. Natuurlijk hebben we wel eens discussies, maar ook dan ging ik er niet met gestrekt been in. Dan dacht ik: als hij of zij dat zo wil, dan doe ik dat gewoon. Nee, ik heb niet één trainer van wie ik zeg: dat vond ik niks.” Hoe kijk jij aan tegen het vertrek na vorig seizoen van Suzanne Bakker, jouw coach bij Ajax? “Als de leiding een nieuwe weg wil inslaan, dan is dat zo. Natuurlijk heeft ze goede prestaties geleverd. We zijn vorig seizoen geen kampioen geworden, maar hebben het wel heel goed gedaan in de Champions League. Toch kon ik er wel in komen dat Ajax een nieuwe weg wilde inslaan.” Sherida zag de afgelopen jaren steeds meer van haar ploeggenoten en oud-ploeggenoten moeder worden. Shanice van der Sanden, Merel van Dongen, Stephanie van der Gragt en onlangs Lieke Martens en Kika van Es kan ieder moment bevallen. “Ik heb Lieke meteen een berichtje gestuurd na de bevalling. Stephanie heeft er twee, net als wij. Met alle speelsters die nu moeder zijn en met wie ik heb gespeeld, heb ik contact. Als ik Shanice spreek is het altijd goed” Wie zijn je vrienden in het voetbal? “Ik heb een aantal vrienden uit het voetbal. Shanice sowieso, Daniëlle van de Donk, Anouk Dekker en Sari van Veenendaal ook. Ik spreek ze niet elke dag, maar als ik ze spreek is het altijd goed.” Heb je nog ergens spijt van in je leven? “Ik heb van geen enkele beslissing in mijn leven spijt.” En waar ben je het meest trots op? “Op wat ik heb bereikt in het leven, maar vooral op mijn kids. Hoe ze zijn, hoe ze het doen. Ik ben ook trots om wie ik ben als persoon en dankbaar dat mijn ouders mij een lijf hebben gegeven waar ik continu mee aan de bak kon en kan.” Meer lezen? Daphne van Domselaar: 'Ze zeggen dat keepers een beetje gek zijn' Het vragenvuur van Veerle Buurman
Sherida Spitse (34) is al jaren een van de boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvoetbal. De aanvoerder van Ajax en de OranjeLeeuwinnen heeft een roerige periode achter de rug. Vooral privé. Afgelopen zomer deed ze haar verhaal in Helden Magazine nummer 76. En ze blikte alvast vooruit op haar toekomstige trainerscarrière. Sherida Spitse Het zijn privé roerige tijden voor je. “Inderdaad. Een scheiding kost alleen maar negatieve energie. Uiteindelijk weet ik waarom ik het heb besloten, maar dat het een lastige periode was en nog steeds is, kan ik niet ontkennen.” Jij trouwde in 2018 en jij kreeg met jouw ex-vrouw in 2017 zoon Jens en in 2020 dochter Mila. Ajax-tv heeft de documentaire ‘Special Sherida’ over je gemaakt waarin je heel eerlijk over je scheiding praat. Ik vind dat knap. “Ik kan heel makkelijk schakelen. In de docu zeg ik: onderweg gebeuren er genoeg dingen en uiteindelijk moet je zelf de weg vinden hoe je daar mee omgaat. Het was en is niet makkelijk, voor mijn ex-vrouw niet en voor mij niet. Ik heb de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, maar dat betekent niet dat ik de situatie zomaar achter me laat. Dat kan niet, we hebben twee kinderen samen, dus we moeten wel zorgen dat alles goed wordt geregeld en er structuur en duidelijkheid is. Daar zijn we nu mee bezig. Ik hoop dat het allemaal wat rustiger wordt, vooral voor onze kinderen.” "Ik heb de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, maar dat betekent niet dat ik de situatie zomaar achter me laat. Dat kan niet, we hebben twee kinderen samen" In jouw documentaire spelen je ouders ook een belangrijke rol. ‘‘Zij zijn mijn hele leven al heel belangrijk en nu het privé allemaal wat moeilijker gaat, zijn ze nog belangrijker. Ik voel niet alleen de steun van mijn ouders, maar ook van mijn zus. Ik deel heel veel met haar. Zij heeft soms uitspraken waarbij ik denk: zo sta ik ook in het leven. Mijn broertje steunt me ook wel, maar weer op een andere manier. Ik trek de laatste tijd weer meer naar mijn familie. En natuurlijk ben ik ook weleens bij mijn ouders op de bank geploft en in tranen uitgebarsten, terwijl ik me me de vraag stelde waarom het allemaal zo moest gaan. Maar bij ons thuis halen we uit elke tegenslag wel weer het positieve. Ik ben ook niet een type dat lang huilt. Het is me wel eens in de auto overkomen dat ik naar muziek luisterde en ineens vol schoot. Dat hoort bij de verwerking denk ik, want dan spreekt m’n hart. Het is ook niet dat ik dat in een grote groep ga huilen. Ik hou daar niet zo van, maar soms gebeurt het en dan is het wat het is.” Heb je nog contact met je schoonfamilie? “Nee. Ik vind het jammer, want dat had voor mij niet gehoeven. Er is helaas genoeg gebeurd waarop ik verder niet wil ingaan. Dat doe ik niet voor mijn kinderen en ik vind het niet netjes tegenover mijn ex. Ik had helaas niet gedacht dat het op zo’n manier zou gaan. Ik wil helemaal geen strijd, zo iemand ben ik niet.” Het valt me op dat jouw ogen zo sprankelen, ondanks wat je allemaal meemaakt naast het voetbal. “Ik zeg ook weleens: het is een wonder dat ik nog zo presteer met alles wat er gaande is. Natuurlijk spreek ik over wat ik naast het voetbal meemaak met mijn familie en ook met mensen binnen Ajax die ervan weten. Sharing is caring, het is belangrijk om het erover te hebben. Dat heb ik geleerd door de jaren heen. Ik was nooit zo’n prater over privézaken.” [caption id="attachment_20950" align="aligncenter" width="2030"] Sherida Spitse[/caption] Met wie binnen Ajax praat je? “Ik kan goed praten met Loïs Schenkel. Met Daphne Koster heb ik ook gesproken, ik weet dat ik altijd bij haar terecht kan en ook bij Tanya Bröring. Ik heb niks aan mensen die alleen maar zeggen: ‘Het is goed Sherida, jij hebt gelijk.’ Ik wil ook altijd mensen om me heen die tegen mij zeggen: ‘Sherida, wat jij nu doet is niet zo slim.’ Dat als ik op een bepaalde manier reageer, zij zeggen: ‘Je kunt ook op een andere manier reageren of je kunt ook op een andere toon praten, waardoor je misschien wel bij iemand iets losmaakt.’ Ik heb er wat aan als mensen mij tegenspreken en niet alleen maar met mij mee hobbelen als ik zeg wat ik vind. Ik weet wat ik wil, heb een mening en ik ben best direct, maar ik ben ook wel weer heel gevoelig, dus luister graag naar de meningen van anderen. Dan denk ik daarover na en vaak doe ik er uiteindelijk wat mee.” Wat voor moeder ben je op dit moment? “Een heel zorgzame moeder en af en toe is er tijd voor een dolletje. Ik geniet heel erg als ik de kinderen heb. Daarvoor was ik, al dan niet onbewust, af en toe wat chagrijnig omdat ik me niet helemaal happy voelde. Het is misschien gek om te zeggen, maar ik geniet nu meer dan vroeger. Dat gevoel van chagrijn heb ik niet meer.” Ben je een leukere moeder geworden na de scheiding? “Weet ik niet. Voor de scheiding was ik ook wel leuk, maar ik maakte niet voor niets de keuze om te stoppen met onze relatie. Ik was toch niet honderd procent gelukkig. Ik vond het geen makkelijk besluit, mede omdat we kinderen hebben. We hebben prima jaren gehad, maar ik merkte dat een aantal dingen na mijn besluit van mijn schouders afvielen en dat ik wellicht daardoor weer meer kan genieten.” Kun je de kinderen vaak genoeg zien met jouw drukke schema? “Ja, we hebben nu een regeling getroffen dat ik ze maandag en dinsdag zie en om het weekend. Eigenlijk wil ik toe naar fifty-fifty. Dat kan ik ook met Ajax regelen, dus dat zou uiteindelijk wel prettig zijn.” Guus Hiddink vertelde een keer over een gescheiden speler die zijn kinderen niet altijd kon zien. Hiddink zei na een training of wedstrijd meteen: ‘Hup wegwezen.’ Dan kon hij snel naar de kinderen toe. Soms mocht die speler ook wel eens een training skippen. “Dat herken ik wel. Ik heb een goede band met de coach en ook het team begrijpt mijn sitiuatie, ze helpen mij daarin en dat is heel fijn. Ik kan na de training op maandag en dinsdag meteen naar huis en de kinderen uit school halen. Het is prettig dat er wordt meegedacht, want uiteindelijk helpt dat ook op het voetbalveld, dat gaat samen.” Ben je nu alleen? “Ja, ik ben nog alleen en dat is voor nu helemaal goed. Ik wil eerst duidelijkheid en rust creëren voor mijn kinderen. Rust, dat is het belangrijkste woord.” Oneerbiedig gezegd zou je kunnen stellen dat Sherida in de nadagen van haar voetbalcarrière zit. Maar op het veld beweegt ze nog als een jonge hinde. “Ik zei laatst nog: hoe ouder ik word, des te fitter ik me voel. Ook al word ik in mei 35, zo oud voel ik me niet.” Hoe kan het dat je je zo fit voelt, zit dat ook in je hoofd? “Dat geloof ik zeker en ik ben ook een nuchtere Friezin, dus ik maak me ook niet zo snel druk om dingen. Ik wilde een tijdje terug toch nog een iets lager vetpercentage hebben. Ook al zag ik er fit uit, ik wilde met die paar procenten minder vet zorgen dat ik nog wat fitter was waardoor ik ook weer sneller herstelde van wedstrijden en trainingen. Ik ging daarmee aan de slag met mijn zwager Gerson, die helpt me ook met mijn voeding. Het programma NutriShape heeft me fitter gemaakt. En daardoor had ik begin 2024 een lager vetpercentage dan drie maanden daarvoor. Dat zijn die details waar ik continu mee bezig ben. Ik zie het altijd als een uitdaging om topfit te zijn, vind dat leuk. Een heel andere speler word ik niet meer, maar ik kan altijd nog een paar procenten beter worden in bijvoorbeeld het nemen van vrije trappen.” Je zou Sherida Spitse zomaar de Abe Lenstra van het vrouwenvoetbal kunnen noemen. Abe is geboren in Heerenveen, Sherida 25 kilometer verderop in Sneek. Net als Abe volgde ze geheel haar eigen pad. De op 29 mei 1990 geboren Sherida zag in dat ze bij Heerenveen de wereldtop niet zou halen. Ze volgde het pad van Lenstra en ging na vijf jaar Heerenveen naar FC Twente, de fusieclub die voortkwam uit SC Enschede en Enschedse Boys, de clubs waar Abe na Heerenveen voor speelde. Sherida groeide uit toe een van de succesvolste Nederlandse voetbalsters. Overal waar ze kwam, was er sportief succes. Ze won twee keer de Women’s BeNe League met FC Twente. Daarna vertrok ze naar LSK Kvinner in Noorwegen. Sherida had de primeur de eerste Nederlandse profspeelster te zijn voor wie een tranferbedrag werd betaald. Ze pakte in Noorwegen drie landstitels op rij. Ze keerde een jaartje terug bij Twente en ging toen weer terug naar Noorwegen. Ook met Valerenga werd ze Noors kampioen. In 2021 keerde ze terug naar Nederland, Sherida ging bij Ajax spelen, waarmee ze in 2022 de beker won en in 2023 de landstitel. Ook maakte ze de volledige bloeiperiode van het Nederlands team mee. Ze was erbij toen de OranjeLeeuwinnen in 2015 voor het eerst meededen aan het WK. Twee jaar later was ze van de partij toen in Utrecht de Europese titel werd veroverd. En in 2019 won ze WK-zilver. Teleurstelling was er ook. Door een knieblessure miste Sherida de Spelen van 2021 in Tokio. Legende Heb je al jong gedacht dat je ver kon komen? “Ik heb altijd gevoeld dat ik kwaliteiten had. Mensen die mij zagen als meisje van zes jaar oud zagen dat ook wel. Dat werd ook wel tegen mij gezegd. Ik werd uiteindelijk meteen geselecteerd voor de jeugselectie van ons district. Mijn droom was altijd het Nederlands elftal. Ik wist dat ik het zou gaan halen, maar niet op zo’n jonge leeftijd.” Het Nederlands elftal stelde toen jij jong was nog niet veel voor. “Klopt, maar toen ik ouder werd en Jong Oranje serieus werd genomen, voelde je al wel dat er iets stond te gebeuren. Ik ben toenmalige bondscoach Vera Pauw nog steeds heel erg dankbaar. Zij had mij gezien bij de districts- en de jeugdelftallen en heeft me meteen bij het Nederlands elftal gehaald. Ik was zestien toen ik debuteerde in 2006 en was erbij toen we in 2009 voor de eerste keer naar een EK gingen.” Wat voor een band had je met Vera Pauw? “Een heel goede. Het eerste wat ze tegen mij zei, was: ‘Jij staat nog niet in de boeken geschreven.’ Ik was zestien, dacht: wat zegt ze nou tegen mij? Mijn loopbaan stond nog in de kinderschoenen. Maar tegen mijn ouders zei ze: ‘Sherida heeft het in zich om een legende te worden.’ Dat het allemaal is uitgekomen, vind ik wel mooi voor Vera. Ik heb nog steeds goed contact met haar en zij zal altijd speciaal voor mij blijven, omdat zij degene is die mij als junior bij het Nederlands elftal heeft gehaald.” Voelde je geen druk toen Vera Pauw zei dat jij een legende kon worden? “Ik zag het eerder als groot vertrouwen dat ze in me uitsprak. Aan mij de taak om dat vertrouwen waar te maken. Bij het EK van 2009 zat ik op de bank, heb ik vooral heel veel warmgelopen. Ik was achttien, keek goed om me heen en moest mijn job doen. Uiteindelijk werd ik basisspeelster, maar ik voelde de opdracht om me wel te blijven ontwikkelen. Omdat het Nederlandse vrouwenvoetbal ook met sprongen vooruit ging. Ik ben er trots op dat ik er nu, bijna twintig jaar later, nog steeds bij zit, en dat ik binnenkort hopelijk 240 interlands op mijn naam heb staan. Ik vind het nog steeds heerlijk om op het veld te staan. Al jaren doe ik dit op topniveau, dag in dag uit, dus op een gegeven moment voel je ook wel dat het misschien tijd wordt voor wat anders. Maar nu nog niet. Ik ben er ook niet eentje die zegt: ik kap ermee, nu ik mezelf nog goed voel. Feit is wel dat ik niet meer de jongste ben en daarom kijk ik ook nog niet zover vooruit. Ik bekijk het per dag, zullen we maar zeggen. Het EK staat gepland en ik wil met Ajax kampioen worden, daar ligt mijn focus.” Snappen jouw kinderen dat mama een heel goede voetbalster is? “Ze hebben het wel door als wij op straat lopen. Dan willen kinderen op de foto met mij en Jens zegt ook weleens: ‘In de klas weten ze ook dat jij voetbalt.’ Dus ja, ze weten dat ik bekend ben. Over het algemeen vinden ze het oké, maar als ik bijvoorbeeld met ze op vakantie ben, vinden ze het soms vervelend, dan willen ze niet dat we continu gestoord worden. En tegelijkertijd vinden ze het ook wel stoer. Ze vinden het prachtig dat ze af en toe mee het veld op mogen lopen. Laatst liep Jens mee en een vorige keer Mila. Dat vinden ze dan wel weer bijzonder.” Zijn ze voetballertjes? “Mila zit op zwemles, die gaat bijna afzwemmen en daarna gaat ze voetballen. Jens zat eerst op BMX, maar zit nu ook op voetbal. Dus ja, ik heb twee voetballertjes. Wel leuk dat ik nu zelf bij Jens langs de lijn sta. Daar wonen de kinderen, dus dan moeten ze daar ook voetballen. Als ik geen kinderen had, dan was ik wel verhuisd. Ik heb verder niet zoveel in Emmen, heb daar ook niks opgebouwd. Geeft niet. Zolang de kinderen daar wonen, blijf ik daar ook. Ik wil ze zo vaak mogelijk zien en dat kan alleen als ik in Emmen woon. In Amsterdam-West heb ik ook een klein studiootje, maar het heen en weer rijden vind ik niet erg. Ik doe het al vier jaar. Het kost soms wel energie, maar dat heb ik er voor over.” Sherida zag de afgelopen jaren heel wat speelsters met wie ze in het Nederlands elftal speelde, afzwaaien. De aanvoerster maakt zich op voor het EK, dat van 2 tot en met 27 juli in Zwitserland wordt gespeeld. Tegen die tijd is ze 35. En onder bondscoach Andries Jonker was ze afgelopen tijd niet altijd meer verzekerd van een basisplaats. Hoe kijk je naar het Nederlands elftal met talenten als Wieke Kaptein en Esmee Brugts? “Ik zei van de week nog dat wij in de breedte zo zijn gegroeid. Dat is alleen maar goed voor het Nederlandse voetbal en voor het Nederlands elftal. Een aantal jaren geleden waren die talenten er niet. De komst van goede talenten betekent dat we een ontwikkeling doormaken waar ik alleen maar blij van word. Dat er concurrentie is, hoort er bij. Zoals we onlangs tegen Amerika speelden, de nummer één van de wereld, vond ik geweldig. Het was tik-tik-tik. Ik heb daar zo van genoten. Er zijn zoveel pure talenten op dit moment. Ik probeert die jonge meiden wat te helpen. Mooi is ook dat Lineth Beerensteyn na een iets mindere periode nu echt in vorm is en zo makkelijk scoort. We hebben echt een leuke groep met een goede combi van iets oudere, ervaren speelsters en jeugd. Als ik straks stop, dan hoop ik dat ze wat van mijn winnaarsmentaliteit meenemen. Want talent alleen is niet genoeg.” Bondscoach Zie jij jezelf ooit als bondscoach? “Jazeker, maar ik denk dat ik eerst een club moet trainen. Ik wil ook niet te snel. Als ik de trainerspapieren wil halen, helpt Ajax mij daarbij en kan ik binnen Ajax stage lopen. Het was mooi geweest als ik nu al de papieren had kunnen halen, maar dan had ik honderd procent aanwezig moeten zijn op de cursus en dat kan niet zolang ik speel. Ik vind de route die John Heitinga heeft doorlopen mooi, dat is voor mij een voorbeeld. Ook hoe hij omgaat met mensen, spreekt mij aan. Hij zei me dat ik altijd met hem mag meekijken. Dat is natuurlijk wel mooi. John kwam ook wel bij onze wedstrijden kijken.” Wat voor coach zul jij zijn? “Ik vind het heel belangrijk dat een team echt voor mij door het vuur wil gaan. Dat betekent dat ik een band moet opbouwen met de spelers, met de stafleden en een sfeer moet creëren waarin iedereen zich goed voelt. Natuurlijk heb ik ook een bepaalde filosofie hoe ik wil spelen: aanvallend, mooi.” Waarom moest je glimlachen om de vraag wat voor coach je wil zijn? “Ik denk dat ik een andere trainer word dan heel veel andere trainers, vind het belangrijk dat iedereen zich goed voelt en volgens mij wordt dat soms nog weleens vergeten. Het is  heel belangrijk is dat je, met name in het vrouwenvoetbal, beseft dat je met mensen werkt die druk ervaren en voor alles ‘mens’ zijn. Ik weet trouwens niet of ik in het vrouwenvoetbal wil werken, misschien wil ik wel in het mannenvoetbal werken. Beide opties houd ik open.” Je hebt veel coaches gehad, wie is jouw voorbeeld als trainer? “Ik vond Arjan Veurink met wie ik bij FC Twente heb gewerkt, een heel goede trainer. Ook toen hij assistent was bij het Nederlandse elftal. Als mens vond ik hem bovendien een fijne trainer. Ik kon heel goed met hem praten. Van Andries Jonker heb ik ook veel geleerd. Hij is heel direct. Ik hou daar wel van, dat past ook bij mij.” Heb je als speelster wel eens vervelende dingen meegemaakt met een trainer? “Nee, nooit eigenlijk, maar dat komt ook wel door wie ik ben, denk ik. Ik zou niet zomaar toelaten dat iemand mij kapot gaat maken, daarvoor heb ik een te sterk karakter. Nooit heb ik gekke dingen meegemaakt, niet in de jeugd en niet bij de senioren. Ik deed ook altijd wat een coach van mij vroeg. Dan is het ook niet zo heel moeilijk. Natuurlijk hebben we wel eens discussies, maar ook dan ging ik er niet met gestrekt been in. Dan dacht ik: als hij of zij dat zo wil, dan doe ik dat gewoon. Nee, ik heb niet één trainer van wie ik zeg: dat vond ik niks.” Hoe kijk jij aan tegen het vertrek na vorig seizoen van Suzanne Bakker, jouw coach bij Ajax? “Als de leiding een nieuwe weg wil inslaan, dan is dat zo. Natuurlijk heeft ze goede prestaties geleverd. We zijn vorig seizoen geen kampioen geworden, maar hebben het wel heel goed gedaan in de Champions League. Toch kon ik er wel in komen dat Ajax een nieuwe weg wilde inslaan.” Sherida zag de afgelopen jaren steeds meer van haar ploeggenoten en oud-ploeggenoten moeder worden. Shanice van der Sanden, Merel van Dongen, Stephanie van der Gragt en onlangs Lieke Martens en Kika van Es kan ieder moment bevallen. “Ik heb Lieke meteen een berichtje gestuurd na de bevalling. Stephanie heeft er twee, net als wij. Met alle speelsters die nu moeder zijn en met wie ik heb gespeeld, heb ik contact. Als ik Shanice spreek is het altijd goed” Wie zijn je vrienden in het voetbal? “Ik heb een aantal vrienden uit het voetbal. Shanice sowieso, Daniëlle van de Donk, Anouk Dekker en Sari van Veenendaal ook. Ik spreek ze niet elke dag, maar als ik ze spreek is het altijd goed.” Heb je nog ergens spijt van in je leven? “Ik heb van geen enkele beslissing in mijn leven spijt.” En waar ben je het meest trots op? “Op wat ik heb bereikt in het leven, maar vooral op mijn kids. Hoe ze zijn, hoe ze het doen. Ik ben ook trots om wie ik ben als persoon en dankbaar dat mijn ouders mij een lijf hebben gegeven waar ik continu mee aan de bak kon en kan.” Meer lezen? Daphne van Domselaar: 'Ze zeggen dat keepers een beetje gek zijn' Het vragenvuur van Veerle Buurman

Voetbal

Jurriën en Quinten Timber: een onafscheidelijk duo

Quinten Timber beleefde een zomer vol pieken en dalen. Wekenlang leek zijn droomtransfer naar het buitenland binnen handbereik, maar op het laatste moment ketste de deal af. Alsof dat nog niet genoeg was, raakte hij door de transfersoap en zijn aflopende contract ook de aanvoerdersband bij Feyenoord kwijt. Voor #Helden78 spraken we met zijn tweelingbroer Jurriën over de bijzondere band die de broers hebben. Tweelingbroers Quinten en Jurriën waren vroeger onafscheidelijk; tot hun 21ste deelden ze een zolderkamer. Jurriën sliep aan de ene kant van de kamer, Quinten aan de andere. “We waren er zo aan gewend om een slaapkamer te delen, het was normaal voor ons. Misschien komt dat ook omdat we een tweeling zijn.” Lachend: “Als ik er nu aan terugdenk, is het best knap dat het zo lang goed ging.” Jurriën vervolgt: “Of ik die tijd weleens mis? Ik denk er geregeld aan terug. Het was een heel leuke tijd, maar ons leven nu is ook heel leuk en spannend, en onze band is nog steeds hetzelfde. Ik spreek Quin nog vaak genoeg. Net als mijn andere broers.” Quinten Timber werd in zijn eerste jaar bij Feyenoord meteen landskampioen en had een belangrijk aandeel in de titel. In 2024 won hij de beker, maar hij kreeg ook te maken met blessures. In februari van dit jaar raakte hij zwaar geblesseerd aan zijn knie, waardoor hij de rest van het seizoen miste. Inmiddels is hij weer fit. “Ik kijk al zijn wedstrijden. Quinten heeft pech gehad met blessures, maar ook al veel mooie momenten meegemaakt.” [caption id="attachment_21703" align="alignnone" width="2560"] De broers praten bij na de Klassieker in de Kuip (22 januari, 2023, 1-1)[/caption] Blessureleed Jurriën liep anderhalf jaar eerder zelf een zware kruisbandblessure op. “We hebben allemaal onze eigen struggles, maar als een van ons geblesseerd raakt, gaan we zo’n proces ook voor een gedeelte samen aan. We steunen elkaar, stellen simpele vragen als: hoe gaat het? Soms hebben we het erover en soms ook juist niet, dan zoeken we afleiding bij elkaar. Ook tijdens een zware periode moet je gewoon doorgaan met het leven. Het hoort bij het voetbal en maakt je sterker.” En toeval of niet: ook hun één jaar oudere broer Dylan kreeg te maken met een kruisbandblessure, dezelfde als Jurriën. “We hadden alle drie eigenlijk nooit last van echt grote blessures, tot twee jaar geleden. Toen ik net klaar was met revalideren van mijn kruisband, raakte Dylan geblesseerd. Een paar maanden later overkwam het Quinten. Hij had geen kruisbandblessure, maar wel een andere vervelende knieblessure. Ik geloof eigenlijk niet in toeval, maar dat dingen op mijn pad komen omdat ze zo moeten zijn. Ik probeer dit soort tegenslagen als opportunity te zien in plaats van te denken: waarom overkomt mij dit?” Heeft de tweeling de droom om ooit weer samen bij een club te spelen? “Dat zou heel mooi zijn. Met elkaar in een team, of tegen elkaar in dezelfde competitie. Toen ik nog bij Ajax zat en Quinten bij Feyenoord, was het ook heel leuk om tegen elkaar te spelen. Maar we volgen allebei ons eigen pad.” Meer lezen? De opmerkelijke weg van Micky van de Ven Nathan Aké: 'Alles is op z'n plek gevallen' Givairo Read: 'Dit is pas het begin'
Quinten Timber beleefde een zomer vol pieken en dalen. Wekenlang leek zijn droomtransfer naar het buitenland binnen handbereik, maar op het laatste moment ketste de deal af. Alsof dat nog niet genoeg was, raakte hij door de transfersoap en zijn aflopende contract ook de aanvoerdersband bij Feyenoord kwijt. Voor #Helden78 spraken we met zijn tweelingbroer Jurriën over de bijzondere band die de broers hebben. Tweelingbroers Quinten en Jurriën waren vroeger onafscheidelijk; tot hun 21ste deelden ze een zolderkamer. Jurriën sliep aan de ene kant van de kamer, Quinten aan de andere. “We waren er zo aan gewend om een slaapkamer te delen, het was normaal voor ons. Misschien komt dat ook omdat we een tweeling zijn.” Lachend: “Als ik er nu aan terugdenk, is het best knap dat het zo lang goed ging.” Jurriën vervolgt: “Of ik die tijd weleens mis? Ik denk er geregeld aan terug. Het was een heel leuke tijd, maar ons leven nu is ook heel leuk en spannend, en onze band is nog steeds hetzelfde. Ik spreek Quin nog vaak genoeg. Net als mijn andere broers.” Quinten Timber werd in zijn eerste jaar bij Feyenoord meteen landskampioen en had een belangrijk aandeel in de titel. In 2024 won hij de beker, maar hij kreeg ook te maken met blessures. In februari van dit jaar raakte hij zwaar geblesseerd aan zijn knie, waardoor hij de rest van het seizoen miste. Inmiddels is hij weer fit. “Ik kijk al zijn wedstrijden. Quinten heeft pech gehad met blessures, maar ook al veel mooie momenten meegemaakt.” [caption id="attachment_21703" align="alignnone" width="2560"] De broers praten bij na de Klassieker in de Kuip (22 januari, 2023, 1-1)[/caption] Blessureleed Jurriën liep anderhalf jaar eerder zelf een zware kruisbandblessure op. “We hebben allemaal onze eigen struggles, maar als een van ons geblesseerd raakt, gaan we zo’n proces ook voor een gedeelte samen aan. We steunen elkaar, stellen simpele vragen als: hoe gaat het? Soms hebben we het erover en soms ook juist niet, dan zoeken we afleiding bij elkaar. Ook tijdens een zware periode moet je gewoon doorgaan met het leven. Het hoort bij het voetbal en maakt je sterker.” En toeval of niet: ook hun één jaar oudere broer Dylan kreeg te maken met een kruisbandblessure, dezelfde als Jurriën. “We hadden alle drie eigenlijk nooit last van echt grote blessures, tot twee jaar geleden. Toen ik net klaar was met revalideren van mijn kruisband, raakte Dylan geblesseerd. Een paar maanden later overkwam het Quinten. Hij had geen kruisbandblessure, maar wel een andere vervelende knieblessure. Ik geloof eigenlijk niet in toeval, maar dat dingen op mijn pad komen omdat ze zo moeten zijn. Ik probeer dit soort tegenslagen als opportunity te zien in plaats van te denken: waarom overkomt mij dit?” Heeft de tweeling de droom om ooit weer samen bij een club te spelen? “Dat zou heel mooi zijn. Met elkaar in een team, of tegen elkaar in dezelfde competitie. Toen ik nog bij Ajax zat en Quinten bij Feyenoord, was het ook heel leuk om tegen elkaar te spelen. Maar we volgen allebei ons eigen pad.” Meer lezen? De opmerkelijke weg van Micky van de Ven Nathan Aké: 'Alles is op z'n plek gevallen' Givairo Read: 'Dit is pas het begin'

Voetbal

Wout Weghorst: ‘De stempel ‘rare gozer’ drukt op mij’

Wout Weghorst (32) speelde in de Duitse Bundesliga, de Engelse Premier League en de Turkse Süper Lig. Na het EK vorige zomer keerde hij terug in de eredivisie. De spits van Ajax werd – en wordt - bejubeld, maar tegelijkertijd verguisd. Ook voelde hij zich geregeld onbegrepen. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij en dat gaat ook nooit meer veranderen.” In Helden Magazine nummer 75 spraken we hem samen met zijn vriendin Nikki van Esch. Wout Weghorst Dochter Wies, geboren op 24 december, ligt vredig in een Maxi-Cosi te slapen. Daantje, de tweejarige dochter van Wout Weghorst en zijn vriendin Nikki van Esch, is ook thuis en roert in een kopje warme thee. Wout en Nikki zijn elkaars jeugdliefde en dertien jaar samen. Ze hebben vier dochters. Juul (6), Lucie (4), Daantje (2) en Wies. Wout: “Ik heb altijd gezegd dat we gaan trouwen als alle kinderen er zijn.” En is de familie Weghorst nu compleet? Wout kijkt Nikki aan: “Ik denk het wel. Ik heb altijd tegen jou gezegd dat ik graag een groot gezin wilde met allemaal meisjes. Ik heb altijd gevoeld dat ik vier dochters zou krijgen en heb dat ook altijd gezegd. Mijn vader zie ik nog zitten toen wij vertelden dat ook Wies een meisje was. Hij barstte in tranen uit en zei: ‘Dat meen je niet. Ik kan nu ook niet meer zeggen dat je geluk hebt, want ook dit heb je altijd gezegd.’” Nikki: “Ik had dat gevoel wat minder dan jij. Toen ik zwanger was van Wies, wilde ik wel graag dat ze een meisje zou zijn, maar vooral uit praktische overwegingen. We hadden alles al in huis voor nog een meisje. Ergens leek het me ook een beetje zielig als de vierde ineens een jongetje zou zijn. Dan zou hij er gratis drie moeders bij krijgen.” Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Wout: “Wij woonden allebei in Borne en gingen in Hengelo naar de middelbare school. We kwamen bij elkaar in de klas in 4 havo.” Lachend: “Je was meteen verliefd op mij.” Nikki lachend: “Ik had een verschrikkelijke hekel aan jou, vond jou een vervelend ventje.” Met een knipoog: “Daar hebben meer mensen last van.” Nikki: 'Ik had een verschrikkelijke hekel aan jou, vond jou een vervelend ventje.' Met een knipoog: 'Daar hebben meer mensen last van' Wout: “Ik was een uitslover. Op school deed ik altijd een beetje stoer, ik gedroeg me als een popie jopie. Omdat wij allebei in Borne woonden, en elke dag in Hengelo naar school moesten, gingen we op een gegeven moment steeds vaker samen fietsen, iedere dag samen naar school, twintig minuten heen en terug.” Nikki: “Ik leerde jou beter kennen en zag dat je ook een andere kant had.” Wout: “Met oud en nieuw hebben we voor het eerst gezoend. In die tijd gebeurde dat wel vaker, maar bij jou voelde het speciaal. Vervolgens liet je daarna twee weken niks van je horen, wat voelde als twee maanden. Ook na de vakantie, toen school weer begon, liet je weinig merken. Uiteindelijk besloot ik met een ander meisje af te spreken, dat vond je toch niet zo leuk.” Nikki: “We trokken weer naar elkaar toe. In het begin was het nog een beetje aan en uit, maar het voelde wel altijd als iets wat bijzonder was. Je speelde op dat moment bij NEO in het eerste. Ik stond op zaterdag weleens langs de lijn in Borne, maar het was niet bepaald mijn streven om met een voetballer te gaan,” zegt Nikki lachend. Wout: “Ik speelde ook gewoon bij de amateurs, ver weg van een serieuze voetbalcarrière.” Nikki: “Op zaterdagavond gingen we vaak met een grote vriendengroep stappen in Hengelo. Wij waren de enige uit Borne die meegingen. Jij wilde altijd om twee uur thuis zijn. Inmiddels speelde je bij DETO, dat was een niveau hoger, en je moest de volgende ochtend fris en fruitig op de club zijn, want je wist maar nooit wie er kwam kijken, zei je altijd. Jij riep standaard om half twee ’s nachts: ‘Als je met mee wil fietsen, dan moet je komen, want ik ga nu weg.’” Wout: “De rest van de groep lachte me uit.” Nikki: “Al jouw vrienden dronken bier, jij nam een ijsthee. Ze zeiden: ‘Je wordt nooit een professionele voetballer, kerel, je speelt bij DETO. Neem het nou niet zo serieus.’” [caption id="attachment_20742" align="aligncenter" width="1697"] Wout Weghorst[/caption] Stond jij als puber al zo sterk in je schoenen dat je dat niet vervelend vond? Wout lachend: “Ja, die geluiden zijn nooit veranderd, hè. Tuurlijk was dat niet altijd makkelijk, maar ik had heel sterk de overtuiging dat ik profvoetballer ging worden. Waar dat vandaan kwam, weet ik niet. Op een gegeven moment zeiden zelfs mijn ouders: ‘Wout, de kans is klein dat je nog profvoetballer gaat worden, misschien moet je ook over iets anders gaan nadenken.” Nikki: “We zijn officieel samen vanaf het moment dat jij bij Willem II in het belofteteam kwam.” Wat vond jij zo mooi aan Nikki? “Ik vond bij jou houvast. Bij jou voelde het anders dan bij andere meisjes, het was een gevoel van onvoorwaardelijkheid. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik echt geluk had met jou. Jij zei altijd: ‘Het komt wel goed met jou, ik geloof in ons.’ Ik wist toen: jou laat ik nooit meer gaan.” De buitenwereld zag een rebelse jongen. Nikki, zag jij dat het irritante jongetje uit de klas ook een goed hart had? Nikki: “Jij was ‘het’ gewoon voor mij. Jouw mooiste eigenschap is dat je heel goed weet wat je wil. Daar handel je ook naar.” Lachend: “Als vriend laat je nu weleens te wensen over, je koopt nooit bloemen voor me. Ik weet dat je heel veel van me houdt, maar je vindt het soms moeilijk om dat te tonen. Maar als vader ben je fantastisch. Jouw liefde voor de kinderen en mij is onvoorwaardelijk.” Jouw ouders gingen uit elkaar toen jij acht was. Voel jij daarom ook zo sterk dat jij Nikki en de kinderen juist nooit in de steek zal laten? Wout en Nikki worden emotioneel. Wout: “Dat onvoorwaardelijke gevoel heb ik in mijn jeugd weleens gemist en vond ik bij jou. Ik had het geluk dat jij in mij en ons geloofde. Jij bent de rots in de branding voor ons. Dat voel ik zeker sterk, ik zal mijn meiden nooit in de steek laten en er te allen tijde voor ze zijn. Soms voelt het een beetje dat ik nu als vader ook tegelijk het kind ben dat ik altijd heb willen zijn. Ik voel me vrij en kan de hele dag met de meisjes spelen, ik kan daar geen genoeg van krijgen.” Sperziebonen Na Willem II speelde je bij Emmen. Daarna volgde Heracles, waar je in 2014 jouw debuut maakte in de eredivisie. Na twee jaar volgde AZ. En in 2018 vertrok je naar Wolfsburg, waar je drieënhalfjaar speelde. In die tijd maakte ESPN een docu. Nikki, jij zei daarin: ‘Wout heeft een drive die zelfs topsporters niet hebben.’ Nikki: “Dat klopt. Alles draaide hier altijd om het voetbal. Sinds de kwartfinale tegen Argentinië op het WK van 2022 in Qatar heb jij iets meer rust. Voor die tijd, vooral in Duitsland bij Wolfsburg, trainde jij iedere dag minstens twee keer. Als er een training op het programma stond van de club, ging je zelf nog een keer. Zelfs op een vrije dag ging je nog trainen. Jij had daar al je eigen team om je heen, dat heb je nog steeds. Jouw eigen mental coach en fysio kwamen overal naartoe. Voor het EK van vorige zomer heb ik een jaar lang jouw eten moet afwegen, ik werd er schijtziek van. Op een gegeven moment dacht ik: het zijn sperzie- bonen, het maakt echt niet uit of je hier 300 gram of 400 gram van eet.” Waar komt dat extreme fanatisme bij jou vandaan? Wout: “In mijn hele carrière ben ik op zoek ge- weest naar het maximale. Als ik iets doe, doe ik het voor de volle honderd procent. Dat heb ik bij alles. In het voetbal of thuis als vader.” In januari 2022 vertrok je van Wolfsburg naar Burnley. Daar speelde je een half jaar. “Spelen in de Premier League was altijd een doel. Burnley en eigenaar Alan Pace wilden me heel graag hebben om de club te behouden voor de Premier League. Het was ruim een half jaar voor het WK. Louis van Gaal, toen bondscoach, was duidelijk toen ik hem om zijn mening vroeg. Hij zei: ‘Je moet op het hoogste niveau spelen.’ Ik wilde naar Burnley, uiteindelijk hebben we een oplossing gevonden dat bij degradatie ik verhuurd zou worden. Helaas gebeurde dit op de laatste speeldag. Vervolgens vertrok ik naar Besiktas.” In Istanbul speelde je weer een half jaar, tot het WK in Qatar volgde. “Ik heb nog nooit zoveel zin gehad in een wedstrijd als bij Besiktas. De thuiswedstrijden zorgden echt voor kippenvel. De beleving en passie van de Turken is geweldig. Als ik nu terugkijk, denk ik dat ik daar het meest heb genoten van het voetballer zijn. In Turkije kon en mocht ik mezelf zijn. Mijn passie voor voetbal en mijn beleving vonden ze daar niet zo gek. Daar hielden ze er juist van als ik het publiek opzweepte of juichte zoals ik soms juichen kan. Als voetballer klikte het heel goed, maar om er te leven is het wel een totaal andere cultuur met andere normen en waarden. Wij willen onze kinderen meegeven dat iedereen gelijk is. In Istanbul kon dat nog weleens anders zijn en dat gaf onze kinderen niet altijd het voorbeeld dat wij voor ogen hebben. Ik kon op een gegeven moment letterlijk niet meer zelf mijn kinderen naar school brengen, omdat ik overal aangeklampt werd. Dat vond ik, en vooral Nikki, weleens lastig.” Aura Je maakte jouw debuut voor het Nederlands elftal op 23 maart 2018 tegen Engeland, jullie verloren met 1-0. Ronald Koeman was bondscoach. ”Ik heb zo vaak geroepen: ik wil profvoetballer worden. Maar het Nederlands elftal? Dat heb ik nooit durven dromen, ik had echt nooit gedacht dat ik dat ooit zou halen.” Je speelde op dat moment bij AZ. “Toen de definitieve selectie bekend zou worden, om elf uur, zouden wij aan het trainen zijn en de trainer wilde de focus op de training hou- den. Ik zei tegen de dokter: ik moet het weten. Geef even een duimpje omhoog of omlaag, want ik kan niet trainen met de gedachte dat het al bekend is. Ik vergeet het nooit meer. De dokter kwam aanlopen, en deed zijn duim omhoog. Ik zakte op de grond en heb minutenlang gehuild. Wat was ik intens gelukkig en trots.” Lachend: “Die training werd niks meer.” Het duurde twee jaar voordat jij weer werd opgeroepen, door toenmalig bondscoach Frank de Boer. Heb jij daar met Ronald Koeman over gesproken, toen hij in januari 2023 voor de tweede keer bondscoach werd? “We hebben het daar kort over gehad. Ik merkte aan hem dat hij dat uitgesproken wilde hebben. In zijn eerste periode als bondscoach was Luuk de Jong zijn tweede spits, zijn pinchhitter. Memphis was zijn eerste spits; Koeman en hij hadden een speciale band, dat is bekend. Hoe goed ik ook presteerde, ik kon er weinig aan veranderen. Dat was ook wel wrang, want qua statistieken had ik nog nooit zo goed gepresteerd als in die periode bij Wolfsburg.” Hoe is jouw band nu met Ronald Koeman? “Die is prima, hoor. Hij waardeert mij en laat dat ook blijken.” Na het EK in 2021 werd De Boer opgevolgd door Louis van Gaal. Jij werd geselecteerd voor het WK in Qatar in 2022. Jij wist dat je vier meisjes kreeg, maar ook dat je zou scoren in de kwartfinale tegen Argentinië en een heldenrol zou vervullen. Wout knikt en kijkt Nikki aan: “Ik voelde het, hè.” Nikki: “De dag voor die kwartfinale tegen Argentinië appte je mij: ‘Het gaat gebeuren.’ Ik appte ’s avonds ook nog met jouw mental coach Lars Brouwer. Hij stuurde: ‘Wout gaat het doen vanavond, er gaat iets gebeuren.’ Mensen reageren dan een beetje lacherig, denken: het zal wel. Maar wij hadden dat gevoel alle drie zo sterk.” Wout: “Ik geloof in visualiseren. Mijn motto is: willen is kunnen.” Louis van Gaal had het altijd over imagineren, een beetje hetzelfde als visualiseren. Nikki: “Hij is een beetje jouw voetbalvader.” Is hij de beste trainer die je ooit hebt gehad? “Bij Wolfsburg vond ik Oliver Glasner ook een heel goede trainer. Op tactisch en voetbaltechnisch gebied vind ik hem de beste trainer die ik heb gehad. We werden vierde in de competitie, haalden de Champions League. Bij hem trainden we op bepaalde dingen die ook echt uitkwamen in de wedstrijd. Hij kon zo goed overbrengen wat hij voor ogen had. Maar als mens en hoe ik zelf ooit coach zou willen zijn als ik dat ooit zou worden, al betwijfel ik dat, vind ik Louis van Gaal de beste. Hij zag, voelde en zei alles. Onder hem moest iedereen iedere dag honderd procent leveren. Hij had zo’n aura om zich heen, zo’n charisma. Als hij maar in de buurt kwam, dan stond je al aan.” Had je ook een persoonlijke klik met Van Gaal? “Ja. Over mij wordt altijd gezegd: ‘Als Weghorst tweede spits is, dan is hij een moeilijke jongen voor een trainer.’ Ik ben onder Van Gaal nooit basisspeler geweest. Hij vroeg mij: ‘Ik zie hoe jij traint, maar ik hoor ook verhalen over hoe moeilijk jij bent. Is dat zo?’ Ik antwoordde: ik denk het niet en ik denk dat jij ook zal gaan vinden dat dat niet zo is. Na twee interlandperiodes zei hij: ‘Wout, zolang ik bondscoach ben, zal je er bij mij altijd bij zijn. Om hoe jij voor het voetbal leeft, traint en jouw positieve uitstraling en beleving. Jij bent daarin mijn nummer één voorbeeld. Maar,’ zei hij, ‘je zal nooit mijn eerste spits worden.’ Iedere keer weer zei ik: ik ga het wel proberen, trainer. ‘Dat mag,’ antwoordde Van Gaal dan, ‘maar het gaat niet veranderen.’ Hij is zo eerlijk geweest, heeft zo goed gecommuniceerd. Iets later, tijdens de voorbereiding op het WK, zei hij tegen me: ‘Ik denk ook dat jij voor ons het verschil kan gaan maken.’” In de kwartfinale tegen Argentinië werd jij in de 78e minuut gebracht bij een 2-0 achterstand. In de 83e minuut scoorde jij de 2-1. Diep in de blessuretijd was er die fameuze vrije trap waaruit jij de gelijkmaker scoorde en er een verlenging uit sleepte. Denk jij dat Louis van Gaal dat net als jij al aanvoelde? “Dat denk ik wel, maar meerderen had- den dat. Mede omdat we ook ons Plan B met Luuk de Jong en mij tot in perfectie getraind hebben. Daar hadden we veel vertrouwen in. Ik weet nog dat ik aan het warmlopen was en dat Frenkie de Jong naar de zijlijn liep in de zeventigste minuut. Hij keek mij aan en riep naar de dug-out, en dat is echt niks voor Frenkie om te doen: ‘Trainer, je moet nu wisselen. Wout moet erin!’ Dat kwam ook mede door mij, het is niet makkelijk geweest om altijd wissel te zijn, desondanks zei ik altijd: ‘Let op: mijn moment komt.’” [caption id="attachment_21669" align="alignnone" width="427"] Wout en zijn gezin[/caption] Kijk je die rake vrije trap nog weleens terug? “Je ziet het af en toe nog eens voorbijkomen. Laatst vroegen ouders van het schooltje van onze kinderen er toevallig nog naar. Die wilden weten hoe het was gegaan. Het idee van die vrije trap kwam van mezelf. Ik had hem al een keer op die manier raak geschoten bij Wolfsburg. Het was eigenlijk de bedoeling dat Memphis hem zou maken, zo hadden we er in de training op geoefend, maar Memphis was gewisseld. Het moest dan ook zo zijn. Als ik eraan terugdenk of foto’s zie en kijk naar mijn blik... ik ben gelovig, maar het voelde ook echt alsof iemand boven mij de touwtjes in handen had en alles voor mij deed. Ik heb die wedstrijd teruggekeken en niet één foute bal gespeeld, alles klopte en alles ging vanzelf. Dat gebeurt niet vaak in een carrière. Het was het ultieme.” Desondanks verloren jullie die kwartfinale op strafschoppen. Wout: “Zeker in het begin zat de teleurstel- ling diep. Het geloof groeide enorm binnen het team. Als we die penalty’s hadden ge- wonnen, stonden we in de halve finale tegen Kroatië. Die ‘wat als’ vraag zal ik voor altijd blijven houden. Maar zonder dat ik de wereldbeker had gewonnen, en daar was ik echt lang kapot van, heb ik na die wedstrijd sterk gevoeld: beter wordt het niet. Het was het hoogtepunt van mijn carrière. Alles kwam samen.” Na het WK maakte je een droomtransfer naar Manchester United. Toenmalige trainer Erik ten Hag haalde jou en liet jou veel spelen. Wout: “In een korte tijd had ik het WK gespeeld en een wereldtransfer gemaakt. Datgene waar ik mijn hele leven voor had gewerkt, had ik bereikt. De absolute top bereiken, het maximale eruit halen, was mijn ultieme doel als voetballer. Is er nog meer? dacht ik toen. Het antwoord was ‘nee’. Prachtig, toch?” Je hoort geregeld dat topsporters, bijvoorbeeld na het winnen van olympisch goud, teleurgesteld raken omdat ze dat geluksgevoel niet ervaren maar in plaats daarvan denken: was dit het nou? Wout wordt emotioneel: “Ik heb dat geluksgevoel wel ervaren. Dat halve jaar in Manchester heb ik als basisspeler misschien wel mijn beste wedstrijden gespeeld. Alleen, ik scoorde maar twee keer, dat knaagt nog wel aan me. Maar we hebben een goed half jaar gekend met het winnen van de League Cup, bereiken van de FA Cup-finale en een derde plek in de competitie. Daarin heb ik een groot aandeel gehad. Manchester United was in alles ‘de top’. Alles was groots, de club, de hele setting. En dan heb ik juist de neiging mij een beetje terug te trekken. Ik ben een uitgesproken jongen, maar kan ook onzeker zijn. Dat was in Manchester af en toe het geval. Je wordt ook geleefd. Die maanden vlogen voorbij, maar bovenal ben ik ontzettend trots en dankbaar dat ik het heb kunnen afdwingen om bij Manchester United te spelen. Het was een onvergetelijke ervaring, ik heb een droom geleefd.” Tijdens het EK van vorige zomer maakte jij in de openingswedstrijd tegen Polen weer het beslissende doelpunt. Jij kwam in de 81e minuut in het veld voor Memphis Depay en maakte amper twee minuten later de 2-1. Jij wist weer dat dit ging gebeuren, vertelde je na de wedstrijd. “Voor het EK begon zei ik tegen de trainer: ik voel me goed, ben er klaar voor. Dat was ook in de periode dat ik mijn eten afwoog. Ik had zelfs met een explosiviteitstrainer gewerkt, was in top shape. Ik zei tegen de bondscoach: geef mij maar een belangrijke rol, ik ben er klaar voor. En ja, ook in die wedstrijd had ik ‘het gevoel’. Het was een prachtige dag. Wat die dag ook zo bijzonder maakte, was de erkenning die ik daarna kreeg. Hoe ik werd toegezongen, was fantastisch. Dat EK was precies het beeld van hoe ik dat vroeger als jochie in mijn hoofd had. Iedereen in het oranje. Zoveel Nederlandse fans. En dan kreeg ik ook nog vanuit het hele land waardering. Ik voelde mij als voetballer massaal gesteund. Dat was mijn brandstof. Ik vrat die helemaal op, haalde er mijn motivatie uit. Heel lang had ik daarnaar gezocht, heel lang wilde ik dat. Uiteindelijk merk je: als je niet meer zoekt, omdat je accepteert en vrede hebt met jezelf, dan komt de waardering vanzelf naar je toe.” AUTHENTIEK Drie jaar geleden zei je in Helden: ‘Tegen mijn vriendin zeg ik weleens: hoelang ga ik dit nog volhouden? Het is het mooiste beroep van de wereld, maar mentaal ook heel zwaar.’ Wout: “Dat klopt. Ik heb weleens geprobeerd om er relaxter in te staan, de teugels te laten vieren. Maar dat werkt niet voor mij, dan begint het na een week al te kriebelen en voel ik me niet prettig. Die sterke overtuiging, dat fanatisme, heb ik nou eenmaal en zo sta ik in het leven. Dat heeft me ook al deze successen gebracht. Maar mentaal is het niet makkelijk en vraagt het veel van me.” Jouw sterke overtuiging en fanatisme worden niet altijd gewaardeerd. “Bepaalde dingen die bij mij horen, zullen nooit veranderen. Dat was vroeger al, toen ik door mijn vriendjes werd uitgelachen, en dat is nog steeds zo. Er is blijkbaar iets in mij, waardoor ik altijd in de schijnwerpers sta. Iedereen zegt altijd: ‘Wout vraagt om aandacht, hij wil in de schijnwerpers staan.’ Dat is niet waar. Wel op basis van mijn prestaties, maar niet op basis van het ‘anders’ zijn. Ik weet inmiddels ook waarom dat zo is. Ik ben puur en uitgesproken, authentiek. Dat is iets wat mensen triggert en meningen oproept, maar ik heb nu meer schijt aan wat iemand van mij vindt. Ik ben blij dat ik zo ben en kan zijn. En mijn drang naar presteren zal ik altijd hebben.” Wat vind je ervan dat jij geregeld de pispaal bent in de media? “Wat er over mij wordt gezegd en geschreven in de media is niet altijd makkelijk. Ik word er nog steeds weleens verdrietig van. Veel makkelijker dan over mijn rug punten scoren door journalisten of wie dan ook, wordt het niet. De stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, dat gaat nooit meer veranderen.” Wout: 'Wat er over mij wordt gezegd in de media is niet altijd makkelijk. Ik word er nog steeds weleens verdrietig van.' Ben je daardoor mentaal harder geworden? “In het begin van mijn carrière had ik een heel erge bewijsdrang. Ik wilde iedereen laten zien dat ik het kon, dat ik de beste was en het ging maken. Zoals in de tijd bij Wolfsburg en ik niet werd opgeroepen voor het Nederlands elftal. Dat was zo’n trigger voor mij. Dat kostte heel veel energie omdat het niet de goede motivatie was. Dan wordt het mentaal heel zwaar. Die enorme bewijsdrang veranderde langzaam. Ik wilde het daarna vooral bewijzen voor mezelf. Gaandeweg werd ook dat minder en begon ik me te realiseren wat ik allemaal had bereikt. Ik reageer nu meer vanuit trots en dankbaarheid dan vanuit bewijsdrang.” Heb jij die mentale veranderding te danken aan jouw mental coach? “Mijn mental coach Lars Brouwer mag absoluut weleens genoemd worden. Hij heeft mij zo enorm geholpen, vooral in mijn tijd bij Wolfsburg. Hij is een goede vriend geworden. In mijn eerste jaren als profvoetballer wist ik wel waar ik last van had, maar ik kon het niet omzetten. Van Lars heb ik geleerd om naar mijn eigen motivatie en gevoel te luisteren en dat wat de buitenwereld van mij verwacht los te laten. Daardoor doen alle negatieve reacties mij nu ook minder. Natuurlijk voel ik me soms rot en is het niet leuk om te lezen dat ik een irritant mannetje ben, lastig in de kleedkamer, noem maar op. Ik weet zelf wel beter. Ik laat me niet meer beïnvloeden door die meningen, dat heeft me veel opgeleverd. Als mens, maar ook als voetballer. Ik denk dat heel veel mensen dat diep van binnen graag zouden willen. Altijd naar je gevoel luisteren en niet naar meningen van anderen, is ook moeilijk. Ik ben misschien ook een confronterende spiegel voor mensen.” Voel jij je vaak onbegrepen? “Ja, maar ik zie het een beetje als twee werelden. De ene wereld is de buitenwereld. De media en social media, dat is voor mij een beetje een fake wereld. In die wereld voel ik me onbegrepen. De andere wereld is die van mezelf en de kleine kring om mij heen, de ‘real life wereld’, om het zo maar te noemen.” Doet het jouw familie pijn hoe jij soms wordt weggezet in de media? “Ja, voor Nikki, en ook mijn ouders is het niet leuk. Toen ik afgelopen zomer de transfer maakte naar Ajax, was het weer raak. Ik had Twente verloochend... Het is zo oneerlijk hoe dat verhaal is neergezet. Dat is het enige dat ik nog heel lastig vind. Onrecht.” FILOSOFIE Na Manchester United speelde je een jaar in de Bundesliga bij Hoffenheim. Je wilde daarna terug naar Nederland. In de media werd jouw komst naar FC Twente al ruimschoots besproken, het werd Ajax en dat werd jou door Twente-supporters niet in dank afgenomen. Vertel eens over dat hele proces? “Ik heb er eigenlijk nog nooit wat over gezegd. Ik heb me gefocust op Ajax en was blij met mijn prachtige transfer, naar historisch gezien de grootste club van Nederland. Maar ik wil er best wat over zeggen. Zoals bekend heb ik met Twente en de verantwoordelijke mensen meerdere gesprekken gevoerd in de zomer. Uiteindelijk bleek gaandeweg de transferperiode dat het voor Twente financieel niet mogelijk was om mij te halen. Ik heb het over de transfersom, niet over mijn salaris. Ik weet ook wel dat ik minder in Nederland zou verdienen dan in het buitenland. Geld is nooit mijn drijfveer geweest en zal het nooit zijn. Maar Twente heeft letterlijk tegen mij gezegd: ‘Wout, het gaat ons nu niet lukken en wij gaan verder kijken.’ Op dat moment konden ze Sam Lammers krijgen. Dat begreep ik. Ik heb Arnold Bruggink en Jan Streuer, de technische leiding bij Twente, ook eerlijk en open over de interesse van Ajax en andere clubs verteld. Uiteindelijk kreeg ik tijdens de gesprekken die ik voerde met Ajax en de doelstellingen die zij hadden het gevoel dat dit voor mij en mijn gezin de juiste stap was. Het verhaal sprak me aan en ik wilde graag terug naar Nederland voor mijn gezin. Ajax wilde weer het Ajax van voorheen worden, terug naar de glorietijden, terug naar de top, kampioen worden en Champions League voetbal spelen. En ze hadden spelers nodig die er vol voor wilden gaan. Bij Ajax voelde ik veel vertrouwen en ik kreeg iedere keer te horen: ‘Zo’n type als jij hebben wij nodig.’ Ze wilden me koste wat het kost binnen halen en we hebben er allebei alles aan gedaan het uiteindelijk te realiseren.” Je wordt geregeld toegezongen in de ArenA. Bij de fans ben je geliefd. “Daar gaat het uiteindelijk ook om. Dat schaar ik weer onder de ‘echte’ wereld. Daarom zijn mijn ervaringen tot nu toe heel positief. Zoals hoe de supporters reageerden toen ik voor het eerst in het stadion kwam. Mijn eerste doelpunt in de Arena, de winnende tegen FC Groningen. Dat was supergaaf en daar ben ik ze heel dankbaar voor. Ik focus me daarop; op de mensen in mijn directe omgeving, voor wie ik werk en voetbal, voor de club en supporters.” BARBIES Het geloof speelt ook een belangrijke rol in jouw leven. Wout knikt: “Ik heb mijn steun erin gevonden. Het geloof voelt voor mij ook als iets onvoorwaardelijks, als iets waar ik altijd op kan terugvallen. Ik ben er niet mee opgegroeid, maar ben er later mee in aanraking gekomen. Nu deel ik het met Nikki. De kinderen laten we er ook kennis mee maken. Soms zitten we aan tafel en bidden we even. En soms liggen we in bed en bidden we. Ik heb een bijbeltje waarin ik elke dag lees.” Hoe kijk jij naar de wereld waarin wij leven? Wout is stil, lacht even en kijkt bedenkelijk. Jij hebt je ook weleens uitgesproken over het feit dat je het lastig vindt dat we allemaal deel uitmaken van een bepaald systeem in Nederland en dat we daarin worden geacht mee te gaan. Zoals hoe het onderwijs geregeld is. Wout knikt: “Dat klopt. Het schoolsysteem is daar inderdaad een voorbeeld van. Ik ben me vanwege het ouderschap hierin gaan verdiepen, omdat ik mijn kinderen de best mogelijke toekomst wil bieden. Ik ben niet tegen het Nederlandse schoolsysteem, maar ik ben er ook niet voor. School zie ik als een verlengstuk van de opvoeding thuis. En hoe ik onze kinderen opvoed, past voor ons niet bij het huidige systeem. Ik ben tijdens het verdiepen en de zoektocht naar ‘andere’ opties dan het reguliere onderwijs in aanraking gekomen met holistisch onderwijs, waar de kinderen veel buiten in de natuur zijn en spelenderwijs leren. De laatste twee jaar ben ik druk bezig om mijn eigen school op te richten. Vanuit de overtuigingen en waarden waarin ik geloof. Ik geloof zeker niet in alleen maar vrijheid. Er mogen ook regels en structuur zijn, dat is juist fijn en helpend. Maar ik geloof wel dat kinderen zich in vrijheid moeten kunnen ontwikkelen en dat ze hun eigen creativiteit moeten kunnen gebruiken. Mijn oudste is heel creatief. Ze maakt allerlei kleertjes van ballonnen of wc-papier voor haar Barbies. Dat vind ik een mooie kwaliteit. Als blijkt dat ze dat heel leuk blijft vinden, wil ik dat ze daarvoor op school de ruimte krijgt. In het traditionele schoolsysteem doet dat er niet toe, worden daar geen cijfers voor gegeven, maar wordt er gekeken of je goed kan leren, kan rekenen en lezen. Dat vind ik een beperkte blik. Wout: 'Ik ben niet tegen het Nederlandse schoolsysteem, maar ik ben er ook niet voor. Hoe ik onze kinderen opvoed past niet bij het huidige system' Mensen vragen ons vervolgens geregeld: ‘Wil je dan niet dat je kinderen leren lezen of schrijven?’ Natuurlijk wel, en dat gaan ze allemaal met heel veel individuele aandacht ook doen. Je zal verbaasd staan wat mijn kleine van zes jaar al kan. Ze kan heel aardig lezen en schrijven en rekensommetjes maken vindt ze heel leuk. Met onze andere dochter doe ik andere dingen thuis, zij is een heel zorgzaam type met een enorm groot hart. Zij doet graag dingen samen, in plaats van individueel. Ieder kind wordt puur geboren, is authentiek. Ik vind het superbelangrijk dat mijn kinderen zich op hun eigen manier kunnen blijven ontwikkelen. Wij gaan uit van de motivatie van ons kind en niet van wat wij ze opdragen. Ik denk niet dat dat een rare gedachte is. En als mensen dat wel raar vinden, dan is dat prima. Maar dit is onze overtuiging.” Heb jij soms het gevoel dat je niet helemaal past in onze maatschappij? “Ik voelde vroeger al dat ik anders was dan doorsnee en dat is nog steeds zo. Ik denk dat Nikki en ik sowieso een andere overtuiging hebben dan veel anderen in onze maatschappij.” DIERTJES Je bent 32, hebt nog een contract bij Ajax tot de zomer van 2026. Dan wordt ook het WK gehouden in de Verenigde Staten, Canada en Mexico. “Ik heb een keer een visioen gehad over een wereldbeker.” Lachend: “Dus er ligt nog wat in het verschiet. In 2022 had ik echt het gevoel dat we wereldkampioen zouden worden. Hadden we die penalty’s gewonnen, dan hadden we ook van Kroatië kunnen winnen in de halve finale. Op het EK van vorige zomer waren we er dichtbij. We verloren zo nipt van Engeland in de halve finale. We blijven gaan voor de ultieme prijs, in mijn ogen het mooiste wat er is met en voor je land.” Je weet inmiddels dat jouw visioenen vaak kloppen. Gaat dit dan nog een keer gebeuren? Lachend: “Laten we het hopen, ik wil graag bij het komende WK zijn. Het is mijn laatste kans, daar gaan we wederom alles voor doen.” Je keerde heel bewust terug naar Nederland met jouw gezin. Wat wil je nog? “Ik wil graag prijzen winnen met Ajax. Kampioen worden. Maar ik wil bovenal gelukkig zijn en voldoening halen uit wat ik nu doe.” Zie jij jezelf de komende jaren nog gewoon doorgaan als voetballer? “Zolang ik er plezier in hou en het goed kan combineren met de meisjes, blijf ik doorgaan. Het enige wat ik soms moeilijk vind, is dat ik veel van huis ben. Dat valt me steeds zwaarder. Zodra ik voel dat het ten koste van mijn dochters gaat, dan stop ik. Mijn carrière als voetballer heeft altijd op de eerste plaats gestaan. Voor het voetbal moest alles wijken. Die tijd is nu voorbij. Nu moet alles wijken voor mijn gezin.” En stel dat er toch nog een mooie club in de Premier League voorbijkomt? Nikki lachend: “Nou, die zijn er altijd wel, hoor. In de zomer hadden we ook naar het buitenland gekund en dat zal volgend jaar ook wel zo zijn.” Wout: “We hebben heel bewust voor Nederland gekozen.” Zie je jezelf nog bij FC Twente eindigen? Wout: “Ondanks alle negativiteit na mijn transfer naar Ajax vorige zomer, heb ik nog steeds dat sterke gevoel bij Twente, dat is niet veranderd.” Denk je al na over het leven na het voetbal? Zouden jullie weer terug willen naar het buitenland? “We hebben op zoveel plekken gewoond, maar Nederland voelt wel als ons land. Ik zou ook heel graag met alle kinderen willen reizen. Met zijn allen een paar maanden in een camper. Op den duur zouden wij graag op een mooie plek in Twente willen wonen waar wij zelfvoorzienend kunnen leven. Met Nikki, de meisjes en een hele hoop diertjes.” Helden Magazine editie 75 Het interview met Wout Weghorst komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Meer lezen? Kenneth Taylor: 'Het leven gaat gewoon weer door, hoor' Jorrel Hato: 'Mijn tijd komt nog wel' De wederopstanding van Frenkie de Jong
Wout Weghorst (32) speelde in de Duitse Bundesliga, de Engelse Premier League en de Turkse Süper Lig. Na het EK vorige zomer keerde hij terug in de eredivisie. De spits van Ajax werd – en wordt - bejubeld, maar tegelijkertijd verguisd. Ook voelde hij zich geregeld onbegrepen. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij en dat gaat ook nooit meer veranderen.” In Helden Magazine nummer 75 spraken we hem samen met zijn vriendin Nikki van Esch. Wout Weghorst Dochter Wies, geboren op 24 december, ligt vredig in een Maxi-Cosi te slapen. Daantje, de tweejarige dochter van Wout Weghorst en zijn vriendin Nikki van Esch, is ook thuis en roert in een kopje warme thee. Wout en Nikki zijn elkaars jeugdliefde en dertien jaar samen. Ze hebben vier dochters. Juul (6), Lucie (4), Daantje (2) en Wies. Wout: “Ik heb altijd gezegd dat we gaan trouwen als alle kinderen er zijn.” En is de familie Weghorst nu compleet? Wout kijkt Nikki aan: “Ik denk het wel. Ik heb altijd tegen jou gezegd dat ik graag een groot gezin wilde met allemaal meisjes. Ik heb altijd gevoeld dat ik vier dochters zou krijgen en heb dat ook altijd gezegd. Mijn vader zie ik nog zitten toen wij vertelden dat ook Wies een meisje was. Hij barstte in tranen uit en zei: ‘Dat meen je niet. Ik kan nu ook niet meer zeggen dat je geluk hebt, want ook dit heb je altijd gezegd.’” Nikki: “Ik had dat gevoel wat minder dan jij. Toen ik zwanger was van Wies, wilde ik wel graag dat ze een meisje zou zijn, maar vooral uit praktische overwegingen. We hadden alles al in huis voor nog een meisje. Ergens leek het me ook een beetje zielig als de vierde ineens een jongetje zou zijn. Dan zou hij er gratis drie moeders bij krijgen.” Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Wout: “Wij woonden allebei in Borne en gingen in Hengelo naar de middelbare school. We kwamen bij elkaar in de klas in 4 havo.” Lachend: “Je was meteen verliefd op mij.” Nikki lachend: “Ik had een verschrikkelijke hekel aan jou, vond jou een vervelend ventje.” Met een knipoog: “Daar hebben meer mensen last van.” Nikki: 'Ik had een verschrikkelijke hekel aan jou, vond jou een vervelend ventje.' Met een knipoog: 'Daar hebben meer mensen last van' Wout: “Ik was een uitslover. Op school deed ik altijd een beetje stoer, ik gedroeg me als een popie jopie. Omdat wij allebei in Borne woonden, en elke dag in Hengelo naar school moesten, gingen we op een gegeven moment steeds vaker samen fietsen, iedere dag samen naar school, twintig minuten heen en terug.” Nikki: “Ik leerde jou beter kennen en zag dat je ook een andere kant had.” Wout: “Met oud en nieuw hebben we voor het eerst gezoend. In die tijd gebeurde dat wel vaker, maar bij jou voelde het speciaal. Vervolgens liet je daarna twee weken niks van je horen, wat voelde als twee maanden. Ook na de vakantie, toen school weer begon, liet je weinig merken. Uiteindelijk besloot ik met een ander meisje af te spreken, dat vond je toch niet zo leuk.” Nikki: “We trokken weer naar elkaar toe. In het begin was het nog een beetje aan en uit, maar het voelde wel altijd als iets wat bijzonder was. Je speelde op dat moment bij NEO in het eerste. Ik stond op zaterdag weleens langs de lijn in Borne, maar het was niet bepaald mijn streven om met een voetballer te gaan,” zegt Nikki lachend. Wout: “Ik speelde ook gewoon bij de amateurs, ver weg van een serieuze voetbalcarrière.” Nikki: “Op zaterdagavond gingen we vaak met een grote vriendengroep stappen in Hengelo. Wij waren de enige uit Borne die meegingen. Jij wilde altijd om twee uur thuis zijn. Inmiddels speelde je bij DETO, dat was een niveau hoger, en je moest de volgende ochtend fris en fruitig op de club zijn, want je wist maar nooit wie er kwam kijken, zei je altijd. Jij riep standaard om half twee ’s nachts: ‘Als je met mee wil fietsen, dan moet je komen, want ik ga nu weg.’” Wout: “De rest van de groep lachte me uit.” Nikki: “Al jouw vrienden dronken bier, jij nam een ijsthee. Ze zeiden: ‘Je wordt nooit een professionele voetballer, kerel, je speelt bij DETO. Neem het nou niet zo serieus.’” [caption id="attachment_20742" align="aligncenter" width="1697"] Wout Weghorst[/caption] Stond jij als puber al zo sterk in je schoenen dat je dat niet vervelend vond? Wout lachend: “Ja, die geluiden zijn nooit veranderd, hè. Tuurlijk was dat niet altijd makkelijk, maar ik had heel sterk de overtuiging dat ik profvoetballer ging worden. Waar dat vandaan kwam, weet ik niet. Op een gegeven moment zeiden zelfs mijn ouders: ‘Wout, de kans is klein dat je nog profvoetballer gaat worden, misschien moet je ook over iets anders gaan nadenken.” Nikki: “We zijn officieel samen vanaf het moment dat jij bij Willem II in het belofteteam kwam.” Wat vond jij zo mooi aan Nikki? “Ik vond bij jou houvast. Bij jou voelde het anders dan bij andere meisjes, het was een gevoel van onvoorwaardelijkheid. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik echt geluk had met jou. Jij zei altijd: ‘Het komt wel goed met jou, ik geloof in ons.’ Ik wist toen: jou laat ik nooit meer gaan.” De buitenwereld zag een rebelse jongen. Nikki, zag jij dat het irritante jongetje uit de klas ook een goed hart had? Nikki: “Jij was ‘het’ gewoon voor mij. Jouw mooiste eigenschap is dat je heel goed weet wat je wil. Daar handel je ook naar.” Lachend: “Als vriend laat je nu weleens te wensen over, je koopt nooit bloemen voor me. Ik weet dat je heel veel van me houdt, maar je vindt het soms moeilijk om dat te tonen. Maar als vader ben je fantastisch. Jouw liefde voor de kinderen en mij is onvoorwaardelijk.” Jouw ouders gingen uit elkaar toen jij acht was. Voel jij daarom ook zo sterk dat jij Nikki en de kinderen juist nooit in de steek zal laten? Wout en Nikki worden emotioneel. Wout: “Dat onvoorwaardelijke gevoel heb ik in mijn jeugd weleens gemist en vond ik bij jou. Ik had het geluk dat jij in mij en ons geloofde. Jij bent de rots in de branding voor ons. Dat voel ik zeker sterk, ik zal mijn meiden nooit in de steek laten en er te allen tijde voor ze zijn. Soms voelt het een beetje dat ik nu als vader ook tegelijk het kind ben dat ik altijd heb willen zijn. Ik voel me vrij en kan de hele dag met de meisjes spelen, ik kan daar geen genoeg van krijgen.” Sperziebonen Na Willem II speelde je bij Emmen. Daarna volgde Heracles, waar je in 2014 jouw debuut maakte in de eredivisie. Na twee jaar volgde AZ. En in 2018 vertrok je naar Wolfsburg, waar je drieënhalfjaar speelde. In die tijd maakte ESPN een docu. Nikki, jij zei daarin: ‘Wout heeft een drive die zelfs topsporters niet hebben.’ Nikki: “Dat klopt. Alles draaide hier altijd om het voetbal. Sinds de kwartfinale tegen Argentinië op het WK van 2022 in Qatar heb jij iets meer rust. Voor die tijd, vooral in Duitsland bij Wolfsburg, trainde jij iedere dag minstens twee keer. Als er een training op het programma stond van de club, ging je zelf nog een keer. Zelfs op een vrije dag ging je nog trainen. Jij had daar al je eigen team om je heen, dat heb je nog steeds. Jouw eigen mental coach en fysio kwamen overal naartoe. Voor het EK van vorige zomer heb ik een jaar lang jouw eten moet afwegen, ik werd er schijtziek van. Op een gegeven moment dacht ik: het zijn sperzie- bonen, het maakt echt niet uit of je hier 300 gram of 400 gram van eet.” Waar komt dat extreme fanatisme bij jou vandaan? Wout: “In mijn hele carrière ben ik op zoek ge- weest naar het maximale. Als ik iets doe, doe ik het voor de volle honderd procent. Dat heb ik bij alles. In het voetbal of thuis als vader.” In januari 2022 vertrok je van Wolfsburg naar Burnley. Daar speelde je een half jaar. “Spelen in de Premier League was altijd een doel. Burnley en eigenaar Alan Pace wilden me heel graag hebben om de club te behouden voor de Premier League. Het was ruim een half jaar voor het WK. Louis van Gaal, toen bondscoach, was duidelijk toen ik hem om zijn mening vroeg. Hij zei: ‘Je moet op het hoogste niveau spelen.’ Ik wilde naar Burnley, uiteindelijk hebben we een oplossing gevonden dat bij degradatie ik verhuurd zou worden. Helaas gebeurde dit op de laatste speeldag. Vervolgens vertrok ik naar Besiktas.” In Istanbul speelde je weer een half jaar, tot het WK in Qatar volgde. “Ik heb nog nooit zoveel zin gehad in een wedstrijd als bij Besiktas. De thuiswedstrijden zorgden echt voor kippenvel. De beleving en passie van de Turken is geweldig. Als ik nu terugkijk, denk ik dat ik daar het meest heb genoten van het voetballer zijn. In Turkije kon en mocht ik mezelf zijn. Mijn passie voor voetbal en mijn beleving vonden ze daar niet zo gek. Daar hielden ze er juist van als ik het publiek opzweepte of juichte zoals ik soms juichen kan. Als voetballer klikte het heel goed, maar om er te leven is het wel een totaal andere cultuur met andere normen en waarden. Wij willen onze kinderen meegeven dat iedereen gelijk is. In Istanbul kon dat nog weleens anders zijn en dat gaf onze kinderen niet altijd het voorbeeld dat wij voor ogen hebben. Ik kon op een gegeven moment letterlijk niet meer zelf mijn kinderen naar school brengen, omdat ik overal aangeklampt werd. Dat vond ik, en vooral Nikki, weleens lastig.” Aura Je maakte jouw debuut voor het Nederlands elftal op 23 maart 2018 tegen Engeland, jullie verloren met 1-0. Ronald Koeman was bondscoach. ”Ik heb zo vaak geroepen: ik wil profvoetballer worden. Maar het Nederlands elftal? Dat heb ik nooit durven dromen, ik had echt nooit gedacht dat ik dat ooit zou halen.” Je speelde op dat moment bij AZ. “Toen de definitieve selectie bekend zou worden, om elf uur, zouden wij aan het trainen zijn en de trainer wilde de focus op de training hou- den. Ik zei tegen de dokter: ik moet het weten. Geef even een duimpje omhoog of omlaag, want ik kan niet trainen met de gedachte dat het al bekend is. Ik vergeet het nooit meer. De dokter kwam aanlopen, en deed zijn duim omhoog. Ik zakte op de grond en heb minutenlang gehuild. Wat was ik intens gelukkig en trots.” Lachend: “Die training werd niks meer.” Het duurde twee jaar voordat jij weer werd opgeroepen, door toenmalig bondscoach Frank de Boer. Heb jij daar met Ronald Koeman over gesproken, toen hij in januari 2023 voor de tweede keer bondscoach werd? “We hebben het daar kort over gehad. Ik merkte aan hem dat hij dat uitgesproken wilde hebben. In zijn eerste periode als bondscoach was Luuk de Jong zijn tweede spits, zijn pinchhitter. Memphis was zijn eerste spits; Koeman en hij hadden een speciale band, dat is bekend. Hoe goed ik ook presteerde, ik kon er weinig aan veranderen. Dat was ook wel wrang, want qua statistieken had ik nog nooit zo goed gepresteerd als in die periode bij Wolfsburg.” Hoe is jouw band nu met Ronald Koeman? “Die is prima, hoor. Hij waardeert mij en laat dat ook blijken.” Na het EK in 2021 werd De Boer opgevolgd door Louis van Gaal. Jij werd geselecteerd voor het WK in Qatar in 2022. Jij wist dat je vier meisjes kreeg, maar ook dat je zou scoren in de kwartfinale tegen Argentinië en een heldenrol zou vervullen. Wout knikt en kijkt Nikki aan: “Ik voelde het, hè.” Nikki: “De dag voor die kwartfinale tegen Argentinië appte je mij: ‘Het gaat gebeuren.’ Ik appte ’s avonds ook nog met jouw mental coach Lars Brouwer. Hij stuurde: ‘Wout gaat het doen vanavond, er gaat iets gebeuren.’ Mensen reageren dan een beetje lacherig, denken: het zal wel. Maar wij hadden dat gevoel alle drie zo sterk.” Wout: “Ik geloof in visualiseren. Mijn motto is: willen is kunnen.” Louis van Gaal had het altijd over imagineren, een beetje hetzelfde als visualiseren. Nikki: “Hij is een beetje jouw voetbalvader.” Is hij de beste trainer die je ooit hebt gehad? “Bij Wolfsburg vond ik Oliver Glasner ook een heel goede trainer. Op tactisch en voetbaltechnisch gebied vind ik hem de beste trainer die ik heb gehad. We werden vierde in de competitie, haalden de Champions League. Bij hem trainden we op bepaalde dingen die ook echt uitkwamen in de wedstrijd. Hij kon zo goed overbrengen wat hij voor ogen had. Maar als mens en hoe ik zelf ooit coach zou willen zijn als ik dat ooit zou worden, al betwijfel ik dat, vind ik Louis van Gaal de beste. Hij zag, voelde en zei alles. Onder hem moest iedereen iedere dag honderd procent leveren. Hij had zo’n aura om zich heen, zo’n charisma. Als hij maar in de buurt kwam, dan stond je al aan.” Had je ook een persoonlijke klik met Van Gaal? “Ja. Over mij wordt altijd gezegd: ‘Als Weghorst tweede spits is, dan is hij een moeilijke jongen voor een trainer.’ Ik ben onder Van Gaal nooit basisspeler geweest. Hij vroeg mij: ‘Ik zie hoe jij traint, maar ik hoor ook verhalen over hoe moeilijk jij bent. Is dat zo?’ Ik antwoordde: ik denk het niet en ik denk dat jij ook zal gaan vinden dat dat niet zo is. Na twee interlandperiodes zei hij: ‘Wout, zolang ik bondscoach ben, zal je er bij mij altijd bij zijn. Om hoe jij voor het voetbal leeft, traint en jouw positieve uitstraling en beleving. Jij bent daarin mijn nummer één voorbeeld. Maar,’ zei hij, ‘je zal nooit mijn eerste spits worden.’ Iedere keer weer zei ik: ik ga het wel proberen, trainer. ‘Dat mag,’ antwoordde Van Gaal dan, ‘maar het gaat niet veranderen.’ Hij is zo eerlijk geweest, heeft zo goed gecommuniceerd. Iets later, tijdens de voorbereiding op het WK, zei hij tegen me: ‘Ik denk ook dat jij voor ons het verschil kan gaan maken.’” In de kwartfinale tegen Argentinië werd jij in de 78e minuut gebracht bij een 2-0 achterstand. In de 83e minuut scoorde jij de 2-1. Diep in de blessuretijd was er die fameuze vrije trap waaruit jij de gelijkmaker scoorde en er een verlenging uit sleepte. Denk jij dat Louis van Gaal dat net als jij al aanvoelde? “Dat denk ik wel, maar meerderen had- den dat. Mede omdat we ook ons Plan B met Luuk de Jong en mij tot in perfectie getraind hebben. Daar hadden we veel vertrouwen in. Ik weet nog dat ik aan het warmlopen was en dat Frenkie de Jong naar de zijlijn liep in de zeventigste minuut. Hij keek mij aan en riep naar de dug-out, en dat is echt niks voor Frenkie om te doen: ‘Trainer, je moet nu wisselen. Wout moet erin!’ Dat kwam ook mede door mij, het is niet makkelijk geweest om altijd wissel te zijn, desondanks zei ik altijd: ‘Let op: mijn moment komt.’” [caption id="attachment_21669" align="alignnone" width="427"] Wout en zijn gezin[/caption] Kijk je die rake vrije trap nog weleens terug? “Je ziet het af en toe nog eens voorbijkomen. Laatst vroegen ouders van het schooltje van onze kinderen er toevallig nog naar. Die wilden weten hoe het was gegaan. Het idee van die vrije trap kwam van mezelf. Ik had hem al een keer op die manier raak geschoten bij Wolfsburg. Het was eigenlijk de bedoeling dat Memphis hem zou maken, zo hadden we er in de training op geoefend, maar Memphis was gewisseld. Het moest dan ook zo zijn. Als ik eraan terugdenk of foto’s zie en kijk naar mijn blik... ik ben gelovig, maar het voelde ook echt alsof iemand boven mij de touwtjes in handen had en alles voor mij deed. Ik heb die wedstrijd teruggekeken en niet één foute bal gespeeld, alles klopte en alles ging vanzelf. Dat gebeurt niet vaak in een carrière. Het was het ultieme.” Desondanks verloren jullie die kwartfinale op strafschoppen. Wout: “Zeker in het begin zat de teleurstel- ling diep. Het geloof groeide enorm binnen het team. Als we die penalty’s hadden ge- wonnen, stonden we in de halve finale tegen Kroatië. Die ‘wat als’ vraag zal ik voor altijd blijven houden. Maar zonder dat ik de wereldbeker had gewonnen, en daar was ik echt lang kapot van, heb ik na die wedstrijd sterk gevoeld: beter wordt het niet. Het was het hoogtepunt van mijn carrière. Alles kwam samen.” Na het WK maakte je een droomtransfer naar Manchester United. Toenmalige trainer Erik ten Hag haalde jou en liet jou veel spelen. Wout: “In een korte tijd had ik het WK gespeeld en een wereldtransfer gemaakt. Datgene waar ik mijn hele leven voor had gewerkt, had ik bereikt. De absolute top bereiken, het maximale eruit halen, was mijn ultieme doel als voetballer. Is er nog meer? dacht ik toen. Het antwoord was ‘nee’. Prachtig, toch?” Je hoort geregeld dat topsporters, bijvoorbeeld na het winnen van olympisch goud, teleurgesteld raken omdat ze dat geluksgevoel niet ervaren maar in plaats daarvan denken: was dit het nou? Wout wordt emotioneel: “Ik heb dat geluksgevoel wel ervaren. Dat halve jaar in Manchester heb ik als basisspeler misschien wel mijn beste wedstrijden gespeeld. Alleen, ik scoorde maar twee keer, dat knaagt nog wel aan me. Maar we hebben een goed half jaar gekend met het winnen van de League Cup, bereiken van de FA Cup-finale en een derde plek in de competitie. Daarin heb ik een groot aandeel gehad. Manchester United was in alles ‘de top’. Alles was groots, de club, de hele setting. En dan heb ik juist de neiging mij een beetje terug te trekken. Ik ben een uitgesproken jongen, maar kan ook onzeker zijn. Dat was in Manchester af en toe het geval. Je wordt ook geleefd. Die maanden vlogen voorbij, maar bovenal ben ik ontzettend trots en dankbaar dat ik het heb kunnen afdwingen om bij Manchester United te spelen. Het was een onvergetelijke ervaring, ik heb een droom geleefd.” Tijdens het EK van vorige zomer maakte jij in de openingswedstrijd tegen Polen weer het beslissende doelpunt. Jij kwam in de 81e minuut in het veld voor Memphis Depay en maakte amper twee minuten later de 2-1. Jij wist weer dat dit ging gebeuren, vertelde je na de wedstrijd. “Voor het EK begon zei ik tegen de trainer: ik voel me goed, ben er klaar voor. Dat was ook in de periode dat ik mijn eten afwoog. Ik had zelfs met een explosiviteitstrainer gewerkt, was in top shape. Ik zei tegen de bondscoach: geef mij maar een belangrijke rol, ik ben er klaar voor. En ja, ook in die wedstrijd had ik ‘het gevoel’. Het was een prachtige dag. Wat die dag ook zo bijzonder maakte, was de erkenning die ik daarna kreeg. Hoe ik werd toegezongen, was fantastisch. Dat EK was precies het beeld van hoe ik dat vroeger als jochie in mijn hoofd had. Iedereen in het oranje. Zoveel Nederlandse fans. En dan kreeg ik ook nog vanuit het hele land waardering. Ik voelde mij als voetballer massaal gesteund. Dat was mijn brandstof. Ik vrat die helemaal op, haalde er mijn motivatie uit. Heel lang had ik daarnaar gezocht, heel lang wilde ik dat. Uiteindelijk merk je: als je niet meer zoekt, omdat je accepteert en vrede hebt met jezelf, dan komt de waardering vanzelf naar je toe.” AUTHENTIEK Drie jaar geleden zei je in Helden: ‘Tegen mijn vriendin zeg ik weleens: hoelang ga ik dit nog volhouden? Het is het mooiste beroep van de wereld, maar mentaal ook heel zwaar.’ Wout: “Dat klopt. Ik heb weleens geprobeerd om er relaxter in te staan, de teugels te laten vieren. Maar dat werkt niet voor mij, dan begint het na een week al te kriebelen en voel ik me niet prettig. Die sterke overtuiging, dat fanatisme, heb ik nou eenmaal en zo sta ik in het leven. Dat heeft me ook al deze successen gebracht. Maar mentaal is het niet makkelijk en vraagt het veel van me.” Jouw sterke overtuiging en fanatisme worden niet altijd gewaardeerd. “Bepaalde dingen die bij mij horen, zullen nooit veranderen. Dat was vroeger al, toen ik door mijn vriendjes werd uitgelachen, en dat is nog steeds zo. Er is blijkbaar iets in mij, waardoor ik altijd in de schijnwerpers sta. Iedereen zegt altijd: ‘Wout vraagt om aandacht, hij wil in de schijnwerpers staan.’ Dat is niet waar. Wel op basis van mijn prestaties, maar niet op basis van het ‘anders’ zijn. Ik weet inmiddels ook waarom dat zo is. Ik ben puur en uitgesproken, authentiek. Dat is iets wat mensen triggert en meningen oproept, maar ik heb nu meer schijt aan wat iemand van mij vindt. Ik ben blij dat ik zo ben en kan zijn. En mijn drang naar presteren zal ik altijd hebben.” Wat vind je ervan dat jij geregeld de pispaal bent in de media? “Wat er over mij wordt gezegd en geschreven in de media is niet altijd makkelijk. Ik word er nog steeds weleens verdrietig van. Veel makkelijker dan over mijn rug punten scoren door journalisten of wie dan ook, wordt het niet. De stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, dat gaat nooit meer veranderen.” Wout: 'Wat er over mij wordt gezegd in de media is niet altijd makkelijk. Ik word er nog steeds weleens verdrietig van.' Ben je daardoor mentaal harder geworden? “In het begin van mijn carrière had ik een heel erge bewijsdrang. Ik wilde iedereen laten zien dat ik het kon, dat ik de beste was en het ging maken. Zoals in de tijd bij Wolfsburg en ik niet werd opgeroepen voor het Nederlands elftal. Dat was zo’n trigger voor mij. Dat kostte heel veel energie omdat het niet de goede motivatie was. Dan wordt het mentaal heel zwaar. Die enorme bewijsdrang veranderde langzaam. Ik wilde het daarna vooral bewijzen voor mezelf. Gaandeweg werd ook dat minder en begon ik me te realiseren wat ik allemaal had bereikt. Ik reageer nu meer vanuit trots en dankbaarheid dan vanuit bewijsdrang.” Heb jij die mentale veranderding te danken aan jouw mental coach? “Mijn mental coach Lars Brouwer mag absoluut weleens genoemd worden. Hij heeft mij zo enorm geholpen, vooral in mijn tijd bij Wolfsburg. Hij is een goede vriend geworden. In mijn eerste jaren als profvoetballer wist ik wel waar ik last van had, maar ik kon het niet omzetten. Van Lars heb ik geleerd om naar mijn eigen motivatie en gevoel te luisteren en dat wat de buitenwereld van mij verwacht los te laten. Daardoor doen alle negatieve reacties mij nu ook minder. Natuurlijk voel ik me soms rot en is het niet leuk om te lezen dat ik een irritant mannetje ben, lastig in de kleedkamer, noem maar op. Ik weet zelf wel beter. Ik laat me niet meer beïnvloeden door die meningen, dat heeft me veel opgeleverd. Als mens, maar ook als voetballer. Ik denk dat heel veel mensen dat diep van binnen graag zouden willen. Altijd naar je gevoel luisteren en niet naar meningen van anderen, is ook moeilijk. Ik ben misschien ook een confronterende spiegel voor mensen.” Voel jij je vaak onbegrepen? “Ja, maar ik zie het een beetje als twee werelden. De ene wereld is de buitenwereld. De media en social media, dat is voor mij een beetje een fake wereld. In die wereld voel ik me onbegrepen. De andere wereld is die van mezelf en de kleine kring om mij heen, de ‘real life wereld’, om het zo maar te noemen.” Doet het jouw familie pijn hoe jij soms wordt weggezet in de media? “Ja, voor Nikki, en ook mijn ouders is het niet leuk. Toen ik afgelopen zomer de transfer maakte naar Ajax, was het weer raak. Ik had Twente verloochend... Het is zo oneerlijk hoe dat verhaal is neergezet. Dat is het enige dat ik nog heel lastig vind. Onrecht.” FILOSOFIE Na Manchester United speelde je een jaar in de Bundesliga bij Hoffenheim. Je wilde daarna terug naar Nederland. In de media werd jouw komst naar FC Twente al ruimschoots besproken, het werd Ajax en dat werd jou door Twente-supporters niet in dank afgenomen. Vertel eens over dat hele proces? “Ik heb er eigenlijk nog nooit wat over gezegd. Ik heb me gefocust op Ajax en was blij met mijn prachtige transfer, naar historisch gezien de grootste club van Nederland. Maar ik wil er best wat over zeggen. Zoals bekend heb ik met Twente en de verantwoordelijke mensen meerdere gesprekken gevoerd in de zomer. Uiteindelijk bleek gaandeweg de transferperiode dat het voor Twente financieel niet mogelijk was om mij te halen. Ik heb het over de transfersom, niet over mijn salaris. Ik weet ook wel dat ik minder in Nederland zou verdienen dan in het buitenland. Geld is nooit mijn drijfveer geweest en zal het nooit zijn. Maar Twente heeft letterlijk tegen mij gezegd: ‘Wout, het gaat ons nu niet lukken en wij gaan verder kijken.’ Op dat moment konden ze Sam Lammers krijgen. Dat begreep ik. Ik heb Arnold Bruggink en Jan Streuer, de technische leiding bij Twente, ook eerlijk en open over de interesse van Ajax en andere clubs verteld. Uiteindelijk kreeg ik tijdens de gesprekken die ik voerde met Ajax en de doelstellingen die zij hadden het gevoel dat dit voor mij en mijn gezin de juiste stap was. Het verhaal sprak me aan en ik wilde graag terug naar Nederland voor mijn gezin. Ajax wilde weer het Ajax van voorheen worden, terug naar de glorietijden, terug naar de top, kampioen worden en Champions League voetbal spelen. En ze hadden spelers nodig die er vol voor wilden gaan. Bij Ajax voelde ik veel vertrouwen en ik kreeg iedere keer te horen: ‘Zo’n type als jij hebben wij nodig.’ Ze wilden me koste wat het kost binnen halen en we hebben er allebei alles aan gedaan het uiteindelijk te realiseren.” Je wordt geregeld toegezongen in de ArenA. Bij de fans ben je geliefd. “Daar gaat het uiteindelijk ook om. Dat schaar ik weer onder de ‘echte’ wereld. Daarom zijn mijn ervaringen tot nu toe heel positief. Zoals hoe de supporters reageerden toen ik voor het eerst in het stadion kwam. Mijn eerste doelpunt in de Arena, de winnende tegen FC Groningen. Dat was supergaaf en daar ben ik ze heel dankbaar voor. Ik focus me daarop; op de mensen in mijn directe omgeving, voor wie ik werk en voetbal, voor de club en supporters.” BARBIES Het geloof speelt ook een belangrijke rol in jouw leven. Wout knikt: “Ik heb mijn steun erin gevonden. Het geloof voelt voor mij ook als iets onvoorwaardelijks, als iets waar ik altijd op kan terugvallen. Ik ben er niet mee opgegroeid, maar ben er later mee in aanraking gekomen. Nu deel ik het met Nikki. De kinderen laten we er ook kennis mee maken. Soms zitten we aan tafel en bidden we even. En soms liggen we in bed en bidden we. Ik heb een bijbeltje waarin ik elke dag lees.” Hoe kijk jij naar de wereld waarin wij leven? Wout is stil, lacht even en kijkt bedenkelijk. Jij hebt je ook weleens uitgesproken over het feit dat je het lastig vindt dat we allemaal deel uitmaken van een bepaald systeem in Nederland en dat we daarin worden geacht mee te gaan. Zoals hoe het onderwijs geregeld is. Wout knikt: “Dat klopt. Het schoolsysteem is daar inderdaad een voorbeeld van. Ik ben me vanwege het ouderschap hierin gaan verdiepen, omdat ik mijn kinderen de best mogelijke toekomst wil bieden. Ik ben niet tegen het Nederlandse schoolsysteem, maar ik ben er ook niet voor. School zie ik als een verlengstuk van de opvoeding thuis. En hoe ik onze kinderen opvoed, past voor ons niet bij het huidige systeem. Ik ben tijdens het verdiepen en de zoektocht naar ‘andere’ opties dan het reguliere onderwijs in aanraking gekomen met holistisch onderwijs, waar de kinderen veel buiten in de natuur zijn en spelenderwijs leren. De laatste twee jaar ben ik druk bezig om mijn eigen school op te richten. Vanuit de overtuigingen en waarden waarin ik geloof. Ik geloof zeker niet in alleen maar vrijheid. Er mogen ook regels en structuur zijn, dat is juist fijn en helpend. Maar ik geloof wel dat kinderen zich in vrijheid moeten kunnen ontwikkelen en dat ze hun eigen creativiteit moeten kunnen gebruiken. Mijn oudste is heel creatief. Ze maakt allerlei kleertjes van ballonnen of wc-papier voor haar Barbies. Dat vind ik een mooie kwaliteit. Als blijkt dat ze dat heel leuk blijft vinden, wil ik dat ze daarvoor op school de ruimte krijgt. In het traditionele schoolsysteem doet dat er niet toe, worden daar geen cijfers voor gegeven, maar wordt er gekeken of je goed kan leren, kan rekenen en lezen. Dat vind ik een beperkte blik. Wout: 'Ik ben niet tegen het Nederlandse schoolsysteem, maar ik ben er ook niet voor. Hoe ik onze kinderen opvoed past niet bij het huidige system' Mensen vragen ons vervolgens geregeld: ‘Wil je dan niet dat je kinderen leren lezen of schrijven?’ Natuurlijk wel, en dat gaan ze allemaal met heel veel individuele aandacht ook doen. Je zal verbaasd staan wat mijn kleine van zes jaar al kan. Ze kan heel aardig lezen en schrijven en rekensommetjes maken vindt ze heel leuk. Met onze andere dochter doe ik andere dingen thuis, zij is een heel zorgzaam type met een enorm groot hart. Zij doet graag dingen samen, in plaats van individueel. Ieder kind wordt puur geboren, is authentiek. Ik vind het superbelangrijk dat mijn kinderen zich op hun eigen manier kunnen blijven ontwikkelen. Wij gaan uit van de motivatie van ons kind en niet van wat wij ze opdragen. Ik denk niet dat dat een rare gedachte is. En als mensen dat wel raar vinden, dan is dat prima. Maar dit is onze overtuiging.” Heb jij soms het gevoel dat je niet helemaal past in onze maatschappij? “Ik voelde vroeger al dat ik anders was dan doorsnee en dat is nog steeds zo. Ik denk dat Nikki en ik sowieso een andere overtuiging hebben dan veel anderen in onze maatschappij.” DIERTJES Je bent 32, hebt nog een contract bij Ajax tot de zomer van 2026. Dan wordt ook het WK gehouden in de Verenigde Staten, Canada en Mexico. “Ik heb een keer een visioen gehad over een wereldbeker.” Lachend: “Dus er ligt nog wat in het verschiet. In 2022 had ik echt het gevoel dat we wereldkampioen zouden worden. Hadden we die penalty’s gewonnen, dan hadden we ook van Kroatië kunnen winnen in de halve finale. Op het EK van vorige zomer waren we er dichtbij. We verloren zo nipt van Engeland in de halve finale. We blijven gaan voor de ultieme prijs, in mijn ogen het mooiste wat er is met en voor je land.” Je weet inmiddels dat jouw visioenen vaak kloppen. Gaat dit dan nog een keer gebeuren? Lachend: “Laten we het hopen, ik wil graag bij het komende WK zijn. Het is mijn laatste kans, daar gaan we wederom alles voor doen.” Je keerde heel bewust terug naar Nederland met jouw gezin. Wat wil je nog? “Ik wil graag prijzen winnen met Ajax. Kampioen worden. Maar ik wil bovenal gelukkig zijn en voldoening halen uit wat ik nu doe.” Zie jij jezelf de komende jaren nog gewoon doorgaan als voetballer? “Zolang ik er plezier in hou en het goed kan combineren met de meisjes, blijf ik doorgaan. Het enige wat ik soms moeilijk vind, is dat ik veel van huis ben. Dat valt me steeds zwaarder. Zodra ik voel dat het ten koste van mijn dochters gaat, dan stop ik. Mijn carrière als voetballer heeft altijd op de eerste plaats gestaan. Voor het voetbal moest alles wijken. Die tijd is nu voorbij. Nu moet alles wijken voor mijn gezin.” En stel dat er toch nog een mooie club in de Premier League voorbijkomt? Nikki lachend: “Nou, die zijn er altijd wel, hoor. In de zomer hadden we ook naar het buitenland gekund en dat zal volgend jaar ook wel zo zijn.” Wout: “We hebben heel bewust voor Nederland gekozen.” Zie je jezelf nog bij FC Twente eindigen? Wout: “Ondanks alle negativiteit na mijn transfer naar Ajax vorige zomer, heb ik nog steeds dat sterke gevoel bij Twente, dat is niet veranderd.” Denk je al na over het leven na het voetbal? Zouden jullie weer terug willen naar het buitenland? “We hebben op zoveel plekken gewoond, maar Nederland voelt wel als ons land. Ik zou ook heel graag met alle kinderen willen reizen. Met zijn allen een paar maanden in een camper. Op den duur zouden wij graag op een mooie plek in Twente willen wonen waar wij zelfvoorzienend kunnen leven. Met Nikki, de meisjes en een hele hoop diertjes.” Helden Magazine editie 75 Het interview met Wout Weghorst komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Meer lezen? Kenneth Taylor: 'Het leven gaat gewoon weer door, hoor' Jorrel Hato: 'Mijn tijd komt nog wel' De wederopstanding van Frenkie de Jong

Atletiek

Jessica Schilder: ‘Kogelstoten is weer eens wat anders, hè’

Met Jessica Schilder (26) heeft Nederland een wereldtopper in het kogelstoten. Bij de WK in Tokio (13 – 21 september) geldt ze als kanshebber voor een medaille. We spreken haar over valangst, haar lichaam, daten, tatoeages, Volendam en de droom om op een dag de kogel voorbij de magische grens van 21 meter te stoten. Mijn naam “Bij de achternaam Schilder denken mensen meteen aan Volendam. En ja, daar kom ik ook vandaan. Vaak krijg ik de vraag of ik familie ben van zanger Nick Schilder of zangeres Anny Schilder. Dat is niet het geval. Volendam is natuurlijk bekend om de muziek die ervandaan komt en van de sport, vooral voetbal en handbal zijn er populair. Toen ik op mijn zevende met vriendinnen begon met atletiek werd al snel duidelijk dat de werponderdelen mij het best lagen.” Lachend: “Mijn ouders zijn harstikke trots op me, hoor, zijn mijn grootste fans, maar ze hadden misschien in eerste instantie liever gezien dat ik de nieuwe Dafne Schippers zou worden. In Volendam word ik helemaal omarmd. Kogelstoten is weer eens wat anders, hè? Ik kom trouwens niet heel vaak meer in Volendam, woon voor mijn sport op Papendal. Ik vind het altijd heerlijk als ik weer in Volendam ben. Niet dat ik per se op De Dijk wil rondlopen, want ik ben nooit van het uitgaan geweest, maar ik mis soms wel mijn familie en vrienden. Als ik het Volendamse dialect hoor, denk ik: ik ben weer thuis.” Mijn sport “Toen ik het kogelstoten bij de Olympische Spelen van 2012 op tv zag, moest ik huilen. Ik wist ineens: daar wil ik op een dag staan. Ik vond kogelstoten niet alleen leuk, ik kon er ook mijn frustraties in kwijt. Als ik baalde van school, raakte ik mijn irritaties kwijt door de kogel zo ver mogelijk weg te stoten. Anderen gingen in de puberteit als uitlaatklep op boksen of kickboksen, ik pakte de kogel. En het was natuurlijk ook fijn om te merken dat ik van jongs af aan verder stootte dan de rest, dat motiveerde enorm. Op mijn dertiende werd ik in het Olympisch Stadion Nederlands jeugd- kampioen, maar ik ben wel een tijdje een buitenbeentje geweest binnen de atletiek. Veel kogelstoters waren er niet in Nederland. De sport heeft ook lang een bepaald imago gehad. Bij hardlopers als Femke Bol en Lieke Klaver zien mensen hun lichamen en ze snappen meteen dat er heel veel training aan te pas komt om er zo uit te zien en zo goed te zijn. Ik heb een heel ander lichaam dan de sprintsters, moest veel vaker uitleggen wat ik moest doen en laten voor m’n sport. Veel van de kogelstoters waren ook nog eens heel groot en fors. De laatste jaren draait het bij kogelstoten steeds meer om de combinatie van kracht en souplesse. Er is een generatie opgestaan van meiden die wel sterk zijn, maar niet dik.” Mijn lichaam “Vriendinnen voelen zich altijd een stuk veiliger als ik erbij ben. Als we de stad ingaan, hoor ik vaak: ‘Jessica gaat voorop.’ Ik ervaar af en toe dat mensen geïntimideerd door mij raken. Ik val natuurlijk op, ben gespierder dan de meeste vrouwen, volg voor een gedeelte ook het krachtprogramma van de gewichtheffers. Hier op Papendal merk ik geregeld dat ik sterker ben dan veel mannen. Ik doe veel squats tijdens de krachttraining, kan meer dan tweehonderd kilo squatten. Ik ben wel atletisch, maar heb geen Lieke Klaver-lichaam. Heel mooi vind ik al die spieren niet, ik kijk soms liever niet in de spiegel. Het is een soort spagaat waarin ik zit, want ik heb die spieren nodig als ik goed wil zijn in mijn sport en mee wil doen aan de Olympische Spelen. Mijn grote doel is de beste van de wereld worden. Dat betekent dat ik nog gespierder moet worden, want dat is nodig als ik verder wil stoten. Ik moet accepteren dat dit lichaam erbij hoort, dat is een proces. De afgelopen jaren ben ik er steeds meer aan gaan wennen. Bij aankomst in Xiamen, waar de eerste Diamond League van dit jaar was, bleek dat mijn koffer niet aan was gekomen. Ik had in mijn handbagage een reservetenue, maar dat was een veel strakker pakje dan ik normaal gesproken draag. Noodgedwongen droeg ik voor het eerst geen losse kleding tijdens een wedstrijd. Het zat me niet in de weg, ik won en verbeterde mijn Nederlands record tot 20,47 meter. Ik kreeg na afloop zoveel complimenten over mijn kleding. Ook collega-atleten zeiden dat het me heel goed stond. Als ik nu ook foto’s zie van mezelf in strakkere kleding, dan denk ik: dat staat me best goed.” Meer lezen Dafne Schippers: 'Het was een rollercoaster' Femke Bol: 'Ik wist niet dat ik zo hard kon'
Met Jessica Schilder (26) heeft Nederland een wereldtopper in het kogelstoten. Bij de WK in Tokio (13 – 21 september) geldt ze als kanshebber voor een medaille. We spreken haar over valangst, haar lichaam, daten, tatoeages, Volendam en de droom om op een dag de kogel voorbij de magische grens van 21 meter te stoten. Mijn naam “Bij de achternaam Schilder denken mensen meteen aan Volendam. En ja, daar kom ik ook vandaan. Vaak krijg ik de vraag of ik familie ben van zanger Nick Schilder of zangeres Anny Schilder. Dat is niet het geval. Volendam is natuurlijk bekend om de muziek die ervandaan komt en van de sport, vooral voetbal en handbal zijn er populair. Toen ik op mijn zevende met vriendinnen begon met atletiek werd al snel duidelijk dat de werponderdelen mij het best lagen.” Lachend: “Mijn ouders zijn harstikke trots op me, hoor, zijn mijn grootste fans, maar ze hadden misschien in eerste instantie liever gezien dat ik de nieuwe Dafne Schippers zou worden. In Volendam word ik helemaal omarmd. Kogelstoten is weer eens wat anders, hè? Ik kom trouwens niet heel vaak meer in Volendam, woon voor mijn sport op Papendal. Ik vind het altijd heerlijk als ik weer in Volendam ben. Niet dat ik per se op De Dijk wil rondlopen, want ik ben nooit van het uitgaan geweest, maar ik mis soms wel mijn familie en vrienden. Als ik het Volendamse dialect hoor, denk ik: ik ben weer thuis.” Mijn sport “Toen ik het kogelstoten bij de Olympische Spelen van 2012 op tv zag, moest ik huilen. Ik wist ineens: daar wil ik op een dag staan. Ik vond kogelstoten niet alleen leuk, ik kon er ook mijn frustraties in kwijt. Als ik baalde van school, raakte ik mijn irritaties kwijt door de kogel zo ver mogelijk weg te stoten. Anderen gingen in de puberteit als uitlaatklep op boksen of kickboksen, ik pakte de kogel. En het was natuurlijk ook fijn om te merken dat ik van jongs af aan verder stootte dan de rest, dat motiveerde enorm. Op mijn dertiende werd ik in het Olympisch Stadion Nederlands jeugd- kampioen, maar ik ben wel een tijdje een buitenbeentje geweest binnen de atletiek. Veel kogelstoters waren er niet in Nederland. De sport heeft ook lang een bepaald imago gehad. Bij hardlopers als Femke Bol en Lieke Klaver zien mensen hun lichamen en ze snappen meteen dat er heel veel training aan te pas komt om er zo uit te zien en zo goed te zijn. Ik heb een heel ander lichaam dan de sprintsters, moest veel vaker uitleggen wat ik moest doen en laten voor m’n sport. Veel van de kogelstoters waren ook nog eens heel groot en fors. De laatste jaren draait het bij kogelstoten steeds meer om de combinatie van kracht en souplesse. Er is een generatie opgestaan van meiden die wel sterk zijn, maar niet dik.” Mijn lichaam “Vriendinnen voelen zich altijd een stuk veiliger als ik erbij ben. Als we de stad ingaan, hoor ik vaak: ‘Jessica gaat voorop.’ Ik ervaar af en toe dat mensen geïntimideerd door mij raken. Ik val natuurlijk op, ben gespierder dan de meeste vrouwen, volg voor een gedeelte ook het krachtprogramma van de gewichtheffers. Hier op Papendal merk ik geregeld dat ik sterker ben dan veel mannen. Ik doe veel squats tijdens de krachttraining, kan meer dan tweehonderd kilo squatten. Ik ben wel atletisch, maar heb geen Lieke Klaver-lichaam. Heel mooi vind ik al die spieren niet, ik kijk soms liever niet in de spiegel. Het is een soort spagaat waarin ik zit, want ik heb die spieren nodig als ik goed wil zijn in mijn sport en mee wil doen aan de Olympische Spelen. Mijn grote doel is de beste van de wereld worden. Dat betekent dat ik nog gespierder moet worden, want dat is nodig als ik verder wil stoten. Ik moet accepteren dat dit lichaam erbij hoort, dat is een proces. De afgelopen jaren ben ik er steeds meer aan gaan wennen. Bij aankomst in Xiamen, waar de eerste Diamond League van dit jaar was, bleek dat mijn koffer niet aan was gekomen. Ik had in mijn handbagage een reservetenue, maar dat was een veel strakker pakje dan ik normaal gesproken draag. Noodgedwongen droeg ik voor het eerst geen losse kleding tijdens een wedstrijd. Het zat me niet in de weg, ik won en verbeterde mijn Nederlands record tot 20,47 meter. Ik kreeg na afloop zoveel complimenten over mijn kleding. Ook collega-atleten zeiden dat het me heel goed stond. Als ik nu ook foto’s zie van mezelf in strakkere kleding, dan denk ik: dat staat me best goed.” Meer lezen Dafne Schippers: 'Het was een rollercoaster' Femke Bol: 'Ik wist niet dat ik zo hard kon'