Word abonnee
Meer

Atletiek

Joël de Jong: Vliegende Fries

Joël de Jong Joël de Jong (22) gaat zowel op de 100 meter als bij het verspringen voor goud op de Paralympische Spelen. Een verhaal over een scootmobiel, donorvader en de mensen die achter hem staan. Hij weet hoe het is om te kunnen vliegen. Joël de Jong vloog op 6 juli in Leverkusen naar een afstand van 7,67 meter en verbeterde het wereldrecord verspringen met liefst 42 centimeter. Eerder op de dag liep hij ook al zijn beste seizoentijd op de 100 meter. Met dank aan zijn aangepaste blade en zijn coaches Fynn van Buuren en Joep Janssen met wie hij sinds maart 2023 op Papendal traint. Blades Joël was veertien toen atletiek in zijn leven kwam. Tot die tijd was hij op het voetbalveld en de tennisbaan te vinden in Harlingen. Vaak samen met zijn één jaar jongere broer Jelke of vrienden. “Met voetbal brak zo’n beetje elke week mijn prothese, ik zat keer op keer in Leeuwarden bij mijn prothesemaker Gert van der Hoek. Dat werd te gek. Ik was al een beetje om me heen aan het kijken, had rolstoeltennis al geprobeerd. Gert nodigde me toen uit om een keer op een blade hard te lopen. Ik dacht: om Gert een plezier te doen, ga ik erheen.” Hij mocht de blade in 2016 met elf andere kinderen uitproberen tijdens de EK atletiek in Amsterdam. “Ik liep harder dan ooit. Alsof ik vloog. Met mijn linkerbeen ging ik bijna te hard voor mijn rechter-. Ik was verkocht.” Joël viel op. Een talentcoach nodigde hem meteen uit voor een training op Papendal. En bij Frank Dik, een coach van atleten die met blades lopen, kon hij terecht in Hoorn. Hij ging op het aanzoek in. Na drie jaar Hoorn maakte hij de overstap naar Guido Bonsen in Amsterdam. Ook onder hem trainde Joël drie jaar, waarna hij afgelopen jaar de sprong maakte naar Papendal. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Joël de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Joël de Jong Joël de Jong (22) gaat zowel op de 100 meter als bij het verspringen voor goud op de Paralympische Spelen. Een verhaal over een scootmobiel, donorvader en de mensen die achter hem staan. Hij weet hoe het is om te kunnen vliegen. Joël de Jong vloog op 6 juli in Leverkusen naar een afstand van 7,67 meter en verbeterde het wereldrecord verspringen met liefst 42 centimeter. Eerder op de dag liep hij ook al zijn beste seizoentijd op de 100 meter. Met dank aan zijn aangepaste blade en zijn coaches Fynn van Buuren en Joep Janssen met wie hij sinds maart 2023 op Papendal traint. Blades Joël was veertien toen atletiek in zijn leven kwam. Tot die tijd was hij op het voetbalveld en de tennisbaan te vinden in Harlingen. Vaak samen met zijn één jaar jongere broer Jelke of vrienden. “Met voetbal brak zo’n beetje elke week mijn prothese, ik zat keer op keer in Leeuwarden bij mijn prothesemaker Gert van der Hoek. Dat werd te gek. Ik was al een beetje om me heen aan het kijken, had rolstoeltennis al geprobeerd. Gert nodigde me toen uit om een keer op een blade hard te lopen. Ik dacht: om Gert een plezier te doen, ga ik erheen.” Hij mocht de blade in 2016 met elf andere kinderen uitproberen tijdens de EK atletiek in Amsterdam. “Ik liep harder dan ooit. Alsof ik vloog. Met mijn linkerbeen ging ik bijna te hard voor mijn rechter-. Ik was verkocht.” Joël viel op. Een talentcoach nodigde hem meteen uit voor een training op Papendal. En bij Frank Dik, een coach van atleten die met blades lopen, kon hij terecht in Hoorn. Hij ging op het aanzoek in. Na drie jaar Hoorn maakte hij de overstap naar Guido Bonsen in Amsterdam. Ook onder hem trainde Joël drie jaar, waarna hij afgelopen jaar de sprong maakte naar Papendal. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Joël de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Atletiek

Fleur Jong: Cooler dan een Tesla

Fleur Jong Fleur Jong (28) is een van de boegbeelden van de paralympische sport in Nederland. Ze is regerend wereldkampioen op de 100 meter en bij het verspringen in de T64- klasse. Voordat ze afreist naar Parijs, gaat Victoria Koblenko op bezoek bij de vrouw die drie jaar geleden paralympisch kampioen verspringen werd. Je vertrekt binnenkort naar Parijs voor de Paralympische Spelen. Hoe kijk je naar jouw ontwikkeling? “In atletiek is alles meetbaar en ik ben een beetje geobsedeerd door het meetbare. Ik heb een afstand van 6,74 meter gesprongen, dat is het wereldrecord. Het wereldrecord voor valide atletes staat op 7,52 meter. Ik vind dat ik al een heel respectabele afstand heb gesprongen. Ik kan nu wel roepen dat zeven meter springen een doel is, maar daarmee ga ik het nog niet halen. Je moet eerst geloven dat je het kunt. Mentaal moet een doel eerst omarmd worden. Kijk, die afstanden moet je eerst in je hoofd overbruggen. Je moet het doel uitspreken, voelen of dat haalbaar is in je lijf en het vervolgens met je hart omarmen. Sommige prestaties kunnen je overkomen, maar dat is echt een heel klein percentage. Voor de meeste prestaties geldt: je krijgt wat je verdient. Een goede coach zal niet verrast worden door een prestatie.” Jij bent wereldkampioen op de 100 meter en bij het verspringen in de T64-klasse, kunt dus op beide onderdelen goud pakken in Parijs. Van topsporters hoor ik geregeld dat ze in ‘the zone’ moeten komen. Herken jij dat? “Ik ben weleens in the zone geweest. Ik zag alleen mijn baan, alsof ik oogkleppen op had. Dat was bij de EK in Polen en ik liep een wereldrecord. Van die wedstrijd staat me niets meer voor de geest. Maar ik heb ook wedstrijden gelopen waarvan ik me elke stap kan herinneren. Weet je hoe ik voel dat het goed zit? Dan word ik zenuwachtig, krijg kriebels in m’n hele lijf. Dan wil ik soms schreeuwen, maar ik voel dat ik alle energie binnen moet houden, zodat ik die tijdens de wedstrijd kan geven.” Bibian Mentel In het afgelopen decennium ben ik voor deze rubriek naast vele topsporters gefotografeerd, maar nog nooit eerder sprong er een atlete met blades over me heen. You are cooler than a Tesla, girl! Zit sporten in de genen? “Mijn ouders zijn allebei bloedfanatiek. Mama heeft op hoog niveau gehandbald en papa kan goed tennissen. Mijn broertje voetbalde altijd en ik was gefascineerd door dansen, streetdance en hiphop, maar deed ook sport-aerobics. Dat leek wel op turnen, maar met mijn lengte was dat geen optie. Vooral met dansen was ik fanatiek, ik deed zelfs mee aan het NK. Mijn leraressen, een tweeling, waren heel creatief en we gingen altijd all out met de kostuums. De laatste charleston die ik danste, kan ik me nog goed herinneren. De week voordat ik op mijn zeventiende ziek werd, heb ik voor het eerst een training afgezegd.” Je werd gevloerd door een griep, wat later een gevaarlijk bacterie bleek. “Het ging snel. Niemand wist precies wat ik had of hoe ze het konden bestrijden. Maar door de toxische shock waar ik in terechtkwam – en waarbij het lichaam er voor kiest de meest vitale onderdelen van bloed te voorzien – stierven stukjes van mijn tenen en acht vingers af.” 'Door de toxische shock waar ik in terechtkwam, stierven stukjes van mijn tenen en acht vingers af' Toen je uit je coma kwam, werd je voorzichtig verteld dat je geopereerd moest worden en dat er stukken van je voet en vingers af moesten. Dat klinkt als een ware hel, maar dat bleek het begin van jouw topsportcarrière. Ik hoorde je in een podcast zeggen dat je de tijd niet terug zou willen draaien... “Het ziek zijn heb ik niet omarmd, maar mijn handicap wel. Dat heeft me het leven gegeven dat ik nu heb. Ik ben dankbaar voor het leven dat ik nu leid, anders zou ik geen topsporter zijn geworden.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Fleur Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Fleur Jong Fleur Jong (28) is een van de boegbeelden van de paralympische sport in Nederland. Ze is regerend wereldkampioen op de 100 meter en bij het verspringen in de T64- klasse. Voordat ze afreist naar Parijs, gaat Victoria Koblenko op bezoek bij de vrouw die drie jaar geleden paralympisch kampioen verspringen werd. Je vertrekt binnenkort naar Parijs voor de Paralympische Spelen. Hoe kijk je naar jouw ontwikkeling? “In atletiek is alles meetbaar en ik ben een beetje geobsedeerd door het meetbare. Ik heb een afstand van 6,74 meter gesprongen, dat is het wereldrecord. Het wereldrecord voor valide atletes staat op 7,52 meter. Ik vind dat ik al een heel respectabele afstand heb gesprongen. Ik kan nu wel roepen dat zeven meter springen een doel is, maar daarmee ga ik het nog niet halen. Je moet eerst geloven dat je het kunt. Mentaal moet een doel eerst omarmd worden. Kijk, die afstanden moet je eerst in je hoofd overbruggen. Je moet het doel uitspreken, voelen of dat haalbaar is in je lijf en het vervolgens met je hart omarmen. Sommige prestaties kunnen je overkomen, maar dat is echt een heel klein percentage. Voor de meeste prestaties geldt: je krijgt wat je verdient. Een goede coach zal niet verrast worden door een prestatie.” Jij bent wereldkampioen op de 100 meter en bij het verspringen in de T64-klasse, kunt dus op beide onderdelen goud pakken in Parijs. Van topsporters hoor ik geregeld dat ze in ‘the zone’ moeten komen. Herken jij dat? “Ik ben weleens in the zone geweest. Ik zag alleen mijn baan, alsof ik oogkleppen op had. Dat was bij de EK in Polen en ik liep een wereldrecord. Van die wedstrijd staat me niets meer voor de geest. Maar ik heb ook wedstrijden gelopen waarvan ik me elke stap kan herinneren. Weet je hoe ik voel dat het goed zit? Dan word ik zenuwachtig, krijg kriebels in m’n hele lijf. Dan wil ik soms schreeuwen, maar ik voel dat ik alle energie binnen moet houden, zodat ik die tijdens de wedstrijd kan geven.” Bibian Mentel In het afgelopen decennium ben ik voor deze rubriek naast vele topsporters gefotografeerd, maar nog nooit eerder sprong er een atlete met blades over me heen. You are cooler than a Tesla, girl! Zit sporten in de genen? “Mijn ouders zijn allebei bloedfanatiek. Mama heeft op hoog niveau gehandbald en papa kan goed tennissen. Mijn broertje voetbalde altijd en ik was gefascineerd door dansen, streetdance en hiphop, maar deed ook sport-aerobics. Dat leek wel op turnen, maar met mijn lengte was dat geen optie. Vooral met dansen was ik fanatiek, ik deed zelfs mee aan het NK. Mijn leraressen, een tweeling, waren heel creatief en we gingen altijd all out met de kostuums. De laatste charleston die ik danste, kan ik me nog goed herinneren. De week voordat ik op mijn zeventiende ziek werd, heb ik voor het eerst een training afgezegd.” Je werd gevloerd door een griep, wat later een gevaarlijk bacterie bleek. “Het ging snel. Niemand wist precies wat ik had of hoe ze het konden bestrijden. Maar door de toxische shock waar ik in terechtkwam – en waarbij het lichaam er voor kiest de meest vitale onderdelen van bloed te voorzien – stierven stukjes van mijn tenen en acht vingers af.” 'Door de toxische shock waar ik in terechtkwam, stierven stukjes van mijn tenen en acht vingers af' Toen je uit je coma kwam, werd je voorzichtig verteld dat je geopereerd moest worden en dat er stukken van je voet en vingers af moesten. Dat klinkt als een ware hel, maar dat bleek het begin van jouw topsportcarrière. Ik hoorde je in een podcast zeggen dat je de tijd niet terug zou willen draaien... “Het ziek zijn heb ik niet omarmd, maar mijn handicap wel. Dat heeft me het leven gegeven dat ik nu heb. Ik ben dankbaar voor het leven dat ik nu leid, anders zou ik geen topsporter zijn geworden.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Fleur Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Atletiek

Femke Bol, Lieke Klaver en Sifan Hassan – ‘Drie van zulke boegbeelden is goud’

De Nederlandse atletiek De Nederlandse atletiek floreert als nooit tevoren. Met Femke Bol, Lieke Klaver en Sifan Hassan reizen er drie schitterende rolmodellen af naar Parijs. In Helden Magazine nummer 72 vragen we kenners Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc naar hun mening over de drie boegbeelden, de achtergrond van de successen en laten hen vooruitkijken. “Drie powervrouwen,” zegt atletenmanager Caroline Feith als ze Sifan Hassan, Lieke Klaver en Femke Bol moet typeren. De drie atletes zijn de boegbeelden van de Nederlandse atletiek, die floreert als nooit tevoren. “Stuk voor stuk heel sterke persoonlijkheden, echte rolmodellen ook,” vindt Feith, al enkele jaren de manager van onder anderen Femke. “Voor de Nederlandse atletiek is dit goud: drie zulke verschillende types die op verschillende onderdelen wereldwijd uitblinken. Zo’n situatie hebben we nog nooit gehad,” aldus Ellen van Langen, olympisch kampioen 800 meter in 1992 in Barcelona, tegenwoordig Event Director bij Global Sports Communication en toernooidirecteur bij de FBK Games en verschillende Diamond League-wedstrijden. “We hadden een paar jaar geleden natuurlijk Dafne Schippers. Sifan was er toen ook al, maar het draaide alleen maar om Dafne. Nu heb je drie meiden, elk met hun eigen profiel.” Een marketeer had het niet beter kunnen bedenken, stelt Gregory Sedoc, voormalig Europees indoorkampioen op de 60 meter horden, drie keer deelnemer aan de Spelen op de 110 meter horden en tegenwoordig bevlogen atletiekanalist bij de NOS. “Sifan heeft in Tokio al heel veel mensen geïnspireerd door de 1500, 5000 en 10.000 meter te lopen en daarop twee keer goud te winnen en brons te pakken op de 1500 meter na een val in de series. En dan ook nog haar verhaal erbij als meisje dat vluchtte uit haar geboorteland Ethiopië en in haar eentje in een land met een vreemde taal de weg omhoog vond. Dat is een sprookje. Sifan is een voorbeeld voor heel veel jongens en meisjes met een migratieachtergrond, voor kinderen met een kleurtje of uit aandachtswijken. Durf te dromen.” Van Langen: “Sifan is ook zo interessant omdat ze iedere keer heel bijzondere keuzes maakt. Ze heeft drie afstanden gecombineerd op de Spelen in Tokio en is daarna marathons gaan lopen. Op de meest high profile-marathon, die van Londen, maakte zij haar debuut en won meteen, terwijl de meeste atleten misschien een iets rustigere marathon voor hun debuut uitzoeken. Sifan vindt het ook niet erg als ze een keuze maakt die niet goed uitpakt. Zij denkt dan: dit is wat ik wil en dat heb ik in ieder geval geprobeerd.” Sedoc vergelijkt Lieke met schaatsster Jutta Leerdam. “Ze hebben niet alleen allebei een knap koppie en een grote schare fans op social media, maar ze hebben ook heel gespierde, goed getrainde lichamen. Ze zijn allebei imposant, groot en sterk. Wat ik van Lieke en Jutta ook allebei zo mooi vind, is dat ze allebei zo enorm gedreven zijn. In het tennis hadden we vroeger Anna Kournikova. Zij haalde de sponsorcontracten vooral binnen met haar looks. Bij Jutta en Lieke zie je dat ze in de eerste plaats topsporters zijn. Lieke is een rolmodel doordat ze laat zien dat je niet alleen maar op Instagram actief hoeft te zijn, maar dat je ook nog eens een heel goede, succesvolle sporter kunt zijn. Op die manier is ze ook weer een inspiratie voor een generatie die juist iets te veel bezig is met alleen social media. Zij laat zien dat het heel goed te combineren is.” Sedoc: 'Lieke is een rolmodel doordat ze laat zien dat je niet alleen maar op Instagram actief hoeft te zijn, maar dat je ook nog eens een heel goede sporter kunt zijn' En dan Femke. Ze won bij de vorige Spelen brons op de 400 meter horden, maar wint tegenwoordig zo’n beetje elke wedstrijd die ze loopt. Ze werd vorig jaar wereldkampioen op de 400 meter horden, nadat ze een jaar eerder ook al de Europese titel had gepakt. Ook de wereldtitel op de 400 meter indoor won ze, dus zonder horden, en liep het wereldrecord op die discipline. Sedoc: “Femke is de girl next door. Ze is een heel bescheiden meisje met vlechtjes, maar op de baan verandert ze in een beest. Femke straalt uit: het begint met plezier en probeer jezelf te verbazen. Als ik haar zie na de finish straalt ze keer op keer uit dat ze zelf ook niet kan geloven dat ze zo goed is. Die oprechte verbazing.” “Je gaat al heel snel naar de verschillen tussen die drie kijken, maar je moet juist ook naar de overeenkomsten kijken,” zegt Van Langen. “Ze weten alle drie heel goed wat ze willen en maken daarin hun eigen keuzes. Er is internationaal altijd heel veel belangstelling voor hen. Ik word er ook op aangesproken bij de toernooien die ik organiseer.” Bart Bennema zag ze alle drie binnenkomen op Papendal. Bennema was de trainer van onder anderen Dafne Schippers en hordeloopster Nadine Visser en is sinds een jaar werkzaam voor de Vlaamse atletiekliga. “Femke kwam met haar coach Bram Peters binnen en is daarna ook met Laurent Meuwly aan de slag gegaan, die haar adviseerde om ook de 400 meter horden te proberen. Lieke was in eerste instantie meer een sprintster, deed het heel aardig op de 200 meter. Rogier Ummels zei haar de 400 meter te proberen, ook zo’n goede zet. Succes op de 400 meter is maakbaarder dan de korte sprint, waarop succes veel meer genetisch bepaald is. Voor de 400 meter geldt: met goede training kun je ver komen. Sifan heeft bij Honoré Hoedt een heel goede basis gelegd, ging daarna naar Amerika en is daar nog veel beter geworden. Wat zij gepresteerd heeft, is bizar. Bij atletiek denk je dat het een sport is van specialisten, maar er is een enkeling die alles kan, zoals Sifan.’ Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het verhaal over de Nederlandse atletiek boegbeelden komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje. Baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater. Roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
De Nederlandse atletiek De Nederlandse atletiek floreert als nooit tevoren. Met Femke Bol, Lieke Klaver en Sifan Hassan reizen er drie schitterende rolmodellen af naar Parijs. In Helden Magazine nummer 72 vragen we kenners Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc naar hun mening over de drie boegbeelden, de achtergrond van de successen en laten hen vooruitkijken. “Drie powervrouwen,” zegt atletenmanager Caroline Feith als ze Sifan Hassan, Lieke Klaver en Femke Bol moet typeren. De drie atletes zijn de boegbeelden van de Nederlandse atletiek, die floreert als nooit tevoren. “Stuk voor stuk heel sterke persoonlijkheden, echte rolmodellen ook,” vindt Feith, al enkele jaren de manager van onder anderen Femke. “Voor de Nederlandse atletiek is dit goud: drie zulke verschillende types die op verschillende onderdelen wereldwijd uitblinken. Zo’n situatie hebben we nog nooit gehad,” aldus Ellen van Langen, olympisch kampioen 800 meter in 1992 in Barcelona, tegenwoordig Event Director bij Global Sports Communication en toernooidirecteur bij de FBK Games en verschillende Diamond League-wedstrijden. “We hadden een paar jaar geleden natuurlijk Dafne Schippers. Sifan was er toen ook al, maar het draaide alleen maar om Dafne. Nu heb je drie meiden, elk met hun eigen profiel.” Een marketeer had het niet beter kunnen bedenken, stelt Gregory Sedoc, voormalig Europees indoorkampioen op de 60 meter horden, drie keer deelnemer aan de Spelen op de 110 meter horden en tegenwoordig bevlogen atletiekanalist bij de NOS. “Sifan heeft in Tokio al heel veel mensen geïnspireerd door de 1500, 5000 en 10.000 meter te lopen en daarop twee keer goud te winnen en brons te pakken op de 1500 meter na een val in de series. En dan ook nog haar verhaal erbij als meisje dat vluchtte uit haar geboorteland Ethiopië en in haar eentje in een land met een vreemde taal de weg omhoog vond. Dat is een sprookje. Sifan is een voorbeeld voor heel veel jongens en meisjes met een migratieachtergrond, voor kinderen met een kleurtje of uit aandachtswijken. Durf te dromen.” Van Langen: “Sifan is ook zo interessant omdat ze iedere keer heel bijzondere keuzes maakt. Ze heeft drie afstanden gecombineerd op de Spelen in Tokio en is daarna marathons gaan lopen. Op de meest high profile-marathon, die van Londen, maakte zij haar debuut en won meteen, terwijl de meeste atleten misschien een iets rustigere marathon voor hun debuut uitzoeken. Sifan vindt het ook niet erg als ze een keuze maakt die niet goed uitpakt. Zij denkt dan: dit is wat ik wil en dat heb ik in ieder geval geprobeerd.” Sedoc vergelijkt Lieke met schaatsster Jutta Leerdam. “Ze hebben niet alleen allebei een knap koppie en een grote schare fans op social media, maar ze hebben ook heel gespierde, goed getrainde lichamen. Ze zijn allebei imposant, groot en sterk. Wat ik van Lieke en Jutta ook allebei zo mooi vind, is dat ze allebei zo enorm gedreven zijn. In het tennis hadden we vroeger Anna Kournikova. Zij haalde de sponsorcontracten vooral binnen met haar looks. Bij Jutta en Lieke zie je dat ze in de eerste plaats topsporters zijn. Lieke is een rolmodel doordat ze laat zien dat je niet alleen maar op Instagram actief hoeft te zijn, maar dat je ook nog eens een heel goede, succesvolle sporter kunt zijn. Op die manier is ze ook weer een inspiratie voor een generatie die juist iets te veel bezig is met alleen social media. Zij laat zien dat het heel goed te combineren is.” Sedoc: 'Lieke is een rolmodel doordat ze laat zien dat je niet alleen maar op Instagram actief hoeft te zijn, maar dat je ook nog eens een heel goede sporter kunt zijn' En dan Femke. Ze won bij de vorige Spelen brons op de 400 meter horden, maar wint tegenwoordig zo’n beetje elke wedstrijd die ze loopt. Ze werd vorig jaar wereldkampioen op de 400 meter horden, nadat ze een jaar eerder ook al de Europese titel had gepakt. Ook de wereldtitel op de 400 meter indoor won ze, dus zonder horden, en liep het wereldrecord op die discipline. Sedoc: “Femke is de girl next door. Ze is een heel bescheiden meisje met vlechtjes, maar op de baan verandert ze in een beest. Femke straalt uit: het begint met plezier en probeer jezelf te verbazen. Als ik haar zie na de finish straalt ze keer op keer uit dat ze zelf ook niet kan geloven dat ze zo goed is. Die oprechte verbazing.” “Je gaat al heel snel naar de verschillen tussen die drie kijken, maar je moet juist ook naar de overeenkomsten kijken,” zegt Van Langen. “Ze weten alle drie heel goed wat ze willen en maken daarin hun eigen keuzes. Er is internationaal altijd heel veel belangstelling voor hen. Ik word er ook op aangesproken bij de toernooien die ik organiseer.” Bart Bennema zag ze alle drie binnenkomen op Papendal. Bennema was de trainer van onder anderen Dafne Schippers en hordeloopster Nadine Visser en is sinds een jaar werkzaam voor de Vlaamse atletiekliga. “Femke kwam met haar coach Bram Peters binnen en is daarna ook met Laurent Meuwly aan de slag gegaan, die haar adviseerde om ook de 400 meter horden te proberen. Lieke was in eerste instantie meer een sprintster, deed het heel aardig op de 200 meter. Rogier Ummels zei haar de 400 meter te proberen, ook zo’n goede zet. Succes op de 400 meter is maakbaarder dan de korte sprint, waarop succes veel meer genetisch bepaald is. Voor de 400 meter geldt: met goede training kun je ver komen. Sifan heeft bij Honoré Hoedt een heel goede basis gelegd, ging daarna naar Amerika en is daar nog veel beter geworden. Wat zij gepresteerd heeft, is bizar. Bij atletiek denk je dat het een sport is van specialisten, maar er is een enkeling die alles kan, zoals Sifan.’ Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het verhaal over de Nederlandse atletiek boegbeelden komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen. Een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje. Baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater. Roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Atletiek

Dafne Schippers: ‘Het was één grote rollercoaster’

Dafne Schippers haalde als meerkampster én sprintster de absolute top. Op 26 september zette het atletiekicoon een streep onder haar carrière. Samen met haar ouders Ernst en Karen, zus Sanne en broer Derek blikt ze terug en kijkt ze vooruit naar het volgende hoofdstuk in haar leven. Hond Keet wordt naar de gang gedirigeerd zodat ze niet voor afleiding zorgt tijdens het gesprek. Het hele gezin gaat naast elkaar op de bank van het ouderlijk huis zitten. Boven hen hangt een foto van de brug die de naam draagt van de jongste telg van het gezin. De Dafne Schippersbrug bevindt zich op een paar honderd meter van de plek in Utrecht waar ze opgroeide. Dit is waar ze als tiener de bekers en medailles die ze won bij wedstrijden verzamelde op haar slaapkamer, waar ze zich later veilig en onbespied waande toen iedereen naar haar keek door haar ‘on-Nederlandse’ successen. Het is ook de plek waar Dafne terugblikt op een indrukwekkende carrière, een die haar wereldtitels, Europese titels, een olympische medaille en faam over de hele wereld bracht. Dafne: 'Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel blijvende schade' Hond Keet wordt naar de gang gedirigeerd zodat ze niet voor afleiding zorgt tijdens het gesprek. Het hele gezin gaat naast elkaar op de bank van het ouderlijk huis zitten. Boven hen hangt een foto van de brug die de naam draagt van de jongste telg van het gezin. De Dafne Schippersbrug bevindt zich op een paar honderd meter van de plek in Utrecht waar ze opgroeide. Dit is waar ze als tiener de bekers en medailles die ze won bij wedstrijden verzamelde op haar slaapkamer, waar ze zich later veilig en onbespied waande toen iedereen naar haar keek door haar ‘on-Nederlandse’ successen. Het is ook de plek waar Dafne terugblikt op een indrukwekkende carrière, een die haar wereldtitels, Europese titels, een olympische medaille en faam over de hele wereld bracht. Dat hoofdstuk werd op 26 september afgesloten. Niet alleen voor Dafne, maar ook voor haar ouders Ernst en Karen, in het dagelijks leven fysiotherapeut in zijn eigen praktijk en onderwijzeres op een basisschool, zus Sanne, net als haar moeder lerares in het basisonderwijs, en broer Derek, met zijn bedrijf First of All manager van Dafne en andere topsporters. “Wat ik het mooiste moment uit de carrière van Dafne vond?” herhaalt Ernst de vraag, “Het meest voor de hand ligt om haar eerste wereldtitel, op de 200 meter in Beijing, te noemen. Maar ik vond de zilveren medaille op de 100 meter, een paar dagen eerder, de grootste verrassing. Dafne had nog niet zo lang daarvoor de meerkamp ingeruild voor de sprint. We wisten dat ze goed was, maar zo goed... Ach, er zijn zoveel hoogtepunten. Mij schiet ook meteen de vierde plaats op de meerkamp bij de EK junioren in Novi Sad te binnen in 2009. Een jaar later was de WK junioren in Canada. We hadden eerst een rondreis gemaakt met het gezin. Dat toernooi ging fantastisch. Na de 200 meter, het laatste onderdeel van dag één, pakte ze de leiding en stond die niet meer af. Ik dacht: we hebben nu een wereldkampioen, vanaf nu is alles anders. Bij thuiskomst was er niets veranderd. De megaverandering kwam bij de WK in Beijing in 2015.” Sanne: “Ik vond de eerste keer dat Dafne meedeed aan de Spelen, in 2012, zo gaaf. Mijn ouders en Derek zijn bij heel veel wedstrijden geweest, ik niet. Maar in Londen was ik erbij toen Dafne meedeed aan de meerkamp. Het Olympisch Stadion zat helemaal vol, iets van 80.000 mensen.” Dafne: “Die zaten er ook omdat die dag de finale van de 100 meter was met Usain Bolt.” Sanne: “Als de meerkampers in actie waren, moedigden de Britten vooral hun landgenote en favoriet Jessica Ennis aan. Voor de 200 meter van de meerkamp was ik heel zenuwachtig, we dachten: Dafne gaat die gewoon pakken. En die won ze ook. We stonden echt keihard te juichen. Eerst de spanning, daarna de ontlading; zo tof. Het was niet eens je beste meerkamp, maar doordat ik erbij was, besefte ik wel dat het heel bijzonder en indrukwekkend was wat mijn zusje deed. ” Karen: “Ik kies van alle indrukwekkende momenten toch de 200 meter in Beijing. Dafne werd daar als eerste Nederlandse atlete wereldkampioen. De impact was zo groot. Daarna was alles anders. Ook voor ons. De tweede plek op de 100 meter was ook hartstikke mooi, maar wereldkampioen... Dat is van een andere orde. En dan ook nog in een tijd van 21,63, op dat moment de derde tijd ooit gelopen. Het was ook zo close met Elaine Thompson, we stonden te gillen op de tribune, zo van: wat doet ze nou? We werden daarna meteen door haar sponsor mee op sleeptouw genomen, meegenomen in een wereldje dat wij helemaal niet kenden.” Derek: “Toen Dafne tweede werd op de 100 meter, dacht ik al: wauw, dit is echt wel groot. En toen werd ze wereldkampioen in die fantastische tijd. Zo mooi. En wat een gekte daarna. Op Schiphol was het afgeladen vol toen Dafne terugkwam. Oma werd nog aan de kant gebeukt door een fotograaf die een foto wilde maken. Wat een chaos.” Dafne: “De bronzen WK-medaille op de meerkamp in Moskou in 2013 was heel bijzonder. Dat was eigenlijk een onmogelijke opdracht, toch lukte het. Maar ik kan ook niet anders bedenken dan Beijing als hét hoogtepunt. Wat ik toen allemaal meemaak- te, daarvan schieten nog geregeld flitsen door mijn hoofd. Ik denk dan niet aan het moment dat ik net over de finish kwam, want ik voelde me – zeker op de 200 meter – vaak naar door de inspanning. Het duurde daardoor vaak wat langer voordat de pure blijdschap kwam. Wat ik me nog heel goed herinner is dat ik, tijdens mijn warming-up voor de finale van de 100 meter, twee oefenstarts deed in het bijzijn van mijn coach Bart Bennema, de latere coach Rana Reider, die toen al in dienst was van de bond, en de sportarts. Het hele warming-upveld was leeg, op de acht atleten na die nog het laatste nummer van de avond moesten lopen. Ik wist niet wat ik moest verwachten, had het nog nooit meegemaakt. Ik maakte die twee oefenstarts en zag allebei de coaches vol verbazing weglopen. Ze zeiden: ‘Dat was onmogelijk, zo’n start heb je nog nooit laten zien. En dat voor de finale.’ De uitdrukkingen op hun gezichten gaven me zo’n boost en het gevoel dat er best iets mogelijk kon zijn, nam ik mee naar het startblok. Ik werd tweede en om mij heen stond iedereen te springen. Dat was het moment dat ik dacht: ik doe niet alleen mee, het is ook echt goed wat ik doe. En ik wist: de 200 meter, mijn beste onderdeel, moet nog komen.” Ernst: “In de series en halve finales keek Dafne al om zich heen, ze hield al in voor het einde. Zo van: oké, dit is wel genoeg. Daardoor hadden wij al het gevoel dat ze echt mee ging doen. Die opwaartse lijn was al ingezet bij de WK van 2011 in Daegu. En misschien zelfs al bij de junioren, toen was Dafne al zo zeker van zichzelf op de baan. Maar in 2011 was ze nog meerkampster, ze had besloten op de WK alleen de 200 meter te lopen, waarvoor ze zich ook had gekwalificeerd. In de series wist ze Allyson Felix te verslaan, de koningin van de 200 meter. Daar stond iedereen versteld van.” Derek: “Tot en met Beijing was alles alleen maar euforie en mooi meegenomen. Dafne had net de overstap gemaakt van de meerkamp, alles was toen nog een verrassing.” Dafne: “De verwachting was dat ik een paar jaar nodig had om te groeien als sprinter, maar een paar maanden na de overstap was ik al wereldkampioen.” Derek: “Het grappige is dat ze amper nog specifiek getraind als sprinter. Dafne liep van nature en vanuit ontspanning zo hard. Maar na dat WK van 2015 was ook meteen het ongedwongene weg, ik had al snel het gevoel: als ze het de volgende keer maar weer waarmaakt. Laat staan hoe dat voor Dafne moest voelen. Ineens werd alles afgemeten aan de tijden die ze in Beijing had gelopen. Alsof het daarna alleen maar tegen kon vallen als ze niet won of niet in de buurt kwam van haar snelste tijden. Als gezin ervoeren wij die druk ook. Twee jaar later in Londen maakte Dafne het weer waar, werd ze opnieuw wereldkampioen op de 200 meter en pakte ze brons op de 100 meter. Je vergeet bijna hoe uniek die prestatie was. Omdat wij ook opluchting voelden dat ze de hoge verwachtingen had waargemaakt. We dachten telkens: zal ze het weer doen? En ik dacht dan ook al: wat als ze het niet haalt?” Sanne: “Maar die druk legde ze zichzelf ook op. We wisten dat Dafne teleurgesteld was als het niet was waarop ze had gehoopt, als de tijd tegenviel. Terwijl ik het dan eigenlijk nog steeds fantastisch vond wat ze deed.” Derek: “In die fase telde er maar één ding voor haar: winnen. En dat voelden we allemaal.” Ernst: “Dafne was in 2016 op haar allerbest. Ze had een superjaar. In de Diamond League-wedstrijden was ze superieur.” Derek: “Vlak voor de Spelen was ook nog de EK in Amsterdam, waarop Dafne de 100 meter won en goud pakte op de 4x100 meter estafette. Eigenlijk was dat een soort tussendoortje. Het was vooral leuk om mee te doen, in eigen land, in een vol Olympisch Stadion. Atletiek kreeg in Nederland voorheen nooit zoveel aandacht, maar toen wel. Toen ik laatst heel veel filmpjes bekeek voor een compilatievideo voor het afscheid van Dafne kwam ik die beelden ook tegen. Dat was ook zo vet, maar in dat jaar stond alles vooral in het teken van de Spelen in Rio.” Ernst: “Toen ging het bij een training vlak voor de start van de olympische 100 meter mis. Het schoot in haar lies. Ik had Dafne aan de lijn en vroeg hoe het ging. ‘Niet zo goed,’ antwoordde ze.” Dafne: “Ze gaven me tien procent kans om te starten.” Derek: “Ze kon uiteindelijk gelukkig nog wel starten, werd vijfde op de 100 meter en pakte een paar dagen later zilver op de 200 meter. Na afloop smeet Dafne haar schoen op de baan. Dat moment is geregeld teruggekomen. Sommige mensen, vooral van buiten de sport, snapten die reactie niet na een zilveren medaille op de Spelen. Dafne was zo in vorm en dan schoot het vlak voor de start van het olympisch toernooi in haar lies. Wij snapten die teleurstelling heel goed.” Dafne: ‘Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel blijvende schade’ Serena en Nadal Onder het motto: het ijzer smeden als het heet is – en omdat ze het allebei natuurlijk heel leuk vonden – presenteerde Sanne met haar zes jaar jongere zus in 2017 het kookboek Dafne Likes, waarin heel veel gezonde recepten waren opgenomen. Gelijktijdig werd de website en Instagram-pagina Dafne Likes gelanceerd. Sanne: “Dafne was heel erg met gezonde sportvoeding bezig en ik vond het ook leuk en interessant. We houden allebei van koken en lekker eten. Daarnaast vond ik het leuk om te schrijven, een website te bouwen en sociale media te onderhouden. Eigenlijk ben ik spontaan dingen op gaan schrijven en posten over hoe Dafne bezig was met voeding. Dat werd heel serieus opgepikt, er kwam een sponsor bij en uitgevers toonden interesse. Het werd een steeds groter project. Het was leuk, once in a lifetime, maar ik voelde best wat druk om het goed te doen, vanwege de grote belangstelling doordat Dafne eraan verbonden was. Ik wilde elke week een stuk schrijven en dat moest er ook nog goed uitzien. Het werd een deel van mijn werkweek. Destijds deed ik ook nog redactiewerk voor televisie, in die tijd voor het programma Sterren op het doek.” Dafne: “Het was echt Sanne haar ding, maar het werd ook wat lastig combineren met haar baan en het moederschap.” Sanne: “Op een gegeven moment vond ik het ook niet meer natuurlijk voelen om vanuit Dafne stukken te schrijven en ben ik gestopt. Daarna ben ik de lerarenopleiding gaan doen en inmiddels sta ik dus voor de klas.” Een blonde vrouw die zich nestelde tussen de tot dat moment overwegend donkere wereldtop op de sprint; na de WK in Beijing stonden de grootste merken op de stoep met sponsorovereenkomsten. Dafne werd een ‘merk’ en had dagelijks begeleiding nodig. Derek, die internationale betrekkingen had gestudeerd in Amsterdam en daarna in een commerciële functie had gewerkt, stelde voor om manager te worden van zijn vier jaar jongere zus. Dafne stemde daar meteen mee in. Derek: “Er kwam in één klap zoveel op Dafne af. Grote merken lieten haar businessclass naar Parijs of Los Angeles vliegen voor grote fotoshoots. Er waren billboards met Dafne te zien in Amsterdam, maar ook in bijna alle grote steden, van New Delhi tot New York. Voor haar toenmalige sponsor Nike zat ze in een wereldwijde campagne met sportgrootheden als Rafael Nadal, Serena Williams en NBA-basketballers. Achteraf is Dafne dat ook veel meer gaan waarderen, maar toen was het vooral heel hectisch. Ondertussen moest ze ook trainen en haar rust nemen en dan helpen al die jetlags niet.” Dafne: “Ik dacht vooral aan de tijd die ik overal aan kwijt was. Als je twee dagen in een vliegtuig zit, terwijl je in je hoofd hebt dat je eigenlijk zou moeten trainen, dan ben je op dat moment niet heel blij.” Derek, lachend: “Dafne was trouwens ook gevraagd om in Madrid een campagne met Cristiano Ronaldo te doen. Die ging uiteindelijk niet door. Als groot voetballiefhebber vond ik dat toen wel jammer.” Dafne: “Het was één grote rollercoaster.” Derek: “Dat ik Dafne ging helpen, was vooral omdat ik mijn zus meer rust gunde.” Dafne, lachend: “Dereks bijnaam werd ‘Chef Nee’.” Derek: “Dafne had ervoor gekozen om knetterhard te lopen, daar haalde ze haar voldoening uit.. Ineens werd van haar ver- wacht dat ze zich goed kon representeren, dat ze goed haar verhaal kon doen in de media, dat ze fotogeniek was en dat ze haar volgers en fans een inkijkje gaf in haar dagelijks leven op social media. Dafne moest eigenlijk ineens veel meer zijn dan een atleet. En tegelijkertijd wilde iedereen wat van haar. Ik moest haar echt in bescherming nemen, tegen heel veel dingen ‘nee’ zeggen.” Dafne: “Als ik naar de supermarkt ging, sprak iedereen me aan. Het was tegelijkertijd natuurlijk ook heel mooi en bijzonder.” Karen: “Ernst en ik waren er om haar te steunen.” Ernst: “En we probeerden haar te ontzorgen.” Karen: “Dafne was in die tijd ook graag thuis, daar kon ze de rust vinden. En ze sparde met ons, want er moesten heel veel beslissingen genomen worden. Maar ja, waar konden wij haar eigenlijk mee helpen? Het was zo’n gekkenhuis. En wij zijn ook maar gewoon een doorsneegezin. Tegelijkertijd genoten Ernst en ik ook van alles wat Dafne en wij meemaakten.” Maakten jullie je af en toe zorgen om Dafne? Karen: “Zeker. Je wil je kind gelukkig zien. Het is niet zo dat ze dat niet was, hoor, maar er kwam ineens zoveel op haar af.” Dafne: “Ik ben iemand die het liefst op de achtergrond is, moest echt leren om met al die aandacht om te gaan.” Karen: “Ik vond niet dat ze in haar schulp kroop, maar Dafne kwam ook niet altijd even gelukkig over.” Dafne, lachend: “Ik was niet altijd de gezelligste, nee. Ik kan wel in m’n schulp kruipen als het moeilijk wordt, maar thuis was ik wel altijd een open boek.” Karen: “Ik heb af en toe gedacht: is dit het allemaal waard? Wij zijn er als gezin in meegezogen. Toen Dafne net was begonnen met atletiek werd er al gezegd: ‘Ze is wel heel goed.’ Wij antwoordden dan: wacht maar af als ze ouder wordt. Maar die drive bleef ze houden. Soms zeiden we: blijf vanavond gezellig thuis, dan gaan we een hapje eten met elkaar. Maar dan zei Dafne resoluut: ‘Nee, ik ga trainen.’ Daar was niets tegen in te brengen.” Ernst: “We hebben haar nooit hoeven stimuleren, het kwam helemaal uit Dafne zelf.” Er is geen cursus voor hoe om te gaan met plotselinge bekendheid. Hoe heeft de roem jou gevormd? Dafne: “Ik denk dat ik de afgelopen twee of drie jaar daar helemaal mijn weg in heb gevonden. Ik raakte gewend aan de aandacht en kon er ook veel meer van genieten. Ik vind het ook echt leuk als mensen op me afstappen, maak dan graag een praatje en krijg daar juist energie van. Ik heb er veel minder moeite mee om op de voorgrond te treden.” Heb je daar ook hulp bij gehad? Dafne: “Nee, dat is langzaamaan zo gegroeid. Door de coronapandemie is de trein even stil komen te staan. Daardoor kwam er rust, kon ik ook op de resetknop drukken.” Hoe raar is het om over een brug te fietsen of lopen die de naam van je dochter draagt? Ernst, lachend: “Heel bijzonder. Toen die brug kwam, was er een wedstrijd aan gekoppeld. Wat moest de naam worden van de brug? We hoorden dat Dafne ook werd genoemd. Als trotse ouders dachten wij: dat mag ook best wel, ze heeft het wel verdiend met haar bijzondere prestaties.” Dafne: “Het is vooral raar dat de Dafne Schippersbrug in Utrecht nu een begrip is.” Karen: “Toen wij hier ongeveer twintig jaar geleden kwamen wonen in de wijk, was er al sprake van dat de brug er zou komen. Wij moesten stemmen of we die brug wilden hebben, wetende dat het daardoor veel drukker zou worden met fietsers door de straat.” Lachend: “Wij hebben destijds tegen gestemd.” Hoe vreemd was het om met je zusje of dochter over straat te lopen en dat ineens iedereen met het hoofd draaide als jullie passeerden? Sanne: “Heel bijzonder. Als we door de stad liepen, was dat continu het geval. Als we in een restaurant waren, kwamen mensen op Dafne af voor foto’s en handtekeningen. Meestal vond ze dat prima, nam ze ook de tijd voor mensen. Maar af en toe wilde ze ook even met rust gelaten worden en lekker wat eten.” Derek, lachend: “Het was wel apart als mensen ongegeneerd zonder te vragen een foto van haar maakten als ze aan het eten was.” Dafne, lachend: “Ja, dan krijg je heel charmante foto’s.” Karen: “We zijn vandaag samen de stad in geweest en nog steeds kijkt iedereen om of spreekt haar aan.” Dafne: “Nu ik gestopt ben, komen mensen op me af om me te bedanken voor wat ik heb gedaan. Dat vind ik zo leuk om te horen en het is zo mooi om die waardering te voelen.” Karen: “Er was iemand die helemaal volschoot toen ze Dafne bedankte.” Dafne: “Superlief natuurlijk.” Was het ook weleens lastig dat heel veel aandacht naar Dafne uitging? Derek: “Ze deed iets unieks, wij konden allemaal heel goed accepteren dat mensen daar enthousiast op reageerden. Dan was het niet erg om te worden gezien als ‘de broer van’. Ik wist ook dat het tijdelijk was, dat de situatie weer normaler zou worden zodra Dafne stopte met atletiek. Doordat ik altijd wist dat het tijdelijk was, wilde ik ook heel graag alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat Dafne werd ontzorgd, zodat ze zich kon focussen op haar sport. En dan was ik maar even...” Dafne, lachend: “De boeman.” Sanne: ‘We wisten dat Dafne teleurgesteld was als het niet was waarop ze had gehoopt, als de tijd tegenviel. Terwijl ik het dan eigenlijk nog steeds fantastisch vond wat ze deed’ Derek: “Ja, af en toe moest ik even de bad cop spelen. Ik vond dat dat er gewoon bij hoorde.” Sanne: “Ineens werd ik ook voor interviews gevraagd. In Rio moest ik voor Campina een campagne doen met Herre Zonderland, de broer van Epke die ook ambassadeur was. Ik dacht: huh, ik? Heel spannend, maar ook erg leuk. Ik genoot er eigenlijk wel van om ook een beetje in the picture te staan. Ook ik wist dat het iets tijdelijks was, dat we niet voor altijd in de spotlights zouden staan. Wat Derek heeft, had ik ook: ik vond het ook niet erg om gezien te worden als ‘de zus van’. We hadden allemaal gewoon ons eigen leven. Ik ging weer studeren, werd in die tijd moeder van drie zoons. Ik heb nooit gehad als ik naar Dafne keek: dat had ik ook gewild.” Kwamen er trouwens vaak kinderen aan de deur die vroegen om een handtekening van Dafne? Karen: “Dat viel wel mee. Ik ben leerkracht hier in de wijk. Natuurlijk werd er vaak naar Dafne gevraagd. Ik had een afspraak, zei: Dafne komt één keer in het jaar in de klas en dan mogen jullie alles aan haar vragen.” Sanne: “Ze vragen bij mij in de klas nog steeds naar Dafne, hoor.” Karen: “Ik zei vaak: aan het einde van het jaar gaan we weer even kijken of ze tijd heeft.” Dafne, lachend: “En dan zei ik tegen m’n moeder: dan moet je mijn manager even bellen.” Derek: “Ik kreeg soms ook van die bijzondere mailtjes, van mensen die mij of iemand uit het gezin nog kende van vroeger en zo hoopten om Dafne te spreken of ergens voor te vragen.’” Karen, lachend: “Wij kregen ook ineens berichtjes van vrienden die we jarenlang niet hadden gezien en die ineens contact opnamen toen Dafne het zo goed deed. Die wilden afspreken en dan zei ik tegen Ernst: we zijn plotseling heel populair.” Onder embargo Haar eerste successen bereikte Dafne onder de vleugels van Bart Bennema. Na de Spelen van Rio in 2016 besloot ze met Rana Reider in zee te gaan om na twee jaar terug te keren bij Bennema. In aanloop naar de Spelen in Tokio, in 2021, kreeg Dafne serieuze rugproblemen. De oorzaak? Schade aan haar tussenwervelschijven. Met aangepaste trainingen en rust leerde ze leven en sprinten met een kwetsbare rug. Na de Spelen in Tokio, waar ze de 100 meter liet lopen en op de 200 meter strandde in de halve finale, besloot Dafne om Papendal te verruilen voor Haarlem en met een nieuwe coach, Wigert Thunnissen, te gaan trainen. Met krachttrainers focuste ze zich op een sterke rug. In 2022 had ze de stijgende lijn te pakken, maar tien dagen voor de EK in München liep ze een breuk op in een ruggenwervel. Karen: “Ze was helemaal terug bij af.” Dafne: “Ik liep al zo lang rond met klachten, maar in Haarlem kwam ik weer redelijk in de buurt van mijn oude tijden. Ik wilde mezelf zo graag weer laten zien op de EK. Na die breuk dacht ik: ga ik nu dan opgeven? Iedere keer verlegde ik die grens en wilde ik het blijven proberen.” Derek: “In haar hoofd wilde ze nog zo graag. Toen er werd geconstateerd dat haar rug slecht was, wilden we met zijn allen kijken wat de opties zouden zijn om Dafne terug te krijgen op haar oude niveau, waar ze zo naar snakte.” Ernst: “Haar snelheid had ze terug, ze was weer ver gekomen, maar op het moment dat Dafne weer in dat startblok moest, ging het fout. Haar wervels konden de kracht die zij heeft niet aan. Die kracht is zo groot, dat ze het dus zelfs voor elkaar kreeg om er een te breken. Artsen hadden niet eerder gezien dat dat kon. Ze was te sterk voor haar lijf op dat moment. We hebben een heel lange medische zoektocht gehad. Al veel eerder, toen bekend werd dat ze rugklachten had, kwamen er uit ongelooflijk veel hoeken opties om het te behandelen.” Derek: “Nog steeds bieden specialisten zich aan, die allemaal dé oplossing hebben om haar volledig pijnvrij te kunnen krijgen.” Dafne: “Maar opereren is helaas geen optie.” Sanne: “Ik had sterk het gevoel dat stoppen goed zou zijn voor haar eigen geluk. Daar heb ik het ook weleens met haar over gehad. Ik snapte heel goed dat ze het wilde blijven proberen, maar gunde haar de rust van een ander leven. Van ontspanning, liefde, samenzijn.” Karen: “We gunden haar tegelijkertijd die laatste kans om op haar oude niveau terug te keren ook enorm.” Tijdens een vakantie op Texel deze zomer kwam het besef bij Dafne dat het mooi was geweest. Dafne: “Ik besloot met jullie mee te gaan en me op Texel voor te bereiden op de wedstrijden die op de planning stonden. Ik stond daar elke dag op de atletiekbaan, maar elke ochtend protesteerde mijn lijf. Ik had een dubbele achillespeesontsteking, moest eerst een half uur voorzichtig inlopen voordat ik überhaupt aan mijn training kon beginnen. Aan alles voelde ik: dit wil ik niet meer. Ik had al zo lang pijn, ging er geen lol meer uithalen. Bovendien moest ik nog heel wat stappen maken voordat ik weer mee kon doen met de wereldtop. Ik had me vast nog kunnen plaatsen voor de Olympische Spelen volgend jaar, hoor, maar ik heb altijd gezegd: als ik meedoe, dan wil ik ook mee kunnen strijden met de wereldtop. Op Texel merkten mijn ouders dat ik twijfelde, maar ik heb toen nog niet expliciet uitgesproken dat ik zou stoppen. Zelfs op Texel had ik nog even hoop dat het goed zou komen. Ik voelde van iedereen in ons gezin al wel dat ze mij niet meer op die manier wilden zien strijden. De afgelopen twee jaar heb ik alles gegeven, tot het laatste moment wilde ik ervoor gaan. Maar langzaam kwam toch het besef dat mijn lichaam echt niet meer wilde.” Derek: “Ik vond het goed om samen door te gaan, als Dafne maar gelukkig was. Ik wilde haar helpen om te ontdekken of er nog kansen waren om met medici om de tafel te gaan, maar ik heb nooit gepusht om door te gaan. Dat moest ze echt zelf uitzoeken en bedenken. Ik kon wel zien dat het misschien beter was om te stoppen, maar die beslissing moest Dafne echt zelf maken.” Ernst: “Ik vond het knap hoe Derek dat deed, want hij had er ook belang bij dat Dafne door zou gaan.” Derek: “Dat heb ik nooit zo gevoeld.” Dafne, lachend: “En precies daarom werkten wij ook samen.” Karen: “Het maakte niet uit wat wij vonden, zij moest die beslissing nemen.” Dafne: “Ik wist dat iedereen in ons gezin hoe dan ook achter mijn keuzes zou staan. Op sommige momenten had ik zelfs zoiets van: zeg nou gewoon dat ik moet stoppen, dan weet ik dat het goed is.” Derek: “Ik was in gesprek met een videoproductiemaatschappij. Het was allemaal heel erg onder embargo, maar ik wilde wel dat er een mooie compilatievideo klaar zou liggen om met een knaller eruit te kunnen gaan op het moment dat ze het besluit had genomen. Maar ik kon tegen dat bedrijf nooit met zekerheid zeggen wanneer dat dan precies zou zijn. Misschien wordt het wel na Parijs, zei ik, maar dan hebben we in ieder geval al wat liggen.” Ernst: “Uiteindelijk nam je de beslissing kort na de vakantie op Texel.” Dafne: “Ik was op, was zo moegestreden, was die pijn zo zat.” Jij bent een pionier geweest in de Nederlandse atletiek. Hebben wij in Nederland onvoldoende doorgehad hoe je als topsprintster met je lichaam om moet gaan? Dafne: “Het is lastig als je de eerste bent en geen voorbeelden hebt. Aan de andere kant: iedereen volgt zijn eigen weg en maakt zijn eigen fouten. Ik hoop dat een nieuwe generatie hiervan kan leren.” Ernst: “Sprinten is traumatisch voor een lichaam. Er zijn heel weinig andere sporten die zoveel van je lichaam en gewrichten vraagt. De Jamaicaanse topsprinter Shelly-Ann Fraser-Pryce werd eens gevraagd wat ze van Dafne dacht en of ze advies had. Zij zei toen: ‘Dafne moet vooral zorgen dat haar lichaam niet kapotgaat en ze moet niet te hard trainen.’” Dafne: “Ik heb niet altijd even goed geluisterd naar mijn lijf, dacht vaak: ik ram door, het komt wel goed. Ik wilde beter worden, daarvoor moest ik voor mijn gevoel nog harder werken, nog meer afzien. Met Bart Bennema vormde ik een goede combinatie: hij remde mij af. Dat had ik met Rana Reider daarna minder, hij dacht vaak ook: ga maar door. Daar ben ik op stuk gegaan.” Derek: “Dafne had ook niet in alle opzichten de professionele omgeving die je had moeten hebben. De Jamaicanen nemen hele teams mee naar wedstrijden: coaches, fysiotherapeuten, masseurs. Alles om een sporter te ontzien. Wij liepen vaak met zijn tweeën op een warming-upbaan. Het heeft vaak met financiën te maken, maar het zegt ook wel wat over Nederland. Ons land was er niet klaar voor om zulke grote sporthelden maximaal te faciliteren.” Dafne: “Toch zie je uiteindelijk ook veel Jamaicanen stukgaan. Shelly-Ann is de uitzondering. Sprinters hebben vaak maar een paar jaar om te laten zien wat ze kunnen, daarna is hun lichaam op. Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Maar ik heb gisteren gewoon nog gepadeld met Derek, hoor, ik wil leuke dingen blijven doen en probeer het daarom soms te negeren.” Derek, lachend: “Ik had wat pijnlijke knieën na een zaalvoetbalwedstrijd. Jij bent pas 31 en ik 35, maar als twee kreupelen liepen we die baan op.” Dafne: “Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel veel schade. Tussenwervelschijven fungeren als een soort sponsjes om klappen op te vangen, maar die heb ik bijna niet meer.” Legacy ‘The race stops here.’ Op 26 september maakte Dafne via Instagram bekend te stoppen. Dafne: “Het was een opluchting, maar het voelt soms ook nog alsof ik een lange vakantie heb en over een paar weken weer moet beginnen. Ik moet de rust nog vinden.” Een stortvloed aan reacties volgde. Ook haar concurrenten, onder wie de Britse Dina Asher-Smith, wereldkampioene op de 200 meter in 2019, en Shelly-Ann Fraser-Pryce, meervoudig wereld- en olympisch kampioen sprint, reageerden met mooie woorden. Dafne: “Ik kreeg weer een beetje dat overweldigende gevoel van na mijn wereldtitel in Beijing in 2015. Ik kreeg zoveel positieve berichten.” Derek: “Heel bijzonder, vooral die van haar concurrenten. Die zijn niet altijd even toegankelijk als je ze tegenkomt rondom wedstrijden.” Karen: “Ik vind het heel mooi dat Dafne zoveel waardering kreeg nadat ze bekendmaakte te stoppen, daar hoopte ik ook heel erg op, maar deze grote impact had ik niet verwacht. Ook omdat ze de laatste twee jaar al niet heel erg meer in beeld was. Wij wisten niet wat er zou gebeuren, hadden misschien ook een beetje valse bescheidenheid. Al die reacties deden me zo goed.” Ernst: “Het verzachtte de teleurstelling.” Karen: “Ik wist toen ook: ze zullen Dafne echt niet zo snel vergeten, ze heeft geschiedenis geschreven. Die waardering gaf ons ook het gevoel dat ze kreeg wat ze verdiende.” Sanne: “Dat gunden wij haar ook enorm. Tijdens haar carrière is Dafne soms vergeten te genieten, dat zit ook in haar karakter. De een gunt zichzelf dat meer dan de ander.” Karen: “Het is topsport eigen, altijd maar doorgaan. Ik kijk weleens met een soort jaloezie naar de nieuwe generatie atleten. Die lijkt successen iets meer te vieren dan Dafne ooit heeft gedaan. Ik had haar meer plezier gegund. Nadat ze in Londen in 2017 voor de tweede keer wereldkampioen werd, dacht ik: meisje, kom op, je moet dit vieren. Ze was alweer bezig met het volgende doel. Ik kon het wel tegen haar zeggen, maar praatte dan toch tegen een muur.” Derek: “Het kan zijn dat ze er tijdens haar carrière te weinig van heeft genoten.” Lachend: “Gelukkig heeft ze nog best een lang leven voor zich om ervan te kunnen genieten.” Dafne zette met haar prestaties de Nederlandse atletiek op de kaart. Ze was in 2013 de eerste Nederlandse vrouw die een WK-medaille veroverde door brons te pakken op de meerkamp. Twee jaar later werd ze ook de eerste Nederlandse wereldkampioene, iets wat ze in 2017 dus weer flikte. Ernst: “Het is prachtig dat andere atleten door Dafne gingen denken: het is mogelijk om als Nederlandse atleet wereldkampioen te worden. Maar ik vind ook dat je het niet moet vergelijken met andere atletiekonderdelen.” Sanne: “Het gaat ook om durven dromen.” Ernst knikt: “Ze heeft laten zien dat het als Nederlander mogelijk is om ergens de beste in te zijn. Femke Bol is superieur op de 400 meter horden, Sifan Hassan doet het ook fantastisch.” Derek: “De aandacht voor Dafne is altijd overweldigend geweest. Ik heb er altijd heel dicht bovenop gezeten, las en zag alles. Als iemand als Johan Derksen dan op tv roept: ‘Femke Bol heeft Dafne nu wel ingehaald.’ Of: ‘Femke heeft een smaller figuur waardoor ze sneller kan lopen.’ Dan zie je dat mensen context missen. Je kunt die afstanden niet met elkaar vergelijken, maar alles wordt dan wel op één hoop gegooid. We hebben in Nederland wel eens de neiging om in euforie nieuwe helden achterna te lopen en hebben dan de behoefte om ze te vergelijken. Waarom, denk ik dan.” Dafne: “Of er was alweer een nieuwe Dafne Schippers terwijl ik er ook nog gewoon rondliep.” Derek: “We hebben in Nederland altijd snel weer nieuwe helden nodig.” Dafne: “Ik blijf liever op de achtergrond, denk altijd: doe maar gewoon normaal. Dat past meer bij mij. Ik ben liever bescheiden dan dat ik uitstraal: kijk mij en mijn legacy die ik achterlaat. Maar ik ben er wel trots op dat ik een nieuwe generatie kan inspireren en mensen heb weten te raken.” Boerderijtje Dafnes agenda is nog gevuld met allerlei verzoeken. Daarna is het tijd voor het volgende hoofdstuk van haar leven. Dafne, lachend: “Ik ga lekker met de hond wandelen, padellen, golfen... Ik ga alles op me af laten komen en kijk wel wat de toekomst brengt. Het is goed dat de trein nu even tot stilstand is gekomen.” Karen: “Het is de afgelopen twee jaar al een heel proces voor haar geweest. Ik denk niet dat Dafne ineens in een zwart gat terecht zal komen. Ze was al langer bezig met afscheid nemen.” Dafne: “Het makkelijke was wel altijd: als ik een tegenslag had, ging ik gewoon weer die baan op, ik kon ervoor weglopen. Nu moet ik tegenslagen onder ogen gaan komen.” Karen: “Jij bent een doener, kan veel dingen heel goed.” Lachend: “Zelfs in fierljeppen was je goed. Er is nog zoveel voor jou om te ontdekken.” De WK atletiek deze zomer beleefde Dafne vanuit de NOS- studio. Samen met oud-atleet Gregory Sedoc verzorgde ze de analyses. Dafne: “Gregory en ik kennen elkaar al zo lang. Ook op tv hebben we een klik. Het zou leuk zijn als we vaker samen op tv onze analyses kunnen geven.” Derek: “De komende periode gaan we nadenken: wat vindt ze leuk, waarop kan ze voortborduren? Ze kan lezingen geven bij bedrijven, maar ze vindt het ook leuk om de kant van coaching op te gaan. Of misschien wil ze haar eigen gym beginnen. Er is veel mogelijk.” Dafne: “Ik heb veel meegemaakt, mijn ervaring wil ik delen. Ook het mentale vlak wordt steeds belangrijker. Er zijn genoeg sportpsychologen, maar minder ervaringsdeskundigen. Daar kan ik op inspringen. Coaching kan breed zijn: op mentaal vlak, op de baan, of alleen al door mijn ervaring te delen. Maar ik kan ook zomaar totaal een andere kant opgaan, hoor.” Derek: “Ik ga zelf ook nadenken wat ik wil met mijn bedrijf. Ik begeleid andere sporters, maar vond het vooral altijd waanzinnig leuk om met Dafne de wereld rond te reizen, die gekte mee te maken en daar een rol in te spelen. Het commerciële gedeelte vind ik het allerleukste, ook van de andere sporters die ik help. Van micromanagement, zoals het regelen van vluchten, opsturen van handtekeningenkaarten en de talloze verzoeken voor interviews voor spreekbeurten, word ik wat minder blij.” Hoe denken jullie dat Dafne er over tien jaar bijzit? Ernst: “Met kinderen.” Karen, lachend: “Ja, met een schare kinderen en veel honden. We hebben altijd gezegd: als Dafne straks klaar is, gaat ze ergens op een boerderijtje wonen met paarden, honden en kinderen.” Dafne, lachend: “Eerst maar eens een man tegenkomen, dat maakt het krijgen van kinderen wel makkelijker.” Sanne, lachend: “Kinderen lijken heel leuk, zijn ze ook vaak, maar het kan ook hard werken zijn, hoor. Je mag komen oppassen op die van mij.” Dafne: “Een hond heb ik al, dat scheelt. Een kinderwens heb ik ook. Maar mijn doelen zijn altijd zo strak geweest. Vijf jaar van tevoren stond alles al vast. Nu niet meer. Ik moet nu ineens bedenken wat ik wil, daar heb ik even de tijd voor nodig.” Helden Magazine 69 Het verhaal met de familie Schippers komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Dafne Schippers haalde als meerkampster én sprintster de absolute top. Op 26 september zette het atletiekicoon een streep onder haar carrière. Samen met haar ouders Ernst en Karen, zus Sanne en broer Derek blikt ze terug en kijkt ze vooruit naar het volgende hoofdstuk in haar leven. Hond Keet wordt naar de gang gedirigeerd zodat ze niet voor afleiding zorgt tijdens het gesprek. Het hele gezin gaat naast elkaar op de bank van het ouderlijk huis zitten. Boven hen hangt een foto van de brug die de naam draagt van de jongste telg van het gezin. De Dafne Schippersbrug bevindt zich op een paar honderd meter van de plek in Utrecht waar ze opgroeide. Dit is waar ze als tiener de bekers en medailles die ze won bij wedstrijden verzamelde op haar slaapkamer, waar ze zich later veilig en onbespied waande toen iedereen naar haar keek door haar ‘on-Nederlandse’ successen. Het is ook de plek waar Dafne terugblikt op een indrukwekkende carrière, een die haar wereldtitels, Europese titels, een olympische medaille en faam over de hele wereld bracht. Dafne: 'Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel blijvende schade' Hond Keet wordt naar de gang gedirigeerd zodat ze niet voor afleiding zorgt tijdens het gesprek. Het hele gezin gaat naast elkaar op de bank van het ouderlijk huis zitten. Boven hen hangt een foto van de brug die de naam draagt van de jongste telg van het gezin. De Dafne Schippersbrug bevindt zich op een paar honderd meter van de plek in Utrecht waar ze opgroeide. Dit is waar ze als tiener de bekers en medailles die ze won bij wedstrijden verzamelde op haar slaapkamer, waar ze zich later veilig en onbespied waande toen iedereen naar haar keek door haar ‘on-Nederlandse’ successen. Het is ook de plek waar Dafne terugblikt op een indrukwekkende carrière, een die haar wereldtitels, Europese titels, een olympische medaille en faam over de hele wereld bracht. Dat hoofdstuk werd op 26 september afgesloten. Niet alleen voor Dafne, maar ook voor haar ouders Ernst en Karen, in het dagelijks leven fysiotherapeut in zijn eigen praktijk en onderwijzeres op een basisschool, zus Sanne, net als haar moeder lerares in het basisonderwijs, en broer Derek, met zijn bedrijf First of All manager van Dafne en andere topsporters. “Wat ik het mooiste moment uit de carrière van Dafne vond?” herhaalt Ernst de vraag, “Het meest voor de hand ligt om haar eerste wereldtitel, op de 200 meter in Beijing, te noemen. Maar ik vond de zilveren medaille op de 100 meter, een paar dagen eerder, de grootste verrassing. Dafne had nog niet zo lang daarvoor de meerkamp ingeruild voor de sprint. We wisten dat ze goed was, maar zo goed... Ach, er zijn zoveel hoogtepunten. Mij schiet ook meteen de vierde plaats op de meerkamp bij de EK junioren in Novi Sad te binnen in 2009. Een jaar later was de WK junioren in Canada. We hadden eerst een rondreis gemaakt met het gezin. Dat toernooi ging fantastisch. Na de 200 meter, het laatste onderdeel van dag één, pakte ze de leiding en stond die niet meer af. Ik dacht: we hebben nu een wereldkampioen, vanaf nu is alles anders. Bij thuiskomst was er niets veranderd. De megaverandering kwam bij de WK in Beijing in 2015.” Sanne: “Ik vond de eerste keer dat Dafne meedeed aan de Spelen, in 2012, zo gaaf. Mijn ouders en Derek zijn bij heel veel wedstrijden geweest, ik niet. Maar in Londen was ik erbij toen Dafne meedeed aan de meerkamp. Het Olympisch Stadion zat helemaal vol, iets van 80.000 mensen.” Dafne: “Die zaten er ook omdat die dag de finale van de 100 meter was met Usain Bolt.” Sanne: “Als de meerkampers in actie waren, moedigden de Britten vooral hun landgenote en favoriet Jessica Ennis aan. Voor de 200 meter van de meerkamp was ik heel zenuwachtig, we dachten: Dafne gaat die gewoon pakken. En die won ze ook. We stonden echt keihard te juichen. Eerst de spanning, daarna de ontlading; zo tof. Het was niet eens je beste meerkamp, maar doordat ik erbij was, besefte ik wel dat het heel bijzonder en indrukwekkend was wat mijn zusje deed. ” Karen: “Ik kies van alle indrukwekkende momenten toch de 200 meter in Beijing. Dafne werd daar als eerste Nederlandse atlete wereldkampioen. De impact was zo groot. Daarna was alles anders. Ook voor ons. De tweede plek op de 100 meter was ook hartstikke mooi, maar wereldkampioen... Dat is van een andere orde. En dan ook nog in een tijd van 21,63, op dat moment de derde tijd ooit gelopen. Het was ook zo close met Elaine Thompson, we stonden te gillen op de tribune, zo van: wat doet ze nou? We werden daarna meteen door haar sponsor mee op sleeptouw genomen, meegenomen in een wereldje dat wij helemaal niet kenden.” Derek: “Toen Dafne tweede werd op de 100 meter, dacht ik al: wauw, dit is echt wel groot. En toen werd ze wereldkampioen in die fantastische tijd. Zo mooi. En wat een gekte daarna. Op Schiphol was het afgeladen vol toen Dafne terugkwam. Oma werd nog aan de kant gebeukt door een fotograaf die een foto wilde maken. Wat een chaos.” Dafne: “De bronzen WK-medaille op de meerkamp in Moskou in 2013 was heel bijzonder. Dat was eigenlijk een onmogelijke opdracht, toch lukte het. Maar ik kan ook niet anders bedenken dan Beijing als hét hoogtepunt. Wat ik toen allemaal meemaak- te, daarvan schieten nog geregeld flitsen door mijn hoofd. Ik denk dan niet aan het moment dat ik net over de finish kwam, want ik voelde me – zeker op de 200 meter – vaak naar door de inspanning. Het duurde daardoor vaak wat langer voordat de pure blijdschap kwam. Wat ik me nog heel goed herinner is dat ik, tijdens mijn warming-up voor de finale van de 100 meter, twee oefenstarts deed in het bijzijn van mijn coach Bart Bennema, de latere coach Rana Reider, die toen al in dienst was van de bond, en de sportarts. Het hele warming-upveld was leeg, op de acht atleten na die nog het laatste nummer van de avond moesten lopen. Ik wist niet wat ik moest verwachten, had het nog nooit meegemaakt. Ik maakte die twee oefenstarts en zag allebei de coaches vol verbazing weglopen. Ze zeiden: ‘Dat was onmogelijk, zo’n start heb je nog nooit laten zien. En dat voor de finale.’ De uitdrukkingen op hun gezichten gaven me zo’n boost en het gevoel dat er best iets mogelijk kon zijn, nam ik mee naar het startblok. Ik werd tweede en om mij heen stond iedereen te springen. Dat was het moment dat ik dacht: ik doe niet alleen mee, het is ook echt goed wat ik doe. En ik wist: de 200 meter, mijn beste onderdeel, moet nog komen.” Ernst: “In de series en halve finales keek Dafne al om zich heen, ze hield al in voor het einde. Zo van: oké, dit is wel genoeg. Daardoor hadden wij al het gevoel dat ze echt mee ging doen. Die opwaartse lijn was al ingezet bij de WK van 2011 in Daegu. En misschien zelfs al bij de junioren, toen was Dafne al zo zeker van zichzelf op de baan. Maar in 2011 was ze nog meerkampster, ze had besloten op de WK alleen de 200 meter te lopen, waarvoor ze zich ook had gekwalificeerd. In de series wist ze Allyson Felix te verslaan, de koningin van de 200 meter. Daar stond iedereen versteld van.” Derek: “Tot en met Beijing was alles alleen maar euforie en mooi meegenomen. Dafne had net de overstap gemaakt van de meerkamp, alles was toen nog een verrassing.” Dafne: “De verwachting was dat ik een paar jaar nodig had om te groeien als sprinter, maar een paar maanden na de overstap was ik al wereldkampioen.” Derek: “Het grappige is dat ze amper nog specifiek getraind als sprinter. Dafne liep van nature en vanuit ontspanning zo hard. Maar na dat WK van 2015 was ook meteen het ongedwongene weg, ik had al snel het gevoel: als ze het de volgende keer maar weer waarmaakt. Laat staan hoe dat voor Dafne moest voelen. Ineens werd alles afgemeten aan de tijden die ze in Beijing had gelopen. Alsof het daarna alleen maar tegen kon vallen als ze niet won of niet in de buurt kwam van haar snelste tijden. Als gezin ervoeren wij die druk ook. Twee jaar later in Londen maakte Dafne het weer waar, werd ze opnieuw wereldkampioen op de 200 meter en pakte ze brons op de 100 meter. Je vergeet bijna hoe uniek die prestatie was. Omdat wij ook opluchting voelden dat ze de hoge verwachtingen had waargemaakt. We dachten telkens: zal ze het weer doen? En ik dacht dan ook al: wat als ze het niet haalt?” Sanne: “Maar die druk legde ze zichzelf ook op. We wisten dat Dafne teleurgesteld was als het niet was waarop ze had gehoopt, als de tijd tegenviel. Terwijl ik het dan eigenlijk nog steeds fantastisch vond wat ze deed.” Derek: “In die fase telde er maar één ding voor haar: winnen. En dat voelden we allemaal.” Ernst: “Dafne was in 2016 op haar allerbest. Ze had een superjaar. In de Diamond League-wedstrijden was ze superieur.” Derek: “Vlak voor de Spelen was ook nog de EK in Amsterdam, waarop Dafne de 100 meter won en goud pakte op de 4x100 meter estafette. Eigenlijk was dat een soort tussendoortje. Het was vooral leuk om mee te doen, in eigen land, in een vol Olympisch Stadion. Atletiek kreeg in Nederland voorheen nooit zoveel aandacht, maar toen wel. Toen ik laatst heel veel filmpjes bekeek voor een compilatievideo voor het afscheid van Dafne kwam ik die beelden ook tegen. Dat was ook zo vet, maar in dat jaar stond alles vooral in het teken van de Spelen in Rio.” Ernst: “Toen ging het bij een training vlak voor de start van de olympische 100 meter mis. Het schoot in haar lies. Ik had Dafne aan de lijn en vroeg hoe het ging. ‘Niet zo goed,’ antwoordde ze.” Dafne: “Ze gaven me tien procent kans om te starten.” Derek: “Ze kon uiteindelijk gelukkig nog wel starten, werd vijfde op de 100 meter en pakte een paar dagen later zilver op de 200 meter. Na afloop smeet Dafne haar schoen op de baan. Dat moment is geregeld teruggekomen. Sommige mensen, vooral van buiten de sport, snapten die reactie niet na een zilveren medaille op de Spelen. Dafne was zo in vorm en dan schoot het vlak voor de start van het olympisch toernooi in haar lies. Wij snapten die teleurstelling heel goed.” Dafne: ‘Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel blijvende schade’ Serena en Nadal Onder het motto: het ijzer smeden als het heet is – en omdat ze het allebei natuurlijk heel leuk vonden – presenteerde Sanne met haar zes jaar jongere zus in 2017 het kookboek Dafne Likes, waarin heel veel gezonde recepten waren opgenomen. Gelijktijdig werd de website en Instagram-pagina Dafne Likes gelanceerd. Sanne: “Dafne was heel erg met gezonde sportvoeding bezig en ik vond het ook leuk en interessant. We houden allebei van koken en lekker eten. Daarnaast vond ik het leuk om te schrijven, een website te bouwen en sociale media te onderhouden. Eigenlijk ben ik spontaan dingen op gaan schrijven en posten over hoe Dafne bezig was met voeding. Dat werd heel serieus opgepikt, er kwam een sponsor bij en uitgevers toonden interesse. Het werd een steeds groter project. Het was leuk, once in a lifetime, maar ik voelde best wat druk om het goed te doen, vanwege de grote belangstelling doordat Dafne eraan verbonden was. Ik wilde elke week een stuk schrijven en dat moest er ook nog goed uitzien. Het werd een deel van mijn werkweek. Destijds deed ik ook nog redactiewerk voor televisie, in die tijd voor het programma Sterren op het doek.” Dafne: “Het was echt Sanne haar ding, maar het werd ook wat lastig combineren met haar baan en het moederschap.” Sanne: “Op een gegeven moment vond ik het ook niet meer natuurlijk voelen om vanuit Dafne stukken te schrijven en ben ik gestopt. Daarna ben ik de lerarenopleiding gaan doen en inmiddels sta ik dus voor de klas.” Een blonde vrouw die zich nestelde tussen de tot dat moment overwegend donkere wereldtop op de sprint; na de WK in Beijing stonden de grootste merken op de stoep met sponsorovereenkomsten. Dafne werd een ‘merk’ en had dagelijks begeleiding nodig. Derek, die internationale betrekkingen had gestudeerd in Amsterdam en daarna in een commerciële functie had gewerkt, stelde voor om manager te worden van zijn vier jaar jongere zus. Dafne stemde daar meteen mee in. Derek: “Er kwam in één klap zoveel op Dafne af. Grote merken lieten haar businessclass naar Parijs of Los Angeles vliegen voor grote fotoshoots. Er waren billboards met Dafne te zien in Amsterdam, maar ook in bijna alle grote steden, van New Delhi tot New York. Voor haar toenmalige sponsor Nike zat ze in een wereldwijde campagne met sportgrootheden als Rafael Nadal, Serena Williams en NBA-basketballers. Achteraf is Dafne dat ook veel meer gaan waarderen, maar toen was het vooral heel hectisch. Ondertussen moest ze ook trainen en haar rust nemen en dan helpen al die jetlags niet.” Dafne: “Ik dacht vooral aan de tijd die ik overal aan kwijt was. Als je twee dagen in een vliegtuig zit, terwijl je in je hoofd hebt dat je eigenlijk zou moeten trainen, dan ben je op dat moment niet heel blij.” Derek, lachend: “Dafne was trouwens ook gevraagd om in Madrid een campagne met Cristiano Ronaldo te doen. Die ging uiteindelijk niet door. Als groot voetballiefhebber vond ik dat toen wel jammer.” Dafne: “Het was één grote rollercoaster.” Derek: “Dat ik Dafne ging helpen, was vooral omdat ik mijn zus meer rust gunde.” Dafne, lachend: “Dereks bijnaam werd ‘Chef Nee’.” Derek: “Dafne had ervoor gekozen om knetterhard te lopen, daar haalde ze haar voldoening uit.. Ineens werd van haar ver- wacht dat ze zich goed kon representeren, dat ze goed haar verhaal kon doen in de media, dat ze fotogeniek was en dat ze haar volgers en fans een inkijkje gaf in haar dagelijks leven op social media. Dafne moest eigenlijk ineens veel meer zijn dan een atleet. En tegelijkertijd wilde iedereen wat van haar. Ik moest haar echt in bescherming nemen, tegen heel veel dingen ‘nee’ zeggen.” Dafne: “Als ik naar de supermarkt ging, sprak iedereen me aan. Het was tegelijkertijd natuurlijk ook heel mooi en bijzonder.” Karen: “Ernst en ik waren er om haar te steunen.” Ernst: “En we probeerden haar te ontzorgen.” Karen: “Dafne was in die tijd ook graag thuis, daar kon ze de rust vinden. En ze sparde met ons, want er moesten heel veel beslissingen genomen worden. Maar ja, waar konden wij haar eigenlijk mee helpen? Het was zo’n gekkenhuis. En wij zijn ook maar gewoon een doorsneegezin. Tegelijkertijd genoten Ernst en ik ook van alles wat Dafne en wij meemaakten.” Maakten jullie je af en toe zorgen om Dafne? Karen: “Zeker. Je wil je kind gelukkig zien. Het is niet zo dat ze dat niet was, hoor, maar er kwam ineens zoveel op haar af.” Dafne: “Ik ben iemand die het liefst op de achtergrond is, moest echt leren om met al die aandacht om te gaan.” Karen: “Ik vond niet dat ze in haar schulp kroop, maar Dafne kwam ook niet altijd even gelukkig over.” Dafne, lachend: “Ik was niet altijd de gezelligste, nee. Ik kan wel in m’n schulp kruipen als het moeilijk wordt, maar thuis was ik wel altijd een open boek.” Karen: “Ik heb af en toe gedacht: is dit het allemaal waard? Wij zijn er als gezin in meegezogen. Toen Dafne net was begonnen met atletiek werd er al gezegd: ‘Ze is wel heel goed.’ Wij antwoordden dan: wacht maar af als ze ouder wordt. Maar die drive bleef ze houden. Soms zeiden we: blijf vanavond gezellig thuis, dan gaan we een hapje eten met elkaar. Maar dan zei Dafne resoluut: ‘Nee, ik ga trainen.’ Daar was niets tegen in te brengen.” Ernst: “We hebben haar nooit hoeven stimuleren, het kwam helemaal uit Dafne zelf.” Er is geen cursus voor hoe om te gaan met plotselinge bekendheid. Hoe heeft de roem jou gevormd? Dafne: “Ik denk dat ik de afgelopen twee of drie jaar daar helemaal mijn weg in heb gevonden. Ik raakte gewend aan de aandacht en kon er ook veel meer van genieten. Ik vind het ook echt leuk als mensen op me afstappen, maak dan graag een praatje en krijg daar juist energie van. Ik heb er veel minder moeite mee om op de voorgrond te treden.” Heb je daar ook hulp bij gehad? Dafne: “Nee, dat is langzaamaan zo gegroeid. Door de coronapandemie is de trein even stil komen te staan. Daardoor kwam er rust, kon ik ook op de resetknop drukken.” Hoe raar is het om over een brug te fietsen of lopen die de naam van je dochter draagt? Ernst, lachend: “Heel bijzonder. Toen die brug kwam, was er een wedstrijd aan gekoppeld. Wat moest de naam worden van de brug? We hoorden dat Dafne ook werd genoemd. Als trotse ouders dachten wij: dat mag ook best wel, ze heeft het wel verdiend met haar bijzondere prestaties.” Dafne: “Het is vooral raar dat de Dafne Schippersbrug in Utrecht nu een begrip is.” Karen: “Toen wij hier ongeveer twintig jaar geleden kwamen wonen in de wijk, was er al sprake van dat de brug er zou komen. Wij moesten stemmen of we die brug wilden hebben, wetende dat het daardoor veel drukker zou worden met fietsers door de straat.” Lachend: “Wij hebben destijds tegen gestemd.” Hoe vreemd was het om met je zusje of dochter over straat te lopen en dat ineens iedereen met het hoofd draaide als jullie passeerden? Sanne: “Heel bijzonder. Als we door de stad liepen, was dat continu het geval. Als we in een restaurant waren, kwamen mensen op Dafne af voor foto’s en handtekeningen. Meestal vond ze dat prima, nam ze ook de tijd voor mensen. Maar af en toe wilde ze ook even met rust gelaten worden en lekker wat eten.” Derek, lachend: “Het was wel apart als mensen ongegeneerd zonder te vragen een foto van haar maakten als ze aan het eten was.” Dafne, lachend: “Ja, dan krijg je heel charmante foto’s.” Karen: “We zijn vandaag samen de stad in geweest en nog steeds kijkt iedereen om of spreekt haar aan.” Dafne: “Nu ik gestopt ben, komen mensen op me af om me te bedanken voor wat ik heb gedaan. Dat vind ik zo leuk om te horen en het is zo mooi om die waardering te voelen.” Karen: “Er was iemand die helemaal volschoot toen ze Dafne bedankte.” Dafne: “Superlief natuurlijk.” Was het ook weleens lastig dat heel veel aandacht naar Dafne uitging? Derek: “Ze deed iets unieks, wij konden allemaal heel goed accepteren dat mensen daar enthousiast op reageerden. Dan was het niet erg om te worden gezien als ‘de broer van’. Ik wist ook dat het tijdelijk was, dat de situatie weer normaler zou worden zodra Dafne stopte met atletiek. Doordat ik altijd wist dat het tijdelijk was, wilde ik ook heel graag alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat Dafne werd ontzorgd, zodat ze zich kon focussen op haar sport. En dan was ik maar even...” Dafne, lachend: “De boeman.” Sanne: ‘We wisten dat Dafne teleurgesteld was als het niet was waarop ze had gehoopt, als de tijd tegenviel. Terwijl ik het dan eigenlijk nog steeds fantastisch vond wat ze deed’ Derek: “Ja, af en toe moest ik even de bad cop spelen. Ik vond dat dat er gewoon bij hoorde.” Sanne: “Ineens werd ik ook voor interviews gevraagd. In Rio moest ik voor Campina een campagne doen met Herre Zonderland, de broer van Epke die ook ambassadeur was. Ik dacht: huh, ik? Heel spannend, maar ook erg leuk. Ik genoot er eigenlijk wel van om ook een beetje in the picture te staan. Ook ik wist dat het iets tijdelijks was, dat we niet voor altijd in de spotlights zouden staan. Wat Derek heeft, had ik ook: ik vond het ook niet erg om gezien te worden als ‘de zus van’. We hadden allemaal gewoon ons eigen leven. Ik ging weer studeren, werd in die tijd moeder van drie zoons. Ik heb nooit gehad als ik naar Dafne keek: dat had ik ook gewild.” Kwamen er trouwens vaak kinderen aan de deur die vroegen om een handtekening van Dafne? Karen: “Dat viel wel mee. Ik ben leerkracht hier in de wijk. Natuurlijk werd er vaak naar Dafne gevraagd. Ik had een afspraak, zei: Dafne komt één keer in het jaar in de klas en dan mogen jullie alles aan haar vragen.” Sanne: “Ze vragen bij mij in de klas nog steeds naar Dafne, hoor.” Karen: “Ik zei vaak: aan het einde van het jaar gaan we weer even kijken of ze tijd heeft.” Dafne, lachend: “En dan zei ik tegen m’n moeder: dan moet je mijn manager even bellen.” Derek: “Ik kreeg soms ook van die bijzondere mailtjes, van mensen die mij of iemand uit het gezin nog kende van vroeger en zo hoopten om Dafne te spreken of ergens voor te vragen.’” Karen, lachend: “Wij kregen ook ineens berichtjes van vrienden die we jarenlang niet hadden gezien en die ineens contact opnamen toen Dafne het zo goed deed. Die wilden afspreken en dan zei ik tegen Ernst: we zijn plotseling heel populair.” Onder embargo Haar eerste successen bereikte Dafne onder de vleugels van Bart Bennema. Na de Spelen van Rio in 2016 besloot ze met Rana Reider in zee te gaan om na twee jaar terug te keren bij Bennema. In aanloop naar de Spelen in Tokio, in 2021, kreeg Dafne serieuze rugproblemen. De oorzaak? Schade aan haar tussenwervelschijven. Met aangepaste trainingen en rust leerde ze leven en sprinten met een kwetsbare rug. Na de Spelen in Tokio, waar ze de 100 meter liet lopen en op de 200 meter strandde in de halve finale, besloot Dafne om Papendal te verruilen voor Haarlem en met een nieuwe coach, Wigert Thunnissen, te gaan trainen. Met krachttrainers focuste ze zich op een sterke rug. In 2022 had ze de stijgende lijn te pakken, maar tien dagen voor de EK in München liep ze een breuk op in een ruggenwervel. Karen: “Ze was helemaal terug bij af.” Dafne: “Ik liep al zo lang rond met klachten, maar in Haarlem kwam ik weer redelijk in de buurt van mijn oude tijden. Ik wilde mezelf zo graag weer laten zien op de EK. Na die breuk dacht ik: ga ik nu dan opgeven? Iedere keer verlegde ik die grens en wilde ik het blijven proberen.” Derek: “In haar hoofd wilde ze nog zo graag. Toen er werd geconstateerd dat haar rug slecht was, wilden we met zijn allen kijken wat de opties zouden zijn om Dafne terug te krijgen op haar oude niveau, waar ze zo naar snakte.” Ernst: “Haar snelheid had ze terug, ze was weer ver gekomen, maar op het moment dat Dafne weer in dat startblok moest, ging het fout. Haar wervels konden de kracht die zij heeft niet aan. Die kracht is zo groot, dat ze het dus zelfs voor elkaar kreeg om er een te breken. Artsen hadden niet eerder gezien dat dat kon. Ze was te sterk voor haar lijf op dat moment. We hebben een heel lange medische zoektocht gehad. Al veel eerder, toen bekend werd dat ze rugklachten had, kwamen er uit ongelooflijk veel hoeken opties om het te behandelen.” Derek: “Nog steeds bieden specialisten zich aan, die allemaal dé oplossing hebben om haar volledig pijnvrij te kunnen krijgen.” Dafne: “Maar opereren is helaas geen optie.” Sanne: “Ik had sterk het gevoel dat stoppen goed zou zijn voor haar eigen geluk. Daar heb ik het ook weleens met haar over gehad. Ik snapte heel goed dat ze het wilde blijven proberen, maar gunde haar de rust van een ander leven. Van ontspanning, liefde, samenzijn.” Karen: “We gunden haar tegelijkertijd die laatste kans om op haar oude niveau terug te keren ook enorm.” Tijdens een vakantie op Texel deze zomer kwam het besef bij Dafne dat het mooi was geweest. Dafne: “Ik besloot met jullie mee te gaan en me op Texel voor te bereiden op de wedstrijden die op de planning stonden. Ik stond daar elke dag op de atletiekbaan, maar elke ochtend protesteerde mijn lijf. Ik had een dubbele achillespeesontsteking, moest eerst een half uur voorzichtig inlopen voordat ik überhaupt aan mijn training kon beginnen. Aan alles voelde ik: dit wil ik niet meer. Ik had al zo lang pijn, ging er geen lol meer uithalen. Bovendien moest ik nog heel wat stappen maken voordat ik weer mee kon doen met de wereldtop. Ik had me vast nog kunnen plaatsen voor de Olympische Spelen volgend jaar, hoor, maar ik heb altijd gezegd: als ik meedoe, dan wil ik ook mee kunnen strijden met de wereldtop. Op Texel merkten mijn ouders dat ik twijfelde, maar ik heb toen nog niet expliciet uitgesproken dat ik zou stoppen. Zelfs op Texel had ik nog even hoop dat het goed zou komen. Ik voelde van iedereen in ons gezin al wel dat ze mij niet meer op die manier wilden zien strijden. De afgelopen twee jaar heb ik alles gegeven, tot het laatste moment wilde ik ervoor gaan. Maar langzaam kwam toch het besef dat mijn lichaam echt niet meer wilde.” Derek: “Ik vond het goed om samen door te gaan, als Dafne maar gelukkig was. Ik wilde haar helpen om te ontdekken of er nog kansen waren om met medici om de tafel te gaan, maar ik heb nooit gepusht om door te gaan. Dat moest ze echt zelf uitzoeken en bedenken. Ik kon wel zien dat het misschien beter was om te stoppen, maar die beslissing moest Dafne echt zelf maken.” Ernst: “Ik vond het knap hoe Derek dat deed, want hij had er ook belang bij dat Dafne door zou gaan.” Derek: “Dat heb ik nooit zo gevoeld.” Dafne, lachend: “En precies daarom werkten wij ook samen.” Karen: “Het maakte niet uit wat wij vonden, zij moest die beslissing nemen.” Dafne: “Ik wist dat iedereen in ons gezin hoe dan ook achter mijn keuzes zou staan. Op sommige momenten had ik zelfs zoiets van: zeg nou gewoon dat ik moet stoppen, dan weet ik dat het goed is.” Derek: “Ik was in gesprek met een videoproductiemaatschappij. Het was allemaal heel erg onder embargo, maar ik wilde wel dat er een mooie compilatievideo klaar zou liggen om met een knaller eruit te kunnen gaan op het moment dat ze het besluit had genomen. Maar ik kon tegen dat bedrijf nooit met zekerheid zeggen wanneer dat dan precies zou zijn. Misschien wordt het wel na Parijs, zei ik, maar dan hebben we in ieder geval al wat liggen.” Ernst: “Uiteindelijk nam je de beslissing kort na de vakantie op Texel.” Dafne: “Ik was op, was zo moegestreden, was die pijn zo zat.” Jij bent een pionier geweest in de Nederlandse atletiek. Hebben wij in Nederland onvoldoende doorgehad hoe je als topsprintster met je lichaam om moet gaan? Dafne: “Het is lastig als je de eerste bent en geen voorbeelden hebt. Aan de andere kant: iedereen volgt zijn eigen weg en maakt zijn eigen fouten. Ik hoop dat een nieuwe generatie hiervan kan leren.” Ernst: “Sprinten is traumatisch voor een lichaam. Er zijn heel weinig andere sporten die zoveel van je lichaam en gewrichten vraagt. De Jamaicaanse topsprinter Shelly-Ann Fraser-Pryce werd eens gevraagd wat ze van Dafne dacht en of ze advies had. Zij zei toen: ‘Dafne moet vooral zorgen dat haar lichaam niet kapotgaat en ze moet niet te hard trainen.’” Dafne: “Ik heb niet altijd even goed geluisterd naar mijn lijf, dacht vaak: ik ram door, het komt wel goed. Ik wilde beter worden, daarvoor moest ik voor mijn gevoel nog harder werken, nog meer afzien. Met Bart Bennema vormde ik een goede combinatie: hij remde mij af. Dat had ik met Rana Reider daarna minder, hij dacht vaak ook: ga maar door. Daar ben ik op stuk gegaan.” Derek: “Dafne had ook niet in alle opzichten de professionele omgeving die je had moeten hebben. De Jamaicanen nemen hele teams mee naar wedstrijden: coaches, fysiotherapeuten, masseurs. Alles om een sporter te ontzien. Wij liepen vaak met zijn tweeën op een warming-upbaan. Het heeft vaak met financiën te maken, maar het zegt ook wel wat over Nederland. Ons land was er niet klaar voor om zulke grote sporthelden maximaal te faciliteren.” Dafne: “Toch zie je uiteindelijk ook veel Jamaicanen stukgaan. Shelly-Ann is de uitzondering. Sprinters hebben vaak maar een paar jaar om te laten zien wat ze kunnen, daarna is hun lichaam op. Sinds ik ben gestopt, ben ik nog geen dag pijnvrij geweest. Maar ik heb gisteren gewoon nog gepadeld met Derek, hoor, ik wil leuke dingen blijven doen en probeer het daarom soms te negeren.” Derek, lachend: “Ik had wat pijnlijke knieën na een zaalvoetbalwedstrijd. Jij bent pas 31 en ik 35, maar als twee kreupelen liepen we die baan op.” Dafne: “Ik ga ervan uit dat mijn klachten minder worden met de jaren, maar er is wel veel schade. Tussenwervelschijven fungeren als een soort sponsjes om klappen op te vangen, maar die heb ik bijna niet meer.” Legacy ‘The race stops here.’ Op 26 september maakte Dafne via Instagram bekend te stoppen. Dafne: “Het was een opluchting, maar het voelt soms ook nog alsof ik een lange vakantie heb en over een paar weken weer moet beginnen. Ik moet de rust nog vinden.” Een stortvloed aan reacties volgde. Ook haar concurrenten, onder wie de Britse Dina Asher-Smith, wereldkampioene op de 200 meter in 2019, en Shelly-Ann Fraser-Pryce, meervoudig wereld- en olympisch kampioen sprint, reageerden met mooie woorden. Dafne: “Ik kreeg weer een beetje dat overweldigende gevoel van na mijn wereldtitel in Beijing in 2015. Ik kreeg zoveel positieve berichten.” Derek: “Heel bijzonder, vooral die van haar concurrenten. Die zijn niet altijd even toegankelijk als je ze tegenkomt rondom wedstrijden.” Karen: “Ik vind het heel mooi dat Dafne zoveel waardering kreeg nadat ze bekendmaakte te stoppen, daar hoopte ik ook heel erg op, maar deze grote impact had ik niet verwacht. Ook omdat ze de laatste twee jaar al niet heel erg meer in beeld was. Wij wisten niet wat er zou gebeuren, hadden misschien ook een beetje valse bescheidenheid. Al die reacties deden me zo goed.” Ernst: “Het verzachtte de teleurstelling.” Karen: “Ik wist toen ook: ze zullen Dafne echt niet zo snel vergeten, ze heeft geschiedenis geschreven. Die waardering gaf ons ook het gevoel dat ze kreeg wat ze verdiende.” Sanne: “Dat gunden wij haar ook enorm. Tijdens haar carrière is Dafne soms vergeten te genieten, dat zit ook in haar karakter. De een gunt zichzelf dat meer dan de ander.” Karen: “Het is topsport eigen, altijd maar doorgaan. Ik kijk weleens met een soort jaloezie naar de nieuwe generatie atleten. Die lijkt successen iets meer te vieren dan Dafne ooit heeft gedaan. Ik had haar meer plezier gegund. Nadat ze in Londen in 2017 voor de tweede keer wereldkampioen werd, dacht ik: meisje, kom op, je moet dit vieren. Ze was alweer bezig met het volgende doel. Ik kon het wel tegen haar zeggen, maar praatte dan toch tegen een muur.” Derek: “Het kan zijn dat ze er tijdens haar carrière te weinig van heeft genoten.” Lachend: “Gelukkig heeft ze nog best een lang leven voor zich om ervan te kunnen genieten.” Dafne zette met haar prestaties de Nederlandse atletiek op de kaart. Ze was in 2013 de eerste Nederlandse vrouw die een WK-medaille veroverde door brons te pakken op de meerkamp. Twee jaar later werd ze ook de eerste Nederlandse wereldkampioene, iets wat ze in 2017 dus weer flikte. Ernst: “Het is prachtig dat andere atleten door Dafne gingen denken: het is mogelijk om als Nederlandse atleet wereldkampioen te worden. Maar ik vind ook dat je het niet moet vergelijken met andere atletiekonderdelen.” Sanne: “Het gaat ook om durven dromen.” Ernst knikt: “Ze heeft laten zien dat het als Nederlander mogelijk is om ergens de beste in te zijn. Femke Bol is superieur op de 400 meter horden, Sifan Hassan doet het ook fantastisch.” Derek: “De aandacht voor Dafne is altijd overweldigend geweest. Ik heb er altijd heel dicht bovenop gezeten, las en zag alles. Als iemand als Johan Derksen dan op tv roept: ‘Femke Bol heeft Dafne nu wel ingehaald.’ Of: ‘Femke heeft een smaller figuur waardoor ze sneller kan lopen.’ Dan zie je dat mensen context missen. Je kunt die afstanden niet met elkaar vergelijken, maar alles wordt dan wel op één hoop gegooid. We hebben in Nederland wel eens de neiging om in euforie nieuwe helden achterna te lopen en hebben dan de behoefte om ze te vergelijken. Waarom, denk ik dan.” Dafne: “Of er was alweer een nieuwe Dafne Schippers terwijl ik er ook nog gewoon rondliep.” Derek: “We hebben in Nederland altijd snel weer nieuwe helden nodig.” Dafne: “Ik blijf liever op de achtergrond, denk altijd: doe maar gewoon normaal. Dat past meer bij mij. Ik ben liever bescheiden dan dat ik uitstraal: kijk mij en mijn legacy die ik achterlaat. Maar ik ben er wel trots op dat ik een nieuwe generatie kan inspireren en mensen heb weten te raken.” Boerderijtje Dafnes agenda is nog gevuld met allerlei verzoeken. Daarna is het tijd voor het volgende hoofdstuk van haar leven. Dafne, lachend: “Ik ga lekker met de hond wandelen, padellen, golfen... Ik ga alles op me af laten komen en kijk wel wat de toekomst brengt. Het is goed dat de trein nu even tot stilstand is gekomen.” Karen: “Het is de afgelopen twee jaar al een heel proces voor haar geweest. Ik denk niet dat Dafne ineens in een zwart gat terecht zal komen. Ze was al langer bezig met afscheid nemen.” Dafne: “Het makkelijke was wel altijd: als ik een tegenslag had, ging ik gewoon weer die baan op, ik kon ervoor weglopen. Nu moet ik tegenslagen onder ogen gaan komen.” Karen: “Jij bent een doener, kan veel dingen heel goed.” Lachend: “Zelfs in fierljeppen was je goed. Er is nog zoveel voor jou om te ontdekken.” De WK atletiek deze zomer beleefde Dafne vanuit de NOS- studio. Samen met oud-atleet Gregory Sedoc verzorgde ze de analyses. Dafne: “Gregory en ik kennen elkaar al zo lang. Ook op tv hebben we een klik. Het zou leuk zijn als we vaker samen op tv onze analyses kunnen geven.” Derek: “De komende periode gaan we nadenken: wat vindt ze leuk, waarop kan ze voortborduren? Ze kan lezingen geven bij bedrijven, maar ze vindt het ook leuk om de kant van coaching op te gaan. Of misschien wil ze haar eigen gym beginnen. Er is veel mogelijk.” Dafne: “Ik heb veel meegemaakt, mijn ervaring wil ik delen. Ook het mentale vlak wordt steeds belangrijker. Er zijn genoeg sportpsychologen, maar minder ervaringsdeskundigen. Daar kan ik op inspringen. Coaching kan breed zijn: op mentaal vlak, op de baan, of alleen al door mijn ervaring te delen. Maar ik kan ook zomaar totaal een andere kant opgaan, hoor.” Derek: “Ik ga zelf ook nadenken wat ik wil met mijn bedrijf. Ik begeleid andere sporters, maar vond het vooral altijd waanzinnig leuk om met Dafne de wereld rond te reizen, die gekte mee te maken en daar een rol in te spelen. Het commerciële gedeelte vind ik het allerleukste, ook van de andere sporters die ik help. Van micromanagement, zoals het regelen van vluchten, opsturen van handtekeningenkaarten en de talloze verzoeken voor interviews voor spreekbeurten, word ik wat minder blij.” Hoe denken jullie dat Dafne er over tien jaar bijzit? Ernst: “Met kinderen.” Karen, lachend: “Ja, met een schare kinderen en veel honden. We hebben altijd gezegd: als Dafne straks klaar is, gaat ze ergens op een boerderijtje wonen met paarden, honden en kinderen.” Dafne, lachend: “Eerst maar eens een man tegenkomen, dat maakt het krijgen van kinderen wel makkelijker.” Sanne, lachend: “Kinderen lijken heel leuk, zijn ze ook vaak, maar het kan ook hard werken zijn, hoor. Je mag komen oppassen op die van mij.” Dafne: “Een hond heb ik al, dat scheelt. Een kinderwens heb ik ook. Maar mijn doelen zijn altijd zo strak geweest. Vijf jaar van tevoren stond alles al vast. Nu niet meer. Ik moet nu ineens bedenken wat ik wil, daar heb ik even de tijd voor nodig.” Helden Magazine 69 Het verhaal met de familie Schippers komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Femke Bol: ‘Ik wist niet eens dat ik zo hard kon’

Het was het jaar van Femke Bol. Ze werd Europees indoorkampioen op de 400 meter en 4x400 meter estafette, veroverde de wereldtitel op ‘haar’ 400 meter horden en met de estafettevrouwen. Ook verbeterde ze een stokoud wereldrecord op de 400 meter indoor. Daar tegenover stond een dramatische val in de WK-finale van de gemengde estafette. We blikken met de 23-jarige atlete terug op een bewogen 2023. Je mocht op 12 oktober de Gouden Televizier-Ring uitreiken. Was dat spannender dan een WK-finale lopen? Lachend: “Een WK-finale is uiteraard ook spannend, maar op de atletiekbaan ben ik op mijn eigen terrein. Bij de uitreiking van de Televizier-Ring stond ik op een podium, moest ik iets doen wat ik niet gewend ben, dat was op een andere manier spannend. Maar het was eervol dat ik daarvoor werd gevraagd.” Huldigingen, gala’s, prijsuitreikingen, sponsoraanbiedingen; bizar wat er allemaal op je afkomt. Hoe is het om Femke te zijn dezer dagen? “Leuk. En tegelijkertijd is het wennen, omdat zoveel mensen iets van me willen. Ik heb gelukkig een heel goede manager die alles voor me filtert. Ik heb ook het geluk dat alle aandacht niet van de ene op de andere dag is gekomen, het is steeds een beetje meer geworden. Toen ik in 2021 olympisch brons won, wisten mensen ineens van mijn bestaan. Toen ik een jaar later twee keer zilver won bij de WK en drie keer goud op de EK kwam er nog meer aandacht. En dan word je twee keer wereldkampioen...” 'Ik kreeg die DM van Usain Bolt... Hij is zo'n icoon, zo cool dat hij me een bericht stuurde. Ik vind het eigenlijk nog steeds bijzonder en gek dat hij weet wie ik ben'   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Femke Bol komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het was het jaar van Femke Bol. Ze werd Europees indoorkampioen op de 400 meter en 4x400 meter estafette, veroverde de wereldtitel op ‘haar’ 400 meter horden en met de estafettevrouwen. Ook verbeterde ze een stokoud wereldrecord op de 400 meter indoor. Daar tegenover stond een dramatische val in de WK-finale van de gemengde estafette. We blikken met de 23-jarige atlete terug op een bewogen 2023. Je mocht op 12 oktober de Gouden Televizier-Ring uitreiken. Was dat spannender dan een WK-finale lopen? Lachend: “Een WK-finale is uiteraard ook spannend, maar op de atletiekbaan ben ik op mijn eigen terrein. Bij de uitreiking van de Televizier-Ring stond ik op een podium, moest ik iets doen wat ik niet gewend ben, dat was op een andere manier spannend. Maar het was eervol dat ik daarvoor werd gevraagd.” Huldigingen, gala’s, prijsuitreikingen, sponsoraanbiedingen; bizar wat er allemaal op je afkomt. Hoe is het om Femke te zijn dezer dagen? “Leuk. En tegelijkertijd is het wennen, omdat zoveel mensen iets van me willen. Ik heb gelukkig een heel goede manager die alles voor me filtert. Ik heb ook het geluk dat alle aandacht niet van de ene op de andere dag is gekomen, het is steeds een beetje meer geworden. Toen ik in 2021 olympisch brons won, wisten mensen ineens van mijn bestaan. Toen ik een jaar later twee keer zilver won bij de WK en drie keer goud op de EK kwam er nog meer aandacht. En dan word je twee keer wereldkampioen...” 'Ik kreeg die DM van Usain Bolt... Hij is zo'n icoon, zo cool dat hij me een bericht stuurde. Ik vind het eigenlijk nog steeds bijzonder en gek dat hij weet wie ik ben'   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Femke Bol komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Formule 1

Max Verstappen: Het is niet makkelijk om teamgenoot van Max Verstappen te zijn

De Formule 1 droomde van een echte titelstrijd. In plaats daarvan zorgt Max Verstappen net als vorig seizoen voor een one man show, de derde wereldtitel op rij kan hem bijna niet ontgaan. Ongewild maar flink geholpen door zijn enige rivaal en teamgenoot. Omdat Sergio Perez dit seizoen alles doet wat hij vooral niet moet doen. “Dit kan best nog leuk worden.” Damon Hill, ex-wereldkampioen en tegenwoordig Formule 1-analist voor televisie, zei het in Melbourne, voor de derde Grand Prix van het jaar. Hij had het over het seizoen dat leek af te stevenen op een duel tussen twee teamgenoten. De auto van Red Bull was immers zo snel dat de andere topteams al de handdoek hadden gegooid. Zowel in Bahrein als Jeddah was er een één-tweetje voor Red Bull. Max Verstappen won in Bahrein voor teamgenoot Sergio Pérez en in Saudi-Arabië waren de rollen omgekeerd. Hill, optimistisch: “Daarmee is het seizoen niet voorbij, hoor. Er valt altijd wat te beleven als twee teamgenoten bikkelen om de titel.” We hadden even de neiging om de wereldkampioen van 1996 te geloven. Hij is immers ervaringsdeskundige. Hill: “De dynamiek is helemaal anders, als je teamgenoot je titelrivaal is. Dat doet iets met een mens. Ik herinner me dat ik in Monza kip zat te eten, en dat Jacques Villeneuve (zijn teamgenoot in ‘96) een bout van mijn bord pikte toen hij voorbij wandelde. Grapje van hem. Ik ging helemaal door het lint, dacht dat hij psychologische spelletjes speelde.” Een week eerder, tijdens de GP van Saudi- Arabië, had Max Verstappen een spelletje gespeeld. Toen de ingenieurs vreesden dat de aandrijfas van de Red Bull RB19 op het punt stond het te begeven, vroegen ze hun coureurs om het tempo te verlagen. Pérez, op dat moment aan de leiding, gehoorzaamde. Tot hij merkte dat Verstappen deed alsof zijn neus bloedde en in de laatste ronde nog de snelste tijd neerzette, goed voor een punt waarmee de Nederlander en niet Pérez de leiding in het kampioenschap greep. De woordenwisseling tussen de teamgenoten na de race en kort voordat ze het podium op gingen, was fel. Geen vertrouwen meer Het zat er natuurlijk aan te komen. Pérez en Verstappen vertrouwen elkaar dit seizoen voor geen meter. Het is een gevolg van wat in 2022 gebeurde. Verstappen en zijn entourage verdachten Pérez ervan dat hij in Monaco opzettelijk gecrasht was in de kwalificaties, zodat Max geen snellere tijd meer kon neerzetten. Perez won daardoor die race. Later in het seizoen, in Brazilië, presenteerde Verstappen de rekening. Max was al wereldkampioen, maar weigerde Perez, die goede zaken kon doen voor de tweede plek in het kampioenschap, voorbij te laten, zoals het team hem vroeg. “Nu heeft iedereen gezien hoe hij in elkaar zit,” zei een boze Pérez. Sindsdien is er vaker kwaad bloed tussen de twee. De Mexicaan, voor de start van dit seizoen: “Als Red Bull me niet op gelijke voet met Verstappen zet, dan kunnen ze vergeten dat ik voor het team rij.” En toen hij de race in Jeddah won, twitterde Checo meteen om het team te bedanken en hij sloot af met: “Meer van dat. Ik wil wereldkampioen worden.” Red Bull greep meteen in: de tweet van Perez verdween na een paar minuten plots heel even. Om dan terug te keren zonder dat laatste zinnetje. Alles willen winnen en de ander niets gunnen: veel, zo niet alle, coureurs in de Formule 1 denken zo. Allemaal hebben ze een soort aangeboren egoïsme als ze in de auto stappen. Bij Max zit dat er nog veel dieper in. “Hij laat de kaas niet van zijn boterham nemen,” zei vader Jos Verstappen al toen zijn zoon in 2015 net zijn debuut had gemaakt op zijn zeventiende. “Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte,” zei Max tijdens een interview, “hier is het ieder voor zich.” Max Verstappen: 'Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte, hier is het ieder voor zich' Verstappen paste dat motto al snel toe in zijn eerste seizoen bij Toro Rosso, toen teamgenoot Carlos Sainz net verse banden had gekregen en duidelijk sneller reed dan Max, die vlak voor hem reed. De teamleiding gaf Verstappen het bevel om zijn teamgenoot voorbij te laten. Dat was ‘strategisch beter’ liet de leiding van Toro Rosso weten. Waarop Max kurkdroog antwoordde op het verzoek met: “No.” Senna en Prost Verstappen won trouwens de derde GP van het seizoen in Melbourne. Maar twee weken later, in Bakoe, was Pérez weer de winnaar. Hij won in Azerbeidzjan niet alleen op zondag, maar ook de zogenaamde ‘sprintrace’ die voor het eerst werd georganiseerd. Vader Antonio Pérez stelde na afloop: “Mijn zoon kan dit seizoen wereldkampioen worden.” De quote ging de wereld rond en zorgde in Mexico voor collectief enthousiasme. Vader Perez is immers politicus en zit in de Mexicaanse Tweede Kamer. Hij staat erom bekend graag oneliners te gebruiken, de media nemen zijn woorden altijd snel over. Pérez werd plots gebombardeerd tot serieuze kanshebber voor de titel in Mexico. Vader Pérez stelde: “Je kunt de rivaliteit tussen Verstappen en Checo gerust vergelijken met die in de grote jaren van Ayrton Senna en Alain Prost bij McLaren.” Na de race in Bakoe was het een leuke headline. Inmiddels is het een pijnlijke uitspraak, als je de stand in het kampioenschap ziet. Maar het was bovenal een uitspraak die zijn zoon niet geholpen heeft. Terug naar de interne strijd tussen Senna en Prost bij McLaren in 1988 en 1989. Wat overeenkomt met die periode is de dominantie van één team. Red Bull is net zo oppermachtig als McLaren toen was. De overwinning van Verstappen in Hongarije betekende de elfde zege van Red Bull dit seizoen in elf races tot nu toe. De laatste race van 2022, in Abu Dhabi, werd ook gewonnen, waardoor Red Bull in Hongarije een streak van twaalf zeges op rij te pakken had. De twaalfde zege op rij door één team betekende een record in de Formule. McLaren won er in 1988 elf op een rij. Maar destijds was de strijd tussen coureurs veel spannender. Senna won zeven van die races en Prost vier. Aan het einde van het seizoen was de stand 8-7 in het voordeel van Senna. Prost en hij waren enorm aan elkaar gewaagd. Bij Red Bull was de stand na de GP in Hongarije alleen dit seizoen 9-2 in het voordeel van Verstappen en met zege van Max in de slotrace van 2022 erbij zelfs 10-2. Hier gaat de vergelijking tussen Senna en Prost in 1988 dus volledig mank. Van spanning is geen sprake meer geweest na Azerbeidzjan en de uitspraken van vader Pérez. Verstappen zegt telkens dat cijfers en statistieken hem niet interesseren, maar hij ziet de kloof met zijn teamgenoot natuurlijk ook wel. Op Silverstone, begin juli, sprak Max die absoluut hard aan zijn gekomen bij Pérez. Toen hem werd gevraagd of de slechte kwalificatie van Pérez - hij haalde alweer de derde en beslissende kwalificatieronde niet - een probleem was, zei Max: “Voor het team is het zeer belangrijk dat we ook de wereldtitel bij de constructeurs pakken, en dus allebei punten pakken. Maar ik denk dat ik dat wel alleen voor elkaar krijg...” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 68.Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
De Formule 1 droomde van een echte titelstrijd. In plaats daarvan zorgt Max Verstappen net als vorig seizoen voor een one man show, de derde wereldtitel op rij kan hem bijna niet ontgaan. Ongewild maar flink geholpen door zijn enige rivaal en teamgenoot. Omdat Sergio Perez dit seizoen alles doet wat hij vooral niet moet doen. “Dit kan best nog leuk worden.” Damon Hill, ex-wereldkampioen en tegenwoordig Formule 1-analist voor televisie, zei het in Melbourne, voor de derde Grand Prix van het jaar. Hij had het over het seizoen dat leek af te stevenen op een duel tussen twee teamgenoten. De auto van Red Bull was immers zo snel dat de andere topteams al de handdoek hadden gegooid. Zowel in Bahrein als Jeddah was er een één-tweetje voor Red Bull. Max Verstappen won in Bahrein voor teamgenoot Sergio Pérez en in Saudi-Arabië waren de rollen omgekeerd. Hill, optimistisch: “Daarmee is het seizoen niet voorbij, hoor. Er valt altijd wat te beleven als twee teamgenoten bikkelen om de titel.” We hadden even de neiging om de wereldkampioen van 1996 te geloven. Hij is immers ervaringsdeskundige. Hill: “De dynamiek is helemaal anders, als je teamgenoot je titelrivaal is. Dat doet iets met een mens. Ik herinner me dat ik in Monza kip zat te eten, en dat Jacques Villeneuve (zijn teamgenoot in ‘96) een bout van mijn bord pikte toen hij voorbij wandelde. Grapje van hem. Ik ging helemaal door het lint, dacht dat hij psychologische spelletjes speelde.” Een week eerder, tijdens de GP van Saudi- Arabië, had Max Verstappen een spelletje gespeeld. Toen de ingenieurs vreesden dat de aandrijfas van de Red Bull RB19 op het punt stond het te begeven, vroegen ze hun coureurs om het tempo te verlagen. Pérez, op dat moment aan de leiding, gehoorzaamde. Tot hij merkte dat Verstappen deed alsof zijn neus bloedde en in de laatste ronde nog de snelste tijd neerzette, goed voor een punt waarmee de Nederlander en niet Pérez de leiding in het kampioenschap greep. De woordenwisseling tussen de teamgenoten na de race en kort voordat ze het podium op gingen, was fel. Geen vertrouwen meer Het zat er natuurlijk aan te komen. Pérez en Verstappen vertrouwen elkaar dit seizoen voor geen meter. Het is een gevolg van wat in 2022 gebeurde. Verstappen en zijn entourage verdachten Pérez ervan dat hij in Monaco opzettelijk gecrasht was in de kwalificaties, zodat Max geen snellere tijd meer kon neerzetten. Perez won daardoor die race. Later in het seizoen, in Brazilië, presenteerde Verstappen de rekening. Max was al wereldkampioen, maar weigerde Perez, die goede zaken kon doen voor de tweede plek in het kampioenschap, voorbij te laten, zoals het team hem vroeg. “Nu heeft iedereen gezien hoe hij in elkaar zit,” zei een boze Pérez. Sindsdien is er vaker kwaad bloed tussen de twee. De Mexicaan, voor de start van dit seizoen: “Als Red Bull me niet op gelijke voet met Verstappen zet, dan kunnen ze vergeten dat ik voor het team rij.” En toen hij de race in Jeddah won, twitterde Checo meteen om het team te bedanken en hij sloot af met: “Meer van dat. Ik wil wereldkampioen worden.” Red Bull greep meteen in: de tweet van Perez verdween na een paar minuten plots heel even. Om dan terug te keren zonder dat laatste zinnetje. Alles willen winnen en de ander niets gunnen: veel, zo niet alle, coureurs in de Formule 1 denken zo. Allemaal hebben ze een soort aangeboren egoïsme als ze in de auto stappen. Bij Max zit dat er nog veel dieper in. “Hij laat de kaas niet van zijn boterham nemen,” zei vader Jos Verstappen al toen zijn zoon in 2015 net zijn debuut had gemaakt op zijn zeventiende. “Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte,” zei Max tijdens een interview, “hier is het ieder voor zich.” Max Verstappen: 'Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte, hier is het ieder voor zich' Verstappen paste dat motto al snel toe in zijn eerste seizoen bij Toro Rosso, toen teamgenoot Carlos Sainz net verse banden had gekregen en duidelijk sneller reed dan Max, die vlak voor hem reed. De teamleiding gaf Verstappen het bevel om zijn teamgenoot voorbij te laten. Dat was ‘strategisch beter’ liet de leiding van Toro Rosso weten. Waarop Max kurkdroog antwoordde op het verzoek met: “No.” Senna en Prost Verstappen won trouwens de derde GP van het seizoen in Melbourne. Maar twee weken later, in Bakoe, was Pérez weer de winnaar. Hij won in Azerbeidzjan niet alleen op zondag, maar ook de zogenaamde ‘sprintrace’ die voor het eerst werd georganiseerd. Vader Antonio Pérez stelde na afloop: “Mijn zoon kan dit seizoen wereldkampioen worden.” De quote ging de wereld rond en zorgde in Mexico voor collectief enthousiasme. Vader Perez is immers politicus en zit in de Mexicaanse Tweede Kamer. Hij staat erom bekend graag oneliners te gebruiken, de media nemen zijn woorden altijd snel over. Pérez werd plots gebombardeerd tot serieuze kanshebber voor de titel in Mexico. Vader Pérez stelde: “Je kunt de rivaliteit tussen Verstappen en Checo gerust vergelijken met die in de grote jaren van Ayrton Senna en Alain Prost bij McLaren.” Na de race in Bakoe was het een leuke headline. Inmiddels is het een pijnlijke uitspraak, als je de stand in het kampioenschap ziet. Maar het was bovenal een uitspraak die zijn zoon niet geholpen heeft. Terug naar de interne strijd tussen Senna en Prost bij McLaren in 1988 en 1989. Wat overeenkomt met die periode is de dominantie van één team. Red Bull is net zo oppermachtig als McLaren toen was. De overwinning van Verstappen in Hongarije betekende de elfde zege van Red Bull dit seizoen in elf races tot nu toe. De laatste race van 2022, in Abu Dhabi, werd ook gewonnen, waardoor Red Bull in Hongarije een streak van twaalf zeges op rij te pakken had. De twaalfde zege op rij door één team betekende een record in de Formule. McLaren won er in 1988 elf op een rij. Maar destijds was de strijd tussen coureurs veel spannender. Senna won zeven van die races en Prost vier. Aan het einde van het seizoen was de stand 8-7 in het voordeel van Senna. Prost en hij waren enorm aan elkaar gewaagd. Bij Red Bull was de stand na de GP in Hongarije alleen dit seizoen 9-2 in het voordeel van Verstappen en met zege van Max in de slotrace van 2022 erbij zelfs 10-2. Hier gaat de vergelijking tussen Senna en Prost in 1988 dus volledig mank. Van spanning is geen sprake meer geweest na Azerbeidzjan en de uitspraken van vader Pérez. Verstappen zegt telkens dat cijfers en statistieken hem niet interesseren, maar hij ziet de kloof met zijn teamgenoot natuurlijk ook wel. Op Silverstone, begin juli, sprak Max die absoluut hard aan zijn gekomen bij Pérez. Toen hem werd gevraagd of de slechte kwalificatie van Pérez - hij haalde alweer de derde en beslissende kwalificatieronde niet - een probleem was, zei Max: “Voor het team is het zeer belangrijk dat we ook de wereldtitel bij de constructeurs pakken, en dus allebei punten pakken. Maar ik denk dat ik dat wel alleen voor elkaar krijg...” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 68.Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Atletiek

Lieke Klaver & Terrence Agard: ‘Wij zijn Ying & Yang’

Lieke Klaver (24) en Terrence Agard (33) zijn succesvolle atleten. Ze hebben allebei als specialiteit de 400 meter, trainen dagelijks samen en hebben al zeven jaar een relatie. In aanloop naar het WK atletiek spraken we het razendsnelle duo. Ze komen allebei nog nahijgend binnen bij Foodhall Arnhem. Lieke Klaver en Terrence Agard hebben er net een zware training opzitten op Papendal. Je kunt letterlijk zeggen dat ze dagelijks met elkaar opstaan en met elkaar naar bed gaan. Lieke en Terrence hebben allebei als specialiteit de 400 meter en kunnen ook goed uit de voeten op de 200 meter, maken deel uit van dezelfde trainingsgroep, die van succescoaches Laurent Meuwly en Bram Peters. Daarnaast hebben ze sinds 2016 een relatie. Hoe sloeg de vlam over tussen jullie? Lieke: “Dat was in het restaurant op Papendal. Ik trainde daar nog maar net destijds, zat net op kamers.” Terrence: “Jij was een film aan het uitzoeken op de site van Pathé toen ik langs kwam lopen, toch?” Lieke: “Klopt. Ik zat daar na trainingen vaak in mijn eentje te studeren. Precies toen jij voorbijliep, had ik even geen concentratie meer. Jij vroeg wat ik aan het doen was. Toen vertelde ik dat ik aan het kijken was of er nog een leuke film was.” Terrence: “Ik vroeg meteen: welke film gaan we samen kijken?” Lieke: “Ik zag een film die me wel leuk leek en toen zei jij inderdaad meteen: ‘Oké, dan gaan we daar naartoe.’ Zo is het begonnen.” Naar welke film gingen jullie? Lieke: “We hebben er laatst nog onderzoek naar gedaan, maar we weten het niet meer...” Jullie hadden alleen maar oog voor elkaar natuurlijk. Terrence, lachend: “We hadden vanaf het eerste moment zeker een klik, maar we deden het rustig aan in het begin, hoor.” Lieke, met stemverheffing: “Ik was echt nog heel jong, hoor! Ik was ook nog heel verlegen. Als ik met iemand sprak, keek ik vaak naar de grond. Ik vond het ook best eng om samen naar de film te gaan. Ik was achttien en jij al 26... Dat was voor mij echt een big step. Na de film zijn we nog even Arnhem ingegaan om wat te drinken en dat was het. Het was gewoon heel gezellig.” Terrence: “Jij verklapte al snel dat je me op het eerste gezicht best eng en ontoegankelijk vond. Ik hoor vaker van mensen: ‘Je mag wel lachen.’ Of: ‘Wat kijk je serieus.’ Dat is gewoon mijn gezicht of uitstraling, want ik ben helemaal niet snel boos.” Lieke: “In het echt bleek je juist heel rustig en chill.” Wat vonden jullie zo leuk aan elkaar? Terrence: “Haar mooie, schattige gezicht. Die kuiltjes in haar wangen als ze lacht. En dan nog haar postuur; Lieke is lang en elegant.” Lieke, lachend: “En je viel op m’n billen.” Terrence knikt: “Je was toen nog een beetje chubby.” Lieke: “Dat is nu allemaal veel minder door het harde trainen. Je hebt pech.” Terrence: “Maar ik viel bovenal voor jouw persoonlijkheid. En ik vond de toewijding die jij op je achttiende al had voor je sport heel mooi. We begrepen vanaf dag één elkaars passie.” Lieke: “Ik dacht meteen: wat een knappe jongen. Ik voelde me nog een klein meisje toen we elkaar leerden kennen, was nog heel erg op zoek naar mensen tegen wie ik aan kon praten en merkte dat ik dat kon doen bij jou en voelde meteen dat ik mezelf kon zijn, voelde me veilig bij jou. Ik ben van nature een beetje meer een stresskip, ben sneller gespannen. Jij bent altijd juist heel erg relaxed, daardoor word ik ook rustiger.” Terrence: “Wij zijn gewoon yin & yang, houden elkaar in balans. Jij weet mij juist scherp te houden op momenten dat ik te laks ben en ik kan jou geruststellen als jij gestrest bent.” Lieke: “We hebben onze relatie nog best lang geheimgehouden. Niemand van de trainingsgroep wist van ons. Eigenlijk hadden we een tijdje een soort dubbelleven, we deden alles heel sneaky. Als ik dingen tegen jou vertelde, merkte ik dat jij dat ook echt voor je hield. Ik voelde daardoor al snel: hij is echt te vertrouwen.” Terrence: “Als mensen weten dat je aan het daten bent, gaat iedereen zich er meteen mee bemoeien. Het was niet zozeer om dingen stiekem te doen, maar vooral om elkaar in alle rust beter te leren kennen.” Jullie wonen al een paar jaar samen. Letten jullie extra op elkaar als jullie aan het trainen zijn? Lieke: “Juist niet. Na een training moeten we altijd aan elkaar vragen hoe het ging. Vind ik alleen maar goed. Laten we sport en privé maar een beetje gescheiden houden.” Terrence: “Nou, jij let misschien niet op mij, maar ik krijg wel veel mee van jouw trainingen, hoor. Ik zie gewoon wat je doet. Vanuit interesse. Ik ga daarna niet meteen allemaal tips aan je geven, daar heb je je coaches voor.” Lieke: “Thuis hebben we het weleens over de training, maar niet te veel. Dan hebben we het eerder over wat we gaan eten, over vakanties die we op het oog hebben of over familiezaken.” Terrence greep op 7 augustus 2021 olympisch zilver met de Nederlandse 4x400 meter estafetteploeg. In het als gevolg van de coronapandemie lege stadion was alleen de Verenigde Staten sneller en Terrence liep de een na snelste tijd van iedereen. Lieke en de andere vrouwen van de 4x400 meter estafetteploeg hadden net hun olympische finale gelopen, waarin ze zesde werden, en schreeuwden hun kelen schor toen de mannen hun finale liepen. Na de sensationele zilveren plak omhelsden Lieke, die eerder op de gemengde 4x400 meter vierde was geworden op een fractie van het brons, en Terrence elkaar op de baan. Terrence: “Het was zo bijzonder dat jij de eerste was die me feliciteerde. Tijdens de finale was ik zo gefocust, ik had geen flauw idee dat wij zo werden aangemoedigd door jullie. Toen jullie ineens op de baan stonden toen we zilver wonnen, dat maakte het nog mooier. Ik wilde jou zo graag knuffelen en even vasthouden.” Lieke: “We waren zo blij voor elkaar. Het was echt zo’n we-did- it-moment. Het waren mijn eerste Olympische Spelen. Van de races die ik zelf heb gelopen in Tokio kan ik me niets meer herinneren. Dat heb ik altijd, het is alsof ik voor en tijdens een wedstrijd in een andere dimensie leef. Het enige wat ik nog precies weet van de Spelen is jullie finale. Zo mooi. We hebben thuis ook een mok met daarop de foto van het moment dat we elkaar omhelsden na de finale.” Terrence: “Het was het mooiste moment van m’n leven. Wat dat moment extra bijzonder maakte, was dat jij van heel dichtbij hebt meegekregen wat ik allemaal heb meegemaakt.” Lieke knikt: “We leerden elkaar kennen toen jij niet zo lang ervoor het auto-ongeluk had gehad.” Terrence: “Na het ongeluk ben ik naar Curaçao gegaan, naar mijn familie, en daar ben ik lange tijd gebleven tijdens mijn herstel. Ik was net weer terug toen ik jou ontmoette.” Terrence raakte in de vroege ochtend van 11 september 2015 ernstig gewond bij een auto-ongeluk op de A50. Hij was met collega-atleten Churandy Martina, Hensley Paulina en de toenmalige vriendin van Churandy naar Breda geweest om haar verjaardag te vieren. Op de terugweg haalde Churandy, die reed, een vrachtwagen in. Hij stuurde te snel terug, waardoor de vrachtwagen de auto raakte, precies op de plek waar Terrence op de achterbank zat. De anderen raakten niet gewond, maar Terrence brak bij het ongeluk zijn nek. Nekwervel C7 bleek gebroken. Het was logischer geweest als hij als gevolg van de breuk een dwarslaesie had opgelopen of het zelfs niet overleefd had, hoorde hij van de artsen. Lieke: “Ik had meegekregen dat Churandy een ongeluk had gehad en dat er nog twee atleten bij hem in de auto zaten, maar ik wist niet dat jij een van hen was. Toen wij elkaar leerden kennen, heb ik veel vragen gesteld over het ongeluk. Jij sprak er heel open over. Van nabij heb ik meegemaakt dat je het vooral op mentaal vlak af en toe lastig had. Je familie zat ook nog eens ver weg. Voor m’n gevoel heb ik jou geregeld op moeten beuren. Ik weet nog goed dat je, het was in 2019 meen ik, op de rand van het bed zat en zei: ‘Ik kap er gewoon mee, wil niet meer.’ Ik wist niet zo goed wat ik moest doen, maar wist wel dat je niet moest stoppen. Daarna ging je ook wel weer door, omdat je gewoon megasterk bent. Al die momenten kwamen voorbij nadat je zilver had gewonnen. Ik heb nog een post op Instagram gezet nadat jullie zilver wonnen om aan te geven welke weg je had afgelegd.” Terrence: “Jij hebt zo’n belangrijke rol gespeeld, ik heb de neiging om elke keer weer dankjewel tegen je te zeggen. Dat jij er was voor mij op de slechte momenten, daarvoor ben ik je voor altijd dankbaar.” Waar Lieke op haar 22ste debuteerde op de Spelen, moest Terrence geduld hebben tot zijn 31ste. Pech stond eerdere deelnames in de weg. Terrence: “Van jongs af aan was er al altijd wat aan de hand met me. Op mijn vijfde rende ik tijdens een feestje bij mijn tante tegen een muur aan, dat betekende mijn eerste bezoekje aan het ziekenhuis. In de jeugd viel ik vaak zomaar flauw. Ik was als kind altijd zo druk, misschien had het daarmee te maken. Ik was altijd aan het rennen, springen en vliegen. In 2011 verloor ik een deel van mijn ringvinger. Ik had haast en zag dat de Koningin Emmabrug op Curaçao open zou gaan. De poortjes gingen bijna dicht en ik ging er nog snel doorheen. Maar met mijn ring bleef ik hangen aan het hekwerk... In één ruk was ik een deel van mijn vinger kwijt. Daarmee kwam mijn droom om als estafetteloper mee te kunnen doen aan de Spelen in Londen ook ten einde. Mijn nieuwe doel werd de Spelen in Rio. Ik had de stijgende lijn al snel te pakken, in 2015 brak ik echt door. Maar dat jaar kreeg ik het auto-ongeluk en kon ik de Spelen van 2016 ook vergeten. Vervolgens de Spelen in Tokio. Eerst was het onzeker of die sowieso door zouden gaan door de coronapandemie. Ze werden uiteindelijk een jaar uitgesteld. Begin 2021 kreeg ik last van een achillespeesblessure en ik dacht: het zal toch niet weer misgaan?” Een jaar na het auto-ongeluk zei je in Helden al: ‘Ik denk dat God nog iets voor mij in petto heeft.’ Lieke: “Echt waar? Heb je dat gezegd?” Terrence knikt: “Als ik in iets geloof, blijf ik doorgaan totdat het uitkomt. Ik geef niet op. Misschien is het ook wel mijn koppigheid, ik wil niet toegeven. Ik heb veel pech gehad, maar tegelijkertijd zeg ik ook altijd: ik ben er nog. Het klinkt cliché, maar alles wat ik heb meegemaakt, heeft me wel sterker gemaakt. Ik heb mezelf door de jaren heen heel goed leren kennen, weet inmiddels heel goed waartoe ik in staat ben.” Lieke: “Ik vind het heel erg bewonderenswaardig hoe jij met al die tegenslagen om bent gegaan. Ik leer er ook van. Als ik het zwaar heb tijdens een training, ga ik vaak toch nog even door. Dan denk ik: Terrence heeft het pas zwaar gehad. Of als ik treur om een pijntje, denk ik sneller: waar treur ik eigenlijk om als ik het vergelijk met wat Terrence voor z’n kiezen heeft gehad?” Merk je in het dagelijks leven nog iets van het auto-ongeluk van acht jaar geleden? Terrence: “In het begin had ik vooral in de ochtend last van een stijve nek en rug, maar daar heb ik ook geen last meer van. Ik heb nergens last van, heb nooit hoofdpijn. Het is echt een wonder.” Lieke: “Ik ben nog weleens bezorgd dat jij straks ineens klachten krijgt. Je hoort soms ook verhalen van mensen die jaren na een ongeluk toch ineens last van dingen krijgen. Soms vraag jij weleens of ik even heel hard je rug wil masseren.” Terrence: “Ja, dat vind ik lekker.” Lieke: “Ja, doei! Dat ga ik niet doen, hoor. Straks gebeurt er wat.” Terrence prijst zich gelukkig dat moeder Gerda hem ook nog heeft zien schitteren in Tokio. Bij haar werd in 2018 lymfeklier- kanker geconstateerd. Terrence: “Ze kreeg eerst chemotherapie en de artsen dachten dat alles weg was. In oktober 2019 kwam de kanker terug, werd een tumor in haar hoofd ontdekt. De artsen voorspelden dat ze nog een jaar te leven had, want opereren kon niet. Ik wilde heel graag dat ze de Spelen in Tokio nog mee zou maken. Maar toen werden de Spelen dus met een jaar uitgesteld. De gedachte dat mijn moeder niet zou meemaken dat mijn grote droom uitkwam, vond ik vreselijk. Ik had er stress van. Mijn moeder was heel sterk en overtuigend in die tijd. Zij hing heel sterk aan het geloof, zei: ‘De artsen kunnen de tumor niet weghalen, daarom gaat God dat doen.’ En dat is ook gebeurd. In januari 2021 ging ze naar het ziekenhuis voor controle en bleek de tumor in haar hoofd verdwenen. Na mijn wonderbaarlijke herstel na het ongeluk was dit het tweede wonder dat ik heb meegemaakt. De artsen konden het ook niet geloven. Ze hebben nog een second opinion gedaan, maar de tumor bleek gewoon helemaal weg. Ik was zo opgelucht en blij dat mijn moeder me nog in actie kon zien in Tokio. Alle behandelingen en medicijnen hadden haar wel erg verzwakt. Uiteindelijk is ze in de nacht van 3 op 4 oktober 2021 in haar slaap overleden aan een hartaanval. Op 3 oktober was de verjaardag van mijn zusje Nathusha, die is geboren met het Dandy-Walker syndroom waardoor ze eigenlijk altijd is blijven hangen op het niveau van een baby. Ze verblijft in een zorginstelling. Ik was ook op Curaçao met Lieke en samen met mijn broertje Javier, mijn vader en moeder hebben we de verjaardag van mijn zusje gevierd. Toen we na afloop wegreden, keek mijn moeder achterom en bleef ze maar zwaaien. Het leek wel of ze echt afscheid aan het nemen was, dat ze voorvoelde dat ze ging overlijden. Achteraf was dat het tweede signaal. Anderhalve week voordat zij overleed, zaten we aan de keukentafel. Mijn moeder vertelde hoe trots ze op me was, dat ik ondanks alle pech nooit had opgegeven en toch mijn droom had waargemaakt. Daarna zei ze ineens: ‘Als ik er niet meer ben, beloof me dan dat je altijd voor je zusje zal blijven zorgen. Beloof me dat je er altijd voor haar zal zijn, dat je haar nooit de rug toe zal keren.’ Haar grote zorg was hoe het verder moest met Nathusha als zij er niet meer was. Ik heb beloofd dat ik altijd voor mijn zusje zal blijven zorgen en ook voor mijn broertje en vader. Toen ik dat had beloofd, werd ze rustig.” Lieke: “Ik ben blij dat ik jouw moeder heb leren kennen toen we in 2020 en 2021 samen op Curaçao waren. Ze heeft nog heel mooie dingen tegen me gezegd en over jou verteld, heeft mij geheimpjes verklapt. Heel mooi en bijzonder. Na haar overlijden probeerde ik er voor jou te zijn. Doordat we samen al zoveel hebben meegemaakt in de tijd dat we een relatie hebben, zijn we heel erg naar elkaar toegegroeid. We kunnen heel goed met elkaar praten, zijn samen heel sterk. Door alle ups & downs die we samen al hebben meegemaakt, maak ik me ook minder zorgen als het even minder gaat. Dat overleven we ook wel weer, denk ik dan.” Over ‘ups’ gesproken. De opmars die Lieke de afgelopen twee jaar heeft gemaakt aan de hand van haar coaches Laurent Meuwly en Bram Peters, is indrukwekkend. Zowel op de 200 en 400 meter. In 2022 pakte ze de Nederlandse titel op de 200 meter, en bij het WK in Eugene werd ze vierde op de 400 meter. Bij het EK indoor van begin dit jaar pakte ze zilver op de 400 meter. Met de estafetteploegen veroverde ze afgelopen tijd ook steeds medailles, waaronder goud op het EK outdoor en indoor. Kortom, Lieke is goed bezig. Lieke: “Ik denk dat ik wat rustiger ben geworden en dat het daarom zo goed gaat de laatste tijd. De coaches begrijpen mij wat beter en ik begrijp de 400 meter steeds beter. En toch heb ik het gevoel dat ik er nog lang niet ben, dat ik nog heel wat dingen moet en kan verbeteren.” Terrence: “Ik kijk vol bewondering naar de ontwikkeling die jij doormaakt. Als ik zie hoe gefocust jij bent en hoeveel doorzettingsvermogen je hebt; daar kan ik ook weer van leren. Goed eten, voldoende rusten, goed slapen; jij doet echt alles voor je sport. Die toewijding laat je niet alleen zien voor een wedstrijd, maar voor elke training. Knap.” Lieke: “De 400 meter is een moeilijk onderdeel. De 200 meter is veel meer een krachtsexplosie. Bij de 400 meter moet je de snelheid proberen vast te houden, terwijl je weet dat op het einde de verzuring enorm toe gaat slaan. De pijn die je krijgt en waar je doorheen moet, dat mentale aspect, vind ik juist zo mooi.” Twee jaar geleden vertelde je dat je aan het ontdekken was hoe je ervoor kon zorgen dat je de man met de hamer niet te vroeg, maar ook niet te laat tegen zou komen op de 400 meter. Lieke: “Dat is inderdaad de puzzel die ik op moest lossen. Twee jaar geleden ging dat nog voor geen meter. Ik ging als een raket van start en op 300 meter liepen mijn benen helemaal vol, kon ik niet meer. Nu lukt het veel beter om mijn snelheid langer vast te houden. Door mijn achtergrond als 200 meterloopster is die snelheid mijn wapen. Ik moet dus niet langzamer starten, het was voor mij vooral een kwestie van efficiënter lopen.” Terrence: “Ervaring is zo belangrijk op de 400 meter. Het is echt een afstand waarbij je leert van je fouten. Maar ook ik leer nog steeds, perfect zal je de 400 meter waarschijnlijk nooit lopen. Dat is ook juist de charme van die afstand, vind ik. Er is altijd ruimte voor verbetering. En ja, simpel gesteld is het zaak dat je precies op de streep een klap van de man met de hamer krijgt. In het begin komt hij na 300 meter, daarna weet je dat uit te stellen tot 320 meter.” Lieke: “Maar hij moet wel komen, het moet niet zo zijn dat je op de streep het gevoel hebt dat je nog iets over hebt.” Terrence: “Dat is de kunst inderdaad.” Lieke, jij verklapte dat je in een geheim boekje de tijden hebt genoteerd die je ooit wil lopen op de 100, 200 en 400 meter... Lieke: “Klopt en die tijden verklap ik nog steeds niet.” Terrence: “Ik weet die tijden ook niet, dat is echt iets van jou.” Jij liep bij de Diamond League-wedstrijd in Polen in juli een persoonlijk record van 49,81. Kom je in de buurt van de tijd die je in je boekje hebt geschreven? Lieke: “De lat ligt nog hoger. Ik ben heel benieuwd of ik dit jaar weer een stap kan zetten. Maar ik ben blij dat ik een vinkje kan zetten achter die 49’er. Dat wilde ik heel graag.” Heb jij ook een boekje met tijden die je wil lopen, Terrence? Terrence: “Nee, de tijden die ik wil lopen en mijn doelen zitten bij mij in het hoofd.” In de olympische finale op de 4x400 meter liep je een tijd van 43,76 en daarmee was je de een na snelste van iedereen. Kun je die tijd ook in een individuele 400 meter lopen? Terrence: “Dat zou geweldig zijn. Mijn doel is wel om weer de vorm te halen van Tokio. Ik heb een heel zware periode gehad na het overlijden van mijn moeder. Daardoor was 2022 voor mij een heel lastig jaar. Ik zat met zoveel vragen, er zat nog zoveel verdriet en boosheid in mij. Maar ik kan niet eeuwig in de slachtofferrol blijven zitten, mijn moeder had ook gewild dat ik gewoon door zou gaan. Zij had geroepen: ‘Doe je ding, maak je niet druk.’ De laatste tijd ben ik weer heel goed bezig, voel ik dat ik die periode achter me heb gelaten. Ik ben hard bezig om Terrence 2.0 te worden.” Nederland barst van de talenten op de 400 meter bij zowel de mannen als de vrouwen, getuige de goede individuele prestaties en die van de estafetteteams. Lieke heeft aansluiting gevonden bij de wereldtop, net als haar vriendin, leeftijds- en trainingsgenoot Femke Bol, die de 400 meter combineert met de 400 meter horden. Bij het EK indoor pakten ze goud en zilver om daarna op de estafette samen de Europese titel te veroveren. Over aandacht heeft Lieke niet te klagen. Is de prestatie van Terrence en de estafetteploeg op de Spelen onderbelicht gebleven? Lieke: “Honderd procent! Mensen zijn snel geneigd te denken: het is geen goud, maar zilver. Maar kom op, tweede op de Spelen op een onderdeel waar de concurrentie bizar groot is. Atletiek wordt niet voor niets de moeder der sporten genoemd. De prestatie van jullie is zo belachelijk knap. En dan doet het me gewoon pijn dat jullie er geen mooie sponsordeal uit hebben weten te halen, dat geen enkel bedrijf heeft gedacht: die jongens gaan we ondersteunen tot en met de Spelen in Parijs. Er zijn ook niet heel veel interviewverzoeken gekomen. Toen jullie zilver pakten, kregen jullie schouderklopjes, werd er gezegd: ‘Wat een leuke ploeg en wat goed gelopen.’ Maar daarna ebde de interesse snel weg.” Terrence knikt: “Als je ziet waar wij vandaan komen: vroeger waren we al blij als we ons wisten te kwalificeren voor een groot toernooi. Liemarvin Bonevacia en ik, twee jongens van Curaçao, hebben ons de afgelopen tien jaar hardgemaakt voor de 400 meter, wij zijn de pioniers. Wij hadden grote dromen: in grote finales staan op de 400 meter, samen medailles winnen op de estafette. De weg die we hebben afgelegd was niet makkelijk, af en toe dachten Liemarvin en ik: het gaat nooit wat worden met de estafetteploeg. Maar we hebben het gewoon geflikt: samen in de finale, met olympisch zilver op zak naar huis. Er zijn op dit moment maar vijf landen die ooit harder hebben gelopen dan wij op de 4x400 meter: Amerika, Jamaica, de Bahama’s en Groot-Brittannië. En in Parijs gaan we weer een medaille winnen, we gaan voor goud. En ik zou het geweldig vinden om ook individueel de finale te halen op het WK of de Spelen.” Lieke: “Ik hoop dat we op de Spelen voor elkaar kunnen juichen omdat we allebei een medaille hebben gewonnen.” Lieke heeft op sociale media inmiddels een grote schare volgers. Alleen op Instagram heeft ze er al bijna 700.000. Twee jaar geleden zei ze in Helden: ‘Het gevolg is dat ook steeds meer mensen een mening over je hebben. Ik krijg er ook zoveel meer prikkels door. Dat is wennen. Ongemerkt hebben die extra prikkels invloed op me.’ Lieke: “Toen mijn Instagram ontplofte, vond ik het lastig, maar ik heb mezelf de afgelopen tijd in bescherming genomen, waardoor ik niet het idee heb dat zoveel mensen mij volgen.” Terrence: “Ik ben van een iets oudere generatie, doe niet heel veel met sociale media. Ik probeer wel steeds meer te doen, ook doordat ik zie hoe goed jij dat doet. Ik vind het ook leuk om mensen te volgen op de socials, om te zien dat ze mooie of grappige filmpjes posten.” Lieke, jij zei in het vorige interview: ‘Ik heb allemaal hele lieve meneertjes die me volgen. De huwelijksaanzoeken stromen binnen van die lieve meneertjes. Ik heb bij mijn bio ook staan: married to the game.’ Lieke: “Ik krijg nog steeds geregeld opmerkingen als: ‘Ok, so you are married to the game, when are you going to marry me?’ Ach, daar lach ik alleen maar om. Van mijn volgers is 93 procent man en komt slechts zes procent uit Nederland...” Wat vind jij ervan dat zoveel mensen je vriendin volgen, Terrence? Terrence: “Een filmpje van Lieke ging ineens viraal rond het WK van 2019. Ze kreeg er in korte tijd ineens zoveel volgers bij. Ik vond het prima. Lieke is ook altijd heel open over de dingen die ze deelt. En dat heel veel mensen liken wat ze deelt, vind ik alleen maar leuk, daar word ik niet onzeker van, hoor. Als jij DM’s krijgt, laat je die vaak ook aan mij zien. Soms zitten er grappige verzoeken en berichten tussen. Krijg je ineens een vraag of je een foto van je grote teen wil sturen.” Lieke: “Daar moeten we samen heel hard om lachen. Wat moet je nou met een foto van mijn teen of voet? Maar toen ik rond de FBK Games had verteld dat ik na het WK indoor last had van mentale klachten, kreeg ik ineens zoveel lieve reacties. Van mensen van mijn leeftijd, van ouderen. Mensen vonden het goed en knap dat ik er zo open over was.” Na het EK indoor, waar Lieke zilver won op de 400 meter en goud op de 4x400 meter, volgde voor Lieke een ‘down’. De vele prikkels die ze in korte tijd te verwerken had gekregen, werden haar even te veel. Ze sloot zich op in haar appartement, zette een week lang haar telefoon uit, sliep veel en cancelde afspraken. Op aanraden van haar psycholoog ging ze twee legpuzzels maken van 1500 stukjes. Drie weken nam ze de tijd om weer in balans te komen. Lieke: “Weet je wat het bij mij is? Ik vind gewoon alles heel leuk. Mijn leraar op de middelbare school zei vroeger al tegen mijn moeder: ‘Lieke vindt alles leuk en is ook in veel dingen heel goed, dat is haar valkuil.’ Ik sta altijd ‘aan’. Dat heb ik lange tijd niet doorgehad. Ik dacht: al die leuke dingen geven mij toch alleen maar energie? Het begon met het WK in Eugene waar ik vierde werd. Geweldig! Maar er kwam ook veel op me af. Er waren zoveel prikkels. Meteen daarna was het EK. Daarna hadden we vakantie, maar ja, toen vond ik ook alles leuk. Ik nam te weinig rust. Bleef ondanks de vermoeidheid ook goed presteren. Ik liep 50,18 op het WK, op dat moment een persoonlijk record, en bij het EK indoor ging het ook heel goed. Maar na die zilveren medaille op het EK was ik ineens helemaal op. Dat was de druppel. Ik merkte het meteen op de slotdag. Iedereen ging Istanbul in om te feesten. Ik kon niet meer, vroeg of jij mee wilde komen naar mijn hotelkamer.” Terrence: “Ik had nog nooit meegemaakt dat iemand zo overprikkeld was. Je was zo emotioneel, kon alleen maar huilen. Ik dacht: wat gebeurt hier? Heel heftig om jou zo te zien. Ik hield je vast, knuffelde je, probeerde je het gevoel te geven dat je veilig was bij mij. Ik zei iets van: gooi alles er maar uit, dan komt het wel goed. Je werd daardoor wel iets rustiger.” Lieke: “Het was niet zo dat er op dat EK ineens zoveel op me af kwam, het was een optelsom, echt de druppel die de emmer deed overlopen. Na dat EK merkte ik bij de eerste training al dat het niet meer ging. Mijn lichaam zei ‘stop’. Mijn coaches Bram en Laurent namen het ook meteen serieus, gaven me alle tijd om tot rust te komen. Ik had al een tijd lang heel veel van mezelf gevraagd. Op het EK had ik het laatste beetje energie uit mezelf geperst. Daarna kwamen er alleen nog tranen uit. Niet omdat ik heel erg verdrietig was. Ik ga huilen als ik helemaal leeg ben. Ik heb thuis de tijd genomen om alles te verwerken wat in korte tijd op me af was gekomen en om tot rust te komen. Elk geluid, elke prikkel was op dat moment even te veel.” Neem je jezelf voortaan beter in bescherming? Lieke: “Ik ga sowieso kapot aan het einde van een toernooi, maar ik ga er nu voor zorgen dat ik daarna rust neem. En ik zal ook tijdens trainingsdagen beter opletten. Na een training deed ik ook vaak nog van alles. Ik weet dat het beter is om na een training meteen naar huis te gaan en daar even rustig op de bank te gaan zitten. Terugkijkend was mijn ademhaling ook vaak veel te hoog. Ik merk, nu ik mezelf meer rust gun, dat mijn ademhaling ook rustiger is. Dat kan nog wel beter. Ik maak gebruik van een psycholoog, lees heel veel over het menselijk brein en ik denk erover na om bij een ademhalingscoach langs te gaan.” En jij Terrence? Maak jij gebruik van een mental coach? Terrence: “Ja, nadat ik begin 2021 geblesseerd raakte aan mijn achillespees. Ik was heel goed in vorm en raakte juist in aanloop naar de Spelen weer geblesseerd. Ik ben altijd relaxed, ook na een mindere wedstrijd, maar in die periode raakte ik gestrest, dus ik wist: nu is het echt mis. Vreesde dat ik opnieuw de Spelen zou missen, dacht: hoe bestaat het dat iemand zoveel pech heeft? Ik heb in die periode heel goede gesprekken gevoerd met een mental coach en hij heeft me rustig gekregen. Met Charles van Commenée, destijds hoofdcoach van de atletiekbond, heb ik ook veel gesproken. Mede daardoor raakte ik vlak voor de Spelen weer in vorm. Na het overlijden van mijn moeder heb ik ook nog één sessie met mijn mental coach gehad.” Ze zijn zeven jaar samen. Thuis valt af en toe het woord ‘trouwen’ geeft Lieke toe. Lieke, lachend: “Ik heb al gezegd: niet meteen na de Spelen in Parijs op je knieën gaan, dat is zo afgezaagd. Veel sporters worden meteen na de Spelen ten huwelijk gevraagd. Ik geef je ook nog de tijd om te sparen voor een mooie ring. Ik had altijd in mijn hoofd: als ik ga trouwen, wil ik de ceremonie lekker op het strand doen. Maar jij zei laatst: ‘Eigenlijk moeten we in de kerk trouwen.’” Terrence knikt: “Ja, dat vind ik belangrijk en mooi.” Lieke: “Jij vertelde: ‘Als ik één keer de kans krijg om te trouwen, dan wil ik dat wel graag in de kerk doen.’ Dat snap ik. Ik ben niet opgegroeid met het geloof, maar ik ben er wel nieuwsgierig naar. We komen uit verschillende culturen, hebben een heel andere achtergrond, dat vind ik ook juist mooi. Toen we nog niet zo lang samenwoonden, was het in bed soms ineens stil. Dan vroeg ik: is er wat? Na een tijdje had ik door: o, jij bent aan het bidden. Ik heb gevraagd waar je over bidt en of je het een keer hardop wilde doen. Ik ben daarna een beetje mee gaan doen.” Met dank aan de Foodhall, Arnhem Helden Magazine 68 Het verhaal van Lieke Klaver en Terrence Agard komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Lieke Klaver (24) en Terrence Agard (33) zijn succesvolle atleten. Ze hebben allebei als specialiteit de 400 meter, trainen dagelijks samen en hebben al zeven jaar een relatie. In aanloop naar het WK atletiek spraken we het razendsnelle duo. Ze komen allebei nog nahijgend binnen bij Foodhall Arnhem. Lieke Klaver en Terrence Agard hebben er net een zware training opzitten op Papendal. Je kunt letterlijk zeggen dat ze dagelijks met elkaar opstaan en met elkaar naar bed gaan. Lieke en Terrence hebben allebei als specialiteit de 400 meter en kunnen ook goed uit de voeten op de 200 meter, maken deel uit van dezelfde trainingsgroep, die van succescoaches Laurent Meuwly en Bram Peters. Daarnaast hebben ze sinds 2016 een relatie. Hoe sloeg de vlam over tussen jullie? Lieke: “Dat was in het restaurant op Papendal. Ik trainde daar nog maar net destijds, zat net op kamers.” Terrence: “Jij was een film aan het uitzoeken op de site van Pathé toen ik langs kwam lopen, toch?” Lieke: “Klopt. Ik zat daar na trainingen vaak in mijn eentje te studeren. Precies toen jij voorbijliep, had ik even geen concentratie meer. Jij vroeg wat ik aan het doen was. Toen vertelde ik dat ik aan het kijken was of er nog een leuke film was.” Terrence: “Ik vroeg meteen: welke film gaan we samen kijken?” Lieke: “Ik zag een film die me wel leuk leek en toen zei jij inderdaad meteen: ‘Oké, dan gaan we daar naartoe.’ Zo is het begonnen.” Naar welke film gingen jullie? Lieke: “We hebben er laatst nog onderzoek naar gedaan, maar we weten het niet meer...” Jullie hadden alleen maar oog voor elkaar natuurlijk. Terrence, lachend: “We hadden vanaf het eerste moment zeker een klik, maar we deden het rustig aan in het begin, hoor.” Lieke, met stemverheffing: “Ik was echt nog heel jong, hoor! Ik was ook nog heel verlegen. Als ik met iemand sprak, keek ik vaak naar de grond. Ik vond het ook best eng om samen naar de film te gaan. Ik was achttien en jij al 26... Dat was voor mij echt een big step. Na de film zijn we nog even Arnhem ingegaan om wat te drinken en dat was het. Het was gewoon heel gezellig.” Terrence: “Jij verklapte al snel dat je me op het eerste gezicht best eng en ontoegankelijk vond. Ik hoor vaker van mensen: ‘Je mag wel lachen.’ Of: ‘Wat kijk je serieus.’ Dat is gewoon mijn gezicht of uitstraling, want ik ben helemaal niet snel boos.” Lieke: “In het echt bleek je juist heel rustig en chill.” Wat vonden jullie zo leuk aan elkaar? Terrence: “Haar mooie, schattige gezicht. Die kuiltjes in haar wangen als ze lacht. En dan nog haar postuur; Lieke is lang en elegant.” Lieke, lachend: “En je viel op m’n billen.” Terrence knikt: “Je was toen nog een beetje chubby.” Lieke: “Dat is nu allemaal veel minder door het harde trainen. Je hebt pech.” Terrence: “Maar ik viel bovenal voor jouw persoonlijkheid. En ik vond de toewijding die jij op je achttiende al had voor je sport heel mooi. We begrepen vanaf dag één elkaars passie.” Lieke: “Ik dacht meteen: wat een knappe jongen. Ik voelde me nog een klein meisje toen we elkaar leerden kennen, was nog heel erg op zoek naar mensen tegen wie ik aan kon praten en merkte dat ik dat kon doen bij jou en voelde meteen dat ik mezelf kon zijn, voelde me veilig bij jou. Ik ben van nature een beetje meer een stresskip, ben sneller gespannen. Jij bent altijd juist heel erg relaxed, daardoor word ik ook rustiger.” Terrence: “Wij zijn gewoon yin & yang, houden elkaar in balans. Jij weet mij juist scherp te houden op momenten dat ik te laks ben en ik kan jou geruststellen als jij gestrest bent.” Lieke: “We hebben onze relatie nog best lang geheimgehouden. Niemand van de trainingsgroep wist van ons. Eigenlijk hadden we een tijdje een soort dubbelleven, we deden alles heel sneaky. Als ik dingen tegen jou vertelde, merkte ik dat jij dat ook echt voor je hield. Ik voelde daardoor al snel: hij is echt te vertrouwen.” Terrence: “Als mensen weten dat je aan het daten bent, gaat iedereen zich er meteen mee bemoeien. Het was niet zozeer om dingen stiekem te doen, maar vooral om elkaar in alle rust beter te leren kennen.” Jullie wonen al een paar jaar samen. Letten jullie extra op elkaar als jullie aan het trainen zijn? Lieke: “Juist niet. Na een training moeten we altijd aan elkaar vragen hoe het ging. Vind ik alleen maar goed. Laten we sport en privé maar een beetje gescheiden houden.” Terrence: “Nou, jij let misschien niet op mij, maar ik krijg wel veel mee van jouw trainingen, hoor. Ik zie gewoon wat je doet. Vanuit interesse. Ik ga daarna niet meteen allemaal tips aan je geven, daar heb je je coaches voor.” Lieke: “Thuis hebben we het weleens over de training, maar niet te veel. Dan hebben we het eerder over wat we gaan eten, over vakanties die we op het oog hebben of over familiezaken.” Terrence greep op 7 augustus 2021 olympisch zilver met de Nederlandse 4x400 meter estafetteploeg. In het als gevolg van de coronapandemie lege stadion was alleen de Verenigde Staten sneller en Terrence liep de een na snelste tijd van iedereen. Lieke en de andere vrouwen van de 4x400 meter estafetteploeg hadden net hun olympische finale gelopen, waarin ze zesde werden, en schreeuwden hun kelen schor toen de mannen hun finale liepen. Na de sensationele zilveren plak omhelsden Lieke, die eerder op de gemengde 4x400 meter vierde was geworden op een fractie van het brons, en Terrence elkaar op de baan. Terrence: “Het was zo bijzonder dat jij de eerste was die me feliciteerde. Tijdens de finale was ik zo gefocust, ik had geen flauw idee dat wij zo werden aangemoedigd door jullie. Toen jullie ineens op de baan stonden toen we zilver wonnen, dat maakte het nog mooier. Ik wilde jou zo graag knuffelen en even vasthouden.” Lieke: “We waren zo blij voor elkaar. Het was echt zo’n we-did- it-moment. Het waren mijn eerste Olympische Spelen. Van de races die ik zelf heb gelopen in Tokio kan ik me niets meer herinneren. Dat heb ik altijd, het is alsof ik voor en tijdens een wedstrijd in een andere dimensie leef. Het enige wat ik nog precies weet van de Spelen is jullie finale. Zo mooi. We hebben thuis ook een mok met daarop de foto van het moment dat we elkaar omhelsden na de finale.” Terrence: “Het was het mooiste moment van m’n leven. Wat dat moment extra bijzonder maakte, was dat jij van heel dichtbij hebt meegekregen wat ik allemaal heb meegemaakt.” Lieke knikt: “We leerden elkaar kennen toen jij niet zo lang ervoor het auto-ongeluk had gehad.” Terrence: “Na het ongeluk ben ik naar Curaçao gegaan, naar mijn familie, en daar ben ik lange tijd gebleven tijdens mijn herstel. Ik was net weer terug toen ik jou ontmoette.” Terrence raakte in de vroege ochtend van 11 september 2015 ernstig gewond bij een auto-ongeluk op de A50. Hij was met collega-atleten Churandy Martina, Hensley Paulina en de toenmalige vriendin van Churandy naar Breda geweest om haar verjaardag te vieren. Op de terugweg haalde Churandy, die reed, een vrachtwagen in. Hij stuurde te snel terug, waardoor de vrachtwagen de auto raakte, precies op de plek waar Terrence op de achterbank zat. De anderen raakten niet gewond, maar Terrence brak bij het ongeluk zijn nek. Nekwervel C7 bleek gebroken. Het was logischer geweest als hij als gevolg van de breuk een dwarslaesie had opgelopen of het zelfs niet overleefd had, hoorde hij van de artsen. Lieke: “Ik had meegekregen dat Churandy een ongeluk had gehad en dat er nog twee atleten bij hem in de auto zaten, maar ik wist niet dat jij een van hen was. Toen wij elkaar leerden kennen, heb ik veel vragen gesteld over het ongeluk. Jij sprak er heel open over. Van nabij heb ik meegemaakt dat je het vooral op mentaal vlak af en toe lastig had. Je familie zat ook nog eens ver weg. Voor m’n gevoel heb ik jou geregeld op moeten beuren. Ik weet nog goed dat je, het was in 2019 meen ik, op de rand van het bed zat en zei: ‘Ik kap er gewoon mee, wil niet meer.’ Ik wist niet zo goed wat ik moest doen, maar wist wel dat je niet moest stoppen. Daarna ging je ook wel weer door, omdat je gewoon megasterk bent. Al die momenten kwamen voorbij nadat je zilver had gewonnen. Ik heb nog een post op Instagram gezet nadat jullie zilver wonnen om aan te geven welke weg je had afgelegd.” Terrence: “Jij hebt zo’n belangrijke rol gespeeld, ik heb de neiging om elke keer weer dankjewel tegen je te zeggen. Dat jij er was voor mij op de slechte momenten, daarvoor ben ik je voor altijd dankbaar.” Waar Lieke op haar 22ste debuteerde op de Spelen, moest Terrence geduld hebben tot zijn 31ste. Pech stond eerdere deelnames in de weg. Terrence: “Van jongs af aan was er al altijd wat aan de hand met me. Op mijn vijfde rende ik tijdens een feestje bij mijn tante tegen een muur aan, dat betekende mijn eerste bezoekje aan het ziekenhuis. In de jeugd viel ik vaak zomaar flauw. Ik was als kind altijd zo druk, misschien had het daarmee te maken. Ik was altijd aan het rennen, springen en vliegen. In 2011 verloor ik een deel van mijn ringvinger. Ik had haast en zag dat de Koningin Emmabrug op Curaçao open zou gaan. De poortjes gingen bijna dicht en ik ging er nog snel doorheen. Maar met mijn ring bleef ik hangen aan het hekwerk... In één ruk was ik een deel van mijn vinger kwijt. Daarmee kwam mijn droom om als estafetteloper mee te kunnen doen aan de Spelen in Londen ook ten einde. Mijn nieuwe doel werd de Spelen in Rio. Ik had de stijgende lijn al snel te pakken, in 2015 brak ik echt door. Maar dat jaar kreeg ik het auto-ongeluk en kon ik de Spelen van 2016 ook vergeten. Vervolgens de Spelen in Tokio. Eerst was het onzeker of die sowieso door zouden gaan door de coronapandemie. Ze werden uiteindelijk een jaar uitgesteld. Begin 2021 kreeg ik last van een achillespeesblessure en ik dacht: het zal toch niet weer misgaan?” Een jaar na het auto-ongeluk zei je in Helden al: ‘Ik denk dat God nog iets voor mij in petto heeft.’ Lieke: “Echt waar? Heb je dat gezegd?” Terrence knikt: “Als ik in iets geloof, blijf ik doorgaan totdat het uitkomt. Ik geef niet op. Misschien is het ook wel mijn koppigheid, ik wil niet toegeven. Ik heb veel pech gehad, maar tegelijkertijd zeg ik ook altijd: ik ben er nog. Het klinkt cliché, maar alles wat ik heb meegemaakt, heeft me wel sterker gemaakt. Ik heb mezelf door de jaren heen heel goed leren kennen, weet inmiddels heel goed waartoe ik in staat ben.” Lieke: “Ik vind het heel erg bewonderenswaardig hoe jij met al die tegenslagen om bent gegaan. Ik leer er ook van. Als ik het zwaar heb tijdens een training, ga ik vaak toch nog even door. Dan denk ik: Terrence heeft het pas zwaar gehad. Of als ik treur om een pijntje, denk ik sneller: waar treur ik eigenlijk om als ik het vergelijk met wat Terrence voor z’n kiezen heeft gehad?” Merk je in het dagelijks leven nog iets van het auto-ongeluk van acht jaar geleden? Terrence: “In het begin had ik vooral in de ochtend last van een stijve nek en rug, maar daar heb ik ook geen last meer van. Ik heb nergens last van, heb nooit hoofdpijn. Het is echt een wonder.” Lieke: “Ik ben nog weleens bezorgd dat jij straks ineens klachten krijgt. Je hoort soms ook verhalen van mensen die jaren na een ongeluk toch ineens last van dingen krijgen. Soms vraag jij weleens of ik even heel hard je rug wil masseren.” Terrence: “Ja, dat vind ik lekker.” Lieke: “Ja, doei! Dat ga ik niet doen, hoor. Straks gebeurt er wat.” Terrence prijst zich gelukkig dat moeder Gerda hem ook nog heeft zien schitteren in Tokio. Bij haar werd in 2018 lymfeklier- kanker geconstateerd. Terrence: “Ze kreeg eerst chemotherapie en de artsen dachten dat alles weg was. In oktober 2019 kwam de kanker terug, werd een tumor in haar hoofd ontdekt. De artsen voorspelden dat ze nog een jaar te leven had, want opereren kon niet. Ik wilde heel graag dat ze de Spelen in Tokio nog mee zou maken. Maar toen werden de Spelen dus met een jaar uitgesteld. De gedachte dat mijn moeder niet zou meemaken dat mijn grote droom uitkwam, vond ik vreselijk. Ik had er stress van. Mijn moeder was heel sterk en overtuigend in die tijd. Zij hing heel sterk aan het geloof, zei: ‘De artsen kunnen de tumor niet weghalen, daarom gaat God dat doen.’ En dat is ook gebeurd. In januari 2021 ging ze naar het ziekenhuis voor controle en bleek de tumor in haar hoofd verdwenen. Na mijn wonderbaarlijke herstel na het ongeluk was dit het tweede wonder dat ik heb meegemaakt. De artsen konden het ook niet geloven. Ze hebben nog een second opinion gedaan, maar de tumor bleek gewoon helemaal weg. Ik was zo opgelucht en blij dat mijn moeder me nog in actie kon zien in Tokio. Alle behandelingen en medicijnen hadden haar wel erg verzwakt. Uiteindelijk is ze in de nacht van 3 op 4 oktober 2021 in haar slaap overleden aan een hartaanval. Op 3 oktober was de verjaardag van mijn zusje Nathusha, die is geboren met het Dandy-Walker syndroom waardoor ze eigenlijk altijd is blijven hangen op het niveau van een baby. Ze verblijft in een zorginstelling. Ik was ook op Curaçao met Lieke en samen met mijn broertje Javier, mijn vader en moeder hebben we de verjaardag van mijn zusje gevierd. Toen we na afloop wegreden, keek mijn moeder achterom en bleef ze maar zwaaien. Het leek wel of ze echt afscheid aan het nemen was, dat ze voorvoelde dat ze ging overlijden. Achteraf was dat het tweede signaal. Anderhalve week voordat zij overleed, zaten we aan de keukentafel. Mijn moeder vertelde hoe trots ze op me was, dat ik ondanks alle pech nooit had opgegeven en toch mijn droom had waargemaakt. Daarna zei ze ineens: ‘Als ik er niet meer ben, beloof me dan dat je altijd voor je zusje zal blijven zorgen. Beloof me dat je er altijd voor haar zal zijn, dat je haar nooit de rug toe zal keren.’ Haar grote zorg was hoe het verder moest met Nathusha als zij er niet meer was. Ik heb beloofd dat ik altijd voor mijn zusje zal blijven zorgen en ook voor mijn broertje en vader. Toen ik dat had beloofd, werd ze rustig.” Lieke: “Ik ben blij dat ik jouw moeder heb leren kennen toen we in 2020 en 2021 samen op Curaçao waren. Ze heeft nog heel mooie dingen tegen me gezegd en over jou verteld, heeft mij geheimpjes verklapt. Heel mooi en bijzonder. Na haar overlijden probeerde ik er voor jou te zijn. Doordat we samen al zoveel hebben meegemaakt in de tijd dat we een relatie hebben, zijn we heel erg naar elkaar toegegroeid. We kunnen heel goed met elkaar praten, zijn samen heel sterk. Door alle ups & downs die we samen al hebben meegemaakt, maak ik me ook minder zorgen als het even minder gaat. Dat overleven we ook wel weer, denk ik dan.” Over ‘ups’ gesproken. De opmars die Lieke de afgelopen twee jaar heeft gemaakt aan de hand van haar coaches Laurent Meuwly en Bram Peters, is indrukwekkend. Zowel op de 200 en 400 meter. In 2022 pakte ze de Nederlandse titel op de 200 meter, en bij het WK in Eugene werd ze vierde op de 400 meter. Bij het EK indoor van begin dit jaar pakte ze zilver op de 400 meter. Met de estafetteploegen veroverde ze afgelopen tijd ook steeds medailles, waaronder goud op het EK outdoor en indoor. Kortom, Lieke is goed bezig. Lieke: “Ik denk dat ik wat rustiger ben geworden en dat het daarom zo goed gaat de laatste tijd. De coaches begrijpen mij wat beter en ik begrijp de 400 meter steeds beter. En toch heb ik het gevoel dat ik er nog lang niet ben, dat ik nog heel wat dingen moet en kan verbeteren.” Terrence: “Ik kijk vol bewondering naar de ontwikkeling die jij doormaakt. Als ik zie hoe gefocust jij bent en hoeveel doorzettingsvermogen je hebt; daar kan ik ook weer van leren. Goed eten, voldoende rusten, goed slapen; jij doet echt alles voor je sport. Die toewijding laat je niet alleen zien voor een wedstrijd, maar voor elke training. Knap.” Lieke: “De 400 meter is een moeilijk onderdeel. De 200 meter is veel meer een krachtsexplosie. Bij de 400 meter moet je de snelheid proberen vast te houden, terwijl je weet dat op het einde de verzuring enorm toe gaat slaan. De pijn die je krijgt en waar je doorheen moet, dat mentale aspect, vind ik juist zo mooi.” Twee jaar geleden vertelde je dat je aan het ontdekken was hoe je ervoor kon zorgen dat je de man met de hamer niet te vroeg, maar ook niet te laat tegen zou komen op de 400 meter. Lieke: “Dat is inderdaad de puzzel die ik op moest lossen. Twee jaar geleden ging dat nog voor geen meter. Ik ging als een raket van start en op 300 meter liepen mijn benen helemaal vol, kon ik niet meer. Nu lukt het veel beter om mijn snelheid langer vast te houden. Door mijn achtergrond als 200 meterloopster is die snelheid mijn wapen. Ik moet dus niet langzamer starten, het was voor mij vooral een kwestie van efficiënter lopen.” Terrence: “Ervaring is zo belangrijk op de 400 meter. Het is echt een afstand waarbij je leert van je fouten. Maar ook ik leer nog steeds, perfect zal je de 400 meter waarschijnlijk nooit lopen. Dat is ook juist de charme van die afstand, vind ik. Er is altijd ruimte voor verbetering. En ja, simpel gesteld is het zaak dat je precies op de streep een klap van de man met de hamer krijgt. In het begin komt hij na 300 meter, daarna weet je dat uit te stellen tot 320 meter.” Lieke: “Maar hij moet wel komen, het moet niet zo zijn dat je op de streep het gevoel hebt dat je nog iets over hebt.” Terrence: “Dat is de kunst inderdaad.” Lieke, jij verklapte dat je in een geheim boekje de tijden hebt genoteerd die je ooit wil lopen op de 100, 200 en 400 meter... Lieke: “Klopt en die tijden verklap ik nog steeds niet.” Terrence: “Ik weet die tijden ook niet, dat is echt iets van jou.” Jij liep bij de Diamond League-wedstrijd in Polen in juli een persoonlijk record van 49,81. Kom je in de buurt van de tijd die je in je boekje hebt geschreven? Lieke: “De lat ligt nog hoger. Ik ben heel benieuwd of ik dit jaar weer een stap kan zetten. Maar ik ben blij dat ik een vinkje kan zetten achter die 49’er. Dat wilde ik heel graag.” Heb jij ook een boekje met tijden die je wil lopen, Terrence? Terrence: “Nee, de tijden die ik wil lopen en mijn doelen zitten bij mij in het hoofd.” In de olympische finale op de 4x400 meter liep je een tijd van 43,76 en daarmee was je de een na snelste van iedereen. Kun je die tijd ook in een individuele 400 meter lopen? Terrence: “Dat zou geweldig zijn. Mijn doel is wel om weer de vorm te halen van Tokio. Ik heb een heel zware periode gehad na het overlijden van mijn moeder. Daardoor was 2022 voor mij een heel lastig jaar. Ik zat met zoveel vragen, er zat nog zoveel verdriet en boosheid in mij. Maar ik kan niet eeuwig in de slachtofferrol blijven zitten, mijn moeder had ook gewild dat ik gewoon door zou gaan. Zij had geroepen: ‘Doe je ding, maak je niet druk.’ De laatste tijd ben ik weer heel goed bezig, voel ik dat ik die periode achter me heb gelaten. Ik ben hard bezig om Terrence 2.0 te worden.” Nederland barst van de talenten op de 400 meter bij zowel de mannen als de vrouwen, getuige de goede individuele prestaties en die van de estafetteteams. Lieke heeft aansluiting gevonden bij de wereldtop, net als haar vriendin, leeftijds- en trainingsgenoot Femke Bol, die de 400 meter combineert met de 400 meter horden. Bij het EK indoor pakten ze goud en zilver om daarna op de estafette samen de Europese titel te veroveren. Over aandacht heeft Lieke niet te klagen. Is de prestatie van Terrence en de estafetteploeg op de Spelen onderbelicht gebleven? Lieke: “Honderd procent! Mensen zijn snel geneigd te denken: het is geen goud, maar zilver. Maar kom op, tweede op de Spelen op een onderdeel waar de concurrentie bizar groot is. Atletiek wordt niet voor niets de moeder der sporten genoemd. De prestatie van jullie is zo belachelijk knap. En dan doet het me gewoon pijn dat jullie er geen mooie sponsordeal uit hebben weten te halen, dat geen enkel bedrijf heeft gedacht: die jongens gaan we ondersteunen tot en met de Spelen in Parijs. Er zijn ook niet heel veel interviewverzoeken gekomen. Toen jullie zilver pakten, kregen jullie schouderklopjes, werd er gezegd: ‘Wat een leuke ploeg en wat goed gelopen.’ Maar daarna ebde de interesse snel weg.” Terrence knikt: “Als je ziet waar wij vandaan komen: vroeger waren we al blij als we ons wisten te kwalificeren voor een groot toernooi. Liemarvin Bonevacia en ik, twee jongens van Curaçao, hebben ons de afgelopen tien jaar hardgemaakt voor de 400 meter, wij zijn de pioniers. Wij hadden grote dromen: in grote finales staan op de 400 meter, samen medailles winnen op de estafette. De weg die we hebben afgelegd was niet makkelijk, af en toe dachten Liemarvin en ik: het gaat nooit wat worden met de estafetteploeg. Maar we hebben het gewoon geflikt: samen in de finale, met olympisch zilver op zak naar huis. Er zijn op dit moment maar vijf landen die ooit harder hebben gelopen dan wij op de 4x400 meter: Amerika, Jamaica, de Bahama’s en Groot-Brittannië. En in Parijs gaan we weer een medaille winnen, we gaan voor goud. En ik zou het geweldig vinden om ook individueel de finale te halen op het WK of de Spelen.” Lieke: “Ik hoop dat we op de Spelen voor elkaar kunnen juichen omdat we allebei een medaille hebben gewonnen.” Lieke heeft op sociale media inmiddels een grote schare volgers. Alleen op Instagram heeft ze er al bijna 700.000. Twee jaar geleden zei ze in Helden: ‘Het gevolg is dat ook steeds meer mensen een mening over je hebben. Ik krijg er ook zoveel meer prikkels door. Dat is wennen. Ongemerkt hebben die extra prikkels invloed op me.’ Lieke: “Toen mijn Instagram ontplofte, vond ik het lastig, maar ik heb mezelf de afgelopen tijd in bescherming genomen, waardoor ik niet het idee heb dat zoveel mensen mij volgen.” Terrence: “Ik ben van een iets oudere generatie, doe niet heel veel met sociale media. Ik probeer wel steeds meer te doen, ook doordat ik zie hoe goed jij dat doet. Ik vind het ook leuk om mensen te volgen op de socials, om te zien dat ze mooie of grappige filmpjes posten.” Lieke, jij zei in het vorige interview: ‘Ik heb allemaal hele lieve meneertjes die me volgen. De huwelijksaanzoeken stromen binnen van die lieve meneertjes. Ik heb bij mijn bio ook staan: married to the game.’ Lieke: “Ik krijg nog steeds geregeld opmerkingen als: ‘Ok, so you are married to the game, when are you going to marry me?’ Ach, daar lach ik alleen maar om. Van mijn volgers is 93 procent man en komt slechts zes procent uit Nederland...” Wat vind jij ervan dat zoveel mensen je vriendin volgen, Terrence? Terrence: “Een filmpje van Lieke ging ineens viraal rond het WK van 2019. Ze kreeg er in korte tijd ineens zoveel volgers bij. Ik vond het prima. Lieke is ook altijd heel open over de dingen die ze deelt. En dat heel veel mensen liken wat ze deelt, vind ik alleen maar leuk, daar word ik niet onzeker van, hoor. Als jij DM’s krijgt, laat je die vaak ook aan mij zien. Soms zitten er grappige verzoeken en berichten tussen. Krijg je ineens een vraag of je een foto van je grote teen wil sturen.” Lieke: “Daar moeten we samen heel hard om lachen. Wat moet je nou met een foto van mijn teen of voet? Maar toen ik rond de FBK Games had verteld dat ik na het WK indoor last had van mentale klachten, kreeg ik ineens zoveel lieve reacties. Van mensen van mijn leeftijd, van ouderen. Mensen vonden het goed en knap dat ik er zo open over was.” Na het EK indoor, waar Lieke zilver won op de 400 meter en goud op de 4x400 meter, volgde voor Lieke een ‘down’. De vele prikkels die ze in korte tijd te verwerken had gekregen, werden haar even te veel. Ze sloot zich op in haar appartement, zette een week lang haar telefoon uit, sliep veel en cancelde afspraken. Op aanraden van haar psycholoog ging ze twee legpuzzels maken van 1500 stukjes. Drie weken nam ze de tijd om weer in balans te komen. Lieke: “Weet je wat het bij mij is? Ik vind gewoon alles heel leuk. Mijn leraar op de middelbare school zei vroeger al tegen mijn moeder: ‘Lieke vindt alles leuk en is ook in veel dingen heel goed, dat is haar valkuil.’ Ik sta altijd ‘aan’. Dat heb ik lange tijd niet doorgehad. Ik dacht: al die leuke dingen geven mij toch alleen maar energie? Het begon met het WK in Eugene waar ik vierde werd. Geweldig! Maar er kwam ook veel op me af. Er waren zoveel prikkels. Meteen daarna was het EK. Daarna hadden we vakantie, maar ja, toen vond ik ook alles leuk. Ik nam te weinig rust. Bleef ondanks de vermoeidheid ook goed presteren. Ik liep 50,18 op het WK, op dat moment een persoonlijk record, en bij het EK indoor ging het ook heel goed. Maar na die zilveren medaille op het EK was ik ineens helemaal op. Dat was de druppel. Ik merkte het meteen op de slotdag. Iedereen ging Istanbul in om te feesten. Ik kon niet meer, vroeg of jij mee wilde komen naar mijn hotelkamer.” Terrence: “Ik had nog nooit meegemaakt dat iemand zo overprikkeld was. Je was zo emotioneel, kon alleen maar huilen. Ik dacht: wat gebeurt hier? Heel heftig om jou zo te zien. Ik hield je vast, knuffelde je, probeerde je het gevoel te geven dat je veilig was bij mij. Ik zei iets van: gooi alles er maar uit, dan komt het wel goed. Je werd daardoor wel iets rustiger.” Lieke: “Het was niet zo dat er op dat EK ineens zoveel op me af kwam, het was een optelsom, echt de druppel die de emmer deed overlopen. Na dat EK merkte ik bij de eerste training al dat het niet meer ging. Mijn lichaam zei ‘stop’. Mijn coaches Bram en Laurent namen het ook meteen serieus, gaven me alle tijd om tot rust te komen. Ik had al een tijd lang heel veel van mezelf gevraagd. Op het EK had ik het laatste beetje energie uit mezelf geperst. Daarna kwamen er alleen nog tranen uit. Niet omdat ik heel erg verdrietig was. Ik ga huilen als ik helemaal leeg ben. Ik heb thuis de tijd genomen om alles te verwerken wat in korte tijd op me af was gekomen en om tot rust te komen. Elk geluid, elke prikkel was op dat moment even te veel.” Neem je jezelf voortaan beter in bescherming? Lieke: “Ik ga sowieso kapot aan het einde van een toernooi, maar ik ga er nu voor zorgen dat ik daarna rust neem. En ik zal ook tijdens trainingsdagen beter opletten. Na een training deed ik ook vaak nog van alles. Ik weet dat het beter is om na een training meteen naar huis te gaan en daar even rustig op de bank te gaan zitten. Terugkijkend was mijn ademhaling ook vaak veel te hoog. Ik merk, nu ik mezelf meer rust gun, dat mijn ademhaling ook rustiger is. Dat kan nog wel beter. Ik maak gebruik van een psycholoog, lees heel veel over het menselijk brein en ik denk erover na om bij een ademhalingscoach langs te gaan.” En jij Terrence? Maak jij gebruik van een mental coach? Terrence: “Ja, nadat ik begin 2021 geblesseerd raakte aan mijn achillespees. Ik was heel goed in vorm en raakte juist in aanloop naar de Spelen weer geblesseerd. Ik ben altijd relaxed, ook na een mindere wedstrijd, maar in die periode raakte ik gestrest, dus ik wist: nu is het echt mis. Vreesde dat ik opnieuw de Spelen zou missen, dacht: hoe bestaat het dat iemand zoveel pech heeft? Ik heb in die periode heel goede gesprekken gevoerd met een mental coach en hij heeft me rustig gekregen. Met Charles van Commenée, destijds hoofdcoach van de atletiekbond, heb ik ook veel gesproken. Mede daardoor raakte ik vlak voor de Spelen weer in vorm. Na het overlijden van mijn moeder heb ik ook nog één sessie met mijn mental coach gehad.” Ze zijn zeven jaar samen. Thuis valt af en toe het woord ‘trouwen’ geeft Lieke toe. Lieke, lachend: “Ik heb al gezegd: niet meteen na de Spelen in Parijs op je knieën gaan, dat is zo afgezaagd. Veel sporters worden meteen na de Spelen ten huwelijk gevraagd. Ik geef je ook nog de tijd om te sparen voor een mooie ring. Ik had altijd in mijn hoofd: als ik ga trouwen, wil ik de ceremonie lekker op het strand doen. Maar jij zei laatst: ‘Eigenlijk moeten we in de kerk trouwen.’” Terrence knikt: “Ja, dat vind ik belangrijk en mooi.” Lieke: “Jij vertelde: ‘Als ik één keer de kans krijg om te trouwen, dan wil ik dat wel graag in de kerk doen.’ Dat snap ik. Ik ben niet opgegroeid met het geloof, maar ik ben er wel nieuwsgierig naar. We komen uit verschillende culturen, hebben een heel andere achtergrond, dat vind ik ook juist mooi. Toen we nog niet zo lang samenwoonden, was het in bed soms ineens stil. Dan vroeg ik: is er wat? Na een tijdje had ik door: o, jij bent aan het bidden. Ik heb gevraagd waar je over bidt en of je het een keer hardop wilde doen. Ik ben daarna een beetje mee gaan doen.” Met dank aan de Foodhall, Arnhem Helden Magazine 68 Het verhaal van Lieke Klaver en Terrence Agard komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Atletiek

Sifan Hassan: ‘Ik ben geen Super Woman’

Een postolympische dip, ook Sifan Hassan (30) kan erover meepraten. Jarenlang stond alles in het teken van het heilige doel: de Spelen in Tokio. Ze won daar twee keer goud en één keer brons. Na de Spelen was de motivatie om hard te lopen ver te zoeken. In aanloop naar het WK atletiek in Boedapest (19-27 augustus) en de Spelen in Parijs is de batterij weer opgeladen. “Ik heb echt geworsteld.” Ze doet dingen die anderen niet doen. Al haar hele leven lang. Sifan Hassan liep op 23 april in Londen haar eerste marathon in wedstrijdverband. En ze won meteen. Met haar tijd van 2.18.33 verpulverde ze bovendien het Nederlands record, ze was meer dan vier minuten sneller dan het oude record. Daarnaast kwalificeerde ze zich meteen voor de olympische marathon van volgend jaar in Parijs. Sifan was wereldnieuws, met open mond hadden kenners en niet-kenners naar haar optreden gekeken. Want dat was het. Sifan had tijdens ramadan keihard doorgetraind, at en dronk pas na zonsondergang. Ondanks problemen aan haar heup in de voorbereiding ging ze van start. Haar doel: de marathon uitlopen. Halverwege moest ze tot twee keer toe kort stoppen om te rekken. Met een grimas op haar gezicht vervolgde ze haar weg. Iedereen dacht dat ze zou uitstappen. Maar het ging steeds beter. Sifan keerde terug in de kopgroep en versloeg met een magistrale versnelling de hele aanwezige wereldtop. Alles wat de dertigjarige atlete aanraakt, verandert in goud. Van de 1500 meter tot en met de marathon; Sifan draait nergens haar hand voor om. Zo lijkt het. Toch heeft ook de alleskunner een moeilijke tijd achter de rug. Taart “Ik heb nooit doorgehad hoe zwaar het allemaal is geweest, had maar één ding in mijn hoofd: de Spelen in Tokio. Pas toen die voorbij waren, merkte ik hoeveel ik fysiek en – vooral – mentaal van mezelf heb gevraagd,” zegt Sifan Hassan, terwijl ze een slokje van haar cappuccino neemt op het kantoor van haar management Global Sports Communication in Nijmegen. Ze is niet de eerste en ook zeker niet de laatste topsporter die jarenlang met oogkleppen op naar de Spelen heeft toegewerkt en die na het volbrengen van de heilige missie de rekening gepresenteerd kreeg. Tal van olympisch kampioenen kunnen meepraten over de postolympische dip. De club heeft er met de dertigjarige Sifan een nieuw lid bij. Vooral het jaar uitstel van de Spelen in Tokio door de coronapandemie heeft er flink ingehakt, vertelt ze. “De route was helemaal uitgestippeld. Ik moest goed zijn bij het WK in Doha in 2019 en dan een jaar later schitteren op de Spelen. Alles verliep volgens plan, ik werd wereldkampioen op de 1500 en 10.000 meter, liep in 2020 tijdens de FBK Nazomerwedstrijd in de regen een tijd van 29 minuten en 36 seconden op de tien kilometer. Ik was in staat om als eerste vrouw een tijd onder de 29 minuten te lopen, was in de vorm van mijn leven. Er waren alleen geen Spelen om te bewijzen hoe goed ik was, die waren een jaar uitgesteld. Je moet het zo zien: de taart was helemaal klaar, maar in plaats van hem op te eten, moest ik hem een jaar laten staan. Mentaal was dat vreselijk zwaar.” De piekeraar in Sifan kwam in die periode naar boven. Kon ze haar goede vorm nog een jaar vasthouden? Daarnaast verliep in een periode dat Amerika steeds meer op slot ging haar visum toen ze op hoogtestage in Ethiopië was. In aanloop naar de Spelen kon ze een tijdlang Amerika, waar ze woont en traint, niet meer in en verliep het contact met haar coach Tim Rowberry online of via de telefoon. “Ik was zo gestrest. Steeds was er ook de angst voor een coronabesmetting. Die angst was misschien nog wel het ergst toen ik al in Tokio was. Er waren atleten die daar positief testten en voor wie de Spelen voorbij waren voordat ze begonnen. Tijdens de Spelen werd ik elke dag getest op corona. Telkens was ik stikzenuwachtig tot de uitslag van de test er was. Ik dacht telkens: het zal toch niet zo zijn dat ik nu naar huis moet, dat ik vijf jaar lang voor niets heb getraind? Ik vind het een wonder dat atleten niet knettergek zijn geworden in die periode. Het was zo zwaar.” De piekeraar in Sifan kwam in die periode naar boven. Kon ze haar goede vorm nog een jaar vasthouden? Daarnaast verliep in een periode dat Amerika steeds meer op slot ging haar visum toen ze op hoogtestage in Ethiopië was. In aanloop naar de Spelen kon ze een tijdlang Amerika, waar ze woont en traint, niet meer in en verliep het contact met haar coach Tim Rowberry online of via de telefoon. “Ik was zo gestrest. Steeds was er ook de angst voor een coronabesmetting. Die angst was misschien nog wel het ergst toen ik al in Tokio was. Er waren atleten die daar positief testten en voor wie de Spelen voorbij waren voordat ze begonnen. Tijdens de Spelen werd ik elke dag getest op corona. Telkens was ik stikzenuwachtig tot de uitslag van de test er was. Ik dacht telkens: het zal toch niet zo zijn dat ik nu naar huis moet, dat ik vijf jaar lang voor niets heb getraind? Ik vind het een wonder dat atleten niet knettergek zijn geworden in die periode. Het was zo zwaar.” Onverschillig De Spelen begonnen voor Sifan ook nog eens dramatisch, met een val in de series van de 1500 meter. Ze stond snel op en snelde het hele veld voorbij. Diezelfde dag won ze ook nog olympisch goud op de 5000 meter. Tijd om het succes te vieren was er niet. Ze moest snel herstellen, want twee dagen later was de halve finale van de 1500 meter. Weer twee dagen later pakte ze brons op die afstand om 24 uur later goud te pakken op de 10.000 meter. Uitkomen op drie afstanden was al uniek, maar daarop ook nog eens drie medailles winnen, was dat helemaal. Haar successen vierde ze vooral in bed. “Ik na de Spelen drie weken lang alleen maar slapen. Alles draaide lange tijd om olympisch kampioen worden. Ineens was ik het. Ik dacht: wat nu? Ik werd er ook onverschillig van. Zo van: als het nu niet meer lukt, dan lukt het maar niet. Na de Spelen zat ik thuis en dacht: who cares?” Ze was van plan om na een paar weken rust de training weer op te pakken, maar was toen nog steeds op. “Het lukte me simpelweg niet om te gaan trainen. De motivatie ontbrak ook, er was geen doel om naartoe te werken. In aanloop naar de Spelen moest mijn coach me juist afremmen, Tim zei geregeld: ‘Je traint te hard, je moet het rustiger aan doen.’ Ik zei dan altijd dat het wel meeviel, dat ik nog wel even door kon gaan. In de maanden na Tokio zei mijn trainer juist: ‘Je moet trainen.’ Ik antwoordde dan: I don’t care, leave me alone. Toen ik weer begon met trainen en Tim zei dat het niet goed ging, dacht ik: so what? Voorheen was ik dan van slag. Toen niet. Ik zei: oké, doei. En ging naar huis.” Trainen voelde voor Sifan als een verplichting. “Ik deed het eigenlijk niet voor mezelf, maar voor anderen en ik heb mezelf in die periode zo vaak de vraag gesteld: waarom doe ik dit eigenlijk? Ik vond hardlopen saai, het lukte me ook maar niet om diep te gaan in de trainingen.” Sifan knoopte een gesprek aan met haar coach en management. In gezamenlijkheid werd besloten dat ze beter nog twee maanden rust kon nemen. “Normaal gesproken pakte ik, als het wedstrijdseizoen erop zat, twee maanden rust. Na het WK in 2019 heb ik dat niet gedaan. Ik ging door met trainen omdat in 2020 de Spelen zouden zijn. Toen die een jaar uit werden gesteld, ben ik blijven trainen. Voeg daarbij alle stress en dan snap je dat na de Spelen de batterij helemaal leeg was. Dan is het ook niet raar dat het veel langer duurde voordat die weer opgeladen was.” Alles draaide lange tijd om olympisch kampioen worden. Ineens was ik het. Na de Spelen zat ik thuis en dacht: Who cares? Sifan neemt een slok van haar cappuccino. Lachend zegt ze: “Mensen dachten van mij dat ik Superwoman was, dat alles bij mij vanzelf ging. Ik wil trouwens ook helemaal niet als speciaal gezien worden. Ik heb bij het WK in Doha voor een bijzondere en zware combinatie gekozen: de 1500 en de 10.000 meter. Doordat ik die allebei won, heb ik de drempel heel hoog gelegd voor mezelf. Maar ook anderen dachten ineens dat het normaal was dat ik alle afstanden die ik liep ook won. Iedereen dacht dat ik het wel even zou gaan doen in Tokio. De 1500, 5000 en 10.000 meter combineren is eigenlijk niet normaal. Als je elke dag 180 rijdt met je auto, dan gaat de motor op een gegeven moment kapot, toch? Ook wij topsporters kunnen niet als robots door blijven gaan, we zijn menselijk. Ik ben geen machine, geen Superwoman, ook ik moet af en toe op de rem trappen.” Pelgrimstocht Sifan gebruikte de pauze om haar rijbewijs te halen, met vrienden en vriendinnen af te spreken, op familiebezoek te gaan en reizen te maken. “Ik ben in Ethiopië, Nederland, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten geweest. Ik heb koffie- en theeceremonies gedaan met vriendinnen. De afgelopen jaren draaide mijn hele wereld maar om één ding...” Lachend: “Ik heb gemerkt dat de wereld ook gewoon doordraait als ik niet aan het hardlopen ben. Ik heb eens goed om me heen kunnen kijken. Mijn familieleden in Ethiopië wisten niet wat ze meemaakten. Als ik daar was, was ik ook altijd keihard aan het trainen. Ineens zei ik als m’n familie vroeg of ik niet moest trainen: dat kan morgen ook wel. Ze vroegen: ‘Gaat het wel goed met je? Vroeger werd je boos als je niet kon trainen en nu helemaal niet.’” In april 2022 ging ze naar Saoedi-Arabië om een lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan. Ze deed mee aan de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka. Sifan liep zeven ronden om de Kaäba, het centrale heiligdom van de islam in de grote moskee. Ook bezocht ze in Saoedi-Arabië de stad Medina. “Ik was in Nederland bij een vriendin voor een koffieceremonie toen ze vertelde dat ze op bedevaart naar Saoedi-Arabië ging. Ik vroeg: mag ik mee? Zoals bijna elke moslim, heb ik, altijd in mijn hoofd gehad dat ik het een keer wilde doen, maar had in mijn hoofd dat het iets voor later was. Maar toen de kans zich voordeed, dacht ik: waarom doe ik het nu niet? Het was zo geregeld. We zijn met z’n vijven afgereisd. Een geweldige ervaring, net de Olympische Spelen. Tijdens de bedevaart komen zoveel nationaliteiten samen, mensen die allemaal hetzelfde doel hebben. Het was alleen niet sport, maar het geloof waarvoor we kwamen. Die verbondenheid was zo mooi. We hebben samen gebeden, mooie gesprekken gevoerd. Ik heb zoveel mensen ontmoet in de drie weken dat ik daar was, veel nieuwe vrienden gemaakt. Sommige mensen herkenden me, vroegen: ‘Ben jij Sifan Hassan?’ Als de zon onder was, gingen we picknicken en lekker eten. Ik voelde me perfect toen ik in Saoedi-Arabië was, merkte meteen dat ik de vermoeidheid die ik maandenlang had gevoeld, kwijt was. Ik kon er na terugkomst van de bedevaart voor mijn gevoel weer tegenaan.” Als je elke dag 180 rijdt met je auto, dan gaat de motor op een gegeven moment kapot, toch? Ook wij topsporters kunnen niet als robots door blijven gaan, we zijn menselijk Paniek Twee maanden voor het WK in Eugene, Amerika, en negen maanden na de Spelen belde Sifan haar coach en management om te vertellen dat ze er weer klaar voor was. “Mijn management had er geen probleem mee gehad als ik het WK had overgeslagen. Sterker, ze vonden het beter als ik daar niet aan mee had gedaan. Maar ja, ik wilde graag een WK-medaille winnen... Ik dacht toen ik weer begon met trainen: ik ga even keihard aan de gang en dan ben ik zo weer op niveau. Niet dus. Na de eerste trainingen had ik zoveel spierpijn. Ik merkte aan alles dat ik lange tijd niet op niveau had getraind. Maar ja, ik had een medaille op het WK in mijn hoofd, besloot nog harder te gaan trainen. Ik kreeg problemen met mijn longen, kampte met lichte blessures. Allemaal niet raar als je probeert maanden aan gemiste training in een paar weken in te halen, maar ik was te eigenwijs om dat te accepteren. Ik werd onzeker, stelde mezelf de vraag of ik wel weer op mijn oude niveau zou kunnen komen. In plaats van beseffen dat de tijd tot het WK veel te kort was, raakte ik juist in paniek. Als paniekreactie besloot ik nog harder te trainen. Het gevolg was dat ik problemen met mijn voet kreeg.” Bij het WK werd Sifan vierde op de 10.000 meter en zesde op de 5000 meter. Ze schudt lachend haar hoofd: “Ik zei op het WK tegen mezelf: waarom ben ik hier eigenlijk?” Sifan vertelde in Eugene dat ze haar ‘lesje had geleerd’. Geconfronteerd met die woorden knikt ze met haar hoofd. “Ik heb zoveel geleerd van die periode na de Spelen. De belangrijkste les: ik heb gemerkt dat ik mens ben. Voor mij is het heel goed geweest dat ik in Eugene geen podiumplaats haalde. Stel dat ik een medaille had gewonnen op dat WK, dan was in mijn hoofd misschien gaan zitten: ik hoef niet heel hard te werken om op de Spelen in Parijs een medaille te winnen, want nu is het toch ook gelukt?” Ze glimlacht even, zegt dan: “Voor de mensen om mij heen was dat ook goed. Omdat ik nu weet dat ze gelijk hebben en dat ik naar hen moet luisteren. In mij zit dat ik problemen altijd in de eerste plaats zelf probeer op te lossen, dat is van jongs af aan het geval. Ik weet nu ook dat als ik in paniek raak, ik niet altijd de juiste beslissingen neem. Dan is het beter om met mijn coach en management in gesprek te gaan. Ik heb die periode na de Spelen echt even nodig gehad. Ik ben er wijzer door geworden, vooral over mezelf ben ik meer te weten gekomen en ik stel mezelf nu eerder de vraag waarom ik dingen doe. Doe ik iets omdat het moet? Doe ik het omdat het goed voor me is? Ik weet nu: ik moet iets voor honderd procent doen. Het is net als met school, met de jaren word je steeds een beetje wijzer en slimmer. Ik ben ook rustiger, de scherpe kantjes zijn ervan af. Het helpt natuurlijk ook dat ik olympische titels en wereldtitels heb gewonnen, maar als je ziet waar ik vandaan kom...” Pechvogel Het is haar niet aan komen waaien in het leven, wil Sifan ermee zeggen. “Ik hoop dat vooral jongeren inzien dat mensen die succesvol zijn niet automatisch een makkelijk leven hebben. Ook die mensen moeten keihard werken en hebben problemen. Waar succesvolle mensen zich vaak in onderscheiden is dat zij de mentaliteit hebben om niet te stoppen voor de finishlijn. Ik dacht een jaar of zeven geleden ook dat ik nooit succesvol zou kunnen worden, dat het allemaal te moeilijk voor me was. Tijdens de Spelen in Rio kon ik alleen maar tegen mezelf zeggen hoe zwaar en moeilijk mijn leven was. Ik had al een lange, zware reis achter de rug, vond dat ik heel hard had gewerkt om de Spelen te halen en toen raakte ik ook nog eens geblesseerd voor Rio. Ik vond mezelf zielig, een pechvogel, zei tegen mezelf: jij wordt nooit olympisch kampioen. Tegen mijn toenmalige coach Honoré Hoedt en mijn management riep ik dat ik zou stoppen met hardlopen. Ik had zoveel pijn na Rio, mentale pijn. Ik lag dagenlang in bed, niemand wist waar ik uithing. Na drie maanden deed ik mijn telefoon weer aan, de berichten van mensen die mij hadden geprobeerd te bereiken, stroomden binnen. Ik heb die periode gebruikt om tot de conclusie te komen dat ik het er niet bij moest laten zitten, heb gekeken naar wat er beter kon. En dat betekende ook dat als ik succesvol wilde worden, ik heel hard moest werken en moeilijke beslissingen moest nemen.” Na de Spelen in Rio besloot ze Nederland te verruilen voor Amerika, waar ze werd gekneed tot absolute topatlete. “Vier jaar nadat ik het niet meer zag zitten, werd ik twee keer wereldkampioen in Doha en weer twee jaar later twee keer olympisch kampioen. De grote les is: geef niet op. Zoals de periode na de Spelen in Rio heel leerzaam is geweest, was ook de periode na Tokio dat. Ik ben mijn management heel erg dankbaar dat ze me alle tijd hebben gegeven om antwoorden te vinden. Als ik heel erg was gepusht in die periode, was ik misschien wel gestopt.” Voor de mensen om mij heen was het ook goed dat ik geen WK-medaille won. Omdat ik nu weet dat ze gelijk hebben en dat ik naar hen moet luisteren Rotswandklimmen De motivatie is helemaal terug. Sifan straalt, is vrolijk, staat te popelen om te schitteren op de Spelen in Parijs, volgende zomer. Maar eerst het WK, van 19 tot en met 27 augustus in Boedapest. “Ik vroeg me altijd af waarom atleten maar zelden acht of twaalf jaar aan de top bleven. Nu ik zelf olympisch kampioen ben, weet ik het antwoord: het is zo vreselijk zwaar om de beste te worden. Atletiek is zo’n grote sport, je moet mentaal en fysiek alles geven om de beste te zijn. Het is heel moeilijk om daarna nog een keer het uiterste uit jezelf te persen. Neemt niet weg dat ik het natuurlijk wel ga proberen. Ik train weer op een iets andere manier, het is goed om te blijven vernieuwen. Maar het zijn geen heel grote veranderingen, hoor, we weten zo langzamerhand wel wat goed voor mij werkt. Het is vooral belangrijk dat ik uitdagingen zie, ik heb er een hekel aan als ik iets saai vind.” In aanloop naar de Spelen in Tokio was Sifan vaak in het zwembad te vinden, daar werkte ze aan haar loopcoördinatie. Daarnaast pakte ze rotswandklimmen op, wat de spierkracht in haar rug ten goede kwam. “Ik hou van rotswandklimmen, dat doe ik nog steeds. Het helpt me om m’n hoofd leeg te maken, daardoor ben ik weer fris voor de hardlooptrainingen. Ik wil misschien wat meer rotswand gaan klimmen, maar ik denk dat het ook goed kan zijn om niet alleen maar in Amerika te trainen. Een nieuwe omgeving kan ook weer verfrissend zijn. Of ik kan wat meer tijd in de gym gaan doorbrengen.” Sifan houdt van uitdagingen, wil dus niet dat het ‘saai’ wordt. In Tokio combineerde ze drie afstanden. Uniek. Wat kunnen we tijdens de Spelen in Parijs van haar verwachten? “Ik ben daar zelf ook benieuwd naar,” lacht ze. “Laat ik eerst maar heel hard gaan trainen en dan zie ik wel welke afstanden ik ga lopen.” Op 23 april liep ze in Londen voor het eerst een marathon. Een combinatie van baanatletiek en marathon op de komende Spelen sluit ze niet bij voorbaat uit. Glimlachend: “Wie weet. Als ik daar de komende tijd mijn motivatie uit kan halen, waarom niet?” Helden Magazine editie 67 Het verhaal van Sifan Hassan komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar zij de cover siert samen met Mathieu van der Poel, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Een postolympische dip, ook Sifan Hassan (30) kan erover meepraten. Jarenlang stond alles in het teken van het heilige doel: de Spelen in Tokio. Ze won daar twee keer goud en één keer brons. Na de Spelen was de motivatie om hard te lopen ver te zoeken. In aanloop naar het WK atletiek in Boedapest (19-27 augustus) en de Spelen in Parijs is de batterij weer opgeladen. “Ik heb echt geworsteld.” Ze doet dingen die anderen niet doen. Al haar hele leven lang. Sifan Hassan liep op 23 april in Londen haar eerste marathon in wedstrijdverband. En ze won meteen. Met haar tijd van 2.18.33 verpulverde ze bovendien het Nederlands record, ze was meer dan vier minuten sneller dan het oude record. Daarnaast kwalificeerde ze zich meteen voor de olympische marathon van volgend jaar in Parijs. Sifan was wereldnieuws, met open mond hadden kenners en niet-kenners naar haar optreden gekeken. Want dat was het. Sifan had tijdens ramadan keihard doorgetraind, at en dronk pas na zonsondergang. Ondanks problemen aan haar heup in de voorbereiding ging ze van start. Haar doel: de marathon uitlopen. Halverwege moest ze tot twee keer toe kort stoppen om te rekken. Met een grimas op haar gezicht vervolgde ze haar weg. Iedereen dacht dat ze zou uitstappen. Maar het ging steeds beter. Sifan keerde terug in de kopgroep en versloeg met een magistrale versnelling de hele aanwezige wereldtop. Alles wat de dertigjarige atlete aanraakt, verandert in goud. Van de 1500 meter tot en met de marathon; Sifan draait nergens haar hand voor om. Zo lijkt het. Toch heeft ook de alleskunner een moeilijke tijd achter de rug. Taart “Ik heb nooit doorgehad hoe zwaar het allemaal is geweest, had maar één ding in mijn hoofd: de Spelen in Tokio. Pas toen die voorbij waren, merkte ik hoeveel ik fysiek en – vooral – mentaal van mezelf heb gevraagd,” zegt Sifan Hassan, terwijl ze een slokje van haar cappuccino neemt op het kantoor van haar management Global Sports Communication in Nijmegen. Ze is niet de eerste en ook zeker niet de laatste topsporter die jarenlang met oogkleppen op naar de Spelen heeft toegewerkt en die na het volbrengen van de heilige missie de rekening gepresenteerd kreeg. Tal van olympisch kampioenen kunnen meepraten over de postolympische dip. De club heeft er met de dertigjarige Sifan een nieuw lid bij. Vooral het jaar uitstel van de Spelen in Tokio door de coronapandemie heeft er flink ingehakt, vertelt ze. “De route was helemaal uitgestippeld. Ik moest goed zijn bij het WK in Doha in 2019 en dan een jaar later schitteren op de Spelen. Alles verliep volgens plan, ik werd wereldkampioen op de 1500 en 10.000 meter, liep in 2020 tijdens de FBK Nazomerwedstrijd in de regen een tijd van 29 minuten en 36 seconden op de tien kilometer. Ik was in staat om als eerste vrouw een tijd onder de 29 minuten te lopen, was in de vorm van mijn leven. Er waren alleen geen Spelen om te bewijzen hoe goed ik was, die waren een jaar uitgesteld. Je moet het zo zien: de taart was helemaal klaar, maar in plaats van hem op te eten, moest ik hem een jaar laten staan. Mentaal was dat vreselijk zwaar.” De piekeraar in Sifan kwam in die periode naar boven. Kon ze haar goede vorm nog een jaar vasthouden? Daarnaast verliep in een periode dat Amerika steeds meer op slot ging haar visum toen ze op hoogtestage in Ethiopië was. In aanloop naar de Spelen kon ze een tijdlang Amerika, waar ze woont en traint, niet meer in en verliep het contact met haar coach Tim Rowberry online of via de telefoon. “Ik was zo gestrest. Steeds was er ook de angst voor een coronabesmetting. Die angst was misschien nog wel het ergst toen ik al in Tokio was. Er waren atleten die daar positief testten en voor wie de Spelen voorbij waren voordat ze begonnen. Tijdens de Spelen werd ik elke dag getest op corona. Telkens was ik stikzenuwachtig tot de uitslag van de test er was. Ik dacht telkens: het zal toch niet zo zijn dat ik nu naar huis moet, dat ik vijf jaar lang voor niets heb getraind? Ik vind het een wonder dat atleten niet knettergek zijn geworden in die periode. Het was zo zwaar.” De piekeraar in Sifan kwam in die periode naar boven. Kon ze haar goede vorm nog een jaar vasthouden? Daarnaast verliep in een periode dat Amerika steeds meer op slot ging haar visum toen ze op hoogtestage in Ethiopië was. In aanloop naar de Spelen kon ze een tijdlang Amerika, waar ze woont en traint, niet meer in en verliep het contact met haar coach Tim Rowberry online of via de telefoon. “Ik was zo gestrest. Steeds was er ook de angst voor een coronabesmetting. Die angst was misschien nog wel het ergst toen ik al in Tokio was. Er waren atleten die daar positief testten en voor wie de Spelen voorbij waren voordat ze begonnen. Tijdens de Spelen werd ik elke dag getest op corona. Telkens was ik stikzenuwachtig tot de uitslag van de test er was. Ik dacht telkens: het zal toch niet zo zijn dat ik nu naar huis moet, dat ik vijf jaar lang voor niets heb getraind? Ik vind het een wonder dat atleten niet knettergek zijn geworden in die periode. Het was zo zwaar.” Onverschillig De Spelen begonnen voor Sifan ook nog eens dramatisch, met een val in de series van de 1500 meter. Ze stond snel op en snelde het hele veld voorbij. Diezelfde dag won ze ook nog olympisch goud op de 5000 meter. Tijd om het succes te vieren was er niet. Ze moest snel herstellen, want twee dagen later was de halve finale van de 1500 meter. Weer twee dagen later pakte ze brons op die afstand om 24 uur later goud te pakken op de 10.000 meter. Uitkomen op drie afstanden was al uniek, maar daarop ook nog eens drie medailles winnen, was dat helemaal. Haar successen vierde ze vooral in bed. “Ik na de Spelen drie weken lang alleen maar slapen. Alles draaide lange tijd om olympisch kampioen worden. Ineens was ik het. Ik dacht: wat nu? Ik werd er ook onverschillig van. Zo van: als het nu niet meer lukt, dan lukt het maar niet. Na de Spelen zat ik thuis en dacht: who cares?” Ze was van plan om na een paar weken rust de training weer op te pakken, maar was toen nog steeds op. “Het lukte me simpelweg niet om te gaan trainen. De motivatie ontbrak ook, er was geen doel om naartoe te werken. In aanloop naar de Spelen moest mijn coach me juist afremmen, Tim zei geregeld: ‘Je traint te hard, je moet het rustiger aan doen.’ Ik zei dan altijd dat het wel meeviel, dat ik nog wel even door kon gaan. In de maanden na Tokio zei mijn trainer juist: ‘Je moet trainen.’ Ik antwoordde dan: I don’t care, leave me alone. Toen ik weer begon met trainen en Tim zei dat het niet goed ging, dacht ik: so what? Voorheen was ik dan van slag. Toen niet. Ik zei: oké, doei. En ging naar huis.” Trainen voelde voor Sifan als een verplichting. “Ik deed het eigenlijk niet voor mezelf, maar voor anderen en ik heb mezelf in die periode zo vaak de vraag gesteld: waarom doe ik dit eigenlijk? Ik vond hardlopen saai, het lukte me ook maar niet om diep te gaan in de trainingen.” Sifan knoopte een gesprek aan met haar coach en management. In gezamenlijkheid werd besloten dat ze beter nog twee maanden rust kon nemen. “Normaal gesproken pakte ik, als het wedstrijdseizoen erop zat, twee maanden rust. Na het WK in 2019 heb ik dat niet gedaan. Ik ging door met trainen omdat in 2020 de Spelen zouden zijn. Toen die een jaar uit werden gesteld, ben ik blijven trainen. Voeg daarbij alle stress en dan snap je dat na de Spelen de batterij helemaal leeg was. Dan is het ook niet raar dat het veel langer duurde voordat die weer opgeladen was.” Alles draaide lange tijd om olympisch kampioen worden. Ineens was ik het. Na de Spelen zat ik thuis en dacht: Who cares? Sifan neemt een slok van haar cappuccino. Lachend zegt ze: “Mensen dachten van mij dat ik Superwoman was, dat alles bij mij vanzelf ging. Ik wil trouwens ook helemaal niet als speciaal gezien worden. Ik heb bij het WK in Doha voor een bijzondere en zware combinatie gekozen: de 1500 en de 10.000 meter. Doordat ik die allebei won, heb ik de drempel heel hoog gelegd voor mezelf. Maar ook anderen dachten ineens dat het normaal was dat ik alle afstanden die ik liep ook won. Iedereen dacht dat ik het wel even zou gaan doen in Tokio. De 1500, 5000 en 10.000 meter combineren is eigenlijk niet normaal. Als je elke dag 180 rijdt met je auto, dan gaat de motor op een gegeven moment kapot, toch? Ook wij topsporters kunnen niet als robots door blijven gaan, we zijn menselijk. Ik ben geen machine, geen Superwoman, ook ik moet af en toe op de rem trappen.” Pelgrimstocht Sifan gebruikte de pauze om haar rijbewijs te halen, met vrienden en vriendinnen af te spreken, op familiebezoek te gaan en reizen te maken. “Ik ben in Ethiopië, Nederland, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten geweest. Ik heb koffie- en theeceremonies gedaan met vriendinnen. De afgelopen jaren draaide mijn hele wereld maar om één ding...” Lachend: “Ik heb gemerkt dat de wereld ook gewoon doordraait als ik niet aan het hardlopen ben. Ik heb eens goed om me heen kunnen kijken. Mijn familieleden in Ethiopië wisten niet wat ze meemaakten. Als ik daar was, was ik ook altijd keihard aan het trainen. Ineens zei ik als m’n familie vroeg of ik niet moest trainen: dat kan morgen ook wel. Ze vroegen: ‘Gaat het wel goed met je? Vroeger werd je boos als je niet kon trainen en nu helemaal niet.’” In april 2022 ging ze naar Saoedi-Arabië om een lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan. Ze deed mee aan de hadj, de pelgrimstocht naar Mekka. Sifan liep zeven ronden om de Kaäba, het centrale heiligdom van de islam in de grote moskee. Ook bezocht ze in Saoedi-Arabië de stad Medina. “Ik was in Nederland bij een vriendin voor een koffieceremonie toen ze vertelde dat ze op bedevaart naar Saoedi-Arabië ging. Ik vroeg: mag ik mee? Zoals bijna elke moslim, heb ik, altijd in mijn hoofd gehad dat ik het een keer wilde doen, maar had in mijn hoofd dat het iets voor later was. Maar toen de kans zich voordeed, dacht ik: waarom doe ik het nu niet? Het was zo geregeld. We zijn met z’n vijven afgereisd. Een geweldige ervaring, net de Olympische Spelen. Tijdens de bedevaart komen zoveel nationaliteiten samen, mensen die allemaal hetzelfde doel hebben. Het was alleen niet sport, maar het geloof waarvoor we kwamen. Die verbondenheid was zo mooi. We hebben samen gebeden, mooie gesprekken gevoerd. Ik heb zoveel mensen ontmoet in de drie weken dat ik daar was, veel nieuwe vrienden gemaakt. Sommige mensen herkenden me, vroegen: ‘Ben jij Sifan Hassan?’ Als de zon onder was, gingen we picknicken en lekker eten. Ik voelde me perfect toen ik in Saoedi-Arabië was, merkte meteen dat ik de vermoeidheid die ik maandenlang had gevoeld, kwijt was. Ik kon er na terugkomst van de bedevaart voor mijn gevoel weer tegenaan.” Als je elke dag 180 rijdt met je auto, dan gaat de motor op een gegeven moment kapot, toch? Ook wij topsporters kunnen niet als robots door blijven gaan, we zijn menselijk Paniek Twee maanden voor het WK in Eugene, Amerika, en negen maanden na de Spelen belde Sifan haar coach en management om te vertellen dat ze er weer klaar voor was. “Mijn management had er geen probleem mee gehad als ik het WK had overgeslagen. Sterker, ze vonden het beter als ik daar niet aan mee had gedaan. Maar ja, ik wilde graag een WK-medaille winnen... Ik dacht toen ik weer begon met trainen: ik ga even keihard aan de gang en dan ben ik zo weer op niveau. Niet dus. Na de eerste trainingen had ik zoveel spierpijn. Ik merkte aan alles dat ik lange tijd niet op niveau had getraind. Maar ja, ik had een medaille op het WK in mijn hoofd, besloot nog harder te gaan trainen. Ik kreeg problemen met mijn longen, kampte met lichte blessures. Allemaal niet raar als je probeert maanden aan gemiste training in een paar weken in te halen, maar ik was te eigenwijs om dat te accepteren. Ik werd onzeker, stelde mezelf de vraag of ik wel weer op mijn oude niveau zou kunnen komen. In plaats van beseffen dat de tijd tot het WK veel te kort was, raakte ik juist in paniek. Als paniekreactie besloot ik nog harder te trainen. Het gevolg was dat ik problemen met mijn voet kreeg.” Bij het WK werd Sifan vierde op de 10.000 meter en zesde op de 5000 meter. Ze schudt lachend haar hoofd: “Ik zei op het WK tegen mezelf: waarom ben ik hier eigenlijk?” Sifan vertelde in Eugene dat ze haar ‘lesje had geleerd’. Geconfronteerd met die woorden knikt ze met haar hoofd. “Ik heb zoveel geleerd van die periode na de Spelen. De belangrijkste les: ik heb gemerkt dat ik mens ben. Voor mij is het heel goed geweest dat ik in Eugene geen podiumplaats haalde. Stel dat ik een medaille had gewonnen op dat WK, dan was in mijn hoofd misschien gaan zitten: ik hoef niet heel hard te werken om op de Spelen in Parijs een medaille te winnen, want nu is het toch ook gelukt?” Ze glimlacht even, zegt dan: “Voor de mensen om mij heen was dat ook goed. Omdat ik nu weet dat ze gelijk hebben en dat ik naar hen moet luisteren. In mij zit dat ik problemen altijd in de eerste plaats zelf probeer op te lossen, dat is van jongs af aan het geval. Ik weet nu ook dat als ik in paniek raak, ik niet altijd de juiste beslissingen neem. Dan is het beter om met mijn coach en management in gesprek te gaan. Ik heb die periode na de Spelen echt even nodig gehad. Ik ben er wijzer door geworden, vooral over mezelf ben ik meer te weten gekomen en ik stel mezelf nu eerder de vraag waarom ik dingen doe. Doe ik iets omdat het moet? Doe ik het omdat het goed voor me is? Ik weet nu: ik moet iets voor honderd procent doen. Het is net als met school, met de jaren word je steeds een beetje wijzer en slimmer. Ik ben ook rustiger, de scherpe kantjes zijn ervan af. Het helpt natuurlijk ook dat ik olympische titels en wereldtitels heb gewonnen, maar als je ziet waar ik vandaan kom...” Pechvogel Het is haar niet aan komen waaien in het leven, wil Sifan ermee zeggen. “Ik hoop dat vooral jongeren inzien dat mensen die succesvol zijn niet automatisch een makkelijk leven hebben. Ook die mensen moeten keihard werken en hebben problemen. Waar succesvolle mensen zich vaak in onderscheiden is dat zij de mentaliteit hebben om niet te stoppen voor de finishlijn. Ik dacht een jaar of zeven geleden ook dat ik nooit succesvol zou kunnen worden, dat het allemaal te moeilijk voor me was. Tijdens de Spelen in Rio kon ik alleen maar tegen mezelf zeggen hoe zwaar en moeilijk mijn leven was. Ik had al een lange, zware reis achter de rug, vond dat ik heel hard had gewerkt om de Spelen te halen en toen raakte ik ook nog eens geblesseerd voor Rio. Ik vond mezelf zielig, een pechvogel, zei tegen mezelf: jij wordt nooit olympisch kampioen. Tegen mijn toenmalige coach Honoré Hoedt en mijn management riep ik dat ik zou stoppen met hardlopen. Ik had zoveel pijn na Rio, mentale pijn. Ik lag dagenlang in bed, niemand wist waar ik uithing. Na drie maanden deed ik mijn telefoon weer aan, de berichten van mensen die mij hadden geprobeerd te bereiken, stroomden binnen. Ik heb die periode gebruikt om tot de conclusie te komen dat ik het er niet bij moest laten zitten, heb gekeken naar wat er beter kon. En dat betekende ook dat als ik succesvol wilde worden, ik heel hard moest werken en moeilijke beslissingen moest nemen.” Na de Spelen in Rio besloot ze Nederland te verruilen voor Amerika, waar ze werd gekneed tot absolute topatlete. “Vier jaar nadat ik het niet meer zag zitten, werd ik twee keer wereldkampioen in Doha en weer twee jaar later twee keer olympisch kampioen. De grote les is: geef niet op. Zoals de periode na de Spelen in Rio heel leerzaam is geweest, was ook de periode na Tokio dat. Ik ben mijn management heel erg dankbaar dat ze me alle tijd hebben gegeven om antwoorden te vinden. Als ik heel erg was gepusht in die periode, was ik misschien wel gestopt.” Voor de mensen om mij heen was het ook goed dat ik geen WK-medaille won. Omdat ik nu weet dat ze gelijk hebben en dat ik naar hen moet luisteren Rotswandklimmen De motivatie is helemaal terug. Sifan straalt, is vrolijk, staat te popelen om te schitteren op de Spelen in Parijs, volgende zomer. Maar eerst het WK, van 19 tot en met 27 augustus in Boedapest. “Ik vroeg me altijd af waarom atleten maar zelden acht of twaalf jaar aan de top bleven. Nu ik zelf olympisch kampioen ben, weet ik het antwoord: het is zo vreselijk zwaar om de beste te worden. Atletiek is zo’n grote sport, je moet mentaal en fysiek alles geven om de beste te zijn. Het is heel moeilijk om daarna nog een keer het uiterste uit jezelf te persen. Neemt niet weg dat ik het natuurlijk wel ga proberen. Ik train weer op een iets andere manier, het is goed om te blijven vernieuwen. Maar het zijn geen heel grote veranderingen, hoor, we weten zo langzamerhand wel wat goed voor mij werkt. Het is vooral belangrijk dat ik uitdagingen zie, ik heb er een hekel aan als ik iets saai vind.” In aanloop naar de Spelen in Tokio was Sifan vaak in het zwembad te vinden, daar werkte ze aan haar loopcoördinatie. Daarnaast pakte ze rotswandklimmen op, wat de spierkracht in haar rug ten goede kwam. “Ik hou van rotswandklimmen, dat doe ik nog steeds. Het helpt me om m’n hoofd leeg te maken, daardoor ben ik weer fris voor de hardlooptrainingen. Ik wil misschien wat meer rotswand gaan klimmen, maar ik denk dat het ook goed kan zijn om niet alleen maar in Amerika te trainen. Een nieuwe omgeving kan ook weer verfrissend zijn. Of ik kan wat meer tijd in de gym gaan doorbrengen.” Sifan houdt van uitdagingen, wil dus niet dat het ‘saai’ wordt. In Tokio combineerde ze drie afstanden. Uniek. Wat kunnen we tijdens de Spelen in Parijs van haar verwachten? “Ik ben daar zelf ook benieuwd naar,” lacht ze. “Laat ik eerst maar heel hard gaan trainen en dan zie ik wel welke afstanden ik ga lopen.” Op 23 april liep ze in Londen voor het eerst een marathon. Een combinatie van baanatletiek en marathon op de komende Spelen sluit ze niet bij voorbaat uit. Glimlachend: “Wie weet. Als ik daar de komende tijd mijn motivatie uit kan halen, waarom niet?” Helden Magazine editie 67 Het verhaal van Sifan Hassan komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar zij de cover siert samen met Mathieu van der Poel, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Formule 1

Giedo van der Garde: ‘Wat ben ik een geluksvogel’

Aan zijn carrière in de Formule 1 kwam in 2015 een abrupt einde. Giedo van der Garde (38) had het er lang moeilijk mee, maar herpakte zich. Inmiddels is hij zakenman, vader van drie kinderen, analist bij Viaplay en racet hij nog altijd. Victoria Koblenko ging bij hem langs en sprak met hem over Jos en Max Verstappen, Nyck de Vries, echtgenote Denise en schoonvader Marcel Boekhoorn. Helingsproces Wat is jouw levensmotto? “Het leven is te kort om moeilijk te doen. Je leeft maar één keer en je moet er alles uit halen.” Heb je er altijd zo in gestaan? “Nou nee. Nadat het Formule 1-team van Sauber in 2015 besloot me niet te laten rijden en mij uitkocht, was ik wel echt de weg kwijt. Dat duurde twee jaar lang.” Ik verken in deze rubriek vaker het zwarte gat van sporters na hun carrière. Is dat wat je bedoelt? “Ik zat als coureur op mijn hoogtepunt, dacht dat ik nog zeker een paar jaar Formule 1 ging rijden. Dat liep allemaal anders. Ik was dertig en realiseerde me dat ik nooit meer terug kon komen in de Formule 1.” De rechtszaak die je aanspande tegen Sauber won je met verve en de schadevergoeding was royaal. Dat hielp niet bij de verwerking? “Ik kreeg een zak geld mee, maar dat vulde het gat niet. Ik wilde racen. En door die rechtszaak wist ik dat een nieuwe kans in de Formule 1 was verkeken.” Wat deed je in die twee jaar dat je de weg kwijt was? “Ik ben veel gekke dingen gaan doen. Ik kwam geregeld om zes uur ’s ochtends thuis, dan ging mijn vrouw Denise net naar haar werk. Vervolgens lag ik de hele dag in bed en ’s avonds ging ik weer stappen. En dat vier of vijf keer per week. Ik kon wat me was overkomen geen plek geven. Formule 1 is één grote adrenaline-rush. Toen ik die ineens niet meer kreeg, ging ik het in andere dingen zoeken. Het was een helingsproces. Ik ben in mijn eentje ook reizen gaan maken. Van Las Vegas tot Curaçao. Thuis was het moeilijk in die periode. Want het gat van het gemis van de sport kon ook niet door het gezin worden gevuld. Ik moest losgelaten worden, zodat ik weer terug op aarde kon komen.” Dat moet voor je vrouw Denise ook niet makkelijk zijn geweest. “Ja, we zijn door een moeilijke periode gegaan toen ik uit de Formule 1 werd gezet. Denise en ik waren net getrouwd. Ze had een bedrijf en ik wist tegelijkertijd niet meer waar ik stond in mijn leven. Dat heeft tijd gekost. Maar ik dacht ook: als je elkaar al zo lang kent, dan moet je eruit kunnen komen.” Wat was de succesformule om uit het gat te klimmen? “Een coach. Zij heeft me echt geholpen, had meteen door dat als ik tegenover haar zou blijven zitten om langdurig te praten, het niet op zou schieten. Ze keek het een half uur aan en nam me mee voor een wandeling door het Vondelpark. We hebben ontelbare rondjes Vondelpark gelopen.” Wat waren de grootste leermomenten? “Heb je even? Kijk, als topsporter ben je echt een egoïst. Dat egostukje moet je leren opgeven of opzij kunnen zetten. Het is fijn als er een onafhankelijke derde persoon is die dat tegen je gaat zeggen.” Kon je na die gesprekken meteen naar de toekomst kijken of moest je eerst verwerken dat je Formule 1-carrière voorbij was? “Beide. Er bleek zoveel meer te zijn dan topsport. Daarvoor zag ik dat niet door de oogkleppen die ik jarenlang droeg. Het einde van mijn carrière in de Formule 1 voelde zo abrupt, dat ik niet zag dat er meerdere mogelijkheden waren en dat ik veel meer talenten heb dan hard in een auto rijden.” Jouw schoonvader, ondernemer en investeerder Marcel Boekhoorn, schijnt zich toen van zijn beste kant te hebben laten zien, toch? “Marcel belde op en zei: ‘Het gaat niet goed met jou. Kom jij maar eens een jaartje met mij meelopen.’ Dat heb ik gedaan. Ik heb in die periode elke deal die Marcel maakte van dichtbij meegemaakt. Superleerzaam. Daardoor kreeg ik steeds meer door dat ik meer in mijn mars had dan autorijden.” Heb je veel gehuild in de periode dat je zoekende was? “Ik huil niet snel, bijna nooit. Maar bij het overlijden van de oma van Denise stond ik te huilen als een kind. Drie kwartier lang. Ik kon niet stoppen, alles kwam eruit. Toen ik naar huis reed, voelde ik me eigenlijk best lekker. Topsport is keihard, daar hoort huilen niet bij. Je krijgt een tik als je dat doet. Is dat goed? Weet ik niet. Is dat slecht? Weet ik ook niet. Je hebt een mentaliteit aangeleerd in de sport die je de rest van je leven gaat helpen. Als ik nu een zakelijke deal doe, moet ie lukken. Links- of rechtsom.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Giedo van der Garde komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Aan zijn carrière in de Formule 1 kwam in 2015 een abrupt einde. Giedo van der Garde (38) had het er lang moeilijk mee, maar herpakte zich. Inmiddels is hij zakenman, vader van drie kinderen, analist bij Viaplay en racet hij nog altijd. Victoria Koblenko ging bij hem langs en sprak met hem over Jos en Max Verstappen, Nyck de Vries, echtgenote Denise en schoonvader Marcel Boekhoorn. Helingsproces Wat is jouw levensmotto? “Het leven is te kort om moeilijk te doen. Je leeft maar één keer en je moet er alles uit halen.” Heb je er altijd zo in gestaan? “Nou nee. Nadat het Formule 1-team van Sauber in 2015 besloot me niet te laten rijden en mij uitkocht, was ik wel echt de weg kwijt. Dat duurde twee jaar lang.” Ik verken in deze rubriek vaker het zwarte gat van sporters na hun carrière. Is dat wat je bedoelt? “Ik zat als coureur op mijn hoogtepunt, dacht dat ik nog zeker een paar jaar Formule 1 ging rijden. Dat liep allemaal anders. Ik was dertig en realiseerde me dat ik nooit meer terug kon komen in de Formule 1.” De rechtszaak die je aanspande tegen Sauber won je met verve en de schadevergoeding was royaal. Dat hielp niet bij de verwerking? “Ik kreeg een zak geld mee, maar dat vulde het gat niet. Ik wilde racen. En door die rechtszaak wist ik dat een nieuwe kans in de Formule 1 was verkeken.” Wat deed je in die twee jaar dat je de weg kwijt was? “Ik ben veel gekke dingen gaan doen. Ik kwam geregeld om zes uur ’s ochtends thuis, dan ging mijn vrouw Denise net naar haar werk. Vervolgens lag ik de hele dag in bed en ’s avonds ging ik weer stappen. En dat vier of vijf keer per week. Ik kon wat me was overkomen geen plek geven. Formule 1 is één grote adrenaline-rush. Toen ik die ineens niet meer kreeg, ging ik het in andere dingen zoeken. Het was een helingsproces. Ik ben in mijn eentje ook reizen gaan maken. Van Las Vegas tot Curaçao. Thuis was het moeilijk in die periode. Want het gat van het gemis van de sport kon ook niet door het gezin worden gevuld. Ik moest losgelaten worden, zodat ik weer terug op aarde kon komen.” Dat moet voor je vrouw Denise ook niet makkelijk zijn geweest. “Ja, we zijn door een moeilijke periode gegaan toen ik uit de Formule 1 werd gezet. Denise en ik waren net getrouwd. Ze had een bedrijf en ik wist tegelijkertijd niet meer waar ik stond in mijn leven. Dat heeft tijd gekost. Maar ik dacht ook: als je elkaar al zo lang kent, dan moet je eruit kunnen komen.” Wat was de succesformule om uit het gat te klimmen? “Een coach. Zij heeft me echt geholpen, had meteen door dat als ik tegenover haar zou blijven zitten om langdurig te praten, het niet op zou schieten. Ze keek het een half uur aan en nam me mee voor een wandeling door het Vondelpark. We hebben ontelbare rondjes Vondelpark gelopen.” Wat waren de grootste leermomenten? “Heb je even? Kijk, als topsporter ben je echt een egoïst. Dat egostukje moet je leren opgeven of opzij kunnen zetten. Het is fijn als er een onafhankelijke derde persoon is die dat tegen je gaat zeggen.” Kon je na die gesprekken meteen naar de toekomst kijken of moest je eerst verwerken dat je Formule 1-carrière voorbij was? “Beide. Er bleek zoveel meer te zijn dan topsport. Daarvoor zag ik dat niet door de oogkleppen die ik jarenlang droeg. Het einde van mijn carrière in de Formule 1 voelde zo abrupt, dat ik niet zag dat er meerdere mogelijkheden waren en dat ik veel meer talenten heb dan hard in een auto rijden.” Jouw schoonvader, ondernemer en investeerder Marcel Boekhoorn, schijnt zich toen van zijn beste kant te hebben laten zien, toch? “Marcel belde op en zei: ‘Het gaat niet goed met jou. Kom jij maar eens een jaartje met mij meelopen.’ Dat heb ik gedaan. Ik heb in die periode elke deal die Marcel maakte van dichtbij meegemaakt. Superleerzaam. Daardoor kreeg ik steeds meer door dat ik meer in mijn mars had dan autorijden.” Heb je veel gehuild in de periode dat je zoekende was? “Ik huil niet snel, bijna nooit. Maar bij het overlijden van de oma van Denise stond ik te huilen als een kind. Drie kwartier lang. Ik kon niet stoppen, alles kwam eruit. Toen ik naar huis reed, voelde ik me eigenlijk best lekker. Topsport is keihard, daar hoort huilen niet bij. Je krijgt een tik als je dat doet. Is dat goed? Weet ik niet. Is dat slecht? Weet ik ook niet. Je hebt een mentaliteit aangeleerd in de sport die je de rest van je leven gaat helpen. Als ik nu een zakelijke deal doe, moet ie lukken. Links- of rechtsom.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Giedo van der Garde komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.