Word abonnee
Meer

Handbal

Estavana Polman: ‘Soms denk ik: Es, waarom doe je het nog?’

Estavana Polman (31) is al jaren het gezicht van het Nederlandse vrouwenhandbal. Haar lichaam heeft de nodige klappen gehad. Ze wil nog ‘knallen’ op de Spelen in Parijs en volgend jaar op het WK in eigen land. Ze is niet alleen handbalster, maar ook moeder van Jesslynn, stiefmoeder van Damián en vriendin van Rafael van der Vaart. Bovendien heeft ze geproefd van televisiewerk. In aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi in Spanje (11-14 april) spreekt ze zich uit. “Tsja, het leven is weleens anders geweest,” zegt Estavana Polman over de afgelopen periode in Helden Magazine 71. “Het is saai op het moment. Elke dag hetzelfde. Dag in dag uit naar de sportschool, veel fietsen. Het is telkens weer een mentale strijd. Keer op keer moet ik mezelf oppeppen, zeggen: kom op Es, je kunt het. Ik heb in de achterliggende periode ook een paar keer gedacht: nu kap ik ermee.” Dertien jaar was Estavana toen ze debuteerde in de handbal-eredivisie, op haar achttiende stond ze in het Nederlands team. We zijn dertien jaar verder en ze kan zeggen dat ze goud, zilver en brons won op een WK, zilver en brons op een EK pakte en vierde werd op de Spelen van 2016. Estavana is een van de boegbeelden van de meest succesvolle Nederlandse handbalgeneratie ooit. Maar de jaren beginnen ook te tellen. Fysieke ongemakken zijn nooit ver weg als handbalster, maar na de geboorte van Jesslynn in 2017 heeft Estavana meerdere keren terug moeten vechten na flinke blessures. Zoals ze dat ook eerder in haar leven moest doen toen ze op haar zestiende twee gebroken ruggenwervels opliep bij een ernstig auto-ongeluk in Duitsland, toen zij met het gezin op weg was naar de vakantiebestemming. Eenzaam Ook afgelopen jaar in Boekarest, waar ze na meer dan tien jaar in Denemarken is neergestreken met haar dochter van inmiddels zes en vriend Rafael van der Vaart – met wie ze sinds 2016 samen is –, heeft ze weer veel moeten revalideren. Waarvoor ze het doet? Ze wil deze zomer dolgraag meedoen aan de Spelen en in Parijs een medaille pakken. Ook wil ze volgend jaar het WK in eigen land meemaken. “Laatst waren we met het Nederlands team op Papendal bij elkaar. Zij konden lekker trainen en ik moest weer op de fiets in het krachthonk. Ik was daar weer eens in m’n eentje. Het was er stil en donker, ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje ‘nooduitgang’. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur, Es, waarom doe je het nog? ''Ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje 'nooduitgang'. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur. Die eenzaamheid...'' Die eenzaamheid... Als je fit bent en alles gaat goed, dan heb je veel mensen om je heen. Maar als het niet goed gaat, hoor of zie je die mensen niet. Je moet zelf zorgen dat je terugkomt. Ik heb gelukkig mijn gezin dat me er doorheen sleept. Maar Rafael gaat niet met mij op de fiets zitten en Jesslynn houdt niet mijn hand vast als ik de gym in loop. Ik krijg er motivatie van dat ik weet dat ze thuis zijn als ik getraind heb, dat ik dan niet alleen ben. Met Raf kan ik er over praten en ik kan bij hem mijn frustraties afreageren. Dat is fijn. Maar uiteindelijk moet ik zelf die weg afleggen. Ik sta er alleen voor, heb mezelf de afgelopen tijd goed leren kennen. Ik ben eigenlijk al drie jaar bezig met revalideren. In 2020 scheurde ik mijn kruisband en een jaar later, vlak voor de Spelen, gebeurde dat opnieuw. Weg Spelen. Ondertussen speelde ook al het gezeik met mijn oude club Esbjerg, waar ik jarenlang mijn hele ziel en zaligheid had gegeven en ineens niet meer welkom was. Eind 2022 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik heb even gespeeld, maar vorig jaar zomer moest ik weer een knieoperatie ondergaan. Toen ik eindelijk kon spelen, raakte ik tot twee keer toe geblesseerd aan mijn kuit. Eerst aan de ene, toen aan de andere. Als je boven de dertig bent, is een spierblessure zo vervelend. Het lijkt wel of ik in een soort carrousel zit. Al die blessures, het lijkt wel niet te stoppen. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Maar toch ga ik door. Dat is mijn karakter, dat zit in mij. Als je Jesslynn vraagt wat mama altijd zegt, zal ze antwoorden: ‘Geef nooit op.’ Ik ben zo opgevoed dat als iets de eerste keer niet lukt, het vast de tweede keer lukt. En anders de derde keer wel. En er speelt nog iets mee: ik wil niet zo stoppen. Ik ken een hoop sporters die hun laatste wedstrijd hebben gespeeld zonder dat ze het wisten. Die gedachte vind ik heftig. Zolang ik het nog kan opbrengen, zolang er nog hoop is, ga ik ervoor. Al weet ik al wel dat mijn knie nooit meer zal worden zoals hij was. Ik heb er altijd last van en vrees dat dit ook de rest van mijn leven zo zal blijven.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Estavana Polman is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Estavana Polman (31) is al jaren het gezicht van het Nederlandse vrouwenhandbal. Haar lichaam heeft de nodige klappen gehad. Ze wil nog ‘knallen’ op de Spelen in Parijs en volgend jaar op het WK in eigen land. Ze is niet alleen handbalster, maar ook moeder van Jesslynn, stiefmoeder van Damián en vriendin van Rafael van der Vaart. Bovendien heeft ze geproefd van televisiewerk. In aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi in Spanje (11-14 april) spreekt ze zich uit. “Tsja, het leven is weleens anders geweest,” zegt Estavana Polman over de afgelopen periode in Helden Magazine 71. “Het is saai op het moment. Elke dag hetzelfde. Dag in dag uit naar de sportschool, veel fietsen. Het is telkens weer een mentale strijd. Keer op keer moet ik mezelf oppeppen, zeggen: kom op Es, je kunt het. Ik heb in de achterliggende periode ook een paar keer gedacht: nu kap ik ermee.” Dertien jaar was Estavana toen ze debuteerde in de handbal-eredivisie, op haar achttiende stond ze in het Nederlands team. We zijn dertien jaar verder en ze kan zeggen dat ze goud, zilver en brons won op een WK, zilver en brons op een EK pakte en vierde werd op de Spelen van 2016. Estavana is een van de boegbeelden van de meest succesvolle Nederlandse handbalgeneratie ooit. Maar de jaren beginnen ook te tellen. Fysieke ongemakken zijn nooit ver weg als handbalster, maar na de geboorte van Jesslynn in 2017 heeft Estavana meerdere keren terug moeten vechten na flinke blessures. Zoals ze dat ook eerder in haar leven moest doen toen ze op haar zestiende twee gebroken ruggenwervels opliep bij een ernstig auto-ongeluk in Duitsland, toen zij met het gezin op weg was naar de vakantiebestemming. Eenzaam Ook afgelopen jaar in Boekarest, waar ze na meer dan tien jaar in Denemarken is neergestreken met haar dochter van inmiddels zes en vriend Rafael van der Vaart – met wie ze sinds 2016 samen is –, heeft ze weer veel moeten revalideren. Waarvoor ze het doet? Ze wil deze zomer dolgraag meedoen aan de Spelen en in Parijs een medaille pakken. Ook wil ze volgend jaar het WK in eigen land meemaken. “Laatst waren we met het Nederlands team op Papendal bij elkaar. Zij konden lekker trainen en ik moest weer op de fiets in het krachthonk. Ik was daar weer eens in m’n eentje. Het was er stil en donker, ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje ‘nooduitgang’. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur, Es, waarom doe je het nog? ''Ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje 'nooduitgang'. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur. Die eenzaamheid...'' Die eenzaamheid... Als je fit bent en alles gaat goed, dan heb je veel mensen om je heen. Maar als het niet goed gaat, hoor of zie je die mensen niet. Je moet zelf zorgen dat je terugkomt. Ik heb gelukkig mijn gezin dat me er doorheen sleept. Maar Rafael gaat niet met mij op de fiets zitten en Jesslynn houdt niet mijn hand vast als ik de gym in loop. Ik krijg er motivatie van dat ik weet dat ze thuis zijn als ik getraind heb, dat ik dan niet alleen ben. Met Raf kan ik er over praten en ik kan bij hem mijn frustraties afreageren. Dat is fijn. Maar uiteindelijk moet ik zelf die weg afleggen. Ik sta er alleen voor, heb mezelf de afgelopen tijd goed leren kennen. Ik ben eigenlijk al drie jaar bezig met revalideren. In 2020 scheurde ik mijn kruisband en een jaar later, vlak voor de Spelen, gebeurde dat opnieuw. Weg Spelen. Ondertussen speelde ook al het gezeik met mijn oude club Esbjerg, waar ik jarenlang mijn hele ziel en zaligheid had gegeven en ineens niet meer welkom was. Eind 2022 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik heb even gespeeld, maar vorig jaar zomer moest ik weer een knieoperatie ondergaan. Toen ik eindelijk kon spelen, raakte ik tot twee keer toe geblesseerd aan mijn kuit. Eerst aan de ene, toen aan de andere. Als je boven de dertig bent, is een spierblessure zo vervelend. Het lijkt wel of ik in een soort carrousel zit. Al die blessures, het lijkt wel niet te stoppen. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Maar toch ga ik door. Dat is mijn karakter, dat zit in mij. Als je Jesslynn vraagt wat mama altijd zegt, zal ze antwoorden: ‘Geef nooit op.’ Ik ben zo opgevoed dat als iets de eerste keer niet lukt, het vast de tweede keer lukt. En anders de derde keer wel. En er speelt nog iets mee: ik wil niet zo stoppen. Ik ken een hoop sporters die hun laatste wedstrijd hebben gespeeld zonder dat ze het wisten. Die gedachte vind ik heftig. Zolang ik het nog kan opbrengen, zolang er nog hoop is, ga ik ervoor. Al weet ik al wel dat mijn knie nooit meer zal worden zoals hij was. Ik heb er altijd last van en vrees dat dit ook de rest van mijn leven zo zal blijven.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Estavana Polman is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Autosport

De vijf gezichten van Tom Coronel

Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Handbal

Heldenpraat met Angela Malestein

Angela Malestein is al jaren een van de vaste krachten van het Nederlands handbalteam. De rechterhoekspeler stond met de ploeg al verschillende keren op het podium op EK’s en WK’s en werd in 2019 zelfs wereldkampioen in Japan. Bij het WK in Noorwegen, Denemarken en Zweden (29 november- 17 december) is Angela weer van de partij. Deze oefening doe ik het liefst in de gym... Lachend: ‘‘Geen een. Als ik dan toch moet kiezen, ga ik voor oefeningen voor mijn benen. Ik wil het wel een beetje kunnen voelen als ik getraind heb.” Dit is op dit moment mijn favoriete artiest... ‘‘Dat zijn er twee: Justin Bieber en Omah Lay. Mijn favoriete nummer van Justin Bieber is Ghost en van Omah Lay is dat Soso.’’ Van deze persoon had ik vroeger posters op mijn kamer hangen... ‘‘Van Shakira. Ik was echt een die hard fan.’’ Als ik één andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... ‘‘Ik vind zwemmen en basketbal leuk. Om zelf te doen, maar ook om naar te kijken. Als er Nederlanders meedoen bij het zwemmen, volg ik dat, en soms kijk ik ook naar NBA-wedstrijden.’’ Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van Heldenpraat met Angela Malestein komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Angela Malestein is al jaren een van de vaste krachten van het Nederlands handbalteam. De rechterhoekspeler stond met de ploeg al verschillende keren op het podium op EK’s en WK’s en werd in 2019 zelfs wereldkampioen in Japan. Bij het WK in Noorwegen, Denemarken en Zweden (29 november- 17 december) is Angela weer van de partij. Deze oefening doe ik het liefst in de gym... Lachend: ‘‘Geen een. Als ik dan toch moet kiezen, ga ik voor oefeningen voor mijn benen. Ik wil het wel een beetje kunnen voelen als ik getraind heb.” Dit is op dit moment mijn favoriete artiest... ‘‘Dat zijn er twee: Justin Bieber en Omah Lay. Mijn favoriete nummer van Justin Bieber is Ghost en van Omah Lay is dat Soso.’’ Van deze persoon had ik vroeger posters op mijn kamer hangen... ‘‘Van Shakira. Ik was echt een die hard fan.’’ Als ik één andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... ‘‘Ik vind zwemmen en basketbal leuk. Om zelf te doen, maar ook om naar te kijken. Als er Nederlanders meedoen bij het zwemmen, volg ik dat, en soms kijk ik ook naar NBA-wedstrijden.’’ Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van Heldenpraat met Angela Malestein komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Volleybal

Laura Dijkema & Nika Daalderop: ‘Globetrotters’

Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Ze zijn allebei lang en blond en reizen voor het volleybal al jarenlang de wereld rond. Daarnaast zijn ze al jaren vaste waarde van de Nederlandse volleybalvrouwen. Spelverdeelster Laura Dijkema (33) en passer/loper Nika Daalderop (24) willen samen naar de Spelen in Parijs, maar eerst het EK vanaf 15 augustus en reageren op onze zes stellingen. Het voelt soms alsof wij volleybalmoeder en -dochter zijn Laura: “Oh my God. Niet mee eens, hoor. Toch?” Nika: “Het voelt eerder als zussen.” Laura: “Ik zie jou soms inderdaad eerder als een nieuw, klein zusje. Nou ja, klein... Jij bent veel langer dan ik en ook heel volwassen voor je leeftijd.” Jullie schelen bijna negen jaar, wat herinneren jullie je nog van de eerste ontmoeting? Nika: “Voordat ik voor het eerst met het Nederlands team mee ging trainen, heb ik alle namen gegoogeld, zodat ik een beetje wist wie wie was. Jou kende ik al wel van naam, jij was een beetje het gezicht van het Nederlands team. Maar onze eerste ontmoeting... Weet jij die nog?” Laura knikt: “Onze fysiotherapeute had tegen mij al gezegd: ‘Bij Jong Oranje speelt een meisje dat heel veel potentie en talent heeft, maar het is nog de vraag of ze doorgaat met volleybal, want ze kan ook model worden.’ Toen kwam dat meisje uit Amsterdam binnen bij ons om mee te trainen... Ik vond jou meteen leuk, want je maakte meteen een praatje met me. De meeste jonge, nieuwe meiden zijn heel bleu en verlegen, maar jij had een beetje die Amsterdamse bravoure.” Nika: “Er waren wel meiden voor wie ik een beetje bang was, hoor. Ik ga geen namen noemen. En er waren er een paar bij wie ik me meteen goed voelde. Jij was ook iemand die meteen een praatje maakte met de jonge meiden.” Jullie zijn in 2018 en 2019 ook ploeggenoten geweest bij Firenze. Waarom klikt het zo goed tussen jullie? Laura: “Het eerste seizoen gingen we nog niet heel veel met elkaar om, maar in het tweede wel. Iedere vrije avond gingen we samen The Voice of Holland kijken op de bank. Toen merkte ik ook dat we dezelfde interesses hebben. We houden allebei van die crime scene-achtige series.” Nika: “En we hebben dezelfde humor, zijn allebei gek van Amsterdam.” En gingen jullie ook samen shoppen of af en toe op stap? Laura: “We waren meer van het bankhangen met een groentesoepje erbij. Of we aten samen wraps. Want we zijn ook taste sisters, vinden dezelfde dingen lekker en lusten dezelfde dingen niet.” Nika: “We houden allebei niet van vis.” Beschrijf jij Laura eens, Nika? Nika: “Lau is heel positief, zorgzaam en grappig. Ze staat altijd voor iedereen klaar. En ze is een doorzetter. Lau is ook altijd in voor iets leuks. En ze is heel ondernemend, dat zie je ook aan haar kledinglijn die ze is begonnen. Gewoon een heel leuk mens.” Laura: “Ik word hier wel een beetje ongemakkelijk van, hoor.” Beschrijf jij Nika eens? Laura: “Nika kijkt altijd eerst een beetje de kat uit de boom. Maar als je haar beter leert kennen, is ze zo grappig en lief. Jij bent ook zorgzaam en soms een beetje rebels.” Jullie zien elkaar nu alleen bij het Nederlands team. Appen en bellen jullie elkaar vaak? Nika: “We hebben bijna elke dag wel contact.” Laura: “Als we twee dagen geen contact hebben, maak ik me meteen zorgen.” Nika: “We appen elkaar over de dagelijkse dingen. Een beetje ventileren wat we meemaken. Als ik op volleybalgebied ergens mee zit, dan app of bel ik Lau, want bij haar kan ik echt alles kwijt. Ook de leuke dingen, hoor.” Laura, hoe kijk jij naar de meiden die de laatste tijd zijn doorgebroken bij het Nederlands team? Laura: “Geweldig om te zien. Er zit zoveel potentie in de spelersgroep. Ik heb alleen het gevoel dat de afgelopen jaren er niet echt uit is gehaald wat erin zit. Nu, met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski, verandert dat. Hij heeft gekozen voor een andere manier van trainen en spelen. Veel speelsters komen veel beter tot hun recht. Ik zie het voor de toekomst zonnig in. Misschien komen de Spelen in Parijs nog iets te vroeg, maar daarna gaan we veel van dit Nederlands team horen.” Hoe zou jij de nieuwe generatie omschrijven? Laura: “Onze generatie overkwam alles een beetje. Als ik kijk naar de speelsters die er de laatste tijd bij zijn gekomen: veel van hen hebben lang in het talententeam op Papendal gespeeld, zij zijn best verwend geweest, alles werd voor hen geregeld. Dat is goed voor hen geweest, maar het is belangrijk dat die speelsters nu allemaal de stap naar het buitenland hebben gemaakt en vlieguren maken. In het buitenland word je volwassen, als mens en speelster. Op dat laatste vlak kan de huidige selectie nog stappen maken.” Merk jij dat Laura met haar 33 jaar een beetje de wijze vrouw van de nationale ploeg is? Nika, lachend: “Ze is niet de wijsneus, maar de wijsvrouw. Lau heeft zoveel ervaring, zoveel meegemaakt. En ze kan alles ook nog eens heel goed overbrengen op de jonge meiden. Zij is een leider, in het veld trekt zij echt de kar.” Hoe beleefde jij trouwens de Spelen in Rio, waarop Nederland vierde werd? Je had al je debuut gemaakt in Oranje, maar bondscoach Giovanni Guidetti nam je destijds niet mee. Nika: “Er was nog niet echt een kans dat ik mee zou gaan, hoor...” Laura, lachend: “Hoe oud was je toen? Twaalf?” Nika, lachend: “Achttien. Ik had net een paar keer meegetraind en was toen ook nog aan het beachvolleyballen.” Laura, jij maakt al twee jaar de podcast Over de top met collega-volleybalsters Robin de Kruijf, Myrthe Schoot en Maret Grothues. Zij zwaaiden allemaal af bij Oranje. Mis je hen om je heen? Laura: “Natuurlijk. Met Maret heb ik zeven jaar een kamer gedeeld tijdens toernooien. Ik zag haar meer dan mijn familie. Robin, Myrthe en Maret waren ook allemaal persoonlijkheden waar een team veel aan heeft. Zij gingen altijd voorop in de strijd. Jongen meiden kunnen veel van zulke speelsters leren.” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Laura Dijkema en Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Handbal

Lois Abbingh en Tess Lieder: ‘Wij vrouwen doen dit gewoon’

Handbalsters Lois Abbingh (30) en Tess Lieder (29) zijn niet alleen ploeggenoten bij het Nederlands handbalteam, beste vriendinnen en schoonzussen, maar ook nog eens twee maanden na elkaar moeder geworden. Lois beviel in september van zoon Lev, Tess in november van dochter Flo. Lois Abbingh komt aangelopen met haar verloofde Joost Lieder en hun op 23 september geboren zoontje Lev. Vijf minuten later komt ook Tess Lieder, tot afgelopen zomer beter bekend als Tess Wester, aan op de locatie van de shoot met dochtertje Flo, op 18 november ter wereld gekomen. Ze wordt geholpen door de schoonmoeder van zowel Tess als Lois: Joke Lieder, moeder van Joost en voetballer Mart Lieder, de man van Tess. Oma knuffelt met de baby’s, verschoont luiers en geeft flesjes terwijl Lois en Tess klaar worden gemaakt voor de shoot in Fabriek Zuidermeer. Joost is fotograaf van beroep en wie beter dan hij kan zijn partner, zoontje, schoonzus en nichtje op de foto zetten? Terwijl Joost de shoot aan het voorbereiden is, praten Lois en Tess over hun band die verder rijkt dan ploeggenoten. Lois: “Het is bijzonder hoe het allemaal is gelopen.” Tess, lachend: “Die broers denken nog steeds dat ze ons veroverd hebben, maar wij hebben ze er keihard laten intuinen.” Geheimpje “We speelden in januari uit tegen Györ, de Hongaarse kampioen, toen ik dacht dat ik weleens zwanger zou kunnen zijn,” zegt Lois, die uitkomt voor Odense Håndbold in Denemarken. “Toen ik thuiskwam in Denemarken deed ik meteen een zwangerschapstest. Die bleek positief. Om elf uur ’s avonds was Joost pas thuis. Als afleiding ben ik rondjes door de stad gaan lopen. ’s Avonds heb ik het hem verteld, we waren zo blij. De ouders van Joost kwamen dat weekend naar Odense, hen konden we het meteen vertellen. Pas later heb ik het jou verteld, ik wilde dat persoonlijk doen.” Tess: “Je vertelde het toen we met het Nederlands team bij elkaar kwamen. Wij delen altijd een kamer. Ik zette mijn tas neer en pakte wat spulletjes uit. Jij zei ineens: ‘Dit is voorlopig mijn laatste keer bij het Nederlands team.’ Ik reageerde eerst een beetje onverschillig: o, oké. Daarna dacht ik: huh, ga je me nu vertellen dat je gaat stoppen? Toen zei je dat je zwanger was. Ik moest meteen huilen. Ik vond het zo’n bijzondere week. Binnen het team hadden wij samen een geheimpje. Ik keek ook op een andere manier naar jou. We speelden tegen Duitsland en wonnen in de laatste seconde, jij scoorde de winnende. Je speelde zo ontzettend goed en ik was zo trots op je.” Lois: “Ik was op dat moment elf weken zwanger. Tot dertien weken heb ik doorgespeeld. Bij het Nederlands team wist niemand van mijn zwangerschap. Ik had het bondscoach Per Johansson niet verteld, die was nieuw en had wel genoeg aan zijn hoofd. Eenmaal terug in Denemarken heb ik het onze Deense trainer verteld. De dag erna zat ik al aan de kant, dat was best gek. Ineens kon ik niet meer meedoen, terwijl ik al die tijd gewoon had doorgespeeld.” Tot vorige zomer was Tess ploeggenoot van Lois bij Odense. Na de Spelen in Tokio maakte ze de overstap naar het Roemeense CSM Boekarest. Ook voor Tess eindigde het seizoen vroegtijdig. Ook zij bleek zwanger te zijn tijdens diezelfde wedstrijd met het Nederlands team tegen Duitsland. Tess: “Ik viel in die wedstrijd op mijn hoofd. Ik had er niet heel veel last van, maar bleef toch een zeurderige hoofdpijn houden en was wat gevoelig voor licht. Ik vloog na die wedstrijd terug naar Roemenië. De klachten hielden aan. In Roemenië zeiden ze dat ik niet mocht keepen voordat er een CT-scan van mijn hoofd was gemaakt. Op die scan hadden ze iets gezien, wat vocht. Ik wilde dat laten onderzoeken in Nederland. Ik bleef maar hoofdpijn houden, en was tegelijkertijd zo moe en misselijk. Mart was net geopereerd aan zijn kruisband. Joost was bij Mart om hem te helpen. Ik moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, maar ik was ook een dag over tijd. Mart zei: ‘Ik vind dat je een zwangerschapstest moet doen.’ Ik vond dat onzin, dacht dat die klachten door die val op mijn hoofd kwamen. Maar Mart stond erop. Toen Joost een half uurtje weg moest, zei hij: ‘Je gaat nu naar de drogist om een test te kopen.’ Die was positief. Vlak daarna kwam Joost terug. Mart en ik kregen de slappe lach. Joost dacht dat we hem belachelijk maakten. Toen vertelden we maar meteen dat ik zwanger was.” Lois: “Je belde mij daarna meteen via Facetime, dat doen wij nooit, dus ik dacht al: wat is hier aan de hand? Ik vond het geweldig, helemaal omdat we het tegelijk konden meemaken.” Van hun gezamenlijke kinderwens wisten ze nauwelijks af. Lois: “Ik heb weleens tegen jou geroepen dat ik het na de Spelen graag zou willen proberen. Maar je weet ook niet hoelang het duurt. Tijdens het WK in december was ik al gestopt met de pil.” Tess: “Tijdens een toernooi telden we altijd af aan de hand van jouw pillenstrip. Tijdens het WK hebben we dat niet gedaan. Er is helemaal geen belletje bij mij gaan rinkelen. Achteraf dacht ik: stom, ik had het kunnen weten. Bij Tess kwam de zwangerschap wat onverwachter. Tess: “Ik had net een contract in Roemenië getekend. Als je daar zwanger raakt tijdens je contract, dan wordt dat verscheurd en kun je vertrekken. Mart en ik hadden besloten dat we het na dat jaar Roemenië wilden proberen. Bovendien gingen we vorige zomer trouwen, ik wilde liever niet zwanger zijn op mijn eigen feest. We waren superblij toen ik zwanger bleek, maar ik vond het ook spannend. Toen ik dertien weken zwanger was, heb ik het verteld op de club. Ze waren enthousiast, dat viel me mee, maar een dag later kreeg ik een brief die ik moest ondertekenen. Mijn contract was ongeldig. Na mijn laatste wedstrijd, in mei vorig jaar, ben ik terug naar Nederland verhuisd. De laatste Champions Leaguewedstrijd heb ik nog kunnen spelen en ik heb maar drie competitiewedstrijden gemist. Voor de laatste wedstrijd ben ik nog naar Roemenië gevlogen om afscheid te nemen van het team.” Tess: 'Mart en ik hadden weleens tegen elkaar gezegd: hoe leuk zou het zijn... Maar we gingen er nooit van uit dat jullie ook echt een relatie zouden krijgen' Lois: “Het was heel leuk om onze zwangerschap samen te kunnen delen. Martine Smeets, onze vriendin en ploeggenoot bij het Nederlands team, bleek niet veel later ook nog eens zwanger, zij is in februari uitgerekend. In onze appgroep ging het continu van: ‘Hoe gaat dat dan bij jou? Hoeveel rompertjes moet ik kopen en in welke maat?’” Tess: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd hoe bijzonder het is wat we samen allemaal al hebben meegemaakt. Het begon bij de Handbalacademie op Papendal. Daarna gingen we samenwonen bij onze eerste club in het buitenland, in Oldenburg. Later werden we ploeggenoten bij Odense.” Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lois Abbingh en Tess Lieder komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Handbalsters Lois Abbingh (30) en Tess Lieder (29) zijn niet alleen ploeggenoten bij het Nederlands handbalteam, beste vriendinnen en schoonzussen, maar ook nog eens twee maanden na elkaar moeder geworden. Lois beviel in september van zoon Lev, Tess in november van dochter Flo. Lois Abbingh komt aangelopen met haar verloofde Joost Lieder en hun op 23 september geboren zoontje Lev. Vijf minuten later komt ook Tess Lieder, tot afgelopen zomer beter bekend als Tess Wester, aan op de locatie van de shoot met dochtertje Flo, op 18 november ter wereld gekomen. Ze wordt geholpen door de schoonmoeder van zowel Tess als Lois: Joke Lieder, moeder van Joost en voetballer Mart Lieder, de man van Tess. Oma knuffelt met de baby’s, verschoont luiers en geeft flesjes terwijl Lois en Tess klaar worden gemaakt voor de shoot in Fabriek Zuidermeer. Joost is fotograaf van beroep en wie beter dan hij kan zijn partner, zoontje, schoonzus en nichtje op de foto zetten? Terwijl Joost de shoot aan het voorbereiden is, praten Lois en Tess over hun band die verder rijkt dan ploeggenoten. Lois: “Het is bijzonder hoe het allemaal is gelopen.” Tess, lachend: “Die broers denken nog steeds dat ze ons veroverd hebben, maar wij hebben ze er keihard laten intuinen.” Geheimpje “We speelden in januari uit tegen Györ, de Hongaarse kampioen, toen ik dacht dat ik weleens zwanger zou kunnen zijn,” zegt Lois, die uitkomt voor Odense Håndbold in Denemarken. “Toen ik thuiskwam in Denemarken deed ik meteen een zwangerschapstest. Die bleek positief. Om elf uur ’s avonds was Joost pas thuis. Als afleiding ben ik rondjes door de stad gaan lopen. ’s Avonds heb ik het hem verteld, we waren zo blij. De ouders van Joost kwamen dat weekend naar Odense, hen konden we het meteen vertellen. Pas later heb ik het jou verteld, ik wilde dat persoonlijk doen.” Tess: “Je vertelde het toen we met het Nederlands team bij elkaar kwamen. Wij delen altijd een kamer. Ik zette mijn tas neer en pakte wat spulletjes uit. Jij zei ineens: ‘Dit is voorlopig mijn laatste keer bij het Nederlands team.’ Ik reageerde eerst een beetje onverschillig: o, oké. Daarna dacht ik: huh, ga je me nu vertellen dat je gaat stoppen? Toen zei je dat je zwanger was. Ik moest meteen huilen. Ik vond het zo’n bijzondere week. Binnen het team hadden wij samen een geheimpje. Ik keek ook op een andere manier naar jou. We speelden tegen Duitsland en wonnen in de laatste seconde, jij scoorde de winnende. Je speelde zo ontzettend goed en ik was zo trots op je.” Lois: “Ik was op dat moment elf weken zwanger. Tot dertien weken heb ik doorgespeeld. Bij het Nederlands team wist niemand van mijn zwangerschap. Ik had het bondscoach Per Johansson niet verteld, die was nieuw en had wel genoeg aan zijn hoofd. Eenmaal terug in Denemarken heb ik het onze Deense trainer verteld. De dag erna zat ik al aan de kant, dat was best gek. Ineens kon ik niet meer meedoen, terwijl ik al die tijd gewoon had doorgespeeld.” Tot vorige zomer was Tess ploeggenoot van Lois bij Odense. Na de Spelen in Tokio maakte ze de overstap naar het Roemeense CSM Boekarest. Ook voor Tess eindigde het seizoen vroegtijdig. Ook zij bleek zwanger te zijn tijdens diezelfde wedstrijd met het Nederlands team tegen Duitsland. Tess: “Ik viel in die wedstrijd op mijn hoofd. Ik had er niet heel veel last van, maar bleef toch een zeurderige hoofdpijn houden en was wat gevoelig voor licht. Ik vloog na die wedstrijd terug naar Roemenië. De klachten hielden aan. In Roemenië zeiden ze dat ik niet mocht keepen voordat er een CT-scan van mijn hoofd was gemaakt. Op die scan hadden ze iets gezien, wat vocht. Ik wilde dat laten onderzoeken in Nederland. Ik bleef maar hoofdpijn houden, en was tegelijkertijd zo moe en misselijk. Mart was net geopereerd aan zijn kruisband. Joost was bij Mart om hem te helpen. Ik moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, maar ik was ook een dag over tijd. Mart zei: ‘Ik vind dat je een zwangerschapstest moet doen.’ Ik vond dat onzin, dacht dat die klachten door die val op mijn hoofd kwamen. Maar Mart stond erop. Toen Joost een half uurtje weg moest, zei hij: ‘Je gaat nu naar de drogist om een test te kopen.’ Die was positief. Vlak daarna kwam Joost terug. Mart en ik kregen de slappe lach. Joost dacht dat we hem belachelijk maakten. Toen vertelden we maar meteen dat ik zwanger was.” Lois: “Je belde mij daarna meteen via Facetime, dat doen wij nooit, dus ik dacht al: wat is hier aan de hand? Ik vond het geweldig, helemaal omdat we het tegelijk konden meemaken.” Van hun gezamenlijke kinderwens wisten ze nauwelijks af. Lois: “Ik heb weleens tegen jou geroepen dat ik het na de Spelen graag zou willen proberen. Maar je weet ook niet hoelang het duurt. Tijdens het WK in december was ik al gestopt met de pil.” Tess: “Tijdens een toernooi telden we altijd af aan de hand van jouw pillenstrip. Tijdens het WK hebben we dat niet gedaan. Er is helemaal geen belletje bij mij gaan rinkelen. Achteraf dacht ik: stom, ik had het kunnen weten. Bij Tess kwam de zwangerschap wat onverwachter. Tess: “Ik had net een contract in Roemenië getekend. Als je daar zwanger raakt tijdens je contract, dan wordt dat verscheurd en kun je vertrekken. Mart en ik hadden besloten dat we het na dat jaar Roemenië wilden proberen. Bovendien gingen we vorige zomer trouwen, ik wilde liever niet zwanger zijn op mijn eigen feest. We waren superblij toen ik zwanger bleek, maar ik vond het ook spannend. Toen ik dertien weken zwanger was, heb ik het verteld op de club. Ze waren enthousiast, dat viel me mee, maar een dag later kreeg ik een brief die ik moest ondertekenen. Mijn contract was ongeldig. Na mijn laatste wedstrijd, in mei vorig jaar, ben ik terug naar Nederland verhuisd. De laatste Champions Leaguewedstrijd heb ik nog kunnen spelen en ik heb maar drie competitiewedstrijden gemist. Voor de laatste wedstrijd ben ik nog naar Roemenië gevlogen om afscheid te nemen van het team.” Tess: 'Mart en ik hadden weleens tegen elkaar gezegd: hoe leuk zou het zijn... Maar we gingen er nooit van uit dat jullie ook echt een relatie zouden krijgen' Lois: “Het was heel leuk om onze zwangerschap samen te kunnen delen. Martine Smeets, onze vriendin en ploeggenoot bij het Nederlands team, bleek niet veel later ook nog eens zwanger, zij is in februari uitgerekend. In onze appgroep ging het continu van: ‘Hoe gaat dat dan bij jou? Hoeveel rompertjes moet ik kopen en in welke maat?’” Tess: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd hoe bijzonder het is wat we samen allemaal al hebben meegemaakt. Het begon bij de Handbalacademie op Papendal. Daarna gingen we samenwonen bij onze eerste club in het buitenland, in Oldenburg. Later werden we ploeggenoten bij Odense.” Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lois Abbingh en Tess Lieder komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Handbal

Luc Steins: ‘Messi van het handbal’

Hij moest afrekenen met vooroordelen, was volgens velen te klein. Maar Luc Steins haalde de top. Hij speelt op zijn 27ste bij Paris Saint-Germain, de club van Lionel Messi, en gaat in januari voor het eerst sinds 1961 met de Nederlandse handbalmannen naar het WK. Maar Luc vecht ook tegen groot verdriet. Zie hem het met zijn 1 meter 73 opnemen tegen reuzen in de dekking. Luc Steins weet niet anders, heeft geleerd zijn kleine gestalte optimaal te gebruiken en wurmt zich geregeld tussen die lange mannen door. Vaak ongrijpbaar, maar de lichtgewicht loopt ook tegen heel wat klappen op. “‘Je moet er niet als een gek ingaan,’ zegt mijn oma weleens als zij een wedstrijd heeft gezien. Luister oma, als ik dat niet doe, dan hebben ze niks aan me, zeg ik dan. ‘Als je maar op jezelf let hè, jong.’ Soms ben ik bont en blauw. Maar als ik me de dag na een wedstrijd niet beurs voel, dan heb ik het idee dat ik niet mijn spel heb gespeeld of alles heb hoeven geven. Vaak heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld als ik me de dag erna fysiek slecht voel.” 'Ik had altijd zo'n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd' Zoals begin dit jaar toen hij met Oranje een prima EK speelde. Thuisland Hongarije werd verslagen en de ploeg werd tiende. Luc is niet het enige ‘kleinduimpje’, ook Dani Baijens van Hamburger SV en Kay Smits van SC Magdeburg hebben normale lengtes bij het Nederlands team. Kleine Nederlander Een jongensdroom, in de knop gebroken. Zo leek het toen Luc als kind te horen kreeg dat hij te klein zou zijn om ver te komen als handballer. “Met de Limburgse afdelingsselectie speelden we een toernooi en ik werd verkozen tot beste speler, maar op het scoutingslijstje voor de nationale jeugdselectie kwam mijn naam vervolgens niet voor, omdat ik in de toekomst toch zou afhaken. Er zijn gelukkig toch trainers opgestaan die zeiden dat ze me op z’n minst een kans konden geven.” De jongeling, die opgroeide bij het Limburgse Lions, liet zich niet uit het veld slaan. Maar hij moest keer op keer het vertrouwen winnen. Op zijn 21ste, zes jaar terug, vertrok hij van Lions naar Frankrijk. Naar opleidingsclub Massy. Om net als internationals als Gerrie Eijlers, Fabian van Olphen, Mark Bult en Arjan Haenen zijn droom na te jagen. Hij kon al na een seizoen een stapje hogerop, ging mee met zijn coach naar Tremblay. “Daar zaten veelal jongens die aan hun eigen hachje dachten. Ik was een makkelijk slachtoffer, omdat ik niet van me afbeet. ‘Die kleine Nederlander komt net kijken, wat gaat die ons hier leren?’ klonk het. Zij beseften niet wat ik in de toekomst voor het team had kunnen betekenen. De trainer moest zijn oren laten hangen naar de oudere spelers. Dat begreep ik ook wel, hij was nog jong. Ik heb die periode gebruikt om fysiek gezien nóg meer in mezelf te investeren, zodat ik daar de rest van mijn leven profijt van zou hebben. Ik ben daar volwassen geworden, sta niet meer zo snel te kijken van iets.” Toulouse haalde hem in 2019. De trainer keek wél naar de kwaliteiten van Luc. “Al na twee wedstrijden in de voorbereiding maakte hij een gebaar alsof hij me de sleutels van het team gaf. Ik mocht beslissen wat er in de aanval op het veld gebeurde, qua systeem. Ik kreeg vrijheid. De jongens accepteerden mijn leiderschap, ook al was ik nieuw.” Wie het laatst lacht, lacht het best. Na één seizoen hing topclub Paris Saint-Germain aan de lijn, ze wilden hem huren. De club, bijna jaarlijks deel­nemer aan de Final Four van de Champions League, besloot al snel dat ze hem over wilden nemen. Bij de grootverdieners, van ‘twee meter hoog en twee meter breed’, had hij respect afgedwongen. “Spelers moeten geregeld lachen op de training, als ik met een schijnbeweging ervoor zorg dat de grote spelers zowat hun enkel breken.” Messi Hoe anders wordt er tegenwoordig tegen hem aangekeken. Le Parisien verhaalde over ‘de onweerstaanbare beklimming van de kleinste speler van de Star League’. Luc is ook niet langer een uitzondering. “Bijna elke club in Frankrijk heeft een speler van mijn lengte, het is een trend aan het worden. Met kleine, beweeglijke spelers kun je een ander speltype spelen. Hartstikke mooi om te zien hoe dat is geëvolueerd. Dat maakt het handbal voor iedereen toegankelijk.” Luc is al twee keer gekozen als beste speler van de eerste divisie en werd de afgelopen twee seizoenen ook verkozen tot beste van alle handballers in de eredivisie. Door zijn geringe lengte en handigheid kreeg hij jaren terug al de bijnaam ‘Messi van het handbal’. Laat de echte Lionel Messi, drie centimeter kleiner dan Luc, sinds vorig jaar zomer nou ook voor Paris Saint-Germain spelen... En niet alleen Messi, ook Neymar en Kylian Mbappé spelen bij de voetbalafdeling. “De wereld van die voetballers is totaal niet te vergelijken met mijn situatie. Daar gaan zulke grote bedragen in om, elke dag staan de media er vol van, dan heb je geen sociaal leven.” Het kwam nog niet van een ontmoeting met de voetbalsterren. “Wellicht straks, want er werden voor de coronapandemie gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals met Kerst en de seizoenafsluiting. Ik heb al wel wedstrijden gezien in het Parc des Princes. We hebben de luxe dat we op de viptribune mogen zitten, tussen de bobo’s. Dan moet ik mijn beste kloffie uit de kast trekken. Binnenkort ga ik bij de voetbalsters Lieke Martens en Jackie Groenen kijken, die sinds kort ook voor Paris Saint-Germain spelen.” Luc woont inmiddels in een goede wijk in Parijs, maar hij heeft ook de andere kant van de stad gezien. “Mijn vriendin en ik hebben in de buitenwijken gewoond, daar wonen gezinnen die niet rond kunnen komen. We voelden ons niet altijd veilig. De meeste Parisiens zijn trotse en ook arrogante mensen. Doe mij maar een trekker met wat koeien op een Limburgse heuvel. Hier word je eerder met je handbaltassen van de roltrap geduwd dan dat iemand vraagt: zal ik je helpen? Ik begin gelukkig ook de mooie kant van Parijs meer te waarderen.” Leuke-momenten-pot Het scheelde weinig of Luc had afgelopen zomer PSG verruild voor de Poolse en Europese topclub Kielce, waarvan de Nederlander Bertus Servaas eigenaar is. “Ik heb er serieus over nagedacht, Kielce kwam met een moeilijk te weerstaan bod. Toen handelde PSG ook opeens heel snel.” Hij bleef in Parijs. “Ik heb voor stabiliteit gekozen, er speelde en speelt zoveel op privégebied dat het verstandiger was om in Parijs te blijven. Mijn vriendin had een moeilijke tijd en anderhalf jaar geleden is bij mijn vader lymfeklierkanker gecon- stateerd. Vlak voor het vertrek naar Hongarije voor het EK kreeg hij er een licht hartinfarct bovenop. Van een man die op 58-jarige leeftijd een medisch dossier had van één regel, veranderde dat volledig. Hij kreeg een nieuwe behandeling, vanuit Amerika overgewaaid. Van de zomer leken alle lichten op groen te staan, de toekomst zag er goed uit. Na een zwaar seizoen ging ik met mijn vriendin op vakantie naar Kroatië en daar kregen we te horen dat de kanker weliswaar op de meeste plekken weg was, maar op één plek waren de cellen weer gegroeid en die bleken resistent tegen de nieuwe behandeling. Er is niks meer aan te doen, het is een aflopende zaak... Als de pijn ondraaglijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar. We hebben een ‘leuke-momenten-pot’ gemaakt, waarin iedereen zijn of haar opgeschreven herinneringen heeft gestopt. Dat geeft iets tastbaars en zorgt dat we ook straks terug kunnen denken aan die mooie tijden als mijn vader er niet meer is.” ‘Er is niks meer aan te doen. Als de pijn ondraag- lijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar’ Luc en zijn vriendin vierden nog vakantie met zijn ouders en met zijn eveneens handballende broer en oud-international Ivo – tijdens het EK in Hongarije waren ze nog teamgenoten – en diens vriendin. “Ik probeer van elk moment dat we samen zijn te genieten. Dat is niet altijd gemakkelijk, want elke keer als je ‘doei’ zegt, weet je niet of het de laatste keer was dat je elkaar hebt gezien. Mijn vader is eind september nog hier geweest in Parijs. Ik wist dat dat de laatste keer was. Ik sloot me er tijdens de wedstrijd voor af, want in de voorbereiding op het seizoen deed ik dat niet en kon ik er opeens helemaal niks meer van.” Zijn ouders stonden altijd voor hem en zijn broer klaar. “We zijn heel close, ze hebben alles met Ivo en mij meebeleefd, dat is onbetaalbaar. Toen ik bij Tremblay een moeilijke tijd had, stonden ze bij elke thuiswedstrijd voor de deur, om er voor me te zijn. Niks was te gek. Ze wisten dat het mijn droom was. Ineens is handbal niet meer het belangrijkste... We spelen soms drie wedstrijden per week, er is weinig tijd om bij de situatie stil te staan, aan het begin van dit seizoen stond ik soms op een training en dacht: what the fuck doe ik hier eigenlijk? Ik had altijd zo’n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd die elk moment kan ontploffen...’’ Weinig aanwas In januari mag het Nederlands mannenteam mede dankzij Luc voor het eerst sinds 1961 meedoen aan het WK. Tijdens de play-off voor kwalificatie lootte Oranje in het voorjaar met Portugal de sterkst mogelijke tegenstander en werd de ploeg na winst in Zuid-Europa thuis toch uitgeschakeld. Oranje kreeg later alsnog een wildcard dankzij de goede prestaties van de laatste tijd en de lobby van de Nederlandse handbalbond. Deelnemen aan een WK met Oranje, het is waar hij als jochie van droomde, maar door de situatie van zijn vader, kan hij daar minder van genieten. Wat Luc ook aan het hart gaat, is de wetenschap dat zijn vader er tegen die tijd niet meer is. Dat hij tijdens het WK het wakend oog, de instemmende knikjes en simpelweg zijn aanwezigheid zal missen. “Hoe ik ga reageren als mijn vader er niet meer is, weet ik niet. Maar dat het voor ons als gezin een zware periode gaat worden daarna, is zeker.” Onder de nieuwe bondscoach Staffan Olsson, een Zweedse handballegende en opvolger van Erlingur Richardsson uit IJsland, gaat Oranje desondanks proberen te stunten. “Wij kunnen niet spelen als Frankrijk of Denemarken, hebben andere type spelers. Het is vernieuwend handbal, out of the box. Door deelname aan het WK kunnen we ons verder ontwikkelen. Een aantal jongens heeft inmiddels de stap gemaakt naar een grotere club.” Luc hoopt dat de bond blijft investeren in de handbalopleiding. “Daar zet ik me ook voor in, door clinics te geven tijdens hand- balkampen. Er is een zorgelijke situatie. Als ik kijk naar Limburg, dat een handbalbolwerk was, dan is er sprake van weinig aan- was. Het is leuk dat wij nu als nationale ploeg mooie resultaten boeken, maar als er geen structurele doorstroming is, zijn we in no time terug bij af. Die gedachte gaat me aan het hart. Want handbal is de mooiste en een van de meest complexe sporten die er is. Snelheid, klappen uitdelen en opvangen, respect voor elkaar, de grens opzoeken, springen, hard schieten, slim zijn en je hebt incasseringsvermogen nodig. Om dat mee te krijgen als kind, daar heeft de maatschappij ook iets aan.” Stiekem droomt Luc van de Olympische Spelen. Het zou het handbalsprookje compleet maken. “Hier in Parijs, in 2024, dat zou heel mooi zijn, maar als je realistisch bent, komen de Spelen net iets te vroeg. Hopelijk vier jaar later, hoewel het dan met mijn leeftijd penibel wordt.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Luc Steins komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij moest afrekenen met vooroordelen, was volgens velen te klein. Maar Luc Steins haalde de top. Hij speelt op zijn 27ste bij Paris Saint-Germain, de club van Lionel Messi, en gaat in januari voor het eerst sinds 1961 met de Nederlandse handbalmannen naar het WK. Maar Luc vecht ook tegen groot verdriet. Zie hem het met zijn 1 meter 73 opnemen tegen reuzen in de dekking. Luc Steins weet niet anders, heeft geleerd zijn kleine gestalte optimaal te gebruiken en wurmt zich geregeld tussen die lange mannen door. Vaak ongrijpbaar, maar de lichtgewicht loopt ook tegen heel wat klappen op. “‘Je moet er niet als een gek ingaan,’ zegt mijn oma weleens als zij een wedstrijd heeft gezien. Luister oma, als ik dat niet doe, dan hebben ze niks aan me, zeg ik dan. ‘Als je maar op jezelf let hè, jong.’ Soms ben ik bont en blauw. Maar als ik me de dag na een wedstrijd niet beurs voel, dan heb ik het idee dat ik niet mijn spel heb gespeeld of alles heb hoeven geven. Vaak heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld als ik me de dag erna fysiek slecht voel.” 'Ik had altijd zo'n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd' Zoals begin dit jaar toen hij met Oranje een prima EK speelde. Thuisland Hongarije werd verslagen en de ploeg werd tiende. Luc is niet het enige ‘kleinduimpje’, ook Dani Baijens van Hamburger SV en Kay Smits van SC Magdeburg hebben normale lengtes bij het Nederlands team. Kleine Nederlander Een jongensdroom, in de knop gebroken. Zo leek het toen Luc als kind te horen kreeg dat hij te klein zou zijn om ver te komen als handballer. “Met de Limburgse afdelingsselectie speelden we een toernooi en ik werd verkozen tot beste speler, maar op het scoutingslijstje voor de nationale jeugdselectie kwam mijn naam vervolgens niet voor, omdat ik in de toekomst toch zou afhaken. Er zijn gelukkig toch trainers opgestaan die zeiden dat ze me op z’n minst een kans konden geven.” De jongeling, die opgroeide bij het Limburgse Lions, liet zich niet uit het veld slaan. Maar hij moest keer op keer het vertrouwen winnen. Op zijn 21ste, zes jaar terug, vertrok hij van Lions naar Frankrijk. Naar opleidingsclub Massy. Om net als internationals als Gerrie Eijlers, Fabian van Olphen, Mark Bult en Arjan Haenen zijn droom na te jagen. Hij kon al na een seizoen een stapje hogerop, ging mee met zijn coach naar Tremblay. “Daar zaten veelal jongens die aan hun eigen hachje dachten. Ik was een makkelijk slachtoffer, omdat ik niet van me afbeet. ‘Die kleine Nederlander komt net kijken, wat gaat die ons hier leren?’ klonk het. Zij beseften niet wat ik in de toekomst voor het team had kunnen betekenen. De trainer moest zijn oren laten hangen naar de oudere spelers. Dat begreep ik ook wel, hij was nog jong. Ik heb die periode gebruikt om fysiek gezien nóg meer in mezelf te investeren, zodat ik daar de rest van mijn leven profijt van zou hebben. Ik ben daar volwassen geworden, sta niet meer zo snel te kijken van iets.” Toulouse haalde hem in 2019. De trainer keek wél naar de kwaliteiten van Luc. “Al na twee wedstrijden in de voorbereiding maakte hij een gebaar alsof hij me de sleutels van het team gaf. Ik mocht beslissen wat er in de aanval op het veld gebeurde, qua systeem. Ik kreeg vrijheid. De jongens accepteerden mijn leiderschap, ook al was ik nieuw.” Wie het laatst lacht, lacht het best. Na één seizoen hing topclub Paris Saint-Germain aan de lijn, ze wilden hem huren. De club, bijna jaarlijks deel­nemer aan de Final Four van de Champions League, besloot al snel dat ze hem over wilden nemen. Bij de grootverdieners, van ‘twee meter hoog en twee meter breed’, had hij respect afgedwongen. “Spelers moeten geregeld lachen op de training, als ik met een schijnbeweging ervoor zorg dat de grote spelers zowat hun enkel breken.” Messi Hoe anders wordt er tegenwoordig tegen hem aangekeken. Le Parisien verhaalde over ‘de onweerstaanbare beklimming van de kleinste speler van de Star League’. Luc is ook niet langer een uitzondering. “Bijna elke club in Frankrijk heeft een speler van mijn lengte, het is een trend aan het worden. Met kleine, beweeglijke spelers kun je een ander speltype spelen. Hartstikke mooi om te zien hoe dat is geëvolueerd. Dat maakt het handbal voor iedereen toegankelijk.” Luc is al twee keer gekozen als beste speler van de eerste divisie en werd de afgelopen twee seizoenen ook verkozen tot beste van alle handballers in de eredivisie. Door zijn geringe lengte en handigheid kreeg hij jaren terug al de bijnaam ‘Messi van het handbal’. Laat de echte Lionel Messi, drie centimeter kleiner dan Luc, sinds vorig jaar zomer nou ook voor Paris Saint-Germain spelen... En niet alleen Messi, ook Neymar en Kylian Mbappé spelen bij de voetbalafdeling. “De wereld van die voetballers is totaal niet te vergelijken met mijn situatie. Daar gaan zulke grote bedragen in om, elke dag staan de media er vol van, dan heb je geen sociaal leven.” Het kwam nog niet van een ontmoeting met de voetbalsterren. “Wellicht straks, want er werden voor de coronapandemie gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals met Kerst en de seizoenafsluiting. Ik heb al wel wedstrijden gezien in het Parc des Princes. We hebben de luxe dat we op de viptribune mogen zitten, tussen de bobo’s. Dan moet ik mijn beste kloffie uit de kast trekken. Binnenkort ga ik bij de voetbalsters Lieke Martens en Jackie Groenen kijken, die sinds kort ook voor Paris Saint-Germain spelen.” Luc woont inmiddels in een goede wijk in Parijs, maar hij heeft ook de andere kant van de stad gezien. “Mijn vriendin en ik hebben in de buitenwijken gewoond, daar wonen gezinnen die niet rond kunnen komen. We voelden ons niet altijd veilig. De meeste Parisiens zijn trotse en ook arrogante mensen. Doe mij maar een trekker met wat koeien op een Limburgse heuvel. Hier word je eerder met je handbaltassen van de roltrap geduwd dan dat iemand vraagt: zal ik je helpen? Ik begin gelukkig ook de mooie kant van Parijs meer te waarderen.” Leuke-momenten-pot Het scheelde weinig of Luc had afgelopen zomer PSG verruild voor de Poolse en Europese topclub Kielce, waarvan de Nederlander Bertus Servaas eigenaar is. “Ik heb er serieus over nagedacht, Kielce kwam met een moeilijk te weerstaan bod. Toen handelde PSG ook opeens heel snel.” Hij bleef in Parijs. “Ik heb voor stabiliteit gekozen, er speelde en speelt zoveel op privégebied dat het verstandiger was om in Parijs te blijven. Mijn vriendin had een moeilijke tijd en anderhalf jaar geleden is bij mijn vader lymfeklierkanker gecon- stateerd. Vlak voor het vertrek naar Hongarije voor het EK kreeg hij er een licht hartinfarct bovenop. Van een man die op 58-jarige leeftijd een medisch dossier had van één regel, veranderde dat volledig. Hij kreeg een nieuwe behandeling, vanuit Amerika overgewaaid. Van de zomer leken alle lichten op groen te staan, de toekomst zag er goed uit. Na een zwaar seizoen ging ik met mijn vriendin op vakantie naar Kroatië en daar kregen we te horen dat de kanker weliswaar op de meeste plekken weg was, maar op één plek waren de cellen weer gegroeid en die bleken resistent tegen de nieuwe behandeling. Er is niks meer aan te doen, het is een aflopende zaak... Als de pijn ondraaglijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar. We hebben een ‘leuke-momenten-pot’ gemaakt, waarin iedereen zijn of haar opgeschreven herinneringen heeft gestopt. Dat geeft iets tastbaars en zorgt dat we ook straks terug kunnen denken aan die mooie tijden als mijn vader er niet meer is.” ‘Er is niks meer aan te doen. Als de pijn ondraag- lijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar’ Luc en zijn vriendin vierden nog vakantie met zijn ouders en met zijn eveneens handballende broer en oud-international Ivo – tijdens het EK in Hongarije waren ze nog teamgenoten – en diens vriendin. “Ik probeer van elk moment dat we samen zijn te genieten. Dat is niet altijd gemakkelijk, want elke keer als je ‘doei’ zegt, weet je niet of het de laatste keer was dat je elkaar hebt gezien. Mijn vader is eind september nog hier geweest in Parijs. Ik wist dat dat de laatste keer was. Ik sloot me er tijdens de wedstrijd voor af, want in de voorbereiding op het seizoen deed ik dat niet en kon ik er opeens helemaal niks meer van.” Zijn ouders stonden altijd voor hem en zijn broer klaar. “We zijn heel close, ze hebben alles met Ivo en mij meebeleefd, dat is onbetaalbaar. Toen ik bij Tremblay een moeilijke tijd had, stonden ze bij elke thuiswedstrijd voor de deur, om er voor me te zijn. Niks was te gek. Ze wisten dat het mijn droom was. Ineens is handbal niet meer het belangrijkste... We spelen soms drie wedstrijden per week, er is weinig tijd om bij de situatie stil te staan, aan het begin van dit seizoen stond ik soms op een training en dacht: what the fuck doe ik hier eigenlijk? Ik had altijd zo’n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd die elk moment kan ontploffen...’’ Weinig aanwas In januari mag het Nederlands mannenteam mede dankzij Luc voor het eerst sinds 1961 meedoen aan het WK. Tijdens de play-off voor kwalificatie lootte Oranje in het voorjaar met Portugal de sterkst mogelijke tegenstander en werd de ploeg na winst in Zuid-Europa thuis toch uitgeschakeld. Oranje kreeg later alsnog een wildcard dankzij de goede prestaties van de laatste tijd en de lobby van de Nederlandse handbalbond. Deelnemen aan een WK met Oranje, het is waar hij als jochie van droomde, maar door de situatie van zijn vader, kan hij daar minder van genieten. Wat Luc ook aan het hart gaat, is de wetenschap dat zijn vader er tegen die tijd niet meer is. Dat hij tijdens het WK het wakend oog, de instemmende knikjes en simpelweg zijn aanwezigheid zal missen. “Hoe ik ga reageren als mijn vader er niet meer is, weet ik niet. Maar dat het voor ons als gezin een zware periode gaat worden daarna, is zeker.” Onder de nieuwe bondscoach Staffan Olsson, een Zweedse handballegende en opvolger van Erlingur Richardsson uit IJsland, gaat Oranje desondanks proberen te stunten. “Wij kunnen niet spelen als Frankrijk of Denemarken, hebben andere type spelers. Het is vernieuwend handbal, out of the box. Door deelname aan het WK kunnen we ons verder ontwikkelen. Een aantal jongens heeft inmiddels de stap gemaakt naar een grotere club.” Luc hoopt dat de bond blijft investeren in de handbalopleiding. “Daar zet ik me ook voor in, door clinics te geven tijdens hand- balkampen. Er is een zorgelijke situatie. Als ik kijk naar Limburg, dat een handbalbolwerk was, dan is er sprake van weinig aan- was. Het is leuk dat wij nu als nationale ploeg mooie resultaten boeken, maar als er geen structurele doorstroming is, zijn we in no time terug bij af. Die gedachte gaat me aan het hart. Want handbal is de mooiste en een van de meest complexe sporten die er is. Snelheid, klappen uitdelen en opvangen, respect voor elkaar, de grens opzoeken, springen, hard schieten, slim zijn en je hebt incasseringsvermogen nodig. Om dat mee te krijgen als kind, daar heeft de maatschappij ook iets aan.” Stiekem droomt Luc van de Olympische Spelen. Het zou het handbalsprookje compleet maken. “Hier in Parijs, in 2024, dat zou heel mooi zijn, maar als je realistisch bent, komen de Spelen net iets te vroeg. Hopelijk vier jaar later, hoewel het dan met mijn leeftijd penibel wordt.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Luc Steins komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Autosport

Jan Lammers: ‘Mister Zandvoort’

Wie aan Circuit Zandvoort denkt, denkt aan Jan Lammers. De voormalig Formule 1 coureur maakte er naam in de autosport. Tegenwoordig is hij Formule 1 analist van de NOS en sportief directeur van de Dutch Grand Prix. Wij spraken hem in aanloop naar het Nederlandse Formule 1 weekend (2-4 september). De slipschool “Dankzij mijn leermeester Rob Slotemaker ben ik op het circuit terechtgekomen. Op de technische school in Haarlem leerde ik twee jongens kennen die bij zijn slipschool werkten. Ik was twaalf en vond dat zo stoer, dat wilde ik ook wel, en dus ging ik bij het circuit rondhangen. Toen ik Rob op een middag tegenkwam, vroeg ik of hij een baantje voor me had. ‘Ga die jongens maar helpen met autowassen,’ zei hij. Er werkten meerdere kinderen. We gooiden afgewerkte olie op de grond, dat bezemden we uit en gooiden er vervolgens water overheen, zodat zijn cursisten konden slippen. En als ze klaar waren, wasten we de auto’s. Aan het einde van de dag nam Rob ons vaak mee naar een Chinees-Indisch restaurant. Rob had ook de sleutel van het hek van het circuit. In het donker gingen we geregeld de baan op, dan mochten we om de beurt rondjes rijden met de autootjes van de slipschool. Rob leerde me schakelen, remmen en sturen. Soms stak er in het donker ineens een duinkatje over. Dan stopten we en zochten we dat beestje. Als we hem vonden, dan brachten we hem de volgende dag naar de dierenarts. Eentje hebben we gehouden, dat werd Coco, de huiskat. In het weekend gingen we kijken bij belangrijke wedstrijden. Een kaartje hoefden we niet te kopen, Rob smokkelde ons het circuit op. Hij stopte met gemak vier kereltjes in zijn achterbak. In die tijd kocht je als toeschouwer sowieso nauwelijks een kaartje, je kroop gewoon onder het hek door of je klom het duin op. Hoe beter je bij Rob werkte, des te meer je met hem optrok en hoe meer hij je hielp. Rob vond het leuk om zijn kennis over te brengen op kinderen. Hij was zelf eigenlijk nog een groot kind. Soms mochten we mee naar Zuid-Frankrijk, of naar zijn boot in Monnickendam. Rob was een goede man. Dankzij Rob heb ik mijn debuut in de autosport gemaakt. Hij heeft mij en ook veel andere jongens leren racen. Ik nam het meteen serieus, dat vond hij leuk om te zien. Op mijn zestiende haalde ik mijn racelicentie, dat was ongebruikelijk, want officieel mocht dat pas als je achttien was. Toen ik mijn licentie had, mocht ik ’s avonds op het circuit geregeld testen. Op een avond stond Daan Pot, mijn buurjongen en goede vriend, op het rechte stuk mij op te wachten. Hij wilde mee . Ik zei: dat moet je eerst aan Rob vragen. ‘Die vindt het goed,’ zei Daan. Aan het eind van het rechte stuk zat ik stoer te vertellen dat je nog tot vijftig meter voor de Tarzanbocht kon remmen. Intussen zat ik nog maar op dertig meter. We vlogen over de kop. Een hoop kabaal, kapotte ramen, de gloednieuwe auto was total loss... Gelukkig zaten we in de riemen. Er was alleen een stukje glas op Daans hoofd terechtgekomen, het bloedde een beetje. Ik vroeg: ben je oké, Daan? Hij antwoordde met z’n Zandvoortse accent: ‘Jezus, dat was net een film!’ We liepen terug naar de slipschool en stonden te trillen van de zenuwen, want we moesten het Rob vertellen. Rob zag dat straaltje bloed over Daans neus lopen en vroeg: ‘Moet jij niet naar een dokter?’ ‘Nee, hoor,’ zei Daan zenuwachtig, ‘doe geen moeite, ik bloed hier wel dood.’ We schoten alle drie in de lach. Rob was heel erg boos, maar wat ook typisch Rob was: de volgende dag had hij een nieuwe auto besteld en daar mocht ik gewoon weer in rijden. Als een halve puber waardeerde ik die dingen natuurlijk nog niet zoals ik ze zou hebben moeten waarderen. Ik was erbij toen Rob op 16 september 1979 op vijftigjarige leeftijd crashte op het circuit en ter plekke overleed. Als 23-jarige kon ik zijn ongeluk niet zo snel opslaan en verwerken. De dood drong in die tijd ook nog niet echt tot me door. Die ijzige stilte na een crash is heel surrealistisch. Mensen durven niks te vragen of te zeggen wat ze denken. Ik stond aan de andere kant van het circuit en zag een doktersauto naar hem toe gaan. Rob was in de slip geraakt, op een official-auto gebotst, en bleek op slag dood. [caption id="attachment_18807" align="alignnone" width="2262"] 1973: Rob Slotemaker met de zestienjarige Jan Lammers[/caption] Op het moment van zijn ongeluk zat ik net in de Formule 1, een wereld waarin je jezelf flink overeind moet houden. Ik wist dat zoiets vreselijks kon gebeuren. De dag dat ik mijn Formule 1 contract tekende in Monza, had ik voor mijn neus gezien hoe een van de grootste racetalenten in die tijd, de Zweed Ronnie Peterson, die samen met Mario Andretti bij Lotus reed, overleed. Ik wist dus wel waar ik aan begonnen was. In die tijd ging je anders om met de dood. Ook om het voor jezelf werkbaar te maken. Als je met angst in de auto stapt, dan functioneer je niet meer. Gelukkig heeft Rob mij nog kunnen zien rijden in de Formule 1. Hij is in 1979 meegegaan naar Brazilië, waar ik mijn tweede race reed. Het is ontzettend jammer dat we hem niet langer mee hebben kunnen maken, maar iedereen die hem kende, zal zeggen: Rob was niet iemand om oud te worden. Hij zou nu 93 zijn geweest... Rob leeft voort in mij. Hij is een groot onderdeel van mijn leven, maar ik ben niet iemand die in het sentiment van het verleden blijft hangen.” De eerste keer “De eerste keer dat ik won op Zandvoort, was magisch. Ik was zestien en werd in de Simca van Rob Nederlands kampioen bij de toerwagens. Mijn eerste internationale overwinning in Zandvoort was het Europees kampioenschap in de Formule 3 in 1978, die heb ik nog steeds als enige Nederlander gewonnen. Twee keer reed ik ook een Formule 1-race op Zandvoort. In die tijd moest je je nog kwalificeren. In 1979 en 1982 lukte me dat wel, in 1980 niet. Ik werd op het circuit altijd onthaald als held, maar wel volgens de normen van die tijd: met veel enthousiasme, maar zonder poeha. Je had in die tijd De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, en drie autobladen, er was nog niet eens commerciële tv. De communicatie was primitief. Het allerleukste van op Zandvoort racen was dat mijn familie erbij was. Mijn ouders, vijf broers en zus waren enorm trots. Ze hebben mijn carrière nauwlettend gevolgd. Ik was de benjamin van de familie en als jongste was ik natuurlijk het verwende zeikertje, maar ik deed het wel heel goed. Mijn ouders hielden zielsveel van al hun kinderen, het was al moeilijk genoeg dat er veel aandacht naar mij uitging. [caption id="attachment_18808" align="alignnone" width="1954"] 14 oktober 1973: Jan Lammers nadat hij op zijn zestiende Nederlands kampioen is geworden.[/caption] Ik heb ze zoveel mogelijk mee laten genieten van mijn succes. Eén keer per jaar gingen we op wintersport, dan zaten we met zijn allen in mijn Renault Espace, en werd er heel hard meegezongen en gelachen als het nummer Ome Jan van Willeke Alberti gedraaid werd, met de tekst: ‘We gingen op vakantie van het geld van ome Jan.’ Tot op de dag van vandaag hebben we veel contact. Mijn ouders zijn overleden. Mijn oudste broer Ap is nu 82, we nemen hem nog geregeld mee naar de golfbaan.” De Hunserug “Op een doordeweeks testmoment van de Formule 1 stond ik op het circuit onderaan de Hunserug te kijken hoe Mario Andretti en Niki Lauda voorbijraasden. Ik was een jaar of zeventien. Op die plek kwamen de auto’s recht op me afrijden, ze reden vrij dicht langs me, om vervolgens langzaam uit zicht te verdwijnen. Het opkomen van die auto’s en het langzaam weer zien verdwijnen, en het opkomen en afsterven van het geluid was perfect, een meditatief moment. Op dat moment kroop de liefde voor de autosport onder mijn huid. Het was de eerste keer dat ik de overtuiging had dat ik later in de Formule 1 wilde rijden. Hoe we dat gaan doen, dat zie ik nog wel, dacht ik op dat moment, maar het gaat gebeuren. Ik was nooit fan van een bepaalde coureur, maar ik had veel respect voor de rijstijl van Mario Andretti en de mentaliteit van Niki Lauda. Naderhand heb ik Lauda leren kennen. Ik vond hem een echte Oostenrijker. Die zijn niet van de sweet talk, maar eerlijk en recht voor zijn raap. Uiteindelijk heb ik tegen veel goede coureurs gereden. Mannen als Jacques Villeneuve, Damon Hill, Heinz-Harald Frentzen, Johnny Herbert, Eddie Irvine en Rubens Barrichello. Er waren momenten dat ik sneller kon zijn dan die mannen. Er had veel meer in gezeten. Ik heb nooit de gelegenheid gekregen om te laten zien hoe goed ik was, maar ook nooit om te laten zien hoe slecht ik was. [caption id="attachment_18809" align="alignnone" width="2409"] 1973: Jan Lammers wordt gefeliciteerd door zijn moeder.[/caption] In de autosport draait het voor een groot deel om je materiaal, dat is wat het is. De Formule 1-auto’s van toen voelden sowieso al als een vrachtwagen vergeleken met de auto’s van nu, de koppeling voelde aan alsof je in een oude legertruck zat. Maar als ik bij een topteam als Ferrari had gereden, dan had ik absoluut een aantal GP’s kunnen winnen. En als je er één kunt winnen, kun je er ook meerdere winnen en wereldkampioen worden. ‘In 1982 had ik een afspraak met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve te vervangen. Op die dag brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan’ In 1982 had ik zelfs een afspraak staan met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve, de vader van Jacques, te vervangen. Op de dag dat ik in Detroit die afspraak met Ferrari had, brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan. Ik ben trots op een paar piekmomenten in de Formule 1, maar die voor het grote publiek niet zichtbaar waren. Zoals een vierde kwalificatietijd in Long Beach California, helaas ging na 200 meter in de race mijn aandrijfas kapot. In Zuid-Afrika lag ik derde na de start. De ronde erna wilde ik iemand eruit remmen voor P2, maar ik tikte hem zacht aan en stond vervolgens tien ronden lang in de pit. In Spanje lag ik op P6 en naderde halverwege de race P5, toen mijn remmen het begaven. Degene die ik wilde inhalen, Alan Jones, won de race. Maar dat zijn nu lulverhalen die het grote publiek toch allemaal niet weet. In 1992 maakte ik na tien jaar een comeback in de Formule 1, ik reed nog twee races. Die Formule 1-tijd was leuk om mee te maken, maar ik hecht misschien wel meer waarde aan andere overwinningen, zoals die van de 24 uur van Le Mans, waarin ik dertien van de 24 uur heb gereden en ook nog eens met een kapotte versnellingsbak.” De nieuwe klasse “Het Zandvoortse circuit raakte een beetje in het slop nadat Niki Lauda in 1985 de laatste GP Formule 1 won. Er werd natuurlijk wel geracet na die tijd, maar echte grote evenementen werden er niet meer gehouden. Dat veranderde in 2006, dankzij een nieuwe klasse, de A1 Grand Prix, die een jaar eerder in het leven was geroepen. Een paar mannen hadden vijfhonderd miljoen uitgetrokken om die klasse in de markt te zetten. Ik had de franchise van Nederland en twintig procent van de aandelen. Runde ons Team The Netherlands, met in het eerste seizoen Jos Verstappen als rijder en later Jeroen Bleekemolen en Robert Doornbos. Ik was te oud om te rijden, het was een klasse voor jong talent. Op 1 oktober 2006 werd de openingsrace van het seizoen in Zandvoort gehouden. Het was het mooiste en grootste evenement wat we tot op dat moment op het circuit hadden gehad. Het zat ramvol, er waren zeventigduizend toeschouwers, en ondanks de regen was iedereen blij en enthousiast. Jeroen Bleekemolen reed en werd onthaald als een grote held. Toenmalig premier Jan Peter Balkenende kwam hem nog een peptalk geven. Uiteindelijk eindigde Jeroen als vierde door een foute beslissing van mij anders had hij gewonnen. Het resultaat deed er niet toe, het was fantastisch dat er weer zo’n groot evenement in Zandvoort werd gehouden. De A1GP was een mooie klasse, maar heeft het uiteindelijk niet gehaald: er moest nog veel meer geld in gestopt worden en dat lukte niet. In 2010 hield ie op te bestaan.” De comeback “Ik ben er enorm trots op dat we de Champions League van de autosport weer naar Nederland hebben gehaald en dat alle autosportliefhebbers ervan kunnen meegenieten. Een paar jaar voor de daadwerkelijke terugkeer in 2020 gingen er in kleine kring stemmen op met het plan om de Formule 1 terug te halen naar Zandvoort. Prins Bernhard jr. belde mij als eerst. Ik wist van de lobby, maar heb er zelf niks mee te maken gehad. Eerlijk gezegd achtte ik het kansloos. De kans dat ik door de bliksem word getroffen is groter, zei ik. Dat de organisatie vervolgens mij als sportief directeur vroeg, vond ik een geweldige eer. Maar ik wilde geen sportief directeur zijn van een Grand Prix die nooit door is gegaan, toch een beetje chef lege dozen. Toen het eenmaal rond was, zette ook ik mijn handtekening. [caption id="attachment_18810" align="alignnone" width="2560"] 2021: Jan Lammers, Max Verstappen en Jos Verstappen in Zandvoort.[/caption] Het is geen geheim dat de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort allesbehalve makkelijk is geweest. We kregen te maken met veel stromingen. Zo sprong het circuit van Assen in onze zijspan, die wilde profiteren van onze lobby, en milieu- en natuurorganisaties protesteerden. We leven in een democratie dus je hebt nou eenmaal met veel verschillende standpunten te maken. Die moet je respecteren. We hebben goed naar iedereen geluisterd, onze vergunningen goed voorbereid en aan alle eisen voldaan. Tot op de dag van vandaag hebben we ook alle rechtszaken gewonnen. Op het moment dat op 5 september vorig jaar, nadat het evenement vanwege corona ook nog een jaar was uitgesteld, de eerste auto de pitstraat uitreed, had ik kippenvel. We hadden daar allemaal zo ontzettend naar uitgekeken. Het droomscenario kwam ook nog eens uit. Het was prachtig weer, alles verliep op rolletjes, er waren duizenden uitzinnige fans, en zij zagen ook nog eens Max Verstappen winnen en kans maken op het wereldkampioenschap. Voor mij kwam het ene na het andere too good to be true-moment uit de hemel gevallen. Dit jaar mag er een derde meer aan bezoekers naar binnen. Dat worden er ruim honderdtienduizend per dag. Onze grootste wens is dat alles veilig en goed verloopt en dat de toeschouwers enthousiast en gelukkig naar huis gaan, zelfs al komen ze blauwbekkend van de kou en regen de tribune af. En ja, natuurlijk hoop ik dat Max weer wint. Ik heb respect voor zijn vakmanschap en hoe hij zich als sportman manifesteert. In de volksmond ben ik waarschijnlijk zijn grootste fan, maar met het woord ‘fan’ heb ik een moeizame associatie. Het is een afkorting van fanatic, en betekent voor mij dat diegene niks negatiefs kan horen over zijn idool. Ik ben in die zin geen fan van Max, maar wel een van zijn grootste bewonderaars.” Zoon René “Na mijn carrière dacht ik: de geest is uit de fles, het zwarte gat zal wel komen. Toen kwam Max ineens uit de hoge hoed, een zeventienjarige Nederlander in de Formule 1. Mensen vroegen me wat ik daarvan vond, ineens werd mijn houdbaarheidsdatum met tien jaar verlengd. Alsof dat nog niet genoeg was, kwam de Dutch Grand Prix met zo’n mooie functie aanzetten. En nu heb ik ook nog een zoon met een groot talent, die hard op weg is om naam te maken. Of René de nieuwe Lewis Hamilton of Max Verstappen wordt, dat moeten we nog zien. Tot nu toe wijst alles erop dat hij wel wat kan. Zijn prestaties in de kartsport zijn goed, en hij is pas veertien. [caption id="attachment_18811" align="alignnone" width="2560"] Jan Lammers met zijn zoon Réne[/caption] Als René een fout maakt in een wedstrijd, kan ik daar twee dagen mee rondlopen. Ik word boos als ik zie dat hij zijn potentieel niet haalt. Ik ben zijn vader, maar ook coach en monteur geweest. René zit nu in een fabrieksteam met zes mannen die hem begeleiden. Thuis hebben we een simulator staan. Maar ik heb nog twee schatten van kinderen, hoor, daar ben ik net zo trots op. Mijn zoon van 24 woont ook in Zandvoort, en mijn dochter van 27 mis ik enorm, zij woont in Amerika en ik spreek haar elke dag. Maar ik kan niet ontkennen dat het een droom is om René ooit zijn debuut te zien maken in de Formule 1. En mocht hij ooit meedoen aan de Dutch Grand Prix, dan is het cirkeltje echt rond.” Helden Magazine 63 Het verhaal van Jan Lammers komt voort uit Helden Magazine 63. Naas het verhaal van Lammers, duiken we verder in de slipstream van Max Verstappen. Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Wie aan Circuit Zandvoort denkt, denkt aan Jan Lammers. De voormalig Formule 1 coureur maakte er naam in de autosport. Tegenwoordig is hij Formule 1 analist van de NOS en sportief directeur van de Dutch Grand Prix. Wij spraken hem in aanloop naar het Nederlandse Formule 1 weekend (2-4 september). De slipschool “Dankzij mijn leermeester Rob Slotemaker ben ik op het circuit terechtgekomen. Op de technische school in Haarlem leerde ik twee jongens kennen die bij zijn slipschool werkten. Ik was twaalf en vond dat zo stoer, dat wilde ik ook wel, en dus ging ik bij het circuit rondhangen. Toen ik Rob op een middag tegenkwam, vroeg ik of hij een baantje voor me had. ‘Ga die jongens maar helpen met autowassen,’ zei hij. Er werkten meerdere kinderen. We gooiden afgewerkte olie op de grond, dat bezemden we uit en gooiden er vervolgens water overheen, zodat zijn cursisten konden slippen. En als ze klaar waren, wasten we de auto’s. Aan het einde van de dag nam Rob ons vaak mee naar een Chinees-Indisch restaurant. Rob had ook de sleutel van het hek van het circuit. In het donker gingen we geregeld de baan op, dan mochten we om de beurt rondjes rijden met de autootjes van de slipschool. Rob leerde me schakelen, remmen en sturen. Soms stak er in het donker ineens een duinkatje over. Dan stopten we en zochten we dat beestje. Als we hem vonden, dan brachten we hem de volgende dag naar de dierenarts. Eentje hebben we gehouden, dat werd Coco, de huiskat. In het weekend gingen we kijken bij belangrijke wedstrijden. Een kaartje hoefden we niet te kopen, Rob smokkelde ons het circuit op. Hij stopte met gemak vier kereltjes in zijn achterbak. In die tijd kocht je als toeschouwer sowieso nauwelijks een kaartje, je kroop gewoon onder het hek door of je klom het duin op. Hoe beter je bij Rob werkte, des te meer je met hem optrok en hoe meer hij je hielp. Rob vond het leuk om zijn kennis over te brengen op kinderen. Hij was zelf eigenlijk nog een groot kind. Soms mochten we mee naar Zuid-Frankrijk, of naar zijn boot in Monnickendam. Rob was een goede man. Dankzij Rob heb ik mijn debuut in de autosport gemaakt. Hij heeft mij en ook veel andere jongens leren racen. Ik nam het meteen serieus, dat vond hij leuk om te zien. Op mijn zestiende haalde ik mijn racelicentie, dat was ongebruikelijk, want officieel mocht dat pas als je achttien was. Toen ik mijn licentie had, mocht ik ’s avonds op het circuit geregeld testen. Op een avond stond Daan Pot, mijn buurjongen en goede vriend, op het rechte stuk mij op te wachten. Hij wilde mee . Ik zei: dat moet je eerst aan Rob vragen. ‘Die vindt het goed,’ zei Daan. Aan het eind van het rechte stuk zat ik stoer te vertellen dat je nog tot vijftig meter voor de Tarzanbocht kon remmen. Intussen zat ik nog maar op dertig meter. We vlogen over de kop. Een hoop kabaal, kapotte ramen, de gloednieuwe auto was total loss... Gelukkig zaten we in de riemen. Er was alleen een stukje glas op Daans hoofd terechtgekomen, het bloedde een beetje. Ik vroeg: ben je oké, Daan? Hij antwoordde met z’n Zandvoortse accent: ‘Jezus, dat was net een film!’ We liepen terug naar de slipschool en stonden te trillen van de zenuwen, want we moesten het Rob vertellen. Rob zag dat straaltje bloed over Daans neus lopen en vroeg: ‘Moet jij niet naar een dokter?’ ‘Nee, hoor,’ zei Daan zenuwachtig, ‘doe geen moeite, ik bloed hier wel dood.’ We schoten alle drie in de lach. Rob was heel erg boos, maar wat ook typisch Rob was: de volgende dag had hij een nieuwe auto besteld en daar mocht ik gewoon weer in rijden. Als een halve puber waardeerde ik die dingen natuurlijk nog niet zoals ik ze zou hebben moeten waarderen. Ik was erbij toen Rob op 16 september 1979 op vijftigjarige leeftijd crashte op het circuit en ter plekke overleed. Als 23-jarige kon ik zijn ongeluk niet zo snel opslaan en verwerken. De dood drong in die tijd ook nog niet echt tot me door. Die ijzige stilte na een crash is heel surrealistisch. Mensen durven niks te vragen of te zeggen wat ze denken. Ik stond aan de andere kant van het circuit en zag een doktersauto naar hem toe gaan. Rob was in de slip geraakt, op een official-auto gebotst, en bleek op slag dood. [caption id="attachment_18807" align="alignnone" width="2262"] 1973: Rob Slotemaker met de zestienjarige Jan Lammers[/caption] Op het moment van zijn ongeluk zat ik net in de Formule 1, een wereld waarin je jezelf flink overeind moet houden. Ik wist dat zoiets vreselijks kon gebeuren. De dag dat ik mijn Formule 1 contract tekende in Monza, had ik voor mijn neus gezien hoe een van de grootste racetalenten in die tijd, de Zweed Ronnie Peterson, die samen met Mario Andretti bij Lotus reed, overleed. Ik wist dus wel waar ik aan begonnen was. In die tijd ging je anders om met de dood. Ook om het voor jezelf werkbaar te maken. Als je met angst in de auto stapt, dan functioneer je niet meer. Gelukkig heeft Rob mij nog kunnen zien rijden in de Formule 1. Hij is in 1979 meegegaan naar Brazilië, waar ik mijn tweede race reed. Het is ontzettend jammer dat we hem niet langer mee hebben kunnen maken, maar iedereen die hem kende, zal zeggen: Rob was niet iemand om oud te worden. Hij zou nu 93 zijn geweest... Rob leeft voort in mij. Hij is een groot onderdeel van mijn leven, maar ik ben niet iemand die in het sentiment van het verleden blijft hangen.” De eerste keer “De eerste keer dat ik won op Zandvoort, was magisch. Ik was zestien en werd in de Simca van Rob Nederlands kampioen bij de toerwagens. Mijn eerste internationale overwinning in Zandvoort was het Europees kampioenschap in de Formule 3 in 1978, die heb ik nog steeds als enige Nederlander gewonnen. Twee keer reed ik ook een Formule 1-race op Zandvoort. In die tijd moest je je nog kwalificeren. In 1979 en 1982 lukte me dat wel, in 1980 niet. Ik werd op het circuit altijd onthaald als held, maar wel volgens de normen van die tijd: met veel enthousiasme, maar zonder poeha. Je had in die tijd De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, en drie autobladen, er was nog niet eens commerciële tv. De communicatie was primitief. Het allerleukste van op Zandvoort racen was dat mijn familie erbij was. Mijn ouders, vijf broers en zus waren enorm trots. Ze hebben mijn carrière nauwlettend gevolgd. Ik was de benjamin van de familie en als jongste was ik natuurlijk het verwende zeikertje, maar ik deed het wel heel goed. Mijn ouders hielden zielsveel van al hun kinderen, het was al moeilijk genoeg dat er veel aandacht naar mij uitging. [caption id="attachment_18808" align="alignnone" width="1954"] 14 oktober 1973: Jan Lammers nadat hij op zijn zestiende Nederlands kampioen is geworden.[/caption] Ik heb ze zoveel mogelijk mee laten genieten van mijn succes. Eén keer per jaar gingen we op wintersport, dan zaten we met zijn allen in mijn Renault Espace, en werd er heel hard meegezongen en gelachen als het nummer Ome Jan van Willeke Alberti gedraaid werd, met de tekst: ‘We gingen op vakantie van het geld van ome Jan.’ Tot op de dag van vandaag hebben we veel contact. Mijn ouders zijn overleden. Mijn oudste broer Ap is nu 82, we nemen hem nog geregeld mee naar de golfbaan.” De Hunserug “Op een doordeweeks testmoment van de Formule 1 stond ik op het circuit onderaan de Hunserug te kijken hoe Mario Andretti en Niki Lauda voorbijraasden. Ik was een jaar of zeventien. Op die plek kwamen de auto’s recht op me afrijden, ze reden vrij dicht langs me, om vervolgens langzaam uit zicht te verdwijnen. Het opkomen van die auto’s en het langzaam weer zien verdwijnen, en het opkomen en afsterven van het geluid was perfect, een meditatief moment. Op dat moment kroop de liefde voor de autosport onder mijn huid. Het was de eerste keer dat ik de overtuiging had dat ik later in de Formule 1 wilde rijden. Hoe we dat gaan doen, dat zie ik nog wel, dacht ik op dat moment, maar het gaat gebeuren. Ik was nooit fan van een bepaalde coureur, maar ik had veel respect voor de rijstijl van Mario Andretti en de mentaliteit van Niki Lauda. Naderhand heb ik Lauda leren kennen. Ik vond hem een echte Oostenrijker. Die zijn niet van de sweet talk, maar eerlijk en recht voor zijn raap. Uiteindelijk heb ik tegen veel goede coureurs gereden. Mannen als Jacques Villeneuve, Damon Hill, Heinz-Harald Frentzen, Johnny Herbert, Eddie Irvine en Rubens Barrichello. Er waren momenten dat ik sneller kon zijn dan die mannen. Er had veel meer in gezeten. Ik heb nooit de gelegenheid gekregen om te laten zien hoe goed ik was, maar ook nooit om te laten zien hoe slecht ik was. [caption id="attachment_18809" align="alignnone" width="2409"] 1973: Jan Lammers wordt gefeliciteerd door zijn moeder.[/caption] In de autosport draait het voor een groot deel om je materiaal, dat is wat het is. De Formule 1-auto’s van toen voelden sowieso al als een vrachtwagen vergeleken met de auto’s van nu, de koppeling voelde aan alsof je in een oude legertruck zat. Maar als ik bij een topteam als Ferrari had gereden, dan had ik absoluut een aantal GP’s kunnen winnen. En als je er één kunt winnen, kun je er ook meerdere winnen en wereldkampioen worden. ‘In 1982 had ik een afspraak met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve te vervangen. Op die dag brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan’ In 1982 had ik zelfs een afspraak staan met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve, de vader van Jacques, te vervangen. Op de dag dat ik in Detroit die afspraak met Ferrari had, brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan. Ik ben trots op een paar piekmomenten in de Formule 1, maar die voor het grote publiek niet zichtbaar waren. Zoals een vierde kwalificatietijd in Long Beach California, helaas ging na 200 meter in de race mijn aandrijfas kapot. In Zuid-Afrika lag ik derde na de start. De ronde erna wilde ik iemand eruit remmen voor P2, maar ik tikte hem zacht aan en stond vervolgens tien ronden lang in de pit. In Spanje lag ik op P6 en naderde halverwege de race P5, toen mijn remmen het begaven. Degene die ik wilde inhalen, Alan Jones, won de race. Maar dat zijn nu lulverhalen die het grote publiek toch allemaal niet weet. In 1992 maakte ik na tien jaar een comeback in de Formule 1, ik reed nog twee races. Die Formule 1-tijd was leuk om mee te maken, maar ik hecht misschien wel meer waarde aan andere overwinningen, zoals die van de 24 uur van Le Mans, waarin ik dertien van de 24 uur heb gereden en ook nog eens met een kapotte versnellingsbak.” De nieuwe klasse “Het Zandvoortse circuit raakte een beetje in het slop nadat Niki Lauda in 1985 de laatste GP Formule 1 won. Er werd natuurlijk wel geracet na die tijd, maar echte grote evenementen werden er niet meer gehouden. Dat veranderde in 2006, dankzij een nieuwe klasse, de A1 Grand Prix, die een jaar eerder in het leven was geroepen. Een paar mannen hadden vijfhonderd miljoen uitgetrokken om die klasse in de markt te zetten. Ik had de franchise van Nederland en twintig procent van de aandelen. Runde ons Team The Netherlands, met in het eerste seizoen Jos Verstappen als rijder en later Jeroen Bleekemolen en Robert Doornbos. Ik was te oud om te rijden, het was een klasse voor jong talent. Op 1 oktober 2006 werd de openingsrace van het seizoen in Zandvoort gehouden. Het was het mooiste en grootste evenement wat we tot op dat moment op het circuit hadden gehad. Het zat ramvol, er waren zeventigduizend toeschouwers, en ondanks de regen was iedereen blij en enthousiast. Jeroen Bleekemolen reed en werd onthaald als een grote held. Toenmalig premier Jan Peter Balkenende kwam hem nog een peptalk geven. Uiteindelijk eindigde Jeroen als vierde door een foute beslissing van mij anders had hij gewonnen. Het resultaat deed er niet toe, het was fantastisch dat er weer zo’n groot evenement in Zandvoort werd gehouden. De A1GP was een mooie klasse, maar heeft het uiteindelijk niet gehaald: er moest nog veel meer geld in gestopt worden en dat lukte niet. In 2010 hield ie op te bestaan.” De comeback “Ik ben er enorm trots op dat we de Champions League van de autosport weer naar Nederland hebben gehaald en dat alle autosportliefhebbers ervan kunnen meegenieten. Een paar jaar voor de daadwerkelijke terugkeer in 2020 gingen er in kleine kring stemmen op met het plan om de Formule 1 terug te halen naar Zandvoort. Prins Bernhard jr. belde mij als eerst. Ik wist van de lobby, maar heb er zelf niks mee te maken gehad. Eerlijk gezegd achtte ik het kansloos. De kans dat ik door de bliksem word getroffen is groter, zei ik. Dat de organisatie vervolgens mij als sportief directeur vroeg, vond ik een geweldige eer. Maar ik wilde geen sportief directeur zijn van een Grand Prix die nooit door is gegaan, toch een beetje chef lege dozen. Toen het eenmaal rond was, zette ook ik mijn handtekening. [caption id="attachment_18810" align="alignnone" width="2560"] 2021: Jan Lammers, Max Verstappen en Jos Verstappen in Zandvoort.[/caption] Het is geen geheim dat de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort allesbehalve makkelijk is geweest. We kregen te maken met veel stromingen. Zo sprong het circuit van Assen in onze zijspan, die wilde profiteren van onze lobby, en milieu- en natuurorganisaties protesteerden. We leven in een democratie dus je hebt nou eenmaal met veel verschillende standpunten te maken. Die moet je respecteren. We hebben goed naar iedereen geluisterd, onze vergunningen goed voorbereid en aan alle eisen voldaan. Tot op de dag van vandaag hebben we ook alle rechtszaken gewonnen. Op het moment dat op 5 september vorig jaar, nadat het evenement vanwege corona ook nog een jaar was uitgesteld, de eerste auto de pitstraat uitreed, had ik kippenvel. We hadden daar allemaal zo ontzettend naar uitgekeken. Het droomscenario kwam ook nog eens uit. Het was prachtig weer, alles verliep op rolletjes, er waren duizenden uitzinnige fans, en zij zagen ook nog eens Max Verstappen winnen en kans maken op het wereldkampioenschap. Voor mij kwam het ene na het andere too good to be true-moment uit de hemel gevallen. Dit jaar mag er een derde meer aan bezoekers naar binnen. Dat worden er ruim honderdtienduizend per dag. Onze grootste wens is dat alles veilig en goed verloopt en dat de toeschouwers enthousiast en gelukkig naar huis gaan, zelfs al komen ze blauwbekkend van de kou en regen de tribune af. En ja, natuurlijk hoop ik dat Max weer wint. Ik heb respect voor zijn vakmanschap en hoe hij zich als sportman manifesteert. In de volksmond ben ik waarschijnlijk zijn grootste fan, maar met het woord ‘fan’ heb ik een moeizame associatie. Het is een afkorting van fanatic, en betekent voor mij dat diegene niks negatiefs kan horen over zijn idool. Ik ben in die zin geen fan van Max, maar wel een van zijn grootste bewonderaars.” Zoon René “Na mijn carrière dacht ik: de geest is uit de fles, het zwarte gat zal wel komen. Toen kwam Max ineens uit de hoge hoed, een zeventienjarige Nederlander in de Formule 1. Mensen vroegen me wat ik daarvan vond, ineens werd mijn houdbaarheidsdatum met tien jaar verlengd. Alsof dat nog niet genoeg was, kwam de Dutch Grand Prix met zo’n mooie functie aanzetten. En nu heb ik ook nog een zoon met een groot talent, die hard op weg is om naam te maken. Of René de nieuwe Lewis Hamilton of Max Verstappen wordt, dat moeten we nog zien. Tot nu toe wijst alles erop dat hij wel wat kan. Zijn prestaties in de kartsport zijn goed, en hij is pas veertien. [caption id="attachment_18811" align="alignnone" width="2560"] Jan Lammers met zijn zoon Réne[/caption] Als René een fout maakt in een wedstrijd, kan ik daar twee dagen mee rondlopen. Ik word boos als ik zie dat hij zijn potentieel niet haalt. Ik ben zijn vader, maar ook coach en monteur geweest. René zit nu in een fabrieksteam met zes mannen die hem begeleiden. Thuis hebben we een simulator staan. Maar ik heb nog twee schatten van kinderen, hoor, daar ben ik net zo trots op. Mijn zoon van 24 woont ook in Zandvoort, en mijn dochter van 27 mis ik enorm, zij woont in Amerika en ik spreek haar elke dag. Maar ik kan niet ontkennen dat het een droom is om René ooit zijn debuut te zien maken in de Formule 1. En mocht hij ooit meedoen aan de Dutch Grand Prix, dan is het cirkeltje echt rond.” Helden Magazine 63 Het verhaal van Jan Lammers komt voort uit Helden Magazine 63. Naas het verhaal van Lammers, duiken we verder in de slipstream van Max Verstappen. Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Volleybal

Nika Daalderop: ‘Ik kan een stresskip zijn, hoor’

Nika Daalderop (23) is een van de nieuwe boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Na de zomer gaat ze voor het Turkse VakifBank spelen, de beste club van Europa. Maar eerst speelt ze met het Nederlands team (23 september-15 oktober) het WK in Nederland en Polen. We legden Nika zeven stellingen voor. Ik wil ook buiten het volleybalveld het nieuwe gezicht worden van mijn sport “Als het gebeurt, vind ik het prima, hoor, maar het is niet per se mijn ambitie om het gezicht van het volleybal te worden. Ik ben iemand die de kat uit de boom kijkt, hoef niet in de schijnwerpers te staan. Ik ben me er natuurlijk van bewust dat het er in deze tijd met sociale media een beetje bij hoort dat topsporters meer van zichzelf laten zien dan alleen het sportieve, maar ik ben niet heel bewust bezig met mijn imago. Sinds kort ben ik wat actiever op social media, deels ook op aandringen van mijn omgeving, omdat ze weten dat ik er veel meer uit zou kunnen halen. Ik kijk gewoon of ik het leuk vind en verdien er ook nog een beetje geld mee af en toe. Zitten mensen erop te wachten dat ik meer van mezelf laat zien dan volleyballen? Denk ik eigenlijk ook nooit zo over na... Misschien komt dat ook doordat ik zelf nooit een groot voorbeeld, held of heldin heb gehad. Ik zie volleybal nog steeds als een uit de hand gelopen hobby, zie het zeker niet als mijn werk. Toen ik klein was heb ik ook nooit de ambitie gehad om volleybalster te worden, ik vond het altijd gewoon heel leuk om te doen en ben er eigenlijk gewoon ingerold.” Ik snap heel goed dat Lonneke Sloetjes en ook een tijdje Celeste Plak genoeg hadden van volleyballen “Er zijn gesprekken tussen spelers en coaches met de internationale volleybalbond geweest om iets te doen aan de overvolle agenda. Uit steeds meer hoeken komen de signalen dat het echt te veel is. De resultaten van die gesprekken zien we nog niet echt. In de Nations League speelden we nu twaalf wedstrijden in korte tijd over de hele wereld en vorig jaar waren dat er vijftien... Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Celeste heeft een sabbatical genomen om zich weer op te laden. Lonneke besloot na eerst een pauze te hebben genomen helemaal met volleybal te stoppen. Dat is toch zorgelijk? Dat moet toch het signaal zijn dat er snel wat moet gebeuren? Ik kan die meiden die een pauze inlassen heel goed begrijpen, omdat het mentaal en fysiek zo zwaar is wat wij doen. We spelen week in week uit bij onze club en daarnaast, in de periode dat we eigenlijk op krachten zouden moeten komen, spelen we voor het nationaal team. De spelers die club en nationaal team combineren, hebben daardoor hooguit twee weken vakantie per jaar. Er is dus geen tijd om tot rust te komen, zowel mentaal als fysiek. Ik snap heel goed dat dat ritme je na een paar jaar opbreekt. 'Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Dat is toch zorgelijk?' Ik had al een tijdje last van een slijmbeursontsteking in mijn heup. Bij de club denken ze aan de korte termijn. Vaak sta je één of twee seizoenen onder contract en in die periode moet je presteren. Daar krijg je veel sneller te horen: ‘Speel maar even door een pijntje heen.’ Bij het nationaal team wordt er beter op ons gelet, daar wordt juist wel naar de langere termijn gekeken, krijgen we eerder rust voorgeschreven. Ik heb in aanloop naar het WK ook de Nations League gemist om voor het WK van die slijmbeursontsteking af te komen. En dan zijn er nog de hoge verwachtingen waar je altijd mee te maken hebt. Je voelt die druk. Ik heb de afgelopen jaren in Italië gespeeld, bij Firenze en Novara. Bijna bij elke training kwamen de bazen van de club kijken: de president, sponsors. Zelfs tijdens trainingen voelde ik die ogen die op me gericht waren. Daardoor ga je ook heel veel van jezelf eisen. Het is niet gek dat je daar een keer aan onderdoor gaat. Bij sommige teams heb je ook een mental coach. Ik heb die mentale hulp nog niet nodig gehad, maar dat kan altijd nog veranderen. Ik ga na het WK naar VakifBank, al jaren een van de beste clubs ter wereld. Lonneke heeft daar ook vier jaar gespeeld, tot en met 2019. Ze heeft mij gezegd dat het de mooiste en de zwaarste jaren van haar loopbaan zijn geweest. Ik heb nooit gemerkt dat het zo pittig voor haar was, dat heeft ze goed kunnen maskeren. Pas op het einde, tijdens het olympisch kwalificatietoernooi voor Tokio, merkte ik dat ze anders in het veld stond dan ik gewend was van haar. Ik kan ook een stresskip zijn, hoor. Vooral als ik, zoals nu, naar een nieuwe club ga. Ik heb altijd even tijd nodig, moet iedereen eerst wat beter leren kennen voordat ik me op de training losser kan gedragen. Ik heb Lonneke veel gesproken toen ik de keuze had om naar VakifBank te gaan. Ze zei tegen mij: ‘Niek, als ik het heb overleefd, dan kun jij dat zeker.’ Dat stelde me gerust.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met Davy Klaassen die zich op maakt voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nika Daalderop (23) is een van de nieuwe boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Na de zomer gaat ze voor het Turkse VakifBank spelen, de beste club van Europa. Maar eerst speelt ze met het Nederlands team (23 september-15 oktober) het WK in Nederland en Polen. We legden Nika zeven stellingen voor. Ik wil ook buiten het volleybalveld het nieuwe gezicht worden van mijn sport “Als het gebeurt, vind ik het prima, hoor, maar het is niet per se mijn ambitie om het gezicht van het volleybal te worden. Ik ben iemand die de kat uit de boom kijkt, hoef niet in de schijnwerpers te staan. Ik ben me er natuurlijk van bewust dat het er in deze tijd met sociale media een beetje bij hoort dat topsporters meer van zichzelf laten zien dan alleen het sportieve, maar ik ben niet heel bewust bezig met mijn imago. Sinds kort ben ik wat actiever op social media, deels ook op aandringen van mijn omgeving, omdat ze weten dat ik er veel meer uit zou kunnen halen. Ik kijk gewoon of ik het leuk vind en verdien er ook nog een beetje geld mee af en toe. Zitten mensen erop te wachten dat ik meer van mezelf laat zien dan volleyballen? Denk ik eigenlijk ook nooit zo over na... Misschien komt dat ook doordat ik zelf nooit een groot voorbeeld, held of heldin heb gehad. Ik zie volleybal nog steeds als een uit de hand gelopen hobby, zie het zeker niet als mijn werk. Toen ik klein was heb ik ook nooit de ambitie gehad om volleybalster te worden, ik vond het altijd gewoon heel leuk om te doen en ben er eigenlijk gewoon ingerold.” Ik snap heel goed dat Lonneke Sloetjes en ook een tijdje Celeste Plak genoeg hadden van volleyballen “Er zijn gesprekken tussen spelers en coaches met de internationale volleybalbond geweest om iets te doen aan de overvolle agenda. Uit steeds meer hoeken komen de signalen dat het echt te veel is. De resultaten van die gesprekken zien we nog niet echt. In de Nations League speelden we nu twaalf wedstrijden in korte tijd over de hele wereld en vorig jaar waren dat er vijftien... Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Celeste heeft een sabbatical genomen om zich weer op te laden. Lonneke besloot na eerst een pauze te hebben genomen helemaal met volleybal te stoppen. Dat is toch zorgelijk? Dat moet toch het signaal zijn dat er snel wat moet gebeuren? Ik kan die meiden die een pauze inlassen heel goed begrijpen, omdat het mentaal en fysiek zo zwaar is wat wij doen. We spelen week in week uit bij onze club en daarnaast, in de periode dat we eigenlijk op krachten zouden moeten komen, spelen we voor het nationaal team. De spelers die club en nationaal team combineren, hebben daardoor hooguit twee weken vakantie per jaar. Er is dus geen tijd om tot rust te komen, zowel mentaal als fysiek. Ik snap heel goed dat dat ritme je na een paar jaar opbreekt. 'Je ziet nu steeds meer speelsters een sabbatical nemen, en ook op steeds jongere leeftijd. Dat is toch zorgelijk?' Ik had al een tijdje last van een slijmbeursontsteking in mijn heup. Bij de club denken ze aan de korte termijn. Vaak sta je één of twee seizoenen onder contract en in die periode moet je presteren. Daar krijg je veel sneller te horen: ‘Speel maar even door een pijntje heen.’ Bij het nationaal team wordt er beter op ons gelet, daar wordt juist wel naar de langere termijn gekeken, krijgen we eerder rust voorgeschreven. Ik heb in aanloop naar het WK ook de Nations League gemist om voor het WK van die slijmbeursontsteking af te komen. En dan zijn er nog de hoge verwachtingen waar je altijd mee te maken hebt. Je voelt die druk. Ik heb de afgelopen jaren in Italië gespeeld, bij Firenze en Novara. Bijna bij elke training kwamen de bazen van de club kijken: de president, sponsors. Zelfs tijdens trainingen voelde ik die ogen die op me gericht waren. Daardoor ga je ook heel veel van jezelf eisen. Het is niet gek dat je daar een keer aan onderdoor gaat. Bij sommige teams heb je ook een mental coach. Ik heb die mentale hulp nog niet nodig gehad, maar dat kan altijd nog veranderen. Ik ga na het WK naar VakifBank, al jaren een van de beste clubs ter wereld. Lonneke heeft daar ook vier jaar gespeeld, tot en met 2019. Ze heeft mij gezegd dat het de mooiste en de zwaarste jaren van haar loopbaan zijn geweest. Ik heb nooit gemerkt dat het zo pittig voor haar was, dat heeft ze goed kunnen maskeren. Pas op het einde, tijdens het olympisch kwalificatietoernooi voor Tokio, merkte ik dat ze anders in het veld stond dan ik gewend was van haar. Ik kan ook een stresskip zijn, hoor. Vooral als ik, zoals nu, naar een nieuwe club ga. Ik heb altijd even tijd nodig, moet iedereen eerst wat beter leren kennen voordat ik me op de training losser kan gedragen. Ik heb Lonneke veel gesproken toen ik de keuze had om naar VakifBank te gaan. Ze zei tegen mij: ‘Niek, als ik het heb overleefd, dan kun jij dat zeker.’ Dat stelde me gerust.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nika Daalderop komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met Davy Klaassen die zich op maakt voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Timothy Beck: Van vaandeldrager tot voetbalvader

Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Autosport

Duizendpoot Lewis Hamilton: coureur, acteur, zanger, model & wereldverbeteraar

Hij is zevenvoudig wereldkampioen Formule 1. Maar Lewis Hamilton is meer dan dat. Naast de uren in zijn Mercedes-bolide heeft de Brit tal van andere bezigheden. Zo is hij ook acteur, zanger, pianist, model, dierenliefhebber en wereldverbeteraar. Helden verdiepte zich in zijn Instagram-account en ontdekte de andere kant(en) van een kleurrijke sportman. Sir Lewis Carl Davidson Hamilton ­ 37 jaar inmiddels en officieel nog woon­achtig in Monte Carlo ­is iemand die zijn bekendheid maximaal uitbuit op so­cial media. Op Instagram heeft de Brit 28 miljoen volgers. Afgezien van twee maanden totale radiostilte in de aanloop naar het huidige Formule 1­ seizoen, omdat Hamilton na de sensationele ontknoping van afgelopen jaar zwaar teleur­gesteld was en even genoeg had van Max Verstappen en de Formule 1, is het vol­gen van zijn handel en wandel een zeer interessante bezigheid. Want Hamilton geeft in alle opzichten veel van zichzelf prijs. Aan de hand van posts op social media belichten we acht belangrijke aspecten van zijn leven. Zijn ouders 27 maart: “Zonder mijn stiefmoeder Linda zou ik niet de man zijn geworden die ik nu ben. En zou ik zeker geen coureur zijn geworden. Om mijn moeder Carmen trots naar mij te zien kijken, is echt het beste gevoel ter wereld.” Geregeld zet Hamilton zowel zijn moeder Carmen als zijn stiefmoeder Linda in het zonnetje op Instagram, bijvoorbeeld ieder jaar op Moederdag. Ook vader Anthony komt vaak aan bod. De drie zijn door toedoen van hun zoon bijna bekende Britten geworden. Hamilton groeide op in Stevena­ge, een klein stadje ten noorden van Londen. Zijn ouders Anthony en Carmen kwamen uit Grenada. Ze scheidden van elkaar toen Hamilton twee jaar oud was. Tot zijn twaalfde leefde hij bij zijn moe­der en twee oudere halfzussen Samantha en Nicola, daarna ging hij bij zijn vader, stiefmoeder Linda en halfbroertje Nicolas wonen. Hamilton raakte gefascineerd door raceauto’s vanaf het moment dat hij op zijn zesde verjaardag een radiografisch bestuurbare auto kreeg. Toen hij een jaar later in de kart stapte, was hij met­een succesvol. Hij maakte een komeet­achtige ontwikkeling door en zijn vader Anthony had op een gegeven moment vier banen om de kartcarrière van zijn zoon te kunnen bekostigen. “Onze gezamenlijke droom was altijd dat ik F1­ coureur zou worden,” zei Hamilton daar eerder over. “Veel mensen lachten ons uit. Wij waren immers een gezin zonder geld. Maar we hebben ervoor gevochten, op en naast de baan, als familie. En we hebben nooit opgegeven. Als je ergens in gelooft, kun je alles bereiken.” Zowel zijn moeder als stiefmoeder is geregeld bij races aanwezig. Eerder dit jaar kondigde Hamilton aan zijn naam te laten veranderen als een manier om zijn moeder te eren. Hamilton wil de fami­lienaam van zijn moeder – Larbalestier –toevoegen aan zijn eigen achternaam. “Ik ben trots op mijn eigen achternaam, maar bijna niemand in de wereld weet waarschijnlijk de achternaam van mijn moeder en dat wil ik veranderen. Zij heeft net zo goed een groot aandeel in mijn succes. Ik begrijp sowieso niet het principe dat vrouwen bij een huwe­lijk hun naam opgeven. Ik wil zo snel mogelijk met mijn nieuwe dubbele achternaam gaan racen.” Zijn broer 20 februari 2022: “Mijn broer is altijd bij me geweest sinds de dag dat hij geboren werd. In de loop der jaren waren er weinig mensen die sterker in mij geloofden dan Nicolas. Ik ben zo dankbaar dat hij in mijn leven is.” [caption id="attachment_18723" align="alignnone" width="1170"] Zijn broer[/caption] Nicolas Hamilton geldt als de grote inspiratiebron voor zijn oudere half­ broer. Bij zijn geboorte liep Nicolas een hersenbeschadiging op, waardoor zijn spiergroei werd aangetast en hij jarenlang afhankelijk was van een rolstoel en kruk­ken. Nog altijd heeft hij problemen met zijn coördinatie en motoriek. Als de tijd er is, bezoekt de goedlachse Nicolas graag een Formule 1­race van zijn broer. In de paddock kent iedereen hem. Ondanks de fysieke beperkingen en dankzij de morele en financiële support van Lewis Hamilton wist ‘Nic’ te debu­teren in de Britse autosport. Hij deed dat weliswaar op bescheiden niveau en in een aangepaste auto met onder andere bredere pedalen en een hand­matige koppeling, maar het was daarom niet minder bijzonder. Hamilton roemt geregeld het doorzettingsvermogen van zijn halfbroertje, die ook dit seizoen actief is in het Britse toerwagenkampioenschap. “Nicolas klaagt nooit over zijn handicap. Hij kan nog niet de helft van de dingen doen die ik kan, maar is altijd de vrolijkheid zelve. Hij zorgt ervoor dat ik zaken goed kan relativeren. Nicolas heeft een grote impact op mijn manier van denken. Hij inspireert mij. En niet alleen mij. Hij zet mensen met een handicap aan om te proberen ook hun grenzen te verleggen.” Zijn hond 24 juli 2021: “Roscoe en ik willen jullie allemaal positieve energie en liefde sturen. Blijf gezond!” Roscoe is de kleine bulldog en tevens grote liefde van Hamilton. In het verleden nam hij het hondje mee naar alle races en hij had via de voorma­lige F1­baas Bernie Ecclestone zelfs een speciale accreditatie voor hem geregeld. Tegenwoordig blijft Roscoe iets vaker thuis, naar verluidt ook op aandrang van het team van Mercedes. [caption id="attachment_18724" align="alignnone" width="1167"] Zijn hond[/caption] Vorig jaar wijdde de Duitse renstal nog een webpagina aan Roscoe. Sinds 2015 heeft het dier een eigen Instagram­ account (@roscoelovescoco), dat hij eerder deelde met Hamiltons andere bulldog Coco. Maar Coco overleed twee jaar geleden. Roscoe heeft ruim 450.000 volgers. Niet slecht voor een hond. Mede dankzij zijn baas heeft Roscoe een contract met een reclamebureau. “Hij doet soms audities en krijgt dan 700 dollar per dag betaald. Het is belache­lijk, maar Roscoe geniet ervan,” beweert Hamilton. Bijzonder is verder dat Roscoe sinds 2020 veganistisch eet, net als zijn baas. “Hij at altijd normaal hondenvoer, ook met vlees erin, en had altijd een slechte ademhaling. Daardoor kon hij nooit ver lopen. De omschakeling naar een vega­nistisch dieet heeft zijn leven veranderd. Hij rent als nooit tevoren en heeft geen gezondheidsklachten. Hij is weer als een puppy,” zo deelde Hamilton eerder zijn ervaringen met zijn eigen volgers. Overigens is Hamilton sinds drie jaar mede­eigenaar van de veganistische restaurantketen Neat Burger, die tegen­woordig al zo’n 70 miljoen euro waard zou zijn. Zijn uiterlijk 22 september 2020: “Ik geniet ervan om samen met Tommy Hilfiger grenzen te verleggen en creatieve risico’s te nemen om mijn persoonlijke smaak terug te laten komen in de ontwerpen.” Hamilton is al jarenlang een van de ambassadeurs van kledingmerk Tommy Hilfiger en heeft ook een eigen kleding­ lijn, vanzelfsprekend in ruil voor een meer dan riante vergoeding. Het blad Insider had vorig jaar uitgerekend dat Hamilton aan persoonlijke sponsordeals met merken als Tommy Hilfiger, Puma, Sony, Bose en Monster Energy op jaar­ basis ruim 10 miljoen euro opstrijkt. [caption id="attachment_18725" align="alignnone" width="1170"] Zijn uiterlijk[/caption] Op Instagram deelt Hamilton graag foto’s van zichzelf in opvallende extra­ vagante kleding die speciaal voor hem is ontworpen. Zo werkt hij graag samen met de Amerikaanse kledingontwerper Kenneth Nicholson. Als Hamilton zich voor een raceweekend voor het eerst in de paddock laat zien, gebeurt dat vaak in opvallende outfits. Zo verscheen hij vorig jaar op het circuit van Zandvoort volledig in het oranje, inclusief oranje zonnebril. Waar Hamilton wel problemen mee heeft ­ of had ­is zijn terugtrekkende haarlijn. Als hij na een vrije training, kwalificatie of race uit de auto stapte, deed hij zijn helm vaak pas af als er een spiegel in de buurt was en hij snel zijn kapsel kon fatsoeneren voordat de tv­ camera’s hem wisten te vangen. Inmiddels is zijn haar­ dos weer ouderwets indrukwekkend. Volgens experts zou hij een haartrans­plantatie hebben ondergaan. Hamilton zelf ontkent dat en dankt het haarherstel aan het gebruik van betere verzorgings­producten. Zijn acteerambities 13 september 2021: “Gymbuddy Vin Diesel kwam even kijken op het circuit.” Hamilton heeft er nooit een geheim van gemaakt na zijn raceloopbaan zijn geluk in Hollywood te willen beproeven. Een voordeel heeft hij alvast: hij is een graag en veel geziene gast in het jetset­ leven van Los Angeles en Hollywood. Hamilton is vaak aanwezig bij feestjes en premières en heeft een grote kring aan bekenden en vrienden in de filmwereld opgebouwd. Acteur Vin Diesel is slechts één van de velen. “De eerste keer dat ik hem ontmoette heb ik hem gevraagd of hij in het echt net zo goed kon rijden als in de films,” zei Hamilton eerder over zijn contact met de ster uit The Fast and the Furious­reeks. [caption id="attachment_18727" align="alignnone" width="1170"] Zijn acteerambities[/caption] En over zijn eigen acteerambities: “Ik zou het acteren graag willen proberen. Ik wil wel altijd de beste zijn in alles wat ik doe, dus ik zal dan ook alles geven wat ik in me heb. Dat betekent dat ik acteerlessen zal nemen, dat ik ga studeren en dat ik leer om de gevraagde emoties te tonen. Ik heb er nu nog geen tijd voor, maar dit is zeker iets dat op mijn lijstje staat nadat ik gestopt ben met racen.” 'De Black Lives Matter-beweging heeft veel losgemaakt bij mij en heeft mij duidelijk gemaakt wat mijn hogere doel is in het leven. Er bestaat veel meer dan racen' Hamilton heeft overigens al een eigen agent in Hollywood. Na een bescheiden inhoudelijke bijdrage te hebben geleverd aan Cars en Zoolander 2, sloeg hij een rol af in de film Top Gun: Maverick. Hij kon het op dat moment niet combineren met zijn F1­loopbaan. Zijn muziek 29 oktober 2020: “Just one of Roscoe’s many talents.” Het is al jaren een publiek geheim dat Lewis Hamilton een niet onverdien­stelijk zanger, rapper en pianist is. De man die jarenlang een relatie had met de Amerikaanse Pussycat Dolls­zange­res Nicole Scherzinger deed er in eerste instantie zelf nog het meest geheimzin­ nig over toen hij op het album Liberation van Christina Aguilera het nummer Pipe voor zijn rekening nam. Hij deed dat namelijk onder zijn pseudoniem XNDA. Al snel kwamen de geruchten op gang dat de stem die op het album te horen was inderdaad aan Hamilton toebehoor­ de. Pas twee jaar later kwam de hoofd­persoon met een officiële verklaring, waarin hij aangaf dat hij de muziek voor zichzelf wilde laten spreken. De tekst die hij zong, was overigens vrij uitgesproken. Na het ‘I get loud when you put that pipe down’ van Christina Aguilera, komt Hamilton met: ‘Trust me, I know what to do with it.’ In 2020 lanceerde Hamilton ook zijn eigen album met als titel ‘Breaking my heart, I can’t let it go’. De titelsong sloeg op zijn verbroken relatie met Scherzinger. Hamilton noemt het maken van muziek een ideale uitlaatklep. “Ik schrijf al heel lang teksten. Het maken van muziek helpt me om door moeilijke tijden heen te komen,” zei Hamilton eerder. “Muziek is al een passie sinds mijn dertiende, toen ik begon met gitaar spelen. In mijn num­mers durf ik me kwetsbaar op te stellen en een kant te laten zien die mensen nog niet van me kennen. Het was ooit slechts een hobby voor me, maar inmiddels is het meer dan dat.” Zijn strijd 20 april 2021: “Gerechtigheid voor George! De emoties die ik nu voel zijn moeilijk te beschrijven. Dit is de eerste keer dat een blanke politieagent is veroordeeld voor de moord op een donkere man in Minnesota. Een mijlpaal, George’s dood is niet voor niets geweest.” Hamilton deinst er niet voor terug zijn stem te laten horen in de strijd tegen racisme en andere vormen van onge­lijkheid in de wereld en als een onder­ deel daarvan ook in de sportwereld. Als de eerste en tot dusver enige donkere wereldkampioen in de geschiedenis van de Formule 1 heeft hij zich altijd uitge­sproken tegen het gebrek aan diversiteit in de auto­ en motorsport, zowel onder de coureurs als onder het ondersteunend personeel. Om die reden riep hij in 2019 de Commissie Hamilton in het leven, die na een lange periode van onderzoek met aanbevelingen kwam om meer mensen met een etnische achtergrond aan te kunnen trekken in de Britse auto­ en motorsport. Het resulteerde vorig jaar in zijn eigen stichting, Mission 44, op­ gericht om diversiteit in de autosport te stimuleren. Hamilton heeft bijna 25 mil­ joen euro in zijn stichting geïnvesteerd. “De Black Lives Matter­beweging heeft veel losgemaakt bij mij en het heeft mij duidelijk gemaakt wat mijn hogere doel is in het leven. Er bestaat veel meer dan racen, ik wil iets wezenlijks nalaten. Ik wil een bijdrage leveren aan een mooi­ere wereld met respect en gelijke kansen voor iedereen,” vertelde Hamilton over zijn betrokkenheid. Er is, zeker ook in het Verenigd Koninklijk, geregeld kritiek op de poli­tieke statements van Hamilton. Hij trekt zich daar niets van aan. “Er zijn men­ sen die vinden dat ik mijn mond moet houden en moet racen. Dat is hetzelfde als dat ze tegen LeBron James zouden zeggen: ‘Wees stil en dribbel.’ Maar wij zijn rolmodellen van de nieuwe genera­tie. En al die jonge mensen wil ik graag goede dingen meegeven om van de wereld een betere plek te kunnen maken.” Hamilton spreekt van een nieuwe missie in zijn leven. “Het draait niet alleen om het winnen van races. Het sportieve succes helpt me om impact te hebben op anderen. In die zin geeft het me extra motivatie en helpt het mij op het circuit om nog sneller te zijn en succesvol te blijven.” Zijn Formule 1-carrière 17 maart 2022: “Het heeft veel energie gekost om terug te komen, zowel fysiek als mentaal. Ik en het hele team hebben hard gewerkt en lange dagen gemaakt. We zullen alles geven wat we in ons hebben, voor jullie, onze fans. Laat de positiviteit maar komen.” [caption id="attachment_18726" align="alignnone" width="1170"] Zijn Formule 1-carrière[/caption] Hamilton en zijn nieuwe teamgenoot George Russell zijn tot dusver bezig aan een moeizaam seizoen. De Mercedes W13 heeft veel terrein prijsgegeven ten opzichte van Ferrari en Red Bull. Tot grote frustratie van Hamilton, die om die reden volgens insiders weleens aan zijn laatste seizoen bij Mercedes bezig zou kunnen zijn. Naar buiten toe blijft de Brit, die in zijn lange F1 ­loopbaan al meer dan 100 races won, positief. “Ik ben hoopvol dat we binnenkort weer mee kunnen vech­ten om de voorste posities. Het gat is nu nog erg groot, maar er is nog een lange weg te gaan. Als team moeten we positief blijven en elkaar blijven aanmoedigen.” De achtste wereldtitel in de Formule 1, waarmee hij Michael Schumacher definitief achter zich zou laten, lijkt voor Hamilton voorlopig nog niet in zicht. “Als ik één ding heb geleerd in het leven is het wel om nooit op te geven. Dat zal ik nu ook niet doen. Helden Magazine 62 Het verhaal over Lewis Hamilton komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde en is Cees Bol sprinter bij Team DSM. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij is zevenvoudig wereldkampioen Formule 1. Maar Lewis Hamilton is meer dan dat. Naast de uren in zijn Mercedes-bolide heeft de Brit tal van andere bezigheden. Zo is hij ook acteur, zanger, pianist, model, dierenliefhebber en wereldverbeteraar. Helden verdiepte zich in zijn Instagram-account en ontdekte de andere kant(en) van een kleurrijke sportman. Sir Lewis Carl Davidson Hamilton ­ 37 jaar inmiddels en officieel nog woon­achtig in Monte Carlo ­is iemand die zijn bekendheid maximaal uitbuit op so­cial media. Op Instagram heeft de Brit 28 miljoen volgers. Afgezien van twee maanden totale radiostilte in de aanloop naar het huidige Formule 1­ seizoen, omdat Hamilton na de sensationele ontknoping van afgelopen jaar zwaar teleur­gesteld was en even genoeg had van Max Verstappen en de Formule 1, is het vol­gen van zijn handel en wandel een zeer interessante bezigheid. Want Hamilton geeft in alle opzichten veel van zichzelf prijs. Aan de hand van posts op social media belichten we acht belangrijke aspecten van zijn leven. Zijn ouders 27 maart: “Zonder mijn stiefmoeder Linda zou ik niet de man zijn geworden die ik nu ben. En zou ik zeker geen coureur zijn geworden. Om mijn moeder Carmen trots naar mij te zien kijken, is echt het beste gevoel ter wereld.” Geregeld zet Hamilton zowel zijn moeder Carmen als zijn stiefmoeder Linda in het zonnetje op Instagram, bijvoorbeeld ieder jaar op Moederdag. Ook vader Anthony komt vaak aan bod. De drie zijn door toedoen van hun zoon bijna bekende Britten geworden. Hamilton groeide op in Stevena­ge, een klein stadje ten noorden van Londen. Zijn ouders Anthony en Carmen kwamen uit Grenada. Ze scheidden van elkaar toen Hamilton twee jaar oud was. Tot zijn twaalfde leefde hij bij zijn moe­der en twee oudere halfzussen Samantha en Nicola, daarna ging hij bij zijn vader, stiefmoeder Linda en halfbroertje Nicolas wonen. Hamilton raakte gefascineerd door raceauto’s vanaf het moment dat hij op zijn zesde verjaardag een radiografisch bestuurbare auto kreeg. Toen hij een jaar later in de kart stapte, was hij met­een succesvol. Hij maakte een komeet­achtige ontwikkeling door en zijn vader Anthony had op een gegeven moment vier banen om de kartcarrière van zijn zoon te kunnen bekostigen. “Onze gezamenlijke droom was altijd dat ik F1­ coureur zou worden,” zei Hamilton daar eerder over. “Veel mensen lachten ons uit. Wij waren immers een gezin zonder geld. Maar we hebben ervoor gevochten, op en naast de baan, als familie. En we hebben nooit opgegeven. Als je ergens in gelooft, kun je alles bereiken.” Zowel zijn moeder als stiefmoeder is geregeld bij races aanwezig. Eerder dit jaar kondigde Hamilton aan zijn naam te laten veranderen als een manier om zijn moeder te eren. Hamilton wil de fami­lienaam van zijn moeder – Larbalestier –toevoegen aan zijn eigen achternaam. “Ik ben trots op mijn eigen achternaam, maar bijna niemand in de wereld weet waarschijnlijk de achternaam van mijn moeder en dat wil ik veranderen. Zij heeft net zo goed een groot aandeel in mijn succes. Ik begrijp sowieso niet het principe dat vrouwen bij een huwe­lijk hun naam opgeven. Ik wil zo snel mogelijk met mijn nieuwe dubbele achternaam gaan racen.” Zijn broer 20 februari 2022: “Mijn broer is altijd bij me geweest sinds de dag dat hij geboren werd. In de loop der jaren waren er weinig mensen die sterker in mij geloofden dan Nicolas. Ik ben zo dankbaar dat hij in mijn leven is.” [caption id="attachment_18723" align="alignnone" width="1170"] Zijn broer[/caption] Nicolas Hamilton geldt als de grote inspiratiebron voor zijn oudere half­ broer. Bij zijn geboorte liep Nicolas een hersenbeschadiging op, waardoor zijn spiergroei werd aangetast en hij jarenlang afhankelijk was van een rolstoel en kruk­ken. Nog altijd heeft hij problemen met zijn coördinatie en motoriek. Als de tijd er is, bezoekt de goedlachse Nicolas graag een Formule 1­race van zijn broer. In de paddock kent iedereen hem. Ondanks de fysieke beperkingen en dankzij de morele en financiële support van Lewis Hamilton wist ‘Nic’ te debu­teren in de Britse autosport. Hij deed dat weliswaar op bescheiden niveau en in een aangepaste auto met onder andere bredere pedalen en een hand­matige koppeling, maar het was daarom niet minder bijzonder. Hamilton roemt geregeld het doorzettingsvermogen van zijn halfbroertje, die ook dit seizoen actief is in het Britse toerwagenkampioenschap. “Nicolas klaagt nooit over zijn handicap. Hij kan nog niet de helft van de dingen doen die ik kan, maar is altijd de vrolijkheid zelve. Hij zorgt ervoor dat ik zaken goed kan relativeren. Nicolas heeft een grote impact op mijn manier van denken. Hij inspireert mij. En niet alleen mij. Hij zet mensen met een handicap aan om te proberen ook hun grenzen te verleggen.” Zijn hond 24 juli 2021: “Roscoe en ik willen jullie allemaal positieve energie en liefde sturen. Blijf gezond!” Roscoe is de kleine bulldog en tevens grote liefde van Hamilton. In het verleden nam hij het hondje mee naar alle races en hij had via de voorma­lige F1­baas Bernie Ecclestone zelfs een speciale accreditatie voor hem geregeld. Tegenwoordig blijft Roscoe iets vaker thuis, naar verluidt ook op aandrang van het team van Mercedes. [caption id="attachment_18724" align="alignnone" width="1167"] Zijn hond[/caption] Vorig jaar wijdde de Duitse renstal nog een webpagina aan Roscoe. Sinds 2015 heeft het dier een eigen Instagram­ account (@roscoelovescoco), dat hij eerder deelde met Hamiltons andere bulldog Coco. Maar Coco overleed twee jaar geleden. Roscoe heeft ruim 450.000 volgers. Niet slecht voor een hond. Mede dankzij zijn baas heeft Roscoe een contract met een reclamebureau. “Hij doet soms audities en krijgt dan 700 dollar per dag betaald. Het is belache­lijk, maar Roscoe geniet ervan,” beweert Hamilton. Bijzonder is verder dat Roscoe sinds 2020 veganistisch eet, net als zijn baas. “Hij at altijd normaal hondenvoer, ook met vlees erin, en had altijd een slechte ademhaling. Daardoor kon hij nooit ver lopen. De omschakeling naar een vega­nistisch dieet heeft zijn leven veranderd. Hij rent als nooit tevoren en heeft geen gezondheidsklachten. Hij is weer als een puppy,” zo deelde Hamilton eerder zijn ervaringen met zijn eigen volgers. Overigens is Hamilton sinds drie jaar mede­eigenaar van de veganistische restaurantketen Neat Burger, die tegen­woordig al zo’n 70 miljoen euro waard zou zijn. Zijn uiterlijk 22 september 2020: “Ik geniet ervan om samen met Tommy Hilfiger grenzen te verleggen en creatieve risico’s te nemen om mijn persoonlijke smaak terug te laten komen in de ontwerpen.” Hamilton is al jarenlang een van de ambassadeurs van kledingmerk Tommy Hilfiger en heeft ook een eigen kleding­ lijn, vanzelfsprekend in ruil voor een meer dan riante vergoeding. Het blad Insider had vorig jaar uitgerekend dat Hamilton aan persoonlijke sponsordeals met merken als Tommy Hilfiger, Puma, Sony, Bose en Monster Energy op jaar­ basis ruim 10 miljoen euro opstrijkt. [caption id="attachment_18725" align="alignnone" width="1170"] Zijn uiterlijk[/caption] Op Instagram deelt Hamilton graag foto’s van zichzelf in opvallende extra­ vagante kleding die speciaal voor hem is ontworpen. Zo werkt hij graag samen met de Amerikaanse kledingontwerper Kenneth Nicholson. Als Hamilton zich voor een raceweekend voor het eerst in de paddock laat zien, gebeurt dat vaak in opvallende outfits. Zo verscheen hij vorig jaar op het circuit van Zandvoort volledig in het oranje, inclusief oranje zonnebril. Waar Hamilton wel problemen mee heeft ­ of had ­is zijn terugtrekkende haarlijn. Als hij na een vrije training, kwalificatie of race uit de auto stapte, deed hij zijn helm vaak pas af als er een spiegel in de buurt was en hij snel zijn kapsel kon fatsoeneren voordat de tv­ camera’s hem wisten te vangen. Inmiddels is zijn haar­ dos weer ouderwets indrukwekkend. Volgens experts zou hij een haartrans­plantatie hebben ondergaan. Hamilton zelf ontkent dat en dankt het haarherstel aan het gebruik van betere verzorgings­producten. Zijn acteerambities 13 september 2021: “Gymbuddy Vin Diesel kwam even kijken op het circuit.” Hamilton heeft er nooit een geheim van gemaakt na zijn raceloopbaan zijn geluk in Hollywood te willen beproeven. Een voordeel heeft hij alvast: hij is een graag en veel geziene gast in het jetset­ leven van Los Angeles en Hollywood. Hamilton is vaak aanwezig bij feestjes en premières en heeft een grote kring aan bekenden en vrienden in de filmwereld opgebouwd. Acteur Vin Diesel is slechts één van de velen. “De eerste keer dat ik hem ontmoette heb ik hem gevraagd of hij in het echt net zo goed kon rijden als in de films,” zei Hamilton eerder over zijn contact met de ster uit The Fast and the Furious­reeks. [caption id="attachment_18727" align="alignnone" width="1170"] Zijn acteerambities[/caption] En over zijn eigen acteerambities: “Ik zou het acteren graag willen proberen. Ik wil wel altijd de beste zijn in alles wat ik doe, dus ik zal dan ook alles geven wat ik in me heb. Dat betekent dat ik acteerlessen zal nemen, dat ik ga studeren en dat ik leer om de gevraagde emoties te tonen. Ik heb er nu nog geen tijd voor, maar dit is zeker iets dat op mijn lijstje staat nadat ik gestopt ben met racen.” 'De Black Lives Matter-beweging heeft veel losgemaakt bij mij en heeft mij duidelijk gemaakt wat mijn hogere doel is in het leven. Er bestaat veel meer dan racen' Hamilton heeft overigens al een eigen agent in Hollywood. Na een bescheiden inhoudelijke bijdrage te hebben geleverd aan Cars en Zoolander 2, sloeg hij een rol af in de film Top Gun: Maverick. Hij kon het op dat moment niet combineren met zijn F1­loopbaan. Zijn muziek 29 oktober 2020: “Just one of Roscoe’s many talents.” Het is al jaren een publiek geheim dat Lewis Hamilton een niet onverdien­stelijk zanger, rapper en pianist is. De man die jarenlang een relatie had met de Amerikaanse Pussycat Dolls­zange­res Nicole Scherzinger deed er in eerste instantie zelf nog het meest geheimzin­ nig over toen hij op het album Liberation van Christina Aguilera het nummer Pipe voor zijn rekening nam. Hij deed dat namelijk onder zijn pseudoniem XNDA. Al snel kwamen de geruchten op gang dat de stem die op het album te horen was inderdaad aan Hamilton toebehoor­ de. Pas twee jaar later kwam de hoofd­persoon met een officiële verklaring, waarin hij aangaf dat hij de muziek voor zichzelf wilde laten spreken. De tekst die hij zong, was overigens vrij uitgesproken. Na het ‘I get loud when you put that pipe down’ van Christina Aguilera, komt Hamilton met: ‘Trust me, I know what to do with it.’ In 2020 lanceerde Hamilton ook zijn eigen album met als titel ‘Breaking my heart, I can’t let it go’. De titelsong sloeg op zijn verbroken relatie met Scherzinger. Hamilton noemt het maken van muziek een ideale uitlaatklep. “Ik schrijf al heel lang teksten. Het maken van muziek helpt me om door moeilijke tijden heen te komen,” zei Hamilton eerder. “Muziek is al een passie sinds mijn dertiende, toen ik begon met gitaar spelen. In mijn num­mers durf ik me kwetsbaar op te stellen en een kant te laten zien die mensen nog niet van me kennen. Het was ooit slechts een hobby voor me, maar inmiddels is het meer dan dat.” Zijn strijd 20 april 2021: “Gerechtigheid voor George! De emoties die ik nu voel zijn moeilijk te beschrijven. Dit is de eerste keer dat een blanke politieagent is veroordeeld voor de moord op een donkere man in Minnesota. Een mijlpaal, George’s dood is niet voor niets geweest.” Hamilton deinst er niet voor terug zijn stem te laten horen in de strijd tegen racisme en andere vormen van onge­lijkheid in de wereld en als een onder­ deel daarvan ook in de sportwereld. Als de eerste en tot dusver enige donkere wereldkampioen in de geschiedenis van de Formule 1 heeft hij zich altijd uitge­sproken tegen het gebrek aan diversiteit in de auto­ en motorsport, zowel onder de coureurs als onder het ondersteunend personeel. Om die reden riep hij in 2019 de Commissie Hamilton in het leven, die na een lange periode van onderzoek met aanbevelingen kwam om meer mensen met een etnische achtergrond aan te kunnen trekken in de Britse auto­ en motorsport. Het resulteerde vorig jaar in zijn eigen stichting, Mission 44, op­ gericht om diversiteit in de autosport te stimuleren. Hamilton heeft bijna 25 mil­ joen euro in zijn stichting geïnvesteerd. “De Black Lives Matter­beweging heeft veel losgemaakt bij mij en het heeft mij duidelijk gemaakt wat mijn hogere doel is in het leven. Er bestaat veel meer dan racen, ik wil iets wezenlijks nalaten. Ik wil een bijdrage leveren aan een mooi­ere wereld met respect en gelijke kansen voor iedereen,” vertelde Hamilton over zijn betrokkenheid. Er is, zeker ook in het Verenigd Koninklijk, geregeld kritiek op de poli­tieke statements van Hamilton. Hij trekt zich daar niets van aan. “Er zijn men­ sen die vinden dat ik mijn mond moet houden en moet racen. Dat is hetzelfde als dat ze tegen LeBron James zouden zeggen: ‘Wees stil en dribbel.’ Maar wij zijn rolmodellen van de nieuwe genera­tie. En al die jonge mensen wil ik graag goede dingen meegeven om van de wereld een betere plek te kunnen maken.” Hamilton spreekt van een nieuwe missie in zijn leven. “Het draait niet alleen om het winnen van races. Het sportieve succes helpt me om impact te hebben op anderen. In die zin geeft het me extra motivatie en helpt het mij op het circuit om nog sneller te zijn en succesvol te blijven.” Zijn Formule 1-carrière 17 maart 2022: “Het heeft veel energie gekost om terug te komen, zowel fysiek als mentaal. Ik en het hele team hebben hard gewerkt en lange dagen gemaakt. We zullen alles geven wat we in ons hebben, voor jullie, onze fans. Laat de positiviteit maar komen.” [caption id="attachment_18726" align="alignnone" width="1170"] Zijn Formule 1-carrière[/caption] Hamilton en zijn nieuwe teamgenoot George Russell zijn tot dusver bezig aan een moeizaam seizoen. De Mercedes W13 heeft veel terrein prijsgegeven ten opzichte van Ferrari en Red Bull. Tot grote frustratie van Hamilton, die om die reden volgens insiders weleens aan zijn laatste seizoen bij Mercedes bezig zou kunnen zijn. Naar buiten toe blijft de Brit, die in zijn lange F1 ­loopbaan al meer dan 100 races won, positief. “Ik ben hoopvol dat we binnenkort weer mee kunnen vech­ten om de voorste posities. Het gat is nu nog erg groot, maar er is nog een lange weg te gaan. Als team moeten we positief blijven en elkaar blijven aanmoedigen.” De achtste wereldtitel in de Formule 1, waarmee hij Michael Schumacher definitief achter zich zou laten, lijkt voor Hamilton voorlopig nog niet in zicht. “Als ik één ding heb geleerd in het leven is het wel om nooit op te geven. Dat zal ik nu ook niet doen. Helden Magazine 62 Het verhaal over Lewis Hamilton komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde en is Cees Bol sprinter bij Team DSM. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.