Word abonnee
Meer

Baanwielrennen

Harrie Hattrick

Een fenomeen. En dat al op zijn 27ste. Harrie Lavreysen is al jaren de koning van het sprinten op de baan. Het ene na het andere record sneuvelt. In Parijs volbracht hij zijn gouden missie, hij won drie keer olympisch goud. Maar ook bij de EK en WK ging hij naar huis met drie gouden plakken. En de honger is nog lang niet gestild. Voor het dubbeldikke jubileumnummer sprak Helden tal van intimi over de Sportman van het Jaar en schoof aan bij Harrie Hattrick zelf. Harrie Lavreysen “Het is gestoord,” zegt Harrie Lavreysen nadat hij in het Deense Ballerup zijn zesde wereldtitel op rij heeft veroverd op de sprint. Wat een jaar heeft hij achter de rug. Al een tijdje geleden riep hij dat hij voor Harries Hattrick naar Parijs ging: goud op alle drie de olympische sprintdisciplines. Drie jaar eerder keerde hij uit Tokio terug met goud op de teamsprint en de individuele sprint, maar moest hij zich tevreden stellen met brons op de keirin. Dat kon beter. Op het podium na de keirin kreeg hij dit keer ook het goud om de nek, en uit de jas van zijn trainingsjack haalde hij ook de gouden plakken van de teamsprint en sprint. Leuk voor de foto. De medailles bungelden vervolgens dagenlang om zijn nek. Bij de huldiging in het TeamNL-huis, bij het bezoek aan koning Willem-Alexander en koningin Máxima op paleis Huis ten Bosch in Den Haag en bij de huldiging in zijn geboorteplaats Luyksgestel. Ruim twee maanden na de goldrush in Parijs wachtte de WK in Denemarken. Opnieuw scoorde hij een hattrick, Harrie pakte de wereldtitel op de teamsprint, kilometertijdrit en sprint. De collectie regenboogtruien bestaat nu uit zestien exemplaren. De Fransman Arnaud Tournant, tijdens zijn loopbaan winnaar van veertien wereldtitels, is uit de boeken. Met het winnen van zijn eerste wereldtitel op de – niet-olympische – kilometer is hij nu op alle vier de sprintdisciplines minimaal één keer de beste van de wereld geweest. Alleen Sir Chris Hoy, de Britse baanlegende die tijdens de WK bekendmaakte op zijn 48ste aan terminale prostaatkanker te lijden, lukte dat ook. Overigens scoorde Harrie in 2024 nóg een hattrick. Begin januari won hij bij de EK in Apeldoorn de titels op de teamsprint, sprint en keirin. Het is inderdaad gestoord wat hij op zijn 27ste allemaal al heeft gewonnen. Geen record is veilig voor Harrie Lavreysen. En dan te bedenken dat het noodlot hem nog maar acht jaar geleden naar de baan dreef. Gelukshoedjes Loes en Peter Lavreysen zagen Harrie op zijn vierde al op zijn crossfietsje bovenaan de startheuvel staan bij BMXvereniging De Durtrappers in Luyksgestel, het Noord-Brabantse dorp vlak bij de Belgische grens. Bij de eerste bult viel hij. Het gevolg: wenkbrauw kapot, vier hechtingen. Dat Harrie voor het BMX’en koos, kwam door zijn vader, vertelde hij in radioprogramma Villa VdB van Omroep Max. “Ik ben een groot motorsportliefhebber en ik zag het BMX’en eigenlijk als opstapje voor de motorcross. Ik wilde Harrie op latere leeftijd wel op een crossmotor zien rijden.” Harrie deed daarnaast aan turnen. Moeder Loes: “Harrie vond turnen heel leuk. De trainer zei meteen al: ‘Jij kunt straks heel leuk turnen, maar je wordt nooit een topturner, want daarvoor ben je te groot.’” De keuze viel daardoor op het BMX’en. Zijn zussen Anne en Mieke gingen ook vaak mee naar wedstrijden. Op zijn elfde zagen ze Harrie Nederlands kampioen worden en drie jaar later pakte hij in Nederland de Europese titel bij de jeugd. Peter: “Vanaf het moment dat hij echt begon te winnen, nam het zelfvertrouwen toe. Dat was de omslag.” Loes: “Hij ging steeds meer filmpjes kijken, bekeek hoe anderen het deden, verdiepte zich er steeds meer in.” “Op zijn zestiende begon hij met krachttrainingen en toen ging het ontzettend hard. Hij scheurde uit zijn broek, dat was het Popeye-effect,” aldus Peter Lavreysen bij Villa VdB. Vader Lavreysen: 'Op zijn zestiende begon hij met krachttrainingen en toen ging het ontzettend hard. Hij scheurde uit zijn broek, dat was het Popeye-effect' Harrie maakte op zijn achttiende de overstap naar het baanwielrennen. Met BMX’en had hij vaak last van zijn schouders. Bij een wedstrijd in Valkenswaard schoten na een val beide schouders gelijktijdig uit de kom. Dat was de druppel, vond ook de bondscoach. Loes: “We reden naar het ziekenhuis en toen zei hij al: ‘Bij het baanwielrennen hebben ze me gevraagd of ik mee wil doen. Dat mag ik toch wel proberen? Ik hou zo van het topsportleven.’ Ik zei: jee, dan zitten we de hele dag binnen… Dat doe je dan, uit liefde voor je kind.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Harrie Lavreysen is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Een fenomeen. En dat al op zijn 27ste. Harrie Lavreysen is al jaren de koning van het sprinten op de baan. Het ene na het andere record sneuvelt. In Parijs volbracht hij zijn gouden missie, hij won drie keer olympisch goud. Maar ook bij de EK en WK ging hij naar huis met drie gouden plakken. En de honger is nog lang niet gestild. Voor het dubbeldikke jubileumnummer sprak Helden tal van intimi over de Sportman van het Jaar en schoof aan bij Harrie Hattrick zelf. Harrie Lavreysen “Het is gestoord,” zegt Harrie Lavreysen nadat hij in het Deense Ballerup zijn zesde wereldtitel op rij heeft veroverd op de sprint. Wat een jaar heeft hij achter de rug. Al een tijdje geleden riep hij dat hij voor Harries Hattrick naar Parijs ging: goud op alle drie de olympische sprintdisciplines. Drie jaar eerder keerde hij uit Tokio terug met goud op de teamsprint en de individuele sprint, maar moest hij zich tevreden stellen met brons op de keirin. Dat kon beter. Op het podium na de keirin kreeg hij dit keer ook het goud om de nek, en uit de jas van zijn trainingsjack haalde hij ook de gouden plakken van de teamsprint en sprint. Leuk voor de foto. De medailles bungelden vervolgens dagenlang om zijn nek. Bij de huldiging in het TeamNL-huis, bij het bezoek aan koning Willem-Alexander en koningin Máxima op paleis Huis ten Bosch in Den Haag en bij de huldiging in zijn geboorteplaats Luyksgestel. Ruim twee maanden na de goldrush in Parijs wachtte de WK in Denemarken. Opnieuw scoorde hij een hattrick, Harrie pakte de wereldtitel op de teamsprint, kilometertijdrit en sprint. De collectie regenboogtruien bestaat nu uit zestien exemplaren. De Fransman Arnaud Tournant, tijdens zijn loopbaan winnaar van veertien wereldtitels, is uit de boeken. Met het winnen van zijn eerste wereldtitel op de – niet-olympische – kilometer is hij nu op alle vier de sprintdisciplines minimaal één keer de beste van de wereld geweest. Alleen Sir Chris Hoy, de Britse baanlegende die tijdens de WK bekendmaakte op zijn 48ste aan terminale prostaatkanker te lijden, lukte dat ook. Overigens scoorde Harrie in 2024 nóg een hattrick. Begin januari won hij bij de EK in Apeldoorn de titels op de teamsprint, sprint en keirin. Het is inderdaad gestoord wat hij op zijn 27ste allemaal al heeft gewonnen. Geen record is veilig voor Harrie Lavreysen. En dan te bedenken dat het noodlot hem nog maar acht jaar geleden naar de baan dreef. Gelukshoedjes Loes en Peter Lavreysen zagen Harrie op zijn vierde al op zijn crossfietsje bovenaan de startheuvel staan bij BMXvereniging De Durtrappers in Luyksgestel, het Noord-Brabantse dorp vlak bij de Belgische grens. Bij de eerste bult viel hij. Het gevolg: wenkbrauw kapot, vier hechtingen. Dat Harrie voor het BMX’en koos, kwam door zijn vader, vertelde hij in radioprogramma Villa VdB van Omroep Max. “Ik ben een groot motorsportliefhebber en ik zag het BMX’en eigenlijk als opstapje voor de motorcross. Ik wilde Harrie op latere leeftijd wel op een crossmotor zien rijden.” Harrie deed daarnaast aan turnen. Moeder Loes: “Harrie vond turnen heel leuk. De trainer zei meteen al: ‘Jij kunt straks heel leuk turnen, maar je wordt nooit een topturner, want daarvoor ben je te groot.’” De keuze viel daardoor op het BMX’en. Zijn zussen Anne en Mieke gingen ook vaak mee naar wedstrijden. Op zijn elfde zagen ze Harrie Nederlands kampioen worden en drie jaar later pakte hij in Nederland de Europese titel bij de jeugd. Peter: “Vanaf het moment dat hij echt begon te winnen, nam het zelfvertrouwen toe. Dat was de omslag.” Loes: “Hij ging steeds meer filmpjes kijken, bekeek hoe anderen het deden, verdiepte zich er steeds meer in.” “Op zijn zestiende begon hij met krachttrainingen en toen ging het ontzettend hard. Hij scheurde uit zijn broek, dat was het Popeye-effect,” aldus Peter Lavreysen bij Villa VdB. Vader Lavreysen: 'Op zijn zestiende begon hij met krachttrainingen en toen ging het ontzettend hard. Hij scheurde uit zijn broek, dat was het Popeye-effect' Harrie maakte op zijn achttiende de overstap naar het baanwielrennen. Met BMX’en had hij vaak last van zijn schouders. Bij een wedstrijd in Valkenswaard schoten na een val beide schouders gelijktijdig uit de kom. Dat was de druppel, vond ook de bondscoach. Loes: “We reden naar het ziekenhuis en toen zei hij al: ‘Bij het baanwielrennen hebben ze me gevraagd of ik mee wil doen. Dat mag ik toch wel proberen? Ik hou zo van het topsportleven.’ Ik zei: jee, dan zitten we de hele dag binnen… Dat doe je dan, uit liefde voor je kind.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Harrie Lavreysen is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Baanwielrennen

Harrie Lavreysen: ‘Ik laat me niet gek maken’

Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Triatlon

Maya Kingma – Meer dan een klokkenluider

Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Maya Kingma Triatlontopper Maya Kingma (28) brak in 2021 door. Tegelijkertijd stelde zij ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond en ze kwam publiekelijk te boek te staan als klokkenluider. Die negatieve periode wil ze nu definitief achter zich laten. In Helden Magazine nummer 72 legden wij haar vier stellingen voor. Soms ben ik een beetje jaloers op openwaterkampioene Sharon van Rouwendaal Maya, lachend: “Ik ben niet snel jaloers. Wat Sharon gepresteerd heeft, is supertof. Ze is olympisch en meervoudig wereldkampioen openwater. Ik ken Sharon niet persoonlijk, zij is wat ouder. Ik ben haar ook nooit in het water tegengekomen, heb ook nooit in de Nederlandse selectie gezeten. Openwaterzwemmers Marcel Schouten en Ferry Weertman kwam ik wel geregeld tegen. Ik zat vroeger op heel veel sporten, zelfs op ballet en paardrijden, maar zwemmen vond ik het leukst. Naast het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan reddingszwemmen. Na het behalen van mijn diploma’s ging ik door met zwemvaardigheid 1,2 en 3. De trainer daarvan vroeg of ik mij niet bij de zwemclub SVC2000 in Breda, waar ik woonde, wilde aansluiten. Hij vond dat ik heel makkelijk zwom. Een paar jaar later kwam er iemand bij de club die de boel ging professionaliseren. Er werd ook gekeken naar het talent dat er rondzwom. Ik werd gescout en mocht iedere week op zaterdag meetrainen in Zeist. Onze trainer geloofde in brede sportontwikkeling. Elke week hadden we een uitgebreide zwemtraining. Voor onze conditie liepen we daarnaast de ene week hard in het bos en de andere week mountainbiketen we. Zo kwam ik met hardlopen en fietsen in aanraking. Die afwisseling vond ik uitdagend en hartstikke leuk. In 2010 deed ik mee aan een duatlonwedstrijd; hardlopen en mountainbiken in Etten-Leur. Het was ook het NK voor junioren. Ik won. De speaker bij die wedstrijd, Wim van den Broek, wist dat ik ook Nederlands kampioen openwaterzwemmen was bij de junioren en riep dat tijdens de prijsuitreiking. Vlak daarna benaderde de triatlonbond mij. De bond was een traject gestart om zwemmers met loopaanleg of lopers met zwemaanleg naar de triatlon te trekken. Ik was gevleid dat ze me vroegen, trainde vanaf dat moment drie weekenden per maand in Sittard, op het Nationaal Trainingscentrum en woonde nog thuis in Breda. Ik was eager in mijn sport, maar ook op school, dus ik wilde eerst het vwo afmaken voordat ik naar Sittard verhuisde. Drie jaar later, op mijn zeventiende, ben ik naar Sittard verhuisd. Helaas kwam ik er al snel achter dat het er heel onprofessioneel aan toeging, nog erger dan je denkt. Er was geen persoonlijke aandacht voor de atleet. Als je aan topsport denkt, denk je aan maatwerk. Dat kregen wij niet. Er was één programma voor iedereen. Er werd verwacht dat je meedeed en als je geblesseerd was, had je pech, dan werd je aan je lot overgelaten. Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Maya Kingma komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Baanwielrennen

Jeffrey Hoogland: Kilometer vreter

Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jeffrey Hoogland (30) pakte op de Spelen in Parijs goud op de teamsprint. Daarnaast verbeterde hij  vorig jaar in Mexico het wereldrecord op de tijdrit van 1000 meter. Een verhaal over intense pijn, twijfels en een nieuwe goudjacht met de koning van de kilometer. “Na elke kilometer schreeuwt mijn lichaam tegen me: doe dit alsjeblieft nooit meer.” “De pijn die ik voel op de kilometer is niet in woorden uit te drukken. In één minuut sloop je je spieren. Je moet het meemaken om te weten hoe dat voelt. Ik begin vanuit stilstand met een heel zwaar verzet, op zeeniveau vaak 68 tanden voor en 15 achter, versnellingen zitten immers niet op een baanfiets. De eerste ronde gebruik ik om op snelheid te komen, dan denk ik alleen maar: trappen, je moet harder, kom op sneller. De eerste anderhalve ronde is het puur explosief bezig zijn, tot ik een topsnelheid van meer dan 75 kilometer per uur bereik. De tweede ronde gaat nog wel, dan is het zaak dat tempo vast te houden. Maar na vijfhonderd meter begint de verzuring in m’n benen. Bij elke trap meer. In de derde ronde lukt het nog wel om te fietsen, maar daarna kom je op een niveau van fight or flight, dat is een state of mind waarin mensen in paniek kunnen raken. Uit wat voor hout je bent gesneden blijkt in zo’n stresssituatie. De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. In die vierde en laatste ronde knalt het melkzuur zo’n beetje uit m’n oren. Wat ik in die laatste ronde doe, voelt niet eens meer als fietsen. Het is eigenlijk meer mee peddelen, want de pure kracht is weggevloeid. Door de pijn heen, verstand op nul, puur op mentaliteit de finish halen. Dat knokken tegen mezelf is ook wat het mooi en uitdagend maakt. Niet op dat moment, hoor, maar wel als je er, zoals ik nu, op terugkijkt en over nadenkt. 'De natuurlijke reacties van lichaam en geest zijn: Ik moet hier weg, vluchten! Op dat moment komt de oermens in mij naar boven. Door die pijn heen' Die laatste meters voelt het bijna alsof ik niet meer op aarde ben, dan wordt het licht in mijn hoofd. In het begin kijk ik altijd langs en over mijn handen heen. Ik wil zien waar ik heen stuur, dan rij ik ook de meest vloeiende lijn. Maar in de laatste ronde zakt mijn bovenlichaam in door de vermoeidheid. Ik moet de energie letterlijk uit mijn kleine teen halen. Zolang je nog spanning op je benen hebt, voel je dus wel de enorme verzuring, maar op een of andere manier associeer ik die dan nog niet met pijn, dat heb ik geblokkeerd. Maar zodra ik de finish gepasseerd ben en de druk gaat van m’n benen af, dan lijkt het of ze zijn ontploft vanbinnen. Zoveel pijn voel ik dan ineens. Toen ik in 2018 in Apeldoorn voor het eerst wereldkampioen werd op de kilometer kon ik niet eens meer lopen. Ik lag meteen op de grond toen ik van m’n fiets kwam, lopen ging niet meer, ik moest echt worden ondersteund naar het middenterrein. Tegenwoordig gaat dat beter. Hoe zwaarder de versnelling is die ik met de jaren ben gaan ronddraaien, des te beter ik de inspanning aankan. De kilometer is een combinatie van uithoudingsvermogen en kracht. Met een zwaarder verzet draait het meer om kracht en raak ik minder snel buiten adem en ben ik na afloop minder gesloopt. Neemt niet weg dat na elke kilometer mijn lichaam tegen me schreeuwt: doe dit alsjeblieft nooit meer. Na een kilometer heb ik nog een week lang last van mijn lijf, benen en longen. De dagen erna heb ik last van, zoals wij het noemen, de ‘kilokuch’. Een heel droge, nare hoest waar je niets aan kunt doen. Dat geeft wel aan hoe erg ik m’n longen heb gesloopt. Na een week rust ben ik vaak weer het mannetje. Ik weet nog dat ik na mijn eerste wereldtitel op de kilometer meteen met mijn vriendin Shanne Braspennincx op wintersport ging. Pas aan het einde van de vakantie kwam ik weer een beetje op adem. Op een of andere manier ben ik elke keer als er iets te halen valt op de kilometer de pijn van de vorige keer weer vergeten. Nou ja, vergeten... Als ik in de startmachine sta, dan ben ik er niet bang voor. Het wordt natuurlijk niks als je op je fiets zit en je denkt: ik ga zoveel pijn hebben, moet ik wel van start? Ik hou van de uitdaging. Het is een minuut lang all out gaan. Daar kun je heel zenuwachtig van worden, maar mij helpen nervositeit en spanning juist om scherper te worden en me goed te voelen.” Kunst “Ik rij helemaal niet graag een kilometer, tenzij er iets te halen valt. Voor mij is het eigenlijk een bijnummer, aangezien deze discipline na de Spelen van 2004 van de olympische agenda verdween. Ik train er ook niet echt voor, vaak gaat een dag voor de WK het stuur voor de kilometer pas op m’n fiets. Lange tijd heb ik ook niet heel erg op de aerodynamica gelet wat betreft mijn houding op de fiets. Het was vaak gewoon: hard van start gaan, daarna op het stuur gaan liggen en dan komt het wel goed. Sinds ik in 2015 bij de EK voor het eerst de kilometer reed, ben ik ongeslagen. Als ik start, win ik goud. Bizar. Ik krijg geregeld de vraag of ik gemaakt ben voor de kilometer. Eigenlijk ben ik gemaakt voor de 500 meter, ik moet alleen nog twee rondjes langer door. Ik heb van jongs af aan, ook door mijn achtergrond als BMX’er, een goede start. Daarnaast heb ik als sprinter veel power. In de teamsprint neem ik altijd de derde ronde voor mijn rekening. Maar ik moet wel zeggen dat een kilometer echt wel zwaarder is dan de teamsprint. Het is een ronde langer en ik moet alles zelf doen. Op de teamsprint zit ik eerst in de slipstream van starter Roy van den Berg en van Harrie Lavreysen, die de tweede ronde voor z’n rekening neemt. Vergeleken bij de kilometer rij ik de eerste twee rondes op de teamsprint redelijk ontspannen, daarna ben ik aan de beurt en moet ik een ronde knallen. Maar goed, die teamsprint helpt natuurlijk wel om een goede kilometer te rijden. Voorheen moesten baanrenners het op de kilometer juist hebben van de laatste twee ronden. Er werd destijds met lichtere verzetten gereden, renners met meer inhoud gingen vaak wel twee seconden langzamer van start. Die achterstand maakten ze op het einde wel goed op de pure sprinters, die dan inkakten. Tegenwoordig is het materiaal veel verder ontwikkeld. De fiets, de aerodynamische pakken en helmen zorgen ervoor dat een sprinter langer zijn snelheid vast kan houden. Daarnaast wordt er op een hoger niveau getraind, lukt het om een zwaarder verzet rond te blijven trappen. De snelheden zijn hoger en worden langer vastgehouden. Daardoor zijn de jongens van de langere adem nu kansloos. Het is: alles aanspannen in dat lijf en gaan. Het is eigenlijk een soort kunst geworden.” Wereldrecord “Nadat ik dit jaar in Glasgow mijn vierde wereldtitel op de kilometer pakte, dacht ik: en nu kunnen we voor het wereldrecord gaan. François Pervis reed op 7 december 2013 in het Mexicaanse Aguascalientes, een baan op 1700 meter boven zeeniveau, een tijd van 56,303. Een bizar snelle tijd, maar ik dacht al een tijdje dat het mogelijk was die tijd te verbeteren, omdat we tien jaar verder zijn, het materiaal beter is en de renners weer sterker en sneller zijn. Ik had wel een voorwaarde voordat ik het record aan zou vallen: ik moest in Glasgow eerst de wereldtitel prolongeren. Ik vond het niet kunnen om het wereldrecord aan te vallen, terwijl ik niet eens de beste van de wereld was. Dat was mijn eer te na. Daardoor kwam er ook extra druk op de kilometer bij de WK. Toen ik op 8 augustus mijn vierde wereldtitel pakte, kon ik de aanval op het wereldrecord aankondigen. Het was een late call. Veel moest nog geregeld worden om op 31 oktober het record aan te kunnen vallen in Aguascalientes. Het begon met het scheppen van de voorwaarden. Mijn management House of Sports en Shanne, die ook heel goed is in het regelen en organiseren, hebben mij daar heel erg bij geholpen. Ik ben heel dankbaar dat mooie partners als AP Support, de Nederlandse Loterij, AGU, Yamaha, Omnisport, HiPRO en de KNWU mij hebben ondersteund, waardoor ik een wedstrijd helemaal voor mij alleen in Mexico kon organiseren. Normaal gesproken hebben Shanne en ik het thuis nooit over fietsen, maar dat was de afgelopen tijd wel anders. In tegenstelling tot voorheen ben ik in aanloop naar de wereldrecordpoging natuurlijk wel heel intensief gaan trainen op de kilometer. Het kilometerstuur zat standaard op mijn fiets. We hebben gekeken naar mijn houding, die kon aerodynamischer. Het was beter om mijn hoofd minder omhoog te houden dan ik gewend was en dus ook minder ver vooruit te kijken. Dat was weer een heel andere houding, was wennen. Daar hebben we eerst op de roller en daarna op de baan heel hard aan gewerkt. Dat het dan lukt, in een tijd van 55,433, 0,896 seconden sneller dan het oude record, is de ultieme bekroning.” Burn-out “De aanval op het wereldrecord was de afgelopen tijd een mooie prikkel. Na de Spelen had ik juist moeite om gemotiveerd te blijven. Tien jaar lang had ik heel intensief voor mijn sport geleefd. Mensen weten nog hoe het was tijdens de lockdown, dat ineens jouw wereldje heel klein werd. Dat is eigenlijk hoe mijn leven al jaren was. Alles stond in het teken van het fietsen, voor andere dingen was amper ruimte. Het is heftig om jarenlang jezelf restricties op te leggen, binnen een vaste structuur te leven en amper tijd voor sociale contacten te hebben. Wij hadden de ambitie om de beste te worden op de teamsprint, gingen nog extremer te werk om ons grote doel te halen. Ik ben juist iemand die van nature op z’n tijd wat afleiding nodig heeft, moet soms m’n hoofd leegmaken. Voor mij betekent dat: af en toe lekker crossen met de motor of afspreken met vrienden. Ik word gek als ik dag in dag uit met maar één ding bezig ben. Tot en met de Spelen in Tokio moest dat allemaal wijken. Mijn leven draaide om fietsen, fietsen en nog eens fietsen. Ons grote doel, goud winnen op de teamsprint, haalden we. Daarnaast pakte ik zilver op de sprint. Ik was in mijn beste vorm ooit in Tokio, was zo trots op wat ik had bereikt, maar merkte ook dat ik op het randje zat van wat tegenwoordig vaak al snel als een burn-out wordt bestempeld. Ik was er na de Spelen even klaar mee om alleen maar met fietsen bezig te zijn, was al heel erg blij met mijn carrière en zag ertegen op om meteen weer aan een nieuwe olympische cyclus te moeten beginnen. En ik moest er niet aan denken meteen weer als een kluizenaar te leven voor m’n sport, vond het ook belangrijk om ‘mens’ te zijn, om er te zijn voor mijn vrienden, die al die jaren begrip toonden voor mijn leven als topsporter. Daar ben ik ze enorm dankbaar voor, maar tegelijkertijd had ik wel vaak het gevoel dat ik iets miste. Het zette me ook aan het denken en al voor de Spelen realiseerde ik me dat het leven uit meer bestaat dan fietsen. Ik had daar ook gesprekken over met mijn vrienden na Tokio. Ik vertelde dat ik het gewoon niet meer leuk vond, dat ik er zo klaar mee was en dat het in aanloop naar de Spelen zo extreem zwaar was geweest. En dat alleen maar om zo’n medaille te halen, zei ik. Ik ging die medailles downgraden, dacht: zijn die het waard om daar zoveel voor op te geven? Mijn vrienden probeerden me op te beuren, zeiden: ‘Je hebt toch iets moois bereikt? Wij hebben ons werk en dat is ook niet altijd zaligmakend.’ Mijn gevoel om het fietsen even op een lager pitje te zetten, werd versterkt door Shanne. Zij was in Tokio olympisch kampioen geworden op de keirin, had een enorm voldaan gevoel, maar stond er na terugkomst net zo in als ik: er is meer in het leven. En natuurlijk is het ook makkelijker om zo te denken als je allebei olympisch goud thuis hebt liggen. Voor Tokio hadden Shanne en ik een huis gekocht in Haarle, vlakbij Nijverdal waar mijn roots liggen, met het plan dat na de Spelen te gaan verbouwen. In eerste instantie dachten we een paar dingen aan te passen, maar het mondde uit in een gigantische verbouwing. Ik deed veel dingen zelf en was dus heel veel tijd kwijt aan ons huis. Ik trainde wel, maar mijn focus lag lange tijd meer op de verbouwing dan op het fietsen. En dan is het volkomen logisch dat ik op de sprint eerder werd uitgeschakeld dan ik gewend was en ik niet het niveau had van voorheen. Eigenlijk vond ik het ook wel prettig om bijna twee seizoenen zonder druk en verwachtingen te fietsen, op een gegeven moment verwachtte voor mijn gevoel niemand meer iets van mij en dat vond ik prima. De verklaring was simpel: ik was niet helemaal goed bezig met mijn sport.” Legacy “Ik had nog de ambitie om naast de teamsprint ook individueel olympisch goud te pakken, maar daarvoor moest eerst het vuurtje in mij weer gaan branden. En dat duurde even. Dit jaar ging ik al wel weer mee in het stramien van wereldbekerwedstrijden rijden, ik sloot weer echt aan bij de jongens. Al moest ik ook nog af en toe thuis zijn voor de finishing touches van de verbouwing. In aanloop naar de WK begon ik ook weer echt hard te trainen. Mijn coach Mehdi Kordi heeft ook een belangrijke rol gespeeld om dat vuurtje weer te laten branden. Hij was het die steeds begon over het wereldrecord op de kilometer. ‘Je hebt een mooie carrière, maar je kunt ook echt een legacy nalaten als je dat record pakt. Jij bent de beste op de kilometer, wil je dat record dan niet?’ Bij dat record dacht ik altijd: dat is een belachelijk snelle tijd. Ik wist natuurlijk ook dat het op hoogte was gerealiseerd en rijden in ijle lucht maakt een groot verschil met sprinten op zeeniveau. Ik dacht dat ik de capaciteiten had om het te kunnen verbeteren, wachtte op een moment dat ik het record aan zou kunnen vallen, maar er waren de afgelopen jaren simpelweg geen wedstrijden meer op grote hoogte. Doordat Mehdi er steeds over begon, dacht ik: misschien moet ik zelf dan maar de omstandigheden creëren om het record aan te vallen. En toen dat in mijn hoofd ging zitten, had ik weer een doel om voor te trainen. De gedachte aan het record heeft mij de afgelopen tijd op de been gehouden als topsporter. Mehdi heeft dat heel slim gedaan. Ik had dat zetje echt nodig. De aanval op dat record zorgde er ook voor dat ik gemotiveerd ben om er alles uit te halen op weg naar de Spelen. Ik wil in Parijs nog één keer de beste Jeffrey laten zien. Als ik dit record niet had gehad om naar toe te leven, was het maar de vraag of die nog tevoorschijn zou komen.” Onrust “Bij de WK in Glasgow haalde ik naast onze wereldtitel op de teamsprint en het goud op de kilometer nog op een andere manier het nieuws. Er werd breed uitgemeten dat er een bom was gelegd onder de succesvolle teamsprint, dat het niet goed zat tussen Harrie en mij door uitspraken die ik deed. Ik heb in Glasgow dingen geroepen uit emotie, waardoor onrust ontstond. Ik had helemaal geen zin om erover te praten, maar heb ik toch uitspraken gedaan, ook omdat ik de sprint nog niet helemaal had verwerkt. Dan zei ik: Harry was voor mij de afgelopen twee jaar geen realistische sparringpartner meer, ik kreeg training na training op mijn flikker en dat motiveert ook niet. En ik riep dat het ieder voor zich was. Uitspraken uit pure emotie. Harrie is de beste van de beste op de sprint. Als ik me dan ook nog een tijd focus op de verbouwing van ons huis, dan is het niet raar dat je op je donder krijgt. Met mijn uitspraken gingen de journalisten daarna natuurlijk naar Harrie en voor we het wisten, bestond in de media het beeld dat er ruzie in de tent was. De volgende ochtend zaten Harrie en ik naast elkaar op het vliegveld en we zeiden tegen elkaar: ‘Wat is ons allemaal overkomen? We hebben toch geen ruzie?’ Nee, dat hadden we niet. ‘Zullen we maar gewoon verder gaan dan?’ Het is goed tussen Harrie en mij. Ik snap ook dat er de afgelopen jaren is ingezoomd op de strijd tussen Harrie en mij. Het is natuurlijk ook een aparte situatie dat we bij grote toernooien eerst teamgenoten zijn op de teamsprint en daarna elkaars grootste concurrenten op de individuele sprint. Het is uniek dat de beste sprinters allebei uit Nederland komen. En ja, in Parijs zal ik het ook weer tegen Harrie op moeten nemen. Hij is de te kloppen man op de sprint. Jarenlang, tot en met de Spelen in Tokio, ontliepen we elkaar heel weinig. Ik probeer niet te veel met hem bezig te zijn, maar voornamelijk te kijken naar mezelf. Hoe kan ik me nog ontwikkelen? Wat kan ik bedenken om hem te verslaan? Met Harrie, maar ook met Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Nils van ’t Hoenderdaal, oud-bondscoach René Wolff en alle anderen met wie wij als baansprinters de groei hebben doorgemaakt, heb ik een band voor de rest van m’n leven. Door de manier waarop wij onze sport beleven, door de wijze waarop we dag in dag uit elkaar op een hoger niveau hebben gebracht. Ook buiten het fietsen om is die klik er. Roy heeft na de Spelen een barbecue georganiseerd, we hebben het ook gezellig samen.” Rugklachten Vanaf de WK tot en met de recordpoging is het stuur voor de kilometer niet meer van mijn fiets geweest. Mijn trainingsschema’s waren de afgelopen tijd daardoor anders dan die van de andere sprinters. Vanaf nu gaat het vizier op de Spelen, waar we op de teamsprint uiteraard onze titel willen prolongeren. Roy, Harrie en ik weten precies wat we daarvoor moeten doen. Als wij allemaal ons niveau halen, zijn we in principe onverslaanbaar. Het klinkt misschien arrogant als ik zeg: zet ons met z’n drieën bij elkaar en het kan bijna niet missen. Wat een luxe om dat uit te kunnen spreken. We zullen veel samen gaan trainen en proberen het beste in elkaar naar boven te brengen de komende tijd, zoals we dat voor de Spelen in Tokio ook deden. Het traject zal er wel iets anders uitzien, aangezien ik ook geregeld in Spanje wil trainen, waar Shanne en ik een appartement hebben. Ik vind het fijn om af en toe in een andere omgeving te trainen, dat is ook weer verfrissend. Ik zal me in elk geval heel erg focussen op de juiste dingen doen, fysiek weer zo goed worden als mogelijk. Dan kan ik weer strijden om het goud, met de teamsprint en individueel. Het einde van mijn topsportcarrière komt langzaamaan in zicht. Ik ben dertig, kijk ook wel uit naar een leven zonder de fiets. Om mijn sport op het niveau te doen zoals ik dat al jaren doe, is heel intensief. Ik merk dat ook aan mijn lichaam, heb mezelf zo belast dat ik last krijg van slijtage. Vooral mijn rug is vaak pijnlijk. Met name als ik toewerk naar een piekmoment, waarin ik zoveel van mijn lichaam vraag, gaat alles pijn doen. Topsport is niet gezond. En als je ziet hoe bizar het niveau is toegenomen in het baanwielrennen de afgelopen tien jaar... Ik denk dat we tegen het maximale aanzitten van wat een menselijk lichaam aankan. Als je ziet hoe wij tekeergaan op de sprint. En toch zal de sport ook nadat ik ben gestopt zich weer doorontwikkelen. Ik ben niet bang dat ik na m’n carrière rondloop met chronische rugklachten. Veel van de lichamelijke ongemakken komen ook voort uit het feit dat ik nu simpelweg te veel spieren heb, de spierspanning is zo hoog. Als ik straks mijn lichaam rust kan gunnen, zal die afnemen. Na de Spelen in Tokio heb ik al gemerkt dat ik in het dagelijks leven nergens last van had toen het fietsen op een lager pitje stond. Dat stelde me ook gerust. Of Parijs mijn laatste kunstje wordt, weet ik nu nog niet. Het zal sowieso mijn derde en laatste deelname aan de Spelen zijn. Misschien gun ik me erna eerst weer even rust en bedenk ik dan weer iets. Bij mij weet je het maar nooit als ik ergens een uitdaging in zie.” Trouwen “Ik realiseer me steeds meer dat ik zoveel te danken heb aan mijn sport. Negen wereldtitels, olympisch goud en zilver, het wereldrecord. Allemaal geweldig. Maar ik heb ook mijn vriendin leren kennen dankzij de topsport. Wat nog ontbreekt is een ring om mijn en haar vinger, ja. Dat is nu nog even lastig te plannen, ik ben nog even heel egoïstisch bezig. Trouwen is iets voor in mijn nieuwe leven, haha. Dan heb ik meteen weer een mooi nieuw doel. Helden Magazine 69 Het verhaal van Jeffrey Hoogland komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Formule 1

Max Verstappen: Het is niet makkelijk om teamgenoot van Max Verstappen te zijn

De Formule 1 droomde van een echte titelstrijd. In plaats daarvan zorgt Max Verstappen net als vorig seizoen voor een one man show, de derde wereldtitel op rij kan hem bijna niet ontgaan. Ongewild maar flink geholpen door zijn enige rivaal en teamgenoot. Omdat Sergio Perez dit seizoen alles doet wat hij vooral niet moet doen. “Dit kan best nog leuk worden.” Damon Hill, ex-wereldkampioen en tegenwoordig Formule 1-analist voor televisie, zei het in Melbourne, voor de derde Grand Prix van het jaar. Hij had het over het seizoen dat leek af te stevenen op een duel tussen twee teamgenoten. De auto van Red Bull was immers zo snel dat de andere topteams al de handdoek hadden gegooid. Zowel in Bahrein als Jeddah was er een één-tweetje voor Red Bull. Max Verstappen won in Bahrein voor teamgenoot Sergio Pérez en in Saudi-Arabië waren de rollen omgekeerd. Hill, optimistisch: “Daarmee is het seizoen niet voorbij, hoor. Er valt altijd wat te beleven als twee teamgenoten bikkelen om de titel.” We hadden even de neiging om de wereldkampioen van 1996 te geloven. Hij is immers ervaringsdeskundige. Hill: “De dynamiek is helemaal anders, als je teamgenoot je titelrivaal is. Dat doet iets met een mens. Ik herinner me dat ik in Monza kip zat te eten, en dat Jacques Villeneuve (zijn teamgenoot in ‘96) een bout van mijn bord pikte toen hij voorbij wandelde. Grapje van hem. Ik ging helemaal door het lint, dacht dat hij psychologische spelletjes speelde.” Een week eerder, tijdens de GP van Saudi- Arabië, had Max Verstappen een spelletje gespeeld. Toen de ingenieurs vreesden dat de aandrijfas van de Red Bull RB19 op het punt stond het te begeven, vroegen ze hun coureurs om het tempo te verlagen. Pérez, op dat moment aan de leiding, gehoorzaamde. Tot hij merkte dat Verstappen deed alsof zijn neus bloedde en in de laatste ronde nog de snelste tijd neerzette, goed voor een punt waarmee de Nederlander en niet Pérez de leiding in het kampioenschap greep. De woordenwisseling tussen de teamgenoten na de race en kort voordat ze het podium op gingen, was fel. Geen vertrouwen meer Het zat er natuurlijk aan te komen. Pérez en Verstappen vertrouwen elkaar dit seizoen voor geen meter. Het is een gevolg van wat in 2022 gebeurde. Verstappen en zijn entourage verdachten Pérez ervan dat hij in Monaco opzettelijk gecrasht was in de kwalificaties, zodat Max geen snellere tijd meer kon neerzetten. Perez won daardoor die race. Later in het seizoen, in Brazilië, presenteerde Verstappen de rekening. Max was al wereldkampioen, maar weigerde Perez, die goede zaken kon doen voor de tweede plek in het kampioenschap, voorbij te laten, zoals het team hem vroeg. “Nu heeft iedereen gezien hoe hij in elkaar zit,” zei een boze Pérez. Sindsdien is er vaker kwaad bloed tussen de twee. De Mexicaan, voor de start van dit seizoen: “Als Red Bull me niet op gelijke voet met Verstappen zet, dan kunnen ze vergeten dat ik voor het team rij.” En toen hij de race in Jeddah won, twitterde Checo meteen om het team te bedanken en hij sloot af met: “Meer van dat. Ik wil wereldkampioen worden.” Red Bull greep meteen in: de tweet van Perez verdween na een paar minuten plots heel even. Om dan terug te keren zonder dat laatste zinnetje. Alles willen winnen en de ander niets gunnen: veel, zo niet alle, coureurs in de Formule 1 denken zo. Allemaal hebben ze een soort aangeboren egoïsme als ze in de auto stappen. Bij Max zit dat er nog veel dieper in. “Hij laat de kaas niet van zijn boterham nemen,” zei vader Jos Verstappen al toen zijn zoon in 2015 net zijn debuut had gemaakt op zijn zeventiende. “Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte,” zei Max tijdens een interview, “hier is het ieder voor zich.” Max Verstappen: 'Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte, hier is het ieder voor zich' Verstappen paste dat motto al snel toe in zijn eerste seizoen bij Toro Rosso, toen teamgenoot Carlos Sainz net verse banden had gekregen en duidelijk sneller reed dan Max, die vlak voor hem reed. De teamleiding gaf Verstappen het bevel om zijn teamgenoot voorbij te laten. Dat was ‘strategisch beter’ liet de leiding van Toro Rosso weten. Waarop Max kurkdroog antwoordde op het verzoek met: “No.” Senna en Prost Verstappen won trouwens de derde GP van het seizoen in Melbourne. Maar twee weken later, in Bakoe, was Pérez weer de winnaar. Hij won in Azerbeidzjan niet alleen op zondag, maar ook de zogenaamde ‘sprintrace’ die voor het eerst werd georganiseerd. Vader Antonio Pérez stelde na afloop: “Mijn zoon kan dit seizoen wereldkampioen worden.” De quote ging de wereld rond en zorgde in Mexico voor collectief enthousiasme. Vader Perez is immers politicus en zit in de Mexicaanse Tweede Kamer. Hij staat erom bekend graag oneliners te gebruiken, de media nemen zijn woorden altijd snel over. Pérez werd plots gebombardeerd tot serieuze kanshebber voor de titel in Mexico. Vader Pérez stelde: “Je kunt de rivaliteit tussen Verstappen en Checo gerust vergelijken met die in de grote jaren van Ayrton Senna en Alain Prost bij McLaren.” Na de race in Bakoe was het een leuke headline. Inmiddels is het een pijnlijke uitspraak, als je de stand in het kampioenschap ziet. Maar het was bovenal een uitspraak die zijn zoon niet geholpen heeft. Terug naar de interne strijd tussen Senna en Prost bij McLaren in 1988 en 1989. Wat overeenkomt met die periode is de dominantie van één team. Red Bull is net zo oppermachtig als McLaren toen was. De overwinning van Verstappen in Hongarije betekende de elfde zege van Red Bull dit seizoen in elf races tot nu toe. De laatste race van 2022, in Abu Dhabi, werd ook gewonnen, waardoor Red Bull in Hongarije een streak van twaalf zeges op rij te pakken had. De twaalfde zege op rij door één team betekende een record in de Formule. McLaren won er in 1988 elf op een rij. Maar destijds was de strijd tussen coureurs veel spannender. Senna won zeven van die races en Prost vier. Aan het einde van het seizoen was de stand 8-7 in het voordeel van Senna. Prost en hij waren enorm aan elkaar gewaagd. Bij Red Bull was de stand na de GP in Hongarije alleen dit seizoen 9-2 in het voordeel van Verstappen en met zege van Max in de slotrace van 2022 erbij zelfs 10-2. Hier gaat de vergelijking tussen Senna en Prost in 1988 dus volledig mank. Van spanning is geen sprake meer geweest na Azerbeidzjan en de uitspraken van vader Pérez. Verstappen zegt telkens dat cijfers en statistieken hem niet interesseren, maar hij ziet de kloof met zijn teamgenoot natuurlijk ook wel. Op Silverstone, begin juli, sprak Max die absoluut hard aan zijn gekomen bij Pérez. Toen hem werd gevraagd of de slechte kwalificatie van Pérez - hij haalde alweer de derde en beslissende kwalificatieronde niet - een probleem was, zei Max: “Voor het team is het zeer belangrijk dat we ook de wereldtitel bij de constructeurs pakken, en dus allebei punten pakken. Maar ik denk dat ik dat wel alleen voor elkaar krijg...” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 68.Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
De Formule 1 droomde van een echte titelstrijd. In plaats daarvan zorgt Max Verstappen net als vorig seizoen voor een one man show, de derde wereldtitel op rij kan hem bijna niet ontgaan. Ongewild maar flink geholpen door zijn enige rivaal en teamgenoot. Omdat Sergio Perez dit seizoen alles doet wat hij vooral niet moet doen. “Dit kan best nog leuk worden.” Damon Hill, ex-wereldkampioen en tegenwoordig Formule 1-analist voor televisie, zei het in Melbourne, voor de derde Grand Prix van het jaar. Hij had het over het seizoen dat leek af te stevenen op een duel tussen twee teamgenoten. De auto van Red Bull was immers zo snel dat de andere topteams al de handdoek hadden gegooid. Zowel in Bahrein als Jeddah was er een één-tweetje voor Red Bull. Max Verstappen won in Bahrein voor teamgenoot Sergio Pérez en in Saudi-Arabië waren de rollen omgekeerd. Hill, optimistisch: “Daarmee is het seizoen niet voorbij, hoor. Er valt altijd wat te beleven als twee teamgenoten bikkelen om de titel.” We hadden even de neiging om de wereldkampioen van 1996 te geloven. Hij is immers ervaringsdeskundige. Hill: “De dynamiek is helemaal anders, als je teamgenoot je titelrivaal is. Dat doet iets met een mens. Ik herinner me dat ik in Monza kip zat te eten, en dat Jacques Villeneuve (zijn teamgenoot in ‘96) een bout van mijn bord pikte toen hij voorbij wandelde. Grapje van hem. Ik ging helemaal door het lint, dacht dat hij psychologische spelletjes speelde.” Een week eerder, tijdens de GP van Saudi- Arabië, had Max Verstappen een spelletje gespeeld. Toen de ingenieurs vreesden dat de aandrijfas van de Red Bull RB19 op het punt stond het te begeven, vroegen ze hun coureurs om het tempo te verlagen. Pérez, op dat moment aan de leiding, gehoorzaamde. Tot hij merkte dat Verstappen deed alsof zijn neus bloedde en in de laatste ronde nog de snelste tijd neerzette, goed voor een punt waarmee de Nederlander en niet Pérez de leiding in het kampioenschap greep. De woordenwisseling tussen de teamgenoten na de race en kort voordat ze het podium op gingen, was fel. Geen vertrouwen meer Het zat er natuurlijk aan te komen. Pérez en Verstappen vertrouwen elkaar dit seizoen voor geen meter. Het is een gevolg van wat in 2022 gebeurde. Verstappen en zijn entourage verdachten Pérez ervan dat hij in Monaco opzettelijk gecrasht was in de kwalificaties, zodat Max geen snellere tijd meer kon neerzetten. Perez won daardoor die race. Later in het seizoen, in Brazilië, presenteerde Verstappen de rekening. Max was al wereldkampioen, maar weigerde Perez, die goede zaken kon doen voor de tweede plek in het kampioenschap, voorbij te laten, zoals het team hem vroeg. “Nu heeft iedereen gezien hoe hij in elkaar zit,” zei een boze Pérez. Sindsdien is er vaker kwaad bloed tussen de twee. De Mexicaan, voor de start van dit seizoen: “Als Red Bull me niet op gelijke voet met Verstappen zet, dan kunnen ze vergeten dat ik voor het team rij.” En toen hij de race in Jeddah won, twitterde Checo meteen om het team te bedanken en hij sloot af met: “Meer van dat. Ik wil wereldkampioen worden.” Red Bull greep meteen in: de tweet van Perez verdween na een paar minuten plots heel even. Om dan terug te keren zonder dat laatste zinnetje. Alles willen winnen en de ander niets gunnen: veel, zo niet alle, coureurs in de Formule 1 denken zo. Allemaal hebben ze een soort aangeboren egoïsme als ze in de auto stappen. Bij Max zit dat er nog veel dieper in. “Hij laat de kaas niet van zijn boterham nemen,” zei vader Jos Verstappen al toen zijn zoon in 2015 net zijn debuut had gemaakt op zijn zeventiende. “Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte,” zei Max tijdens een interview, “hier is het ieder voor zich.” Max Verstappen: 'Formule 1 heeft niets te maken met de olympische gedachte, hier is het ieder voor zich' Verstappen paste dat motto al snel toe in zijn eerste seizoen bij Toro Rosso, toen teamgenoot Carlos Sainz net verse banden had gekregen en duidelijk sneller reed dan Max, die vlak voor hem reed. De teamleiding gaf Verstappen het bevel om zijn teamgenoot voorbij te laten. Dat was ‘strategisch beter’ liet de leiding van Toro Rosso weten. Waarop Max kurkdroog antwoordde op het verzoek met: “No.” Senna en Prost Verstappen won trouwens de derde GP van het seizoen in Melbourne. Maar twee weken later, in Bakoe, was Pérez weer de winnaar. Hij won in Azerbeidzjan niet alleen op zondag, maar ook de zogenaamde ‘sprintrace’ die voor het eerst werd georganiseerd. Vader Antonio Pérez stelde na afloop: “Mijn zoon kan dit seizoen wereldkampioen worden.” De quote ging de wereld rond en zorgde in Mexico voor collectief enthousiasme. Vader Perez is immers politicus en zit in de Mexicaanse Tweede Kamer. Hij staat erom bekend graag oneliners te gebruiken, de media nemen zijn woorden altijd snel over. Pérez werd plots gebombardeerd tot serieuze kanshebber voor de titel in Mexico. Vader Pérez stelde: “Je kunt de rivaliteit tussen Verstappen en Checo gerust vergelijken met die in de grote jaren van Ayrton Senna en Alain Prost bij McLaren.” Na de race in Bakoe was het een leuke headline. Inmiddels is het een pijnlijke uitspraak, als je de stand in het kampioenschap ziet. Maar het was bovenal een uitspraak die zijn zoon niet geholpen heeft. Terug naar de interne strijd tussen Senna en Prost bij McLaren in 1988 en 1989. Wat overeenkomt met die periode is de dominantie van één team. Red Bull is net zo oppermachtig als McLaren toen was. De overwinning van Verstappen in Hongarije betekende de elfde zege van Red Bull dit seizoen in elf races tot nu toe. De laatste race van 2022, in Abu Dhabi, werd ook gewonnen, waardoor Red Bull in Hongarije een streak van twaalf zeges op rij te pakken had. De twaalfde zege op rij door één team betekende een record in de Formule. McLaren won er in 1988 elf op een rij. Maar destijds was de strijd tussen coureurs veel spannender. Senna won zeven van die races en Prost vier. Aan het einde van het seizoen was de stand 8-7 in het voordeel van Senna. Prost en hij waren enorm aan elkaar gewaagd. Bij Red Bull was de stand na de GP in Hongarije alleen dit seizoen 9-2 in het voordeel van Verstappen en met zege van Max in de slotrace van 2022 erbij zelfs 10-2. Hier gaat de vergelijking tussen Senna en Prost in 1988 dus volledig mank. Van spanning is geen sprake meer geweest na Azerbeidzjan en de uitspraken van vader Pérez. Verstappen zegt telkens dat cijfers en statistieken hem niet interesseren, maar hij ziet de kloof met zijn teamgenoot natuurlijk ook wel. Op Silverstone, begin juli, sprak Max die absoluut hard aan zijn gekomen bij Pérez. Toen hem werd gevraagd of de slechte kwalificatie van Pérez - hij haalde alweer de derde en beslissende kwalificatieronde niet - een probleem was, zei Max: “Voor het team is het zeer belangrijk dat we ook de wereldtitel bij de constructeurs pakken, en dus allebei punten pakken. Maar ik denk dat ik dat wel alleen voor elkaar krijg...” Helden Magazine editie 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Max Verstappen komt voort uit Helden Magazine nummer 68.Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Ook is er veel aandacht voor de European Para Championships in Rotterdam. Een gesprek met rolstoelbasketbalster Bo Kramer, bij wie op jonge leeftijd botkanker in haar been werd geconstateerd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Formule 1

Giedo van der Garde: ‘Wat ben ik een geluksvogel’

Aan zijn carrière in de Formule 1 kwam in 2015 een abrupt einde. Giedo van der Garde (38) had het er lang moeilijk mee, maar herpakte zich. Inmiddels is hij zakenman, vader van drie kinderen, analist bij Viaplay en racet hij nog altijd. Victoria Koblenko ging bij hem langs en sprak met hem over Jos en Max Verstappen, Nyck de Vries, echtgenote Denise en schoonvader Marcel Boekhoorn. Helingsproces Wat is jouw levensmotto? “Het leven is te kort om moeilijk te doen. Je leeft maar één keer en je moet er alles uit halen.” Heb je er altijd zo in gestaan? “Nou nee. Nadat het Formule 1-team van Sauber in 2015 besloot me niet te laten rijden en mij uitkocht, was ik wel echt de weg kwijt. Dat duurde twee jaar lang.” Ik verken in deze rubriek vaker het zwarte gat van sporters na hun carrière. Is dat wat je bedoelt? “Ik zat als coureur op mijn hoogtepunt, dacht dat ik nog zeker een paar jaar Formule 1 ging rijden. Dat liep allemaal anders. Ik was dertig en realiseerde me dat ik nooit meer terug kon komen in de Formule 1.” De rechtszaak die je aanspande tegen Sauber won je met verve en de schadevergoeding was royaal. Dat hielp niet bij de verwerking? “Ik kreeg een zak geld mee, maar dat vulde het gat niet. Ik wilde racen. En door die rechtszaak wist ik dat een nieuwe kans in de Formule 1 was verkeken.” Wat deed je in die twee jaar dat je de weg kwijt was? “Ik ben veel gekke dingen gaan doen. Ik kwam geregeld om zes uur ’s ochtends thuis, dan ging mijn vrouw Denise net naar haar werk. Vervolgens lag ik de hele dag in bed en ’s avonds ging ik weer stappen. En dat vier of vijf keer per week. Ik kon wat me was overkomen geen plek geven. Formule 1 is één grote adrenaline-rush. Toen ik die ineens niet meer kreeg, ging ik het in andere dingen zoeken. Het was een helingsproces. Ik ben in mijn eentje ook reizen gaan maken. Van Las Vegas tot Curaçao. Thuis was het moeilijk in die periode. Want het gat van het gemis van de sport kon ook niet door het gezin worden gevuld. Ik moest losgelaten worden, zodat ik weer terug op aarde kon komen.” Dat moet voor je vrouw Denise ook niet makkelijk zijn geweest. “Ja, we zijn door een moeilijke periode gegaan toen ik uit de Formule 1 werd gezet. Denise en ik waren net getrouwd. Ze had een bedrijf en ik wist tegelijkertijd niet meer waar ik stond in mijn leven. Dat heeft tijd gekost. Maar ik dacht ook: als je elkaar al zo lang kent, dan moet je eruit kunnen komen.” Wat was de succesformule om uit het gat te klimmen? “Een coach. Zij heeft me echt geholpen, had meteen door dat als ik tegenover haar zou blijven zitten om langdurig te praten, het niet op zou schieten. Ze keek het een half uur aan en nam me mee voor een wandeling door het Vondelpark. We hebben ontelbare rondjes Vondelpark gelopen.” Wat waren de grootste leermomenten? “Heb je even? Kijk, als topsporter ben je echt een egoïst. Dat egostukje moet je leren opgeven of opzij kunnen zetten. Het is fijn als er een onafhankelijke derde persoon is die dat tegen je gaat zeggen.” Kon je na die gesprekken meteen naar de toekomst kijken of moest je eerst verwerken dat je Formule 1-carrière voorbij was? “Beide. Er bleek zoveel meer te zijn dan topsport. Daarvoor zag ik dat niet door de oogkleppen die ik jarenlang droeg. Het einde van mijn carrière in de Formule 1 voelde zo abrupt, dat ik niet zag dat er meerdere mogelijkheden waren en dat ik veel meer talenten heb dan hard in een auto rijden.” Jouw schoonvader, ondernemer en investeerder Marcel Boekhoorn, schijnt zich toen van zijn beste kant te hebben laten zien, toch? “Marcel belde op en zei: ‘Het gaat niet goed met jou. Kom jij maar eens een jaartje met mij meelopen.’ Dat heb ik gedaan. Ik heb in die periode elke deal die Marcel maakte van dichtbij meegemaakt. Superleerzaam. Daardoor kreeg ik steeds meer door dat ik meer in mijn mars had dan autorijden.” Heb je veel gehuild in de periode dat je zoekende was? “Ik huil niet snel, bijna nooit. Maar bij het overlijden van de oma van Denise stond ik te huilen als een kind. Drie kwartier lang. Ik kon niet stoppen, alles kwam eruit. Toen ik naar huis reed, voelde ik me eigenlijk best lekker. Topsport is keihard, daar hoort huilen niet bij. Je krijgt een tik als je dat doet. Is dat goed? Weet ik niet. Is dat slecht? Weet ik ook niet. Je hebt een mentaliteit aangeleerd in de sport die je de rest van je leven gaat helpen. Als ik nu een zakelijke deal doe, moet ie lukken. Links- of rechtsom.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Giedo van der Garde komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Aan zijn carrière in de Formule 1 kwam in 2015 een abrupt einde. Giedo van der Garde (38) had het er lang moeilijk mee, maar herpakte zich. Inmiddels is hij zakenman, vader van drie kinderen, analist bij Viaplay en racet hij nog altijd. Victoria Koblenko ging bij hem langs en sprak met hem over Jos en Max Verstappen, Nyck de Vries, echtgenote Denise en schoonvader Marcel Boekhoorn. Helingsproces Wat is jouw levensmotto? “Het leven is te kort om moeilijk te doen. Je leeft maar één keer en je moet er alles uit halen.” Heb je er altijd zo in gestaan? “Nou nee. Nadat het Formule 1-team van Sauber in 2015 besloot me niet te laten rijden en mij uitkocht, was ik wel echt de weg kwijt. Dat duurde twee jaar lang.” Ik verken in deze rubriek vaker het zwarte gat van sporters na hun carrière. Is dat wat je bedoelt? “Ik zat als coureur op mijn hoogtepunt, dacht dat ik nog zeker een paar jaar Formule 1 ging rijden. Dat liep allemaal anders. Ik was dertig en realiseerde me dat ik nooit meer terug kon komen in de Formule 1.” De rechtszaak die je aanspande tegen Sauber won je met verve en de schadevergoeding was royaal. Dat hielp niet bij de verwerking? “Ik kreeg een zak geld mee, maar dat vulde het gat niet. Ik wilde racen. En door die rechtszaak wist ik dat een nieuwe kans in de Formule 1 was verkeken.” Wat deed je in die twee jaar dat je de weg kwijt was? “Ik ben veel gekke dingen gaan doen. Ik kwam geregeld om zes uur ’s ochtends thuis, dan ging mijn vrouw Denise net naar haar werk. Vervolgens lag ik de hele dag in bed en ’s avonds ging ik weer stappen. En dat vier of vijf keer per week. Ik kon wat me was overkomen geen plek geven. Formule 1 is één grote adrenaline-rush. Toen ik die ineens niet meer kreeg, ging ik het in andere dingen zoeken. Het was een helingsproces. Ik ben in mijn eentje ook reizen gaan maken. Van Las Vegas tot Curaçao. Thuis was het moeilijk in die periode. Want het gat van het gemis van de sport kon ook niet door het gezin worden gevuld. Ik moest losgelaten worden, zodat ik weer terug op aarde kon komen.” Dat moet voor je vrouw Denise ook niet makkelijk zijn geweest. “Ja, we zijn door een moeilijke periode gegaan toen ik uit de Formule 1 werd gezet. Denise en ik waren net getrouwd. Ze had een bedrijf en ik wist tegelijkertijd niet meer waar ik stond in mijn leven. Dat heeft tijd gekost. Maar ik dacht ook: als je elkaar al zo lang kent, dan moet je eruit kunnen komen.” Wat was de succesformule om uit het gat te klimmen? “Een coach. Zij heeft me echt geholpen, had meteen door dat als ik tegenover haar zou blijven zitten om langdurig te praten, het niet op zou schieten. Ze keek het een half uur aan en nam me mee voor een wandeling door het Vondelpark. We hebben ontelbare rondjes Vondelpark gelopen.” Wat waren de grootste leermomenten? “Heb je even? Kijk, als topsporter ben je echt een egoïst. Dat egostukje moet je leren opgeven of opzij kunnen zetten. Het is fijn als er een onafhankelijke derde persoon is die dat tegen je gaat zeggen.” Kon je na die gesprekken meteen naar de toekomst kijken of moest je eerst verwerken dat je Formule 1-carrière voorbij was? “Beide. Er bleek zoveel meer te zijn dan topsport. Daarvoor zag ik dat niet door de oogkleppen die ik jarenlang droeg. Het einde van mijn carrière in de Formule 1 voelde zo abrupt, dat ik niet zag dat er meerdere mogelijkheden waren en dat ik veel meer talenten heb dan hard in een auto rijden.” Jouw schoonvader, ondernemer en investeerder Marcel Boekhoorn, schijnt zich toen van zijn beste kant te hebben laten zien, toch? “Marcel belde op en zei: ‘Het gaat niet goed met jou. Kom jij maar eens een jaartje met mij meelopen.’ Dat heb ik gedaan. Ik heb in die periode elke deal die Marcel maakte van dichtbij meegemaakt. Superleerzaam. Daardoor kreeg ik steeds meer door dat ik meer in mijn mars had dan autorijden.” Heb je veel gehuild in de periode dat je zoekende was? “Ik huil niet snel, bijna nooit. Maar bij het overlijden van de oma van Denise stond ik te huilen als een kind. Drie kwartier lang. Ik kon niet stoppen, alles kwam eruit. Toen ik naar huis reed, voelde ik me eigenlijk best lekker. Topsport is keihard, daar hoort huilen niet bij. Je krijgt een tik als je dat doet. Is dat goed? Weet ik niet. Is dat slecht? Weet ik ook niet. Je hebt een mentaliteit aangeleerd in de sport die je de rest van je leven gaat helpen. Als ik nu een zakelijke deal doe, moet ie lukken. Links- of rechtsom.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Giedo van der Garde komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Formule 1

Nyck de Vries: ‘Het gaat nu pas echt beginnen’

Nyck de Vries leeft zijn droom. Van jongs af aan was het grote doel de Formule 1 halen en op zijn 28ste is het dan eindelijk gelukt om een van de schaarse stoeltjes te bemachtigen. Helden ging op bezoek bij de coureur van AlphaTauri in zijn woonplaats Monaco. “Ik vind het vooral mooi dat mijn verhaal een sprookjesachtig vervolg heeft gekregen.” Zijn status is in korte tijd flink veranderd, maar de glimlach op zijn gezicht is dat niet. Met een door zijn zus Seychelle ontworpen cap met ‘zijn’ nummer 21 gaat Nyck de Vries op het terras van Cova Café in Monaco zitten. Het restaurant aan Avenue Princesse Grace is eigendom van Flavio Briatore, vertelt Nyck. De Italiaanse zakenman was directeur van modemerk Benetton en jarenlang teambaas van eerst Formule 1-team Benetton, waarvoor Michael Schumacher twee van zijn in totaal zeven wereldtitels pakte, en daarna Renault. Nyck woont sinds drie jaar in het vorstendom, ook het territorium van veel Formule 1-coureurs. “Ik voel me hier heel erg thuis. Het klinkt best raar, maar Monaco voelt voor mij niet veel anders dan Friesland. Eigenlijk is het een veilig, besloten dorp, net als waar ik ben opgegroeid. Iedereen kent elkaar hier, op straat kom ik veel bekenden tegen. Het klimaat is alleen een tikkeltje anders dan in Friesland. Iedereen heeft een bepaald beeld bij Monaco, maar ik vind dat je hier heel relaxed je eigen ding kunt doen.” Sinds kort is de 28-jarige Fries, geboren in Uitwellingerga – een dorpje met 350 inwoners nabij Sneek –, in het bezit van een van de twintig stoeltjes in de koningsklasse van de autosport. Hij komt uit voor AlphaTauri, het zusterteam van Red Bull Racing, waarvoor Max Verstappen de afgelopen twee seizoenen wereldkampioen werd. Nyck is in een nieuwe wereld gestapt, een waar hij van jongs af aan op heeft gejaagd. Hij is razend druk, maar klagen hoor je hem niet. “Ik zal een indruk geven hoe mijn dagen eruitzien,” zegt hij vrolijk. Hij pakt zijn telefoon en laat zijn agenda zien. Die zit vol met blokken van verschillende kleuren. Na een tijdje scrollen blijkt hij pas in mei voor het eerst een dag tegen te komen die nog helemaal blanco is. Even terug naar Friesland is er voorlopig dus niet bij, bevestigt Nyck terwijl hij een slok van zijn cappuccino neemt. De secretaresse van Mercedes-teambaas Toto Wolff loopt langs en komt een knuffel geven. Tot vorig jaar was Mercedes de werkgever van Nyck, hij was testcoureur voor de F1-renstal van het automerk en werd in 2021 wereldkampioen Formule E. Wolff riep destijds dat Nyck een stoeltje in de Formule 1 verdiende, al kon hij die hem zelf niet geven. Al jarenlang was het grote talent van Nyck, die op zijn vierde al door zijn vader en voormalig toerwagencoureur Hendrik Jan gemotiveerd werd in een kart te stappen, bekend. Als jochie won hij al alles wat er te winnen viel in de kart. Begin 2010, vlak voor zijn vijftiende verjaardag, werd hij opgepikt door raceteam McLaren, dat hem in zijn Young Driver Programme opnam. Ook zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton maakte ooit deel uit van dat programma. Negen jaar lang stond hij onder contract van McLaren, boekte in die tijd goede resultaten in de Formule Renault en de GP3. In 2019 werd hij in de Formule 2 wereldkampioen, normaal gesproken betekent die titel automatisch een stoeltje in de Formule 1, maar niet voor Nyck. Hij stapte eind 2019 over naar Mercedes, werd een jaar later dus wereldkampioen in de Formule E, maar opnieuw moest hij geduld hebben. Tot dit jaar. Na zijn debuut in de Formule 1 in september vorig jaar, als invaller voor Williams-coureur Alexander Albon, reed hij meteen naar een negende plek. Nyck finishte ruim voor vaste Williams-rijder Nicholas Latifi en werd door fans wereldwijd gekozen als Driver of the Day. Veel collega’s riepen dat Nyck echt een F1-stoeltje verdiende. Op zijn 28ste is hij dan toch rookie in de Formule 1. It has been a long ride. Roze wolk Waar was je toen je hoorde dat je een stoeltje bij AlphaTauri kreeg? Lachend: “Er was niet een specifiek moment waarop iemand zei: Nyck, gefeliciteerd, jij krijgt dat stoeltje. Dat is ook niet gebruikelijk in onze wereld. Je komt in een proces en lange tijd is onzeker of ik dat stoeltje ook werkelijk zou krijgen. Aan m’n water voelde ik telkens dat de kans groter werd dat het goed zou komen. Toen ik werd uitgenodigd om naar Red Bull in Oostenrijk te komen, dacht ik: nu wordt het echt serieus. Niet veel later zat ik op de fiets in de sportschool, hier iets verderop, toen Pierre Gasly me facetimede. We hebben hetzelfde management en Pierre vertelde dat hij vertrok bij AlphaTauri en naar Alpine ging. Ik wist op dat moment dat de grote puzzel in elkaar aan het vallen was. Eind september wist ik het echt, begin oktober werd het uiteindelijk bekendgemaakt.” Je bent 28, voelde het voor jou als nu of nooit wat betreft een plekje in de Formule 1? “Ik ben al zo vaak in the picture geweest. Er waren momenten dat ik dacht dat het nooit zou gaan gebeuren, maar ondertussen bleef ik dromen en hopen. Ik had telkens een halve voet tussen de deur van de Formule 1 en al die tijd was er dus een kans. Als het nu niet was gebeurd, dan was het misschien nooit gebeurd. Maar tegelijkertijd: dat heb ik al drie keer eerder gedacht. Toen ik wereldkampioen Formule 2 en Formule E was, hoopte ik ook dat het voldoende momentum genereerde om een kans af te dwingen.” Heb je getwijfeld of je ooit een kans zou krijgen? “Ik heb eigenlijk vaker gedacht dat ik die kans niet zou krijgen dan wel, maar in mij zit dat ik maar een heel klein beetje hoop hoef te hebben om niet op te geven.” Jij bent wel het toonbeeld van iemand die nooit opgeeft, die ondanks alles zijn koers is blijven varen. Lachend: “Achteraf kun je dat makkelijk zeggen. Ik vind het vooral mooi dat mijn verhaal een sprookjesachtig vervolg heeft gekregen. Als dat niet het geval was geweest, dan had ik ook een mooie carrière gehad, maar dan had het toch als niet compleet gevoeld. Dan had je altijd kunnen denken: we hebben het altijd over de Formule 1 gehad bij Nyck, maar het is nooit werkelijkheid geworden. Ik ben heel dankbaar dat ik nu de kans krijg om mijn verhaal een vervolg te geven.” Hoe heb je gevierd dat je het stoeltje bij AlphaTauri binnen had?  “Mijn zusje was als verrassing overgekomen. Mijn vader was op dat moment in Zuid-Frankrijk op bezoek bij kennissen met wie wij altijd gingen skiën en mijn beste maatje was op dat moment ook in de buurt. We zijn hier lekker gaan eten met een grote groep. Op dat moment was het trouwens nog niet definitief, maar we wisten dat het eigenlijk niet meer mis kon gaan.” 'Max Verstappen heeft het vast weleens over me gehad en heeft zeker een goed woordje voor me gedaan' Je vader en zusje hebben het hele traject met jou doorlopen. Van jongs af aan ben jij met hen naar races in het buitenland gegaan met de gedeelde droom dat je op een dag de Formule 1 zou bereiken. Stonden jullie daarbij stil tijdens dat etentje? “Zij hebben die reis natuurlijk helemaal met me meegemaakt, maar tijdens dat etentje hebben we daar niet uitgebreid over gesproken. Wij zijn niet van die hele grote praters, in ons zit ook niet dat we elkaar ophemelen. Maar ik voel wel heel erg dat voor ons de cirkel nu rond is. De afgelopen jaren heb ik mijn professionele carrière in de autosport opgebouwd en dat deed ik toch voor een groot gedeelte alleen. Ik bouwde mijn leven op hier in Monaco. Mijn vader en zus waren er op de achtergrond om mij te steunen, maar de noodzaak om support te hebben was iets minder. Maar wat ik nu meemaak, is zo intensief dat ik hen weer echt nodig heb. Zoals het ook het geval was toen ik net begon en we met z’n drieën naar de races gingen. Mijn zusje werkt nauw samen met mijn management, doet mijn merchandise en is bezig het merk Nyck uit te bouwen met een groep mensen die zij om zich heen heeft verzameld. De cap die ik nu draag is een sample. Mijn vader is altijd mijn grootste klankbord geweest. Nu het heel intens is wat ik meemaak, heb ik hem wat meer nodig. Ik ben, op vier dagen met kerst na, het afgelopen jaar denk ik maar één dag in Friesland geweest, maar gelukkig komen mijn vader en zusje vaak naar mij toe, dat is praktischer.” Je ouders zijn op voor jou jonge leeftijd gescheiden. Speelt je moeder ook een rol in het leven dat je nu leidt? “We zijn opgegroeid bij onze vader, mijn moeder heeft nooit echt onderdeel uitgemaakt van ons team. Speelt ze een rol? Ze is mijn moeder, we hebben af en toe contact en dan is het goed.” Wat kwam er op je af nadat duidelijk werd dat je een stoeltje bij AlphaTauri kreeg? “Ik heb een paar maanden op een roze wolk geleefd. Iedereen was enthousiast. Maar op een gegeven moment moest ik verder. Het is 2023, vanaf nu draait het alleen nog maar om presteren in de Formule 1. Het gaat nu echt beginnen.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nyck de Vries komt voort uit Helden Magazine 66. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Nyck de Vries leeft zijn droom. Van jongs af aan was het grote doel de Formule 1 halen en op zijn 28ste is het dan eindelijk gelukt om een van de schaarse stoeltjes te bemachtigen. Helden ging op bezoek bij de coureur van AlphaTauri in zijn woonplaats Monaco. “Ik vind het vooral mooi dat mijn verhaal een sprookjesachtig vervolg heeft gekregen.” Zijn status is in korte tijd flink veranderd, maar de glimlach op zijn gezicht is dat niet. Met een door zijn zus Seychelle ontworpen cap met ‘zijn’ nummer 21 gaat Nyck de Vries op het terras van Cova Café in Monaco zitten. Het restaurant aan Avenue Princesse Grace is eigendom van Flavio Briatore, vertelt Nyck. De Italiaanse zakenman was directeur van modemerk Benetton en jarenlang teambaas van eerst Formule 1-team Benetton, waarvoor Michael Schumacher twee van zijn in totaal zeven wereldtitels pakte, en daarna Renault. Nyck woont sinds drie jaar in het vorstendom, ook het territorium van veel Formule 1-coureurs. “Ik voel me hier heel erg thuis. Het klinkt best raar, maar Monaco voelt voor mij niet veel anders dan Friesland. Eigenlijk is het een veilig, besloten dorp, net als waar ik ben opgegroeid. Iedereen kent elkaar hier, op straat kom ik veel bekenden tegen. Het klimaat is alleen een tikkeltje anders dan in Friesland. Iedereen heeft een bepaald beeld bij Monaco, maar ik vind dat je hier heel relaxed je eigen ding kunt doen.” Sinds kort is de 28-jarige Fries, geboren in Uitwellingerga – een dorpje met 350 inwoners nabij Sneek –, in het bezit van een van de twintig stoeltjes in de koningsklasse van de autosport. Hij komt uit voor AlphaTauri, het zusterteam van Red Bull Racing, waarvoor Max Verstappen de afgelopen twee seizoenen wereldkampioen werd. Nyck is in een nieuwe wereld gestapt, een waar hij van jongs af aan op heeft gejaagd. Hij is razend druk, maar klagen hoor je hem niet. “Ik zal een indruk geven hoe mijn dagen eruitzien,” zegt hij vrolijk. Hij pakt zijn telefoon en laat zijn agenda zien. Die zit vol met blokken van verschillende kleuren. Na een tijdje scrollen blijkt hij pas in mei voor het eerst een dag tegen te komen die nog helemaal blanco is. Even terug naar Friesland is er voorlopig dus niet bij, bevestigt Nyck terwijl hij een slok van zijn cappuccino neemt. De secretaresse van Mercedes-teambaas Toto Wolff loopt langs en komt een knuffel geven. Tot vorig jaar was Mercedes de werkgever van Nyck, hij was testcoureur voor de F1-renstal van het automerk en werd in 2021 wereldkampioen Formule E. Wolff riep destijds dat Nyck een stoeltje in de Formule 1 verdiende, al kon hij die hem zelf niet geven. Al jarenlang was het grote talent van Nyck, die op zijn vierde al door zijn vader en voormalig toerwagencoureur Hendrik Jan gemotiveerd werd in een kart te stappen, bekend. Als jochie won hij al alles wat er te winnen viel in de kart. Begin 2010, vlak voor zijn vijftiende verjaardag, werd hij opgepikt door raceteam McLaren, dat hem in zijn Young Driver Programme opnam. Ook zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton maakte ooit deel uit van dat programma. Negen jaar lang stond hij onder contract van McLaren, boekte in die tijd goede resultaten in de Formule Renault en de GP3. In 2019 werd hij in de Formule 2 wereldkampioen, normaal gesproken betekent die titel automatisch een stoeltje in de Formule 1, maar niet voor Nyck. Hij stapte eind 2019 over naar Mercedes, werd een jaar later dus wereldkampioen in de Formule E, maar opnieuw moest hij geduld hebben. Tot dit jaar. Na zijn debuut in de Formule 1 in september vorig jaar, als invaller voor Williams-coureur Alexander Albon, reed hij meteen naar een negende plek. Nyck finishte ruim voor vaste Williams-rijder Nicholas Latifi en werd door fans wereldwijd gekozen als Driver of the Day. Veel collega’s riepen dat Nyck echt een F1-stoeltje verdiende. Op zijn 28ste is hij dan toch rookie in de Formule 1. It has been a long ride. Roze wolk Waar was je toen je hoorde dat je een stoeltje bij AlphaTauri kreeg? Lachend: “Er was niet een specifiek moment waarop iemand zei: Nyck, gefeliciteerd, jij krijgt dat stoeltje. Dat is ook niet gebruikelijk in onze wereld. Je komt in een proces en lange tijd is onzeker of ik dat stoeltje ook werkelijk zou krijgen. Aan m’n water voelde ik telkens dat de kans groter werd dat het goed zou komen. Toen ik werd uitgenodigd om naar Red Bull in Oostenrijk te komen, dacht ik: nu wordt het echt serieus. Niet veel later zat ik op de fiets in de sportschool, hier iets verderop, toen Pierre Gasly me facetimede. We hebben hetzelfde management en Pierre vertelde dat hij vertrok bij AlphaTauri en naar Alpine ging. Ik wist op dat moment dat de grote puzzel in elkaar aan het vallen was. Eind september wist ik het echt, begin oktober werd het uiteindelijk bekendgemaakt.” Je bent 28, voelde het voor jou als nu of nooit wat betreft een plekje in de Formule 1? “Ik ben al zo vaak in the picture geweest. Er waren momenten dat ik dacht dat het nooit zou gaan gebeuren, maar ondertussen bleef ik dromen en hopen. Ik had telkens een halve voet tussen de deur van de Formule 1 en al die tijd was er dus een kans. Als het nu niet was gebeurd, dan was het misschien nooit gebeurd. Maar tegelijkertijd: dat heb ik al drie keer eerder gedacht. Toen ik wereldkampioen Formule 2 en Formule E was, hoopte ik ook dat het voldoende momentum genereerde om een kans af te dwingen.” Heb je getwijfeld of je ooit een kans zou krijgen? “Ik heb eigenlijk vaker gedacht dat ik die kans niet zou krijgen dan wel, maar in mij zit dat ik maar een heel klein beetje hoop hoef te hebben om niet op te geven.” Jij bent wel het toonbeeld van iemand die nooit opgeeft, die ondanks alles zijn koers is blijven varen. Lachend: “Achteraf kun je dat makkelijk zeggen. Ik vind het vooral mooi dat mijn verhaal een sprookjesachtig vervolg heeft gekregen. Als dat niet het geval was geweest, dan had ik ook een mooie carrière gehad, maar dan had het toch als niet compleet gevoeld. Dan had je altijd kunnen denken: we hebben het altijd over de Formule 1 gehad bij Nyck, maar het is nooit werkelijkheid geworden. Ik ben heel dankbaar dat ik nu de kans krijg om mijn verhaal een vervolg te geven.” Hoe heb je gevierd dat je het stoeltje bij AlphaTauri binnen had?  “Mijn zusje was als verrassing overgekomen. Mijn vader was op dat moment in Zuid-Frankrijk op bezoek bij kennissen met wie wij altijd gingen skiën en mijn beste maatje was op dat moment ook in de buurt. We zijn hier lekker gaan eten met een grote groep. Op dat moment was het trouwens nog niet definitief, maar we wisten dat het eigenlijk niet meer mis kon gaan.” 'Max Verstappen heeft het vast weleens over me gehad en heeft zeker een goed woordje voor me gedaan' Je vader en zusje hebben het hele traject met jou doorlopen. Van jongs af aan ben jij met hen naar races in het buitenland gegaan met de gedeelde droom dat je op een dag de Formule 1 zou bereiken. Stonden jullie daarbij stil tijdens dat etentje? “Zij hebben die reis natuurlijk helemaal met me meegemaakt, maar tijdens dat etentje hebben we daar niet uitgebreid over gesproken. Wij zijn niet van die hele grote praters, in ons zit ook niet dat we elkaar ophemelen. Maar ik voel wel heel erg dat voor ons de cirkel nu rond is. De afgelopen jaren heb ik mijn professionele carrière in de autosport opgebouwd en dat deed ik toch voor een groot gedeelte alleen. Ik bouwde mijn leven op hier in Monaco. Mijn vader en zus waren er op de achtergrond om mij te steunen, maar de noodzaak om support te hebben was iets minder. Maar wat ik nu meemaak, is zo intensief dat ik hen weer echt nodig heb. Zoals het ook het geval was toen ik net begon en we met z’n drieën naar de races gingen. Mijn zusje werkt nauw samen met mijn management, doet mijn merchandise en is bezig het merk Nyck uit te bouwen met een groep mensen die zij om zich heen heeft verzameld. De cap die ik nu draag is een sample. Mijn vader is altijd mijn grootste klankbord geweest. Nu het heel intens is wat ik meemaak, heb ik hem wat meer nodig. Ik ben, op vier dagen met kerst na, het afgelopen jaar denk ik maar één dag in Friesland geweest, maar gelukkig komen mijn vader en zusje vaak naar mij toe, dat is praktischer.” Je ouders zijn op voor jou jonge leeftijd gescheiden. Speelt je moeder ook een rol in het leven dat je nu leidt? “We zijn opgegroeid bij onze vader, mijn moeder heeft nooit echt onderdeel uitgemaakt van ons team. Speelt ze een rol? Ze is mijn moeder, we hebben af en toe contact en dan is het goed.” Wat kwam er op je af nadat duidelijk werd dat je een stoeltje bij AlphaTauri kreeg? “Ik heb een paar maanden op een roze wolk geleefd. Iedereen was enthousiast. Maar op een gegeven moment moest ik verder. Het is 2023, vanaf nu draait het alleen nog maar om presteren in de Formule 1. Het gaat nu echt beginnen.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nyck de Vries komt voort uit Helden Magazine 66. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met duizendpoot Rico Verhoeven. Hij is al tien jaar wereldkampioen kickboksen, succesvol ondernemer, vader én acteur. Ook een gesprek met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Timothy Beck: Van vaandeldrager tot voetbalvader

Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Snowboarden

Chris Vos en Lisa Bunschoten: ‘Ik heb altijd mijn maatje bij me’

Chris Vos (23) en Lisa Bunschoten (26) zijn de beste parasnowboarders van Nederland. En een liefdeskoppel. In aanloop naar de Paralympische Winterspelen (4-13 maart) gingen we op bezoek bij de medaillekandidaten. Het moderne rijtjeshuis van Chris Vos en Lisa Bunschoten in een nieuwbouwwijk in Zuidoostbeemster is van alle gemakken voorzien. Afgelopen zomer zijn ze er ingetrokken na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond. In tegenstelling tot hun vorige woning hebben ze alleen geen balken meer aan het plafond waar ze hun gewonnen medailles aan op kunnen hangen. En dat zijn er nogal wat. Het is begin december 2021 en Chris en Lisa zijn net terug uit Landgraaf waar ze de eerste World Cup van hun bomvolle seizoen, met zowel het WK als de Paralympische Spelen, hebben gereden. Allebei zijn ze met goud thuisgekomen. “Mijn medaille hangt boven. Aan mijn snowboard die tussen de was staat,” zegt Chris lachend. “Als je gaat verhuizen ga je spullen uitzoeken. Ik heb enkele prijzen weggedaan. Onhandige dingen zoals een blok hout. Best gaaf, maar wat moet je ermee?! Maar medailles gooien we niet weg. In dit huis leggen we nieuwe medailles vaak een week op tafel. Daarna gaan ze in een mooie doos waarin we ze bewaren.” Lisa: “Als we alles wat we hebben gewonnen zouden ophangen, dan wordt het een beetje vol. De medailles van de Spelen en het WK hebben wel een mooi plekje gekregen.” Kantje boord Sinds de verhuizing woont Chris op tien minuten van zijn ouderlijk huis. Eén keer per week doen Lisa en hij op de zolder van de boerderij van zijn ouders krachttraining. Het is ook de plek waar het achttien jaar geleden vreselijk misging. Chris: “Toen ik vijf jaar oud was, werd er bij ons op het erf verbouwd. Als de grote machines aan het werk waren, mochten mijn broer en ik niet naar buiten. Op een dag deden we dat toch omdat we in het zand wilden spelen. De machinist van de graafmachine zag me niet en reed over mijn middel heen. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Mijn heupen waren op vier plaatsen gebroken en veel bloedvaten waren stuk. Ik was vanbinnen aan het doodbloeden. Het was kantje boord of ik het zou redden. De eerste dagen na de operaties was het kritisch. Er werd meerdere keren tegen mijn ouders gezegd dat ze afscheid van me moesten nemen. Ook toen ik een bacteriële infectie opliep waardoor mijn bilspier met spoed moest worden geamputeerd. Ik weet niet hoe, maar ik wist het te overleven. Het gevolg was wel dat mijn rechterbeen verlamd was.” De artsen dachten dat Chris nooit meer zou kunnen lopen en de rest van zijn leven in een rolstoel zou zitten. Maar dat vertikte hij. Chris wilde spelen zoals ieder kind en proberen weer te kunnen lopen, wat hem ook lukte met eerst een looprekje en later een orthese. “Er werd van alles afgeraden door de dokters. Gelukkig ben ik opgegroeid in een gezin dat twee keer nadacht en wel naar de mogelijkheden keek. Laat hem maar vallen, dachten mijn ouders. Hij staat wel weer op.” Met veel vallen, pijn, kramp en hulp van zijn vader, die een touw om zijn middel deed zodat ze samen de piste af konden, leerde Chris in zijn jeugdjaren zelfstandig snowboarden. Toen hij in 2010 Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen zag worden op de parallelreuzenslalom dacht hij: dat wil ik ook. Zo kwam hij in contact met Bibian Mentel, die bezig was met het oprichten van een team en van snowboarden een paralympische sport wilde maken. “Bieb nam me mee naar wedstrijden in Frankrijk en Spanje. Ik was twaalf jaar en kon er nog niets van, maar ik vond het heel gaaf. Ik kwam gasten tegen die ook met een prothese aan het snowboarden waren. In die tijd stonden ze allemaal nog te blowen. Het was één grote cracky bende, maar ik vond het geweldig. Van een team dat iedere zondag voor de lol ging trainen werden we steeds professioneler.” Kussen bij de lift Lisa werd geboren met fibula aplasie. Door het missen van haar kuitbeen en een incomplete knie was haar linkerbeen flink korter dan haar rechterbeen. Ook had ze een spitsvoet. “Op zesjarige leeftijd is mijn been verlengd. Mijn onderen bovenbeen werden gebroken en ik kreeg een stellage met pinnen door mijn been, op twee plekken zelfs door het bot. Negen maanden lang moest ik iedere dag aan een schroef draaien waardoor mijn been werd uitgerekt. Dat was niet fijn. Ik had vooral veel spierpijn. De pinnen van de stellage moesten iedere week worden schoongemaakt. Met watjes en alcohol. Dat was verschrikkelijk. Ik schreeuwde de hele straat bij elkaar van de pijn. Omdat de pinnen nat mochten worden, zetten mijn ouders voorafgaand aan het schoonmaken een sproeier buiten waar ik met kinderen uit de straat onder kon spelen. Ze koppelden nare momenten aan leuke dingen en dat hielp me heel erg. Het beenverschil van twaalf centimeter werd uiteindelijk teruggebracht naar vijf en mijn knieën kwamen op dezelfde hoogte te staan.” Op vijftienjarige leeftijd stond er opnieuw een beenverlenging en ook het rechtzetten van haar voet op de planning. Totdat een arts haar aan het twijfelen bracht. “Die arts dacht dat ik daardoor juist meer last zou krijgen naarmate ik ouder zou worden. Hij zei: ‘Als het mijn been was, dan zou ik voor amputatie kiezen.’ Dat waren heftige woorden. Ik besloot de afspraak af te zeggen en eerst goed rond te kijken. Toen ik zag wat mensen allemaal konden met een prothese, dacht ik: wow, dat wil ik ook kunnen. Daarna was de keuze snel gemaakt en werd mijn linkervoet geamputeerd.” Voor de amputatie had Lisa met een orthese leren snowboarden. Met een prothese bleek het ook te lukken. “Ik was heel blij dat ik na de ingreep weer op een snowboard kon staan. Tijdens een Fundag in Snowworld die was georganiseerd door de Mentelity Foundation kwam ik Bibian tegen. Ze vond het tof dat er nog een meisje met een prothese aan het snowboarden was en vroeg of ik mee wilde doen aan wedstrijden. Ik was meteen enthousiast.” Zo kwamen Chris en Lisa in hetzelfde team terecht. Maar van liefde op het eerste gezicht was niet bepaald sprake. Chris: “In het begin was ik jou aan het narren en plagen omdat je een beetje bang was en niet zo hard naar beneden durfde te gaan.” Lisa: “Ik ben tweeënhalf jaar ouder en vond jou maar een vervelend rotjoch. Chris: “In die tijd zagen we elkaar vijf keer per week in Snowworld. Daarnaast deden we wedstrijden met het team van Bieb.” Lisa: “We reisden de wereld over, maakten samen veel mee en daardoor ontstond er een vriendschap.” Twee jaar na hun eerste kennismaking sloeg de vonk over. Chris: “Mijn moeder zei: ‘Heb je weleens goed naar dat meisje gekeken?’ Toen ik dat deed, was het er ineens. Ik vond jou eerder leuk dan jij mij.” Lisa: “Ik merkte dat je veranderde. Daardoor ging ik ook anders naar jou kijken. Van een irritant jochie werd je ineens een leuke jongen.” Chris: “Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift. Vlak voor Sochi kregen we een relatie.” Onafscheidelijk duo Met zijn krap zestien jaar was Chris tijdens de Paralympische Winterspelen van 2014 de jongste Nederlandse deelnemer. Hij werd dertiende op de boardercross, Lisa werd zevende. In de daaropvolgende jaren bestormden ze samen de top. In 2015 en 2017 werd Chris wereldkampioen op de onderdelen banked slalom en boardercross. Na twee zilveren en één bronzen plak op het WK veroverde Lisa in 2019 ook op beide onderdelen de wereldtitel. Met dank aan hun streven elkaar en daarmee ook zichzelf beter te willen maken. Lisa: “We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. Tijdens trainingen doen we heats tegen elkaar. De drive om van elkaar te willen winnen is groot. Met boardercross ben ik op sommige stukken sneller dan Chris en andersom. Er gebeurt altijd iets als we het tegen elkaar opnemen.” Chris, lachend: “Er komt dan ook wat gescheld aan te pas. Wie wint wrijft dat zeker nog even in bij de ander. Het kan soms intens zijn, maar we zijn het gewend dat we dezelfde sport beoefenen en iedere dag samen zijn. Ik heb altijd mijn maatje bij me en daar heb ik veel aan.” Lisa: “Het komt soms voor dat de een met een gouden medaille thuiskomt en de ander met een teleurstellend resultaat. Toch zijn we dan blij voor de ander. Het is altijd beter dat in elk geval een van ons twee wint. Ik ben blijer voor Chris als hij wint dan voor mezelf.” Chris: “Dat heb ik ook. Maar het tofste is als we allebei een goed resultaat halen.” Chris: ‘Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift’ Lisa: “We vinden allebei dezelfde dingen leuk, maar qua karakter zijn we compleet verschillend.” Chris: “Jij bent een pietje-precies en heel gestructureerd. Ik ben chaotisch en een beetje lazy. Ik weet soms niet op welke dagen we een wedstrijd hebben.” Lisa, lachend: “Je weet soms niet eens wanneer je in een vliegtuig moet zitten!” Ook rond wedstrijden is het koppel onafscheidelijk. Al is er dan wel degelijk een verschil met thuis. Lisa: “Sta ik in de racemodus dan ben ik een ander persoon. Heel gek is dat. We zijn tijdens een raceweek samen, delen een hotelkamer, maar we leven langs elkaar heen. Alles draait dan om het snowboarden en om winnen.” Chris: “We doen dan heel erg ons eigen ding. Meestal gaan we tijdens zo’n week even ertussenuit en een hapje eten. Om echt samen te zijn. Niet als sporters, maar als stel.” Lisa: “Vaak is het zo dat de runs van de mannen en vrouwen door elkaar heen lopen. Dan staan we samen bij de start.” Chris: “Jij geeft me altijd een knuffel en een kus, dat vind ik soms irritant. Dan zit ik in mijn focus en denk ik: laat me met rust.” Lisa: “Ik krijg dan een blik toegeworpen van: ga weg!” Chris: “Maar andersom doe ik dat bij jou net zo goed. We wensen elkaar wel altijd succes.” Rare dag Vier jaar geleden, bij de Paralympics in Pyeongchang, werd de banked slalom van de mannen en vrouwen ook tegelijkertijd gehouden. Terwijl Lisa zich boven aan de piste klaarmaakte voor haar finale tegen mentor Bibian Mentel, zat Chris verderop op een stoeltje te wachten voor zijn eindstrijd die een paar minuten later zou beginnen. Chris: “Er hingen overal tv-schermen, maar ik keek niet naar de beelden omdat ik me volledig wilde focussen op mijn eigen race. Ik hoorde het startsein en even later allemaal oh’s en ah’s uit het publiek. Onze fysiotherapeut, die naast me zat, werd opgeroepen. Ik had door dat er een val was geweest. Zijn ze oké, kon ik nog net aan hem vragen. Dat was zo. En toen moest ik mijn finale rijden.” Lisa: “Ik ging er vol in, wilde laten zien wat ik in me had. Ik haalde Bibian in. Vlak daarna raakten we elkaar en kwamen we ten val. Mijn eerste reactie was: opstaan en doorgaan.” Mentel stond eerder op haar board en was sneller weg. Lisa moest genoegen nemen met een zilveren medaille. “Dat was erg balen. Toen ik beneden kwam, werd ik meteen meegenomen naar een bouwkeet. Er kwam een arts die zei: ‘Kijk maar even niet in de spiegel.’ Ik dacht alleen maar: waarom, wat is er aan de hand? Ik had wel bloed gezien na de val, maar dacht dat ik een bloedneus had. Pas toen kreeg ik door dat er een snee in mijn wang zat. Ik wilde de race van Chris zien, maar dat lukte niet.” Lisa: ‘We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. De drive om van elkaar te willen winnen op de training is groot’ Chris: “Ik stond gespannen aan de start. Ook omdat ik niet precies wist wat er met Lisa was gebeurd en wat de uitkomst van de race was. Mijn finale was snel voorbij. In de eerste sectie maakte ik een fout waardoor ik viel. Toen ik beneden kwam, ging ik meteen naar jou toe. Je hele gezicht lag open en je ging naar het ziekenhuis. Ik moest naar de dopingcontrole en vervolgens naar de medailleceremonie. We zagen elkaar pas om middernacht weer in het dorp. Ik had gewacht tot je terug was. Samen met de fysio aten we pizza. Dat was het enige wat je kon eten omdat je wang was gehecht en geplakt. Het was een heel rare dag. Jammer dat onze finales op die manier eindigden, dat het geen mooie strijd tot de finish was geweest.” Lisa: “Gelukkig komt er een nieuwe kans aan. Ik sta er goed voor richting Beijing, heb begin dit seizoen gemerkt dat het gat met de concurrentie nog groter is geworden.” Chris: “Bij de eerste World Cup in Landgraaf reed ik mijn beste race ooit nadat ik twee jaar lang geen wedstrijd had gewonnen. Ik heb nog nooit zo goed op mijn board gestaan als nu. Met dank aan mijn nieuwe racebeen, dat is gemaakt door paralympisch kampioen en concurrent Mike Schultz, die ook prothesebouwer is. Toen hij na de vorige Spelen zijn hulp aanbood, nam ik dat meteen aan. Vijftien jaar geleden ging ik met stijve benen de berg af. Pakte ik een schans, dan brak ik alle scharnieren af en moest mijn vader weer naar de prothesemaker. Nu heb ik een stevig en volledig carbonbeen met een veer uit een motorcrossfiets, die ik tot negentig graden kan buigen. Dat is een gave ontwikkeling geweest.” Lisa: “Onderling praten we niet veel over goud. Meer over hoe we nog beter kunnen worden. Al gaan we natuurlijk wel voor die ultieme beloning.” Chris: “Ik ben een ander mens dan in Zuid-Korea, ben slimmer en sterker geworden en heb veel meer ervaring. Een gouden medaille zou de kers op de taart zijn voor alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan.” Lisa: “Na de vorige Spelen zijn we een maand naar Bali gegaan en daarna weer volle bak gaan trainen. Eigenlijk zijn we al acht jaar aan het doorrammen.” Inspiratiebron In maart nemen Chris en Lisa voor de derde keer deel aan de Paralympics. Als vaandeldragers van het Nederlandse para­snowboarden. Het zullen de eerste Spelen zonder hun voor­malige mentor worden. Bibian Mentel overleed op 29 maart 2021 aan de gevolgen van kanker. Chris: “Je wist dat het eraan zat te komen, maar toch was het heftig. We waren op dat moment in het Italiaanse Colere voor een World Cup. Een van de weinige wedstrijden die doorging in het coronaseizoen. Ik was heel blij dat ik daar was. Op een berg in de sneeuw met de club die zij ooit was begonnen. Ik deed daar wat zij altijd zo graag deed: snowboarden. Voor mijn gevoel kon ik op die manier afscheid van Bieb nemen. Het was goed zo.” Lisa: “Het was alsof het zo moest zijn dat we daar waren. Een van de mooiste herinneringen voor mij is dat we na Sochi door Bibian en haar man Edwin mee naar Canada werden genomen. Met een helikopter werden we in the middle of nowhere gedropt om offpiste en onder begeleiding van een gids te gaan boarden. We verbleven met elkaar in een lodge. Er waren geen liften, geen mensen. Niets. Dat was te gek.” Chris: “Ik herinner me nog goed dat we in 2015 in La Molina waren. Bieb had net gehoord dat ze uitzaaiingen had en stond vervolgens bij min twintig graden en keiharde sneeuw iemand te leren snowboarden. Ik ben haar heel dankbaar dat ze me de kans heeft gegeven om de sport te leren kennen. Door het snowboarden heb ik me kunnen ontwikkelen en dat heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.” Lisa: “Bibian heeft me vooral meege­geven dat ik moet doen wat ik leuk vind en ervan moet genieten. En om anderen te inspireren en helpen dat ook te doen.” Chris: “Ze heeft ons ook geleerd om iets terug te geven aan de sport. Ik weet hoeveel het waard is als mensen je helpen. Dat probeer ik te doen bij de volgende generatie snowboarders, bijvoorbeeld door ze te helpen met materiaal en tips. Lisa en ik willen laten zien wat er mogelijk is met een prothese of orthese. Twee jaar geleden heb ik mijn vliegbrevet gehaald. Vliegen met een beperking? Normaal gesproken is dat: boem, deur dicht. Door het zoeken naar de juiste mensen die de deur op een kier hielden, is het toch gelukt. Wat ik doe met snowboarden en vliegen is best extreem. Dat hoeft het natuurlijk niet voor iedereen te zijn. Het gaat erom dat kinderen doen wat ze het liefst willen. En dat er wordt gedacht in mogelijkheden. Dat proberen we ze tijdens clinics mee te geven.” Lisa: “Ook laten we ouders zien wat ze kunnen doen. Het helpt heel erg als ouders erin staan van: ga het proberen, kijk wat je kunt. Dat hebben onze ouders ook gedaan en die instelling neem je met je mee.” Chris: “Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een beperking kun je nog steeds je dromen najagen.” Helden Magazine 60 Het verhaal van Chris Vos en Lisa Bunschoten komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Chris Vos (23) en Lisa Bunschoten (26) zijn de beste parasnowboarders van Nederland. En een liefdeskoppel. In aanloop naar de Paralympische Winterspelen (4-13 maart) gingen we op bezoek bij de medaillekandidaten. Het moderne rijtjeshuis van Chris Vos en Lisa Bunschoten in een nieuwbouwwijk in Zuidoostbeemster is van alle gemakken voorzien. Afgelopen zomer zijn ze er ingetrokken na jarenlang in Arnhem te hebben gewoond. In tegenstelling tot hun vorige woning hebben ze alleen geen balken meer aan het plafond waar ze hun gewonnen medailles aan op kunnen hangen. En dat zijn er nogal wat. Het is begin december 2021 en Chris en Lisa zijn net terug uit Landgraaf waar ze de eerste World Cup van hun bomvolle seizoen, met zowel het WK als de Paralympische Spelen, hebben gereden. Allebei zijn ze met goud thuisgekomen. “Mijn medaille hangt boven. Aan mijn snowboard die tussen de was staat,” zegt Chris lachend. “Als je gaat verhuizen ga je spullen uitzoeken. Ik heb enkele prijzen weggedaan. Onhandige dingen zoals een blok hout. Best gaaf, maar wat moet je ermee?! Maar medailles gooien we niet weg. In dit huis leggen we nieuwe medailles vaak een week op tafel. Daarna gaan ze in een mooie doos waarin we ze bewaren.” Lisa: “Als we alles wat we hebben gewonnen zouden ophangen, dan wordt het een beetje vol. De medailles van de Spelen en het WK hebben wel een mooi plekje gekregen.” Kantje boord Sinds de verhuizing woont Chris op tien minuten van zijn ouderlijk huis. Eén keer per week doen Lisa en hij op de zolder van de boerderij van zijn ouders krachttraining. Het is ook de plek waar het achttien jaar geleden vreselijk misging. Chris: “Toen ik vijf jaar oud was, werd er bij ons op het erf verbouwd. Als de grote machines aan het werk waren, mochten mijn broer en ik niet naar buiten. Op een dag deden we dat toch omdat we in het zand wilden spelen. De machinist van de graafmachine zag me niet en reed over mijn middel heen. Ik werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Mijn heupen waren op vier plaatsen gebroken en veel bloedvaten waren stuk. Ik was vanbinnen aan het doodbloeden. Het was kantje boord of ik het zou redden. De eerste dagen na de operaties was het kritisch. Er werd meerdere keren tegen mijn ouders gezegd dat ze afscheid van me moesten nemen. Ook toen ik een bacteriële infectie opliep waardoor mijn bilspier met spoed moest worden geamputeerd. Ik weet niet hoe, maar ik wist het te overleven. Het gevolg was wel dat mijn rechterbeen verlamd was.” De artsen dachten dat Chris nooit meer zou kunnen lopen en de rest van zijn leven in een rolstoel zou zitten. Maar dat vertikte hij. Chris wilde spelen zoals ieder kind en proberen weer te kunnen lopen, wat hem ook lukte met eerst een looprekje en later een orthese. “Er werd van alles afgeraden door de dokters. Gelukkig ben ik opgegroeid in een gezin dat twee keer nadacht en wel naar de mogelijkheden keek. Laat hem maar vallen, dachten mijn ouders. Hij staat wel weer op.” Met veel vallen, pijn, kramp en hulp van zijn vader, die een touw om zijn middel deed zodat ze samen de piste af konden, leerde Chris in zijn jeugdjaren zelfstandig snowboarden. Toen hij in 2010 Nicolien Sauerbreij olympisch kampioen zag worden op de parallelreuzenslalom dacht hij: dat wil ik ook. Zo kwam hij in contact met Bibian Mentel, die bezig was met het oprichten van een team en van snowboarden een paralympische sport wilde maken. “Bieb nam me mee naar wedstrijden in Frankrijk en Spanje. Ik was twaalf jaar en kon er nog niets van, maar ik vond het heel gaaf. Ik kwam gasten tegen die ook met een prothese aan het snowboarden waren. In die tijd stonden ze allemaal nog te blowen. Het was één grote cracky bende, maar ik vond het geweldig. Van een team dat iedere zondag voor de lol ging trainen werden we steeds professioneler.” Kussen bij de lift Lisa werd geboren met fibula aplasie. Door het missen van haar kuitbeen en een incomplete knie was haar linkerbeen flink korter dan haar rechterbeen. Ook had ze een spitsvoet. “Op zesjarige leeftijd is mijn been verlengd. Mijn onderen bovenbeen werden gebroken en ik kreeg een stellage met pinnen door mijn been, op twee plekken zelfs door het bot. Negen maanden lang moest ik iedere dag aan een schroef draaien waardoor mijn been werd uitgerekt. Dat was niet fijn. Ik had vooral veel spierpijn. De pinnen van de stellage moesten iedere week worden schoongemaakt. Met watjes en alcohol. Dat was verschrikkelijk. Ik schreeuwde de hele straat bij elkaar van de pijn. Omdat de pinnen nat mochten worden, zetten mijn ouders voorafgaand aan het schoonmaken een sproeier buiten waar ik met kinderen uit de straat onder kon spelen. Ze koppelden nare momenten aan leuke dingen en dat hielp me heel erg. Het beenverschil van twaalf centimeter werd uiteindelijk teruggebracht naar vijf en mijn knieën kwamen op dezelfde hoogte te staan.” Op vijftienjarige leeftijd stond er opnieuw een beenverlenging en ook het rechtzetten van haar voet op de planning. Totdat een arts haar aan het twijfelen bracht. “Die arts dacht dat ik daardoor juist meer last zou krijgen naarmate ik ouder zou worden. Hij zei: ‘Als het mijn been was, dan zou ik voor amputatie kiezen.’ Dat waren heftige woorden. Ik besloot de afspraak af te zeggen en eerst goed rond te kijken. Toen ik zag wat mensen allemaal konden met een prothese, dacht ik: wow, dat wil ik ook kunnen. Daarna was de keuze snel gemaakt en werd mijn linkervoet geamputeerd.” Voor de amputatie had Lisa met een orthese leren snowboarden. Met een prothese bleek het ook te lukken. “Ik was heel blij dat ik na de ingreep weer op een snowboard kon staan. Tijdens een Fundag in Snowworld die was georganiseerd door de Mentelity Foundation kwam ik Bibian tegen. Ze vond het tof dat er nog een meisje met een prothese aan het snowboarden was en vroeg of ik mee wilde doen aan wedstrijden. Ik was meteen enthousiast.” Zo kwamen Chris en Lisa in hetzelfde team terecht. Maar van liefde op het eerste gezicht was niet bepaald sprake. Chris: “In het begin was ik jou aan het narren en plagen omdat je een beetje bang was en niet zo hard naar beneden durfde te gaan.” Lisa: “Ik ben tweeënhalf jaar ouder en vond jou maar een vervelend rotjoch. Chris: “In die tijd zagen we elkaar vijf keer per week in Snowworld. Daarnaast deden we wedstrijden met het team van Bieb.” Lisa: “We reisden de wereld over, maakten samen veel mee en daardoor ontstond er een vriendschap.” Twee jaar na hun eerste kennismaking sloeg de vonk over. Chris: “Mijn moeder zei: ‘Heb je weleens goed naar dat meisje gekeken?’ Toen ik dat deed, was het er ineens. Ik vond jou eerder leuk dan jij mij.” Lisa: “Ik merkte dat je veranderde. Daardoor ging ik ook anders naar jou kijken. Van een irritant jochie werd je ineens een leuke jongen.” Chris: “Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift. Vlak voor Sochi kregen we een relatie.” Onafscheidelijk duo Met zijn krap zestien jaar was Chris tijdens de Paralympische Winterspelen van 2014 de jongste Nederlandse deelnemer. Hij werd dertiende op de boardercross, Lisa werd zevende. In de daaropvolgende jaren bestormden ze samen de top. In 2015 en 2017 werd Chris wereldkampioen op de onderdelen banked slalom en boardercross. Na twee zilveren en één bronzen plak op het WK veroverde Lisa in 2019 ook op beide onderdelen de wereldtitel. Met dank aan hun streven elkaar en daarmee ook zichzelf beter te willen maken. Lisa: “We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. Tijdens trainingen doen we heats tegen elkaar. De drive om van elkaar te willen winnen is groot. Met boardercross ben ik op sommige stukken sneller dan Chris en andersom. Er gebeurt altijd iets als we het tegen elkaar opnemen.” Chris, lachend: “Er komt dan ook wat gescheld aan te pas. Wie wint wrijft dat zeker nog even in bij de ander. Het kan soms intens zijn, maar we zijn het gewend dat we dezelfde sport beoefenen en iedere dag samen zijn. Ik heb altijd mijn maatje bij me en daar heb ik veel aan.” Lisa: “Het komt soms voor dat de een met een gouden medaille thuiskomt en de ander met een teleurstellend resultaat. Toch zijn we dan blij voor de ander. Het is altijd beter dat in elk geval een van ons twee wint. Ik ben blijer voor Chris als hij wint dan voor mezelf.” Chris: “Dat heb ik ook. Maar het tofste is als we allebei een goed resultaat halen.” Chris: ‘Ik stopte met plagen. In plaats daarvan ging ik lief doen en slijmen. En we gingen elkaar stiekem kusjes geven bij de skilift’ Lisa: “We vinden allebei dezelfde dingen leuk, maar qua karakter zijn we compleet verschillend.” Chris: “Jij bent een pietje-precies en heel gestructureerd. Ik ben chaotisch en een beetje lazy. Ik weet soms niet op welke dagen we een wedstrijd hebben.” Lisa, lachend: “Je weet soms niet eens wanneer je in een vliegtuig moet zitten!” Ook rond wedstrijden is het koppel onafscheidelijk. Al is er dan wel degelijk een verschil met thuis. Lisa: “Sta ik in de racemodus dan ben ik een ander persoon. Heel gek is dat. We zijn tijdens een raceweek samen, delen een hotelkamer, maar we leven langs elkaar heen. Alles draait dan om het snowboarden en om winnen.” Chris: “We doen dan heel erg ons eigen ding. Meestal gaan we tijdens zo’n week even ertussenuit en een hapje eten. Om echt samen te zijn. Niet als sporters, maar als stel.” Lisa: “Vaak is het zo dat de runs van de mannen en vrouwen door elkaar heen lopen. Dan staan we samen bij de start.” Chris: “Jij geeft me altijd een knuffel en een kus, dat vind ik soms irritant. Dan zit ik in mijn focus en denk ik: laat me met rust.” Lisa: “Ik krijg dan een blik toegeworpen van: ga weg!” Chris: “Maar andersom doe ik dat bij jou net zo goed. We wensen elkaar wel altijd succes.” Rare dag Vier jaar geleden, bij de Paralympics in Pyeongchang, werd de banked slalom van de mannen en vrouwen ook tegelijkertijd gehouden. Terwijl Lisa zich boven aan de piste klaarmaakte voor haar finale tegen mentor Bibian Mentel, zat Chris verderop op een stoeltje te wachten voor zijn eindstrijd die een paar minuten later zou beginnen. Chris: “Er hingen overal tv-schermen, maar ik keek niet naar de beelden omdat ik me volledig wilde focussen op mijn eigen race. Ik hoorde het startsein en even later allemaal oh’s en ah’s uit het publiek. Onze fysiotherapeut, die naast me zat, werd opgeroepen. Ik had door dat er een val was geweest. Zijn ze oké, kon ik nog net aan hem vragen. Dat was zo. En toen moest ik mijn finale rijden.” Lisa: “Ik ging er vol in, wilde laten zien wat ik in me had. Ik haalde Bibian in. Vlak daarna raakten we elkaar en kwamen we ten val. Mijn eerste reactie was: opstaan en doorgaan.” Mentel stond eerder op haar board en was sneller weg. Lisa moest genoegen nemen met een zilveren medaille. “Dat was erg balen. Toen ik beneden kwam, werd ik meteen meegenomen naar een bouwkeet. Er kwam een arts die zei: ‘Kijk maar even niet in de spiegel.’ Ik dacht alleen maar: waarom, wat is er aan de hand? Ik had wel bloed gezien na de val, maar dacht dat ik een bloedneus had. Pas toen kreeg ik door dat er een snee in mijn wang zat. Ik wilde de race van Chris zien, maar dat lukte niet.” Lisa: ‘We zijn allebei heel competitief en trekken ons aan elkaar op. De drive om van elkaar te willen winnen op de training is groot’ Chris: “Ik stond gespannen aan de start. Ook omdat ik niet precies wist wat er met Lisa was gebeurd en wat de uitkomst van de race was. Mijn finale was snel voorbij. In de eerste sectie maakte ik een fout waardoor ik viel. Toen ik beneden kwam, ging ik meteen naar jou toe. Je hele gezicht lag open en je ging naar het ziekenhuis. Ik moest naar de dopingcontrole en vervolgens naar de medailleceremonie. We zagen elkaar pas om middernacht weer in het dorp. Ik had gewacht tot je terug was. Samen met de fysio aten we pizza. Dat was het enige wat je kon eten omdat je wang was gehecht en geplakt. Het was een heel rare dag. Jammer dat onze finales op die manier eindigden, dat het geen mooie strijd tot de finish was geweest.” Lisa: “Gelukkig komt er een nieuwe kans aan. Ik sta er goed voor richting Beijing, heb begin dit seizoen gemerkt dat het gat met de concurrentie nog groter is geworden.” Chris: “Bij de eerste World Cup in Landgraaf reed ik mijn beste race ooit nadat ik twee jaar lang geen wedstrijd had gewonnen. Ik heb nog nooit zo goed op mijn board gestaan als nu. Met dank aan mijn nieuwe racebeen, dat is gemaakt door paralympisch kampioen en concurrent Mike Schultz, die ook prothesebouwer is. Toen hij na de vorige Spelen zijn hulp aanbood, nam ik dat meteen aan. Vijftien jaar geleden ging ik met stijve benen de berg af. Pakte ik een schans, dan brak ik alle scharnieren af en moest mijn vader weer naar de prothesemaker. Nu heb ik een stevig en volledig carbonbeen met een veer uit een motorcrossfiets, die ik tot negentig graden kan buigen. Dat is een gave ontwikkeling geweest.” Lisa: “Onderling praten we niet veel over goud. Meer over hoe we nog beter kunnen worden. Al gaan we natuurlijk wel voor die ultieme beloning.” Chris: “Ik ben een ander mens dan in Zuid-Korea, ben slimmer en sterker geworden en heb veel meer ervaring. Een gouden medaille zou de kers op de taart zijn voor alles wat we de afgelopen jaren hebben gedaan.” Lisa: “Na de vorige Spelen zijn we een maand naar Bali gegaan en daarna weer volle bak gaan trainen. Eigenlijk zijn we al acht jaar aan het doorrammen.” Inspiratiebron In maart nemen Chris en Lisa voor de derde keer deel aan de Paralympics. Als vaandeldragers van het Nederlandse para­snowboarden. Het zullen de eerste Spelen zonder hun voor­malige mentor worden. Bibian Mentel overleed op 29 maart 2021 aan de gevolgen van kanker. Chris: “Je wist dat het eraan zat te komen, maar toch was het heftig. We waren op dat moment in het Italiaanse Colere voor een World Cup. Een van de weinige wedstrijden die doorging in het coronaseizoen. Ik was heel blij dat ik daar was. Op een berg in de sneeuw met de club die zij ooit was begonnen. Ik deed daar wat zij altijd zo graag deed: snowboarden. Voor mijn gevoel kon ik op die manier afscheid van Bieb nemen. Het was goed zo.” Lisa: “Het was alsof het zo moest zijn dat we daar waren. Een van de mooiste herinneringen voor mij is dat we na Sochi door Bibian en haar man Edwin mee naar Canada werden genomen. Met een helikopter werden we in the middle of nowhere gedropt om offpiste en onder begeleiding van een gids te gaan boarden. We verbleven met elkaar in een lodge. Er waren geen liften, geen mensen. Niets. Dat was te gek.” Chris: “Ik herinner me nog goed dat we in 2015 in La Molina waren. Bieb had net gehoord dat ze uitzaaiingen had en stond vervolgens bij min twintig graden en keiharde sneeuw iemand te leren snowboarden. Ik ben haar heel dankbaar dat ze me de kans heeft gegeven om de sport te leren kennen. Door het snowboarden heb ik me kunnen ontwikkelen en dat heeft me gemaakt tot de persoon die ik nu ben.” Lisa: “Bibian heeft me vooral meege­geven dat ik moet doen wat ik leuk vind en ervan moet genieten. En om anderen te inspireren en helpen dat ook te doen.” Chris: “Ze heeft ons ook geleerd om iets terug te geven aan de sport. Ik weet hoeveel het waard is als mensen je helpen. Dat probeer ik te doen bij de volgende generatie snowboarders, bijvoorbeeld door ze te helpen met materiaal en tips. Lisa en ik willen laten zien wat er mogelijk is met een prothese of orthese. Twee jaar geleden heb ik mijn vliegbrevet gehaald. Vliegen met een beperking? Normaal gesproken is dat: boem, deur dicht. Door het zoeken naar de juiste mensen die de deur op een kier hielden, is het toch gelukt. Wat ik doe met snowboarden en vliegen is best extreem. Dat hoeft het natuurlijk niet voor iedereen te zijn. Het gaat erom dat kinderen doen wat ze het liefst willen. En dat er wordt gedacht in mogelijkheden. Dat proberen we ze tijdens clinics mee te geven.” Lisa: “Ook laten we ouders zien wat ze kunnen doen. Het helpt heel erg als ouders erin staan van: ga het proberen, kijk wat je kunt. Dat hebben onze ouders ook gedaan en die instelling neem je met je mee.” Chris: “Je kunt veel meer dan je denkt. Ook met een beperking kun je nog steeds je dromen najagen.” Helden Magazine 60 Het verhaal van Chris Vos en Lisa Bunschoten komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Snowboarden

Bibian Mentel: ‘Het leven is als een ui die je helemaal afpelt’

Paralympisch snowboardster Bibian Mentel was een inspiratie voor velen vanwege haar optimisme en doorzettingsvermogen. Talloze keren kreeg ze te maken met kanker. Drie weken voor haar overlijden op 29 maart dit jaar ging Barbara Barend bij haar langs voor een afscheidsinterview. Ik schrok van het bericht begin dit jaar dat er bij Bibian Mentel tumoren in haar hoofd gevonden waren, dat ze nu echt was uitbehandeld en het snel kon gaan. “Mag ik afscheid van je nemen?” vroeg ik haar per app. “Natuurlijk,” antwoordden zij en haar man Edwin Spee. Edwin belde me vervolgens. Geïnspireerd door de vorig jaar overleden Marc de Hond zei hij: “Barbara, we hebben een vraag. Bieb zou graag nog een laatste interview afgeven om te publiceren na haar dood.” En zo treffen we elkaar begin maart, met de wetenschap dat we elkaar daarna nooit meer zullen zien. We zitten tegenover elkaar op het bed van Edwin en Bibian. Bibian ligt er broos, maar tegelijk stralend bij. Ik heb taart meegenomen. Bibian: “Ik heb jarenlang alleen maar gegeten wat goed voor mij was. Mijn dokter zei dat ik vanaf nu niet meer gezond, maar lekker moet eten. Dit kan zo maar mijn laatste taartje zijn. Heerlijk, rode vruchten bavarois.” Hoe hoorde je dat je je moest voorbereiden op het afscheid van het leven? Bibian: “Ik voelde me niet lekker, had een afspraak met mijn dokter om te kijken wat er mogelijk was. We zouden een masker laten aanmeten dat nodig was om mijn hoofd stil te houden bij bestralingen voor de tumoren. Voordat we het masker zouden aanmeten, zei hij: ‘Ik heb slecht nieuws.’ Hij vertelde me dat er nu echt niets meer te doen was en dat als we verder zouden gaan met behandelen, er niet alleen geen enkele garantie op verbetering was, maar ook een grote kans op bloedingen die gepaard zouden gaan met vreselijke hoofdpijn. Hij zei: ‘Dan moeten we gaan afwegen: weegt de zeer minimale kans op uitstel op tegen de mogelijk helse pijnen die je te wachten staan.’ Voor het uittekenen van dat masker moest ik veertig minuten bewegingloos op mijn rug blijven liggen. We probeerden het, maar ik moest meteen heel erg hoesten. Dat overkwam me wel vaker, maar toen had ik ineens twijfel. De dokter had me net verteld dat het snel slechter zou worden. Ik vroeg hem of het uittekenen van het masker een dagje uitgesteld kon worden. Hij zei: ‘Natuurlijk, als je je zo beroerd voelt, dan zie ik je vrijdag weer.’ Donderdag lag ik de hele dag in bed, ik voelde me echt niet lekker. Vrijdagochtend moest ik ’s ochtends naar het toilet en ik kreeg geen lucht meer. Ik was aan het snakken naar adem, iets dat ik helemaal niet kende. Ik maakte Ed wakker en zei: ‘Ik krijg geen lucht.’ Toen zei hij: ‘Dan kunnen we ook niet naar het ziekenhuis voor dat masker, want zo ga ik je niet meenemen.’ Edwin heeft de afspraak afgebeld en gezegd: ‘We moeten het uittekenen van het masker toch over het weekend heen tillen.’ De ziekenhuizen in Leiden en Amsterdam hadden contact gehad, waarop mijn arts me belde en vroeg of hij langs mocht komen. We voelden dat hij niet even gezellig een kopje thee kwam drinken. Hij zei: ‘We hebben alle scenario’s doorgenomen en eigenlijk kunnen we niks meer doen. Door jouw positieve instelling zijn we al diverse keren verder gegaan dan we normaal gesproken zouden doen. Maar we zijn nu op een punt gekomen dat we niets meer kunnen bedenken dat jou gaat helpen. Willen we gaan opereren, dan moet je stoppen met je bloedverdunners, maar die heb je ontzettend hard nodig. Want zonder bloedverdunners krijg je gegarandeerd een herseninfarct. Dus Bibian, we weten het gewoon niet meer, eigenlijk kunnen we niks meer.’ In het weekend dat volgde, voelde ik me echt beroerd. Ik moest het nieuws verwerken. Het was me allemaal te veel. Als ik aan dat moment terugdenk, word ik weer emotioneel.” Bibian vervolgt: “Het eerste wat ik tegen de dokter zei, was: ik wil niet stikken. Wat ik die ochtend had meegemaakt, wilde ik niet nog een keer. Zo sterven lijkt me vreselijk. Na onderling overleg tussen de neurochirurg, de huisarts en de oncoloog hebben we besloten dat ik niet opgenomen hoefde te worden, maar thuis mocht blijven en in direct contact met de huisarts moest staan. Dat was ook mijn keuze. Ik vroeg of ze me iets konden geven om van die benauwdheid af te komen. De gedachte dat Ed en de kinderen me misschien zouden zien stikken, vond ik vreselijk. De huisarts heeft ervoor gezorgd dat de euthanasiespullen naast ons bed kwamen te liggen, een neusspray voor het geval ik zou dreigen te stikken. Ik zou vier sprays in het ene en vier in het andere neusgat moeten doen en dan zou ik vredig inslapen. Dat geeft me rust, dan is dat geregeld. Ik vond het ook wel pittig, want ik voelde dat alle artsen dachten: ik weet niet of ze het weekend gaat halen. Dat weekend heb ik hele delen niet bewust meegemaakt. Na dat weekend begonnen we met de dexamethason, dat is een prednison maar dan vele malen sterker, waardoor de benauwdheid minder werd. Ik kreeg ook antibiotica voor mijn longen. Vanaf dat moment ging het weer een beetje bergopwaarts. Ik voel me weer zo goed dat ik nog graag mensen ontvang die ik liefheb, ondanks corona. Ook dat heb ik met de huisarts besproken. De huisarts zei: ‘Bieb, natuurlijk moet je voorzichtig doen en een beetje afstand houden, maar als jij in deze fase van je leven je familie of vriendinnen een kus wil geven, dan geef je ze lekker een kus.” Edwin komt even langs, legt een extra kussen in Bibians rug en gaat naar kantoor. Hij is meer dan twintig kilo afgevallen. Edwin: “Ik houd er rekening mee dat Bibian straks niet meer mobiel is en dat ik haar moet tillen als ze iets wil. Dat doe ik nu al af en toe. Dus ik moet wel in training blijven.” Bibian: “Dank je, knapperd.” Ze kussen elkaar en Edwin gaat weg. Je straalt. Bibian knikt: “Het leuke is dat ik niet van de ene op de andere dag uit het leven ben gerukt en de tijd heb gekregen afscheid te nemen van mijn dierbaren. Ik heb mooie gesprekken met mijn zoon Julian gehad, met onze meiden Bella en Laila. De meiden zijn lekkere binnenvetters, ik heb ze een beetje losgebroken en gezegd: kom op, gewoon kletsen. Ze zijn twee dagen geleden 22 geworden. Ik besprak met ze hoe ze hun leven willen inrichten, maar zei ze ook dat ik ze dankbaar ben voor de mooie momenten met hen en hoe ze mij, als nieuwe vrouw van hun vader, in hun leven hebben toegelaten. Dat soort gesprekken maakt het naderen van het einde zo mooi dat ik ’s ochtends met een glimlach wakker word. Dan lig ik naast mijn vent, komt mijn zoon naar beneden in zijn onderbroek om me een kus te geven en straalt de zon. Dan voel ik rust dat ik mijn laatste dagen zo mag uittekenen. Dat is toch prachtig? Natuurlijk verbaas ik mezelf hoe ik deze laatste dagen onderga, of straks als mensen dit artikel lezen, heb ondergaan... Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad. Er komen veel vriendinnen langs. Ze wisselen elkaar af en komen voor ons koken. 'Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad' Een vriendin uit Haarlem komt drie keer in de week om te koken en een ander, die in Brussel woont, komt iedere week een dag langs om het eten te verzorgen. Dat is ook voor Ed een opluchting, het geeft hem rust. Het zijn bijna allemaal nog mijn middelbare schoolvriendinnen. Zes ervan zitten nu in het hoofdbestuur van de Mentelity Foundation. Ed zei: ‘Wie weten nou beter dan je beste vriendinnen waar jij naartoe wil met de stichting?’ Bibian neemt even pauze om rustig te ademen. Ze lacht. “Weet je, normaal krijg je alle loftuitingen als je bent overleden. Ik krijg ze nog bij leven. Dat is zo bijzonder. Van de week ging de deurbel, toen stond er zo’n officiële bode voor de deur met een zwarte zonnebril op. Hij kwam een brief van Prinses Margriet brengen. Zo lief dat ze überhaupt iets heeft geschreven en erover nadenkt. Ik heb haar een paar keer mogen ontmoeten. Ze heeft me, ook namens Koning Willem-Alexander, bedankt voor de mooie sportmomenten, maar ook hoe ik als mens een voorbeeld ben geweest. Ik heb geregeld gesprekken met haar gevoerd over haar zoon Bernhard die immers ook kanker heeft gehad. Ze kon ook goed met mijn moeder overweg, ze hebben elkaar ontmoet tijdens de Spelen. Zij deelden iets gemeenschappelijks. Het is een lief en warm mens, dus die brief was te gek.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bibian Mentel komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Paralympisch snowboardster Bibian Mentel was een inspiratie voor velen vanwege haar optimisme en doorzettingsvermogen. Talloze keren kreeg ze te maken met kanker. Drie weken voor haar overlijden op 29 maart dit jaar ging Barbara Barend bij haar langs voor een afscheidsinterview. Ik schrok van het bericht begin dit jaar dat er bij Bibian Mentel tumoren in haar hoofd gevonden waren, dat ze nu echt was uitbehandeld en het snel kon gaan. “Mag ik afscheid van je nemen?” vroeg ik haar per app. “Natuurlijk,” antwoordden zij en haar man Edwin Spee. Edwin belde me vervolgens. Geïnspireerd door de vorig jaar overleden Marc de Hond zei hij: “Barbara, we hebben een vraag. Bieb zou graag nog een laatste interview afgeven om te publiceren na haar dood.” En zo treffen we elkaar begin maart, met de wetenschap dat we elkaar daarna nooit meer zullen zien. We zitten tegenover elkaar op het bed van Edwin en Bibian. Bibian ligt er broos, maar tegelijk stralend bij. Ik heb taart meegenomen. Bibian: “Ik heb jarenlang alleen maar gegeten wat goed voor mij was. Mijn dokter zei dat ik vanaf nu niet meer gezond, maar lekker moet eten. Dit kan zo maar mijn laatste taartje zijn. Heerlijk, rode vruchten bavarois.” Hoe hoorde je dat je je moest voorbereiden op het afscheid van het leven? Bibian: “Ik voelde me niet lekker, had een afspraak met mijn dokter om te kijken wat er mogelijk was. We zouden een masker laten aanmeten dat nodig was om mijn hoofd stil te houden bij bestralingen voor de tumoren. Voordat we het masker zouden aanmeten, zei hij: ‘Ik heb slecht nieuws.’ Hij vertelde me dat er nu echt niets meer te doen was en dat als we verder zouden gaan met behandelen, er niet alleen geen enkele garantie op verbetering was, maar ook een grote kans op bloedingen die gepaard zouden gaan met vreselijke hoofdpijn. Hij zei: ‘Dan moeten we gaan afwegen: weegt de zeer minimale kans op uitstel op tegen de mogelijk helse pijnen die je te wachten staan.’ Voor het uittekenen van dat masker moest ik veertig minuten bewegingloos op mijn rug blijven liggen. We probeerden het, maar ik moest meteen heel erg hoesten. Dat overkwam me wel vaker, maar toen had ik ineens twijfel. De dokter had me net verteld dat het snel slechter zou worden. Ik vroeg hem of het uittekenen van het masker een dagje uitgesteld kon worden. Hij zei: ‘Natuurlijk, als je je zo beroerd voelt, dan zie ik je vrijdag weer.’ Donderdag lag ik de hele dag in bed, ik voelde me echt niet lekker. Vrijdagochtend moest ik ’s ochtends naar het toilet en ik kreeg geen lucht meer. Ik was aan het snakken naar adem, iets dat ik helemaal niet kende. Ik maakte Ed wakker en zei: ‘Ik krijg geen lucht.’ Toen zei hij: ‘Dan kunnen we ook niet naar het ziekenhuis voor dat masker, want zo ga ik je niet meenemen.’ Edwin heeft de afspraak afgebeld en gezegd: ‘We moeten het uittekenen van het masker toch over het weekend heen tillen.’ De ziekenhuizen in Leiden en Amsterdam hadden contact gehad, waarop mijn arts me belde en vroeg of hij langs mocht komen. We voelden dat hij niet even gezellig een kopje thee kwam drinken. Hij zei: ‘We hebben alle scenario’s doorgenomen en eigenlijk kunnen we niks meer doen. Door jouw positieve instelling zijn we al diverse keren verder gegaan dan we normaal gesproken zouden doen. Maar we zijn nu op een punt gekomen dat we niets meer kunnen bedenken dat jou gaat helpen. Willen we gaan opereren, dan moet je stoppen met je bloedverdunners, maar die heb je ontzettend hard nodig. Want zonder bloedverdunners krijg je gegarandeerd een herseninfarct. Dus Bibian, we weten het gewoon niet meer, eigenlijk kunnen we niks meer.’ In het weekend dat volgde, voelde ik me echt beroerd. Ik moest het nieuws verwerken. Het was me allemaal te veel. Als ik aan dat moment terugdenk, word ik weer emotioneel.” Bibian vervolgt: “Het eerste wat ik tegen de dokter zei, was: ik wil niet stikken. Wat ik die ochtend had meegemaakt, wilde ik niet nog een keer. Zo sterven lijkt me vreselijk. Na onderling overleg tussen de neurochirurg, de huisarts en de oncoloog hebben we besloten dat ik niet opgenomen hoefde te worden, maar thuis mocht blijven en in direct contact met de huisarts moest staan. Dat was ook mijn keuze. Ik vroeg of ze me iets konden geven om van die benauwdheid af te komen. De gedachte dat Ed en de kinderen me misschien zouden zien stikken, vond ik vreselijk. De huisarts heeft ervoor gezorgd dat de euthanasiespullen naast ons bed kwamen te liggen, een neusspray voor het geval ik zou dreigen te stikken. Ik zou vier sprays in het ene en vier in het andere neusgat moeten doen en dan zou ik vredig inslapen. Dat geeft me rust, dan is dat geregeld. Ik vond het ook wel pittig, want ik voelde dat alle artsen dachten: ik weet niet of ze het weekend gaat halen. Dat weekend heb ik hele delen niet bewust meegemaakt. Na dat weekend begonnen we met de dexamethason, dat is een prednison maar dan vele malen sterker, waardoor de benauwdheid minder werd. Ik kreeg ook antibiotica voor mijn longen. Vanaf dat moment ging het weer een beetje bergopwaarts. Ik voel me weer zo goed dat ik nog graag mensen ontvang die ik liefheb, ondanks corona. Ook dat heb ik met de huisarts besproken. De huisarts zei: ‘Bieb, natuurlijk moet je voorzichtig doen en een beetje afstand houden, maar als jij in deze fase van je leven je familie of vriendinnen een kus wil geven, dan geef je ze lekker een kus.” Edwin komt even langs, legt een extra kussen in Bibians rug en gaat naar kantoor. Hij is meer dan twintig kilo afgevallen. Edwin: “Ik houd er rekening mee dat Bibian straks niet meer mobiel is en dat ik haar moet tillen als ze iets wil. Dat doe ik nu al af en toe. Dus ik moet wel in training blijven.” Bibian: “Dank je, knapperd.” Ze kussen elkaar en Edwin gaat weg. Je straalt. Bibian knikt: “Het leuke is dat ik niet van de ene op de andere dag uit het leven ben gerukt en de tijd heb gekregen afscheid te nemen van mijn dierbaren. Ik heb mooie gesprekken met mijn zoon Julian gehad, met onze meiden Bella en Laila. De meiden zijn lekkere binnenvetters, ik heb ze een beetje losgebroken en gezegd: kom op, gewoon kletsen. Ze zijn twee dagen geleden 22 geworden. Ik besprak met ze hoe ze hun leven willen inrichten, maar zei ze ook dat ik ze dankbaar ben voor de mooie momenten met hen en hoe ze mij, als nieuwe vrouw van hun vader, in hun leven hebben toegelaten. Dat soort gesprekken maakt het naderen van het einde zo mooi dat ik ’s ochtends met een glimlach wakker word. Dan lig ik naast mijn vent, komt mijn zoon naar beneden in zijn onderbroek om me een kus te geven en straalt de zon. Dan voel ik rust dat ik mijn laatste dagen zo mag uittekenen. Dat is toch prachtig? Natuurlijk verbaas ik mezelf hoe ik deze laatste dagen onderga, of straks als mensen dit artikel lezen, heb ondergaan... Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad. Er komen veel vriendinnen langs. Ze wisselen elkaar af en komen voor ons koken. 'Ik zeg tegen niemand tot ziens, ik zeg heel bewust: tot de volgende keer. Als die er komt, is het mooi meegenomen en zo niet, dan hebben we een mooie tijd gehad' Een vriendin uit Haarlem komt drie keer in de week om te koken en een ander, die in Brussel woont, komt iedere week een dag langs om het eten te verzorgen. Dat is ook voor Ed een opluchting, het geeft hem rust. Het zijn bijna allemaal nog mijn middelbare schoolvriendinnen. Zes ervan zitten nu in het hoofdbestuur van de Mentelity Foundation. Ed zei: ‘Wie weten nou beter dan je beste vriendinnen waar jij naartoe wil met de stichting?’ Bibian neemt even pauze om rustig te ademen. Ze lacht. “Weet je, normaal krijg je alle loftuitingen als je bent overleden. Ik krijg ze nog bij leven. Dat is zo bijzonder. Van de week ging de deurbel, toen stond er zo’n officiële bode voor de deur met een zwarte zonnebril op. Hij kwam een brief van Prinses Margriet brengen. Zo lief dat ze überhaupt iets heeft geschreven en erover nadenkt. Ik heb haar een paar keer mogen ontmoeten. Ze heeft me, ook namens Koning Willem-Alexander, bedankt voor de mooie sportmomenten, maar ook hoe ik als mens een voorbeeld ben geweest. Ik heb geregeld gesprekken met haar gevoerd over haar zoon Bernhard die immers ook kanker heeft gehad. Ze kon ook goed met mijn moeder overweg, ze hebben elkaar ontmoet tijdens de Spelen. Zij deelden iets gemeenschappelijks. Het is een lief en warm mens, dus die brief was te gek.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bibian Mentel komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.