Word abonnee
Meer

Tour de France

Prognose etappe 4: Weer Van der Poel

Gerrit Solleveld, Jan Raas en Fedor den Hertog wonnen ooit in Rouen. Als de Tour de hoofdstad van Normandië aandeed, draaide het vaak uit op een massasprint, maar dat lijkt vandaag uitgesloten. In de vierde etappes, een heuvelrit van 173 kilometer die voert van Amiens naar Rouen, is opnieuw aan de punchers, de mannen die zondag ook de tweede rit kleurden. Goed nieuws dus voor Mathieu van der Poel. Die zondag zijn tweede Tour-etappe won en net als in de tweede rit in 2021 de gele trui veroverde. MVDP liet eerder weten dat de Tour niet zijn favoriete koers is, omdat hij daarin doorgaans te weinig kansen heeft op succes. Voor de echte bergritten is hij niet gemaakt en in de vlakke etappes zijn de sprintersploegen oppermachtig. Dus was hij voorgaande jaren - met succes - vooral meesterknecht van ploeggenoot en sprinter Jasper Philipsen, die gisteren na een harde val en in de groene trui de Tour moest verlaten met onder andere een gebroken sleutelbeen en rib. Dit jaar heeft de organisatie veel meer rekening gehouden met renners als Van der Poel. Vooral de finale belooft spektakel. Op iets meer dan twintig kilometer van de streep ligt de Côte de Bonsecours (900 meter tegen 7,2 procent). Op vijftien kilometer van de meet begint de Côte de Grand Mare (1,8 kilometer à 5 procent) en op iets meer dan zes kilometer van de finish is de Rampe Saint-Hilaire (900 meter tegen 10, 6 procent). De laatste kilometer loopt net als in etappe 2 met gemiddeld 5 procent omhoog. De kanshebbers vandaag zijn dezelfde als in rit twee, met titanen Van der Poel en Tadej Pogacar als topfavorieten. Niet alleen de ritzege staat op het spel, maar misschien ligt ook de gele trui voor het grijpen voor het geval Van der Poel geklopt wordt. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard
Gerrit Solleveld, Jan Raas en Fedor den Hertog wonnen ooit in Rouen. Als de Tour de hoofdstad van Normandië aandeed, draaide het vaak uit op een massasprint, maar dat lijkt vandaag uitgesloten. In de vierde etappes, een heuvelrit van 173 kilometer die voert van Amiens naar Rouen, is opnieuw aan de punchers, de mannen die zondag ook de tweede rit kleurden. Goed nieuws dus voor Mathieu van der Poel. Die zondag zijn tweede Tour-etappe won en net als in de tweede rit in 2021 de gele trui veroverde. MVDP liet eerder weten dat de Tour niet zijn favoriete koers is, omdat hij daarin doorgaans te weinig kansen heeft op succes. Voor de echte bergritten is hij niet gemaakt en in de vlakke etappes zijn de sprintersploegen oppermachtig. Dus was hij voorgaande jaren - met succes - vooral meesterknecht van ploeggenoot en sprinter Jasper Philipsen, die gisteren na een harde val en in de groene trui de Tour moest verlaten met onder andere een gebroken sleutelbeen en rib. Dit jaar heeft de organisatie veel meer rekening gehouden met renners als Van der Poel. Vooral de finale belooft spektakel. Op iets meer dan twintig kilometer van de streep ligt de Côte de Bonsecours (900 meter tegen 7,2 procent). Op vijftien kilometer van de meet begint de Côte de Grand Mare (1,8 kilometer à 5 procent) en op iets meer dan zes kilometer van de finish is de Rampe Saint-Hilaire (900 meter tegen 10, 6 procent). De laatste kilometer loopt net als in etappe 2 met gemiddeld 5 procent omhoog. De kanshebbers vandaag zijn dezelfde als in rit twee, met titanen Van der Poel en Tadej Pogacar als topfavorieten. Niet alleen de ritzege staat op het spel, maar misschien ligt ook de gele trui voor het grijpen voor het geval Van der Poel geklopt wordt. De kanshebbers van Helden *** Mathieu van der Poel ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard

Tour de France

Prognose etappe 3: Sprintersbal in Duinkerke

In 1995 sprintte Jeroen Blijlevens naar de winst in Duinkerke en het is zo goed als zeker dat het vandaag opnieuw sprinten geblazen wordt. De derde etappe van de Tour de France start in Valencienes en eindig na 172 hoofdzakelijk vlakke kilometers in de havenplaats aan de Noordzee. Mathieu van der Poel won op zondag zijn tweede Tour-etappe en veroverde net als in 2021 de gele trui in de tweede rit van de Tour. Zijn trui komt normaal gesproken niet in gevaar in de tweede etappe. Op dertig kilometer van de streep is de Côte de Cassel (2,3 kilometer tegen 4,5 procent) het enige klimmetje van de dag. Voor renners van de kleinere ploegen is het vandaag een kans om in beeld te rijden en de sponsor blij te maken, maar als Duinkerke nadert zullen de sprinterstreinen geformeerd worden en het tempo opgevoerd worden. Het wordt dringen in de laatste kilometers om voorin te komen en blijven, dus het risico op valpartijen is opnieuw groot. Jasper Philipsen - nog steeds drager van de groene trui - won etappe 1 en Tim Merlier en Jonathan Milan waren de grote verliezers van de eerste rit. Zij zullen vandaag wat recht willen zetten, aangezien zij na vandaag een aantal dagen moeten wachten voordat er een nieuwe kans voor een massasprint komt. De kanshebbers van Helden *** Jonathan Milan ** Jasper Philipsen * Tim Merlier [caption id="attachment_21391" align="alignnone" width="2560"] Getty Images[/caption]
In 1995 sprintte Jeroen Blijlevens naar de winst in Duinkerke en het is zo goed als zeker dat het vandaag opnieuw sprinten geblazen wordt. De derde etappe van de Tour de France start in Valencienes en eindig na 172 hoofdzakelijk vlakke kilometers in de havenplaats aan de Noordzee. Mathieu van der Poel won op zondag zijn tweede Tour-etappe en veroverde net als in 2021 de gele trui in de tweede rit van de Tour. Zijn trui komt normaal gesproken niet in gevaar in de tweede etappe. Op dertig kilometer van de streep is de Côte de Cassel (2,3 kilometer tegen 4,5 procent) het enige klimmetje van de dag. Voor renners van de kleinere ploegen is het vandaag een kans om in beeld te rijden en de sponsor blij te maken, maar als Duinkerke nadert zullen de sprinterstreinen geformeerd worden en het tempo opgevoerd worden. Het wordt dringen in de laatste kilometers om voorin te komen en blijven, dus het risico op valpartijen is opnieuw groot. Jasper Philipsen - nog steeds drager van de groene trui - won etappe 1 en Tim Merlier en Jonathan Milan waren de grote verliezers van de eerste rit. Zij zullen vandaag wat recht willen zetten, aangezien zij na vandaag een aantal dagen moeten wachten voordat er een nieuwe kans voor een massasprint komt. De kanshebbers van Helden *** Jonathan Milan ** Jasper Philipsen * Tim Merlier [caption id="attachment_21391" align="alignnone" width="2560"] Getty Images[/caption]

Mountainbiken

Mathieu van der Poel: “Ik voel me toch ook oud worden”

Mathieu van der Poel vierde op 19 januari zijn dertigste verjaardag. Het was voor hem een moment van bezinning. Hij stapelt de successen nog steeds op, maar besefte dat ook zíjn carrière eindig is. Helden schoof in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, die hij vorig jaar allebei won, bij MVDP aan. Je leest het interview in Helden Magazine 76. “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Mathieu van der Poel ging een paar dagen nadat hij voor de zevende keer wereldkampioen veldrijden werd met zijn vriendin Roxanne Bertels op skivakantie. Met een helikopter liet MVDP zich afzetten op een bergtop in Livigno. De video waarop hij in Italië off piste aan het skiën was, ging meteen viral. Zijn liefde voor mooie, snelle auto’s en motoren is ook bekend. Tijdens de wintersportvakantie vermaakte hij zich met een Lamborghini in de sneeuw. In het verleden verklapte hij dat hij meerdere keren op het circuit heeft gescheurd en in zijn vrije tijd door het bos croste met een motor. Vorig jaar kreeg hij een Lamborghini Urus met het kenteken 1-MVDP-1 cadeau van de Italiaanse autofabrikant. Eind december kwam hij in een knaloranje Revuelto, de eerste plug-in-hybride van Lamborghini, aan bij de cross in Gavere. De sportwagen ter waarde van 511.000 euro, voorzien van een V12-motor in combinatie met drie elektromotoren, samen goed voor een vermogen van 1000 pk, een topsnelheid van 350 kilometer per uur en ervoor zorgt dat in tweeënhalve seconden van 0 naar 100 kan worden opgetrokken. Een geste van de Antwerpse Lamborghini- dealer, die ook zijn privésponsor is. Mathieu is een thrillseeker, iemand die niet heel erg bezig lijkt met het managen van risico’s. “Het is maar hoe je het bekijkt; ik vind off piste skiën minder gevaarlijk dan in een peloton naar de Oude Kwaremont rijden in de Ronde van Vlaanderen,” zegt hij lachend. “Ik ski al van jongs af aan, voor mij voelt dat niet als iets risicovols. Binnen de ploeg heb ik altijd de ruimte gekregen om dit soort dingen te doen. Ik heb ervan genoten om even lekker te kunnen skiën, denk ook niet dat als je me dit soort dingen afneemt, dat ten goede zal komen aan mijn prestaties. Ik heb die vrijheid nodig. Maar ik ben wel iets voorzichtiger geworden dan vroeger.” 'Normaal heb ik niet met leeftijden, maar dertig vond ik toch wel een dingetje. Het was ook een beetje een wake-up call" Staan er nog meer dingen op jouw bucketlist? “Laat ik me eerst nog maar een paar jaar op het wielrennen focussen. Als dat klaar is, zal ik wel kijken wat er nog uit de bus komt. Al met al denk ik dat bij alles dat ik na mijn carrière ga doen toch ook nog vaak een fiets van pas zal blijven komen.” Hij verklapte in een groot interview met de Belgische tv-zender Sporza, eind vorig jaar, dat er een weddenschap met de populaire Belgische youtuber Average Rob is. De deal is dat hij op een dag mee zal doen aan een Ironman, een triatlon van 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,2 kilometer hardlopen. Bijna gelijktijdig deelde Roxanne, sinds 2018 zijn vriendin, op Instagram een foto van een kraambezoek. Bij een foto van een pasgeboren dochtertje van bekenden schreef ze: ‘Baby fever’. En het vaderschap, staat dat op jouw bucketlist? Lachend: “Dat is nog niet iets waar ik nu mee bezig ben.” Met pensioen Mathieu vierde op 19 januari zijn dertigste verjaardag. Hij vierde de mijlpaal in Spanje, waar hij een deel van het jaar woont en traint. “We hebben met een grote groep iets gegeten, dat was gezellig.” Voelde het speciaal om de dertig aan te tikken? “Toch wel. Normaal gesproken heb ik niets met leeftijden, maar dertig vond ik toch wel een dingetje. Het was ook een beetje een wake up call. Ik ben ineens geen twintiger meer, voel me toch ook oud worden.” Heb je het gevoel: de speeltijd is voorbij, het leven wordt serieus? “Ik hoop dat ik de komende jaren nog mooie dingen kan laten zien, maar tegelijkertijd realiseer ik me dat de meeste renners met pensioen gaan als ze in de dertig zijn. Vaak wel pas eind dertig, maar toch. Dat is wel iets waar ik over nadenk.” In het interview met Sporza verklapte hij ‘zeker niet tot zijn veertigste te blijven koersen’, omdat hij het belangrijk vindt om te stoppen op een hoogtepunt en dat hij soms renners ziet die te lang blijven fietsen, wat in zijn beleving afbreuk doet aan de erelijst die zij bij elkaar hebben gefietst. Merk jij al dat de jaren beginnen te tellen? “Gelukkig niet. Het is eerder andersom: ik herstel juist veel sneller dan vroeger. Ik zit op het punt in mijn carrière dat ik het meeste aankan. Als ik een paar jaar terug had getraind zoals ik dat begin dit jaar in Spanje heb gedaan, dan had ik in het weekend daarna niet kunnen crossen. Dat is echt een groot verschil. Misschien ben ik wel beter dan ooit. Ik heb geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de toppen van mijn kunnen kan zijn. Daarna weet ik het niet. Ik voel me nu heel goed, maar het is afwachten hoe ik me voel als ik 33 ben. Tegenwoordig zijn heel veel dingen te meten. Aan de resultaten van die metingen is te zien dat ik nog steeds progressie boek. Maar uiteindelijk houdt die ontwikkeling toch een keer op. Dat is voor iedereen zo, dus dat zal bij mij niet anders zijn.” Steeds harder Mathieu kende een geweldig 2024. Hij won in de regenboogtrui – die hij pakte door in 2023 in Glasgow de wereldtitel op de weg te grijpen – zowel de Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix. “Vlaanderen en Roubaix winnen in de regenboogtrui is misschien wel het hoogtepunt van mijn carrière geweest. Dat is toch iets unieks.” Vooral voor zijn derde overwinning in de Ronde van Vlaanderen moest hij diepgaan. Door de regen en kou was het laatste uur erg zwaar. Hij kreeg hetzelfde gevoel als op het WK in Harrogate in 2019, toen hij lang in de kopgroep zat en de koers maakte, maar door hongerklop zijn kansen op de wereldtitel zag vervliegen, bekende hij tegen Sporza. Veel langer had de Ronde van Vlaanderen voor hem niet mogen duren. Ook won hij de E3 Saxo Classic in het voorjaar. Verder werd hij derde in Luik- Bastenaken-Luik en op het WK op de weg in Zürich. Ook pakte hij afgelopen jaar twee wereldtitels: zijn zesde als veldrijder en zijn eerste op de gravelbike. O ja, hij hielp als een wel heel luxe knecht ook zijn ploegmaat Jasper Philipsen nog aan de overwinning in Milaan-San Remo en drie sprintzeges in de Tour de France. Tijdens het cross-seizoen afgelopen winter, stond er opnieuw geen maat op Matje: hij won met groot vertoon van macht elke veldrit waar hij aan de start verscheen. Bij de WK, op 2 februari in het Franse Liévin, ging hij er meteen na de start vandoor. Zijn grote rivaal Wout van Aert, die tweede werd, zag hem pas weer terug na de finish. Het betekende zijn zevende wereldtitel veldrijden, een record dat hij nu deelt met de in december 2015 op zeventigjarige leeftijd overleden Erik De Vlaeminck. “Mooi om geschiedenis te schrijven, maar ik ben nooit erg bezig met records. Toen ik voor de vierde keer wereldkampioen werd, begonnen mensen over de zeven wereldtitels van De Vlaeminck. Voor mij begon dat record vorig jaar pas mee te spelen, toen ik op zes wereldtitels kwam.” En dan te bedenken dat hij een paar weken voor het WK veldrijden een ribbreuk opliep. “Ik klapte op een paaltje tijdens de cross in Loenhout, toen is er een barst in mijn rib ontstaan. Een week later in Besançon brak hij waarschijnlijk pas echt door de inspanning. Tijdens die koers begon ik last te krijgen van mijn rib. Op de terugweg kreeg ik nog meer last. Ik had de eerste twee weken na de breuk flink last. Vooral hoesten was erg pijnlijk. Op de fiets was het gelukkig nog redelijk oké. Daardoor heeft het weinig invloed gehad op mijn voorbereiding van het wegseizoen en de opbouw richting de wereldtitel veldrijden. Zorg was alleen dat er niet een bobbel zou ontstaan op mijn rib en dat het netjes aan elkaar zou groeien.” De ribbreuk stond dus een goede voorbereiding op het wegseizoen niet in de weg. In Spanje kende hij een goede trainingsstage. “Ik heb dingen dit jaar wat anders aangepakt. Rust is steeds belangrijker. Door de jaren heen weten we wel wat voor mij werkt en wat niet. Ik voel me ook beter dan vorig jaar door die trainingsstage. Vorig jaar voelde ik me aan het begin van het seizoen iets vermoeider. De ribblessure was vervelend, maar ik heb wel heel lang en goed kunnen trainen voor het wegseizoen.” En dat is nodig, want het wielrennen blijft zich maar ontwikkelen. Het materiaal wordt steeds beter, op het gebied van voeding wordt nog progressie geboekt en ook de trainingsaanpak blijft evolueren. “Het gaat steeds harder,” zegt Mathieu, “de trainingsmethoden worden steeds beter, waardoor het niveau omhooggaat. Daardoor verandert ook het koersverloop. In de klassiekers gaat tegenwoordig het tempo meteen omhoog. In het verleden was de snelheid de eerste 100 tot 150 kilometer wat lager. Nu niet meer. De gemiddelde snelheid ligt veel hoger.” Mathieu en zijn ploeg Alpecin- Deceuninck moeten dus voortdurend aan de knoppen blijven draaien. “Wij denken voortdurend na over nieuwe trainingsmethodes. Moeten we weer andere intervaltrainingen doen om nog beter te worden? Maar we mogen tegelijkertijd niet onze ogen sluiten voor de dingen die we in het verleden goed hebben gedaan. Het is niet altijd zo dat je er zeker van bent dat als je iets verandert, het ook meteen beter zal gaan.” Mathieu haalt de Tirreno-Adriatico aan. Die reed hij twee jaar geleden ook en dat was achteraf de ideale voorbereiding op Milaan-San Remo, die hij in 2023 won. “Vorig jaar ging ik naar San Remo zonder voorbereidingskoers. Ik was goed, maar niet goed genoeg om een verschil te maken. Als iets voor mij heeft gewerkt, hou ik dat in mijn achterhoofd. Een etappekoers van een week is voor mij een betere manier om in mijn beste vorm te komen dan een week trainen.” Haat-liefde verhouding Na Parijs- Roubaix werd de Tour de France het grote doel van Mathieu. Het wordt zijn vijfde deelname aan de Ronde van Frankrijk. Bij zijn debuut, in 2021, won hij de tweede etappe met aankomst op Mûr-de- Bretagne en Mathieu greep ook nog eens de gele trui. In de laatste meters wees hij naar de hemel, als eerbetoon aan opa Raymond Poulidor, de Franse wielerheld die in november 2019 overleed en drie keer tweede en vijf keer derde werd in de Tour, maar nooit de gele trui droeg. De jaren daarna was hij minder succesvol in de Tour. De afgelopen twee jaar cijferde Mathieu zich vooral weg voor sprinter Jasper Philipsen die hij als een superknecht naar de groene trui in 2023 en tal van ritzeges loodste. Hij geeft aan een haat-liefdeverhouding met de Tour te hebben. Aan de ene kant is het de koers waar de hele wereld naar kijkt. Maar tegelijkertijd is er veel media- aandacht en druk en zijn de belangen zo groot dat de ploegen met sprinters en de mannen voor het klassement de controle houden. Succesvolle ontsnappingen zijn spaarzaam. “Het is niet dat ik een hekel heb aan de Tour rijden, maar er zijn andere wedstrijden die ik wat leuker vind. Het is heel lastig om een verschil te maken in de Ronde van Frankrijk. Maar dat neemt niet weg dat ik altijd heel gemotiveerd ben om te proberen een etappe in de Tour te winnen. Het is me al een keer gelukt. Ik heb natuurlijk heel mooie herinneringen aan mijn eerste Tour en hopelijk slaag ik erin om nog meer etappes te winnen.” In het Sporza-interview zei hij over de Tour: “Ik rijd liever vijf koersen waarin ik meedoe om te winnen dan twintig etappes waarin ik de helft van de tijd niet meedoe voor de zege.” En: “Met Jasper erbij heb ik dan telkens wel het doel om hem aan zoveel mogelijk ritzeges te helpen. Dat vind ik leuk en het neemt ook druk bij mij weg.” Ook dit jaar zal Alpecin-Deceuninck in de vlakke Tour-etappes vooral in dienst van Philipsen rijden. “Ik hoop wel dat ik het voor mezelf beter kan doen dan vorige edities. In de eerste week liggen er kansen voor Jasper, maar ook voor individueel succes.” De Tour start met een etappe van Lille naar Lille en de kans is groot dat die rit eindigt in een massasprint en dus een kans op de gele trui voor Philipsen. Naast sprintkansen zijn er ook een paar heuveletappes in de eerste week van de Tour. Kortom: er zijn ook kansen voor Mathieu. Wie weet kan hij net als in 2021 voor een ritzege en het geel gaan. En over de Tour van 2021 gesproken: ook de Mûr-de-Bretagne is weer opgenomen in het programma, daar ligt de finish van de zevende etappe op vrijdag 11 juli.   Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel siert ook de cover. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Mathieu van der Poel vierde op 19 januari zijn dertigste verjaardag. Het was voor hem een moment van bezinning. Hij stapelt de successen nog steeds op, maar besefte dat ook zíjn carrière eindig is. Helden schoof in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, die hij vorig jaar allebei won, bij MVDP aan. Je leest het interview in Helden Magazine 76. “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Mathieu van der Poel ging een paar dagen nadat hij voor de zevende keer wereldkampioen veldrijden werd met zijn vriendin Roxanne Bertels op skivakantie. Met een helikopter liet MVDP zich afzetten op een bergtop in Livigno. De video waarop hij in Italië off piste aan het skiën was, ging meteen viral. Zijn liefde voor mooie, snelle auto’s en motoren is ook bekend. Tijdens de wintersportvakantie vermaakte hij zich met een Lamborghini in de sneeuw. In het verleden verklapte hij dat hij meerdere keren op het circuit heeft gescheurd en in zijn vrije tijd door het bos croste met een motor. Vorig jaar kreeg hij een Lamborghini Urus met het kenteken 1-MVDP-1 cadeau van de Italiaanse autofabrikant. Eind december kwam hij in een knaloranje Revuelto, de eerste plug-in-hybride van Lamborghini, aan bij de cross in Gavere. De sportwagen ter waarde van 511.000 euro, voorzien van een V12-motor in combinatie met drie elektromotoren, samen goed voor een vermogen van 1000 pk, een topsnelheid van 350 kilometer per uur en ervoor zorgt dat in tweeënhalve seconden van 0 naar 100 kan worden opgetrokken. Een geste van de Antwerpse Lamborghini- dealer, die ook zijn privésponsor is. Mathieu is een thrillseeker, iemand die niet heel erg bezig lijkt met het managen van risico’s. “Het is maar hoe je het bekijkt; ik vind off piste skiën minder gevaarlijk dan in een peloton naar de Oude Kwaremont rijden in de Ronde van Vlaanderen,” zegt hij lachend. “Ik ski al van jongs af aan, voor mij voelt dat niet als iets risicovols. Binnen de ploeg heb ik altijd de ruimte gekregen om dit soort dingen te doen. Ik heb ervan genoten om even lekker te kunnen skiën, denk ook niet dat als je me dit soort dingen afneemt, dat ten goede zal komen aan mijn prestaties. Ik heb die vrijheid nodig. Maar ik ben wel iets voorzichtiger geworden dan vroeger.” 'Normaal heb ik niet met leeftijden, maar dertig vond ik toch wel een dingetje. Het was ook een beetje een wake-up call" Staan er nog meer dingen op jouw bucketlist? “Laat ik me eerst nog maar een paar jaar op het wielrennen focussen. Als dat klaar is, zal ik wel kijken wat er nog uit de bus komt. Al met al denk ik dat bij alles dat ik na mijn carrière ga doen toch ook nog vaak een fiets van pas zal blijven komen.” Hij verklapte in een groot interview met de Belgische tv-zender Sporza, eind vorig jaar, dat er een weddenschap met de populaire Belgische youtuber Average Rob is. De deal is dat hij op een dag mee zal doen aan een Ironman, een triatlon van 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,2 kilometer hardlopen. Bijna gelijktijdig deelde Roxanne, sinds 2018 zijn vriendin, op Instagram een foto van een kraambezoek. Bij een foto van een pasgeboren dochtertje van bekenden schreef ze: ‘Baby fever’. En het vaderschap, staat dat op jouw bucketlist? Lachend: “Dat is nog niet iets waar ik nu mee bezig ben.” Met pensioen Mathieu vierde op 19 januari zijn dertigste verjaardag. Hij vierde de mijlpaal in Spanje, waar hij een deel van het jaar woont en traint. “We hebben met een grote groep iets gegeten, dat was gezellig.” Voelde het speciaal om de dertig aan te tikken? “Toch wel. Normaal gesproken heb ik niets met leeftijden, maar dertig vond ik toch wel een dingetje. Het was ook een beetje een wake up call. Ik ben ineens geen twintiger meer, voel me toch ook oud worden.” Heb je het gevoel: de speeltijd is voorbij, het leven wordt serieus? “Ik hoop dat ik de komende jaren nog mooie dingen kan laten zien, maar tegelijkertijd realiseer ik me dat de meeste renners met pensioen gaan als ze in de dertig zijn. Vaak wel pas eind dertig, maar toch. Dat is wel iets waar ik over nadenk.” In het interview met Sporza verklapte hij ‘zeker niet tot zijn veertigste te blijven koersen’, omdat hij het belangrijk vindt om te stoppen op een hoogtepunt en dat hij soms renners ziet die te lang blijven fietsen, wat in zijn beleving afbreuk doet aan de erelijst die zij bij elkaar hebben gefietst. Merk jij al dat de jaren beginnen te tellen? “Gelukkig niet. Het is eerder andersom: ik herstel juist veel sneller dan vroeger. Ik zit op het punt in mijn carrière dat ik het meeste aankan. Als ik een paar jaar terug had getraind zoals ik dat begin dit jaar in Spanje heb gedaan, dan had ik in het weekend daarna niet kunnen crossen. Dat is echt een groot verschil. Misschien ben ik wel beter dan ooit. Ik heb geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de toppen van mijn kunnen kan zijn. Daarna weet ik het niet. Ik voel me nu heel goed, maar het is afwachten hoe ik me voel als ik 33 ben. Tegenwoordig zijn heel veel dingen te meten. Aan de resultaten van die metingen is te zien dat ik nog steeds progressie boek. Maar uiteindelijk houdt die ontwikkeling toch een keer op. Dat is voor iedereen zo, dus dat zal bij mij niet anders zijn.” Steeds harder Mathieu kende een geweldig 2024. Hij won in de regenboogtrui – die hij pakte door in 2023 in Glasgow de wereldtitel op de weg te grijpen – zowel de Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix. “Vlaanderen en Roubaix winnen in de regenboogtrui is misschien wel het hoogtepunt van mijn carrière geweest. Dat is toch iets unieks.” Vooral voor zijn derde overwinning in de Ronde van Vlaanderen moest hij diepgaan. Door de regen en kou was het laatste uur erg zwaar. Hij kreeg hetzelfde gevoel als op het WK in Harrogate in 2019, toen hij lang in de kopgroep zat en de koers maakte, maar door hongerklop zijn kansen op de wereldtitel zag vervliegen, bekende hij tegen Sporza. Veel langer had de Ronde van Vlaanderen voor hem niet mogen duren. Ook won hij de E3 Saxo Classic in het voorjaar. Verder werd hij derde in Luik- Bastenaken-Luik en op het WK op de weg in Zürich. Ook pakte hij afgelopen jaar twee wereldtitels: zijn zesde als veldrijder en zijn eerste op de gravelbike. O ja, hij hielp als een wel heel luxe knecht ook zijn ploegmaat Jasper Philipsen nog aan de overwinning in Milaan-San Remo en drie sprintzeges in de Tour de France. Tijdens het cross-seizoen afgelopen winter, stond er opnieuw geen maat op Matje: hij won met groot vertoon van macht elke veldrit waar hij aan de start verscheen. Bij de WK, op 2 februari in het Franse Liévin, ging hij er meteen na de start vandoor. Zijn grote rivaal Wout van Aert, die tweede werd, zag hem pas weer terug na de finish. Het betekende zijn zevende wereldtitel veldrijden, een record dat hij nu deelt met de in december 2015 op zeventigjarige leeftijd overleden Erik De Vlaeminck. “Mooi om geschiedenis te schrijven, maar ik ben nooit erg bezig met records. Toen ik voor de vierde keer wereldkampioen werd, begonnen mensen over de zeven wereldtitels van De Vlaeminck. Voor mij begon dat record vorig jaar pas mee te spelen, toen ik op zes wereldtitels kwam.” En dan te bedenken dat hij een paar weken voor het WK veldrijden een ribbreuk opliep. “Ik klapte op een paaltje tijdens de cross in Loenhout, toen is er een barst in mijn rib ontstaan. Een week later in Besançon brak hij waarschijnlijk pas echt door de inspanning. Tijdens die koers begon ik last te krijgen van mijn rib. Op de terugweg kreeg ik nog meer last. Ik had de eerste twee weken na de breuk flink last. Vooral hoesten was erg pijnlijk. Op de fiets was het gelukkig nog redelijk oké. Daardoor heeft het weinig invloed gehad op mijn voorbereiding van het wegseizoen en de opbouw richting de wereldtitel veldrijden. Zorg was alleen dat er niet een bobbel zou ontstaan op mijn rib en dat het netjes aan elkaar zou groeien.” De ribbreuk stond dus een goede voorbereiding op het wegseizoen niet in de weg. In Spanje kende hij een goede trainingsstage. “Ik heb dingen dit jaar wat anders aangepakt. Rust is steeds belangrijker. Door de jaren heen weten we wel wat voor mij werkt en wat niet. Ik voel me ook beter dan vorig jaar door die trainingsstage. Vorig jaar voelde ik me aan het begin van het seizoen iets vermoeider. De ribblessure was vervelend, maar ik heb wel heel lang en goed kunnen trainen voor het wegseizoen.” En dat is nodig, want het wielrennen blijft zich maar ontwikkelen. Het materiaal wordt steeds beter, op het gebied van voeding wordt nog progressie geboekt en ook de trainingsaanpak blijft evolueren. “Het gaat steeds harder,” zegt Mathieu, “de trainingsmethoden worden steeds beter, waardoor het niveau omhooggaat. Daardoor verandert ook het koersverloop. In de klassiekers gaat tegenwoordig het tempo meteen omhoog. In het verleden was de snelheid de eerste 100 tot 150 kilometer wat lager. Nu niet meer. De gemiddelde snelheid ligt veel hoger.” Mathieu en zijn ploeg Alpecin- Deceuninck moeten dus voortdurend aan de knoppen blijven draaien. “Wij denken voortdurend na over nieuwe trainingsmethodes. Moeten we weer andere intervaltrainingen doen om nog beter te worden? Maar we mogen tegelijkertijd niet onze ogen sluiten voor de dingen die we in het verleden goed hebben gedaan. Het is niet altijd zo dat je er zeker van bent dat als je iets verandert, het ook meteen beter zal gaan.” Mathieu haalt de Tirreno-Adriatico aan. Die reed hij twee jaar geleden ook en dat was achteraf de ideale voorbereiding op Milaan-San Remo, die hij in 2023 won. “Vorig jaar ging ik naar San Remo zonder voorbereidingskoers. Ik was goed, maar niet goed genoeg om een verschil te maken. Als iets voor mij heeft gewerkt, hou ik dat in mijn achterhoofd. Een etappekoers van een week is voor mij een betere manier om in mijn beste vorm te komen dan een week trainen.” Haat-liefde verhouding Na Parijs- Roubaix werd de Tour de France het grote doel van Mathieu. Het wordt zijn vijfde deelname aan de Ronde van Frankrijk. Bij zijn debuut, in 2021, won hij de tweede etappe met aankomst op Mûr-de- Bretagne en Mathieu greep ook nog eens de gele trui. In de laatste meters wees hij naar de hemel, als eerbetoon aan opa Raymond Poulidor, de Franse wielerheld die in november 2019 overleed en drie keer tweede en vijf keer derde werd in de Tour, maar nooit de gele trui droeg. De jaren daarna was hij minder succesvol in de Tour. De afgelopen twee jaar cijferde Mathieu zich vooral weg voor sprinter Jasper Philipsen die hij als een superknecht naar de groene trui in 2023 en tal van ritzeges loodste. Hij geeft aan een haat-liefdeverhouding met de Tour te hebben. Aan de ene kant is het de koers waar de hele wereld naar kijkt. Maar tegelijkertijd is er veel media- aandacht en druk en zijn de belangen zo groot dat de ploegen met sprinters en de mannen voor het klassement de controle houden. Succesvolle ontsnappingen zijn spaarzaam. “Het is niet dat ik een hekel heb aan de Tour rijden, maar er zijn andere wedstrijden die ik wat leuker vind. Het is heel lastig om een verschil te maken in de Ronde van Frankrijk. Maar dat neemt niet weg dat ik altijd heel gemotiveerd ben om te proberen een etappe in de Tour te winnen. Het is me al een keer gelukt. Ik heb natuurlijk heel mooie herinneringen aan mijn eerste Tour en hopelijk slaag ik erin om nog meer etappes te winnen.” In het Sporza-interview zei hij over de Tour: “Ik rijd liever vijf koersen waarin ik meedoe om te winnen dan twintig etappes waarin ik de helft van de tijd niet meedoe voor de zege.” En: “Met Jasper erbij heb ik dan telkens wel het doel om hem aan zoveel mogelijk ritzeges te helpen. Dat vind ik leuk en het neemt ook druk bij mij weg.” Ook dit jaar zal Alpecin-Deceuninck in de vlakke Tour-etappes vooral in dienst van Philipsen rijden. “Ik hoop wel dat ik het voor mezelf beter kan doen dan vorige edities. In de eerste week liggen er kansen voor Jasper, maar ook voor individueel succes.” De Tour start met een etappe van Lille naar Lille en de kans is groot dat die rit eindigt in een massasprint en dus een kans op de gele trui voor Philipsen. Naast sprintkansen zijn er ook een paar heuveletappes in de eerste week van de Tour. Kortom: er zijn ook kansen voor Mathieu. Wie weet kan hij net als in 2021 voor een ritzege en het geel gaan. En over de Tour van 2021 gesproken: ook de Mûr-de-Bretagne is weer opgenomen in het programma, daar ligt de finish van de zevende etappe op vrijdag 11 juli.   Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Mathieu van der Poel komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel siert ook de cover. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Tour de France

Prognose etappe 2: Mathieu van der Poel gaat voor geel

Jasper Philipsen pakte gisteren in de eerste etappe van de Tour de France de zege, de gele trui én de groene trui. Mathieu van der Poel, zijn ploeggenoot bij Alpecin-Deceuninck, fungeerde niet voor het eerst als meesterknecht. Vandaag, in de tweede etappe van de Tour van 2025, is het aan de MVDP zelf. Hij won in 2021 de tweede etappe van de Tour en greep de gele trui. Dat zou vandaag ook zomaar kunnen gebeuren. De etappe is in elk geval gemaakt voor punchers, explosieve renners die goed een klimmetje kunnen verteren en ook nog een behoorlijke sprint in huis hebben. In de tweede rit, de langste etappe van deze Tour, krijgen de renners 2100 hoogtemeters voorgeschoteld. Na vertrek uit Lauwin-Planque voert het eerste deel van de 209 kilometer lange etappe over glooiend terrein in de richting van het Nauw van Calais en finishplaats Boulogne-Sur-Mer. Na honderd kilometer wacht de Côte de Cavron-Saint-Martin (1,2 kilometer à 5,6 procent) en na 179 kilometer de Côte du Haut Pichot (1 kilometer tegen 10,3 procent). In de laatste tien kilometer wordt vuurwerk verwacht. Op de Côte de Saint-Étienne-au-Mont (900 meter tegen een stijgingspercentage van 10,8 procent) en de Côte d’Outreau (800 meter tegen 7,9 procent) zullen de punchers proberen alle sprinters te lozen. Na het laatste klimmetje is het nog iets meer dan vijf kilometer naar de streep. De slotkilometer loopt met vijf procent omhoog. Naast MvdP zijn Wout van Aert  en Biniam Girmay vandaag kanshebbers. En wat te denken van alleskunner Tadej Pogacar? Wellicht wil hij vandaag al kostbare seconden pakken op Jonas Vingegaard, met de gele trui als bonus. Onze inschatting is dat Mathieu van der Poel zijn twee etappezege in de Tour pakt en net als in 2021 de gele trui pakt. De progmose van Helden:  *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21365" align="alignnone" width="2176"] Foto door: Getty Images[/caption] Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.
Jasper Philipsen pakte gisteren in de eerste etappe van de Tour de France de zege, de gele trui én de groene trui. Mathieu van der Poel, zijn ploeggenoot bij Alpecin-Deceuninck, fungeerde niet voor het eerst als meesterknecht. Vandaag, in de tweede etappe van de Tour van 2025, is het aan de MVDP zelf. Hij won in 2021 de tweede etappe van de Tour en greep de gele trui. Dat zou vandaag ook zomaar kunnen gebeuren. De etappe is in elk geval gemaakt voor punchers, explosieve renners die goed een klimmetje kunnen verteren en ook nog een behoorlijke sprint in huis hebben. In de tweede rit, de langste etappe van deze Tour, krijgen de renners 2100 hoogtemeters voorgeschoteld. Na vertrek uit Lauwin-Planque voert het eerste deel van de 209 kilometer lange etappe over glooiend terrein in de richting van het Nauw van Calais en finishplaats Boulogne-Sur-Mer. Na honderd kilometer wacht de Côte de Cavron-Saint-Martin (1,2 kilometer à 5,6 procent) en na 179 kilometer de Côte du Haut Pichot (1 kilometer tegen 10,3 procent). In de laatste tien kilometer wordt vuurwerk verwacht. Op de Côte de Saint-Étienne-au-Mont (900 meter tegen een stijgingspercentage van 10,8 procent) en de Côte d’Outreau (800 meter tegen 7,9 procent) zullen de punchers proberen alle sprinters te lozen. Na het laatste klimmetje is het nog iets meer dan vijf kilometer naar de streep. De slotkilometer loopt met vijf procent omhoog. Naast MvdP zijn Wout van Aert  en Biniam Girmay vandaag kanshebbers. En wat te denken van alleskunner Tadej Pogacar? Wellicht wil hij vandaag al kostbare seconden pakken op Jonas Vingegaard, met de gele trui als bonus. Onze inschatting is dat Mathieu van der Poel zijn twee etappezege in de Tour pakt en net als in 2021 de gele trui pakt. De progmose van Helden:  *** Mathieu van der Poel ** Wout van Aert *Tadej Pogacar [caption id="attachment_21365" align="alignnone" width="2176"] Foto door: Getty Images[/caption] Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.

Tour de France

Prognose etappe 1: Tim Merlier topfavoriet voor het geel in Lille

De Grand Depart van de 112e editie van de Tour de France vindt op zaterdag 5 juli plaats in Lille. Daar ligt na 185 hoofdzakelijk vlakke kilometer ook de streep.  Het moet wel heel raar lopen als de eerste etappe niet eindigt in een massasprint. De renners maken een grote lus ten westen van Lille en in totaal hoeven niet eens duizend hoogtemeters overbrugd te worden. Helemaal vlak is de eerste rit niet. De Côte de Notre-Dam-de-Lorette (1,1 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,8 procent), de Côte de Cassel (2,3 kilometer à 3,7 procent), de Mont Noir (1,3 kilometer tegen 5,8 procent) zijn opgenomen in het parkoers. Na het laatste klimmetje is het nog 45 kilometer tot de finish. De slotkilometer is vlak dus de treintjes van alle sprinters zullen in stelling worden gebracht en het zal dringen zijn voorin. Het risico op valpartijen is dus groot. Grootste kanshebbers voor de eerste gele trui van deze Tour zijn Tim Merlier, Jasper Philipsen - met luxe gangmaker Mathieu van der Poel - en Jonathan Milan. Of verrast Biniam Girmay, winnaar van de groene trui in de vorige Tour, hen? De winnaar zal zo goed als zeker niet alleen het geel, maar ook de groene trui aan mogen trekken. Merlier heeft zich dit jaar tot op heden de rapste sprinter getoond. Hij heeft in tegenstelling tot Philipsen van Alpecin-Deceuninck en Milan van Lidl-Trek niet de beschikking over een volledige sprinterstrein, aangezien zijn ploeg Soudal Quick-Step ook klassementsambities heeft met Remco Evenepoel. Toch zetten wij ons geld in op de 32-jarige Belg die één keer eerder een etappe in de Tour wist te winnen. De kanshebbers volgens Helden *** Tim Merlier ** Johathan Milan *Jasper Philipsen Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.
De Grand Depart van de 112e editie van de Tour de France vindt op zaterdag 5 juli plaats in Lille. Daar ligt na 185 hoofdzakelijk vlakke kilometer ook de streep.  Het moet wel heel raar lopen als de eerste etappe niet eindigt in een massasprint. De renners maken een grote lus ten westen van Lille en in totaal hoeven niet eens duizend hoogtemeters overbrugd te worden. Helemaal vlak is de eerste rit niet. De Côte de Notre-Dam-de-Lorette (1,1 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,8 procent), de Côte de Cassel (2,3 kilometer à 3,7 procent), de Mont Noir (1,3 kilometer tegen 5,8 procent) zijn opgenomen in het parkoers. Na het laatste klimmetje is het nog 45 kilometer tot de finish. De slotkilometer is vlak dus de treintjes van alle sprinters zullen in stelling worden gebracht en het zal dringen zijn voorin. Het risico op valpartijen is dus groot. Grootste kanshebbers voor de eerste gele trui van deze Tour zijn Tim Merlier, Jasper Philipsen - met luxe gangmaker Mathieu van der Poel - en Jonathan Milan. Of verrast Biniam Girmay, winnaar van de groene trui in de vorige Tour, hen? De winnaar zal zo goed als zeker niet alleen het geel, maar ook de groene trui aan mogen trekken. Merlier heeft zich dit jaar tot op heden de rapste sprinter getoond. Hij heeft in tegenstelling tot Philipsen van Alpecin-Deceuninck en Milan van Lidl-Trek niet de beschikking over een volledige sprinterstrein, aangezien zijn ploeg Soudal Quick-Step ook klassementsambities heeft met Remco Evenepoel. Toch zetten wij ons geld in op de 32-jarige Belg die één keer eerder een etappe in de Tour wist te winnen. De kanshebbers volgens Helden *** Tim Merlier ** Johathan Milan *Jasper Philipsen Meer lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie.

Tour de France

Jasper Philipsen: ‘Ik vertrouw Mathieu van der Poel voor honderd procent’

Jasper Philipsen zou zomaar de gele en de groene trui in bezit kunnen hebben na de eerste etappe van de Tour de France. De Belgische sprinter blikt vooruit en bespreekt de samenwerking met ploeggenoot Mathieu van der Poel. Zijn lead out, maar tegelijkertijd een concurrent voor de groene trui deze Tour. Jasper Philipsen is een van de favorieten om op de Champs-Élysées de groene trui aan te trekken. Ga maar na: de Belgische sprinter ging in 2023 ook met de trui naar huis en won in de voorgaande drie edities van de Tour de France bij elkaar opgeteld negen ritten. Vorig jaar liet hij zich verrassen, toen was het Biniam Girmay die de puntentrui pakte. Philipsen gaf aan dat hij en zijn ploeg Alpecin-Deceuninck zich vorig jaar een beetje hadden laten verrassen. “We hadden gerekend op een zware strijd om de groene trui in de laatste week van de Tour. De voorbereiding was zo ingericht dat ik tegen die tijd op mijn best zou zijn. De realiteit was dat ik voor het begin van de derde week van de Tour al een grote achterstand had op Girmay in de tussenstand om de groene trui. Het is dit keer de bedoeling om er meteen te staan,” vertelde Philipsen eerder dit jaar tegen Helden. De kans is groot dat de eerste etappe met vertrek en aankomst in Lille zal uitdraaien in een massasprint. De winnaar mag als bonus ook nog eens de gele trui aantrekken. Jasper Philipsen is een van de kanshebbers voor het eerste geel. “Voor een sprinter geldt dat hij die flow moet zien te krijgen. Je ziet vaak in het wielrennen dat zodra je als sprinter begint te winnen het daarna een stuk makkelijker gaat. Ik moet het nemen wanneer het komt.” De grootste concurrent voor de groene trui zit dit jaar misschien wel in zijn eigen ploeg. Er zijn naast veel etappes met de nodige hoogtemeters en venijnige klimmetjes in de finale dit jaar. Het zijn ritten waarin ploeggenoot Mathieu van der Poel zich kan uitleven. Wat vindt Philipsen van de beslissing van de ASO, organisator van de Tour, om steeds meer hoogtemeters en minder vlakke ritten op te nemen in het etappeschema? “Vorig jaar hebben we in de Tour kunnen zien dat die vlakke ritte soms heel saai zijn. Ik had toen al opgevangen dat de ASO liever een paar van die tussenritten heeft, waarin er meer hoogtemeters afgelegd worden. Omdat het meer strijd oplevert. Ik heb daar niet veel over te zeggen.” Lachend: “Ik vind eigenlijk dat er elke wedstrijd niet te veel geklommen moet worden. Wie ben ik om daar iets aan te veranderen? Het wielrennen blijft een entertainmentsport en het is de organisatie er veel aan gelegen om het zo interessant mogelijk te maken. Van een lange saaie rit op een mooie zomerse dag in juli worden niet veel mensen vrolijk.” Mathieu van der Poel won in 2021, in zijn eerste Tour, de tweede rit met aankomst op Mûr-de-Bretagne en pakte ook het geel. In de drie daaropvolgende edities was Mathieu eerder een veredelde meesterknecht van Philipsen, omdat er weinig kansen voor eigen succes waren. Mathieu liet daarop weten dat de Ronde van Frankrijk niet zijn meest favoriete koers is. De ASO leek gevoelig voor die woorden, afgaande op het parkoers van dit jaar. Philipsen: “De Tour is niet zijn favoriete koers, maar er zijn nu meer kansen voor Mathieu met onder andere opnieuw Mûr-de-Bretagne (daar eindigt de zevende etappe dit jaar) in het parkoers. We gaan dit jaar pas in de tweede week de bergen in, dus dat is goed voor zowel Mathieu als mij. Deze aanpak van de organisatie nodigt uit om de beste sprinters, de beste klassiekerrenners en de beste klassementsrenners aan de start te krijgen. Het zou zomaar een heel mooie eerste anderhalve week kunnen worden voor Alpecin-Deceuninck. In de vlakke ritten kan het de kaart Jasper Philipsen spelen, met Van der Poel als aantrekker van de sprint. In de etappes met klimmetjes in de finale kan de ploeg in dienst rijden van MVDP. Philipsen denkt dat de twee boegbeelden van de ploeg elkaar niet in de weg zullen zitten. “Ik weet dat ik Mathieu honderd procent kan vertrouwen, dat hij altijd de overhand gaat nemen ten opzicht van de andere sterke jongens in de voorbereiding op een massasprint. Je weet dat hij je altijd op een ideale plek af gaat zetten, voordat de sprint begint. Het is een luxepositie om Mathieu in de ploeg te hebben. Dat heb ik tot nu toe altijd als een voordeel ervaren. Ik vind het altijd heel leuk om samen te rijden in de koers. Niet alleen sportief, ook buiten de koers is de sfeer altijd goed als Mathieu erbij is. Hij gunt mij alles en andersom is dat hetzelfde. Er is totaal geen afgunst.”
Jasper Philipsen zou zomaar de gele en de groene trui in bezit kunnen hebben na de eerste etappe van de Tour de France. De Belgische sprinter blikt vooruit en bespreekt de samenwerking met ploeggenoot Mathieu van der Poel. Zijn lead out, maar tegelijkertijd een concurrent voor de groene trui deze Tour. Jasper Philipsen is een van de favorieten om op de Champs-Élysées de groene trui aan te trekken. Ga maar na: de Belgische sprinter ging in 2023 ook met de trui naar huis en won in de voorgaande drie edities van de Tour de France bij elkaar opgeteld negen ritten. Vorig jaar liet hij zich verrassen, toen was het Biniam Girmay die de puntentrui pakte. Philipsen gaf aan dat hij en zijn ploeg Alpecin-Deceuninck zich vorig jaar een beetje hadden laten verrassen. “We hadden gerekend op een zware strijd om de groene trui in de laatste week van de Tour. De voorbereiding was zo ingericht dat ik tegen die tijd op mijn best zou zijn. De realiteit was dat ik voor het begin van de derde week van de Tour al een grote achterstand had op Girmay in de tussenstand om de groene trui. Het is dit keer de bedoeling om er meteen te staan,” vertelde Philipsen eerder dit jaar tegen Helden. De kans is groot dat de eerste etappe met vertrek en aankomst in Lille zal uitdraaien in een massasprint. De winnaar mag als bonus ook nog eens de gele trui aantrekken. Jasper Philipsen is een van de kanshebbers voor het eerste geel. “Voor een sprinter geldt dat hij die flow moet zien te krijgen. Je ziet vaak in het wielrennen dat zodra je als sprinter begint te winnen het daarna een stuk makkelijker gaat. Ik moet het nemen wanneer het komt.” De grootste concurrent voor de groene trui zit dit jaar misschien wel in zijn eigen ploeg. Er zijn naast veel etappes met de nodige hoogtemeters en venijnige klimmetjes in de finale dit jaar. Het zijn ritten waarin ploeggenoot Mathieu van der Poel zich kan uitleven. Wat vindt Philipsen van de beslissing van de ASO, organisator van de Tour, om steeds meer hoogtemeters en minder vlakke ritten op te nemen in het etappeschema? “Vorig jaar hebben we in de Tour kunnen zien dat die vlakke ritte soms heel saai zijn. Ik had toen al opgevangen dat de ASO liever een paar van die tussenritten heeft, waarin er meer hoogtemeters afgelegd worden. Omdat het meer strijd oplevert. Ik heb daar niet veel over te zeggen.” Lachend: “Ik vind eigenlijk dat er elke wedstrijd niet te veel geklommen moet worden. Wie ben ik om daar iets aan te veranderen? Het wielrennen blijft een entertainmentsport en het is de organisatie er veel aan gelegen om het zo interessant mogelijk te maken. Van een lange saaie rit op een mooie zomerse dag in juli worden niet veel mensen vrolijk.” Mathieu van der Poel won in 2021, in zijn eerste Tour, de tweede rit met aankomst op Mûr-de-Bretagne en pakte ook het geel. In de drie daaropvolgende edities was Mathieu eerder een veredelde meesterknecht van Philipsen, omdat er weinig kansen voor eigen succes waren. Mathieu liet daarop weten dat de Ronde van Frankrijk niet zijn meest favoriete koers is. De ASO leek gevoelig voor die woorden, afgaande op het parkoers van dit jaar. Philipsen: “De Tour is niet zijn favoriete koers, maar er zijn nu meer kansen voor Mathieu met onder andere opnieuw Mûr-de-Bretagne (daar eindigt de zevende etappe dit jaar) in het parkoers. We gaan dit jaar pas in de tweede week de bergen in, dus dat is goed voor zowel Mathieu als mij. Deze aanpak van de organisatie nodigt uit om de beste sprinters, de beste klassiekerrenners en de beste klassementsrenners aan de start te krijgen. Het zou zomaar een heel mooie eerste anderhalve week kunnen worden voor Alpecin-Deceuninck. In de vlakke ritten kan het de kaart Jasper Philipsen spelen, met Van der Poel als aantrekker van de sprint. In de etappes met klimmetjes in de finale kan de ploeg in dienst rijden van MVDP. Philipsen denkt dat de twee boegbeelden van de ploeg elkaar niet in de weg zullen zitten. “Ik weet dat ik Mathieu honderd procent kan vertrouwen, dat hij altijd de overhand gaat nemen ten opzicht van de andere sterke jongens in de voorbereiding op een massasprint. Je weet dat hij je altijd op een ideale plek af gaat zetten, voordat de sprint begint. Het is een luxepositie om Mathieu in de ploeg te hebben. Dat heb ik tot nu toe altijd als een voordeel ervaren. Ik vind het altijd heel leuk om samen te rijden in de koers. Niet alleen sportief, ook buiten de koers is de sfeer altijd goed als Mathieu erbij is. Hij gunt mij alles en andersom is dat hetzelfde. Er is totaal geen afgunst.”

Tour de France

Philip Roodhooft: ‘We moeten het niet normaal vinden wat Mathieu presteert’

Op Mathieu van der Poel staat ook dit jaar geen maat. Zijn volgende afspraak: de Tour de France (5-27 juli). Kan hij net als in 2021 een etappe winnen en de gele trui pakken? Bij MvdP kijk je nergens meer van op. Philip Roodhooft (49), samen met zijn broer Christoph (51) eigenaar en manager van Alpecin-Deceuninck, laat zijn licht schijnen over zijn kroonjuweel. “Wij zijn erin geslaagd het tempo van Mathieu te volgen.” “Geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de top van mijn kunnen moet kunnen zijn. Daarna weet ik het niet,” zei Mathieu van der Poel aan het begin van het jaar, vlak nadat hij op 19 januari dertig was geworden. Hij sprak toen al over een geslaagde carrière, had net voor de zevende keer de wereldtitel veldrijden gepakt en hij won al zes ‘Monumenten’: Milaan-San Remo, drie keer Ronde van Vlaanderen en tweemaal Parijs-Roubaix. Plus de wereldtitel op de weg, de wereldtitel gravel, de Amstel Gold Race, Strade Bianche, een Tour- en Giro-etappe en hij had de gele trui en roze trui al afgevinkt. Het klonk gemeend toen hij voor het wegseizoen van 2025 zei: “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Dit voorjaar was het weer raak. Hij won een schitterende editie van Milaan-San Remo, had een antwoord op alles wat Tadej Pogacar probeerde om hem te lossen. Daarna won hij ook de E3 Saxo Classic. Een griepje zorgde ervoor dat hij niet helemaal top was tijdens Ronde van Vlaanderen, waardoor hij derde werd achter een oppermachtige Pogacar. In Parijs-Roubaix, de afsluiting van zijn voorjaar, reden de twee beste renners van de wereld – Pogi en MvdP – opnieuw samen op kop. Pogacar maakte een stuurfout, waarop Van der Poel voor de derde keer op rij kon juichen op de wielerbaan van Roubaix. Van de vijf eendagskoersen die hij dit voorjaar reed, won hij er vier, hij won begin maart namelijk ook de Samyn Classic. Mathieu vormt al sinds zijn juniorentijd een drie-eenheid met de Belgische broers Philip en Christoph Roodhooft, managers en eigenaars van wielerploeg Alpecin-Deceuninck. Dat Mathieu zijn dertigste verjaardag ‘een dingetje’ noemde en ook een beetje een ‘wake up call’, snapt Philip niet. “Ik vind: Mathieu is pás dertig. Hij heeft niet al een wegcarrière van tien jaar achter de rug.” Mathieu was net twintig toen hij als jongste ooit zijn eerste regenboogtrui bij de profs won als veldrijder. Hij was 24 jaar toen hij zijn eerste klassieker, de Ronde van Vlaanderen, reed. In Parijs-Roubaix debuteerde hij pas in 2021, net zoals hij zijn eerste Tour de France reed op zijn 26ste. Philip Roodhooft vindt niet dat ze met terugwerkende kracht te lang hebben gewacht voordat ze Mathieu de grote wedstrijden lieten rijden. Sterker: Mathieu begon ooit met gezonde tegenzin aan zijn carrière op de weg, leefde voor het veldrijden en reed er tot 2019 wat kleine koersen op de weg bij. Mathieu vond het lange tijd prima zoals het ging. Dat Mathieu geleidelijk werd gebracht als wegrenner, is juist een van de redenen waarom hij nu zo goed is, denkt Philip. Meer lezen? Het eerste deel van het interview met Philip Roodhooft komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Op Mathieu van der Poel staat ook dit jaar geen maat. Zijn volgende afspraak: de Tour de France (5-27 juli). Kan hij net als in 2021 een etappe winnen en de gele trui pakken? Bij MvdP kijk je nergens meer van op. Philip Roodhooft (49), samen met zijn broer Christoph (51) eigenaar en manager van Alpecin-Deceuninck, laat zijn licht schijnen over zijn kroonjuweel. “Wij zijn erin geslaagd het tempo van Mathieu te volgen.” “Geen idee wat mijn lichaam nog aankan en hoe lang. Ik denk dat ik sowieso nog wel twee of drie jaar op de top van mijn kunnen moet kunnen zijn. Daarna weet ik het niet,” zei Mathieu van der Poel aan het begin van het jaar, vlak nadat hij op 19 januari dertig was geworden. Hij sprak toen al over een geslaagde carrière, had net voor de zevende keer de wereldtitel veldrijden gepakt en hij won al zes ‘Monumenten’: Milaan-San Remo, drie keer Ronde van Vlaanderen en tweemaal Parijs-Roubaix. Plus de wereldtitel op de weg, de wereldtitel gravel, de Amstel Gold Race, Strade Bianche, een Tour- en Giro-etappe en hij had de gele trui en roze trui al afgevinkt. Het klonk gemeend toen hij voor het wegseizoen van 2025 zei: “Voor mij voelt alles wat er nog bijkomt als bonus.” Dit voorjaar was het weer raak. Hij won een schitterende editie van Milaan-San Remo, had een antwoord op alles wat Tadej Pogacar probeerde om hem te lossen. Daarna won hij ook de E3 Saxo Classic. Een griepje zorgde ervoor dat hij niet helemaal top was tijdens Ronde van Vlaanderen, waardoor hij derde werd achter een oppermachtige Pogacar. In Parijs-Roubaix, de afsluiting van zijn voorjaar, reden de twee beste renners van de wereld – Pogi en MvdP – opnieuw samen op kop. Pogacar maakte een stuurfout, waarop Van der Poel voor de derde keer op rij kon juichen op de wielerbaan van Roubaix. Van de vijf eendagskoersen die hij dit voorjaar reed, won hij er vier, hij won begin maart namelijk ook de Samyn Classic. Mathieu vormt al sinds zijn juniorentijd een drie-eenheid met de Belgische broers Philip en Christoph Roodhooft, managers en eigenaars van wielerploeg Alpecin-Deceuninck. Dat Mathieu zijn dertigste verjaardag ‘een dingetje’ noemde en ook een beetje een ‘wake up call’, snapt Philip niet. “Ik vind: Mathieu is pás dertig. Hij heeft niet al een wegcarrière van tien jaar achter de rug.” Mathieu was net twintig toen hij als jongste ooit zijn eerste regenboogtrui bij de profs won als veldrijder. Hij was 24 jaar toen hij zijn eerste klassieker, de Ronde van Vlaanderen, reed. In Parijs-Roubaix debuteerde hij pas in 2021, net zoals hij zijn eerste Tour de France reed op zijn 26ste. Philip Roodhooft vindt niet dat ze met terugwerkende kracht te lang hebben gewacht voordat ze Mathieu de grote wedstrijden lieten rijden. Sterker: Mathieu begon ooit met gezonde tegenzin aan zijn carrière op de weg, leefde voor het veldrijden en reed er tot 2019 wat kleine koersen op de weg bij. Mathieu vond het lange tijd prima zoals het ging. Dat Mathieu geleidelijk werd gebracht als wegrenner, is juist een van de redenen waarom hij nu zo goed is, denkt Philip. Meer lezen? Het eerste deel van het interview met Philip Roodhooft komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer zorgde ervoor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november 2023 won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. Dit seizoen heeft hij de overstap gemaakt van de Moto3 naar de Moto2, waarin dit weekend een thuisrace op hem staat te wachten: de TT van Assen. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Is er ook ruimte voor ontspanning tussen de GP’s door? “In mijn vrije tijd spreek ik af met andere coureurs die ook rondom Barcelona wonen. Dan gaan we bijvoorbeeld bowlen of naar Car Meetings in Barcelona. Ik hou ook erg van wielrennen dus als ik vrije tijd heb, pak ik vaak de racefiets. Hoewel ik vlakbij Barcelona woon, zal je mij niet snel in de binnenstad zien.” En is er ruimte voor de liefde? “Dat is er zeker. Maar daar moet je net de perfecte persoon voor tegenkomen. Eentje die gek genoeg is om een relatie te beginnen met iemand die altijd weg is. Daar heb je er niet veel van.” Ben je veel op jezelf aangewezen in Barcelona? “Ik deel een appartement met mijn teambaas van twee jaar geleden. Hij helpt mij met het regelen van de motortrainingen, maar voor de rest regel ik alles zelf.” Is het soms eenzaam? “Tuurlijk. Ik ben best veel alleen, maar ik weet waarvoor ik het doe. Het meeste mis ik het om gewoon thuis op de bank te liggen bij mijn moeder. Ik bel zo’n beetje elke dag met haar en ook mijn zus- jes spreek ik veel via de telefoon.” Ik word de Max Verstappen van de motorsport “Ik wil naam maken voor mezelf, maar ik probeer in de motorsport wel te bereiken wat Max in de Formule 1 heeft bereikt. Daar ben ik nog lang niet.” Lachend: “Max heeft drie wereldtitels hè, ik heb er nog geen één. Het is niet normaal wat hij de afgelopen jaren heeft laten zien.” Jij en Max zijn allebei Red Bull-atleten. Hebben jullie weleens contact? “Ik heb geen persoonlijk contact gehad met Max. Hij heeft wel een keer wat over mij gezegd bij RacingNews365. Hij vertelde dat hij mijn talent ziet en dat het er nu om gaat hoe ik mezelf ga ontwikkelen. Dat zijn mooie woorden. Goed voor het vertrouwen.” Is het in de Motorsport moeilijker om zo lang aan de top te staan dan in de Formule 1? “Dat denk ik wel. Op twee wielen crash je een stuk sneller. En als je bij ons valt, ben je gelijk alles kwijt. Je motor ligt in puin of je bent drie minuten bezig dat ding weer een beetje aan de gang te krijgen. Het is mogelijk om zo lang aan de top te staan, maar dan moet je wel per- fecte jaren hebben.” Heeft dat er ook mee te maken dat bij de Formule 1 de auto belangrijker is dan bijvoorbeeld de motor in de MotoGP? “In de MotoGP is de machine ook heel belangrijk. Waar ik rij, in de Moto3, is dat een stuk minder. Tussen Honda en KTM is het verschil niet zo heel groot. De invloed van de rijder is over het alge- meen wel groter in de motorsport dan in de autosport, denk ik.” Denk je dat de MotoGP populairder wordt in Nederland als jij erin komt te rijden? Net zoals bij de Formule 1 gebeurde toen Max Verstappen daarin ging rijden. “Ik denk dat je dat effect dit jaar al een beetje zag toen ik mijn eerste overwin- ning pakte in de Moto3. Ik denk niet dat de MotoGP net zo populair gaat worden als de Formule 1, maar dat effect gaat het in iets mindere mate wel hebben.” Toen jij bij ons genomineerd werd voor de Held van de Maand-verkiezing kreeg je enorm veel stemmen. Wat zegt dat over de motorsportwereld? “Dat soort zaken zijn belangrijk voor de motorsport. Het is fijn om wat meer aandacht te krijgen. Dat die aandacht belangrijk is, realiseren veel mensen zich goed blijkbaar.”| Komt jouw meest fanatieke aanhang uit geboorteplaats Staphorst? “Daar zit zeker een groep die heel fanatiek is. Mijn vriendengroep komt altijd in Assen kijken, maar ook in Valencia en Misano waren er mensen die mij kwamen aanmoedigen. Ze gaan niet de hele wereld over om overal bij te zijn, maar zijn erbij als ze kunnen.” Staat de TT in Assen op 30 juni al rood omcirkeld op de kalender? “Elke race is belangrijk, maar natuurlijk is Assen wel een speciale voor mij. Er zijn altijd net wat meer bekenden.” Wat maakt jou nou zo goed als je jezelf vergelijkt met leeftijdsgenoten? “Ik ben denk ik heel volwassen. Ik durf mezelf de schuld te geven als er iets niet goed gaat. Die zelfreflectie heb ik al sinds jonge leeftijd. Je zult mij niet snel ergens omheen zien draaien.” Waar kan je nog in verbeteren? “Vooral mentaal kan ik nog een stap maken. Elke rijder is op de baan snel en als je op dit niveau rijdt, dan heb je talent. Het grote verschil kun je maken op het men- tale vlak. Daar ben ik druk mee bezig.” Krijg je begeleiding bij het mentale gedeelte? “Mijn vader en de trainer, met wie ik al zo’n tien jaar werk, helpen daar het meest bij. Zij steunen me bij alles wat ik doe, houden me rustig en helpen me ook als ik iets moet verantwoorden aan de team- leiding. Daarnaast is er vanuit Red Bull een sportpsycholoog waar ik geregeld contact mee heb. Dan gaat het vooral over zelfreflectie.” Motorracen is mij met de paplepel ingegoten “Het heeft zeker geholpen dat mijn vader – en eigenlijk de hele familie – geracet heeft. Ik zit al vanaf mijn derde op een motor, dus je kan wel zeggen dat het racen met de paplepel is ingegoten.” Van jongs af aan reed je al met jouw vader naar circuits in Spanje en Italië. Hoe zagen die trips eruit? “Meestal gingen we vrijdagochtend vroeg weg en reden mijn vader en oom de hele dag door richting Italië of Spanje. Ik sliep dan terwijl zij reden. Op zondag pakten we meteen de spullen in en reden we ’s nachts terug. Ik zat op maandagochtend om negen uur op school, terwijl mijn vader om zeven uur alweer aan het werk was. Voor mij was dat niet zo zwaar, want ik sliep onderweg. Voor mijn vader was het aanpoten.” Wat is de rol van je vader in jouw carrière? “We doen het echt samen. Hij was er vorig jaar elke race bij. In een raceweekend is hij niet echt mijn vader, maar meer iemand die naast mij staat. Hij coacht me en is ook mijn chauffeur. Hij neemt veel zorgen bij mij weg in een raceweekend en daar ben ik hem erg dankbaar voor.” Was hij pusherig? “Natuurlijk hadden we weleens ruzies en discussies, maar meestal bedacht ik na een uurtje dat hij dan misschien toch wel gelijk had. In dat opzicht hebben wij een vrij normale vader-zoonrelatie.” Gingen jullie vaak samen naar GP’s om te kijken? “Eigenlijk niet. Ik ben misschien twee keer naar de TT in Assen geweest. Ik vond dat helemaal niet leuk, kreeg juist de drang om zelf te racen. Het riep meer irritatie op dan plezier.” Jij werd op je achtste gescout door PEC Zwolle. Heb je nog getwijfeld om voor voetbal te kiezen? “Ik kon redelijk voetballen en vond het ook wel leuk, maar ik had niet zoveel talent dat ik het tot profvoetballer had geschopt. Ik was wel klein en snel, maar dat was niet genoeg geweest. De liefde voor de motor zat toen al wat dieper dan de liefde voor de bal.” Jouw neefje Kiyano is ook actief in de motorsport en slaapt af en toe bij jou in Barcelona. Heb jij, hoewel je zelf nog maar negentien bent, een soort mentorrol? “Als Kiyano bij mij is, probeer ik hem wel een beetje te sturen, maar niet al te veel. Hij zal net als ik zijn fouten moeten gaan maken.” Welk advies zou je geven aan jonge coureurs in Nederland? “Ik ben al heel vroeg naar Spanje en Italië gegaan om wat meer competitie op te zoeken. In Nederland is de sport gewoon niet zo groot als het in de jaren zeventig en tachtig was. Mijn advies aan jonge coureurs is om naar die landen te gaan. Maar ja, dat moet qua budget wel lukken. Mijn vader heeft er dag en nacht voor moeten werken om mij in Spanje te laten racen. Hij werkte soms van vier uur ’s nachts tot negen uur ’s avonds om maar genoeg te verdienen, zodat we in de weekenden konden racen.” Waar wil jij over tien jaar staan? “Ik hoop dat ik dan in de MotoGP race. Dat is iets waar we keihard aan werken. Ik denk dat we aardig op weg zijn." Ik ben me ervan bewust dat ik de gevaarlijkste sport beoefen “Bij ons zijn de gevaren misschien net wat groter. Wij zitten ‘los’ op de motor, hebben een helm op en een pak aan, maar ik kan je verzekeren dat het nog steeds pijn doet als je valt. Het hoort er nou eenmaal bij, het is part of the game. Natuurlijk is het risico iets waar ik over nadenk, maar ik kan er niet te veel mee bezig zijn. Als ik daar te veel over nadenk, maak ik mezelf mentaal kapot. Het is veiliger om met het racen bezig te zijn en in het moment te blijven, dan dat ik ga bedenken wat er allemaal mis zou kunnen gaan. De wat-als-vraag moet niet in m’n hoofd gaan zitten.” Ik begreep dat je moeder niet altijd durft te kijken als jij een GP rijdt. “Mijn moeder kijkt niet naar mijn races. Als ze eenmaal het resultaat weet, wil ze nog weleens wat terugkijken. Tijdens de race in Assen zat ze ergens op een bankje een sigaretje te roken. Ze is een stressroker. Ook in Spielberg zat ze ergens achter een wc-hokje te wachten totdat de race over was. Ze heeft nog nooit een volledige race van mij gezien volgens mij.” We worden elk jaar wel opgeschrikt door crashes waarbij het niet goed afloopt. Moet er iets gedaan worden aan de veiligheid binnen de motorsport? “Vooral het wachten tijdens de kwalifica- ties is heel gevaarlijk en daar mag van mij wel wat aan gedaan worden. Iedereen wil op precies de juiste positie zitten om een snelle ronde te kunnen maken. Sommige coureurs rijden dan zo sloom om genoeg ruimte voor zichzelf te creëren. Met de snelheden die wij dan rijden is dat levensgevaarlijk.” Rij je in het dagelijks leven ook op de motor of toch met de auto? “Ik pak altijd de auto.” Lachend: “Ik heb ook geen motorrijbewijs. Veel te gevaarlijk.” Helden Magazine 71 Het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer zorgde ervoor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november 2023 won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. Dit seizoen heeft hij de overstap gemaakt van de Moto3 naar de Moto2, waarin dit weekend een thuisrace op hem staat te wachten: de TT van Assen. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Is er ook ruimte voor ontspanning tussen de GP’s door? “In mijn vrije tijd spreek ik af met andere coureurs die ook rondom Barcelona wonen. Dan gaan we bijvoorbeeld bowlen of naar Car Meetings in Barcelona. Ik hou ook erg van wielrennen dus als ik vrije tijd heb, pak ik vaak de racefiets. Hoewel ik vlakbij Barcelona woon, zal je mij niet snel in de binnenstad zien.” En is er ruimte voor de liefde? “Dat is er zeker. Maar daar moet je net de perfecte persoon voor tegenkomen. Eentje die gek genoeg is om een relatie te beginnen met iemand die altijd weg is. Daar heb je er niet veel van.” Ben je veel op jezelf aangewezen in Barcelona? “Ik deel een appartement met mijn teambaas van twee jaar geleden. Hij helpt mij met het regelen van de motortrainingen, maar voor de rest regel ik alles zelf.” Is het soms eenzaam? “Tuurlijk. Ik ben best veel alleen, maar ik weet waarvoor ik het doe. Het meeste mis ik het om gewoon thuis op de bank te liggen bij mijn moeder. Ik bel zo’n beetje elke dag met haar en ook mijn zus- jes spreek ik veel via de telefoon.” Ik word de Max Verstappen van de motorsport “Ik wil naam maken voor mezelf, maar ik probeer in de motorsport wel te bereiken wat Max in de Formule 1 heeft bereikt. Daar ben ik nog lang niet.” Lachend: “Max heeft drie wereldtitels hè, ik heb er nog geen één. Het is niet normaal wat hij de afgelopen jaren heeft laten zien.” Jij en Max zijn allebei Red Bull-atleten. Hebben jullie weleens contact? “Ik heb geen persoonlijk contact gehad met Max. Hij heeft wel een keer wat over mij gezegd bij RacingNews365. Hij vertelde dat hij mijn talent ziet en dat het er nu om gaat hoe ik mezelf ga ontwikkelen. Dat zijn mooie woorden. Goed voor het vertrouwen.” Is het in de Motorsport moeilijker om zo lang aan de top te staan dan in de Formule 1? “Dat denk ik wel. Op twee wielen crash je een stuk sneller. En als je bij ons valt, ben je gelijk alles kwijt. Je motor ligt in puin of je bent drie minuten bezig dat ding weer een beetje aan de gang te krijgen. Het is mogelijk om zo lang aan de top te staan, maar dan moet je wel per- fecte jaren hebben.” Heeft dat er ook mee te maken dat bij de Formule 1 de auto belangrijker is dan bijvoorbeeld de motor in de MotoGP? “In de MotoGP is de machine ook heel belangrijk. Waar ik rij, in de Moto3, is dat een stuk minder. Tussen Honda en KTM is het verschil niet zo heel groot. De invloed van de rijder is over het alge- meen wel groter in de motorsport dan in de autosport, denk ik.” Denk je dat de MotoGP populairder wordt in Nederland als jij erin komt te rijden? Net zoals bij de Formule 1 gebeurde toen Max Verstappen daarin ging rijden. “Ik denk dat je dat effect dit jaar al een beetje zag toen ik mijn eerste overwin- ning pakte in de Moto3. Ik denk niet dat de MotoGP net zo populair gaat worden als de Formule 1, maar dat effect gaat het in iets mindere mate wel hebben.” Toen jij bij ons genomineerd werd voor de Held van de Maand-verkiezing kreeg je enorm veel stemmen. Wat zegt dat over de motorsportwereld? “Dat soort zaken zijn belangrijk voor de motorsport. Het is fijn om wat meer aandacht te krijgen. Dat die aandacht belangrijk is, realiseren veel mensen zich goed blijkbaar.”| Komt jouw meest fanatieke aanhang uit geboorteplaats Staphorst? “Daar zit zeker een groep die heel fanatiek is. Mijn vriendengroep komt altijd in Assen kijken, maar ook in Valencia en Misano waren er mensen die mij kwamen aanmoedigen. Ze gaan niet de hele wereld over om overal bij te zijn, maar zijn erbij als ze kunnen.” Staat de TT in Assen op 30 juni al rood omcirkeld op de kalender? “Elke race is belangrijk, maar natuurlijk is Assen wel een speciale voor mij. Er zijn altijd net wat meer bekenden.” Wat maakt jou nou zo goed als je jezelf vergelijkt met leeftijdsgenoten? “Ik ben denk ik heel volwassen. Ik durf mezelf de schuld te geven als er iets niet goed gaat. Die zelfreflectie heb ik al sinds jonge leeftijd. Je zult mij niet snel ergens omheen zien draaien.” Waar kan je nog in verbeteren? “Vooral mentaal kan ik nog een stap maken. Elke rijder is op de baan snel en als je op dit niveau rijdt, dan heb je talent. Het grote verschil kun je maken op het men- tale vlak. Daar ben ik druk mee bezig.” Krijg je begeleiding bij het mentale gedeelte? “Mijn vader en de trainer, met wie ik al zo’n tien jaar werk, helpen daar het meest bij. Zij steunen me bij alles wat ik doe, houden me rustig en helpen me ook als ik iets moet verantwoorden aan de team- leiding. Daarnaast is er vanuit Red Bull een sportpsycholoog waar ik geregeld contact mee heb. Dan gaat het vooral over zelfreflectie.” Motorracen is mij met de paplepel ingegoten “Het heeft zeker geholpen dat mijn vader – en eigenlijk de hele familie – geracet heeft. Ik zit al vanaf mijn derde op een motor, dus je kan wel zeggen dat het racen met de paplepel is ingegoten.” Van jongs af aan reed je al met jouw vader naar circuits in Spanje en Italië. Hoe zagen die trips eruit? “Meestal gingen we vrijdagochtend vroeg weg en reden mijn vader en oom de hele dag door richting Italië of Spanje. Ik sliep dan terwijl zij reden. Op zondag pakten we meteen de spullen in en reden we ’s nachts terug. Ik zat op maandagochtend om negen uur op school, terwijl mijn vader om zeven uur alweer aan het werk was. Voor mij was dat niet zo zwaar, want ik sliep onderweg. Voor mijn vader was het aanpoten.” Wat is de rol van je vader in jouw carrière? “We doen het echt samen. Hij was er vorig jaar elke race bij. In een raceweekend is hij niet echt mijn vader, maar meer iemand die naast mij staat. Hij coacht me en is ook mijn chauffeur. Hij neemt veel zorgen bij mij weg in een raceweekend en daar ben ik hem erg dankbaar voor.” Was hij pusherig? “Natuurlijk hadden we weleens ruzies en discussies, maar meestal bedacht ik na een uurtje dat hij dan misschien toch wel gelijk had. In dat opzicht hebben wij een vrij normale vader-zoonrelatie.” Gingen jullie vaak samen naar GP’s om te kijken? “Eigenlijk niet. Ik ben misschien twee keer naar de TT in Assen geweest. Ik vond dat helemaal niet leuk, kreeg juist de drang om zelf te racen. Het riep meer irritatie op dan plezier.” Jij werd op je achtste gescout door PEC Zwolle. Heb je nog getwijfeld om voor voetbal te kiezen? “Ik kon redelijk voetballen en vond het ook wel leuk, maar ik had niet zoveel talent dat ik het tot profvoetballer had geschopt. Ik was wel klein en snel, maar dat was niet genoeg geweest. De liefde voor de motor zat toen al wat dieper dan de liefde voor de bal.” Jouw neefje Kiyano is ook actief in de motorsport en slaapt af en toe bij jou in Barcelona. Heb jij, hoewel je zelf nog maar negentien bent, een soort mentorrol? “Als Kiyano bij mij is, probeer ik hem wel een beetje te sturen, maar niet al te veel. Hij zal net als ik zijn fouten moeten gaan maken.” Welk advies zou je geven aan jonge coureurs in Nederland? “Ik ben al heel vroeg naar Spanje en Italië gegaan om wat meer competitie op te zoeken. In Nederland is de sport gewoon niet zo groot als het in de jaren zeventig en tachtig was. Mijn advies aan jonge coureurs is om naar die landen te gaan. Maar ja, dat moet qua budget wel lukken. Mijn vader heeft er dag en nacht voor moeten werken om mij in Spanje te laten racen. Hij werkte soms van vier uur ’s nachts tot negen uur ’s avonds om maar genoeg te verdienen, zodat we in de weekenden konden racen.” Waar wil jij over tien jaar staan? “Ik hoop dat ik dan in de MotoGP race. Dat is iets waar we keihard aan werken. Ik denk dat we aardig op weg zijn." Ik ben me ervan bewust dat ik de gevaarlijkste sport beoefen “Bij ons zijn de gevaren misschien net wat groter. Wij zitten ‘los’ op de motor, hebben een helm op en een pak aan, maar ik kan je verzekeren dat het nog steeds pijn doet als je valt. Het hoort er nou eenmaal bij, het is part of the game. Natuurlijk is het risico iets waar ik over nadenk, maar ik kan er niet te veel mee bezig zijn. Als ik daar te veel over nadenk, maak ik mezelf mentaal kapot. Het is veiliger om met het racen bezig te zijn en in het moment te blijven, dan dat ik ga bedenken wat er allemaal mis zou kunnen gaan. De wat-als-vraag moet niet in m’n hoofd gaan zitten.” Ik begreep dat je moeder niet altijd durft te kijken als jij een GP rijdt. “Mijn moeder kijkt niet naar mijn races. Als ze eenmaal het resultaat weet, wil ze nog weleens wat terugkijken. Tijdens de race in Assen zat ze ergens op een bankje een sigaretje te roken. Ze is een stressroker. Ook in Spielberg zat ze ergens achter een wc-hokje te wachten totdat de race over was. Ze heeft nog nooit een volledige race van mij gezien volgens mij.” We worden elk jaar wel opgeschrikt door crashes waarbij het niet goed afloopt. Moet er iets gedaan worden aan de veiligheid binnen de motorsport? “Vooral het wachten tijdens de kwalifica- ties is heel gevaarlijk en daar mag van mij wel wat aan gedaan worden. Iedereen wil op precies de juiste positie zitten om een snelle ronde te kunnen maken. Sommige coureurs rijden dan zo sloom om genoeg ruimte voor zichzelf te creëren. Met de snelheden die wij dan rijden is dat levensgevaarlijk.” Rij je in het dagelijks leven ook op de motor of toch met de auto? “Ik pak altijd de auto.” Lachend: “Ik heb ook geen motorrijbewijs. Veel te gevaarlijk.” Helden Magazine 71 Het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Basketbal

Worthy de Jong: ‘Ik heb mezelf uitgevonden’

Hij is verantwoordelijk voor misschien wel het mooiste sportmoment van 2024. In de extra tijd van de finale tegen thuisland Frankrijk schoot Worthy de Jong (36) de Nederlandse 3x3-basketballers naar de olympische titel. Victoria Koblenko ging voor het dubbeldikke jubileumnummer langs bij de man van ‘Het Gouden Schot’. Worthy de Jong Je vader was een basketballer in Suriname en vernoemde jou naar de bekende NBA-speler James Worthy. Welke rol speelde je vader in de keuze om te gaan basketballen? “Ik ben geboren in Suriname, toen ik twee was, gingen we met het gezin naar Nederland. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zeven was. Mijn band met mijn vader veranderde daarna. Hij haalde me soms op, we basketbalden dan af en toe ook samen. Mijn vader was er eigenlijk meer een voorstander van dat ik ging voetballen, maar ik koos op m’n elfde voor basketbal en wilde natuurlijk beter worden dan mijn vader. Hij bracht me naar een net opgerichte club in Amsterdam-Zuidoost. Ik basketbalde vooral voor m’n plezier op dat moment, speelde ook geen competitie. Pas twee jaar later konden we ons als team inschrijven en competitie spelen. Toen werd ik echt verliefd.” Wat voor jongen was jij in die tijd? “Ik was geen straatjongen, geen hangjongere, speelde tot mijn achttiende nog verstoppertje. Ik was actief en atletisch, maar ook een lolbroek. Wat school betreft: ik lette niet altijd op, maar ben ook nooit blijven zitten. En wat mijn sport betreft: ik speelde eerst op pleintjes, vooral voor de lol, en moest bij de club ineens binnen structuren leren functioneren. Dat was wennen.” [caption id="attachment_20589" align="aligncenter" width="1707"] Worthy de Jong[/caption] Hoe liep het af met school? “Met minimale inspanning, omdat ik basketbal prioriteit gaf, heb ik het mbo-diploma retail gehaald. Ik bedacht: ik moet in elk geval een diploma halen voordat ik naar Amerika ga. Het is altijd mijn droom geweest om daarheen te gaan.” Hoe jaagde je die droom na als tiener? “Er waren heel veel obstakels. Om voet tussen de deur te krijgen in Amerika moest ik eerst mijn diploma’s laten vertalen. Het kostte allemaal veel geld om mijn basketbaldroom na te jagen. Mijn moeder heeft mij heel erg gesponsord. Ze zag er niet veel in, maar ik was enig kind en ze bracht dagelijks offers voor mijn droom. Ze heeft veel baantjes gehad, maakte onder meer huizen schoon. Soms moest ik mee om haar te helpen om nieuwe basketbalschoenen te kunnen bekostigen. Al die sportlessen, een busabonnement om naar school te gaan; mijn moeder heeft keihard gewerkt om het voor mij allemaal voor elkaar te krijgen.” Vis uit het water Hoe kwam je uiteindelijk in Amerika, het beloofde land voor basketballers, terecht? “Ik was achttien toen ik voor het eerst naar New York ging voor een try-out, maar de school kon me geen scholarship aanbieden. Daarna ben ik nog twee keer naar Texas gegaan. Er was een coach die het in me zag zitten, ben daar een maand geweest om met hem te trainen. Ik kon bij Ranger College terecht. Vervolgens ging ik terug naar Nederland om een visum en het papierwerk te regelen.” Maar de droom viel uiteindelijk in duigen. Hoe kwam dat? “Ik trok daar het leven rondom het basketbal niet. De bedoeling was om twee jaar te blijven, maar na een paar maanden wist ik al dat het leven daar in Texas mij totaal niet lag. Ik had verwacht dat het er heel anders aan toe zou gaan in Amerika.” Wat was er zo anders dan je had gedacht? “We hadden om half zes in de ochtend de eerste training, daarna hadden we meteen onze eerste les op school, om twaalf uur kreeg ik individuele trainingen, daarna weer terug naar school om ’s avonds weer te trainen. Daarna moest ik m’n huiswerk nog maken. En dat dag in dag uit. Ik ben een sociaal dier, miste mijn vrienden. Ik was daar als een vis uit het water.” Na terugkomst uit Amerika ben je een tijdje gestopt met basketballen. Waarom? “Mijn vrienden hadden geld bij elkaar gelegd om mijn ticket terug naar Nederland te betalen. Eenmaal weer hier miste ik de motivatie. Na een tijdje heb ik me toch weer aangesloten, bij een clubje in Urk. Daarna kreeg ik mijn eerste contract in Rotterdam.” Worthy krijgt tranen in zijn ogen. “Het was een lastige periode... Ik ben de laatste tijd erg emotioneel, waarschijnlijk doordat ik na onze gouden medaille besef waar ik vandaan ben gekomen. Ik zou niet de man zijn die ik nu ben zonder mijn vrienden. Wij kennen elkaar al 25 jaar. We kraken elkaar af, maken grappen over elkaar omdat we zo’n sterke, emotionele band hebben. Dan kun je dat heel goed van elkaar hebben. Wij zijn elkaars realitycheck. Maar we complimenteren elkaar ook, maken elkaar sterker en vinden het belangrijk om elkaar wekelijks te zien.” Hoe waren zij er voor jou toen je twee jaar geleden ging scheiden van de moeder van jullie zoons? “Ze stonden allemaal voor me klaar. De een zei: ‘Ik heb een bank of een bed voor je. Je kan komen wanneer je wil.’ De ander vroeg: ‘Heb je geld nodig?’ Mijn vrienden zijn mijn chosen family. Alles gaat opzij voor die jongens. Ik ben de jongste van onze vriendengroep van zes. En ik voel me gedragen door hen. Ze zorgen voor balans in mijn leven.” Je hoort juist vaak dat topsport en aandacht vriendschappen onder druk kunnen zetten. “Zij hebben ook allemaal gebasketbald, sommigen zijn nu basketbalcoach. Er schiet me een quote te binnen: ‘Er zijn weinig boeken waarin staat hoe je een goede vriend kan zijn voor iemand.’ Je denkt dat je een goede vriend bent als je hulp aanbiedt. Maar om hulp vragen, dát is pas vriendschap! Mijn vrienden zijn mijn mental coach.” Heb jij hen om hulp gevraagd? “Eerst niet. Ik hield ze op afstand toen ik door die donkere periode ging. Ze hebben me daarop aangesproken, zeiden dat we niet langs elkaar heen konden leven. Toen heb ik ze toegelaten en dat heeft me enorm geholpen.” Waarom liet je ze eerst niet toe? “Tot het twee jaar geleden uitging met de moeder van onze kinderen, had ik alles: een vrouw, kinderen, twee auto’s, een groot huis, ik verdiende genoeg. Mijn probleem: ik wist er niet van te houden. Gedachtes dat het leven niet meer de moeite waard was, overspoelden me.” Psychische druk en depressieve gevoelens zijn dingen waar sporters best wat vaker voor uit mogen komen. “We woonden in Almere en ik speelde in Leiden. Als ik in de auto zat op weg naar de club of naar huis, was mijn moment om tot rust te komen. Ik zocht hulp, maar ik besprak deze zaken niet met mijn vriendin. Ik ben uiteindelijk gaan praten met iemand over mijn struggle. Met de therapeute besprak ik wél waar ik mee zat. Onze relatie is ontploft, terwijl er geen sprake was van ontrouw. Ik heb er alles aan gedaan om niet uit elkaar te gaan. We zijn tien jaar samen geweest, maar ik hield alles binnen. Ik liet niet zien wat ik voelde en dat is funest geweest.” Het is voor een partner van een topsporter vaak ook zwaar om offers te brengen voor de allesoverheersende wil om te slagen als topsporter. “Klopt. Aan het begin van onze relatie was ik niet de speler die ik aan het einde van onze relatie was. Ik haalde mijn endorfine uit de sport, mijn ex niet.” Topsport bedrijven en een liefdesrelatie onderhouden: dat is best vaak een lastig verhaal, zo lijkt het. “Mijn eerste relatie duurde vijf jaar. Toen die voorbij was, heb ik mijn vrijheid gepakt. Ik ben geen feestbeest, maar die periode duurde, denk ik nu, te kort. Ik heb niet voldoende ruimte gepakt voor mezelf. De relatie met de moeder van mijn kinderen kwam achteraf te vroeg. Ik had mezelf nog niet uitgevonden. Nu wel, denk ik.” Het klinkt alsof je lange tijd op zoek bent geweest naar balans in het leven. “Kijk, als je als topsporter goed wil zijn, kun je die balans heus vinden. Maar als je als sportman een legacy wil achterlaten, dan is er geen ruimte voor balans. Sinds mijn ex en ik uit elkaar zijn, heb ik veel keuzes gemaakt voor mezelf. En in mijn drang om mijn legacy achter te laten, heb ik grote offers moeten brengen. Gewild en ongewild. Mijn relatie was een van de offers.” Vlaggendrager Je verruilde een paar jaar terug het gewone basketbal voor 3x3-basketbal. Met in het achterhoofd het idee om impact te maken. Met het winnen van de gouden olympische medaille, door het schot waarmee je de Fransen in overtime de das omdeed, heb je in één klap geschiedenis geschreven. Hoe zit je er nu mentaal in? “Deze periode van mijn leven heeft als thema: ik bepaal hoe een wedstrijd begint en eindigt. Ik ga lachend het veld op en stap er lachend vanaf. Ik maak niet de keuze om uren te gaan malen. Waarom zou ik blijven zitten in een moment dat me niet helpt? Dat heb ik tijdens de therapie geleerd en het werkt voor me.” Jij mocht samen met handbalster Lois Abbingh de Nederlandse vlag dragen tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs. Hoe vond je dat? “Ik had eigenlijk helemaal geen zin om met de vlag rond te lopen, want dan zou ik geen foto’s kunnen maken. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kwam een keer langs bij de training. Ik grapte: dat is die wielrenner toch? Pieter zei: ‘Ik ken jouw verhaal, dat spreekt me aan. Zou jij de vlaggendrager willen zijn?’ Ik keek naar mijn teamgenoten toen hij me vroeg. Ik kon aan hen aflezen dat het een big deal was en daarom zei ik ja.” Sinds de gouden medaille komen mensen superlatieven tekort om jou op te hemelen. Als basketbalexperts je moeten omschrijven, dan benoemen ze jouw creativiteit en je onderscheidende vermogen oplossingen te zoeken en vinden waar andere spelers niet opkomen. Je bent razendsnel en neemt veel risico’s. Tijdens de vorige Spelen in Tokio was je nog een international van het gewone basketbalteam en nu ben je nummer één van de wereld op de ranglijst van 3x3-basketballers. Wat voel je daarbij? “Ooit maakte ik een moodboard en daarop had ik de olympische ringen getekend. Ik denk dat je pad voorbestemd is. Ik maakte in 2022 de keuze om te stoppen bij mijn club Leiden en de overstap te maken naar 3x3-basketbal. En twee jaar later keerde ik terug van de Spelen met een gouden plak. Die medaille is iets wat ik mijn moeder heel graag wilde geven. Ze is ernstig ziek, we weten niet hoelang ze nog heeft. Mijn doel was: de beste 3x3-basketballer van de wereld worden en de Olympische Spelen halen. Niet per se om daar een medaille te winnen, maar vooral om daar plezier te hebben. Het is allemaal gelukt in een week tijd. En nu hoeft mijn moeder zich ook geen zorgen te maken of ik het financieel wel goed zal hebben.” Oude hiphop Wat zijn de grote levenslessen die je van je moeder hebt meegekregen? “Dat ik plezier moet hebben en een goed persoon moet zijn. Mijn moeder heeft het nooit zo tegen me gezegd, maar het me laten zien. Ik bewonder hoe zij in het leven staat. Ze is sterk, zorgzaam en geeft niet op.” En hoe is de band met je vader, wat heb je van hem geleerd? “Het is een lange periode slecht gegaan met hem, maar nu gaat het goed. Hij heeft de boel op orde en wil weer deel uitmaken van mijn leven. Ik zie hem meer dan ooit. En dat is prima. Ik doe het allemaal wel in mijn tempo. Hoe hij met mijn moeder omging, zou ik in elk geval niet willen overnemen. Die les ben ik nog steeds aan het leren.” Wat voor vader ben jij voor je twee zoons? “Helaas een die er vaak niet is. Ik zit nu in een lastige tijd waarin mijn ex en ik overeenstemming moeten krijgen hoe vaak ik de kinderen zie.” Je hebt nu een relatie met Janis Boonstra, die ook aan 3x3-basketbald oet en net de Spelen miste met het Nederlands team. Waarom is zij de vrouw van je leven? “She is an old soul. Toen ik nog in Leiden speelde, ben ik een keer om twee uur ’s nachts naar haar toe gereden en daarna ben ik nooit meer weggegaan. Ze brengt rust in de chaos waarin ik leef. Als ik bij haar in Leeuwarden moest spelen, kwam ze kijken. Ze kende mij als speler, niet als persoon. Toen ik de transitie ging maken naar 3x3-basketbal, keek ik naar een 3x3- wedstrijd waarin zij speelde en geblesseerd raakte. Ze lag er een jaar uit. Tijdens haar revalidatie speelde ze een lied af op de speakers. Oude hiphop uit de nineties. Zo kwam ze bij mij op de radar. De intentie was niet om elkaar beter te leren kennen, maar toen mijn relatie op de klippen liep, was dat wel het geval. Samen met mijn vrienden was Janis er voor mij. Ze was een lichtpunt in een donkere periode. Haar lach en haar aanwezigheid gaven me heel veel rust. En nu versterken we elkaar. We begrijpen elkaar.” Je bent ineens een BN’er, werd gevraagd om een gouden Televizier- Ring uit te reiken. Je hebt grote indruk gemaakt. Voor veel kinderen uit Amsterdam-Zuidoost ben jij een grote inspiratiebron. Wat is er sinds de Spelen allemaal veranderd? “Ik ben niet heel spiritueel, maar de laatste tijd krijg ik steeds vaker het gevoel dat ik voorbestemd ben voor grotere dingen dan basketbal. Mijn impact gaat groter zijn buiten dan binnen het basketbal. Ik unlock steeds een nieuw stukje van mezelf. Natuurlijk wil ik de sport promoten, de sport beter achterlaten dan toen ik het aantrof. Dat wilde ik al voordat we goud wonnen. Maar nu heb ik ineens een groter publiek."
Hij is verantwoordelijk voor misschien wel het mooiste sportmoment van 2024. In de extra tijd van de finale tegen thuisland Frankrijk schoot Worthy de Jong (36) de Nederlandse 3x3-basketballers naar de olympische titel. Victoria Koblenko ging voor het dubbeldikke jubileumnummer langs bij de man van ‘Het Gouden Schot’. Worthy de Jong Je vader was een basketballer in Suriname en vernoemde jou naar de bekende NBA-speler James Worthy. Welke rol speelde je vader in de keuze om te gaan basketballen? “Ik ben geboren in Suriname, toen ik twee was, gingen we met het gezin naar Nederland. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zeven was. Mijn band met mijn vader veranderde daarna. Hij haalde me soms op, we basketbalden dan af en toe ook samen. Mijn vader was er eigenlijk meer een voorstander van dat ik ging voetballen, maar ik koos op m’n elfde voor basketbal en wilde natuurlijk beter worden dan mijn vader. Hij bracht me naar een net opgerichte club in Amsterdam-Zuidoost. Ik basketbalde vooral voor m’n plezier op dat moment, speelde ook geen competitie. Pas twee jaar later konden we ons als team inschrijven en competitie spelen. Toen werd ik echt verliefd.” Wat voor jongen was jij in die tijd? “Ik was geen straatjongen, geen hangjongere, speelde tot mijn achttiende nog verstoppertje. Ik was actief en atletisch, maar ook een lolbroek. Wat school betreft: ik lette niet altijd op, maar ben ook nooit blijven zitten. En wat mijn sport betreft: ik speelde eerst op pleintjes, vooral voor de lol, en moest bij de club ineens binnen structuren leren functioneren. Dat was wennen.” [caption id="attachment_20589" align="aligncenter" width="1707"] Worthy de Jong[/caption] Hoe liep het af met school? “Met minimale inspanning, omdat ik basketbal prioriteit gaf, heb ik het mbo-diploma retail gehaald. Ik bedacht: ik moet in elk geval een diploma halen voordat ik naar Amerika ga. Het is altijd mijn droom geweest om daarheen te gaan.” Hoe jaagde je die droom na als tiener? “Er waren heel veel obstakels. Om voet tussen de deur te krijgen in Amerika moest ik eerst mijn diploma’s laten vertalen. Het kostte allemaal veel geld om mijn basketbaldroom na te jagen. Mijn moeder heeft mij heel erg gesponsord. Ze zag er niet veel in, maar ik was enig kind en ze bracht dagelijks offers voor mijn droom. Ze heeft veel baantjes gehad, maakte onder meer huizen schoon. Soms moest ik mee om haar te helpen om nieuwe basketbalschoenen te kunnen bekostigen. Al die sportlessen, een busabonnement om naar school te gaan; mijn moeder heeft keihard gewerkt om het voor mij allemaal voor elkaar te krijgen.” Vis uit het water Hoe kwam je uiteindelijk in Amerika, het beloofde land voor basketballers, terecht? “Ik was achttien toen ik voor het eerst naar New York ging voor een try-out, maar de school kon me geen scholarship aanbieden. Daarna ben ik nog twee keer naar Texas gegaan. Er was een coach die het in me zag zitten, ben daar een maand geweest om met hem te trainen. Ik kon bij Ranger College terecht. Vervolgens ging ik terug naar Nederland om een visum en het papierwerk te regelen.” Maar de droom viel uiteindelijk in duigen. Hoe kwam dat? “Ik trok daar het leven rondom het basketbal niet. De bedoeling was om twee jaar te blijven, maar na een paar maanden wist ik al dat het leven daar in Texas mij totaal niet lag. Ik had verwacht dat het er heel anders aan toe zou gaan in Amerika.” Wat was er zo anders dan je had gedacht? “We hadden om half zes in de ochtend de eerste training, daarna hadden we meteen onze eerste les op school, om twaalf uur kreeg ik individuele trainingen, daarna weer terug naar school om ’s avonds weer te trainen. Daarna moest ik m’n huiswerk nog maken. En dat dag in dag uit. Ik ben een sociaal dier, miste mijn vrienden. Ik was daar als een vis uit het water.” Na terugkomst uit Amerika ben je een tijdje gestopt met basketballen. Waarom? “Mijn vrienden hadden geld bij elkaar gelegd om mijn ticket terug naar Nederland te betalen. Eenmaal weer hier miste ik de motivatie. Na een tijdje heb ik me toch weer aangesloten, bij een clubje in Urk. Daarna kreeg ik mijn eerste contract in Rotterdam.” Worthy krijgt tranen in zijn ogen. “Het was een lastige periode... Ik ben de laatste tijd erg emotioneel, waarschijnlijk doordat ik na onze gouden medaille besef waar ik vandaan ben gekomen. Ik zou niet de man zijn die ik nu ben zonder mijn vrienden. Wij kennen elkaar al 25 jaar. We kraken elkaar af, maken grappen over elkaar omdat we zo’n sterke, emotionele band hebben. Dan kun je dat heel goed van elkaar hebben. Wij zijn elkaars realitycheck. Maar we complimenteren elkaar ook, maken elkaar sterker en vinden het belangrijk om elkaar wekelijks te zien.” Hoe waren zij er voor jou toen je twee jaar geleden ging scheiden van de moeder van jullie zoons? “Ze stonden allemaal voor me klaar. De een zei: ‘Ik heb een bank of een bed voor je. Je kan komen wanneer je wil.’ De ander vroeg: ‘Heb je geld nodig?’ Mijn vrienden zijn mijn chosen family. Alles gaat opzij voor die jongens. Ik ben de jongste van onze vriendengroep van zes. En ik voel me gedragen door hen. Ze zorgen voor balans in mijn leven.” Je hoort juist vaak dat topsport en aandacht vriendschappen onder druk kunnen zetten. “Zij hebben ook allemaal gebasketbald, sommigen zijn nu basketbalcoach. Er schiet me een quote te binnen: ‘Er zijn weinig boeken waarin staat hoe je een goede vriend kan zijn voor iemand.’ Je denkt dat je een goede vriend bent als je hulp aanbiedt. Maar om hulp vragen, dát is pas vriendschap! Mijn vrienden zijn mijn mental coach.” Heb jij hen om hulp gevraagd? “Eerst niet. Ik hield ze op afstand toen ik door die donkere periode ging. Ze hebben me daarop aangesproken, zeiden dat we niet langs elkaar heen konden leven. Toen heb ik ze toegelaten en dat heeft me enorm geholpen.” Waarom liet je ze eerst niet toe? “Tot het twee jaar geleden uitging met de moeder van onze kinderen, had ik alles: een vrouw, kinderen, twee auto’s, een groot huis, ik verdiende genoeg. Mijn probleem: ik wist er niet van te houden. Gedachtes dat het leven niet meer de moeite waard was, overspoelden me.” Psychische druk en depressieve gevoelens zijn dingen waar sporters best wat vaker voor uit mogen komen. “We woonden in Almere en ik speelde in Leiden. Als ik in de auto zat op weg naar de club of naar huis, was mijn moment om tot rust te komen. Ik zocht hulp, maar ik besprak deze zaken niet met mijn vriendin. Ik ben uiteindelijk gaan praten met iemand over mijn struggle. Met de therapeute besprak ik wél waar ik mee zat. Onze relatie is ontploft, terwijl er geen sprake was van ontrouw. Ik heb er alles aan gedaan om niet uit elkaar te gaan. We zijn tien jaar samen geweest, maar ik hield alles binnen. Ik liet niet zien wat ik voelde en dat is funest geweest.” Het is voor een partner van een topsporter vaak ook zwaar om offers te brengen voor de allesoverheersende wil om te slagen als topsporter. “Klopt. Aan het begin van onze relatie was ik niet de speler die ik aan het einde van onze relatie was. Ik haalde mijn endorfine uit de sport, mijn ex niet.” Topsport bedrijven en een liefdesrelatie onderhouden: dat is best vaak een lastig verhaal, zo lijkt het. “Mijn eerste relatie duurde vijf jaar. Toen die voorbij was, heb ik mijn vrijheid gepakt. Ik ben geen feestbeest, maar die periode duurde, denk ik nu, te kort. Ik heb niet voldoende ruimte gepakt voor mezelf. De relatie met de moeder van mijn kinderen kwam achteraf te vroeg. Ik had mezelf nog niet uitgevonden. Nu wel, denk ik.” Het klinkt alsof je lange tijd op zoek bent geweest naar balans in het leven. “Kijk, als je als topsporter goed wil zijn, kun je die balans heus vinden. Maar als je als sportman een legacy wil achterlaten, dan is er geen ruimte voor balans. Sinds mijn ex en ik uit elkaar zijn, heb ik veel keuzes gemaakt voor mezelf. En in mijn drang om mijn legacy achter te laten, heb ik grote offers moeten brengen. Gewild en ongewild. Mijn relatie was een van de offers.” Vlaggendrager Je verruilde een paar jaar terug het gewone basketbal voor 3x3-basketbal. Met in het achterhoofd het idee om impact te maken. Met het winnen van de gouden olympische medaille, door het schot waarmee je de Fransen in overtime de das omdeed, heb je in één klap geschiedenis geschreven. Hoe zit je er nu mentaal in? “Deze periode van mijn leven heeft als thema: ik bepaal hoe een wedstrijd begint en eindigt. Ik ga lachend het veld op en stap er lachend vanaf. Ik maak niet de keuze om uren te gaan malen. Waarom zou ik blijven zitten in een moment dat me niet helpt? Dat heb ik tijdens de therapie geleerd en het werkt voor me.” Jij mocht samen met handbalster Lois Abbingh de Nederlandse vlag dragen tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs. Hoe vond je dat? “Ik had eigenlijk helemaal geen zin om met de vlag rond te lopen, want dan zou ik geen foto’s kunnen maken. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kwam een keer langs bij de training. Ik grapte: dat is die wielrenner toch? Pieter zei: ‘Ik ken jouw verhaal, dat spreekt me aan. Zou jij de vlaggendrager willen zijn?’ Ik keek naar mijn teamgenoten toen hij me vroeg. Ik kon aan hen aflezen dat het een big deal was en daarom zei ik ja.” Sinds de gouden medaille komen mensen superlatieven tekort om jou op te hemelen. Als basketbalexperts je moeten omschrijven, dan benoemen ze jouw creativiteit en je onderscheidende vermogen oplossingen te zoeken en vinden waar andere spelers niet opkomen. Je bent razendsnel en neemt veel risico’s. Tijdens de vorige Spelen in Tokio was je nog een international van het gewone basketbalteam en nu ben je nummer één van de wereld op de ranglijst van 3x3-basketballers. Wat voel je daarbij? “Ooit maakte ik een moodboard en daarop had ik de olympische ringen getekend. Ik denk dat je pad voorbestemd is. Ik maakte in 2022 de keuze om te stoppen bij mijn club Leiden en de overstap te maken naar 3x3-basketbal. En twee jaar later keerde ik terug van de Spelen met een gouden plak. Die medaille is iets wat ik mijn moeder heel graag wilde geven. Ze is ernstig ziek, we weten niet hoelang ze nog heeft. Mijn doel was: de beste 3x3-basketballer van de wereld worden en de Olympische Spelen halen. Niet per se om daar een medaille te winnen, maar vooral om daar plezier te hebben. Het is allemaal gelukt in een week tijd. En nu hoeft mijn moeder zich ook geen zorgen te maken of ik het financieel wel goed zal hebben.” Oude hiphop Wat zijn de grote levenslessen die je van je moeder hebt meegekregen? “Dat ik plezier moet hebben en een goed persoon moet zijn. Mijn moeder heeft het nooit zo tegen me gezegd, maar het me laten zien. Ik bewonder hoe zij in het leven staat. Ze is sterk, zorgzaam en geeft niet op.” En hoe is de band met je vader, wat heb je van hem geleerd? “Het is een lange periode slecht gegaan met hem, maar nu gaat het goed. Hij heeft de boel op orde en wil weer deel uitmaken van mijn leven. Ik zie hem meer dan ooit. En dat is prima. Ik doe het allemaal wel in mijn tempo. Hoe hij met mijn moeder omging, zou ik in elk geval niet willen overnemen. Die les ben ik nog steeds aan het leren.” Wat voor vader ben jij voor je twee zoons? “Helaas een die er vaak niet is. Ik zit nu in een lastige tijd waarin mijn ex en ik overeenstemming moeten krijgen hoe vaak ik de kinderen zie.” Je hebt nu een relatie met Janis Boonstra, die ook aan 3x3-basketbald oet en net de Spelen miste met het Nederlands team. Waarom is zij de vrouw van je leven? “She is an old soul. Toen ik nog in Leiden speelde, ben ik een keer om twee uur ’s nachts naar haar toe gereden en daarna ben ik nooit meer weggegaan. Ze brengt rust in de chaos waarin ik leef. Als ik bij haar in Leeuwarden moest spelen, kwam ze kijken. Ze kende mij als speler, niet als persoon. Toen ik de transitie ging maken naar 3x3-basketbal, keek ik naar een 3x3- wedstrijd waarin zij speelde en geblesseerd raakte. Ze lag er een jaar uit. Tijdens haar revalidatie speelde ze een lied af op de speakers. Oude hiphop uit de nineties. Zo kwam ze bij mij op de radar. De intentie was niet om elkaar beter te leren kennen, maar toen mijn relatie op de klippen liep, was dat wel het geval. Samen met mijn vrienden was Janis er voor mij. Ze was een lichtpunt in een donkere periode. Haar lach en haar aanwezigheid gaven me heel veel rust. En nu versterken we elkaar. We begrijpen elkaar.” Je bent ineens een BN’er, werd gevraagd om een gouden Televizier- Ring uit te reiken. Je hebt grote indruk gemaakt. Voor veel kinderen uit Amsterdam-Zuidoost ben jij een grote inspiratiebron. Wat is er sinds de Spelen allemaal veranderd? “Ik ben niet heel spiritueel, maar de laatste tijd krijg ik steeds vaker het gevoel dat ik voorbestemd ben voor grotere dingen dan basketbal. Mijn impact gaat groter zijn buiten dan binnen het basketbal. Ik unlock steeds een nieuw stukje van mezelf. Natuurlijk wil ik de sport promoten, de sport beter achterlaten dan toen ik het aantrof. Dat wilde ik al voordat we goud wonnen. Maar nu heb ik ineens een groter publiek."

Tour de France

Tadej Pogacar versus Jonas Vingegaard

Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.