Word abonnee
Meer

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer zorgde ervoor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november 2023 won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. Dit seizoen heeft hij de overstap gemaakt van de Moto3 naar de Moto2, waarin dit weekend een thuisrace op hem staat te wachten: de TT van Assen. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Is er ook ruimte voor ontspanning tussen de GP’s door? “In mijn vrije tijd spreek ik af met andere coureurs die ook rondom Barcelona wonen. Dan gaan we bijvoorbeeld bowlen of naar Car Meetings in Barcelona. Ik hou ook erg van wielrennen dus als ik vrije tijd heb, pak ik vaak de racefiets. Hoewel ik vlakbij Barcelona woon, zal je mij niet snel in de binnenstad zien.” En is er ruimte voor de liefde? “Dat is er zeker. Maar daar moet je net de perfecte persoon voor tegenkomen. Eentje die gek genoeg is om een relatie te beginnen met iemand die altijd weg is. Daar heb je er niet veel van.” Ben je veel op jezelf aangewezen in Barcelona? “Ik deel een appartement met mijn teambaas van twee jaar geleden. Hij helpt mij met het regelen van de motortrainingen, maar voor de rest regel ik alles zelf.” Is het soms eenzaam? “Tuurlijk. Ik ben best veel alleen, maar ik weet waarvoor ik het doe. Het meeste mis ik het om gewoon thuis op de bank te liggen bij mijn moeder. Ik bel zo’n beetje elke dag met haar en ook mijn zus- jes spreek ik veel via de telefoon.” Ik word de Max Verstappen van de motorsport “Ik wil naam maken voor mezelf, maar ik probeer in de motorsport wel te bereiken wat Max in de Formule 1 heeft bereikt. Daar ben ik nog lang niet.” Lachend: “Max heeft drie wereldtitels hè, ik heb er nog geen één. Het is niet normaal wat hij de afgelopen jaren heeft laten zien.” Jij en Max zijn allebei Red Bull-atleten. Hebben jullie weleens contact? “Ik heb geen persoonlijk contact gehad met Max. Hij heeft wel een keer wat over mij gezegd bij RacingNews365. Hij vertelde dat hij mijn talent ziet en dat het er nu om gaat hoe ik mezelf ga ontwikkelen. Dat zijn mooie woorden. Goed voor het vertrouwen.” Is het in de Motorsport moeilijker om zo lang aan de top te staan dan in de Formule 1? “Dat denk ik wel. Op twee wielen crash je een stuk sneller. En als je bij ons valt, ben je gelijk alles kwijt. Je motor ligt in puin of je bent drie minuten bezig dat ding weer een beetje aan de gang te krijgen. Het is mogelijk om zo lang aan de top te staan, maar dan moet je wel per- fecte jaren hebben.” Heeft dat er ook mee te maken dat bij de Formule 1 de auto belangrijker is dan bijvoorbeeld de motor in de MotoGP? “In de MotoGP is de machine ook heel belangrijk. Waar ik rij, in de Moto3, is dat een stuk minder. Tussen Honda en KTM is het verschil niet zo heel groot. De invloed van de rijder is over het alge- meen wel groter in de motorsport dan in de autosport, denk ik.” Denk je dat de MotoGP populairder wordt in Nederland als jij erin komt te rijden? Net zoals bij de Formule 1 gebeurde toen Max Verstappen daarin ging rijden. “Ik denk dat je dat effect dit jaar al een beetje zag toen ik mijn eerste overwin- ning pakte in de Moto3. Ik denk niet dat de MotoGP net zo populair gaat worden als de Formule 1, maar dat effect gaat het in iets mindere mate wel hebben.” Toen jij bij ons genomineerd werd voor de Held van de Maand-verkiezing kreeg je enorm veel stemmen. Wat zegt dat over de motorsportwereld? “Dat soort zaken zijn belangrijk voor de motorsport. Het is fijn om wat meer aandacht te krijgen. Dat die aandacht belangrijk is, realiseren veel mensen zich goed blijkbaar.”| Komt jouw meest fanatieke aanhang uit geboorteplaats Staphorst? “Daar zit zeker een groep die heel fanatiek is. Mijn vriendengroep komt altijd in Assen kijken, maar ook in Valencia en Misano waren er mensen die mij kwamen aanmoedigen. Ze gaan niet de hele wereld over om overal bij te zijn, maar zijn erbij als ze kunnen.” Staat de TT in Assen op 30 juni al rood omcirkeld op de kalender? “Elke race is belangrijk, maar natuurlijk is Assen wel een speciale voor mij. Er zijn altijd net wat meer bekenden.” Wat maakt jou nou zo goed als je jezelf vergelijkt met leeftijdsgenoten? “Ik ben denk ik heel volwassen. Ik durf mezelf de schuld te geven als er iets niet goed gaat. Die zelfreflectie heb ik al sinds jonge leeftijd. Je zult mij niet snel ergens omheen zien draaien.” Waar kan je nog in verbeteren? “Vooral mentaal kan ik nog een stap maken. Elke rijder is op de baan snel en als je op dit niveau rijdt, dan heb je talent. Het grote verschil kun je maken op het men- tale vlak. Daar ben ik druk mee bezig.” Krijg je begeleiding bij het mentale gedeelte? “Mijn vader en de trainer, met wie ik al zo’n tien jaar werk, helpen daar het meest bij. Zij steunen me bij alles wat ik doe, houden me rustig en helpen me ook als ik iets moet verantwoorden aan de team- leiding. Daarnaast is er vanuit Red Bull een sportpsycholoog waar ik geregeld contact mee heb. Dan gaat het vooral over zelfreflectie.” Motorracen is mij met de paplepel ingegoten “Het heeft zeker geholpen dat mijn vader – en eigenlijk de hele familie – geracet heeft. Ik zit al vanaf mijn derde op een motor, dus je kan wel zeggen dat het racen met de paplepel is ingegoten.” Van jongs af aan reed je al met jouw vader naar circuits in Spanje en Italië. Hoe zagen die trips eruit? “Meestal gingen we vrijdagochtend vroeg weg en reden mijn vader en oom de hele dag door richting Italië of Spanje. Ik sliep dan terwijl zij reden. Op zondag pakten we meteen de spullen in en reden we ’s nachts terug. Ik zat op maandagochtend om negen uur op school, terwijl mijn vader om zeven uur alweer aan het werk was. Voor mij was dat niet zo zwaar, want ik sliep onderweg. Voor mijn vader was het aanpoten.” Wat is de rol van je vader in jouw carrière? “We doen het echt samen. Hij was er vorig jaar elke race bij. In een raceweekend is hij niet echt mijn vader, maar meer iemand die naast mij staat. Hij coacht me en is ook mijn chauffeur. Hij neemt veel zorgen bij mij weg in een raceweekend en daar ben ik hem erg dankbaar voor.” Was hij pusherig? “Natuurlijk hadden we weleens ruzies en discussies, maar meestal bedacht ik na een uurtje dat hij dan misschien toch wel gelijk had. In dat opzicht hebben wij een vrij normale vader-zoonrelatie.” Gingen jullie vaak samen naar GP’s om te kijken? “Eigenlijk niet. Ik ben misschien twee keer naar de TT in Assen geweest. Ik vond dat helemaal niet leuk, kreeg juist de drang om zelf te racen. Het riep meer irritatie op dan plezier.” Jij werd op je achtste gescout door PEC Zwolle. Heb je nog getwijfeld om voor voetbal te kiezen? “Ik kon redelijk voetballen en vond het ook wel leuk, maar ik had niet zoveel talent dat ik het tot profvoetballer had geschopt. Ik was wel klein en snel, maar dat was niet genoeg geweest. De liefde voor de motor zat toen al wat dieper dan de liefde voor de bal.” Jouw neefje Kiyano is ook actief in de motorsport en slaapt af en toe bij jou in Barcelona. Heb jij, hoewel je zelf nog maar negentien bent, een soort mentorrol? “Als Kiyano bij mij is, probeer ik hem wel een beetje te sturen, maar niet al te veel. Hij zal net als ik zijn fouten moeten gaan maken.” Welk advies zou je geven aan jonge coureurs in Nederland? “Ik ben al heel vroeg naar Spanje en Italië gegaan om wat meer competitie op te zoeken. In Nederland is de sport gewoon niet zo groot als het in de jaren zeventig en tachtig was. Mijn advies aan jonge coureurs is om naar die landen te gaan. Maar ja, dat moet qua budget wel lukken. Mijn vader heeft er dag en nacht voor moeten werken om mij in Spanje te laten racen. Hij werkte soms van vier uur ’s nachts tot negen uur ’s avonds om maar genoeg te verdienen, zodat we in de weekenden konden racen.” Waar wil jij over tien jaar staan? “Ik hoop dat ik dan in de MotoGP race. Dat is iets waar we keihard aan werken. Ik denk dat we aardig op weg zijn." Ik ben me ervan bewust dat ik de gevaarlijkste sport beoefen “Bij ons zijn de gevaren misschien net wat groter. Wij zitten ‘los’ op de motor, hebben een helm op en een pak aan, maar ik kan je verzekeren dat het nog steeds pijn doet als je valt. Het hoort er nou eenmaal bij, het is part of the game. Natuurlijk is het risico iets waar ik over nadenk, maar ik kan er niet te veel mee bezig zijn. Als ik daar te veel over nadenk, maak ik mezelf mentaal kapot. Het is veiliger om met het racen bezig te zijn en in het moment te blijven, dan dat ik ga bedenken wat er allemaal mis zou kunnen gaan. De wat-als-vraag moet niet in m’n hoofd gaan zitten.” Ik begreep dat je moeder niet altijd durft te kijken als jij een GP rijdt. “Mijn moeder kijkt niet naar mijn races. Als ze eenmaal het resultaat weet, wil ze nog weleens wat terugkijken. Tijdens de race in Assen zat ze ergens op een bankje een sigaretje te roken. Ze is een stressroker. Ook in Spielberg zat ze ergens achter een wc-hokje te wachten totdat de race over was. Ze heeft nog nooit een volledige race van mij gezien volgens mij.” We worden elk jaar wel opgeschrikt door crashes waarbij het niet goed afloopt. Moet er iets gedaan worden aan de veiligheid binnen de motorsport? “Vooral het wachten tijdens de kwalifica- ties is heel gevaarlijk en daar mag van mij wel wat aan gedaan worden. Iedereen wil op precies de juiste positie zitten om een snelle ronde te kunnen maken. Sommige coureurs rijden dan zo sloom om genoeg ruimte voor zichzelf te creëren. Met de snelheden die wij dan rijden is dat levensgevaarlijk.” Rij je in het dagelijks leven ook op de motor of toch met de auto? “Ik pak altijd de auto.” Lachend: “Ik heb ook geen motorrijbewijs. Veel te gevaarlijk.” Helden Magazine 71 Het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer zorgde ervoor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november 2023 won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. Dit seizoen heeft hij de overstap gemaakt van de Moto3 naar de Moto2, waarin dit weekend een thuisrace op hem staat te wachten: de TT van Assen. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Is er ook ruimte voor ontspanning tussen de GP’s door? “In mijn vrije tijd spreek ik af met andere coureurs die ook rondom Barcelona wonen. Dan gaan we bijvoorbeeld bowlen of naar Car Meetings in Barcelona. Ik hou ook erg van wielrennen dus als ik vrije tijd heb, pak ik vaak de racefiets. Hoewel ik vlakbij Barcelona woon, zal je mij niet snel in de binnenstad zien.” En is er ruimte voor de liefde? “Dat is er zeker. Maar daar moet je net de perfecte persoon voor tegenkomen. Eentje die gek genoeg is om een relatie te beginnen met iemand die altijd weg is. Daar heb je er niet veel van.” Ben je veel op jezelf aangewezen in Barcelona? “Ik deel een appartement met mijn teambaas van twee jaar geleden. Hij helpt mij met het regelen van de motortrainingen, maar voor de rest regel ik alles zelf.” Is het soms eenzaam? “Tuurlijk. Ik ben best veel alleen, maar ik weet waarvoor ik het doe. Het meeste mis ik het om gewoon thuis op de bank te liggen bij mijn moeder. Ik bel zo’n beetje elke dag met haar en ook mijn zus- jes spreek ik veel via de telefoon.” Ik word de Max Verstappen van de motorsport “Ik wil naam maken voor mezelf, maar ik probeer in de motorsport wel te bereiken wat Max in de Formule 1 heeft bereikt. Daar ben ik nog lang niet.” Lachend: “Max heeft drie wereldtitels hè, ik heb er nog geen één. Het is niet normaal wat hij de afgelopen jaren heeft laten zien.” Jij en Max zijn allebei Red Bull-atleten. Hebben jullie weleens contact? “Ik heb geen persoonlijk contact gehad met Max. Hij heeft wel een keer wat over mij gezegd bij RacingNews365. Hij vertelde dat hij mijn talent ziet en dat het er nu om gaat hoe ik mezelf ga ontwikkelen. Dat zijn mooie woorden. Goed voor het vertrouwen.” Is het in de Motorsport moeilijker om zo lang aan de top te staan dan in de Formule 1? “Dat denk ik wel. Op twee wielen crash je een stuk sneller. En als je bij ons valt, ben je gelijk alles kwijt. Je motor ligt in puin of je bent drie minuten bezig dat ding weer een beetje aan de gang te krijgen. Het is mogelijk om zo lang aan de top te staan, maar dan moet je wel per- fecte jaren hebben.” Heeft dat er ook mee te maken dat bij de Formule 1 de auto belangrijker is dan bijvoorbeeld de motor in de MotoGP? “In de MotoGP is de machine ook heel belangrijk. Waar ik rij, in de Moto3, is dat een stuk minder. Tussen Honda en KTM is het verschil niet zo heel groot. De invloed van de rijder is over het alge- meen wel groter in de motorsport dan in de autosport, denk ik.” Denk je dat de MotoGP populairder wordt in Nederland als jij erin komt te rijden? Net zoals bij de Formule 1 gebeurde toen Max Verstappen daarin ging rijden. “Ik denk dat je dat effect dit jaar al een beetje zag toen ik mijn eerste overwin- ning pakte in de Moto3. Ik denk niet dat de MotoGP net zo populair gaat worden als de Formule 1, maar dat effect gaat het in iets mindere mate wel hebben.” Toen jij bij ons genomineerd werd voor de Held van de Maand-verkiezing kreeg je enorm veel stemmen. Wat zegt dat over de motorsportwereld? “Dat soort zaken zijn belangrijk voor de motorsport. Het is fijn om wat meer aandacht te krijgen. Dat die aandacht belangrijk is, realiseren veel mensen zich goed blijkbaar.”| Komt jouw meest fanatieke aanhang uit geboorteplaats Staphorst? “Daar zit zeker een groep die heel fanatiek is. Mijn vriendengroep komt altijd in Assen kijken, maar ook in Valencia en Misano waren er mensen die mij kwamen aanmoedigen. Ze gaan niet de hele wereld over om overal bij te zijn, maar zijn erbij als ze kunnen.” Staat de TT in Assen op 30 juni al rood omcirkeld op de kalender? “Elke race is belangrijk, maar natuurlijk is Assen wel een speciale voor mij. Er zijn altijd net wat meer bekenden.” Wat maakt jou nou zo goed als je jezelf vergelijkt met leeftijdsgenoten? “Ik ben denk ik heel volwassen. Ik durf mezelf de schuld te geven als er iets niet goed gaat. Die zelfreflectie heb ik al sinds jonge leeftijd. Je zult mij niet snel ergens omheen zien draaien.” Waar kan je nog in verbeteren? “Vooral mentaal kan ik nog een stap maken. Elke rijder is op de baan snel en als je op dit niveau rijdt, dan heb je talent. Het grote verschil kun je maken op het men- tale vlak. Daar ben ik druk mee bezig.” Krijg je begeleiding bij het mentale gedeelte? “Mijn vader en de trainer, met wie ik al zo’n tien jaar werk, helpen daar het meest bij. Zij steunen me bij alles wat ik doe, houden me rustig en helpen me ook als ik iets moet verantwoorden aan de team- leiding. Daarnaast is er vanuit Red Bull een sportpsycholoog waar ik geregeld contact mee heb. Dan gaat het vooral over zelfreflectie.” Motorracen is mij met de paplepel ingegoten “Het heeft zeker geholpen dat mijn vader – en eigenlijk de hele familie – geracet heeft. Ik zit al vanaf mijn derde op een motor, dus je kan wel zeggen dat het racen met de paplepel is ingegoten.” Van jongs af aan reed je al met jouw vader naar circuits in Spanje en Italië. Hoe zagen die trips eruit? “Meestal gingen we vrijdagochtend vroeg weg en reden mijn vader en oom de hele dag door richting Italië of Spanje. Ik sliep dan terwijl zij reden. Op zondag pakten we meteen de spullen in en reden we ’s nachts terug. Ik zat op maandagochtend om negen uur op school, terwijl mijn vader om zeven uur alweer aan het werk was. Voor mij was dat niet zo zwaar, want ik sliep onderweg. Voor mijn vader was het aanpoten.” Wat is de rol van je vader in jouw carrière? “We doen het echt samen. Hij was er vorig jaar elke race bij. In een raceweekend is hij niet echt mijn vader, maar meer iemand die naast mij staat. Hij coacht me en is ook mijn chauffeur. Hij neemt veel zorgen bij mij weg in een raceweekend en daar ben ik hem erg dankbaar voor.” Was hij pusherig? “Natuurlijk hadden we weleens ruzies en discussies, maar meestal bedacht ik na een uurtje dat hij dan misschien toch wel gelijk had. In dat opzicht hebben wij een vrij normale vader-zoonrelatie.” Gingen jullie vaak samen naar GP’s om te kijken? “Eigenlijk niet. Ik ben misschien twee keer naar de TT in Assen geweest. Ik vond dat helemaal niet leuk, kreeg juist de drang om zelf te racen. Het riep meer irritatie op dan plezier.” Jij werd op je achtste gescout door PEC Zwolle. Heb je nog getwijfeld om voor voetbal te kiezen? “Ik kon redelijk voetballen en vond het ook wel leuk, maar ik had niet zoveel talent dat ik het tot profvoetballer had geschopt. Ik was wel klein en snel, maar dat was niet genoeg geweest. De liefde voor de motor zat toen al wat dieper dan de liefde voor de bal.” Jouw neefje Kiyano is ook actief in de motorsport en slaapt af en toe bij jou in Barcelona. Heb jij, hoewel je zelf nog maar negentien bent, een soort mentorrol? “Als Kiyano bij mij is, probeer ik hem wel een beetje te sturen, maar niet al te veel. Hij zal net als ik zijn fouten moeten gaan maken.” Welk advies zou je geven aan jonge coureurs in Nederland? “Ik ben al heel vroeg naar Spanje en Italië gegaan om wat meer competitie op te zoeken. In Nederland is de sport gewoon niet zo groot als het in de jaren zeventig en tachtig was. Mijn advies aan jonge coureurs is om naar die landen te gaan. Maar ja, dat moet qua budget wel lukken. Mijn vader heeft er dag en nacht voor moeten werken om mij in Spanje te laten racen. Hij werkte soms van vier uur ’s nachts tot negen uur ’s avonds om maar genoeg te verdienen, zodat we in de weekenden konden racen.” Waar wil jij over tien jaar staan? “Ik hoop dat ik dan in de MotoGP race. Dat is iets waar we keihard aan werken. Ik denk dat we aardig op weg zijn." Ik ben me ervan bewust dat ik de gevaarlijkste sport beoefen “Bij ons zijn de gevaren misschien net wat groter. Wij zitten ‘los’ op de motor, hebben een helm op en een pak aan, maar ik kan je verzekeren dat het nog steeds pijn doet als je valt. Het hoort er nou eenmaal bij, het is part of the game. Natuurlijk is het risico iets waar ik over nadenk, maar ik kan er niet te veel mee bezig zijn. Als ik daar te veel over nadenk, maak ik mezelf mentaal kapot. Het is veiliger om met het racen bezig te zijn en in het moment te blijven, dan dat ik ga bedenken wat er allemaal mis zou kunnen gaan. De wat-als-vraag moet niet in m’n hoofd gaan zitten.” Ik begreep dat je moeder niet altijd durft te kijken als jij een GP rijdt. “Mijn moeder kijkt niet naar mijn races. Als ze eenmaal het resultaat weet, wil ze nog weleens wat terugkijken. Tijdens de race in Assen zat ze ergens op een bankje een sigaretje te roken. Ze is een stressroker. Ook in Spielberg zat ze ergens achter een wc-hokje te wachten totdat de race over was. Ze heeft nog nooit een volledige race van mij gezien volgens mij.” We worden elk jaar wel opgeschrikt door crashes waarbij het niet goed afloopt. Moet er iets gedaan worden aan de veiligheid binnen de motorsport? “Vooral het wachten tijdens de kwalifica- ties is heel gevaarlijk en daar mag van mij wel wat aan gedaan worden. Iedereen wil op precies de juiste positie zitten om een snelle ronde te kunnen maken. Sommige coureurs rijden dan zo sloom om genoeg ruimte voor zichzelf te creëren. Met de snelheden die wij dan rijden is dat levensgevaarlijk.” Rij je in het dagelijks leven ook op de motor of toch met de auto? “Ik pak altijd de auto.” Lachend: “Ik heb ook geen motorrijbewijs. Veel te gevaarlijk.” Helden Magazine 71 Het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Waterpolo

Jelto Spijker: ‘Ik kies ervoor om ermee te koop te lopen’

Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Zaalvoetbal

Heldenpraat met Saïd Bouzambou

Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.
Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.

BMX

Niek Kimmann: ‘Ik ben bezig met een grote ontdekkingsreis’

Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Waterpolo

Simone van de Kraats: ‘Wij willen laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn’

Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Waterpolo

Bente en Lieke Rogge: Golden sisters

Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

BMX

Heldenpraat: Merel Smulders

BMX’en zit bij de familie Smulders in het bloed. In de schaduw van haar drie jaar oudere zus Laura ontwikkelde ook Merel zich tot een van de beste BMX’ers ter wereld. In 2018 was het helemaal feest in huize Smulders: Laura won goud en Merel zilver bij de WK. Bij de Spelen in Tokio hield Merel de familie-eer hoog door olympisch brons te pakken. Wat gaat ze doen op de Spelen in Parijs? Mijn favoriete tv-programma is... “Ik kijk geen live televisie. Series kijk ik wel. Mijn favoriete serie is The Empress, die gaat over de Hongaarse koningin Sisi. Vroeger had mijn oma de Sisi-films op dvd, daardoor ben ik het gaan kijken.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Naar Lapland gaan. Ik vind het Noorderlicht en de sneeuw echt prachtig.” Ik zou graag een dagje ruilen met... “Ruth Bader Ginsburg. Zij was een vrouwelijke rechter bij het hooggerechtshof van Amerika. Zij is mijn voorbeeld op het gebied van rechten. Onlangs is haar levensverhaal verfilmd, die film heet On the Basis of Sex. Nadat ik de opleiding marketing en communicatie had afgerond, twijfelde ik of ik ook nog een studie rechten wilde gaan volgen. Toen ik die film had gezien, wist ik zeker dat ik het moest gaan doen.” Mijn boekentip voor deze zomer... “Voor boekentips kun je mij bellen. Als je voor een roman wil gaan, dan raad ik Colleen Hoover aan. Verder vind ik dat iedereen een keer Het boek van vreugde van Desmond Tutu en de Dalai Lama moet lezen. En voor een boek ter motivatie raad ik het tweede boek van David Goggins aan: Never Finished: Unshackle your mind and win the war within.” Mijn favoriete vakantiebestemming is... “De mooiste landen waar ik ben geweest zijn Nieuw-Zeeland en Australië. De sfeer, de mensen, het weer; het is daar zo fijn en relaxed.” Mijn favoriete zomergerecht is... “Couscoussalade. Je kunt daar van alles doorheen doen. In de zomer vind ik dat heerlijk. Het is ook nog eens eenvoudig te maken en ideaal als mealprep.” Mijn celebrity-crush is... “Vroeger was dat altijd acteur Ryan Reynolds. Ik vond hem zo grappig. Nu is het Felix Mallard, die jongen uit de serie Ginny en Georgia.” Mijn grootste blunder is... “We waren een keer dat spelletje aan het doen waar je een kaartje met een naam op je voor- hoofd krijgt. Je moet dan door het stellen van vragen erachter komen wie er op dat kaartje staat. Laat ik nou net erg slecht zijn in namen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik wist wie ik was en riep heel overtuigd: o, ik ben die zwemmer, Sven Kramer! Dat krijg ik tot op de dag van vandaag te horen.” Mijn duurste aankoop is... “Mijn camera. Het lijkt me leuk om ooit shots te maken op de bruiloft van een vriendin.” Het moment dat ik graag zou herbeleven, is... “De Spelen in Tokio. Ik denk dat ik er nu iets anders mee om zou gaan. Laura crashte in de halve finale, dat overschaduwde na afloop mijn finale en daardoor was ik wat ingetogener nadat ik brons won. Nu zou ik er meer van kunnen genieten, in plaats van mezelf slecht te voelen voor Laura.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als mens wil ik herinnerd worden als optimistisch en behulpzaam. Als sporter wil ik herinnerd worden als iemand die altijd opstond wanneer ze viel, die er altijd voor bleef vechten, ook al zat het niet altijd mee.” Helden Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
BMX’en zit bij de familie Smulders in het bloed. In de schaduw van haar drie jaar oudere zus Laura ontwikkelde ook Merel zich tot een van de beste BMX’ers ter wereld. In 2018 was het helemaal feest in huize Smulders: Laura won goud en Merel zilver bij de WK. Bij de Spelen in Tokio hield Merel de familie-eer hoog door olympisch brons te pakken. Wat gaat ze doen op de Spelen in Parijs? Mijn favoriete tv-programma is... “Ik kijk geen live televisie. Series kijk ik wel. Mijn favoriete serie is The Empress, die gaat over de Hongaarse koningin Sisi. Vroeger had mijn oma de Sisi-films op dvd, daardoor ben ik het gaan kijken.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Naar Lapland gaan. Ik vind het Noorderlicht en de sneeuw echt prachtig.” Ik zou graag een dagje ruilen met... “Ruth Bader Ginsburg. Zij was een vrouwelijke rechter bij het hooggerechtshof van Amerika. Zij is mijn voorbeeld op het gebied van rechten. Onlangs is haar levensverhaal verfilmd, die film heet On the Basis of Sex. Nadat ik de opleiding marketing en communicatie had afgerond, twijfelde ik of ik ook nog een studie rechten wilde gaan volgen. Toen ik die film had gezien, wist ik zeker dat ik het moest gaan doen.” Mijn boekentip voor deze zomer... “Voor boekentips kun je mij bellen. Als je voor een roman wil gaan, dan raad ik Colleen Hoover aan. Verder vind ik dat iedereen een keer Het boek van vreugde van Desmond Tutu en de Dalai Lama moet lezen. En voor een boek ter motivatie raad ik het tweede boek van David Goggins aan: Never Finished: Unshackle your mind and win the war within.” Mijn favoriete vakantiebestemming is... “De mooiste landen waar ik ben geweest zijn Nieuw-Zeeland en Australië. De sfeer, de mensen, het weer; het is daar zo fijn en relaxed.” Mijn favoriete zomergerecht is... “Couscoussalade. Je kunt daar van alles doorheen doen. In de zomer vind ik dat heerlijk. Het is ook nog eens eenvoudig te maken en ideaal als mealprep.” Mijn celebrity-crush is... “Vroeger was dat altijd acteur Ryan Reynolds. Ik vond hem zo grappig. Nu is het Felix Mallard, die jongen uit de serie Ginny en Georgia.” Mijn grootste blunder is... “We waren een keer dat spelletje aan het doen waar je een kaartje met een naam op je voor- hoofd krijgt. Je moet dan door het stellen van vragen erachter komen wie er op dat kaartje staat. Laat ik nou net erg slecht zijn in namen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik wist wie ik was en riep heel overtuigd: o, ik ben die zwemmer, Sven Kramer! Dat krijg ik tot op de dag van vandaag te horen.” Mijn duurste aankoop is... “Mijn camera. Het lijkt me leuk om ooit shots te maken op de bruiloft van een vriendin.” Het moment dat ik graag zou herbeleven, is... “De Spelen in Tokio. Ik denk dat ik er nu iets anders mee om zou gaan. Laura crashte in de halve finale, dat overschaduwde na afloop mijn finale en daardoor was ik wat ingetogener nadat ik brons won. Nu zou ik er meer van kunnen genieten, in plaats van mezelf slecht te voelen voor Laura.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als mens wil ik herinnerd worden als optimistisch en behulpzaam. Als sporter wil ik herinnerd worden als iemand die altijd opstond wanneer ze viel, die er altijd voor bleef vechten, ook al zat het niet altijd mee.” Helden Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Invictus Games

Marc van de Kuilen en Luuk Veltink: Kameraden door het noodlot

Marc van de Kuilen raakte vijftien jaar geleden zwaargewond in Afghanistan. Door toedoen van collega-militair Luuk Veltink. Hij zag Marc aan als vijand en vuurde. Luuk raakte later deels verlamd aan zijn arm door een motorongeluk. De twee vonden elkaar, een bijzondere vriendschap ontstond. Ze bleken ook allebei talentvolle paralympische sporters. Met de schrijnende humanitaire situatie in Oekraïens oorlogsgebied worden we dagelijks gevoed. Een jaar geleden was er een ander aangrijpend beeld dat de wereld over ging. Dat van radeloze Afghaanse burgers, die uit de greep van de weer machthebbende Taliban probeerden te blijven en zo wanhopig hun land wilden ontvluchten dat ze zich vastklampten aan een opstijgend vliegtuig... en vielen. Mensen voor wiens vrijheid honderden Nederlandse militairen jarenlang vochten. Tegen diezelfde Taliban. Het was onlangs vijftien jaar geleden dat dat Afghaanse gebied het decor vormde van de zwartste bladzijde in de geschiedenis van Defensie. ‘Ik heb je niet gebaard om jezelf overhoop te laten schieten,’ zegt de moeder van Marc van de Kuilen als hij zijn ouders vertelt bij het leger te willen gaan. Hij zet toch door. Marc, die op dat moment American football speelt op het hoogste niveau in Nederland, meldt zich als militair zelfs voor een tweede keer aan om te worden uitgezonden naar Afghanistan. Zijn moeder huilt. Iets met voorgevoel. De Navo-vredesmissie in Uruzgan leidt immers tot een rits aan oorlogsdrama’s aan Nederlandse zijde. Op 12 januari 2008 trekken twee Nederlandse compagnies gescheiden van elkaar door gebied waar Taliban-strijders zich ophouden. Als de duisternis intreedt, zitten ze op 800 meter van elkaar, zonder te weten waar precies. Het is aardedonker. De vermoedens zijn dat ze worden omsingeld door de Taliban. Er ontstaan vuurgevechten. Twee landgenoten, buddy’s van Luuk Veltink, worden gedood. Luuk, dan 21 jaar, kruipt in zijn rupsvoertuig achter het wapen en in zijn kijkers ontwaart hij de vijand. Althans, dat denkt hij. Hij krijgt toestemming om te vuren. En schiet, vijf, zes keer... Honderden meters verderop wordt de dan twintigjarige Marc geraakt, als hij munitie bij collega’s brengt. Als hij in elkaar zakt, kijkt hij tegen zijn eigen schoenzolen aan... Marc overleeft het, maar beide benen moeten worden geamputeerd. Onderzoek wijst uit dat het die bewuste avond om ‘eigen vuur’ (friendly fire) ging. Acht jaar later ontmoeten slachtoffer en schutter elkaar, in gang gezet nadat Luuk gewond is geraakt bij een motorongeluk tijdens vakantie. Zijn arm is daar deels verlamd door geraakt. “Ineens zat ik thuis. En sloeg aan het malen,” zegt Luuk. Al die tijd voelde hij zich schuldig tegenover Marc. “Ik dacht ook dat Marc mij vast zou haten, mij nooit zou willen zien.” Marc: 'Ik heb het Luuk meteen vergeven en hoopte dat hij het zichzelf ook kon vergeven. Ik ben gelukkig zoals ik ben. Ik mis mijn benen, maar ik mis verder niks' Luuk heeft al die jaren uit schaamte verzwegen naar zijn omgeving dat hij tijdens het friendly fire-incident de schutter was die ‘soldaat Kuilen’ had verwond. “Mijn vader was betrokken bij de treingijzeling bij De Punt in 1977, maar sprak er naderhand nooit over. Ik deed hetzelfde.” Een psycholoog van Defensie koppelt Marc en Luuk aan elkaar. Marc: “Ik heb het Luuk meteen vergeven en hoopte dat hij het zichzelf ook kon vergeven. Ik ben gelukkig zoals ik ben. Ik mis mijn benen, maar ik mis verder niks. Wie zegt me dat ik met benen ook zo gelukkig zou zijn geweest?” Omdat het bizarre verhaal even later in boekvorm verschijnt, zien de twee elkaar vaker en ontstaat er een band. Met oog, oor en hart voor elkaar. En ruimte voor humor. Marcs ongekend positieve instelling werkt aanstekelijk. “We gaan er toch geen tranentrekker van maken,” grapt Marc voor het dubbelinterview. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marc van de Kuilen en Luuk Veltink komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Marc van de Kuilen raakte vijftien jaar geleden zwaargewond in Afghanistan. Door toedoen van collega-militair Luuk Veltink. Hij zag Marc aan als vijand en vuurde. Luuk raakte later deels verlamd aan zijn arm door een motorongeluk. De twee vonden elkaar, een bijzondere vriendschap ontstond. Ze bleken ook allebei talentvolle paralympische sporters. Met de schrijnende humanitaire situatie in Oekraïens oorlogsgebied worden we dagelijks gevoed. Een jaar geleden was er een ander aangrijpend beeld dat de wereld over ging. Dat van radeloze Afghaanse burgers, die uit de greep van de weer machthebbende Taliban probeerden te blijven en zo wanhopig hun land wilden ontvluchten dat ze zich vastklampten aan een opstijgend vliegtuig... en vielen. Mensen voor wiens vrijheid honderden Nederlandse militairen jarenlang vochten. Tegen diezelfde Taliban. Het was onlangs vijftien jaar geleden dat dat Afghaanse gebied het decor vormde van de zwartste bladzijde in de geschiedenis van Defensie. ‘Ik heb je niet gebaard om jezelf overhoop te laten schieten,’ zegt de moeder van Marc van de Kuilen als hij zijn ouders vertelt bij het leger te willen gaan. Hij zet toch door. Marc, die op dat moment American football speelt op het hoogste niveau in Nederland, meldt zich als militair zelfs voor een tweede keer aan om te worden uitgezonden naar Afghanistan. Zijn moeder huilt. Iets met voorgevoel. De Navo-vredesmissie in Uruzgan leidt immers tot een rits aan oorlogsdrama’s aan Nederlandse zijde. Op 12 januari 2008 trekken twee Nederlandse compagnies gescheiden van elkaar door gebied waar Taliban-strijders zich ophouden. Als de duisternis intreedt, zitten ze op 800 meter van elkaar, zonder te weten waar precies. Het is aardedonker. De vermoedens zijn dat ze worden omsingeld door de Taliban. Er ontstaan vuurgevechten. Twee landgenoten, buddy’s van Luuk Veltink, worden gedood. Luuk, dan 21 jaar, kruipt in zijn rupsvoertuig achter het wapen en in zijn kijkers ontwaart hij de vijand. Althans, dat denkt hij. Hij krijgt toestemming om te vuren. En schiet, vijf, zes keer... Honderden meters verderop wordt de dan twintigjarige Marc geraakt, als hij munitie bij collega’s brengt. Als hij in elkaar zakt, kijkt hij tegen zijn eigen schoenzolen aan... Marc overleeft het, maar beide benen moeten worden geamputeerd. Onderzoek wijst uit dat het die bewuste avond om ‘eigen vuur’ (friendly fire) ging. Acht jaar later ontmoeten slachtoffer en schutter elkaar, in gang gezet nadat Luuk gewond is geraakt bij een motorongeluk tijdens vakantie. Zijn arm is daar deels verlamd door geraakt. “Ineens zat ik thuis. En sloeg aan het malen,” zegt Luuk. Al die tijd voelde hij zich schuldig tegenover Marc. “Ik dacht ook dat Marc mij vast zou haten, mij nooit zou willen zien.” Marc: 'Ik heb het Luuk meteen vergeven en hoopte dat hij het zichzelf ook kon vergeven. Ik ben gelukkig zoals ik ben. Ik mis mijn benen, maar ik mis verder niks' Luuk heeft al die jaren uit schaamte verzwegen naar zijn omgeving dat hij tijdens het friendly fire-incident de schutter was die ‘soldaat Kuilen’ had verwond. “Mijn vader was betrokken bij de treingijzeling bij De Punt in 1977, maar sprak er naderhand nooit over. Ik deed hetzelfde.” Een psycholoog van Defensie koppelt Marc en Luuk aan elkaar. Marc: “Ik heb het Luuk meteen vergeven en hoopte dat hij het zichzelf ook kon vergeven. Ik ben gelukkig zoals ik ben. Ik mis mijn benen, maar ik mis verder niks. Wie zegt me dat ik met benen ook zo gelukkig zou zijn geweest?” Omdat het bizarre verhaal even later in boekvorm verschijnt, zien de twee elkaar vaker en ontstaat er een band. Met oog, oor en hart voor elkaar. En ruimte voor humor. Marcs ongekend positieve instelling werkt aanstekelijk. “We gaan er toch geen tranentrekker van maken,” grapt Marc voor het dubbelinterview. Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marc van de Kuilen en Luuk Veltink komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Lois Abbingh en Tess Lieder – voorheen Wester -. De handbalcollega’s zijn vriendinnen, schoonzussen en sinds kort ook allebei moeder. Daarnaast spraken we met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Schaken

Jorden van Foreest: Geboren om te schaken

Jorden van Foreest won vorig jaar ‘zomaar’ het Tata Steel-schaaktoernooi. Hij werd de eerste Nederlandse winnaar sinds Jan Timman in 1985. In aanloop naar de nieuwe editie (14-30 januari, Wijk aan Zee) gaat Victoria Koblenko bij de 22-jarige schaakgrootmeester langs in hotel de Orangerie in Brugge, de stad waar hij is gaan wonen voor de liefde. Na het zien van de documentaire ‘De stelling van Foreest' heb ik veel waardering gekregen voor jouw ouders. In de docu zien we hoe je ouders hun zes kinderen leren denken. Zelfstandig denkvermogen ontwikkelden zij door onder meer thuisonderwijs en door jou en je vier broers en zusje op jonge leeftijd te leren schaken. Wat herinner jij je nog van de eerste keer achter een schaakbord? “We waren net verhuisd van Zutphen naar Groningen, ik was zes jaar. Ik heb een plaatje in mijn hoofd van hoe die huurwoning er toen uitzag en hoe ik daar de vloer moest bezemen. Mijn vader heeft me toen de regels geleerd. Niet met een plan, maar voor de lol. Mijn vader gaf me er een schaakboekje bij. Met zo’n koninginnendiploma.” Was je meteen fanatiek? “Ik vond het meteen best wel leuk en had een deal met mijn vader: hij had in Groningen gestudeerd, herinnerde zich een schaakcafé en als ik het schaakboekje uit had met de basisregels, dan zouden we in dat café een chocomel gaan drinken. Helaas konden we het niet meer vinden. Pas vijf of zes jaar later vonden we een alternatief schaakcafé.” Wat is het mooiste wat je van je ouders hebt geleerd? “Het spel zelf. En daarnaast al het ondersteunende advies. We hebben zo vaak aan tafel gezeten met de vraag: hoe kunnen we jou nog beter laten spelen? Die gesprekken zijn altijd onwijs waardevol het ging niet alleen over het schaaktechnische, maar ook over mijn psyche. Mijn ouders hebben altijd gedacht: hoe helpen we je naar de beste mentale staat?” Domme fout Hoe was je eerste toernooi? “Van mijn eerste toernooi herinner ik me een arbiter die ik heel streng vond, ik was toen zes of zeven. Dat liet een enorme indruk achter en daarna duurde het drie jaar voordat ik weer een toernooi durfde te spelen. Later begreep ik uit de Groningse schaakgemeenschap dat het een heel vriendelijke man was. Maar al die regels van een toernooi, al die kinderen én die arbiter hadden veel indruk gemaakt.” Wanneer won je je eerste toernooi? “Dat was het Nederlandse kampioenschap onder de tien jaar in 2009.” Wat me fascineert aan schaken is dat je niet alleen met strategie en tactiek bezig moet zijn, maar ook moet leren omgaan met verlies. Voor kinderen is dat vaak een uitdaging. Hoe was dat voor jou? “De partijen die ik verloor, vond ik erg pijnlijk. Ik denk niet dat ik een goede verliezer was. Mijn ouders deden hun best voor mijn schaakcarrière en als ik in hun perceptie een domme fout maakte, dan was de sfeer thuis niet goed. Uiteindelijk raak je gewend aan winnen, maar ook aan verliezen.” Je speelt dus niet alleen tegen je tegenstander, maar je neemt het ook op tegen je zelfbeeld? “Ja, je verliest een stukje zelfvertrouwen door een nederlaag. Ik weet nog goed dat ik in Wijk aan Zee zo slecht speelde toen ik achttien was, dat ik maanden twijfelde of ik het wel kon en of ik door moest gaan met schaken.” 'Ik doe wel ademhalingsoefeningen van Wim Hof en ik neem koude douches tijdens toernooien' Is die onzekerheid alleen aan schaken gerelateerd? “Niet alleen. Ik twijfel altijd over mezelf. Gaat het wel goed komen allemaal? Of kan ik niet beter wat anders doen? Maar als ik goed speel, dan heb ik minder last van die onzekerheid. Maar dat opgebouwde vertrouwen kan je met één slechte zet verbrijzelen. Dan ben ik voor m’n gevoel weer helemaal niks.” Helden Magazine 60 Het eerste gedeelte van het verhaal van Jorden van Foreest komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder zijn Chris Vos en Lisa Bunschoten de beste paralympische snowboarders van Nederland. In aanloop naar de Paralympics gingen we bij hen langs, een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jorden van Foreest won vorig jaar ‘zomaar’ het Tata Steel-schaaktoernooi. Hij werd de eerste Nederlandse winnaar sinds Jan Timman in 1985. In aanloop naar de nieuwe editie (14-30 januari, Wijk aan Zee) gaat Victoria Koblenko bij de 22-jarige schaakgrootmeester langs in hotel de Orangerie in Brugge, de stad waar hij is gaan wonen voor de liefde. Na het zien van de documentaire ‘De stelling van Foreest' heb ik veel waardering gekregen voor jouw ouders. In de docu zien we hoe je ouders hun zes kinderen leren denken. Zelfstandig denkvermogen ontwikkelden zij door onder meer thuisonderwijs en door jou en je vier broers en zusje op jonge leeftijd te leren schaken. Wat herinner jij je nog van de eerste keer achter een schaakbord? “We waren net verhuisd van Zutphen naar Groningen, ik was zes jaar. Ik heb een plaatje in mijn hoofd van hoe die huurwoning er toen uitzag en hoe ik daar de vloer moest bezemen. Mijn vader heeft me toen de regels geleerd. Niet met een plan, maar voor de lol. Mijn vader gaf me er een schaakboekje bij. Met zo’n koninginnendiploma.” Was je meteen fanatiek? “Ik vond het meteen best wel leuk en had een deal met mijn vader: hij had in Groningen gestudeerd, herinnerde zich een schaakcafé en als ik het schaakboekje uit had met de basisregels, dan zouden we in dat café een chocomel gaan drinken. Helaas konden we het niet meer vinden. Pas vijf of zes jaar later vonden we een alternatief schaakcafé.” Wat is het mooiste wat je van je ouders hebt geleerd? “Het spel zelf. En daarnaast al het ondersteunende advies. We hebben zo vaak aan tafel gezeten met de vraag: hoe kunnen we jou nog beter laten spelen? Die gesprekken zijn altijd onwijs waardevol het ging niet alleen over het schaaktechnische, maar ook over mijn psyche. Mijn ouders hebben altijd gedacht: hoe helpen we je naar de beste mentale staat?” Domme fout Hoe was je eerste toernooi? “Van mijn eerste toernooi herinner ik me een arbiter die ik heel streng vond, ik was toen zes of zeven. Dat liet een enorme indruk achter en daarna duurde het drie jaar voordat ik weer een toernooi durfde te spelen. Later begreep ik uit de Groningse schaakgemeenschap dat het een heel vriendelijke man was. Maar al die regels van een toernooi, al die kinderen én die arbiter hadden veel indruk gemaakt.” Wanneer won je je eerste toernooi? “Dat was het Nederlandse kampioenschap onder de tien jaar in 2009.” Wat me fascineert aan schaken is dat je niet alleen met strategie en tactiek bezig moet zijn, maar ook moet leren omgaan met verlies. Voor kinderen is dat vaak een uitdaging. Hoe was dat voor jou? “De partijen die ik verloor, vond ik erg pijnlijk. Ik denk niet dat ik een goede verliezer was. Mijn ouders deden hun best voor mijn schaakcarrière en als ik in hun perceptie een domme fout maakte, dan was de sfeer thuis niet goed. Uiteindelijk raak je gewend aan winnen, maar ook aan verliezen.” Je speelt dus niet alleen tegen je tegenstander, maar je neemt het ook op tegen je zelfbeeld? “Ja, je verliest een stukje zelfvertrouwen door een nederlaag. Ik weet nog goed dat ik in Wijk aan Zee zo slecht speelde toen ik achttien was, dat ik maanden twijfelde of ik het wel kon en of ik door moest gaan met schaken.” 'Ik doe wel ademhalingsoefeningen van Wim Hof en ik neem koude douches tijdens toernooien' Is die onzekerheid alleen aan schaken gerelateerd? “Niet alleen. Ik twijfel altijd over mezelf. Gaat het wel goed komen allemaal? Of kan ik niet beter wat anders doen? Maar als ik goed speel, dan heb ik minder last van die onzekerheid. Maar dat opgebouwde vertrouwen kan je met één slechte zet verbrijzelen. Dan ben ik voor m’n gevoel weer helemaal niks.” Helden Magazine 60 Het eerste gedeelte van het verhaal van Jorden van Foreest komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand. In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet. Ook in Helden Magazine 60 wist Botic van de Zandschulp in 2021 de sprong naar de top honderd te maken, maar dat is pas het begin voor de 26-jarige tennisser. Een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels. Verder zijn Chris Vos en Lisa Bunschoten de beste paralympische snowboarders van Nederland. In aanloop naar de Paralympics gingen we bij hen langs, een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

BMX

Jelle van Gorkom: ‘Ik had niemand liever zien winnen dan Niek Kimmann’

Niek Kimmann (25) en Jelle van Gorkom (30) hadden een gedeelde droom: olympisch BMX- goud in Tokio. De een slaagde daarin, en werd een paar weken later ook nog wereldkampioen. Aan de droom van de ander kwam in januari 2018 een wreed einde. De twee vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom zitten aan de keukentafel van Richard Kimmann, Nieks vader, in Dedemsvaart. Er ligt een koffer met kleren in de woonkamer. Het olympisch goud ligt er achteloos tussen. Niek houdt rust, na een even intense als succesvolle zomer op de BMX. Jelle is met heel andere dingen bezig. De oud-BMX’er, winnaar van olympisch zilver in 2016 in Rio, is nog altijd aan het revalideren van zijn ongeluk op de BMX-baan op Papendal, bijna vier jaar geleden, waarbij hij halfzijdig verlamd raakte en hersenschade opliep. Over zijn revalidatie schreef hij een boek: Accepteren en doorgaan. En hij werd gevolgd voor de gelijknamige documentaire. Terwijl we praten laat Jelle een filmpje zien dat van hem gemaakt is in de NOS-studio tijdens de olympische BMX-finale. Hij schreeuwt: ‘Come on, come on, blijven fietsen. Netjes, clean, dit kun je, netjes. Ja, hij zit goed. Dit wordt hem, dit wordt hem. Come on, come on. Go go, door, door. Jaaa. Supervet, supervet!’ Niek: 'Toen ik op die official was geklapt, zei mijn coach Liam: 'Misschien was dit wel goed voor je, anders was het een walk in the park'' Niek Kimmann: “Mooi om te zien, hè. Supervet dat iedereen meeleefde, en vooral dat Jelle dat zo deed.” Dieseltje Niek Kimmann blikt terug op hét moment uit zijn carrière, de olympische finaledag in Tokio. “De wedstrijden waren in de ochtend en ik ben geen ochtendmens. Ik ben een dieseltje, kom langzaam op gang. Om zes uur ging de wekker al. Normaal gesproken heb ik moeite met slapen voor een wedstrijd. Voor het WK in 2019 zag ik de zon opkomen en lag ik nog steeds wakker. Maar nu had ik zeven uur geslapen. In de douche was mijn hartslag al hoger dan normaal en ik besefte: als ik straks rond lunchtijd terug ben in het appartement, dan weten we wie er olympisch kampioen is. Tijdens het ontbijt zei mijn team- en kamergenoot Joris Harmsen: ‘Jij zit hier straks met een gouden medaille om je nek.’ Joris had een voorgevoel dat ik zou winnen.” Toch was dat niet vanzelfsprekend. Drie dagen voor de kwalificaties stak er tijdens een training een official voor zijn neus de baan over. Het gevolg: een harde knal en een gespleten knieschijf. “Natuurlijk was ik boos. Na een paar minuten begon ik mijn knie te voelen. Ik probeerde een rondje te fietsen, dat lukte niet. De tranen liepen over mijn wangen. De drie dagen erna waren een rollercoaster. Het ene moment dacht ik: het gaat goed, ik kan rijden. Het andere moment: het is voorbij. Maar in onze sport zijn er zoveel dingen die je niet in de hand hebt, daar leer je mee omgaan. Als je valt in de eerste ronde moet je met schaafplekken gewoon starten in de tweede rit. Ik dacht: ik kan me hier heel druk om maken, maar ik kan er toch niks aan veranderen. Die knie is al kapot. Het vervelende was dat ik de rest van de dagen niet kon trainen. Maar ik vond dat ergens ook een uitdaging. Kon ik met een kwart van de tijd die mijn concurrenten aan trainingsdagen hadden, nog steeds meedoen om de prijzen? Van de dokter had ik een aardig recept met pijnstillers gekregen.” Eenmaal op de baan aangekomen, begon het te regenen. “Ik vond het wel grappig. De meeste BMX’ers hadden zich vijf jaar lang druk gemaakt om de hitte in Tokio. Ik had al die jaren nauwelijks tijd doorgebracht in een klimaatkamer, wilde er geen ding van maken. En toen regende het zelfs.” Vanwege de regen werden de wedstrijden uitgesteld, een gelukje voor Niek. “De pijnstilling viel verkeerd op mijn maag en ik had ontzettende kramp in mijn buik. Ik weet nog dat ik op de grond lag en hoorde dat ik nog 45 minuten had. Dat moet genoeg tijd zijn, dacht ik. Het was zeker in mijn voordeel dat de finale was uitgesteld. Die dag zat alles mee.” Jelle: “Ik was er minder blij mee. Ik zat in de NOS-studio als analist, moest daar om twee uur ’s nachts zijn, omdat de wedstrijden om drie uur ’s nachts zouden beginnen. Toen het was uitgesteld, dacht ik als eerste: nou, ik ben lekker voor niks opgestaan. Het was slopend, want ik had amper geslapen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Niek Kimmann en Jelle van Gorkom komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder was Dai Dai N’tab ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Niek Kimmann (25) en Jelle van Gorkom (30) hadden een gedeelde droom: olympisch BMX- goud in Tokio. De een slaagde daarin, en werd een paar weken later ook nog wereldkampioen. Aan de droom van de ander kwam in januari 2018 een wreed einde. De twee vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom zitten aan de keukentafel van Richard Kimmann, Nieks vader, in Dedemsvaart. Er ligt een koffer met kleren in de woonkamer. Het olympisch goud ligt er achteloos tussen. Niek houdt rust, na een even intense als succesvolle zomer op de BMX. Jelle is met heel andere dingen bezig. De oud-BMX’er, winnaar van olympisch zilver in 2016 in Rio, is nog altijd aan het revalideren van zijn ongeluk op de BMX-baan op Papendal, bijna vier jaar geleden, waarbij hij halfzijdig verlamd raakte en hersenschade opliep. Over zijn revalidatie schreef hij een boek: Accepteren en doorgaan. En hij werd gevolgd voor de gelijknamige documentaire. Terwijl we praten laat Jelle een filmpje zien dat van hem gemaakt is in de NOS-studio tijdens de olympische BMX-finale. Hij schreeuwt: ‘Come on, come on, blijven fietsen. Netjes, clean, dit kun je, netjes. Ja, hij zit goed. Dit wordt hem, dit wordt hem. Come on, come on. Go go, door, door. Jaaa. Supervet, supervet!’ Niek: 'Toen ik op die official was geklapt, zei mijn coach Liam: 'Misschien was dit wel goed voor je, anders was het een walk in the park'' Niek Kimmann: “Mooi om te zien, hè. Supervet dat iedereen meeleefde, en vooral dat Jelle dat zo deed.” Dieseltje Niek Kimmann blikt terug op hét moment uit zijn carrière, de olympische finaledag in Tokio. “De wedstrijden waren in de ochtend en ik ben geen ochtendmens. Ik ben een dieseltje, kom langzaam op gang. Om zes uur ging de wekker al. Normaal gesproken heb ik moeite met slapen voor een wedstrijd. Voor het WK in 2019 zag ik de zon opkomen en lag ik nog steeds wakker. Maar nu had ik zeven uur geslapen. In de douche was mijn hartslag al hoger dan normaal en ik besefte: als ik straks rond lunchtijd terug ben in het appartement, dan weten we wie er olympisch kampioen is. Tijdens het ontbijt zei mijn team- en kamergenoot Joris Harmsen: ‘Jij zit hier straks met een gouden medaille om je nek.’ Joris had een voorgevoel dat ik zou winnen.” Toch was dat niet vanzelfsprekend. Drie dagen voor de kwalificaties stak er tijdens een training een official voor zijn neus de baan over. Het gevolg: een harde knal en een gespleten knieschijf. “Natuurlijk was ik boos. Na een paar minuten begon ik mijn knie te voelen. Ik probeerde een rondje te fietsen, dat lukte niet. De tranen liepen over mijn wangen. De drie dagen erna waren een rollercoaster. Het ene moment dacht ik: het gaat goed, ik kan rijden. Het andere moment: het is voorbij. Maar in onze sport zijn er zoveel dingen die je niet in de hand hebt, daar leer je mee omgaan. Als je valt in de eerste ronde moet je met schaafplekken gewoon starten in de tweede rit. Ik dacht: ik kan me hier heel druk om maken, maar ik kan er toch niks aan veranderen. Die knie is al kapot. Het vervelende was dat ik de rest van de dagen niet kon trainen. Maar ik vond dat ergens ook een uitdaging. Kon ik met een kwart van de tijd die mijn concurrenten aan trainingsdagen hadden, nog steeds meedoen om de prijzen? Van de dokter had ik een aardig recept met pijnstillers gekregen.” Eenmaal op de baan aangekomen, begon het te regenen. “Ik vond het wel grappig. De meeste BMX’ers hadden zich vijf jaar lang druk gemaakt om de hitte in Tokio. Ik had al die jaren nauwelijks tijd doorgebracht in een klimaatkamer, wilde er geen ding van maken. En toen regende het zelfs.” Vanwege de regen werden de wedstrijden uitgesteld, een gelukje voor Niek. “De pijnstilling viel verkeerd op mijn maag en ik had ontzettende kramp in mijn buik. Ik weet nog dat ik op de grond lag en hoorde dat ik nog 45 minuten had. Dat moet genoeg tijd zijn, dacht ik. Het was zeker in mijn voordeel dat de finale was uitgesteld. Die dag zat alles mee.” Jelle: “Ik was er minder blij mee. Ik zat in de NOS-studio als analist, moest daar om twee uur ’s nachts zijn, omdat de wedstrijden om drie uur ’s nachts zouden beginnen. Toen het was uitgesteld, dacht ik als eerste: nou, ik ben lekker voor niks opgestaan. Het was slopend, want ik had amper geslapen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Niek Kimmann en Jelle van Gorkom komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder was Dai Dai N’tab ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.