Word abonnee
Meer

Roeien

De Kannibalen van de Dubbelvier

Ze werden ‘De Kannibalen van de Dubbelvier’ genoemd. Ze vraten alles en iedereen op. Finn Florijn (24), Lennart van Lierop (30), Koen Metsemakers (32) en Tone Wieten (30) grepen na de wereldtitel ook olympisch goud. Het was de aftrap van een ongekende serie Nederlandse roeisuccessen. “Misschien zitten we over vier jaar met z’n vieren weer in de dubbelvier in Los Angeles. Zeg nooit nooit.” Helden Magazine ging voor het dubbeldikke jubileumnummer langs op de Bosbaan voor een reünie. Mannen Dubbelvier “Wij hadden helemaal niet zo’n moeilijk raceplan: goed starten, vervolgens de snelheid vasthouden en dan versnellen in de laatste 500 meter,” zegt Tone Wieten over het strijdplan van de boot die afgelopen jaren veranderde in een onverslaanbaar monster. Niet voor niets werden ze ‘de Kannibalen van de Dubbelvier’ genoemd. Ook op de roeibaan in Vaires-sur-Marne, net buiten Parijs, werd het beproefde recept weer gebruikt. Maar de echte kracht zat hem misschien juist wel in het middenstuk van de twee kilometer lange race. De concurrentie, gegeseld door het tempo van de Nederlanders, voelde de krachten beetje bij beetje uit het lichaam sijpelen. Tone: “We hebben er afgelopen jaren keihard aan gewerkt om de snelheid vast te houden. In Parijs wisten we: we zijn de afgelopen drie jaar nooit fitter in de boot gestapt.” [caption id="attachment_20586" align="aligncenter" width="1875"] V.l.n.r. Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten.[/caption] Bij de start pakten Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten meteen een voorsprong. Halverwege probeerden de Italianen en Polen nog het gaatje te dichten, maar die aanval werd afgeslagen, waarna de Nederlanders centimeter voor centimeter uitliepen. Lennart: “Met nog vijfhonderd meter te gaan, was het gat met de Italianen een bootlengte. Even dacht ik: dit zou goed moeten komen. Maar meteen daarna zei ik tegen mezelf: doorgaan, we hebben nog niks.” Finn: “Ik had met mezelf afgesproken niet naar links of rechts te kijken. Ik had wel in m’n achterhoofd: de Italianen hebben een goede eindsprint, dus we moeten echt tot op de finish vol gas blijven geven. Pas op de streep keek ik om me heen en zag ik dat de Italianen en Polen niet eens zo ver achter ons zaten.” Lennart: “Dat we heel goed waren, is duidelijk. En dat het misschien nog een tikkeltje beter had gekund, heeft ook te maken met de druk vooraf en de grootsheid van die finale.” Lennart: 'Dat we heel goed waren, is duidelijk. En dat het misschien nog een tikkeltje beter had gekund, heeft ook te maken met de druk vooraf en de grootsheid van die finale' De dubbelvier pakte op woensdag 31 juli, op dag vijf van de Spelen, de eerste Nederlandse olympische titel in Parijs. De boot was ook nog eens de eerste in de Hollandse roeihistorie die de olympische titel wist te prolongeren. Lennart: “Er was nog geen goud gewonnen, wij waren de eerste Nederlandse boot in een olympische finale in Parijs en we werden bestempeld als topfavoriet. Tegen ons werd voor de finale ook iets gezegd als: jullie moeten het doen voor Nederland.” Koen: “Het deed mij niet zoveel dat wij de eerste gouden medaille voor Nederland wonnen. Zoals het me ook niet zoveel deed dat wij de eerste boot in de Nederlandse roeihistorie waren die een olympische titel wist te prolongeren. Ik roei niet voor de statistieken. Voor mij was de olympische finale de afsluiting van een schitterende reis die we met elkaar hebben afgelegd.” Finn: “Ik voelde vooral opluchting toen we gefinisht waren. Natuurlijk ook blijdschap. En vermoeidheid. Je bent zo kapot dat het lijkt of je denkvermogen wordt uitgeschakeld.” Tone pakte na olympisch brons met de acht in 2016 en goud in 2021 met de dubbelvier nu opnieuw goud. Daarnaast kan hij ook nog eens twee wereldtitels en twee Europese titels overleggen, wat hem de succesvolste Nederlandse roeier ooit maakt. Tone: “Bij mij kwamen de tranen na afloop. In Tokio voelde ik vooral opluchting toen we goud wonnen, maar in Parijs was het ontlading. Ik vond het zo vet dat het nog een keer was gelukt. Vooraf werd in een interview al gezegd dat ik Nico Rienks af kon lossen als succesvolste Nederlandse roeier, maar daar heb ik verder nooit bij stilgestaan. Wat het me nu doet? Individueel ben ik niet de beste roeier van allemaal, maar ik heb het geluk dat ik telkens een heel mooi team om me heen heb gehad.” Privilege Koen en Tone mochten in 2021 ook al feestvieren in Tokio, destijds met Dirk Uittenbogaard en Abe Wiersma aan hun zijde. Koen: “Natuurlijk is het heel speciaal om dit met Tone mee te maken. We zitten nu vijf jaar met elkaar in een boot, best bijzonder om zo lang bij elkaar in een team te zitten. De medailles zijn allebei uniek. Het traject naar Tokio was heel anders dan die naar Parijs.” Tone: “Ik had het er heel moeilijk mee dat de Spelen in Tokio door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld. Ik liep al rond met een rugblessure en moest ineens nog een jaar langer keihard blijven trainen. Mentaal was dat heel zwaar. Ik wilde eigenlijk niet dat jaar extra door, maar tegelijkertijd wist ik: we zijn in 2019 wereldkampioen geworden, zijn favoriet voor goud in Tokio. Dat wilde ik niet missen. Ik dacht de hele tijd daardoor: na Tokio is het klaar, dan heb ik mijn grote doel bereikt en is het mooi geweest.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met de gouden roeiers van de dubbelvier is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden. Ze vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Ze werden ‘De Kannibalen van de Dubbelvier’ genoemd. Ze vraten alles en iedereen op. Finn Florijn (24), Lennart van Lierop (30), Koen Metsemakers (32) en Tone Wieten (30) grepen na de wereldtitel ook olympisch goud. Het was de aftrap van een ongekende serie Nederlandse roeisuccessen. “Misschien zitten we over vier jaar met z’n vieren weer in de dubbelvier in Los Angeles. Zeg nooit nooit.” Helden Magazine ging voor het dubbeldikke jubileumnummer langs op de Bosbaan voor een reünie. Mannen Dubbelvier “Wij hadden helemaal niet zo’n moeilijk raceplan: goed starten, vervolgens de snelheid vasthouden en dan versnellen in de laatste 500 meter,” zegt Tone Wieten over het strijdplan van de boot die afgelopen jaren veranderde in een onverslaanbaar monster. Niet voor niets werden ze ‘de Kannibalen van de Dubbelvier’ genoemd. Ook op de roeibaan in Vaires-sur-Marne, net buiten Parijs, werd het beproefde recept weer gebruikt. Maar de echte kracht zat hem misschien juist wel in het middenstuk van de twee kilometer lange race. De concurrentie, gegeseld door het tempo van de Nederlanders, voelde de krachten beetje bij beetje uit het lichaam sijpelen. Tone: “We hebben er afgelopen jaren keihard aan gewerkt om de snelheid vast te houden. In Parijs wisten we: we zijn de afgelopen drie jaar nooit fitter in de boot gestapt.” [caption id="attachment_20586" align="aligncenter" width="1875"] V.l.n.r. Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten.[/caption] Bij de start pakten Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten meteen een voorsprong. Halverwege probeerden de Italianen en Polen nog het gaatje te dichten, maar die aanval werd afgeslagen, waarna de Nederlanders centimeter voor centimeter uitliepen. Lennart: “Met nog vijfhonderd meter te gaan, was het gat met de Italianen een bootlengte. Even dacht ik: dit zou goed moeten komen. Maar meteen daarna zei ik tegen mezelf: doorgaan, we hebben nog niks.” Finn: “Ik had met mezelf afgesproken niet naar links of rechts te kijken. Ik had wel in m’n achterhoofd: de Italianen hebben een goede eindsprint, dus we moeten echt tot op de finish vol gas blijven geven. Pas op de streep keek ik om me heen en zag ik dat de Italianen en Polen niet eens zo ver achter ons zaten.” Lennart: “Dat we heel goed waren, is duidelijk. En dat het misschien nog een tikkeltje beter had gekund, heeft ook te maken met de druk vooraf en de grootsheid van die finale.” Lennart: 'Dat we heel goed waren, is duidelijk. En dat het misschien nog een tikkeltje beter had gekund, heeft ook te maken met de druk vooraf en de grootsheid van die finale' De dubbelvier pakte op woensdag 31 juli, op dag vijf van de Spelen, de eerste Nederlandse olympische titel in Parijs. De boot was ook nog eens de eerste in de Hollandse roeihistorie die de olympische titel wist te prolongeren. Lennart: “Er was nog geen goud gewonnen, wij waren de eerste Nederlandse boot in een olympische finale in Parijs en we werden bestempeld als topfavoriet. Tegen ons werd voor de finale ook iets gezegd als: jullie moeten het doen voor Nederland.” Koen: “Het deed mij niet zoveel dat wij de eerste gouden medaille voor Nederland wonnen. Zoals het me ook niet zoveel deed dat wij de eerste boot in de Nederlandse roeihistorie waren die een olympische titel wist te prolongeren. Ik roei niet voor de statistieken. Voor mij was de olympische finale de afsluiting van een schitterende reis die we met elkaar hebben afgelegd.” Finn: “Ik voelde vooral opluchting toen we gefinisht waren. Natuurlijk ook blijdschap. En vermoeidheid. Je bent zo kapot dat het lijkt of je denkvermogen wordt uitgeschakeld.” Tone pakte na olympisch brons met de acht in 2016 en goud in 2021 met de dubbelvier nu opnieuw goud. Daarnaast kan hij ook nog eens twee wereldtitels en twee Europese titels overleggen, wat hem de succesvolste Nederlandse roeier ooit maakt. Tone: “Bij mij kwamen de tranen na afloop. In Tokio voelde ik vooral opluchting toen we goud wonnen, maar in Parijs was het ontlading. Ik vond het zo vet dat het nog een keer was gelukt. Vooraf werd in een interview al gezegd dat ik Nico Rienks af kon lossen als succesvolste Nederlandse roeier, maar daar heb ik verder nooit bij stilgestaan. Wat het me nu doet? Individueel ben ik niet de beste roeier van allemaal, maar ik heb het geluk dat ik telkens een heel mooi team om me heen heb gehad.” Privilege Koen en Tone mochten in 2021 ook al feestvieren in Tokio, destijds met Dirk Uittenbogaard en Abe Wiersma aan hun zijde. Koen: “Natuurlijk is het heel speciaal om dit met Tone mee te maken. We zitten nu vijf jaar met elkaar in een boot, best bijzonder om zo lang bij elkaar in een team te zitten. De medailles zijn allebei uniek. Het traject naar Tokio was heel anders dan die naar Parijs.” Tone: “Ik had het er heel moeilijk mee dat de Spelen in Tokio door de coronapandemie een jaar werden uitgesteld. Ik liep al rond met een rugblessure en moest ineens nog een jaar langer keihard blijven trainen. Mentaal was dat heel zwaar. Ik wilde eigenlijk niet dat jaar extra door, maar tegelijkertijd wist ik: we zijn in 2019 wereldkampioen geworden, zijn favoriet voor goud in Tokio. Dat wilde ik niet missen. Ik dacht de hele tijd daardoor: na Tokio is het klaar, dan heb ik mijn grote doel bereikt en is het mooi geweest.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met de gouden roeiers van de dubbelvier is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden. Ze vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

BMX

Niek Kimmann: ‘Ik ben bezig met een grote ontdekkingsreis’

Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Niek Kimmann Olympisch goud, wereldtitels; Niek Kimmann won alles wat er te winnen valt als BMX’er. Na de Spelen in Tokio had hij het moeilijk en kreeg hij te maken met een postolympische dip. Maar in aanloop naar Parijs staat hij er weer. Een monoloog in Helden Magazine nummer 72 over goud, vallen en weer opstaan met de aanstaande vader. “Ik ben na de Spelen in Tokio zoekende geweest. Ik begon op mijn zevende met fietsen, was twaalf toen BMX’en een olympische sport werd. Van jongs af aan waren de Spelen mijn grote doel, daar wilde ik op een dag heen. Ik werd op mijn achttiende wereldkampioen bij de junioren en een jaar later, in 2015, ook meteen bij de senioren. Het bleef maar goed gaan. Als ik het ene doel had bereikt, ging ik door naar het volgende. Ik was ook nooit tevreden. Als ik een nationale wedstrijd won, dacht ik: leuk, maar dit is geen Europese wedstrijd. Als ik een Europese wedstrijd won, zei ik tegen mezelf: dit is geen WK. En toen ik wereldkampioen werd, redeneerde ik: mooi, maar dit zijn niet de Spelen. In mijn hoofd zat ook steeds: als ik op de Spelen geen medaille pak, dan voelt dat als falen. Ik was daar al die jaren heel extreem in. Voortdurend waren de Spelen die heel heldere stip op de horizon. Als je ergens al meer dan de helft van je leven naartoe hebt geleefd en je bereikt meteen het allerhoogste, dan is dat heel erg mooi. Olympisch kampioen, beter wordt het niet als sportman. Meteen daarna werd ik ook nog eens wereldkampioen in eigen land. Zo bizar. En toen had ik dus alles bereikt waarvan ik had gedroomd. Voor het eerst was ik tevreden. Heel comfortabel als je dat kunt zijn over jezelf, maar al snel was het heel oncomfortabel om me zo comfortabel te voelen. Omdat ik nooit dat gevoel had gehad. Al snel kwam die ene vraag omhoog: welke kant wil ik nu op, wat ga ik doen? Tot en met de Spelen was het pad dat ik moest bewandelen heel duidelijk en ineens was er geen pad meer. Ik kreeg te maken met een postolympische dip. Maar doordat er door het uitstellen van de Spelen in Tokio slechts drie jaar zat tot Parijs besloot ik maar gewoon door te gaan. Ik kon erop wachten dat het misging, dat gebeurde in 2022. Ik ben in het jaar na de Spelen naar Amerika gegaan om de USABMX Nationals, een serie wedstrijden daar, te rijden. In Europa kende ik alle banen op mijn duimpje en daar was bijna alles nieuw voor me. Op die manier probeerde ik nieuwe prikkels te krijgen. Ik had in 2021 alles gewonnen wat er te winnen viel, dan sluipt in je hoofd: elk doel wat ik stel, haal ik. Ik had de standaard voor mezelf in 2021 zo hoog gelegd en ergens bekroop me toen de angst dat er een moment zou komen dat ik mijn doelen niet zou halen en dat mijn illusie naar de klote zou gaan. Achteraf was ik in 2022 bang om een hard doel te stellen, ik deed eigenlijk van alles wat. Want dan had ik voor mezelf ook een excuus als ik mijn doelen niet haalde. Dat kon ik tegen mezelf zeggen: ja, maar ik ging er ook niet vol voor. Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden? Topsport is: geen excuses. En ik was juist op zoek naar excuses. Dat had ik nooit gehad. Maar het ontstond doordat ik tot en met de Spelen de lat zo vreselijk hoog voor mezelf had gelegd. Ik zei op een gegeven moment tegen mezelf: je moet een doel stellen, daar vol voor gaan en als je het dan niet haalt, is het ook goed. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik was mezelf aan het saboteren. Op een gegeven moment dacht ik: wie probeer je nou eigenlijk voor de gek te houden?' Ik was in 2022 ineens helemaal klaar met BMX’en, heb drie maanden lang mijn fiets niet aangeraakt. In die periode ben ik heel veel boeken gaan lezen, autobiografieën van sporters om erachter te komen hoe zij met zulke situaties zijn omgegaan. Ik vond het ook interessant om Tom Dumoulin in die periode te volgen. Hij had de Giro gewonnen, was wereldkampioen tijdrijden geworden, werd tweede in de Tour en op de Spelen en was op het moment dat ik zoekende was ook zoekende. Ik merkte ook dat de meeste sporters die zoekende waren drie jaar later gestopt waren met topsport. Dat gaf me niet veel vertrouwen. Ik realiseerde me dat het vooral belangrijk was dat ik mijn eigen weg zou zoeken. Ik heb in die periode ook met een sportpsycholoog gesproken en veel met mijn ouders gekletst.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Niek Kimmann komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Roeien

Bente en Ilse Paulis – Roeizussen

Ilse en Bente Paulis Ilse (30, links) en Bente Paulis (27) hebben behoorlijk wat prestaties achter hun naam staan. Na de Spelen van Tokio koos Ilse, met olympisch goud en brons op zak, voor een leven als arts, trad in het huwelijk en deed mee aan Expeditie Robinson. Bente won in die tijd twee keer WK-zilver en maakt zich nu op voor haar eerste Spelen in de vrouwen dubbelvier. Wij nodigden de roeizussen voor Helden Magazine nummer 72 uit voor een shoot langs de Bosbaan. “Hé, zie ik nou een grijze haar bij jou?” zegt Bente Paulis lachend tegen haar drieënhalf jaar oudere zus Ilse tijdens de shoot. Ilse, lachend: “Ja, ik word oud, dat hoort bij mijn burgerlijke bestaan.” Ze vertelt: “Ik woon in Baarn, werk als arts, ben getrouwd en heb een hond. Veel burgerlijker wordt het niet, hoor.” Bente: “Baarn is inmiddels ook een beetje mijn thuis geworden.” Ilse knikt: “Wij hebben een heel goede band.” Bente: “En die wordt steeds sterker naarmate we ouder worden. Toen we nog wat kleiner waren, zaten we allebei in een andere fase. Toen jij in Amsterdam bent gaan wonen en ik daarna, werden we steeds hechter. Ik kwam steeds vaker over de vloer bij jou. Onze ouders woonden in Drenthe, dus was het heel fijn dat er iemand lekker dichtbij woonde, waar ik kon eten of een kop thee kon drinken.” Ilse: “We hebben nog een jonger zusje, Femke, zij roeit ook en studeert eveneens in Amsterdam. We hebben alle drie heel ambitieuze programma’s met werk, studie en sport, maar zodra we in de gelegenheid zijn, zoeken we elkaar op. Juist omdat we zo druk zijn, proberen we tijd voor elkaar vrij te maken.” Bente: “We hebben dezelfde interesses en we zijn alle drie competitief en sportief. Maar we zijn ook verschillend. Jij wil echt altijd alles winnen; als eerste omgekleed zijn, als eerste ergens zijn. Dat heb ik iets minder. In mijn sport ben ik heel competitief, maar jij bent net iets perfectionistischer dan ik.” Ilse: “Jij bent weer wat gevoeliger. Dat is ook jouw kracht. Ik kan in mijn perfectionisme soms weinig oog hebben voor anderen. Jij hebt meer die sociale radar.” Sportgenen Ilse en Bente zijn geboren in Leiderdorp, maar groeiden op in Dalen in Drenthe. Bente: “Ik was zes toen we verhuisden. Papa had een baan in Emmen gekregen. We roeiden in Overijssel, bij roeivereniging Salland.” Ilse: “Sport was een belangrijk thema in ons gezin. Ik heb op korfbal, basketbal, atletiek en tennis gezeten. Maar balsporten waren niet aan mij besteed. Jij en Femke hebben nog fanatiek gehockeyd. Door onze vader zijn we gaan roeien. Ik werd een keer meegenomen en in een boot gezet. Hij was een fanatieke sporter, van hem hebben wij wel de sportgenen meegekregen. Dat moet wel, want als alle drie jouw dochters op hoog niveau roeien, dan zal het genetisch ook wel kloppen. De eerste keer dat ik in een boot zat, was ik tien. Het virus is daarna overgeslagen op jou en Femke.” Bente: “Het fanatisme kwam van onze moeder. Zij heeft ons altijd gesteund, vond de sport ook heel mooi.” Ilse: “Roeien vond ik meteen leuk. Ik had een goed gevoel bij die boot, en als je als kind ergens goed in bent, dan is het ook al gauw leuk. Het begon met een beetje lol maken met vriendjes in die boot. Toen deed ik wat wedstrijdjes en zo rolde ik erin.” Bente: “Ik dacht: laat ik het ook maar eens proberen. Het begon op een woensdagmiddag. Daarna begon ik ook met regionale wedstrijden. Dat ging goed en ik wilde meer, blijven winnen. Maar ik was ook fanatiek met hockey. Een tijdje heb ik dat gecombineerd. Dan moest ik me in de auto omkleden na het roeien om meteen door te gaan naar het hockeyveld. Dat ging op een gegeven moment niet meer. Maar als jij niet was gaan roeien, had ik het misschien ook wel niet gedaan. Het is leuk dat we dezelfde sport deden, we konden het er ook goed over hebben met elkaar.” Ilse: “Het hielp mee dat we zoveel in leeftijd verschillen. We zijn nooit concurrenten van elkaar geweest.” Bente, lachend: “Voor de onderlinge sfeer hielp dat zeker.” Ze roeiden niet alleen beiden, ze kozen ook voor een studie geneeskunde. Bente: “Ik deed eerst een jaar biomedische wetenschappen, maar daarna ben ik geneeskunde gaan doen.” Ilse: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik voor jullie de weg moest uitstippelen, vond het juist altijd belangrijk dat jullie zelf kozen. Dat kan dan in dezelfde richting zijn. Ik had ook nooit bedacht dat ik topsporter wilde worden, maar een paar jaar later was ik het ineens.” Bente: “Als junior vielen wij alle drie al op. We zijn ook alle drie naar WK’s voor junioren geweest. Femke is na haar middelbareschooltijd gaan studeren en roeien in Amerika, Ilse en ik zijn naar Amsterdam gegaan en lid geworden van Nereus. We hebben ons alle drie op ons eigen manier ontwikkeld. Jij kwam in de lichtgewicht dubbeltwee terecht, ik in de dubbelvier.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het dubbelinterview met Ilse en Bente Paulis komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Ilse en Bente Paulis Ilse (30, links) en Bente Paulis (27) hebben behoorlijk wat prestaties achter hun naam staan. Na de Spelen van Tokio koos Ilse, met olympisch goud en brons op zak, voor een leven als arts, trad in het huwelijk en deed mee aan Expeditie Robinson. Bente won in die tijd twee keer WK-zilver en maakt zich nu op voor haar eerste Spelen in de vrouwen dubbelvier. Wij nodigden de roeizussen voor Helden Magazine nummer 72 uit voor een shoot langs de Bosbaan. “Hé, zie ik nou een grijze haar bij jou?” zegt Bente Paulis lachend tegen haar drieënhalf jaar oudere zus Ilse tijdens de shoot. Ilse, lachend: “Ja, ik word oud, dat hoort bij mijn burgerlijke bestaan.” Ze vertelt: “Ik woon in Baarn, werk als arts, ben getrouwd en heb een hond. Veel burgerlijker wordt het niet, hoor.” Bente: “Baarn is inmiddels ook een beetje mijn thuis geworden.” Ilse knikt: “Wij hebben een heel goede band.” Bente: “En die wordt steeds sterker naarmate we ouder worden. Toen we nog wat kleiner waren, zaten we allebei in een andere fase. Toen jij in Amsterdam bent gaan wonen en ik daarna, werden we steeds hechter. Ik kwam steeds vaker over de vloer bij jou. Onze ouders woonden in Drenthe, dus was het heel fijn dat er iemand lekker dichtbij woonde, waar ik kon eten of een kop thee kon drinken.” Ilse: “We hebben nog een jonger zusje, Femke, zij roeit ook en studeert eveneens in Amsterdam. We hebben alle drie heel ambitieuze programma’s met werk, studie en sport, maar zodra we in de gelegenheid zijn, zoeken we elkaar op. Juist omdat we zo druk zijn, proberen we tijd voor elkaar vrij te maken.” Bente: “We hebben dezelfde interesses en we zijn alle drie competitief en sportief. Maar we zijn ook verschillend. Jij wil echt altijd alles winnen; als eerste omgekleed zijn, als eerste ergens zijn. Dat heb ik iets minder. In mijn sport ben ik heel competitief, maar jij bent net iets perfectionistischer dan ik.” Ilse: “Jij bent weer wat gevoeliger. Dat is ook jouw kracht. Ik kan in mijn perfectionisme soms weinig oog hebben voor anderen. Jij hebt meer die sociale radar.” Sportgenen Ilse en Bente zijn geboren in Leiderdorp, maar groeiden op in Dalen in Drenthe. Bente: “Ik was zes toen we verhuisden. Papa had een baan in Emmen gekregen. We roeiden in Overijssel, bij roeivereniging Salland.” Ilse: “Sport was een belangrijk thema in ons gezin. Ik heb op korfbal, basketbal, atletiek en tennis gezeten. Maar balsporten waren niet aan mij besteed. Jij en Femke hebben nog fanatiek gehockeyd. Door onze vader zijn we gaan roeien. Ik werd een keer meegenomen en in een boot gezet. Hij was een fanatieke sporter, van hem hebben wij wel de sportgenen meegekregen. Dat moet wel, want als alle drie jouw dochters op hoog niveau roeien, dan zal het genetisch ook wel kloppen. De eerste keer dat ik in een boot zat, was ik tien. Het virus is daarna overgeslagen op jou en Femke.” Bente: “Het fanatisme kwam van onze moeder. Zij heeft ons altijd gesteund, vond de sport ook heel mooi.” Ilse: “Roeien vond ik meteen leuk. Ik had een goed gevoel bij die boot, en als je als kind ergens goed in bent, dan is het ook al gauw leuk. Het begon met een beetje lol maken met vriendjes in die boot. Toen deed ik wat wedstrijdjes en zo rolde ik erin.” Bente: “Ik dacht: laat ik het ook maar eens proberen. Het begon op een woensdagmiddag. Daarna begon ik ook met regionale wedstrijden. Dat ging goed en ik wilde meer, blijven winnen. Maar ik was ook fanatiek met hockey. Een tijdje heb ik dat gecombineerd. Dan moest ik me in de auto omkleden na het roeien om meteen door te gaan naar het hockeyveld. Dat ging op een gegeven moment niet meer. Maar als jij niet was gaan roeien, had ik het misschien ook wel niet gedaan. Het is leuk dat we dezelfde sport deden, we konden het er ook goed over hebben met elkaar.” Ilse: “Het hielp mee dat we zoveel in leeftijd verschillen. We zijn nooit concurrenten van elkaar geweest.” Bente, lachend: “Voor de onderlinge sfeer hielp dat zeker.” Ze roeiden niet alleen beiden, ze kozen ook voor een studie geneeskunde. Bente: “Ik deed eerst een jaar biomedische wetenschappen, maar daarna ben ik geneeskunde gaan doen.” Ilse: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik voor jullie de weg moest uitstippelen, vond het juist altijd belangrijk dat jullie zelf kozen. Dat kan dan in dezelfde richting zijn. Ik had ook nooit bedacht dat ik topsporter wilde worden, maar een paar jaar later was ik het ineens.” Bente: “Als junior vielen wij alle drie al op. We zijn ook alle drie naar WK’s voor junioren geweest. Femke is na haar middelbareschooltijd gaan studeren en roeien in Amerika, Ilse en ik zijn naar Amsterdam gegaan en lid geworden van Nereus. We hebben ons alle drie op ons eigen manier ontwikkeld. Jij kwam in de lichtgewicht dubbeltwee terecht, ik in de dubbelvier.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het dubbelinterview met Ilse en Bente Paulis komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Roeien

Karolien en Finn Florijn: ‘Wij hebben een goed pakketje genen’

Voorheen stonden Karolien (25) en Finn Florijn (23) bekend als dochter en zoon van Ronald Florijn, tweevoudig olympisch kampioen roeien. Tegenwoordig is het andersom. Deze zomer werden ze allebei wereldkampioen. Karolien prolongeerde haar wereldtitel in de skiff, Finn won goud in de mannen dubbelvier. “Het is ook bijzonder dat wij de familielijn voortzetten.” Tijdens de fotoshoot met Karolien en Finn Florijn op de Bosbaan in Amstelveen komt vader Ronald aangefietst op een e-bike vanuit zijn woonplaats Leiden. Ronald Florijn is tweevoudig olympisch kampioen. In 1988 won hij in Seoul goud in de dubbeltwee, in 1996 werd hij olympisch kampioen in Atlanta met de Holland Acht. Inmiddels is hij bondscoach van het coastal rowing, roeien op zee, dat een olympische discipline wordt op de Spelen van Los Angeles in 2028. Terwijl ze wordt gefotografeerd steekt Karolien even haar hand naar haar vader op. Finn loopt naar hem toe en geeft hem een klopje op de schouder. Wekelijks zien Karolien en Finn hun vader op de roeibaan, maar echt op de hoogte van elkaars dagelijkse bezigheden zijn ze niet. Finn: “Onze vader is niet betrokken bij ons team, bemoeit zich nergens mee. Hij is ook geen klankbord voor ons, of zo. Ik denk dat Karolien en ik eerder steun bij elkaar zoeken.”   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Karolien en Finn Florijn komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Voorheen stonden Karolien (25) en Finn Florijn (23) bekend als dochter en zoon van Ronald Florijn, tweevoudig olympisch kampioen roeien. Tegenwoordig is het andersom. Deze zomer werden ze allebei wereldkampioen. Karolien prolongeerde haar wereldtitel in de skiff, Finn won goud in de mannen dubbelvier. “Het is ook bijzonder dat wij de familielijn voortzetten.” Tijdens de fotoshoot met Karolien en Finn Florijn op de Bosbaan in Amstelveen komt vader Ronald aangefietst op een e-bike vanuit zijn woonplaats Leiden. Ronald Florijn is tweevoudig olympisch kampioen. In 1988 won hij in Seoul goud in de dubbeltwee, in 1996 werd hij olympisch kampioen in Atlanta met de Holland Acht. Inmiddels is hij bondscoach van het coastal rowing, roeien op zee, dat een olympische discipline wordt op de Spelen van Los Angeles in 2028. Terwijl ze wordt gefotografeerd steekt Karolien even haar hand naar haar vader op. Finn loopt naar hem toe en geeft hem een klopje op de schouder. Wekelijks zien Karolien en Finn hun vader op de roeibaan, maar echt op de hoogte van elkaars dagelijkse bezigheden zijn ze niet. Finn: “Onze vader is niet betrokken bij ons team, bemoeit zich nergens mee. Hij is ook geen klankbord voor ons, of zo. Ik denk dat Karolien en ik eerder steun bij elkaar zoeken.”   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Karolien en Finn Florijn komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

BMX

Heldenpraat: Merel Smulders

BMX’en zit bij de familie Smulders in het bloed. In de schaduw van haar drie jaar oudere zus Laura ontwikkelde ook Merel zich tot een van de beste BMX’ers ter wereld. In 2018 was het helemaal feest in huize Smulders: Laura won goud en Merel zilver bij de WK. Bij de Spelen in Tokio hield Merel de familie-eer hoog door olympisch brons te pakken. Wat gaat ze doen op de Spelen in Parijs? Mijn favoriete tv-programma is... “Ik kijk geen live televisie. Series kijk ik wel. Mijn favoriete serie is The Empress, die gaat over de Hongaarse koningin Sisi. Vroeger had mijn oma de Sisi-films op dvd, daardoor ben ik het gaan kijken.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Naar Lapland gaan. Ik vind het Noorderlicht en de sneeuw echt prachtig.” Ik zou graag een dagje ruilen met... “Ruth Bader Ginsburg. Zij was een vrouwelijke rechter bij het hooggerechtshof van Amerika. Zij is mijn voorbeeld op het gebied van rechten. Onlangs is haar levensverhaal verfilmd, die film heet On the Basis of Sex. Nadat ik de opleiding marketing en communicatie had afgerond, twijfelde ik of ik ook nog een studie rechten wilde gaan volgen. Toen ik die film had gezien, wist ik zeker dat ik het moest gaan doen.” Mijn boekentip voor deze zomer... “Voor boekentips kun je mij bellen. Als je voor een roman wil gaan, dan raad ik Colleen Hoover aan. Verder vind ik dat iedereen een keer Het boek van vreugde van Desmond Tutu en de Dalai Lama moet lezen. En voor een boek ter motivatie raad ik het tweede boek van David Goggins aan: Never Finished: Unshackle your mind and win the war within.” Mijn favoriete vakantiebestemming is... “De mooiste landen waar ik ben geweest zijn Nieuw-Zeeland en Australië. De sfeer, de mensen, het weer; het is daar zo fijn en relaxed.” Mijn favoriete zomergerecht is... “Couscoussalade. Je kunt daar van alles doorheen doen. In de zomer vind ik dat heerlijk. Het is ook nog eens eenvoudig te maken en ideaal als mealprep.” Mijn celebrity-crush is... “Vroeger was dat altijd acteur Ryan Reynolds. Ik vond hem zo grappig. Nu is het Felix Mallard, die jongen uit de serie Ginny en Georgia.” Mijn grootste blunder is... “We waren een keer dat spelletje aan het doen waar je een kaartje met een naam op je voor- hoofd krijgt. Je moet dan door het stellen van vragen erachter komen wie er op dat kaartje staat. Laat ik nou net erg slecht zijn in namen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik wist wie ik was en riep heel overtuigd: o, ik ben die zwemmer, Sven Kramer! Dat krijg ik tot op de dag van vandaag te horen.” Mijn duurste aankoop is... “Mijn camera. Het lijkt me leuk om ooit shots te maken op de bruiloft van een vriendin.” Het moment dat ik graag zou herbeleven, is... “De Spelen in Tokio. Ik denk dat ik er nu iets anders mee om zou gaan. Laura crashte in de halve finale, dat overschaduwde na afloop mijn finale en daardoor was ik wat ingetogener nadat ik brons won. Nu zou ik er meer van kunnen genieten, in plaats van mezelf slecht te voelen voor Laura.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als mens wil ik herinnerd worden als optimistisch en behulpzaam. Als sporter wil ik herinnerd worden als iemand die altijd opstond wanneer ze viel, die er altijd voor bleef vechten, ook al zat het niet altijd mee.” Helden Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
BMX’en zit bij de familie Smulders in het bloed. In de schaduw van haar drie jaar oudere zus Laura ontwikkelde ook Merel zich tot een van de beste BMX’ers ter wereld. In 2018 was het helemaal feest in huize Smulders: Laura won goud en Merel zilver bij de WK. Bij de Spelen in Tokio hield Merel de familie-eer hoog door olympisch brons te pakken. Wat gaat ze doen op de Spelen in Parijs? Mijn favoriete tv-programma is... “Ik kijk geen live televisie. Series kijk ik wel. Mijn favoriete serie is The Empress, die gaat over de Hongaarse koningin Sisi. Vroeger had mijn oma de Sisi-films op dvd, daardoor ben ik het gaan kijken.” Dit staat er bovenaan mijn bucketlist... “Naar Lapland gaan. Ik vind het Noorderlicht en de sneeuw echt prachtig.” Ik zou graag een dagje ruilen met... “Ruth Bader Ginsburg. Zij was een vrouwelijke rechter bij het hooggerechtshof van Amerika. Zij is mijn voorbeeld op het gebied van rechten. Onlangs is haar levensverhaal verfilmd, die film heet On the Basis of Sex. Nadat ik de opleiding marketing en communicatie had afgerond, twijfelde ik of ik ook nog een studie rechten wilde gaan volgen. Toen ik die film had gezien, wist ik zeker dat ik het moest gaan doen.” Mijn boekentip voor deze zomer... “Voor boekentips kun je mij bellen. Als je voor een roman wil gaan, dan raad ik Colleen Hoover aan. Verder vind ik dat iedereen een keer Het boek van vreugde van Desmond Tutu en de Dalai Lama moet lezen. En voor een boek ter motivatie raad ik het tweede boek van David Goggins aan: Never Finished: Unshackle your mind and win the war within.” Mijn favoriete vakantiebestemming is... “De mooiste landen waar ik ben geweest zijn Nieuw-Zeeland en Australië. De sfeer, de mensen, het weer; het is daar zo fijn en relaxed.” Mijn favoriete zomergerecht is... “Couscoussalade. Je kunt daar van alles doorheen doen. In de zomer vind ik dat heerlijk. Het is ook nog eens eenvoudig te maken en ideaal als mealprep.” Mijn celebrity-crush is... “Vroeger was dat altijd acteur Ryan Reynolds. Ik vond hem zo grappig. Nu is het Felix Mallard, die jongen uit de serie Ginny en Georgia.” Mijn grootste blunder is... “We waren een keer dat spelletje aan het doen waar je een kaartje met een naam op je voor- hoofd krijgt. Je moet dan door het stellen van vragen erachter komen wie er op dat kaartje staat. Laat ik nou net erg slecht zijn in namen. Ik dacht op een gegeven moment dat ik wist wie ik was en riep heel overtuigd: o, ik ben die zwemmer, Sven Kramer! Dat krijg ik tot op de dag van vandaag te horen.” Mijn duurste aankoop is... “Mijn camera. Het lijkt me leuk om ooit shots te maken op de bruiloft van een vriendin.” Het moment dat ik graag zou herbeleven, is... “De Spelen in Tokio. Ik denk dat ik er nu iets anders mee om zou gaan. Laura crashte in de halve finale, dat overschaduwde na afloop mijn finale en daardoor was ik wat ingetogener nadat ik brons won. Nu zou ik er meer van kunnen genieten, in plaats van mezelf slecht te voelen voor Laura.” Hoe ik graag herinnerd wil worden, is... “Als mens wil ik herinnerd worden als optimistisch en behulpzaam. Als sporter wil ik herinnerd worden als iemand die altijd opstond wanneer ze viel, die er altijd voor bleef vechten, ook al zat het niet altijd mee.” Helden Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

BMX

Jelle van Gorkom: ‘Ik had niemand liever zien winnen dan Niek Kimmann’

Niek Kimmann (25) en Jelle van Gorkom (30) hadden een gedeelde droom: olympisch BMX- goud in Tokio. De een slaagde daarin, en werd een paar weken later ook nog wereldkampioen. Aan de droom van de ander kwam in januari 2018 een wreed einde. De twee vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom zitten aan de keukentafel van Richard Kimmann, Nieks vader, in Dedemsvaart. Er ligt een koffer met kleren in de woonkamer. Het olympisch goud ligt er achteloos tussen. Niek houdt rust, na een even intense als succesvolle zomer op de BMX. Jelle is met heel andere dingen bezig. De oud-BMX’er, winnaar van olympisch zilver in 2016 in Rio, is nog altijd aan het revalideren van zijn ongeluk op de BMX-baan op Papendal, bijna vier jaar geleden, waarbij hij halfzijdig verlamd raakte en hersenschade opliep. Over zijn revalidatie schreef hij een boek: Accepteren en doorgaan. En hij werd gevolgd voor de gelijknamige documentaire. Terwijl we praten laat Jelle een filmpje zien dat van hem gemaakt is in de NOS-studio tijdens de olympische BMX-finale. Hij schreeuwt: ‘Come on, come on, blijven fietsen. Netjes, clean, dit kun je, netjes. Ja, hij zit goed. Dit wordt hem, dit wordt hem. Come on, come on. Go go, door, door. Jaaa. Supervet, supervet!’ Niek: 'Toen ik op die official was geklapt, zei mijn coach Liam: 'Misschien was dit wel goed voor je, anders was het een walk in the park'' Niek Kimmann: “Mooi om te zien, hè. Supervet dat iedereen meeleefde, en vooral dat Jelle dat zo deed.” Dieseltje Niek Kimmann blikt terug op hét moment uit zijn carrière, de olympische finaledag in Tokio. “De wedstrijden waren in de ochtend en ik ben geen ochtendmens. Ik ben een dieseltje, kom langzaam op gang. Om zes uur ging de wekker al. Normaal gesproken heb ik moeite met slapen voor een wedstrijd. Voor het WK in 2019 zag ik de zon opkomen en lag ik nog steeds wakker. Maar nu had ik zeven uur geslapen. In de douche was mijn hartslag al hoger dan normaal en ik besefte: als ik straks rond lunchtijd terug ben in het appartement, dan weten we wie er olympisch kampioen is. Tijdens het ontbijt zei mijn team- en kamergenoot Joris Harmsen: ‘Jij zit hier straks met een gouden medaille om je nek.’ Joris had een voorgevoel dat ik zou winnen.” Toch was dat niet vanzelfsprekend. Drie dagen voor de kwalificaties stak er tijdens een training een official voor zijn neus de baan over. Het gevolg: een harde knal en een gespleten knieschijf. “Natuurlijk was ik boos. Na een paar minuten begon ik mijn knie te voelen. Ik probeerde een rondje te fietsen, dat lukte niet. De tranen liepen over mijn wangen. De drie dagen erna waren een rollercoaster. Het ene moment dacht ik: het gaat goed, ik kan rijden. Het andere moment: het is voorbij. Maar in onze sport zijn er zoveel dingen die je niet in de hand hebt, daar leer je mee omgaan. Als je valt in de eerste ronde moet je met schaafplekken gewoon starten in de tweede rit. Ik dacht: ik kan me hier heel druk om maken, maar ik kan er toch niks aan veranderen. Die knie is al kapot. Het vervelende was dat ik de rest van de dagen niet kon trainen. Maar ik vond dat ergens ook een uitdaging. Kon ik met een kwart van de tijd die mijn concurrenten aan trainingsdagen hadden, nog steeds meedoen om de prijzen? Van de dokter had ik een aardig recept met pijnstillers gekregen.” Eenmaal op de baan aangekomen, begon het te regenen. “Ik vond het wel grappig. De meeste BMX’ers hadden zich vijf jaar lang druk gemaakt om de hitte in Tokio. Ik had al die jaren nauwelijks tijd doorgebracht in een klimaatkamer, wilde er geen ding van maken. En toen regende het zelfs.” Vanwege de regen werden de wedstrijden uitgesteld, een gelukje voor Niek. “De pijnstilling viel verkeerd op mijn maag en ik had ontzettende kramp in mijn buik. Ik weet nog dat ik op de grond lag en hoorde dat ik nog 45 minuten had. Dat moet genoeg tijd zijn, dacht ik. Het was zeker in mijn voordeel dat de finale was uitgesteld. Die dag zat alles mee.” Jelle: “Ik was er minder blij mee. Ik zat in de NOS-studio als analist, moest daar om twee uur ’s nachts zijn, omdat de wedstrijden om drie uur ’s nachts zouden beginnen. Toen het was uitgesteld, dacht ik als eerste: nou, ik ben lekker voor niks opgestaan. Het was slopend, want ik had amper geslapen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Niek Kimmann en Jelle van Gorkom komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder was Dai Dai N’tab ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Niek Kimmann (25) en Jelle van Gorkom (30) hadden een gedeelde droom: olympisch BMX- goud in Tokio. De een slaagde daarin, en werd een paar weken later ook nog wereldkampioen. Aan de droom van de ander kwam in januari 2018 een wreed einde. De twee vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom zitten aan de keukentafel van Richard Kimmann, Nieks vader, in Dedemsvaart. Er ligt een koffer met kleren in de woonkamer. Het olympisch goud ligt er achteloos tussen. Niek houdt rust, na een even intense als succesvolle zomer op de BMX. Jelle is met heel andere dingen bezig. De oud-BMX’er, winnaar van olympisch zilver in 2016 in Rio, is nog altijd aan het revalideren van zijn ongeluk op de BMX-baan op Papendal, bijna vier jaar geleden, waarbij hij halfzijdig verlamd raakte en hersenschade opliep. Over zijn revalidatie schreef hij een boek: Accepteren en doorgaan. En hij werd gevolgd voor de gelijknamige documentaire. Terwijl we praten laat Jelle een filmpje zien dat van hem gemaakt is in de NOS-studio tijdens de olympische BMX-finale. Hij schreeuwt: ‘Come on, come on, blijven fietsen. Netjes, clean, dit kun je, netjes. Ja, hij zit goed. Dit wordt hem, dit wordt hem. Come on, come on. Go go, door, door. Jaaa. Supervet, supervet!’ Niek: 'Toen ik op die official was geklapt, zei mijn coach Liam: 'Misschien was dit wel goed voor je, anders was het een walk in the park'' Niek Kimmann: “Mooi om te zien, hè. Supervet dat iedereen meeleefde, en vooral dat Jelle dat zo deed.” Dieseltje Niek Kimmann blikt terug op hét moment uit zijn carrière, de olympische finaledag in Tokio. “De wedstrijden waren in de ochtend en ik ben geen ochtendmens. Ik ben een dieseltje, kom langzaam op gang. Om zes uur ging de wekker al. Normaal gesproken heb ik moeite met slapen voor een wedstrijd. Voor het WK in 2019 zag ik de zon opkomen en lag ik nog steeds wakker. Maar nu had ik zeven uur geslapen. In de douche was mijn hartslag al hoger dan normaal en ik besefte: als ik straks rond lunchtijd terug ben in het appartement, dan weten we wie er olympisch kampioen is. Tijdens het ontbijt zei mijn team- en kamergenoot Joris Harmsen: ‘Jij zit hier straks met een gouden medaille om je nek.’ Joris had een voorgevoel dat ik zou winnen.” Toch was dat niet vanzelfsprekend. Drie dagen voor de kwalificaties stak er tijdens een training een official voor zijn neus de baan over. Het gevolg: een harde knal en een gespleten knieschijf. “Natuurlijk was ik boos. Na een paar minuten begon ik mijn knie te voelen. Ik probeerde een rondje te fietsen, dat lukte niet. De tranen liepen over mijn wangen. De drie dagen erna waren een rollercoaster. Het ene moment dacht ik: het gaat goed, ik kan rijden. Het andere moment: het is voorbij. Maar in onze sport zijn er zoveel dingen die je niet in de hand hebt, daar leer je mee omgaan. Als je valt in de eerste ronde moet je met schaafplekken gewoon starten in de tweede rit. Ik dacht: ik kan me hier heel druk om maken, maar ik kan er toch niks aan veranderen. Die knie is al kapot. Het vervelende was dat ik de rest van de dagen niet kon trainen. Maar ik vond dat ergens ook een uitdaging. Kon ik met een kwart van de tijd die mijn concurrenten aan trainingsdagen hadden, nog steeds meedoen om de prijzen? Van de dokter had ik een aardig recept met pijnstillers gekregen.” Eenmaal op de baan aangekomen, begon het te regenen. “Ik vond het wel grappig. De meeste BMX’ers hadden zich vijf jaar lang druk gemaakt om de hitte in Tokio. Ik had al die jaren nauwelijks tijd doorgebracht in een klimaatkamer, wilde er geen ding van maken. En toen regende het zelfs.” Vanwege de regen werden de wedstrijden uitgesteld, een gelukje voor Niek. “De pijnstilling viel verkeerd op mijn maag en ik had ontzettende kramp in mijn buik. Ik weet nog dat ik op de grond lag en hoorde dat ik nog 45 minuten had. Dat moet genoeg tijd zijn, dacht ik. Het was zeker in mijn voordeel dat de finale was uitgesteld. Die dag zat alles mee.” Jelle: “Ik was er minder blij mee. Ik zat in de NOS-studio als analist, moest daar om twee uur ’s nachts zijn, omdat de wedstrijden om drie uur ’s nachts zouden beginnen. Toen het was uitgesteld, dacht ik als eerste: nou, ik ben lekker voor niks opgestaan. Het was slopend, want ik had amper geslapen.” Helden Magazine 59 Het eerste gedeelte van het verhaal van Niek Kimmann en Jelle van Gorkom komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder was Dai Dai N’tab ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Roeien

De gouden dubbelvier: Ploegje nooitgenoeg

Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers zorgden in Tokio voor het eerste Nederlandse olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar. Een gesprek over jongensdromen, bikkelhard trainen, coronastress en een snoek. Om half elf Japanse tijd op woensdagochtend 28 juli lag de boot van de heren dubbelvier op de Sea Forest Waterway klaar voor de olympische finale. Voor Koen Metsemakers, Tone Wieten, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard was de aanloop naar dit o zo belangrijke moment allesbehalve zorgeloos geweest. Sterker nog, ze hadden flinke stress gekend. Nadat ze op 17 juli met de beruchte vlucht KL861 naar Tokio waren gekomen, bleken in de daaropvolgende dagen drie leden van de Nederlandse roeiploeg – coach Josy Verdonkschot, bewegingswetenschapper Jabik-Jan Bastiaans en skiffeur Finn Florijn – besmet te zijn met het coronavirus. Het was het begin van een rollercoaster. Tone: “We waren ons klaar aan het maken om te gaan slapen, toen ineens de bondsarts in ons appartement stond. Hij klopte niet eens aan. De deur ging open en hij zei: ‘Jongens, Finn is positief.’ Finn lag al te slapen. Hij werd wakker gemaakt, moest zijn spullen pakken en twee minuten later stond hij buiten.” Koen: “Dat was heel naar om te zien. Finn werd ineens uit zijn olympische droom getrokken. Bizar.” Dirk: “Met dank aan bondscoach Eelco Meenhorst hadden we vooraf met de verschillende boten al afgesproken dat we het appartement zouden scheiden, aparte badkamers zouden gebruiken en niet met elkaar naar de eetzaal zouden gaan.” Tone: “Maar de besmettingen kwamen toen wel heel dichtbij. Iedere ochtend moesten we in een buisje spugen en dat inleveren. Die avond of de volgende ochtend kreeg je de uitslag van je coronatest.” Dirk: “Het voelde als Russisch roulette: er werd elke dag gedraaid en dan hoorde je of je wel of niet mocht blijven. We deden er alles aan om niet besmet te raken; twee mondkapjes op, overal desinfecteren. Het was mijn grootste nachtmerrie dat een van ons niet zou kunnen varen, omdat hij positief was.” Abe: “Wij zaten aan de ene kant van het appartement, de dubbeltwee en Finn aan de andere kant. Binnen zagen we elkaar niet. Dat was niet gezellig en best stressvol. Het was echt niet leuk.” Koen: “En het gaf spanning. Roeiers uit andere landen liepen in een boogje om ons heen. Sommigen waren panisch dat ze besmet zouden raken en in hun emotie riepen ze tegen ons: ‘Weg! Weg! Jullie mogen hier niet zijn!’ Op dat moment was het naar, maar ik zou hetzelfde hebben gedaan. Je wil gewoon niet dat je toernooi wordt vernacheld.” Dirk: “Als we door de gang liepen en roeiers van een ander land zagen ons, dan versnelden ze hun pas en liepen ze snel een andere kant op. Het was een natuurlijk reactie, maar soms wel vervelend.” Tone: “Naarmate de finale dichterbij kwam, dachten we alleen maar: alsjeblieft laat het goed gaan. We waren echt aan het aftellen. Je kon op de ochtend van de finale nog van je bed worden gelicht.” Dirk: “De finale werd ook nog eens een dag uitgesteld vanwege de slechte omstandigheden. Dat maakte de kans nog groter dat iemand van ons positief zou testen. Twee dagen voor de finale was er zoveel stress bij ons in de boot dat het op het water voelde alsof we het roeien verleerd waren.” Koen: “Na alle onrust kwam er op een gegeven moment een zekere berusting over ons. Het enige wat we konden doen, was ons focussen op het roeien. Door er een soort ‘wij tegen de rest’ van te maken, probeerden we er een positieve draai aan te geven. Maar ik zei ook: als we hier heelhuids doorheen komen, dan steken we een kaarsje op.” Voor de roeiers van de dubbelvier lag in Tokio de eindstreep van een intense expeditie van tweeënhalfjaar. Na de vijfde plaats op de WK 2018 werd het roer drastisch omgegooid. Onder leiding van coaches Eelco Meenhorst en Diederik Simon, en bewegingswetenschapper Bastiaans werd het aantal trainingsuren serieus opgeschroefd met als hoofddoel twee keer per jaar op de belangrijke toernooien pieken. Tone: “Als je het schema voor de komende maanden zag, dacht je: dit is niet normaal, hoe gaan we dat doen? Er ging week per week een schepje bovenop. Zo werden het hapklare stukjes in plaats van één grote brok.” Koen: “Ik had niet zoiets van: o jee, wat krijgen we nu? Ik deed altijd al wat extra training dus het sloot aan op wat ik lekker vind en waar ik in geloof.” Dirk: “Het was een vernieuwend en goed uitgedacht plan. Daar wilde ik graag mijn schouders onder zetten.” Abe: “Van kort beukwerk gingen we naar lange afstanden. Het was een hele omschakeling. Voor mij voelde het alsof we de Stille Oceaan op gingen varen en wel zouden zien of we zouden terugkomen. Maar ik wilde het wel proberen. We trainden twee tot drie keer per dag, twintig tot dertig uur per week. Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen, maar op een gegeven moment kon ik er niet meer tegenop eten en had ik de energie niet meer. De meest pittige dagen waren rond kerst. In plaats van twee trainingen deden we één lange training van 52 kilometer, zodat we ook onze families konden zien. Ik zat ’s avonds niet erg gezellig aan het kerstdiner, ik was gesloopt.” Tone: “De vermoeidheid stapelde zich op tijdens een trainingsweek. Op vrijdag hadden we vaak een zware training. Zaterdag was je dan eigenlijk op, maar dan zei de coach: ‘Morgen ben je vrij dus ga maar lekker door.’ Je hebt blaren, pijn aan je kont van het zitten, vermoeide knieën, schouders en rug. Alles in je lichaam zegt: stop waarmee je bezig bent.” Koen: “We werkten naar piekmomenten toe. En zelfs op een piekmoment vroeg je je af: ben ik wel fit? Het grootste deel van het jaar waren we moe.” Tone: “Chronisch moe inderdaad. Het toeval wil dat we alle vier heel perfectionistisch en zelfkritisch zijn. We werden niet voor niets Ploegje Nooitgenoeg genoemd.” Koen: “We hadden allemaal iets van: het gaat me niet gebeuren dat ik degene ben door wie de boot langzamer gaat. Daardoor dreven we elkaar tot het uiterste.” Dirk: “We gingen bewust over de limiet en kwamen onszelf dubbel en dwars tegen. Dat waren uitdagende momenten.” Koen: “Als je permanent op elkaars lip zit, leer je elkaar heel goed kennen. Vooral omdat iedereen tot het randje werd gepusht.” Tone: “Als de een het even niet meer zag zitten, zei de ander: ‘Kom op, jongen! We moeten nog even door. Gewoon doen, dan is het zo klaar.’ Zo trokken we elkaar op de moeilijke momenten er doorheen.” Abe: “Omdat we zo kritisch zijn, zorgde dat soms voor wrijving en onzekerheid. Het vertrouwen in elkaar moest groeien en dat gebeurde vanaf het moment dat we gingen winnen.” Na een jaar keihard trainen verbaasde de dubbelvier door begin juni 2019 goud te veroveren bij de EK in het Zwitserse Luzern. Koen, Tone, Abe en Dirk waren eveneens verrast, want ze hadden tot dan toe geen wedstrijden geroeid en nog geen enkele indicatie hoe ze zich verhielden tot de concurrentie. Koen: “Het was echt een vuurproef. We hadden geïnvesteerd in een plan, maar wat was het waard?” Dirk: “Bij mijn eerste WK bij de senioren in 2013 zat ik ook in de dubbelvier en werden we achtste. Na dat toernooi zei ik tegen mijn vriendin: ‘Nederland kan nooit een gouden medaille winnen in de dubbelvier.’ In de boten van de andere landen zaten allemaal van die kleerkasten. In 2019 wonnen we ineens met vijf seconden verschil. Dat was zo onwerkelijk.” Abe: 'Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen' Abe: “Tot dan toe hadden we altijd meegevaren in de A-finale, maar nooit vooraan in de race. Ineens wonnen we met overmacht.” Tone: “Het was voor ons allemaal de eerste echte titel.” Dirk: “We zijn redelijk gereserveerd met z’n vieren, maar daar volgde bij ons allemaal echt een ontlading.” Koen: “Natuurlijk hadden we rottrainingen moeten doen, maar vanaf dat moment wisten we dat ons programma loonde. Het versterkte het vertrouwen in elkaar. Vanaf dat moment wisten we dat winnen mogelijk was.” Een paar maanden later werd bij de WK in het Oostenrijkse Linz ook de wereldtitel veroverd. Daarmee was deelname aan de Spelen veiliggesteld, die vervolgens door de coronapandemie werden uitgesteld. Koen: “Dat was even schakelen, maar daardoor hadden we ook een jaar extra de tijd om beter te worden.” Abe: “In het olympische jaar hebben we allemaal fysieke ongemakken gehad. Er waren dagen dat ik soms nauwelijks uit mijn bed kon komen, omdat ik last had van een paar spieren in m’n rug. Maar dat duurde dan drie dagen en daarna ging het wel weer.” Koen: “We wisten dat we er goed voorstonden, gingen met vertrouwen naar Japan. Na alle onrust mochten we uiteindelijk de olympische finale roeien. Tijdens het oproeien, de warming-up, zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben de start in elk geval gehaald, jongens.’ Na alles wat we hadden meegemaakt voelde dat al een beetje als een overwinning.” Even later ging er een golf van paniek door de dubbelvier. Nog voor de doorkomst na 500 meter maakte Dirk, die op boeg helemaal voorin de boot zat, een misslag. Tone: “Volgens mij is de ‘snoek’ de bekendste roeiterm sinds de Spelen geworden.” Koen: “Ik voelde wat er gebeurde, maar ik zat zoals altijd achteraan op slag dus kon het niet zien.” Abe: “Koen en Tone zaten met hun rug naar mij toe en dachten dat ik het was. In zware trainingen, als we echt op maximale snelheid roeiden, was ik vaak degene die zo’n snoek had. Nu was Dirk het. Ik kreeg een hartverzakking. Dacht: wat overkomt ons nu?” Dirk: “We hadden de pech dat de wind was aangetrokken toen we het water opgingen, die stond schuin vanachter en blies hard. De omstandigheden waren erg moeilijk, maar ik was de oudste en meest ervaren roeier in de boot. Het had me niet mogen overkomen. Dat moment leek een eeuwigheid te duren. Ik voelde de boot afremmen, alle snelheid ging eruit. Het enige wat ik dacht was: ik moet mijn riem eruit krijgen en weer doorgaan. En zeker niet gaan overcompenseren.” Tone: “We schreeuwden allemaal: ‘Focus! Rust!’ We moesten niet blind gaan rammen.” Dirk: “Ik had twee of drie halen gemist. Ik keek om me heen en zag dat de andere boten ook moeite hadden met de omstandigheden. Daarna keek ik niet veel meer. Het kostte me zoveel energie om erop te letten dat ik alles netjes deed en recht bleef zitten om de boot in balans te houden.” Koen: “Toen de rust was teruggekeerd, voelden we dat we weer terug in de race kwamen.” Abe: “Tussen de 1000 en 1250 meter dacht ik: dit gaat goed. Op de 1500 meter zag ik dat we konden winnen, als we dit zouden volhouden. Ik gaf de calls in de boot en riep: voor goud!” Tone: “Toen we zagen dat we in de laatste 500 meter vooroplagen, was het vooral: geen fouten meer. Ik was meer bezig met netjes roeien dan met pompen, pompen, pompen.” Tone: 'Hoe het verdergaat met de dubbelvier, weten we nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar blijven zien, als we zijn gestopt' Dirk: “De ontlading na de finish was enorm. Van opluchting sloeg ik op het water. Ik was zo blij dat het ondanks die snoek was gelukt. Hadden we niet gewonnen, dan had ik dat mezelf erg kwalijk genomen. Alle boten hebben een snoek gemaakt, daar hoef ik me dus niet voor te schamen. Toch heb ik me er later nog best schuldig over gevoeld. Maar als het je overkomt, moet je het ook kunnen oplossen en dat is me redelijk goed gelukt.” Tone: “Het was absoluut niet de finale die we vooraf hadden verwacht. Maar dat maakte niets uit, we waren olympisch kampioen.” Dirk: “Na de race moesten Koen en Abe naar de dopingcontrole. Met Tone en Eelco stond ik het zoute water van de boot af te spoelen. Toen kwamen we erachter dat we ondanks die snoek ook nog eens een wereldrecord hadden gevaren. ‘Hoe bizar is dit,’ zeiden we tegen elkaar.” Koen: “Die ochtend hadden we nog een speekseltest moeten inleveren. Na de finale hadden we zoiets van: het maakt nu niet meer uit wat er gebeurt. Al hadden we positief getest en tien dagen in een quarantainehotel moeten zitten, dan hadden we dat ook wel overleefd.” [caption id="attachment_14683" align="alignnone" width="1920"] V.L.N.R.: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers[/caption] De volgende ochtend ging om halfzes de wekker en moesten de roeiers richting vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Voor ze het wisten waren ze weer op Hollandse bodem en gingen ze voor de huldiging naar Scheveningen, waar ze werden opgewacht door familie en hun geliefden. Ook de ouders van roeier Daan Brühl, die in 2010 uit het leven stapte, waren aanwezig. Dirk sprak destijds op de begrafenis van zijn boezemvriend. Hij sloot zijn speech af met de belofte dat hij ging proberen hun gezamenlijke droom waar te maken: olympisch kampioen worden. Dirk: “Het is heel mooi dat het is gelukt. In Scheveningen kreeg ik een dikke knuffel van zijn ouders. Vooraf hadden ze tegen me gezegd: ‘Je doet het niet voor Daan, je doet het voor jezelf.’ Het is ook niet zo dat mijn belofte aan Daan op de begrafenis het middelpunt van mijn roeicarrière is geweest. Het voelde voor mij ook niet als een verplichting naar hem toe, ik wilde gewoon proberen onze droom af te maken. Daarbij is Daan op sommige momenten een inspiratie geweest. Het is heel bijzonder, dat besef ik zeker en dat koester ik ook. Mijn droom als kind is uitgekomen en daar hoort Daan ook bij.” Tone: “Die gouden medaille is de beloning voor jarenlang heel hard werken. Het besef dat je vier, in dit geval zelfs vijf jaar, toewerkt naar een race van minder dan zes minuten waarin je het moet doen. Als het dan lukt, geeft dat een heel voldaan gevoel.” Koen: “Het is de afsluiting van een periode waarin we veel mooie ervaringen hebben opgedaan, rotmomenten hebben gekend en herinneringen hebben gemaakt. Eigenlijk vind ik die medaille het minst boeiend. Juist het verhaal dat erbij hoort, maakt het zo bijzonder.” Abe: “Toen we in 2019 wereldkampioen waren geworden, werden we door de roeiers van de dubbelvier die in 1989 voor het laatst de wereldtitel hadden gepakt, uitgenodigd voor een etentje. Dertig jaar later waren ze nog steeds vrienden. Ik had het idee dat wij wel een weerspiegeling van hen waren.” Tone: “Hoe het de komende jaren precies verdergaat met de dubbelvier, weten we op dit moment nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar ook nog wel blijven zien, als we zijn gestopt. We zijn meer dan collega’s.” Koen: “Na de Spelen zijn we allemaal bij de huldigingen op elkaars roeiverenigingen geweest. Bij mijn huldiging kreeg ik van de jongens als cadeau een heel grote kaars. Ik had tijdens die onrustige dagen voorafgaand aan de finale in Tokio gezegd dat ik er een zou opsteken als we er heelhuids vanaf zouden komen. Ik denk dat ik die kaars nog een hele tijd in mijn huis laat staan!” Helden Magazine 59 Het verhaal van de dubbelvier komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers zorgden in Tokio voor het eerste Nederlandse olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar. Een gesprek over jongensdromen, bikkelhard trainen, coronastress en een snoek. Om half elf Japanse tijd op woensdagochtend 28 juli lag de boot van de heren dubbelvier op de Sea Forest Waterway klaar voor de olympische finale. Voor Koen Metsemakers, Tone Wieten, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard was de aanloop naar dit o zo belangrijke moment allesbehalve zorgeloos geweest. Sterker nog, ze hadden flinke stress gekend. Nadat ze op 17 juli met de beruchte vlucht KL861 naar Tokio waren gekomen, bleken in de daaropvolgende dagen drie leden van de Nederlandse roeiploeg – coach Josy Verdonkschot, bewegingswetenschapper Jabik-Jan Bastiaans en skiffeur Finn Florijn – besmet te zijn met het coronavirus. Het was het begin van een rollercoaster. Tone: “We waren ons klaar aan het maken om te gaan slapen, toen ineens de bondsarts in ons appartement stond. Hij klopte niet eens aan. De deur ging open en hij zei: ‘Jongens, Finn is positief.’ Finn lag al te slapen. Hij werd wakker gemaakt, moest zijn spullen pakken en twee minuten later stond hij buiten.” Koen: “Dat was heel naar om te zien. Finn werd ineens uit zijn olympische droom getrokken. Bizar.” Dirk: “Met dank aan bondscoach Eelco Meenhorst hadden we vooraf met de verschillende boten al afgesproken dat we het appartement zouden scheiden, aparte badkamers zouden gebruiken en niet met elkaar naar de eetzaal zouden gaan.” Tone: “Maar de besmettingen kwamen toen wel heel dichtbij. Iedere ochtend moesten we in een buisje spugen en dat inleveren. Die avond of de volgende ochtend kreeg je de uitslag van je coronatest.” Dirk: “Het voelde als Russisch roulette: er werd elke dag gedraaid en dan hoorde je of je wel of niet mocht blijven. We deden er alles aan om niet besmet te raken; twee mondkapjes op, overal desinfecteren. Het was mijn grootste nachtmerrie dat een van ons niet zou kunnen varen, omdat hij positief was.” Abe: “Wij zaten aan de ene kant van het appartement, de dubbeltwee en Finn aan de andere kant. Binnen zagen we elkaar niet. Dat was niet gezellig en best stressvol. Het was echt niet leuk.” Koen: “En het gaf spanning. Roeiers uit andere landen liepen in een boogje om ons heen. Sommigen waren panisch dat ze besmet zouden raken en in hun emotie riepen ze tegen ons: ‘Weg! Weg! Jullie mogen hier niet zijn!’ Op dat moment was het naar, maar ik zou hetzelfde hebben gedaan. Je wil gewoon niet dat je toernooi wordt vernacheld.” Dirk: “Als we door de gang liepen en roeiers van een ander land zagen ons, dan versnelden ze hun pas en liepen ze snel een andere kant op. Het was een natuurlijk reactie, maar soms wel vervelend.” Tone: “Naarmate de finale dichterbij kwam, dachten we alleen maar: alsjeblieft laat het goed gaan. We waren echt aan het aftellen. Je kon op de ochtend van de finale nog van je bed worden gelicht.” Dirk: “De finale werd ook nog eens een dag uitgesteld vanwege de slechte omstandigheden. Dat maakte de kans nog groter dat iemand van ons positief zou testen. Twee dagen voor de finale was er zoveel stress bij ons in de boot dat het op het water voelde alsof we het roeien verleerd waren.” Koen: “Na alle onrust kwam er op een gegeven moment een zekere berusting over ons. Het enige wat we konden doen, was ons focussen op het roeien. Door er een soort ‘wij tegen de rest’ van te maken, probeerden we er een positieve draai aan te geven. Maar ik zei ook: als we hier heelhuids doorheen komen, dan steken we een kaarsje op.” Voor de roeiers van de dubbelvier lag in Tokio de eindstreep van een intense expeditie van tweeënhalfjaar. Na de vijfde plaats op de WK 2018 werd het roer drastisch omgegooid. Onder leiding van coaches Eelco Meenhorst en Diederik Simon, en bewegingswetenschapper Bastiaans werd het aantal trainingsuren serieus opgeschroefd met als hoofddoel twee keer per jaar op de belangrijke toernooien pieken. Tone: “Als je het schema voor de komende maanden zag, dacht je: dit is niet normaal, hoe gaan we dat doen? Er ging week per week een schepje bovenop. Zo werden het hapklare stukjes in plaats van één grote brok.” Koen: “Ik had niet zoiets van: o jee, wat krijgen we nu? Ik deed altijd al wat extra training dus het sloot aan op wat ik lekker vind en waar ik in geloof.” Dirk: “Het was een vernieuwend en goed uitgedacht plan. Daar wilde ik graag mijn schouders onder zetten.” Abe: “Van kort beukwerk gingen we naar lange afstanden. Het was een hele omschakeling. Voor mij voelde het alsof we de Stille Oceaan op gingen varen en wel zouden zien of we zouden terugkomen. Maar ik wilde het wel proberen. We trainden twee tot drie keer per dag, twintig tot dertig uur per week. Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen, maar op een gegeven moment kon ik er niet meer tegenop eten en had ik de energie niet meer. De meest pittige dagen waren rond kerst. In plaats van twee trainingen deden we één lange training van 52 kilometer, zodat we ook onze families konden zien. Ik zat ’s avonds niet erg gezellig aan het kerstdiner, ik was gesloopt.” Tone: “De vermoeidheid stapelde zich op tijdens een trainingsweek. Op vrijdag hadden we vaak een zware training. Zaterdag was je dan eigenlijk op, maar dan zei de coach: ‘Morgen ben je vrij dus ga maar lekker door.’ Je hebt blaren, pijn aan je kont van het zitten, vermoeide knieën, schouders en rug. Alles in je lichaam zegt: stop waarmee je bezig bent.” Koen: “We werkten naar piekmomenten toe. En zelfs op een piekmoment vroeg je je af: ben ik wel fit? Het grootste deel van het jaar waren we moe.” Tone: “Chronisch moe inderdaad. Het toeval wil dat we alle vier heel perfectionistisch en zelfkritisch zijn. We werden niet voor niets Ploegje Nooitgenoeg genoemd.” Koen: “We hadden allemaal iets van: het gaat me niet gebeuren dat ik degene ben door wie de boot langzamer gaat. Daardoor dreven we elkaar tot het uiterste.” Dirk: “We gingen bewust over de limiet en kwamen onszelf dubbel en dwars tegen. Dat waren uitdagende momenten.” Koen: “Als je permanent op elkaars lip zit, leer je elkaar heel goed kennen. Vooral omdat iedereen tot het randje werd gepusht.” Tone: “Als de een het even niet meer zag zitten, zei de ander: ‘Kom op, jongen! We moeten nog even door. Gewoon doen, dan is het zo klaar.’ Zo trokken we elkaar op de moeilijke momenten er doorheen.” Abe: “Omdat we zo kritisch zijn, zorgde dat soms voor wrijving en onzekerheid. Het vertrouwen in elkaar moest groeien en dat gebeurde vanaf het moment dat we gingen winnen.” Na een jaar keihard trainen verbaasde de dubbelvier door begin juni 2019 goud te veroveren bij de EK in het Zwitserse Luzern. Koen, Tone, Abe en Dirk waren eveneens verrast, want ze hadden tot dan toe geen wedstrijden geroeid en nog geen enkele indicatie hoe ze zich verhielden tot de concurrentie. Koen: “Het was echt een vuurproef. We hadden geïnvesteerd in een plan, maar wat was het waard?” Dirk: “Bij mijn eerste WK bij de senioren in 2013 zat ik ook in de dubbelvier en werden we achtste. Na dat toernooi zei ik tegen mijn vriendin: ‘Nederland kan nooit een gouden medaille winnen in de dubbelvier.’ In de boten van de andere landen zaten allemaal van die kleerkasten. In 2019 wonnen we ineens met vijf seconden verschil. Dat was zo onwerkelijk.” Abe: 'Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen' Abe: “Tot dan toe hadden we altijd meegevaren in de A-finale, maar nooit vooraan in de race. Ineens wonnen we met overmacht.” Tone: “Het was voor ons allemaal de eerste echte titel.” Dirk: “We zijn redelijk gereserveerd met z’n vieren, maar daar volgde bij ons allemaal echt een ontlading.” Koen: “Natuurlijk hadden we rottrainingen moeten doen, maar vanaf dat moment wisten we dat ons programma loonde. Het versterkte het vertrouwen in elkaar. Vanaf dat moment wisten we dat winnen mogelijk was.” Een paar maanden later werd bij de WK in het Oostenrijkse Linz ook de wereldtitel veroverd. Daarmee was deelname aan de Spelen veiliggesteld, die vervolgens door de coronapandemie werden uitgesteld. Koen: “Dat was even schakelen, maar daardoor hadden we ook een jaar extra de tijd om beter te worden.” Abe: “In het olympische jaar hebben we allemaal fysieke ongemakken gehad. Er waren dagen dat ik soms nauwelijks uit mijn bed kon komen, omdat ik last had van een paar spieren in m’n rug. Maar dat duurde dan drie dagen en daarna ging het wel weer.” Koen: “We wisten dat we er goed voorstonden, gingen met vertrouwen naar Japan. Na alle onrust mochten we uiteindelijk de olympische finale roeien. Tijdens het oproeien, de warming-up, zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben de start in elk geval gehaald, jongens.’ Na alles wat we hadden meegemaakt voelde dat al een beetje als een overwinning.” Even later ging er een golf van paniek door de dubbelvier. Nog voor de doorkomst na 500 meter maakte Dirk, die op boeg helemaal voorin de boot zat, een misslag. Tone: “Volgens mij is de ‘snoek’ de bekendste roeiterm sinds de Spelen geworden.” Koen: “Ik voelde wat er gebeurde, maar ik zat zoals altijd achteraan op slag dus kon het niet zien.” Abe: “Koen en Tone zaten met hun rug naar mij toe en dachten dat ik het was. In zware trainingen, als we echt op maximale snelheid roeiden, was ik vaak degene die zo’n snoek had. Nu was Dirk het. Ik kreeg een hartverzakking. Dacht: wat overkomt ons nu?” Dirk: “We hadden de pech dat de wind was aangetrokken toen we het water opgingen, die stond schuin vanachter en blies hard. De omstandigheden waren erg moeilijk, maar ik was de oudste en meest ervaren roeier in de boot. Het had me niet mogen overkomen. Dat moment leek een eeuwigheid te duren. Ik voelde de boot afremmen, alle snelheid ging eruit. Het enige wat ik dacht was: ik moet mijn riem eruit krijgen en weer doorgaan. En zeker niet gaan overcompenseren.” Tone: “We schreeuwden allemaal: ‘Focus! Rust!’ We moesten niet blind gaan rammen.” Dirk: “Ik had twee of drie halen gemist. Ik keek om me heen en zag dat de andere boten ook moeite hadden met de omstandigheden. Daarna keek ik niet veel meer. Het kostte me zoveel energie om erop te letten dat ik alles netjes deed en recht bleef zitten om de boot in balans te houden.” Koen: “Toen de rust was teruggekeerd, voelden we dat we weer terug in de race kwamen.” Abe: “Tussen de 1000 en 1250 meter dacht ik: dit gaat goed. Op de 1500 meter zag ik dat we konden winnen, als we dit zouden volhouden. Ik gaf de calls in de boot en riep: voor goud!” Tone: “Toen we zagen dat we in de laatste 500 meter vooroplagen, was het vooral: geen fouten meer. Ik was meer bezig met netjes roeien dan met pompen, pompen, pompen.” Tone: 'Hoe het verdergaat met de dubbelvier, weten we nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar blijven zien, als we zijn gestopt' Dirk: “De ontlading na de finish was enorm. Van opluchting sloeg ik op het water. Ik was zo blij dat het ondanks die snoek was gelukt. Hadden we niet gewonnen, dan had ik dat mezelf erg kwalijk genomen. Alle boten hebben een snoek gemaakt, daar hoef ik me dus niet voor te schamen. Toch heb ik me er later nog best schuldig over gevoeld. Maar als het je overkomt, moet je het ook kunnen oplossen en dat is me redelijk goed gelukt.” Tone: “Het was absoluut niet de finale die we vooraf hadden verwacht. Maar dat maakte niets uit, we waren olympisch kampioen.” Dirk: “Na de race moesten Koen en Abe naar de dopingcontrole. Met Tone en Eelco stond ik het zoute water van de boot af te spoelen. Toen kwamen we erachter dat we ondanks die snoek ook nog eens een wereldrecord hadden gevaren. ‘Hoe bizar is dit,’ zeiden we tegen elkaar.” Koen: “Die ochtend hadden we nog een speekseltest moeten inleveren. Na de finale hadden we zoiets van: het maakt nu niet meer uit wat er gebeurt. Al hadden we positief getest en tien dagen in een quarantainehotel moeten zitten, dan hadden we dat ook wel overleefd.” [caption id="attachment_14683" align="alignnone" width="1920"] V.L.N.R.: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers[/caption] De volgende ochtend ging om halfzes de wekker en moesten de roeiers richting vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Voor ze het wisten waren ze weer op Hollandse bodem en gingen ze voor de huldiging naar Scheveningen, waar ze werden opgewacht door familie en hun geliefden. Ook de ouders van roeier Daan Brühl, die in 2010 uit het leven stapte, waren aanwezig. Dirk sprak destijds op de begrafenis van zijn boezemvriend. Hij sloot zijn speech af met de belofte dat hij ging proberen hun gezamenlijke droom waar te maken: olympisch kampioen worden. Dirk: “Het is heel mooi dat het is gelukt. In Scheveningen kreeg ik een dikke knuffel van zijn ouders. Vooraf hadden ze tegen me gezegd: ‘Je doet het niet voor Daan, je doet het voor jezelf.’ Het is ook niet zo dat mijn belofte aan Daan op de begrafenis het middelpunt van mijn roeicarrière is geweest. Het voelde voor mij ook niet als een verplichting naar hem toe, ik wilde gewoon proberen onze droom af te maken. Daarbij is Daan op sommige momenten een inspiratie geweest. Het is heel bijzonder, dat besef ik zeker en dat koester ik ook. Mijn droom als kind is uitgekomen en daar hoort Daan ook bij.” Tone: “Die gouden medaille is de beloning voor jarenlang heel hard werken. Het besef dat je vier, in dit geval zelfs vijf jaar, toewerkt naar een race van minder dan zes minuten waarin je het moet doen. Als het dan lukt, geeft dat een heel voldaan gevoel.” Koen: “Het is de afsluiting van een periode waarin we veel mooie ervaringen hebben opgedaan, rotmomenten hebben gekend en herinneringen hebben gemaakt. Eigenlijk vind ik die medaille het minst boeiend. Juist het verhaal dat erbij hoort, maakt het zo bijzonder.” Abe: “Toen we in 2019 wereldkampioen waren geworden, werden we door de roeiers van de dubbelvier die in 1989 voor het laatst de wereldtitel hadden gepakt, uitgenodigd voor een etentje. Dertig jaar later waren ze nog steeds vrienden. Ik had het idee dat wij wel een weerspiegeling van hen waren.” Tone: “Hoe het de komende jaren precies verdergaat met de dubbelvier, weten we op dit moment nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar ook nog wel blijven zien, als we zijn gestopt. We zijn meer dan collega’s.” Koen: “Na de Spelen zijn we allemaal bij de huldigingen op elkaars roeiverenigingen geweest. Bij mijn huldiging kreeg ik van de jongens als cadeau een heel grote kaars. Ik had tijdens die onrustige dagen voorafgaand aan de finale in Tokio gezegd dat ik er een zou opsteken als we er heelhuids vanaf zouden komen. Ik denk dat ik die kaars nog een hele tijd in mijn huis laat staan!” Helden Magazine 59 Het verhaal van de dubbelvier komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

BMX

Tokiogangers: ‘Iedereen zit in hetzelfde schuitje’

Ze zouden deze zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide roet in het eten. Paul Raats fotografeerde sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio. Harrie Lavreysen - Baanwielrennen - “Het zijn bijzondere tijden, waarin we zo goed mogelijk proberen door te trainen. Krachttraining doe ik in de achtertuin en de baantraining hou ik op de weg. Ik woon samen met mijn ploeggenoot Nils van ‘t Hoenderdaal, dus we kunnen met elkaar trainen, Dat is fijn. Inmiddels hebben we wat afgelegen weggetjes gevonden, want met 75 kilometer per uur op een fiets zonder rem een weg op schieten waar ook ander verkeer is, gaat niet. We missen alleen de vier bochten die we op de baan wel hebben. Het is niet anders. Het zat er al een tijdje aan te komen dat de Spelen zouden worden uitgesteld. We konden zien wat er gebeurde in de wereld en het is logisch dat het niet door kon gaan. De dag dat ik het hoorde, voelde ik me niet heel rot. Ik dacht meteen: doorpakken, op naar volgend jaar. Plannen na Tokio had ik nog niet gemaakt, maar het voelt wel alsof ik een jaar stilsta. Maar goed, iedereen zit in hetzelfde schuitje. De WK hebben we nog kunnen rijden eind februari. Sommige sporters hebben dit jaar überhaupt geen wedstrijden gehad, wat dat betreft hebben wij nog geluk gehad. Ik ben blij dat we daar hebben kunnen laten zien hoe goed we zijn. Met drie gouden plakken, op de teamsprint, keirin en individuele sprint, keerde ik huiswaarts. Natuurlijk is het voor onze ploeg balen dat de Spelen niet doorgaan, we stonden er allemaal zo goed voor. Maar ik zie nu geen reden om volgend jaar niet in dezelfde vorm te verkeren. Deze periode gebruik ik om nog sterker te worden en onze basis zo perfect mogelijk te maken. Stilstaan is achteruitgaan. En ik wil nog beter worden Alexander Brouwer - Beachvolleybal - “Mijn maatje Robert Meeuwsen met wie ik al tien jaar samenspeel, heb ik sinds maart niet meer gezien. Alleen via videogesprekken met andere vrienden, want we zitten in dezelfde vriendengroep. Naast sporten mis ik het sociale aspect enorm. Het is onwerkelijk dat ons wedstrijdseizoen is afgelopen voordat het amper was begonnen. We hadden pas één toernooi gespeeld. Het is ook bizar dat zoiets groots als de Spelen is uitgesteld. Maar ik was ook opgelucht dat ze, zoals het er nu naar uitziet, niet zijn afgelast. Vervelen doe ik me thuis niet, ik heb genoeg te doen. Ik spendeer veel tijd met mijn zoontje en sinds december wonen we in een nieuw huis waar nog veel aan moet gebeuren, vooral in de tuin. Ik ben een schuur aan het bouwen en de bestrating aan het aanleggen. Daar blijf ik meteen een beetje fit van. Mijn sponsor Red Bull heeft me een net gegeven dat ik in de tuin heb opgehangen. Zo kan ik een beetje trainen, smashen tegen de radiator die tegen de schutting aanstond. Ik heb er een video van gemaakt en die op Instagram gezet. Die is inmiddels viral gegaan, meer dan twee miljoen keer bekeken. Andere beachvolleyballers hebben mijn voorbeeld gevolgd, lachen toch? Maar om eerlijk te zijn, is mijn motivatie om thuis te trainen best ver te zoeken. Ik ben sowieso een kortetermijndenker en -planner en zie nu even niet het nut in van trainen. Wel probeer ik mijn basisconditie op pijl te houden. Stel dat er nog iets op het programma komt, dan moet ik snel wedstrijdfit kunnen worden. Toch ben ik al een paar kilo aan spiermassa verloren. Twijfelen om door te gaan, deden Robbert en ik niet. Ook onze nieuwe coach Victor Anfiloff heeft zijn commitment gegeven. We zijn alleen allemaal in de wachtrij geplaatst. Eind oktober verwachten mijn vrouw en ik ons tweede kindje. Even kwam nog ter sprake dat onze uitgestelde toernooien in oktober zouden worden ingehaald. Dat had niet echt handig uitgekomen. Nu de Spelen zijn uitgesteld, krijg ik gewoon een druk. Niek Kimmann - BMX - “In eerste instantie werden onze wereldbekers afgelast. Toch was er voor mij toen nog niet zoveel aan de hand. Al reed ik geen wedstrijden meer, ik kon ik me nog steeds goed voorbereiden op de Spelen, onder andere op onze indoor BMX-baan die we thuis in Dedemsvaart hebben. Samen met mijn broertje Justin kon ik goed doortrainen. Het besef dat ook de Spelen misschien niet door zouden gaan, kwam steeds meer. Met de dag veranderde er zoveel, dat het niet veilig en verstandig zou zijn om ze door te laten gaan. Toen het IOC met het besluit naar buiten kwam, was het wel even een schok. Maar het is de beste en eerlijkste beslissing. Wij konden thuis nog wat doen, sommige buitenlandse BMX’ers konden nog volledig trainen en anderen zaten misschien wel op een flat van 10 hoog. Hoe eerlijk is het dan nog? Een van de eerste dingen die je leert in de sport is om dingen te accepteren en je aan te passen. Wel heb ik wat gas teruggenomen na het besluit. Ik had ook minder motivatie om vol door te trainen. We zijn nu onze indoorbaan aan het verbouwen en bezig met een buitenbaan. Ik kom nu aan dingen toe waar ik normaal de tijd niet voor heb. Verder ben ik veel video’s aan het maken. Ik heb een reportage voor de NOS gemaakt en maak video’s voor de KNWU. Dat neemt veel tijd in beslag. Tussendoor train ik, zodat ik een redelijke basis heb als straks alles weer begint. Ik heb me daarom ook nog geen seconde verveeld. In mijn planning is er veel veranderd. Na de Spelen van Rio kwam ik in een soort zwart gat. Ik was even vergeten dat het leven gewoon door zou gaan. Dat wilde ik nu voorkomen, daarom had ik tot 2021 mijn agenda vol staan. Zo wilde ik graag de Amerikaanse serie rijden. Mijn coaches hadden al plannen uitstaan voor me. Die schuiven nu gewoon een jaartje op.” Kim Polling - Judo - “Ik woon in Turijn met mijn vriend Andrea Regis. Het coronavirus heeft heel Italië op een vreselijke manier op z’n kop gezet. Wij mogen alleen voor de echt noodzakelijke dingen naar buiten, verder moeten we binnen blijven. We hebben een speciale trainingsruimte thuis. Verder heb ik het geluk dat mijn vriend ook judoka is, dus ik kan in tegenstelling tot veel andere judoka’s ook echte judotrainingen doen met Andrea. Natuurlijk is zoals bij iedereen de lockdown ook een relatietest. Ik moet zeggen dat het bij ons heel goed gaat. Andrea is altijd zo relaxt, dus dat scheelt. Ik ben soms een beetje geïrriteerd tijdens de trainingen, maar dat ben ik altijd omdat de dingen bij mij nu eenmaal perfect moeten gaan. Ik heb ADHD, daarom plan ik dingen altijd goed. Dat er nu veel onzekerheid is, maakt mij normaal gesproken erg onrustig. Maar de laatste jaren heb ik geregeld met blessures te maken gehad. Eigenlijk komt deze periode overeen met de tijd dat ik geblesseerd was aan mijn rug en knie. Er is een groot verschil: toen vond ik het vooral moeilijk dat ik niets kon en de wedstrijden gewoon doorgingen. Nu kan niemand judoën en dat maakt het zelfs nog iets makkelijker de situatie te accepteren. Wanneer mogen wij judoka’s weer aan de bak? Judo is natuurlijk een contactsport, ik denk dat gezien de risico’s en de verplichte anderhalve meter afstand wij misschien wel de laatste sporters zijn die weer volop kunnen trainen en wedstrijden afwerken. Maar goed, dat is voor alle judoka’s lastig, met of zonder ADHD. Ik liep op schema wat betreft de Spelen, had geen last meer van blessures. Na het EK, dat op het programma stond in mei, zou duidelijk zijn of ik naar de Spelen mocht. Ik stond er goed voor. Wanneer nu de beslissing gaat vallen wie in mijn gewichtsklasse namens Nederland uitkomt in Tokio, weet ik nog niet. Maar goed, voor mij is dat minder erg. Voor iemand als Henk Grol, die echt aan het aftellen was naar de Spelen en daarna zou stoppen, is het veel erger. Ik ga sowieso door tot en met de Spelen van 2024. Door mijn blessures weet ik bovendien hoe het is om er tussenuit te moeten gaan om daarna weer terug te keren.” Kira Toussaint - Zwemmen - “Ik had het al aan zien komen dat de Spelen uitgesteld zouden worden, maar toch kwam het wel even binnen toen het besluit definitief was. Niet dat ik er een traan om heb gelaten, hoor. Dat komt vooral doordat ik de Olympische Spelen van Tokio nooit als eindstation van mijn carrière heb gezien. Ook al was dit jaar de focus natuurlijk op Tokio gericht, ik heb altijd als subdoel voor dit jaar de WK kortebaan in december in mijn achterhoofd gehad. Daar wil ik revanche nemen op 2018 – toen ik naar later bleek ten onrechte positief testte en het WK moest laten schieten- en wereldkampioen worden in een wereldrecord. Omdat dat WK, met de kennis die we nu hebben, nog gewoon doorgaat, is dat het volgende doel geworden. Dat we de afgelopen tijd niet konden zwemmen zoals we gewend waren, maakt het wel lastig. Mijn doel is fit blijven. Ik ga veel met de hond naar buiten, fietst vaak en doe oefeningen in huis. Mijn verloofde Jesse zit gelukkig samen met mij in quarantaine. Aangezien we normaal een langeafstandsrelatie hebben omdat we allebei een sportcarrière hebben – Jesse is waterpolo-international -, zie ik dit als een kans om lekker veel samen te zijn en spelletjes te spelen. We overleven het wel. Er zijn veel ergere dingen in de wereld.” Frédérique Matla - Hockey - “In 2014 heb ik al mogen proeven aan de Spelen, toen ik meedeed aan de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing, China. Een te gekke ervaring. Na de Spelen van Rio ben ik aangesloten bij het Nederlands team. Ik heb me dus vier jaar lang kunnen voorbereiden op mijn eerste Spelen. Ook al kwamen de Spelen steeds dichterbij, ze voelden nog best ver weg aangezien we nog midden in het hockeyseizoen zaten en er nog van alles kon gebeuren. Dat is ook gebleken. Het feit dat ik in het moment leef, verlichtte voor mij de klap toen bleek dat de Spelen deze zomer niet doorgingen. Neemt natuurlijk niet weg dat de Spelen hét ultieme doel voor veel topsporters is, zo ook voor mij. Ik keek en kijk er enorm naar uit. Maar gezondheid is op dit moment het belangrijkste. Bovendien zie ik deze gezondheidskwestie als een externe factor waar ik geen invloed op heb en waar ik me dus ook geen zorgen om kan maken. Ik hoop dat wij ook in deze periode met z’n allen kunnen ‘winnen’, door dit virus te verslaan. Deze periode biedt me welruimte om wat meer tijd te besteden aan – hoe ironisch - mijn studie Gezondheid & Maatschappij. Daarnaast blijf ik natuurlijk heel actief en leef ik nog steeds voor mijn sport. Zo ben ik vier à vijf keer per week verschillende soorten hardloopsessies aan het doen op een veld of in het park in de buurt van m’n huis. Daar werk ik ook twee keer per week mijn krachttraining af. Zo blijf ik toch een beetje fit, ondanks dat ik nog niet weet waarvoor.” Femke Heemskerk - Zwemmen - “Toen langzaam duidelijk werd dat de Spelen in gevaar kwamen, was dat natuurlijk wel heftig, daar werd ik in eerste instantie erg verdrietig van. Uiteindelijk was het nieuws dat de Spelen zouden worden uitgesteld juist een grote opluchting. In deze situatie zijn de Olympische Spelen niet belangrijk. Om zoiets te zeggen is vreemd, omdat tot begin maart alles om de Spelen draaide. Nu is het enige doel om gezond te blijven en samen met de rest van de wereld ervoor te zorgen dat er geen nieuwe mensen besmet raken met het coronavirus. Toen bleek dat we thuis moesten blijven, wilde ik zo snel mogelijk naar mijn vriend Guido toe. Omdat ik vreesde dat we elkaar anders lange tijd niet zouden zien. Ik zag Guido in Vancouver. Samen wilden we naar Amerika, waar hij woont, maar ik werd geweigerd voor de vlucht. Een belangrijke reden was dat we verloofd waren en niet getrouwd. We waren van plan in september te trouwen, maar hebben besloten dat toen snel te doen. We belden een ambtenaar, legden de situatie uit en zijn nog dezelfde middag in een koffietentje getrouwd en we hebben ook nog twee getuigen gevraagd, dat was zo geregeld. Binnen twee minuten was de plechtigheid voorbij. Bizar, maar ook heel bijzonder. Ik ben nu bij Guido in Californië en buiten hebben we een gym gemaakt, we hebben wat spinfietsen gehuurd en Guido heeft een klein zwembadje waar ik aan elastiek in kan zwemmen. Twee keer per week maken we ook nog een lange hike, dan zijn we er ook even uit. Je doet wat je kunt, en mijn enige doel is om mentaal en fysiek fit te blijven en het vormverlies zoveel mogelijk teminimaliseren. Als ik naar de positieve kant kijk, heb ik nog nooit zoveel tijd achter elkaar samen gehad met Guido, dat is super fijn. Maar de reden ervan is natuurlijk vreselijk.” Ranomi Kromowidjojo - Zwemmen - “Voor mij was het duidelijk dat de Spelen verplaatst zouden moeten worden met het oog op de mondiale gezondheid en veiligheid. Het betekent dat mijn carrière in ieder geval nog twaalf maanden langer gaat duren. Ik leef voor de Spelen, dus het was geen moeilijke keuze om mijn loopbaan met tenminste een jaar te verlengen. Er zijn nog wel veel vraagtekens hoe de komende maanden eruit gaan zien. Wanneer kunnen we weer normaal trainen, reizen en wedstrijden zwemmen? Ik focus me erg op wat er wél kan en wat ik wél heb, en gelukkig ben ik gezond en heb ik de mogelijkheid om in en rond het huis te trainen. Daarnaast zijn we bezig om een SWIMM in de tuin te plaatsen, een badje met stroming. Hopelijk kunnen mijn vriend Ferry Weertman en ik snel in onze achtertuin trainen. Lekker luxe! Maar nog meer hoop ik dat men van deze crisis leert en dat deze hele situatie snel voorbij is. Ferry Weertman - Openwaterzwemmen - “Toen ik hoorde dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld, voelde ik opluchting. Het zat er al een paar weken aan te komen, we konden al niet meer normaal trainen, wat sowieso geen ideale voorbereiding op de Spelen betekende en daarom had ik ook niet de olympische race kunnen laten zien die ik voor ogen heb. Sommige concurrenten konden wel gewoon doortrainen. Echt eerlijk was het dus sowieso niet geweest. Op dit niveau gaat het om een of twee procenten die het verschil maken. En deze beperkingen hadden mij zeker procenten gekost. Het uitstel zie ik nu als een mogelijkheid om nog beter te worden dan vorig jaar. Ik krijg de kans om te kijken wat er beter kan. Mentaal gezien moest ik het nieuws wel even laten landen, hoor. Na het verlossende woord heb ik een paar dagen vrij genomen. Ons seizoen was officieel afgelopen. Maar na die paar dagen begon eigenlijk meteenseizoen 2020-2021. Dat seizoen duurt nu heel lang, tot en met de Spelen van 2021. Twijfel of ik wel wilde doorgaan, had ik niet. Maar ik heb er wel even de tijd voor genomen, wilde het zeker weten en niet in the heat of the moment beslissen. Mijn vriendin Ranomi gaat ook door, dat scheelt. Na de Spelen stond er eigenlijk een lange vakantie op het programma. Ranomi en ik wilden een huisje huren in Italië. Dingen doen die je normaal gesproken als topsporter niet kunt doen. Nu zullen we in de zomer aan het trainen zijn. Dat is ook leuk. Ook wilde ik mijn opleiding bedrijfskunde afmaken vanaf september. Dat zal niet lukken, daarom ben ik nu maar alvast wat vakken aan het doen. Onze verwachtingen moesten even flink worden bijgesteld.” Marit Bouwmeester - Zeilen - “Deze winter zag ik mezelf al ergens op een tropisch eiland liggen, maar dat moet een jaar wachten. Het was natuurlijk duidelijk dat de Spelen niet door konden gaan, gezondheid is nu het belangrijkst. De situatie is nou eenmaal zo, die is voor iedereen hetzelfde. Ik ben vooral blij dat ik volgend jaar een kans krijg om mijn olympische titel te verdedigen. Mijn plannen moesten wel flink worden aangepast. Ik was echt met een eindsprint bezig richting de Spelen, maar dat houd je niet anderhalf jaar vol. Ik train nu in Scheveningen, alhoewel ik in het begin flink moest wennen aan de temperatuur van het water. Alsof je iedere keer een koude emmer met water in je gezicht gesmeten krijgt. Ook was het spannend naar welke maand de Spelen verplaatst zouden worden. De afgelopen jaren zat ik met mijn broer en coach Roelof in de maanden juni, juli en augustus in Tokio om het olympische water te leren kennen. In augustus heerst er een heel andere wind dan in bijvoorbeeld oktober. Daarom ben ik blij dat de Spelen volgend jaar op dezelfde data worden gehouden. Voor ons is het nu heel belangrijk dat we snel weer in Tokio kunnen trainen en wedstrijden kunnen varen. De onzekerheid wanneer dat weer kan, blijft.” Helden Magazine 52 Het  verhaal over alle 'Tokiogangers' komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. In deze editie gaan wij terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Ze zouden deze zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide roet in het eten. Paul Raats fotografeerde sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio. Harrie Lavreysen - Baanwielrennen - “Het zijn bijzondere tijden, waarin we zo goed mogelijk proberen door te trainen. Krachttraining doe ik in de achtertuin en de baantraining hou ik op de weg. Ik woon samen met mijn ploeggenoot Nils van ‘t Hoenderdaal, dus we kunnen met elkaar trainen, Dat is fijn. Inmiddels hebben we wat afgelegen weggetjes gevonden, want met 75 kilometer per uur op een fiets zonder rem een weg op schieten waar ook ander verkeer is, gaat niet. We missen alleen de vier bochten die we op de baan wel hebben. Het is niet anders. Het zat er al een tijdje aan te komen dat de Spelen zouden worden uitgesteld. We konden zien wat er gebeurde in de wereld en het is logisch dat het niet door kon gaan. De dag dat ik het hoorde, voelde ik me niet heel rot. Ik dacht meteen: doorpakken, op naar volgend jaar. Plannen na Tokio had ik nog niet gemaakt, maar het voelt wel alsof ik een jaar stilsta. Maar goed, iedereen zit in hetzelfde schuitje. De WK hebben we nog kunnen rijden eind februari. Sommige sporters hebben dit jaar überhaupt geen wedstrijden gehad, wat dat betreft hebben wij nog geluk gehad. Ik ben blij dat we daar hebben kunnen laten zien hoe goed we zijn. Met drie gouden plakken, op de teamsprint, keirin en individuele sprint, keerde ik huiswaarts. Natuurlijk is het voor onze ploeg balen dat de Spelen niet doorgaan, we stonden er allemaal zo goed voor. Maar ik zie nu geen reden om volgend jaar niet in dezelfde vorm te verkeren. Deze periode gebruik ik om nog sterker te worden en onze basis zo perfect mogelijk te maken. Stilstaan is achteruitgaan. En ik wil nog beter worden Alexander Brouwer - Beachvolleybal - “Mijn maatje Robert Meeuwsen met wie ik al tien jaar samenspeel, heb ik sinds maart niet meer gezien. Alleen via videogesprekken met andere vrienden, want we zitten in dezelfde vriendengroep. Naast sporten mis ik het sociale aspect enorm. Het is onwerkelijk dat ons wedstrijdseizoen is afgelopen voordat het amper was begonnen. We hadden pas één toernooi gespeeld. Het is ook bizar dat zoiets groots als de Spelen is uitgesteld. Maar ik was ook opgelucht dat ze, zoals het er nu naar uitziet, niet zijn afgelast. Vervelen doe ik me thuis niet, ik heb genoeg te doen. Ik spendeer veel tijd met mijn zoontje en sinds december wonen we in een nieuw huis waar nog veel aan moet gebeuren, vooral in de tuin. Ik ben een schuur aan het bouwen en de bestrating aan het aanleggen. Daar blijf ik meteen een beetje fit van. Mijn sponsor Red Bull heeft me een net gegeven dat ik in de tuin heb opgehangen. Zo kan ik een beetje trainen, smashen tegen de radiator die tegen de schutting aanstond. Ik heb er een video van gemaakt en die op Instagram gezet. Die is inmiddels viral gegaan, meer dan twee miljoen keer bekeken. Andere beachvolleyballers hebben mijn voorbeeld gevolgd, lachen toch? Maar om eerlijk te zijn, is mijn motivatie om thuis te trainen best ver te zoeken. Ik ben sowieso een kortetermijndenker en -planner en zie nu even niet het nut in van trainen. Wel probeer ik mijn basisconditie op pijl te houden. Stel dat er nog iets op het programma komt, dan moet ik snel wedstrijdfit kunnen worden. Toch ben ik al een paar kilo aan spiermassa verloren. Twijfelen om door te gaan, deden Robbert en ik niet. Ook onze nieuwe coach Victor Anfiloff heeft zijn commitment gegeven. We zijn alleen allemaal in de wachtrij geplaatst. Eind oktober verwachten mijn vrouw en ik ons tweede kindje. Even kwam nog ter sprake dat onze uitgestelde toernooien in oktober zouden worden ingehaald. Dat had niet echt handig uitgekomen. Nu de Spelen zijn uitgesteld, krijg ik gewoon een druk. Niek Kimmann - BMX - “In eerste instantie werden onze wereldbekers afgelast. Toch was er voor mij toen nog niet zoveel aan de hand. Al reed ik geen wedstrijden meer, ik kon ik me nog steeds goed voorbereiden op de Spelen, onder andere op onze indoor BMX-baan die we thuis in Dedemsvaart hebben. Samen met mijn broertje Justin kon ik goed doortrainen. Het besef dat ook de Spelen misschien niet door zouden gaan, kwam steeds meer. Met de dag veranderde er zoveel, dat het niet veilig en verstandig zou zijn om ze door te laten gaan. Toen het IOC met het besluit naar buiten kwam, was het wel even een schok. Maar het is de beste en eerlijkste beslissing. Wij konden thuis nog wat doen, sommige buitenlandse BMX’ers konden nog volledig trainen en anderen zaten misschien wel op een flat van 10 hoog. Hoe eerlijk is het dan nog? Een van de eerste dingen die je leert in de sport is om dingen te accepteren en je aan te passen. Wel heb ik wat gas teruggenomen na het besluit. Ik had ook minder motivatie om vol door te trainen. We zijn nu onze indoorbaan aan het verbouwen en bezig met een buitenbaan. Ik kom nu aan dingen toe waar ik normaal de tijd niet voor heb. Verder ben ik veel video’s aan het maken. Ik heb een reportage voor de NOS gemaakt en maak video’s voor de KNWU. Dat neemt veel tijd in beslag. Tussendoor train ik, zodat ik een redelijke basis heb als straks alles weer begint. Ik heb me daarom ook nog geen seconde verveeld. In mijn planning is er veel veranderd. Na de Spelen van Rio kwam ik in een soort zwart gat. Ik was even vergeten dat het leven gewoon door zou gaan. Dat wilde ik nu voorkomen, daarom had ik tot 2021 mijn agenda vol staan. Zo wilde ik graag de Amerikaanse serie rijden. Mijn coaches hadden al plannen uitstaan voor me. Die schuiven nu gewoon een jaartje op.” Kim Polling - Judo - “Ik woon in Turijn met mijn vriend Andrea Regis. Het coronavirus heeft heel Italië op een vreselijke manier op z’n kop gezet. Wij mogen alleen voor de echt noodzakelijke dingen naar buiten, verder moeten we binnen blijven. We hebben een speciale trainingsruimte thuis. Verder heb ik het geluk dat mijn vriend ook judoka is, dus ik kan in tegenstelling tot veel andere judoka’s ook echte judotrainingen doen met Andrea. Natuurlijk is zoals bij iedereen de lockdown ook een relatietest. Ik moet zeggen dat het bij ons heel goed gaat. Andrea is altijd zo relaxt, dus dat scheelt. Ik ben soms een beetje geïrriteerd tijdens de trainingen, maar dat ben ik altijd omdat de dingen bij mij nu eenmaal perfect moeten gaan. Ik heb ADHD, daarom plan ik dingen altijd goed. Dat er nu veel onzekerheid is, maakt mij normaal gesproken erg onrustig. Maar de laatste jaren heb ik geregeld met blessures te maken gehad. Eigenlijk komt deze periode overeen met de tijd dat ik geblesseerd was aan mijn rug en knie. Er is een groot verschil: toen vond ik het vooral moeilijk dat ik niets kon en de wedstrijden gewoon doorgingen. Nu kan niemand judoën en dat maakt het zelfs nog iets makkelijker de situatie te accepteren. Wanneer mogen wij judoka’s weer aan de bak? Judo is natuurlijk een contactsport, ik denk dat gezien de risico’s en de verplichte anderhalve meter afstand wij misschien wel de laatste sporters zijn die weer volop kunnen trainen en wedstrijden afwerken. Maar goed, dat is voor alle judoka’s lastig, met of zonder ADHD. Ik liep op schema wat betreft de Spelen, had geen last meer van blessures. Na het EK, dat op het programma stond in mei, zou duidelijk zijn of ik naar de Spelen mocht. Ik stond er goed voor. Wanneer nu de beslissing gaat vallen wie in mijn gewichtsklasse namens Nederland uitkomt in Tokio, weet ik nog niet. Maar goed, voor mij is dat minder erg. Voor iemand als Henk Grol, die echt aan het aftellen was naar de Spelen en daarna zou stoppen, is het veel erger. Ik ga sowieso door tot en met de Spelen van 2024. Door mijn blessures weet ik bovendien hoe het is om er tussenuit te moeten gaan om daarna weer terug te keren.” Kira Toussaint - Zwemmen - “Ik had het al aan zien komen dat de Spelen uitgesteld zouden worden, maar toch kwam het wel even binnen toen het besluit definitief was. Niet dat ik er een traan om heb gelaten, hoor. Dat komt vooral doordat ik de Olympische Spelen van Tokio nooit als eindstation van mijn carrière heb gezien. Ook al was dit jaar de focus natuurlijk op Tokio gericht, ik heb altijd als subdoel voor dit jaar de WK kortebaan in december in mijn achterhoofd gehad. Daar wil ik revanche nemen op 2018 – toen ik naar later bleek ten onrechte positief testte en het WK moest laten schieten- en wereldkampioen worden in een wereldrecord. Omdat dat WK, met de kennis die we nu hebben, nog gewoon doorgaat, is dat het volgende doel geworden. Dat we de afgelopen tijd niet konden zwemmen zoals we gewend waren, maakt het wel lastig. Mijn doel is fit blijven. Ik ga veel met de hond naar buiten, fietst vaak en doe oefeningen in huis. Mijn verloofde Jesse zit gelukkig samen met mij in quarantaine. Aangezien we normaal een langeafstandsrelatie hebben omdat we allebei een sportcarrière hebben – Jesse is waterpolo-international -, zie ik dit als een kans om lekker veel samen te zijn en spelletjes te spelen. We overleven het wel. Er zijn veel ergere dingen in de wereld.” Frédérique Matla - Hockey - “In 2014 heb ik al mogen proeven aan de Spelen, toen ik meedeed aan de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing, China. Een te gekke ervaring. Na de Spelen van Rio ben ik aangesloten bij het Nederlands team. Ik heb me dus vier jaar lang kunnen voorbereiden op mijn eerste Spelen. Ook al kwamen de Spelen steeds dichterbij, ze voelden nog best ver weg aangezien we nog midden in het hockeyseizoen zaten en er nog van alles kon gebeuren. Dat is ook gebleken. Het feit dat ik in het moment leef, verlichtte voor mij de klap toen bleek dat de Spelen deze zomer niet doorgingen. Neemt natuurlijk niet weg dat de Spelen hét ultieme doel voor veel topsporters is, zo ook voor mij. Ik keek en kijk er enorm naar uit. Maar gezondheid is op dit moment het belangrijkste. Bovendien zie ik deze gezondheidskwestie als een externe factor waar ik geen invloed op heb en waar ik me dus ook geen zorgen om kan maken. Ik hoop dat wij ook in deze periode met z’n allen kunnen ‘winnen’, door dit virus te verslaan. Deze periode biedt me welruimte om wat meer tijd te besteden aan – hoe ironisch - mijn studie Gezondheid & Maatschappij. Daarnaast blijf ik natuurlijk heel actief en leef ik nog steeds voor mijn sport. Zo ben ik vier à vijf keer per week verschillende soorten hardloopsessies aan het doen op een veld of in het park in de buurt van m’n huis. Daar werk ik ook twee keer per week mijn krachttraining af. Zo blijf ik toch een beetje fit, ondanks dat ik nog niet weet waarvoor.” Femke Heemskerk - Zwemmen - “Toen langzaam duidelijk werd dat de Spelen in gevaar kwamen, was dat natuurlijk wel heftig, daar werd ik in eerste instantie erg verdrietig van. Uiteindelijk was het nieuws dat de Spelen zouden worden uitgesteld juist een grote opluchting. In deze situatie zijn de Olympische Spelen niet belangrijk. Om zoiets te zeggen is vreemd, omdat tot begin maart alles om de Spelen draaide. Nu is het enige doel om gezond te blijven en samen met de rest van de wereld ervoor te zorgen dat er geen nieuwe mensen besmet raken met het coronavirus. Toen bleek dat we thuis moesten blijven, wilde ik zo snel mogelijk naar mijn vriend Guido toe. Omdat ik vreesde dat we elkaar anders lange tijd niet zouden zien. Ik zag Guido in Vancouver. Samen wilden we naar Amerika, waar hij woont, maar ik werd geweigerd voor de vlucht. Een belangrijke reden was dat we verloofd waren en niet getrouwd. We waren van plan in september te trouwen, maar hebben besloten dat toen snel te doen. We belden een ambtenaar, legden de situatie uit en zijn nog dezelfde middag in een koffietentje getrouwd en we hebben ook nog twee getuigen gevraagd, dat was zo geregeld. Binnen twee minuten was de plechtigheid voorbij. Bizar, maar ook heel bijzonder. Ik ben nu bij Guido in Californië en buiten hebben we een gym gemaakt, we hebben wat spinfietsen gehuurd en Guido heeft een klein zwembadje waar ik aan elastiek in kan zwemmen. Twee keer per week maken we ook nog een lange hike, dan zijn we er ook even uit. Je doet wat je kunt, en mijn enige doel is om mentaal en fysiek fit te blijven en het vormverlies zoveel mogelijk teminimaliseren. Als ik naar de positieve kant kijk, heb ik nog nooit zoveel tijd achter elkaar samen gehad met Guido, dat is super fijn. Maar de reden ervan is natuurlijk vreselijk.” Ranomi Kromowidjojo - Zwemmen - “Voor mij was het duidelijk dat de Spelen verplaatst zouden moeten worden met het oog op de mondiale gezondheid en veiligheid. Het betekent dat mijn carrière in ieder geval nog twaalf maanden langer gaat duren. Ik leef voor de Spelen, dus het was geen moeilijke keuze om mijn loopbaan met tenminste een jaar te verlengen. Er zijn nog wel veel vraagtekens hoe de komende maanden eruit gaan zien. Wanneer kunnen we weer normaal trainen, reizen en wedstrijden zwemmen? Ik focus me erg op wat er wél kan en wat ik wél heb, en gelukkig ben ik gezond en heb ik de mogelijkheid om in en rond het huis te trainen. Daarnaast zijn we bezig om een SWIMM in de tuin te plaatsen, een badje met stroming. Hopelijk kunnen mijn vriend Ferry Weertman en ik snel in onze achtertuin trainen. Lekker luxe! Maar nog meer hoop ik dat men van deze crisis leert en dat deze hele situatie snel voorbij is. Ferry Weertman - Openwaterzwemmen - “Toen ik hoorde dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld, voelde ik opluchting. Het zat er al een paar weken aan te komen, we konden al niet meer normaal trainen, wat sowieso geen ideale voorbereiding op de Spelen betekende en daarom had ik ook niet de olympische race kunnen laten zien die ik voor ogen heb. Sommige concurrenten konden wel gewoon doortrainen. Echt eerlijk was het dus sowieso niet geweest. Op dit niveau gaat het om een of twee procenten die het verschil maken. En deze beperkingen hadden mij zeker procenten gekost. Het uitstel zie ik nu als een mogelijkheid om nog beter te worden dan vorig jaar. Ik krijg de kans om te kijken wat er beter kan. Mentaal gezien moest ik het nieuws wel even laten landen, hoor. Na het verlossende woord heb ik een paar dagen vrij genomen. Ons seizoen was officieel afgelopen. Maar na die paar dagen begon eigenlijk meteenseizoen 2020-2021. Dat seizoen duurt nu heel lang, tot en met de Spelen van 2021. Twijfel of ik wel wilde doorgaan, had ik niet. Maar ik heb er wel even de tijd voor genomen, wilde het zeker weten en niet in the heat of the moment beslissen. Mijn vriendin Ranomi gaat ook door, dat scheelt. Na de Spelen stond er eigenlijk een lange vakantie op het programma. Ranomi en ik wilden een huisje huren in Italië. Dingen doen die je normaal gesproken als topsporter niet kunt doen. Nu zullen we in de zomer aan het trainen zijn. Dat is ook leuk. Ook wilde ik mijn opleiding bedrijfskunde afmaken vanaf september. Dat zal niet lukken, daarom ben ik nu maar alvast wat vakken aan het doen. Onze verwachtingen moesten even flink worden bijgesteld.” Marit Bouwmeester - Zeilen - “Deze winter zag ik mezelf al ergens op een tropisch eiland liggen, maar dat moet een jaar wachten. Het was natuurlijk duidelijk dat de Spelen niet door konden gaan, gezondheid is nu het belangrijkst. De situatie is nou eenmaal zo, die is voor iedereen hetzelfde. Ik ben vooral blij dat ik volgend jaar een kans krijg om mijn olympische titel te verdedigen. Mijn plannen moesten wel flink worden aangepast. Ik was echt met een eindsprint bezig richting de Spelen, maar dat houd je niet anderhalf jaar vol. Ik train nu in Scheveningen, alhoewel ik in het begin flink moest wennen aan de temperatuur van het water. Alsof je iedere keer een koude emmer met water in je gezicht gesmeten krijgt. Ook was het spannend naar welke maand de Spelen verplaatst zouden worden. De afgelopen jaren zat ik met mijn broer en coach Roelof in de maanden juni, juli en augustus in Tokio om het olympische water te leren kennen. In augustus heerst er een heel andere wind dan in bijvoorbeeld oktober. Daarom ben ik blij dat de Spelen volgend jaar op dezelfde data worden gehouden. Voor ons is het nu heel belangrijk dat we snel weer in Tokio kunnen trainen en wedstrijden kunnen varen. De onzekerheid wanneer dat weer kan, blijft.” Helden Magazine 52 Het  verhaal over alle 'Tokiogangers' komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. In deze editie gaan wij terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

BMX

Laura & Merel Smulders: ‘Zussenstrijd’

De ene durfal heeft al een olympische medaille op zak, de andere is hard op weg een plek in de top te veroveren. BMX’sters Laura (24) en Merel Smulders (20) willen maar één ding: samen op het podium belanden. “Ik help je, Merel, spring maar op m’n stuur,” roept Laura Smulders. Samen rijden ze een paar rondjes door de sporthal in Wijchen, waar ze met z’n tweeën een huis delen. Als tijdens de fotoshoot blijkt dat Merel de moeilijke trucs op haar BMX liever achterwege laat, bekommert Laura zich over haar als een verantwoordelijke oudere zus. Merel lacht naar de camera en moedigt Laura aan dat ook te doen. Merel: “Ik vind fotoshoots, kleding en sieraden geweldig, ben het meisje meisje van ons twee.” Laura lachend: “Je hebt me wel een beetje aangestoken, maar over het algemeen ben ik met mijn sport bezig en niet met m’n uiterlijk.” Merel: “Laura is natuurlijk mijn grote zus, maar daarnaast lijken we ook wel beste vriendinnen. En soms is ze een beetje mijn tweede moeder. Dan roept ze dat ik mijn kleren moet opruimen of de vaatwasser uit moet ruimen.” Laura: “Ik vertel je af en toe gewoon wat je moet doen. We kunnen het heel goed met elkaar vinden, maar ook ruzie maken. Dan schreeuwen we even tegen elkaar, maar vijf minuten later is het weer over.” Merel: “Onze teamgenoten vinden ons net een getrouwd stel.” Laura knikt: “We trainen samen, wonen samen en reizen samen naar wedstrijden en trainingen. Het is soms best lastig om altijd op elkaars lip te zitten, maar het is ook heel fijn dat we dit samen kunnen doen. Ik zou ook niet in m’n eentje willen wonen, veel te saai.” Lachend: “En als ik Merel zat ben, zeg ik: ga maar even naar je kamer.” Merel hoofdschuddend: “Ik krijg vaker te horen: ‘Ga je nu alwéér weg?’ Ik ben heel actief, ga vaak naar vriendinnen toe en ik werk er ook nog naast bij een sportschool en bij een van onze sponsors. O, en ik volg een minor strafrecht in Utrecht. Later wil ik bij de politie.” Laura beaamt: “Merel heeft een drukkere agenda dan ik. Ik ben liever met één ding bezig: met BMX’en.” Rot gevoel De BMX is niet meer weg te denken uit het leven van de familie Smulders uit Horssen. Laura raakte al op jonge leeftijd verknocht aan de sport, toen ze samen met haar vader en oudere broer Koen voor het eerst bij een wedstrijd was in Doetinchem. Laura: “Een kennis deed mee, daarom gingen we kijken. We vonden het gaaf. De dichtstbijzijnde baan was in Wijchen, tien minuten bij ons vandaag. Ik was zes toen ik voor het eerst over die heuveltjes reed.” Merel: “Ik stond van heel jongs af aan te kijken en wilde ook.” Laura: “Mijn broer en ik fietsten al drie jaar, toen kwam Merel erbij. We hebben het niet van een vreemde: mijn vader deed aan motorcross, mountainbiken en wielrennen.” Merel: “Sinds 2004 gingen we ieder weekend met de familie in de camper heel Europa door om aan wedstrijden mee te doen.” Laura: “Ik kan me nog herinneren dat we op de basisschool op maandagen in een kring over ons weekend moesten vertellen. Ik nam bijna iedere maandag een beker mee.” Merel werd al snel Laura’s grootste fan en an­dersom. Merel zag haar vier jaar oudere zus uitgroeien tot de kopvrouw van het Neder­ landse BMX’en en een olympische bronzen medaille winnen tijdens de Spelen in Londen in 2012, wereldkampioen tijdrit worden en tot tweemaal toe Europees kampioen. Ook won Laura de afgelopen twee jaar het wereld­ bekerklassement. Merel: “Tijdens de Spelen in Londen was ik superzenuwachtig, ik stond hysterisch te schreeuwen op de tribune.” Laura: “Ik was achttien jaar, niemand had gedacht dat ik daar überhaupt de finale zou halen. In die finale stond ik alleen maar te genieten, ik was niet bezig met winnen. Maar ik had een goede start, wist de gaatjes te vinden en reed zo naar die derde plek.” Andersom zag Laura haar zusje heersen in het juniorencircuit. Merel werd onder meer Europees kampioen en wereldkampioen op de tijdrit in 2016. Laura: ‘We lazen van het ongeluk van Jelle van Gorkom en ik werd meteen heel misselijk’ Helden Magazine 41 Het eerste gedeelte van het verhaal van de zusjes Smulders komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’. Verder in de 41ste editie van Helden, voetbaltrainer Phillip Cocu over zijn indrukwekkende carrière, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, voetballer Kevin de Bruyne, koning van de marathon Eliud Kipchoge, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter, de paravolleyballers over hun droom de paralympische Spelen in Tokio en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
De ene durfal heeft al een olympische medaille op zak, de andere is hard op weg een plek in de top te veroveren. BMX’sters Laura (24) en Merel Smulders (20) willen maar één ding: samen op het podium belanden. “Ik help je, Merel, spring maar op m’n stuur,” roept Laura Smulders. Samen rijden ze een paar rondjes door de sporthal in Wijchen, waar ze met z’n tweeën een huis delen. Als tijdens de fotoshoot blijkt dat Merel de moeilijke trucs op haar BMX liever achterwege laat, bekommert Laura zich over haar als een verantwoordelijke oudere zus. Merel lacht naar de camera en moedigt Laura aan dat ook te doen. Merel: “Ik vind fotoshoots, kleding en sieraden geweldig, ben het meisje meisje van ons twee.” Laura lachend: “Je hebt me wel een beetje aangestoken, maar over het algemeen ben ik met mijn sport bezig en niet met m’n uiterlijk.” Merel: “Laura is natuurlijk mijn grote zus, maar daarnaast lijken we ook wel beste vriendinnen. En soms is ze een beetje mijn tweede moeder. Dan roept ze dat ik mijn kleren moet opruimen of de vaatwasser uit moet ruimen.” Laura: “Ik vertel je af en toe gewoon wat je moet doen. We kunnen het heel goed met elkaar vinden, maar ook ruzie maken. Dan schreeuwen we even tegen elkaar, maar vijf minuten later is het weer over.” Merel: “Onze teamgenoten vinden ons net een getrouwd stel.” Laura knikt: “We trainen samen, wonen samen en reizen samen naar wedstrijden en trainingen. Het is soms best lastig om altijd op elkaars lip te zitten, maar het is ook heel fijn dat we dit samen kunnen doen. Ik zou ook niet in m’n eentje willen wonen, veel te saai.” Lachend: “En als ik Merel zat ben, zeg ik: ga maar even naar je kamer.” Merel hoofdschuddend: “Ik krijg vaker te horen: ‘Ga je nu alwéér weg?’ Ik ben heel actief, ga vaak naar vriendinnen toe en ik werk er ook nog naast bij een sportschool en bij een van onze sponsors. O, en ik volg een minor strafrecht in Utrecht. Later wil ik bij de politie.” Laura beaamt: “Merel heeft een drukkere agenda dan ik. Ik ben liever met één ding bezig: met BMX’en.” Rot gevoel De BMX is niet meer weg te denken uit het leven van de familie Smulders uit Horssen. Laura raakte al op jonge leeftijd verknocht aan de sport, toen ze samen met haar vader en oudere broer Koen voor het eerst bij een wedstrijd was in Doetinchem. Laura: “Een kennis deed mee, daarom gingen we kijken. We vonden het gaaf. De dichtstbijzijnde baan was in Wijchen, tien minuten bij ons vandaag. Ik was zes toen ik voor het eerst over die heuveltjes reed.” Merel: “Ik stond van heel jongs af aan te kijken en wilde ook.” Laura: “Mijn broer en ik fietsten al drie jaar, toen kwam Merel erbij. We hebben het niet van een vreemde: mijn vader deed aan motorcross, mountainbiken en wielrennen.” Merel: “Sinds 2004 gingen we ieder weekend met de familie in de camper heel Europa door om aan wedstrijden mee te doen.” Laura: “Ik kan me nog herinneren dat we op de basisschool op maandagen in een kring over ons weekend moesten vertellen. Ik nam bijna iedere maandag een beker mee.” Merel werd al snel Laura’s grootste fan en an­dersom. Merel zag haar vier jaar oudere zus uitgroeien tot de kopvrouw van het Neder­ landse BMX’en en een olympische bronzen medaille winnen tijdens de Spelen in Londen in 2012, wereldkampioen tijdrit worden en tot tweemaal toe Europees kampioen. Ook won Laura de afgelopen twee jaar het wereld­ bekerklassement. Merel: “Tijdens de Spelen in Londen was ik superzenuwachtig, ik stond hysterisch te schreeuwen op de tribune.” Laura: “Ik was achttien jaar, niemand had gedacht dat ik daar überhaupt de finale zou halen. In die finale stond ik alleen maar te genieten, ik was niet bezig met winnen. Maar ik had een goede start, wist de gaatjes te vinden en reed zo naar die derde plek.” Andersom zag Laura haar zusje heersen in het juniorencircuit. Merel werd onder meer Europees kampioen en wereldkampioen op de tijdrit in 2016. Laura: ‘We lazen van het ongeluk van Jelle van Gorkom en ik werd meteen heel misselijk’ Helden Magazine 41 Het eerste gedeelte van het verhaal van de zusjes Smulders komt voort uit Helden Magazine 41 waar Wesley Sneijder de cover siert. Sneijder is niet langer international. In een exclusief interview doet hij zijn verhaal vanuit Qatar. ‘’Ik ben nog hetzelfde straatschoffie’’. Verder in de 41ste editie van Helden, voetbaltrainer Phillip Cocu over zijn indrukwekkende carrière, wielrenner Laurens ten Dam over de Giro en Tom Dumoulin, paralympisch triatleet Jetze Plat, voetbalster Jackie Groenen over haar studie en nog meer, voetballer Kevin de Bruyne, koning van de marathon Eliud Kipchoge, voetballer Lasse Schöne, oud-wielrenner Johan van der Velde, oud-tenniser Raemon Sluiter, de paravolleyballers over hun droom de paralympische Spelen in Tokio en oud-voetballer Khalid Boulahrouz ontmoet Barbara Barend en spreekt over hun innige band, ons land en het Marokkaanse WK-elftal. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Roeien

Ilse Paulis en Maaike Head: ‘Die euforie komt nooit meer terug’

Een jaar geleden roeiden Maaike Head (33) en Ilse Paulis (24) in de lichte dubbeltwee naar het goud op de Spelen in Rio. Hoe anders ziet het leven van de olympisch kampioenen er nu uit. De een is arts, de ander loopt coschappen en denkt alweer aan een tweede gouden medaille. We legden het duo zeven dilemma’s voor. Een doktersjas of een roeipakje? Maaike Head: “Ik ben nu heel gelukkig met m’n dokters­ jas, maar ik mis het roeien wel. Sinds die gouden medaille is er veel gebeurd. De maanden na Rio, eigenlijk tot en met het Sportgala in december, waren hectisch. Huldiging hier, feestje daar. Vanaf oktober ging ik al parttime werken, dat was best snel. Toch vond ik het heerlijk om die jas aan te trekken en wat anders te kunnen doen. Nu is de rust weder­ gekeerd. Mijn nieuwe leven bestaat uit werken, en af en toe sporten. Wel hee het bij mij even geduurd voordat ik me realiseerde dat het roeien echt klaar was. Eigenlijk wilde ik er na Rio nog geen afscheid van nemen, maar ik ben nu 33 en heb ook andere ambities. Ik moest deze keuze maken.” Ilse Paulis: “Het zijn twee zulke verschillende werelden. Na Rio lag mijn focus ook op m’n studie. Ik heb mijn bachelor geneeskunde afgerond en sinds mei loop ik co­ schappen. Maar ik ben ook heel gelukkig met mijn roeipak, geniet nog van het afzien. Toch was het niet vanzelfsprekend dat ik door zou gaan. Dat hele grote doel was weg, maar ik had wel snel het gevoel dat het nog niet klaar was.” Maaike: “Weet je, als ik kon kiezen, zou ik de rest van mijn leven het liefst buiten spelen. Het is alleen helaas tijd voor mij om op te groeien.” Ilse: “Wat je mist aan roeien zijn alle mooie momenten, en dan vergeet je weleens dat je ook heel hard moet trainen.” Maaike: “Het is allebei heel hard werken en ook wel vergelijkbaar. Met roeien wilde ik de beste zijn en was ik een specialist in de lichte dubbeltwee. Als arts wil ik ook de beste zijn en tot specialist uitgroeien, alleen is het wat minder meetbaar.” Ilse: “Als coassistent sta ik echt weer helemaal onderaan de ladder. Ik vond het lastig om te weten waar mijn taken liggen. Ik ben nog geen arts, dus ik heb niet die verantwoor­ delijkheid. Maar ik wil wel leren, dus moet ik ook taken op me nemen. Het is zoeken waar ik die kan pakken en waar ik gewoon moet toekijken. In de boot wist ik precies wat er van me werd verwacht.” Maaike, lachend: “Nou, dat blij ook zo. Ik ben soms ook nog een slaafje van de afdeling. Als beginnend arts werk ik samen met veel verschillende specialisten, en die willen dingen het liefst op hun manier doen. Daar moet ik ook een weg in vinden. Soms herkennen patiënten me; een beetje ongemakkelijk. Laatst stond ik een patiënt te hechten, toen haar zoon me feliciteerde met mijn medaille en vervolgens allemaal vragen stelde. Leuk hoor, maar laat me nu gewoon even voor je moeder zorgen, dacht ik. Ik ben blij dat ik geen Epke Zonderland ben. Niet iedereen herkent mij. Dat is bij hem vast wel anders.” Uit het oog of uit het hart? Ilse: “In die maanden na Rio hebben we elkaar heel veel gezien, nu was het alweer een tijdje geleden. Uit het oog dus.” Maaike: “Na Rio waren we zo happy, konden ook weer alles eten en drinken wat we wilden. We hadden zulke leuke dingen samen meegemaakt, die wilden we blijven delen. Maar het leven gaat door.” Ilse, lachend: “Ons hele leven zullen we aan elkaar vast­ zitten.” Maaike: “Onze samenwerking ging goed omdat we elkaars krachten kenden, maar ook omdat we gewoon heel veel lol hadden.” Ilse, lachend: “Een relatietherapeut hebben we niet nodig gehad, nee. Maar we hebben wel duidelijk uitgesproken wat elkaars sterke en mindere punten zijn. We kennen elkaar zo goed. Als roeisters hadden we een bepaalde band, maar als het roeien ineens ophoudt, krijg je een heel andere relatie.” Maaike knikt: “En welk stempel geef je dat? Ik zou haar eerder mijn zusje noemen dan een vriendin.” Ilse, lachend: “Ik heb al twee zussen, maar nog geen oudere. Met vriendinnen maak je niet zulke intense gebeurtenissen mee. Het blij toch meer aan de oppervlakte. Maaike vertrouw ik door en door, ik kon op haar bouwen.” Maaike: “Toen Ilse zilver won op het afgelopen EK in Tsjechië met haar nieuwe partner Marieke Keijser, was ik mee om te kijken en te flyeren voor een internationale roeiwedstrijd in Nederland. Ik was zo intens zenuw­achtig voor haar wedstrijd. Dat had ik vroeger ook bij mijn broertje als hij een schaatswedstrijd had. Zat ik mezelf ook op te vreten.” Ilse: “Je bent nog heel erg betrokken, dat is leuk.” Maaike: “Ik wil graag dat jullie het heel goed doen, ook omdat ik weet hoe lastig het voor jou is om al die trainin­gen en wedstrijden maar tussen je studie te proppen." Maaike of Marieke? Ilse, lachend: “Dat is als kiezen tussen je twee kinderen, om toch in de familiesferen te blijven. Het is lastig om als je zo intens met iemand hebt samengewerkt, weer met een nieuw iemand dezelfde band op te bouwen. Ik moet een knop omzetten, weer een nieuw traject in met nieuwe uitdagingen, nieuwe manieren vinden om samen te werken. Dat is waar ik op dit moment met Marieke sta. We kennen elkaar, maar nog niet goed genoeg. Uiteindelijk hoop ik met Marieke net zo goed te worden als met Maaike. Maaike en Marieke zijn zo anders. Marieke is energiek, een stuiterbal. Ze hee dit jaar haar middelbare school afgerond. Maaike is wat volwassener, rustiger.” Maaike: “Ilse is ook tien jaar jonger dan ik, maar toen we bij elkaar in de boot kwamen, roeide ze al veel langer. Zij had meer bootgevoel, dat leerde ik weer van haar. Ik was in 2012 al op de Spelen geweest, werd achtste, maar het was bij ons niet zo van: ik weet nu hoe het moet, luister naar mij.” Ilse: “Voor het EK heb ik Maaike nog om advies gevraagd. Niet zozeer over technische dingen, maar wel over mijn nieuwe rol. Even sparren. Nu ben ik degene met ervaring in de boot.” Maaike: “Ik weet nog dat je zei: ‘Ik heb nu de rol die jij vorig jaar had. Ik ben de oudste en degene die haar mond open moet trekken.’” Ilse: “Bij Maaike bleef ik altijd meer op de achtergrond. Als iets even niet zo goed liep, zei ik gewoon even niks. Ik merkte dat Marieke diezelfde reactie had als ik. Nu was ik dus degene die moest zeggen: ‘Marieke, we moeten hier nu over praten.’ Het is even wennen. Toch pakten we meteen zilver op het EK, dus het is een mooi begin.” Maaike: “Qua talent is dit de beste optie voor Ilse, ze zijn de twee beste lichte dames. Of het op persoonlijk vlak helemaal goed gaat komen, moet blijken. Ze hebben nog genoeg tijd om daaraan te werken. Hard zullen ze denk ik toch wel gaan.” Ilse of je vriend Meindert Klem? Maaike, lachend: “Natuurlijk mis ik Ilse, maar ik kan natuurlijk niet anders dan kiezen voor mijn vriend. Na Rio is het wel een tijdje uit geweest tussen ons. Ik had zo naar die Spelen toegewerkt, zag Ilse veel vaker dan Meindert. En ik deelde op een gegeven moment ook meer met Ilse dan met hem, had het idee dat Ilse en ons hele team dichterbij mij stonden dan hij. Daar ging het mis. Het is ook mijn eigen schuld dat ik hem er niet genoeg bij betrok. In februari is het weer goed gekomen. Meindert is ook oud­roeier. Onze relatie is ont­staan door een koffer op Schiphol: ik had overgewicht en dumpte de helft van mijn kleren in zijn koffer. Ilse: ‘De relatie met mijn vriend stond ook onder druk. Zo’n jaar is nou eenmaal heftig’ Ilse: “De relatie met mijn vriend Dominic stond ook onder druk. Het is dan wel niet uit geweest tussen ons, maar zo’n jaar is nou eenmaal he ig. Alleen al omdat je elkaar zo weinig ziet. En als we elkaar zagen, was ik vaak niet meer zo gezellig aan het einde van de dag.” Een pezig lichaam of vrouwelijke vormen? Maaike: “Ik vind het vreselijk dat ik mijn sportlichaam kwijt ben, had er zo hard voor gewerkt om het zo t te krij­ gen. Ik kom net terug van twee weken vakantie. Ik heb niet gesport, alleen een beetje gewandeld en slecht gegeten. Ik voelde me meteen dik.” Ilse, lachend: “Ik kies ook voor een sportlijf. Maar vooral omdat ik mezelf er lekkerder bij voel.” Maaike, lachend: “Maar mijn vriend kiest voor de rondingen. Op het EK keek ik naar Ilse, toen dacht ik echt: was ik ook zo? Toen besefte ik dat het lichte roeien echt ongezond is. Maar als je erin zit, zie je het niet. In Rio was ik extreem dun en afgetraind, ik had echt spillebeentjes.” Ilse: “Naast het roeien komt er wel een extra dimensie bij in de lichte dubbeltwee. Het altijd maar op dieet zijn. Maar als je je daar druk om blij maken, wordt het veel te zwaar.” Maaike: “Die levensstijl van gezond eten probeer ik wel vast te houden, maar ik ben nu wel vijf kilo zwaarder. Heel af en toe zit ik nog in een boot, maar ik vind het frustrerend te merken dat het zo snel achteruit gaat. Voor roeien moet je hele lichaam getraind zijn. Uiteindelijk wil ik wel weer gaan roeien voor de lol, maar ik moet eerst even afstand nemen en het gevoel een beetje kwijt zijn. Over een tijdje ga ik dan in zo’n acht zitten met andere oud­roeisters. Gewoon gezellig.” Ilse, lachend: “En na afloop koffie met appeltaart. Dat klinkt best aantrekkelijk.” Water of wijn? Ilse: “Voor mij nog steeds water, met af en toe wijn. Ik heb de touwtjes ook wel even laten vieren, hoor. Ik heb af en toe een feestje meegepakt, toen we dit jaar met mijn studentenvereniging Nereus de Varsity wonnen bijvoorbeeld. Maar ik ben nog steeds geen feestbeest.” Maaike: ‘Ik ben heel blij dat ik weer mee kan doen met vrijdagmiddag­ borrels en gewoon dronken naar huis kan etsen’ Maaike: “Voor mij is het duidelijk: wijn. Ik ben heel blij dat ik weer mee kan doen met vrijdagmiddagborrels en gewoon dronken naar huis kan etsen. En dat dat dan geen bal uitmaakt. Dat kan bij de chirurgie prima. In december ben ik mee geweest op wintersport met mijn collega’s, dat feesten ging voor mij naar een heel nieuw level.” Een gouden medaille of een mensenleven redden? Ilse, lachend: “Nou, ik heb nog nooit een mensenleven gered. Maar als het om een situatie van leven of dood gaat, maakt die medaille echt niks meer uit.” Maaike: “Het gevoel van euforie na zo’n gouden medaille waar je zo lang voor hebt getraind, komt denk ik nooit meer terug. Dat is echt briljant. In je werk is dat anders. Ik heb misschien weleens een leven gered, maar niet in m’n eentje.” Ilse: “Als arts voel je denk ik meer opluchting als je iemand hebt kunnen helpen, geen euforie. Ik ben ook trots op mijn gouden medaille. Het hee me rust gegeven, voor mij is mijn carrière nu echt geslaagd. Ik hoef me niet meer te bewij­zen als roeister. Die bewijsdrang komt natuurlijk wel weer als de Spelen van Tokio dichterbij komen.” Maaike: “Die medaille gee mij ook rust. En laten we hopen dat die gouden medaille ook nog specifek iets oplevert. Ik ben arts­assistent chirurgie in Amsterdam en wissel tussen verschillende afdelingen, maar ik moet nu solliciteren naar een opleidingsplek tot specialist. En eigenlijk ben ik best oud om te beginnen als arts. Toch merk ik in het ziekenhuis dat die gouden plak wel iets magisch is. Ik ben iemand met een verhaal. Ik hoop dat het me gaat helpen in de sollicitaties.” Ilse: “Bij mij staat mijn maatschappelijke carrière nu ook even op de eerste plaats. In september is het WK, maar ik heb besloten om niet mee te doen, omdat ik nu niet mijn topniveau kan halen. Ik ben wel fit en blijf dat ook, maar die laatste procent kan ik op dit moment niet geven, ook vanwege mijn coschappen. En ik doe alleen mee om medailles, anders loopt het alleen maar uit op een teleurstelling. Zo’n twee jaar voor de Spelen zal mijn focus weer vol op het roeien zijn. Want ik ga voor die tweede gouden medaille.” Maaike: “Ik hoop dat Ilse dat gaat lukken. Het gevoel van goud winnen, ga ik nooit meer voelen. Maar mijn nieuwe doel is een heel goede arts worden. En ik wil graag de binding met sport houden. Tijdens de Tour de France zag ik al die renners van hun etsen vallen, op den duur zou ik ook graag als arts mee willen naar wie­ lerkoersen. En wie weet uiteindelijk ook een gezinnetje stichten. Maar daar ben ik nog niet zo mee bezig.” Ilse: “Ik heb twee konijnen, dat vind ik voorlopig ook genoeg verantwoordelijkheid.” Maaike, lachend: “Vertel even hoe ze heten.” Ilse: “Rio en Tokio!” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Een jaar geleden roeiden Maaike Head (33) en Ilse Paulis (24) in de lichte dubbeltwee naar het goud op de Spelen in Rio. Hoe anders ziet het leven van de olympisch kampioenen er nu uit. De een is arts, de ander loopt coschappen en denkt alweer aan een tweede gouden medaille. We legden het duo zeven dilemma’s voor. Een doktersjas of een roeipakje? Maaike Head: “Ik ben nu heel gelukkig met m’n dokters­ jas, maar ik mis het roeien wel. Sinds die gouden medaille is er veel gebeurd. De maanden na Rio, eigenlijk tot en met het Sportgala in december, waren hectisch. Huldiging hier, feestje daar. Vanaf oktober ging ik al parttime werken, dat was best snel. Toch vond ik het heerlijk om die jas aan te trekken en wat anders te kunnen doen. Nu is de rust weder­ gekeerd. Mijn nieuwe leven bestaat uit werken, en af en toe sporten. Wel hee het bij mij even geduurd voordat ik me realiseerde dat het roeien echt klaar was. Eigenlijk wilde ik er na Rio nog geen afscheid van nemen, maar ik ben nu 33 en heb ook andere ambities. Ik moest deze keuze maken.” Ilse Paulis: “Het zijn twee zulke verschillende werelden. Na Rio lag mijn focus ook op m’n studie. Ik heb mijn bachelor geneeskunde afgerond en sinds mei loop ik co­ schappen. Maar ik ben ook heel gelukkig met mijn roeipak, geniet nog van het afzien. Toch was het niet vanzelfsprekend dat ik door zou gaan. Dat hele grote doel was weg, maar ik had wel snel het gevoel dat het nog niet klaar was.” Maaike: “Weet je, als ik kon kiezen, zou ik de rest van mijn leven het liefst buiten spelen. Het is alleen helaas tijd voor mij om op te groeien.” Ilse: “Wat je mist aan roeien zijn alle mooie momenten, en dan vergeet je weleens dat je ook heel hard moet trainen.” Maaike: “Het is allebei heel hard werken en ook wel vergelijkbaar. Met roeien wilde ik de beste zijn en was ik een specialist in de lichte dubbeltwee. Als arts wil ik ook de beste zijn en tot specialist uitgroeien, alleen is het wat minder meetbaar.” Ilse: “Als coassistent sta ik echt weer helemaal onderaan de ladder. Ik vond het lastig om te weten waar mijn taken liggen. Ik ben nog geen arts, dus ik heb niet die verantwoor­ delijkheid. Maar ik wil wel leren, dus moet ik ook taken op me nemen. Het is zoeken waar ik die kan pakken en waar ik gewoon moet toekijken. In de boot wist ik precies wat er van me werd verwacht.” Maaike, lachend: “Nou, dat blij ook zo. Ik ben soms ook nog een slaafje van de afdeling. Als beginnend arts werk ik samen met veel verschillende specialisten, en die willen dingen het liefst op hun manier doen. Daar moet ik ook een weg in vinden. Soms herkennen patiënten me; een beetje ongemakkelijk. Laatst stond ik een patiënt te hechten, toen haar zoon me feliciteerde met mijn medaille en vervolgens allemaal vragen stelde. Leuk hoor, maar laat me nu gewoon even voor je moeder zorgen, dacht ik. Ik ben blij dat ik geen Epke Zonderland ben. Niet iedereen herkent mij. Dat is bij hem vast wel anders.” Uit het oog of uit het hart? Ilse: “In die maanden na Rio hebben we elkaar heel veel gezien, nu was het alweer een tijdje geleden. Uit het oog dus.” Maaike: “Na Rio waren we zo happy, konden ook weer alles eten en drinken wat we wilden. We hadden zulke leuke dingen samen meegemaakt, die wilden we blijven delen. Maar het leven gaat door.” Ilse, lachend: “Ons hele leven zullen we aan elkaar vast­ zitten.” Maaike: “Onze samenwerking ging goed omdat we elkaars krachten kenden, maar ook omdat we gewoon heel veel lol hadden.” Ilse, lachend: “Een relatietherapeut hebben we niet nodig gehad, nee. Maar we hebben wel duidelijk uitgesproken wat elkaars sterke en mindere punten zijn. We kennen elkaar zo goed. Als roeisters hadden we een bepaalde band, maar als het roeien ineens ophoudt, krijg je een heel andere relatie.” Maaike knikt: “En welk stempel geef je dat? Ik zou haar eerder mijn zusje noemen dan een vriendin.” Ilse, lachend: “Ik heb al twee zussen, maar nog geen oudere. Met vriendinnen maak je niet zulke intense gebeurtenissen mee. Het blij toch meer aan de oppervlakte. Maaike vertrouw ik door en door, ik kon op haar bouwen.” Maaike: “Toen Ilse zilver won op het afgelopen EK in Tsjechië met haar nieuwe partner Marieke Keijser, was ik mee om te kijken en te flyeren voor een internationale roeiwedstrijd in Nederland. Ik was zo intens zenuw­achtig voor haar wedstrijd. Dat had ik vroeger ook bij mijn broertje als hij een schaatswedstrijd had. Zat ik mezelf ook op te vreten.” Ilse: “Je bent nog heel erg betrokken, dat is leuk.” Maaike: “Ik wil graag dat jullie het heel goed doen, ook omdat ik weet hoe lastig het voor jou is om al die trainin­gen en wedstrijden maar tussen je studie te proppen." Maaike of Marieke? Ilse, lachend: “Dat is als kiezen tussen je twee kinderen, om toch in de familiesferen te blijven. Het is lastig om als je zo intens met iemand hebt samengewerkt, weer met een nieuw iemand dezelfde band op te bouwen. Ik moet een knop omzetten, weer een nieuw traject in met nieuwe uitdagingen, nieuwe manieren vinden om samen te werken. Dat is waar ik op dit moment met Marieke sta. We kennen elkaar, maar nog niet goed genoeg. Uiteindelijk hoop ik met Marieke net zo goed te worden als met Maaike. Maaike en Marieke zijn zo anders. Marieke is energiek, een stuiterbal. Ze hee dit jaar haar middelbare school afgerond. Maaike is wat volwassener, rustiger.” Maaike: “Ilse is ook tien jaar jonger dan ik, maar toen we bij elkaar in de boot kwamen, roeide ze al veel langer. Zij had meer bootgevoel, dat leerde ik weer van haar. Ik was in 2012 al op de Spelen geweest, werd achtste, maar het was bij ons niet zo van: ik weet nu hoe het moet, luister naar mij.” Ilse: “Voor het EK heb ik Maaike nog om advies gevraagd. Niet zozeer over technische dingen, maar wel over mijn nieuwe rol. Even sparren. Nu ben ik degene met ervaring in de boot.” Maaike: “Ik weet nog dat je zei: ‘Ik heb nu de rol die jij vorig jaar had. Ik ben de oudste en degene die haar mond open moet trekken.’” Ilse: “Bij Maaike bleef ik altijd meer op de achtergrond. Als iets even niet zo goed liep, zei ik gewoon even niks. Ik merkte dat Marieke diezelfde reactie had als ik. Nu was ik dus degene die moest zeggen: ‘Marieke, we moeten hier nu over praten.’ Het is even wennen. Toch pakten we meteen zilver op het EK, dus het is een mooi begin.” Maaike: “Qua talent is dit de beste optie voor Ilse, ze zijn de twee beste lichte dames. Of het op persoonlijk vlak helemaal goed gaat komen, moet blijken. Ze hebben nog genoeg tijd om daaraan te werken. Hard zullen ze denk ik toch wel gaan.” Ilse of je vriend Meindert Klem? Maaike, lachend: “Natuurlijk mis ik Ilse, maar ik kan natuurlijk niet anders dan kiezen voor mijn vriend. Na Rio is het wel een tijdje uit geweest tussen ons. Ik had zo naar die Spelen toegewerkt, zag Ilse veel vaker dan Meindert. En ik deelde op een gegeven moment ook meer met Ilse dan met hem, had het idee dat Ilse en ons hele team dichterbij mij stonden dan hij. Daar ging het mis. Het is ook mijn eigen schuld dat ik hem er niet genoeg bij betrok. In februari is het weer goed gekomen. Meindert is ook oud­roeier. Onze relatie is ont­staan door een koffer op Schiphol: ik had overgewicht en dumpte de helft van mijn kleren in zijn koffer. Ilse: ‘De relatie met mijn vriend stond ook onder druk. Zo’n jaar is nou eenmaal heftig’ Ilse: “De relatie met mijn vriend Dominic stond ook onder druk. Het is dan wel niet uit geweest tussen ons, maar zo’n jaar is nou eenmaal he ig. Alleen al omdat je elkaar zo weinig ziet. En als we elkaar zagen, was ik vaak niet meer zo gezellig aan het einde van de dag.” Een pezig lichaam of vrouwelijke vormen? Maaike: “Ik vind het vreselijk dat ik mijn sportlichaam kwijt ben, had er zo hard voor gewerkt om het zo t te krij­ gen. Ik kom net terug van twee weken vakantie. Ik heb niet gesport, alleen een beetje gewandeld en slecht gegeten. Ik voelde me meteen dik.” Ilse, lachend: “Ik kies ook voor een sportlijf. Maar vooral omdat ik mezelf er lekkerder bij voel.” Maaike, lachend: “Maar mijn vriend kiest voor de rondingen. Op het EK keek ik naar Ilse, toen dacht ik echt: was ik ook zo? Toen besefte ik dat het lichte roeien echt ongezond is. Maar als je erin zit, zie je het niet. In Rio was ik extreem dun en afgetraind, ik had echt spillebeentjes.” Ilse: “Naast het roeien komt er wel een extra dimensie bij in de lichte dubbeltwee. Het altijd maar op dieet zijn. Maar als je je daar druk om blij maken, wordt het veel te zwaar.” Maaike: “Die levensstijl van gezond eten probeer ik wel vast te houden, maar ik ben nu wel vijf kilo zwaarder. Heel af en toe zit ik nog in een boot, maar ik vind het frustrerend te merken dat het zo snel achteruit gaat. Voor roeien moet je hele lichaam getraind zijn. Uiteindelijk wil ik wel weer gaan roeien voor de lol, maar ik moet eerst even afstand nemen en het gevoel een beetje kwijt zijn. Over een tijdje ga ik dan in zo’n acht zitten met andere oud­roeisters. Gewoon gezellig.” Ilse, lachend: “En na afloop koffie met appeltaart. Dat klinkt best aantrekkelijk.” Water of wijn? Ilse: “Voor mij nog steeds water, met af en toe wijn. Ik heb de touwtjes ook wel even laten vieren, hoor. Ik heb af en toe een feestje meegepakt, toen we dit jaar met mijn studentenvereniging Nereus de Varsity wonnen bijvoorbeeld. Maar ik ben nog steeds geen feestbeest.” Maaike: ‘Ik ben heel blij dat ik weer mee kan doen met vrijdagmiddag­ borrels en gewoon dronken naar huis kan etsen’ Maaike: “Voor mij is het duidelijk: wijn. Ik ben heel blij dat ik weer mee kan doen met vrijdagmiddagborrels en gewoon dronken naar huis kan etsen. En dat dat dan geen bal uitmaakt. Dat kan bij de chirurgie prima. In december ben ik mee geweest op wintersport met mijn collega’s, dat feesten ging voor mij naar een heel nieuw level.” Een gouden medaille of een mensenleven redden? Ilse, lachend: “Nou, ik heb nog nooit een mensenleven gered. Maar als het om een situatie van leven of dood gaat, maakt die medaille echt niks meer uit.” Maaike: “Het gevoel van euforie na zo’n gouden medaille waar je zo lang voor hebt getraind, komt denk ik nooit meer terug. Dat is echt briljant. In je werk is dat anders. Ik heb misschien weleens een leven gered, maar niet in m’n eentje.” Ilse: “Als arts voel je denk ik meer opluchting als je iemand hebt kunnen helpen, geen euforie. Ik ben ook trots op mijn gouden medaille. Het hee me rust gegeven, voor mij is mijn carrière nu echt geslaagd. Ik hoef me niet meer te bewij­zen als roeister. Die bewijsdrang komt natuurlijk wel weer als de Spelen van Tokio dichterbij komen.” Maaike: “Die medaille gee mij ook rust. En laten we hopen dat die gouden medaille ook nog specifek iets oplevert. Ik ben arts­assistent chirurgie in Amsterdam en wissel tussen verschillende afdelingen, maar ik moet nu solliciteren naar een opleidingsplek tot specialist. En eigenlijk ben ik best oud om te beginnen als arts. Toch merk ik in het ziekenhuis dat die gouden plak wel iets magisch is. Ik ben iemand met een verhaal. Ik hoop dat het me gaat helpen in de sollicitaties.” Ilse: “Bij mij staat mijn maatschappelijke carrière nu ook even op de eerste plaats. In september is het WK, maar ik heb besloten om niet mee te doen, omdat ik nu niet mijn topniveau kan halen. Ik ben wel fit en blijf dat ook, maar die laatste procent kan ik op dit moment niet geven, ook vanwege mijn coschappen. En ik doe alleen mee om medailles, anders loopt het alleen maar uit op een teleurstelling. Zo’n twee jaar voor de Spelen zal mijn focus weer vol op het roeien zijn. Want ik ga voor die tweede gouden medaille.” Maaike: “Ik hoop dat Ilse dat gaat lukken. Het gevoel van goud winnen, ga ik nooit meer voelen. Maar mijn nieuwe doel is een heel goede arts worden. En ik wil graag de binding met sport houden. Tijdens de Tour de France zag ik al die renners van hun etsen vallen, op den duur zou ik ook graag als arts mee willen naar wie­ lerkoersen. En wie weet uiteindelijk ook een gezinnetje stichten. Maar daar ben ik nog niet zo mee bezig.” Ilse: “Ik heb twee konijnen, dat vind ik voorlopig ook genoeg verantwoordelijkheid.” Maaike, lachend: “Vertel even hoe ze heten.” Ilse: “Rio en Tokio!” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.