Word abonnee
Meer

Roeien

Bente en Ilse Paulis – Roeizussen

Ilse en Bente Paulis Ilse (30, links) en Bente Paulis (27) hebben behoorlijk wat prestaties achter hun naam staan. Na de Spelen van Tokio koos Ilse, met olympisch goud en brons op zak, voor een leven als arts, trad in het huwelijk en deed mee aan Expeditie Robinson. Bente won in die tijd twee keer WK-zilver en maakt zich nu op voor haar eerste Spelen in de vrouwen dubbelvier. Wij nodigden de roeizussen voor Helden Magazine nummer 72 uit voor een shoot langs de Bosbaan. “Hé, zie ik nou een grijze haar bij jou?” zegt Bente Paulis lachend tegen haar drieënhalf jaar oudere zus Ilse tijdens de shoot. Ilse, lachend: “Ja, ik word oud, dat hoort bij mijn burgerlijke bestaan.” Ze vertelt: “Ik woon in Baarn, werk als arts, ben getrouwd en heb een hond. Veel burgerlijker wordt het niet, hoor.” Bente: “Baarn is inmiddels ook een beetje mijn thuis geworden.” Ilse knikt: “Wij hebben een heel goede band.” Bente: “En die wordt steeds sterker naarmate we ouder worden. Toen we nog wat kleiner waren, zaten we allebei in een andere fase. Toen jij in Amsterdam bent gaan wonen en ik daarna, werden we steeds hechter. Ik kwam steeds vaker over de vloer bij jou. Onze ouders woonden in Drenthe, dus was het heel fijn dat er iemand lekker dichtbij woonde, waar ik kon eten of een kop thee kon drinken.” Ilse: “We hebben nog een jonger zusje, Femke, zij roeit ook en studeert eveneens in Amsterdam. We hebben alle drie heel ambitieuze programma’s met werk, studie en sport, maar zodra we in de gelegenheid zijn, zoeken we elkaar op. Juist omdat we zo druk zijn, proberen we tijd voor elkaar vrij te maken.” Bente: “We hebben dezelfde interesses en we zijn alle drie competitief en sportief. Maar we zijn ook verschillend. Jij wil echt altijd alles winnen; als eerste omgekleed zijn, als eerste ergens zijn. Dat heb ik iets minder. In mijn sport ben ik heel competitief, maar jij bent net iets perfectionistischer dan ik.” Ilse: “Jij bent weer wat gevoeliger. Dat is ook jouw kracht. Ik kan in mijn perfectionisme soms weinig oog hebben voor anderen. Jij hebt meer die sociale radar.” Sportgenen Ilse en Bente zijn geboren in Leiderdorp, maar groeiden op in Dalen in Drenthe. Bente: “Ik was zes toen we verhuisden. Papa had een baan in Emmen gekregen. We roeiden in Overijssel, bij roeivereniging Salland.” Ilse: “Sport was een belangrijk thema in ons gezin. Ik heb op korfbal, basketbal, atletiek en tennis gezeten. Maar balsporten waren niet aan mij besteed. Jij en Femke hebben nog fanatiek gehockeyd. Door onze vader zijn we gaan roeien. Ik werd een keer meegenomen en in een boot gezet. Hij was een fanatieke sporter, van hem hebben wij wel de sportgenen meegekregen. Dat moet wel, want als alle drie jouw dochters op hoog niveau roeien, dan zal het genetisch ook wel kloppen. De eerste keer dat ik in een boot zat, was ik tien. Het virus is daarna overgeslagen op jou en Femke.” Bente: “Het fanatisme kwam van onze moeder. Zij heeft ons altijd gesteund, vond de sport ook heel mooi.” Ilse: “Roeien vond ik meteen leuk. Ik had een goed gevoel bij die boot, en als je als kind ergens goed in bent, dan is het ook al gauw leuk. Het begon met een beetje lol maken met vriendjes in die boot. Toen deed ik wat wedstrijdjes en zo rolde ik erin.” Bente: “Ik dacht: laat ik het ook maar eens proberen. Het begon op een woensdagmiddag. Daarna begon ik ook met regionale wedstrijden. Dat ging goed en ik wilde meer, blijven winnen. Maar ik was ook fanatiek met hockey. Een tijdje heb ik dat gecombineerd. Dan moest ik me in de auto omkleden na het roeien om meteen door te gaan naar het hockeyveld. Dat ging op een gegeven moment niet meer. Maar als jij niet was gaan roeien, had ik het misschien ook wel niet gedaan. Het is leuk dat we dezelfde sport deden, we konden het er ook goed over hebben met elkaar.” Ilse: “Het hielp mee dat we zoveel in leeftijd verschillen. We zijn nooit concurrenten van elkaar geweest.” Bente, lachend: “Voor de onderlinge sfeer hielp dat zeker.” Ze roeiden niet alleen beiden, ze kozen ook voor een studie geneeskunde. Bente: “Ik deed eerst een jaar biomedische wetenschappen, maar daarna ben ik geneeskunde gaan doen.” Ilse: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik voor jullie de weg moest uitstippelen, vond het juist altijd belangrijk dat jullie zelf kozen. Dat kan dan in dezelfde richting zijn. Ik had ook nooit bedacht dat ik topsporter wilde worden, maar een paar jaar later was ik het ineens.” Bente: “Als junior vielen wij alle drie al op. We zijn ook alle drie naar WK’s voor junioren geweest. Femke is na haar middelbareschooltijd gaan studeren en roeien in Amerika, Ilse en ik zijn naar Amsterdam gegaan en lid geworden van Nereus. We hebben ons alle drie op ons eigen manier ontwikkeld. Jij kwam in de lichtgewicht dubbeltwee terecht, ik in de dubbelvier.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het dubbelinterview met Ilse en Bente Paulis komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Ilse en Bente Paulis Ilse (30, links) en Bente Paulis (27) hebben behoorlijk wat prestaties achter hun naam staan. Na de Spelen van Tokio koos Ilse, met olympisch goud en brons op zak, voor een leven als arts, trad in het huwelijk en deed mee aan Expeditie Robinson. Bente won in die tijd twee keer WK-zilver en maakt zich nu op voor haar eerste Spelen in de vrouwen dubbelvier. Wij nodigden de roeizussen voor Helden Magazine nummer 72 uit voor een shoot langs de Bosbaan. “Hé, zie ik nou een grijze haar bij jou?” zegt Bente Paulis lachend tegen haar drieënhalf jaar oudere zus Ilse tijdens de shoot. Ilse, lachend: “Ja, ik word oud, dat hoort bij mijn burgerlijke bestaan.” Ze vertelt: “Ik woon in Baarn, werk als arts, ben getrouwd en heb een hond. Veel burgerlijker wordt het niet, hoor.” Bente: “Baarn is inmiddels ook een beetje mijn thuis geworden.” Ilse knikt: “Wij hebben een heel goede band.” Bente: “En die wordt steeds sterker naarmate we ouder worden. Toen we nog wat kleiner waren, zaten we allebei in een andere fase. Toen jij in Amsterdam bent gaan wonen en ik daarna, werden we steeds hechter. Ik kwam steeds vaker over de vloer bij jou. Onze ouders woonden in Drenthe, dus was het heel fijn dat er iemand lekker dichtbij woonde, waar ik kon eten of een kop thee kon drinken.” Ilse: “We hebben nog een jonger zusje, Femke, zij roeit ook en studeert eveneens in Amsterdam. We hebben alle drie heel ambitieuze programma’s met werk, studie en sport, maar zodra we in de gelegenheid zijn, zoeken we elkaar op. Juist omdat we zo druk zijn, proberen we tijd voor elkaar vrij te maken.” Bente: “We hebben dezelfde interesses en we zijn alle drie competitief en sportief. Maar we zijn ook verschillend. Jij wil echt altijd alles winnen; als eerste omgekleed zijn, als eerste ergens zijn. Dat heb ik iets minder. In mijn sport ben ik heel competitief, maar jij bent net iets perfectionistischer dan ik.” Ilse: “Jij bent weer wat gevoeliger. Dat is ook jouw kracht. Ik kan in mijn perfectionisme soms weinig oog hebben voor anderen. Jij hebt meer die sociale radar.” Sportgenen Ilse en Bente zijn geboren in Leiderdorp, maar groeiden op in Dalen in Drenthe. Bente: “Ik was zes toen we verhuisden. Papa had een baan in Emmen gekregen. We roeiden in Overijssel, bij roeivereniging Salland.” Ilse: “Sport was een belangrijk thema in ons gezin. Ik heb op korfbal, basketbal, atletiek en tennis gezeten. Maar balsporten waren niet aan mij besteed. Jij en Femke hebben nog fanatiek gehockeyd. Door onze vader zijn we gaan roeien. Ik werd een keer meegenomen en in een boot gezet. Hij was een fanatieke sporter, van hem hebben wij wel de sportgenen meegekregen. Dat moet wel, want als alle drie jouw dochters op hoog niveau roeien, dan zal het genetisch ook wel kloppen. De eerste keer dat ik in een boot zat, was ik tien. Het virus is daarna overgeslagen op jou en Femke.” Bente: “Het fanatisme kwam van onze moeder. Zij heeft ons altijd gesteund, vond de sport ook heel mooi.” Ilse: “Roeien vond ik meteen leuk. Ik had een goed gevoel bij die boot, en als je als kind ergens goed in bent, dan is het ook al gauw leuk. Het begon met een beetje lol maken met vriendjes in die boot. Toen deed ik wat wedstrijdjes en zo rolde ik erin.” Bente: “Ik dacht: laat ik het ook maar eens proberen. Het begon op een woensdagmiddag. Daarna begon ik ook met regionale wedstrijden. Dat ging goed en ik wilde meer, blijven winnen. Maar ik was ook fanatiek met hockey. Een tijdje heb ik dat gecombineerd. Dan moest ik me in de auto omkleden na het roeien om meteen door te gaan naar het hockeyveld. Dat ging op een gegeven moment niet meer. Maar als jij niet was gaan roeien, had ik het misschien ook wel niet gedaan. Het is leuk dat we dezelfde sport deden, we konden het er ook goed over hebben met elkaar.” Ilse: “Het hielp mee dat we zoveel in leeftijd verschillen. We zijn nooit concurrenten van elkaar geweest.” Bente, lachend: “Voor de onderlinge sfeer hielp dat zeker.” Ze roeiden niet alleen beiden, ze kozen ook voor een studie geneeskunde. Bente: “Ik deed eerst een jaar biomedische wetenschappen, maar daarna ben ik geneeskunde gaan doen.” Ilse: “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik voor jullie de weg moest uitstippelen, vond het juist altijd belangrijk dat jullie zelf kozen. Dat kan dan in dezelfde richting zijn. Ik had ook nooit bedacht dat ik topsporter wilde worden, maar een paar jaar later was ik het ineens.” Bente: “Als junior vielen wij alle drie al op. We zijn ook alle drie naar WK’s voor junioren geweest. Femke is na haar middelbareschooltijd gaan studeren en roeien in Amerika, Ilse en ik zijn naar Amsterdam gegaan en lid geworden van Nereus. We hebben ons alle drie op ons eigen manier ontwikkeld. Jij kwam in de lichtgewicht dubbeltwee terecht, ik in de dubbelvier.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het dubbelinterview met Ilse en Bente Paulis komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Handbal

Estavana Polman: ‘Soms denk ik: Es, waarom doe je het nog?’

Estavana Polman (31) is al jaren het gezicht van het Nederlandse vrouwenhandbal. Haar lichaam heeft de nodige klappen gehad. Ze wil nog ‘knallen’ op de Spelen in Parijs en volgend jaar op het WK in eigen land. Ze is niet alleen handbalster, maar ook moeder van Jesslynn, stiefmoeder van Damián en vriendin van Rafael van der Vaart. Bovendien heeft ze geproefd van televisiewerk. In aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi in Spanje (11-14 april) spreekt ze zich uit. “Tsja, het leven is weleens anders geweest,” zegt Estavana Polman over de afgelopen periode in Helden Magazine 71. “Het is saai op het moment. Elke dag hetzelfde. Dag in dag uit naar de sportschool, veel fietsen. Het is telkens weer een mentale strijd. Keer op keer moet ik mezelf oppeppen, zeggen: kom op Es, je kunt het. Ik heb in de achterliggende periode ook een paar keer gedacht: nu kap ik ermee.” Dertien jaar was Estavana toen ze debuteerde in de handbal-eredivisie, op haar achttiende stond ze in het Nederlands team. We zijn dertien jaar verder en ze kan zeggen dat ze goud, zilver en brons won op een WK, zilver en brons op een EK pakte en vierde werd op de Spelen van 2016. Estavana is een van de boegbeelden van de meest succesvolle Nederlandse handbalgeneratie ooit. Maar de jaren beginnen ook te tellen. Fysieke ongemakken zijn nooit ver weg als handbalster, maar na de geboorte van Jesslynn in 2017 heeft Estavana meerdere keren terug moeten vechten na flinke blessures. Zoals ze dat ook eerder in haar leven moest doen toen ze op haar zestiende twee gebroken ruggenwervels opliep bij een ernstig auto-ongeluk in Duitsland, toen zij met het gezin op weg was naar de vakantiebestemming. Eenzaam Ook afgelopen jaar in Boekarest, waar ze na meer dan tien jaar in Denemarken is neergestreken met haar dochter van inmiddels zes en vriend Rafael van der Vaart – met wie ze sinds 2016 samen is –, heeft ze weer veel moeten revalideren. Waarvoor ze het doet? Ze wil deze zomer dolgraag meedoen aan de Spelen en in Parijs een medaille pakken. Ook wil ze volgend jaar het WK in eigen land meemaken. “Laatst waren we met het Nederlands team op Papendal bij elkaar. Zij konden lekker trainen en ik moest weer op de fiets in het krachthonk. Ik was daar weer eens in m’n eentje. Het was er stil en donker, ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje ‘nooduitgang’. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur, Es, waarom doe je het nog? ''Ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje 'nooduitgang'. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur. Die eenzaamheid...'' Die eenzaamheid... Als je fit bent en alles gaat goed, dan heb je veel mensen om je heen. Maar als het niet goed gaat, hoor of zie je die mensen niet. Je moet zelf zorgen dat je terugkomt. Ik heb gelukkig mijn gezin dat me er doorheen sleept. Maar Rafael gaat niet met mij op de fiets zitten en Jesslynn houdt niet mijn hand vast als ik de gym in loop. Ik krijg er motivatie van dat ik weet dat ze thuis zijn als ik getraind heb, dat ik dan niet alleen ben. Met Raf kan ik er over praten en ik kan bij hem mijn frustraties afreageren. Dat is fijn. Maar uiteindelijk moet ik zelf die weg afleggen. Ik sta er alleen voor, heb mezelf de afgelopen tijd goed leren kennen. Ik ben eigenlijk al drie jaar bezig met revalideren. In 2020 scheurde ik mijn kruisband en een jaar later, vlak voor de Spelen, gebeurde dat opnieuw. Weg Spelen. Ondertussen speelde ook al het gezeik met mijn oude club Esbjerg, waar ik jarenlang mijn hele ziel en zaligheid had gegeven en ineens niet meer welkom was. Eind 2022 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik heb even gespeeld, maar vorig jaar zomer moest ik weer een knieoperatie ondergaan. Toen ik eindelijk kon spelen, raakte ik tot twee keer toe geblesseerd aan mijn kuit. Eerst aan de ene, toen aan de andere. Als je boven de dertig bent, is een spierblessure zo vervelend. Het lijkt wel of ik in een soort carrousel zit. Al die blessures, het lijkt wel niet te stoppen. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Maar toch ga ik door. Dat is mijn karakter, dat zit in mij. Als je Jesslynn vraagt wat mama altijd zegt, zal ze antwoorden: ‘Geef nooit op.’ Ik ben zo opgevoed dat als iets de eerste keer niet lukt, het vast de tweede keer lukt. En anders de derde keer wel. En er speelt nog iets mee: ik wil niet zo stoppen. Ik ken een hoop sporters die hun laatste wedstrijd hebben gespeeld zonder dat ze het wisten. Die gedachte vind ik heftig. Zolang ik het nog kan opbrengen, zolang er nog hoop is, ga ik ervoor. Al weet ik al wel dat mijn knie nooit meer zal worden zoals hij was. Ik heb er altijd last van en vrees dat dit ook de rest van mijn leven zo zal blijven.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Estavana Polman is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?
Estavana Polman (31) is al jaren het gezicht van het Nederlandse vrouwenhandbal. Haar lichaam heeft de nodige klappen gehad. Ze wil nog ‘knallen’ op de Spelen in Parijs en volgend jaar op het WK in eigen land. Ze is niet alleen handbalster, maar ook moeder van Jesslynn, stiefmoeder van Damián en vriendin van Rafael van der Vaart. Bovendien heeft ze geproefd van televisiewerk. In aanloop naar het olympisch kwalificatietoernooi in Spanje (11-14 april) spreekt ze zich uit. “Tsja, het leven is weleens anders geweest,” zegt Estavana Polman over de afgelopen periode in Helden Magazine 71. “Het is saai op het moment. Elke dag hetzelfde. Dag in dag uit naar de sportschool, veel fietsen. Het is telkens weer een mentale strijd. Keer op keer moet ik mezelf oppeppen, zeggen: kom op Es, je kunt het. Ik heb in de achterliggende periode ook een paar keer gedacht: nu kap ik ermee.” Dertien jaar was Estavana toen ze debuteerde in de handbal-eredivisie, op haar achttiende stond ze in het Nederlands team. We zijn dertien jaar verder en ze kan zeggen dat ze goud, zilver en brons won op een WK, zilver en brons op een EK pakte en vierde werd op de Spelen van 2016. Estavana is een van de boegbeelden van de meest succesvolle Nederlandse handbalgeneratie ooit. Maar de jaren beginnen ook te tellen. Fysieke ongemakken zijn nooit ver weg als handbalster, maar na de geboorte van Jesslynn in 2017 heeft Estavana meerdere keren terug moeten vechten na flinke blessures. Zoals ze dat ook eerder in haar leven moest doen toen ze op haar zestiende twee gebroken ruggenwervels opliep bij een ernstig auto-ongeluk in Duitsland, toen zij met het gezin op weg was naar de vakantiebestemming. Eenzaam Ook afgelopen jaar in Boekarest, waar ze na meer dan tien jaar in Denemarken is neergestreken met haar dochter van inmiddels zes en vriend Rafael van der Vaart – met wie ze sinds 2016 samen is –, heeft ze weer veel moeten revalideren. Waarvoor ze het doet? Ze wil deze zomer dolgraag meedoen aan de Spelen en in Parijs een medaille pakken. Ook wil ze volgend jaar het WK in eigen land meemaken. “Laatst waren we met het Nederlands team op Papendal bij elkaar. Zij konden lekker trainen en ik moest weer op de fiets in het krachthonk. Ik was daar weer eens in m’n eentje. Het was er stil en donker, ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje ‘nooduitgang’. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur, Es, waarom doe je het nog? ''Ik zag die rij fietsen en zag ook het bordje 'nooduitgang'. Even dacht ik: verdwijn gewoon door die achterdeur. Die eenzaamheid...'' Die eenzaamheid... Als je fit bent en alles gaat goed, dan heb je veel mensen om je heen. Maar als het niet goed gaat, hoor of zie je die mensen niet. Je moet zelf zorgen dat je terugkomt. Ik heb gelukkig mijn gezin dat me er doorheen sleept. Maar Rafael gaat niet met mij op de fiets zitten en Jesslynn houdt niet mijn hand vast als ik de gym in loop. Ik krijg er motivatie van dat ik weet dat ze thuis zijn als ik getraind heb, dat ik dan niet alleen ben. Met Raf kan ik er over praten en ik kan bij hem mijn frustraties afreageren. Dat is fijn. Maar uiteindelijk moet ik zelf die weg afleggen. Ik sta er alleen voor, heb mezelf de afgelopen tijd goed leren kennen. Ik ben eigenlijk al drie jaar bezig met revalideren. In 2020 scheurde ik mijn kruisband en een jaar later, vlak voor de Spelen, gebeurde dat opnieuw. Weg Spelen. Ondertussen speelde ook al het gezeik met mijn oude club Esbjerg, waar ik jarenlang mijn hele ziel en zaligheid had gegeven en ineens niet meer welkom was. Eind 2022 vertrok ik naar Rapid Boekarest. Ik heb even gespeeld, maar vorig jaar zomer moest ik weer een knieoperatie ondergaan. Toen ik eindelijk kon spelen, raakte ik tot twee keer toe geblesseerd aan mijn kuit. Eerst aan de ene, toen aan de andere. Als je boven de dertig bent, is een spierblessure zo vervelend. Het lijkt wel of ik in een soort carrousel zit. Al die blessures, het lijkt wel niet te stoppen. Op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Maar toch ga ik door. Dat is mijn karakter, dat zit in mij. Als je Jesslynn vraagt wat mama altijd zegt, zal ze antwoorden: ‘Geef nooit op.’ Ik ben zo opgevoed dat als iets de eerste keer niet lukt, het vast de tweede keer lukt. En anders de derde keer wel. En er speelt nog iets mee: ik wil niet zo stoppen. Ik ken een hoop sporters die hun laatste wedstrijd hebben gespeeld zonder dat ze het wisten. Die gedachte vind ik heftig. Zolang ik het nog kan opbrengen, zolang er nog hoop is, ga ik ervoor. Al weet ik al wel dat mijn knie nooit meer zal worden zoals hij was. Ik heb er altijd last van en vrees dat dit ook de rest van mijn leven zo zal blijven.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Estavana Polman is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen. Kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND. Als laatste is de negentienjarige Collin Veijer de hoop van de Nederlandse motorsportfans, maar wie is hij?

Roeien

Karolien en Finn Florijn: ‘Wij hebben een goed pakketje genen’

Voorheen stonden Karolien (25) en Finn Florijn (23) bekend als dochter en zoon van Ronald Florijn, tweevoudig olympisch kampioen roeien. Tegenwoordig is het andersom. Deze zomer werden ze allebei wereldkampioen. Karolien prolongeerde haar wereldtitel in de skiff, Finn won goud in de mannen dubbelvier. “Het is ook bijzonder dat wij de familielijn voortzetten.” Tijdens de fotoshoot met Karolien en Finn Florijn op de Bosbaan in Amstelveen komt vader Ronald aangefietst op een e-bike vanuit zijn woonplaats Leiden. Ronald Florijn is tweevoudig olympisch kampioen. In 1988 won hij in Seoul goud in de dubbeltwee, in 1996 werd hij olympisch kampioen in Atlanta met de Holland Acht. Inmiddels is hij bondscoach van het coastal rowing, roeien op zee, dat een olympische discipline wordt op de Spelen van Los Angeles in 2028. Terwijl ze wordt gefotografeerd steekt Karolien even haar hand naar haar vader op. Finn loopt naar hem toe en geeft hem een klopje op de schouder. Wekelijks zien Karolien en Finn hun vader op de roeibaan, maar echt op de hoogte van elkaars dagelijkse bezigheden zijn ze niet. Finn: “Onze vader is niet betrokken bij ons team, bemoeit zich nergens mee. Hij is ook geen klankbord voor ons, of zo. Ik denk dat Karolien en ik eerder steun bij elkaar zoeken.”   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Karolien en Finn Florijn komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Voorheen stonden Karolien (25) en Finn Florijn (23) bekend als dochter en zoon van Ronald Florijn, tweevoudig olympisch kampioen roeien. Tegenwoordig is het andersom. Deze zomer werden ze allebei wereldkampioen. Karolien prolongeerde haar wereldtitel in de skiff, Finn won goud in de mannen dubbelvier. “Het is ook bijzonder dat wij de familielijn voortzetten.” Tijdens de fotoshoot met Karolien en Finn Florijn op de Bosbaan in Amstelveen komt vader Ronald aangefietst op een e-bike vanuit zijn woonplaats Leiden. Ronald Florijn is tweevoudig olympisch kampioen. In 1988 won hij in Seoul goud in de dubbeltwee, in 1996 werd hij olympisch kampioen in Atlanta met de Holland Acht. Inmiddels is hij bondscoach van het coastal rowing, roeien op zee, dat een olympische discipline wordt op de Spelen van Los Angeles in 2028. Terwijl ze wordt gefotografeerd steekt Karolien even haar hand naar haar vader op. Finn loopt naar hem toe en geeft hem een klopje op de schouder. Wekelijks zien Karolien en Finn hun vader op de roeibaan, maar echt op de hoogte van elkaars dagelijkse bezigheden zijn ze niet. Finn: “Onze vader is niet betrokken bij ons team, bemoeit zich nergens mee. Hij is ook geen klankbord voor ons, of zo. Ik denk dat Karolien en ik eerder steun bij elkaar zoeken.”   Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van het verhaal van Karolien en Finn Florijn komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Handbal

Heldenpraat met Angela Malestein

Angela Malestein is al jaren een van de vaste krachten van het Nederlands handbalteam. De rechterhoekspeler stond met de ploeg al verschillende keren op het podium op EK’s en WK’s en werd in 2019 zelfs wereldkampioen in Japan. Bij het WK in Noorwegen, Denemarken en Zweden (29 november- 17 december) is Angela weer van de partij. Deze oefening doe ik het liefst in de gym... Lachend: ‘‘Geen een. Als ik dan toch moet kiezen, ga ik voor oefeningen voor mijn benen. Ik wil het wel een beetje kunnen voelen als ik getraind heb.” Dit is op dit moment mijn favoriete artiest... ‘‘Dat zijn er twee: Justin Bieber en Omah Lay. Mijn favoriete nummer van Justin Bieber is Ghost en van Omah Lay is dat Soso.’’ Van deze persoon had ik vroeger posters op mijn kamer hangen... ‘‘Van Shakira. Ik was echt een die hard fan.’’ Als ik één andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... ‘‘Ik vind zwemmen en basketbal leuk. Om zelf te doen, maar ook om naar te kijken. Als er Nederlanders meedoen bij het zwemmen, volg ik dat, en soms kijk ik ook naar NBA-wedstrijden.’’ Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van Heldenpraat met Angela Malestein komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Angela Malestein is al jaren een van de vaste krachten van het Nederlands handbalteam. De rechterhoekspeler stond met de ploeg al verschillende keren op het podium op EK’s en WK’s en werd in 2019 zelfs wereldkampioen in Japan. Bij het WK in Noorwegen, Denemarken en Zweden (29 november- 17 december) is Angela weer van de partij. Deze oefening doe ik het liefst in de gym... Lachend: ‘‘Geen een. Als ik dan toch moet kiezen, ga ik voor oefeningen voor mijn benen. Ik wil het wel een beetje kunnen voelen als ik getraind heb.” Dit is op dit moment mijn favoriete artiest... ‘‘Dat zijn er twee: Justin Bieber en Omah Lay. Mijn favoriete nummer van Justin Bieber is Ghost en van Omah Lay is dat Soso.’’ Van deze persoon had ik vroeger posters op mijn kamer hangen... ‘‘Van Shakira. Ik was echt een die hard fan.’’ Als ik één andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... ‘‘Ik vind zwemmen en basketbal leuk. Om zelf te doen, maar ook om naar te kijken. Als er Nederlanders meedoen bij het zwemmen, volg ik dat, en soms kijk ik ook naar NBA-wedstrijden.’’ Helden Magazine 69 Het eerste gedeelte van Heldenpraat met Angela Malestein komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Handbal

Lois Abbingh en Tess Lieder: ‘Wij vrouwen doen dit gewoon’

Handbalsters Lois Abbingh (30) en Tess Lieder (29) zijn niet alleen ploeggenoten bij het Nederlands handbalteam, beste vriendinnen en schoonzussen, maar ook nog eens twee maanden na elkaar moeder geworden. Lois beviel in september van zoon Lev, Tess in november van dochter Flo. Lois Abbingh komt aangelopen met haar verloofde Joost Lieder en hun op 23 september geboren zoontje Lev. Vijf minuten later komt ook Tess Lieder, tot afgelopen zomer beter bekend als Tess Wester, aan op de locatie van de shoot met dochtertje Flo, op 18 november ter wereld gekomen. Ze wordt geholpen door de schoonmoeder van zowel Tess als Lois: Joke Lieder, moeder van Joost en voetballer Mart Lieder, de man van Tess. Oma knuffelt met de baby’s, verschoont luiers en geeft flesjes terwijl Lois en Tess klaar worden gemaakt voor de shoot in Fabriek Zuidermeer. Joost is fotograaf van beroep en wie beter dan hij kan zijn partner, zoontje, schoonzus en nichtje op de foto zetten? Terwijl Joost de shoot aan het voorbereiden is, praten Lois en Tess over hun band die verder rijkt dan ploeggenoten. Lois: “Het is bijzonder hoe het allemaal is gelopen.” Tess, lachend: “Die broers denken nog steeds dat ze ons veroverd hebben, maar wij hebben ze er keihard laten intuinen.” Geheimpje “We speelden in januari uit tegen Györ, de Hongaarse kampioen, toen ik dacht dat ik weleens zwanger zou kunnen zijn,” zegt Lois, die uitkomt voor Odense Håndbold in Denemarken. “Toen ik thuiskwam in Denemarken deed ik meteen een zwangerschapstest. Die bleek positief. Om elf uur ’s avonds was Joost pas thuis. Als afleiding ben ik rondjes door de stad gaan lopen. ’s Avonds heb ik het hem verteld, we waren zo blij. De ouders van Joost kwamen dat weekend naar Odense, hen konden we het meteen vertellen. Pas later heb ik het jou verteld, ik wilde dat persoonlijk doen.” Tess: “Je vertelde het toen we met het Nederlands team bij elkaar kwamen. Wij delen altijd een kamer. Ik zette mijn tas neer en pakte wat spulletjes uit. Jij zei ineens: ‘Dit is voorlopig mijn laatste keer bij het Nederlands team.’ Ik reageerde eerst een beetje onverschillig: o, oké. Daarna dacht ik: huh, ga je me nu vertellen dat je gaat stoppen? Toen zei je dat je zwanger was. Ik moest meteen huilen. Ik vond het zo’n bijzondere week. Binnen het team hadden wij samen een geheimpje. Ik keek ook op een andere manier naar jou. We speelden tegen Duitsland en wonnen in de laatste seconde, jij scoorde de winnende. Je speelde zo ontzettend goed en ik was zo trots op je.” Lois: “Ik was op dat moment elf weken zwanger. Tot dertien weken heb ik doorgespeeld. Bij het Nederlands team wist niemand van mijn zwangerschap. Ik had het bondscoach Per Johansson niet verteld, die was nieuw en had wel genoeg aan zijn hoofd. Eenmaal terug in Denemarken heb ik het onze Deense trainer verteld. De dag erna zat ik al aan de kant, dat was best gek. Ineens kon ik niet meer meedoen, terwijl ik al die tijd gewoon had doorgespeeld.” Tot vorige zomer was Tess ploeggenoot van Lois bij Odense. Na de Spelen in Tokio maakte ze de overstap naar het Roemeense CSM Boekarest. Ook voor Tess eindigde het seizoen vroegtijdig. Ook zij bleek zwanger te zijn tijdens diezelfde wedstrijd met het Nederlands team tegen Duitsland. Tess: “Ik viel in die wedstrijd op mijn hoofd. Ik had er niet heel veel last van, maar bleef toch een zeurderige hoofdpijn houden en was wat gevoelig voor licht. Ik vloog na die wedstrijd terug naar Roemenië. De klachten hielden aan. In Roemenië zeiden ze dat ik niet mocht keepen voordat er een CT-scan van mijn hoofd was gemaakt. Op die scan hadden ze iets gezien, wat vocht. Ik wilde dat laten onderzoeken in Nederland. Ik bleef maar hoofdpijn houden, en was tegelijkertijd zo moe en misselijk. Mart was net geopereerd aan zijn kruisband. Joost was bij Mart om hem te helpen. Ik moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, maar ik was ook een dag over tijd. Mart zei: ‘Ik vind dat je een zwangerschapstest moet doen.’ Ik vond dat onzin, dacht dat die klachten door die val op mijn hoofd kwamen. Maar Mart stond erop. Toen Joost een half uurtje weg moest, zei hij: ‘Je gaat nu naar de drogist om een test te kopen.’ Die was positief. Vlak daarna kwam Joost terug. Mart en ik kregen de slappe lach. Joost dacht dat we hem belachelijk maakten. Toen vertelden we maar meteen dat ik zwanger was.” Lois: “Je belde mij daarna meteen via Facetime, dat doen wij nooit, dus ik dacht al: wat is hier aan de hand? Ik vond het geweldig, helemaal omdat we het tegelijk konden meemaken.” Van hun gezamenlijke kinderwens wisten ze nauwelijks af. Lois: “Ik heb weleens tegen jou geroepen dat ik het na de Spelen graag zou willen proberen. Maar je weet ook niet hoelang het duurt. Tijdens het WK in december was ik al gestopt met de pil.” Tess: “Tijdens een toernooi telden we altijd af aan de hand van jouw pillenstrip. Tijdens het WK hebben we dat niet gedaan. Er is helemaal geen belletje bij mij gaan rinkelen. Achteraf dacht ik: stom, ik had het kunnen weten. Bij Tess kwam de zwangerschap wat onverwachter. Tess: “Ik had net een contract in Roemenië getekend. Als je daar zwanger raakt tijdens je contract, dan wordt dat verscheurd en kun je vertrekken. Mart en ik hadden besloten dat we het na dat jaar Roemenië wilden proberen. Bovendien gingen we vorige zomer trouwen, ik wilde liever niet zwanger zijn op mijn eigen feest. We waren superblij toen ik zwanger bleek, maar ik vond het ook spannend. Toen ik dertien weken zwanger was, heb ik het verteld op de club. Ze waren enthousiast, dat viel me mee, maar een dag later kreeg ik een brief die ik moest ondertekenen. Mijn contract was ongeldig. Na mijn laatste wedstrijd, in mei vorig jaar, ben ik terug naar Nederland verhuisd. De laatste Champions Leaguewedstrijd heb ik nog kunnen spelen en ik heb maar drie competitiewedstrijden gemist. Voor de laatste wedstrijd ben ik nog naar Roemenië gevlogen om afscheid te nemen van het team.” Tess: 'Mart en ik hadden weleens tegen elkaar gezegd: hoe leuk zou het zijn... Maar we gingen er nooit van uit dat jullie ook echt een relatie zouden krijgen' Lois: “Het was heel leuk om onze zwangerschap samen te kunnen delen. Martine Smeets, onze vriendin en ploeggenoot bij het Nederlands team, bleek niet veel later ook nog eens zwanger, zij is in februari uitgerekend. In onze appgroep ging het continu van: ‘Hoe gaat dat dan bij jou? Hoeveel rompertjes moet ik kopen en in welke maat?’” Tess: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd hoe bijzonder het is wat we samen allemaal al hebben meegemaakt. Het begon bij de Handbalacademie op Papendal. Daarna gingen we samenwonen bij onze eerste club in het buitenland, in Oldenburg. Later werden we ploeggenoten bij Odense.” Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lois Abbingh en Tess Lieder komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Handbalsters Lois Abbingh (30) en Tess Lieder (29) zijn niet alleen ploeggenoten bij het Nederlands handbalteam, beste vriendinnen en schoonzussen, maar ook nog eens twee maanden na elkaar moeder geworden. Lois beviel in september van zoon Lev, Tess in november van dochter Flo. Lois Abbingh komt aangelopen met haar verloofde Joost Lieder en hun op 23 september geboren zoontje Lev. Vijf minuten later komt ook Tess Lieder, tot afgelopen zomer beter bekend als Tess Wester, aan op de locatie van de shoot met dochtertje Flo, op 18 november ter wereld gekomen. Ze wordt geholpen door de schoonmoeder van zowel Tess als Lois: Joke Lieder, moeder van Joost en voetballer Mart Lieder, de man van Tess. Oma knuffelt met de baby’s, verschoont luiers en geeft flesjes terwijl Lois en Tess klaar worden gemaakt voor de shoot in Fabriek Zuidermeer. Joost is fotograaf van beroep en wie beter dan hij kan zijn partner, zoontje, schoonzus en nichtje op de foto zetten? Terwijl Joost de shoot aan het voorbereiden is, praten Lois en Tess over hun band die verder rijkt dan ploeggenoten. Lois: “Het is bijzonder hoe het allemaal is gelopen.” Tess, lachend: “Die broers denken nog steeds dat ze ons veroverd hebben, maar wij hebben ze er keihard laten intuinen.” Geheimpje “We speelden in januari uit tegen Györ, de Hongaarse kampioen, toen ik dacht dat ik weleens zwanger zou kunnen zijn,” zegt Lois, die uitkomt voor Odense Håndbold in Denemarken. “Toen ik thuiskwam in Denemarken deed ik meteen een zwangerschapstest. Die bleek positief. Om elf uur ’s avonds was Joost pas thuis. Als afleiding ben ik rondjes door de stad gaan lopen. ’s Avonds heb ik het hem verteld, we waren zo blij. De ouders van Joost kwamen dat weekend naar Odense, hen konden we het meteen vertellen. Pas later heb ik het jou verteld, ik wilde dat persoonlijk doen.” Tess: “Je vertelde het toen we met het Nederlands team bij elkaar kwamen. Wij delen altijd een kamer. Ik zette mijn tas neer en pakte wat spulletjes uit. Jij zei ineens: ‘Dit is voorlopig mijn laatste keer bij het Nederlands team.’ Ik reageerde eerst een beetje onverschillig: o, oké. Daarna dacht ik: huh, ga je me nu vertellen dat je gaat stoppen? Toen zei je dat je zwanger was. Ik moest meteen huilen. Ik vond het zo’n bijzondere week. Binnen het team hadden wij samen een geheimpje. Ik keek ook op een andere manier naar jou. We speelden tegen Duitsland en wonnen in de laatste seconde, jij scoorde de winnende. Je speelde zo ontzettend goed en ik was zo trots op je.” Lois: “Ik was op dat moment elf weken zwanger. Tot dertien weken heb ik doorgespeeld. Bij het Nederlands team wist niemand van mijn zwangerschap. Ik had het bondscoach Per Johansson niet verteld, die was nieuw en had wel genoeg aan zijn hoofd. Eenmaal terug in Denemarken heb ik het onze Deense trainer verteld. De dag erna zat ik al aan de kant, dat was best gek. Ineens kon ik niet meer meedoen, terwijl ik al die tijd gewoon had doorgespeeld.” Tot vorige zomer was Tess ploeggenoot van Lois bij Odense. Na de Spelen in Tokio maakte ze de overstap naar het Roemeense CSM Boekarest. Ook voor Tess eindigde het seizoen vroegtijdig. Ook zij bleek zwanger te zijn tijdens diezelfde wedstrijd met het Nederlands team tegen Duitsland. Tess: “Ik viel in die wedstrijd op mijn hoofd. Ik had er niet heel veel last van, maar bleef toch een zeurderige hoofdpijn houden en was wat gevoelig voor licht. Ik vloog na die wedstrijd terug naar Roemenië. De klachten hielden aan. In Roemenië zeiden ze dat ik niet mocht keepen voordat er een CT-scan van mijn hoofd was gemaakt. Op die scan hadden ze iets gezien, wat vocht. Ik wilde dat laten onderzoeken in Nederland. Ik bleef maar hoofdpijn houden, en was tegelijkertijd zo moe en misselijk. Mart was net geopereerd aan zijn kruisband. Joost was bij Mart om hem te helpen. Ik moest voor onderzoek naar het ziekenhuis, maar ik was ook een dag over tijd. Mart zei: ‘Ik vind dat je een zwangerschapstest moet doen.’ Ik vond dat onzin, dacht dat die klachten door die val op mijn hoofd kwamen. Maar Mart stond erop. Toen Joost een half uurtje weg moest, zei hij: ‘Je gaat nu naar de drogist om een test te kopen.’ Die was positief. Vlak daarna kwam Joost terug. Mart en ik kregen de slappe lach. Joost dacht dat we hem belachelijk maakten. Toen vertelden we maar meteen dat ik zwanger was.” Lois: “Je belde mij daarna meteen via Facetime, dat doen wij nooit, dus ik dacht al: wat is hier aan de hand? Ik vond het geweldig, helemaal omdat we het tegelijk konden meemaken.” Van hun gezamenlijke kinderwens wisten ze nauwelijks af. Lois: “Ik heb weleens tegen jou geroepen dat ik het na de Spelen graag zou willen proberen. Maar je weet ook niet hoelang het duurt. Tijdens het WK in december was ik al gestopt met de pil.” Tess: “Tijdens een toernooi telden we altijd af aan de hand van jouw pillenstrip. Tijdens het WK hebben we dat niet gedaan. Er is helemaal geen belletje bij mij gaan rinkelen. Achteraf dacht ik: stom, ik had het kunnen weten. Bij Tess kwam de zwangerschap wat onverwachter. Tess: “Ik had net een contract in Roemenië getekend. Als je daar zwanger raakt tijdens je contract, dan wordt dat verscheurd en kun je vertrekken. Mart en ik hadden besloten dat we het na dat jaar Roemenië wilden proberen. Bovendien gingen we vorige zomer trouwen, ik wilde liever niet zwanger zijn op mijn eigen feest. We waren superblij toen ik zwanger bleek, maar ik vond het ook spannend. Toen ik dertien weken zwanger was, heb ik het verteld op de club. Ze waren enthousiast, dat viel me mee, maar een dag later kreeg ik een brief die ik moest ondertekenen. Mijn contract was ongeldig. Na mijn laatste wedstrijd, in mei vorig jaar, ben ik terug naar Nederland verhuisd. De laatste Champions Leaguewedstrijd heb ik nog kunnen spelen en ik heb maar drie competitiewedstrijden gemist. Voor de laatste wedstrijd ben ik nog naar Roemenië gevlogen om afscheid te nemen van het team.” Tess: 'Mart en ik hadden weleens tegen elkaar gezegd: hoe leuk zou het zijn... Maar we gingen er nooit van uit dat jullie ook echt een relatie zouden krijgen' Lois: “Het was heel leuk om onze zwangerschap samen te kunnen delen. Martine Smeets, onze vriendin en ploeggenoot bij het Nederlands team, bleek niet veel later ook nog eens zwanger, zij is in februari uitgerekend. In onze appgroep ging het continu van: ‘Hoe gaat dat dan bij jou? Hoeveel rompertjes moet ik kopen en in welke maat?’” Tess: “We hebben zo vaak tegen elkaar gezegd hoe bijzonder het is wat we samen allemaal al hebben meegemaakt. Het begon bij de Handbalacademie op Papendal. Daarna gingen we samenwonen bij onze eerste club in het buitenland, in Oldenburg. Later werden we ploeggenoten bij Odense.” Helden Magazine 65 Het eerste gedeelte van het verhaal van Lois Abbingh en Tess Lieder komt voort uit Helden Magazine 65. Er is volop aandacht voor de wintersporten én ook voor voetbal. Frank Rijkaard geeft sinds lange tijd weer eens een interview en spreekt onder meer over Cruijff, het Nederlands elftal en Lionel Messi. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Dávid Hancko en Kristyna Pliskova. De een is een grote aanwinst voor Feyenoord, de ander is toptennisster. Én een gesprek met de populairste schaatser van dit moment, Jutta Leerdam. Verder interviews met de succesvolste Nederlandse olympiër ooit: Ireen Wüst, de eerste keeper op het afgelopen WK: Andries Noppert, twee grootheden in het rolstoeltennis: Diede de Groot en Esther Vergeer. Shorttrackster Xandra Velzeboer gaat als een komeet én Joep Wennemars is keihard bezig om uit de schaduw van zijn vader Erben te treden. Ook heeft het voetbalvirus nog altijd Guus Hiddink in zijn greep, werden Marc van de Kuilen en Luuk Veltink vrienden door het noodlot, verteld Juul Franssen over haar strijd met de judobond, spreekt Victoria Koblenko met olympisch kampioen openwater Ferry Weertman én staat bondscoach van de Oranjevrouwen: Andries Jonker stil bij De Nachtwacht. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 65 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Handbal

Luc Steins: ‘Messi van het handbal’

Hij moest afrekenen met vooroordelen, was volgens velen te klein. Maar Luc Steins haalde de top. Hij speelt op zijn 27ste bij Paris Saint-Germain, de club van Lionel Messi, en gaat in januari voor het eerst sinds 1961 met de Nederlandse handbalmannen naar het WK. Maar Luc vecht ook tegen groot verdriet. Zie hem het met zijn 1 meter 73 opnemen tegen reuzen in de dekking. Luc Steins weet niet anders, heeft geleerd zijn kleine gestalte optimaal te gebruiken en wurmt zich geregeld tussen die lange mannen door. Vaak ongrijpbaar, maar de lichtgewicht loopt ook tegen heel wat klappen op. “‘Je moet er niet als een gek ingaan,’ zegt mijn oma weleens als zij een wedstrijd heeft gezien. Luister oma, als ik dat niet doe, dan hebben ze niks aan me, zeg ik dan. ‘Als je maar op jezelf let hè, jong.’ Soms ben ik bont en blauw. Maar als ik me de dag na een wedstrijd niet beurs voel, dan heb ik het idee dat ik niet mijn spel heb gespeeld of alles heb hoeven geven. Vaak heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld als ik me de dag erna fysiek slecht voel.” 'Ik had altijd zo'n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd' Zoals begin dit jaar toen hij met Oranje een prima EK speelde. Thuisland Hongarije werd verslagen en de ploeg werd tiende. Luc is niet het enige ‘kleinduimpje’, ook Dani Baijens van Hamburger SV en Kay Smits van SC Magdeburg hebben normale lengtes bij het Nederlands team. Kleine Nederlander Een jongensdroom, in de knop gebroken. Zo leek het toen Luc als kind te horen kreeg dat hij te klein zou zijn om ver te komen als handballer. “Met de Limburgse afdelingsselectie speelden we een toernooi en ik werd verkozen tot beste speler, maar op het scoutingslijstje voor de nationale jeugdselectie kwam mijn naam vervolgens niet voor, omdat ik in de toekomst toch zou afhaken. Er zijn gelukkig toch trainers opgestaan die zeiden dat ze me op z’n minst een kans konden geven.” De jongeling, die opgroeide bij het Limburgse Lions, liet zich niet uit het veld slaan. Maar hij moest keer op keer het vertrouwen winnen. Op zijn 21ste, zes jaar terug, vertrok hij van Lions naar Frankrijk. Naar opleidingsclub Massy. Om net als internationals als Gerrie Eijlers, Fabian van Olphen, Mark Bult en Arjan Haenen zijn droom na te jagen. Hij kon al na een seizoen een stapje hogerop, ging mee met zijn coach naar Tremblay. “Daar zaten veelal jongens die aan hun eigen hachje dachten. Ik was een makkelijk slachtoffer, omdat ik niet van me afbeet. ‘Die kleine Nederlander komt net kijken, wat gaat die ons hier leren?’ klonk het. Zij beseften niet wat ik in de toekomst voor het team had kunnen betekenen. De trainer moest zijn oren laten hangen naar de oudere spelers. Dat begreep ik ook wel, hij was nog jong. Ik heb die periode gebruikt om fysiek gezien nóg meer in mezelf te investeren, zodat ik daar de rest van mijn leven profijt van zou hebben. Ik ben daar volwassen geworden, sta niet meer zo snel te kijken van iets.” Toulouse haalde hem in 2019. De trainer keek wél naar de kwaliteiten van Luc. “Al na twee wedstrijden in de voorbereiding maakte hij een gebaar alsof hij me de sleutels van het team gaf. Ik mocht beslissen wat er in de aanval op het veld gebeurde, qua systeem. Ik kreeg vrijheid. De jongens accepteerden mijn leiderschap, ook al was ik nieuw.” Wie het laatst lacht, lacht het best. Na één seizoen hing topclub Paris Saint-Germain aan de lijn, ze wilden hem huren. De club, bijna jaarlijks deel­nemer aan de Final Four van de Champions League, besloot al snel dat ze hem over wilden nemen. Bij de grootverdieners, van ‘twee meter hoog en twee meter breed’, had hij respect afgedwongen. “Spelers moeten geregeld lachen op de training, als ik met een schijnbeweging ervoor zorg dat de grote spelers zowat hun enkel breken.” Messi Hoe anders wordt er tegenwoordig tegen hem aangekeken. Le Parisien verhaalde over ‘de onweerstaanbare beklimming van de kleinste speler van de Star League’. Luc is ook niet langer een uitzondering. “Bijna elke club in Frankrijk heeft een speler van mijn lengte, het is een trend aan het worden. Met kleine, beweeglijke spelers kun je een ander speltype spelen. Hartstikke mooi om te zien hoe dat is geëvolueerd. Dat maakt het handbal voor iedereen toegankelijk.” Luc is al twee keer gekozen als beste speler van de eerste divisie en werd de afgelopen twee seizoenen ook verkozen tot beste van alle handballers in de eredivisie. Door zijn geringe lengte en handigheid kreeg hij jaren terug al de bijnaam ‘Messi van het handbal’. Laat de echte Lionel Messi, drie centimeter kleiner dan Luc, sinds vorig jaar zomer nou ook voor Paris Saint-Germain spelen... En niet alleen Messi, ook Neymar en Kylian Mbappé spelen bij de voetbalafdeling. “De wereld van die voetballers is totaal niet te vergelijken met mijn situatie. Daar gaan zulke grote bedragen in om, elke dag staan de media er vol van, dan heb je geen sociaal leven.” Het kwam nog niet van een ontmoeting met de voetbalsterren. “Wellicht straks, want er werden voor de coronapandemie gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals met Kerst en de seizoenafsluiting. Ik heb al wel wedstrijden gezien in het Parc des Princes. We hebben de luxe dat we op de viptribune mogen zitten, tussen de bobo’s. Dan moet ik mijn beste kloffie uit de kast trekken. Binnenkort ga ik bij de voetbalsters Lieke Martens en Jackie Groenen kijken, die sinds kort ook voor Paris Saint-Germain spelen.” Luc woont inmiddels in een goede wijk in Parijs, maar hij heeft ook de andere kant van de stad gezien. “Mijn vriendin en ik hebben in de buitenwijken gewoond, daar wonen gezinnen die niet rond kunnen komen. We voelden ons niet altijd veilig. De meeste Parisiens zijn trotse en ook arrogante mensen. Doe mij maar een trekker met wat koeien op een Limburgse heuvel. Hier word je eerder met je handbaltassen van de roltrap geduwd dan dat iemand vraagt: zal ik je helpen? Ik begin gelukkig ook de mooie kant van Parijs meer te waarderen.” Leuke-momenten-pot Het scheelde weinig of Luc had afgelopen zomer PSG verruild voor de Poolse en Europese topclub Kielce, waarvan de Nederlander Bertus Servaas eigenaar is. “Ik heb er serieus over nagedacht, Kielce kwam met een moeilijk te weerstaan bod. Toen handelde PSG ook opeens heel snel.” Hij bleef in Parijs. “Ik heb voor stabiliteit gekozen, er speelde en speelt zoveel op privégebied dat het verstandiger was om in Parijs te blijven. Mijn vriendin had een moeilijke tijd en anderhalf jaar geleden is bij mijn vader lymfeklierkanker gecon- stateerd. Vlak voor het vertrek naar Hongarije voor het EK kreeg hij er een licht hartinfarct bovenop. Van een man die op 58-jarige leeftijd een medisch dossier had van één regel, veranderde dat volledig. Hij kreeg een nieuwe behandeling, vanuit Amerika overgewaaid. Van de zomer leken alle lichten op groen te staan, de toekomst zag er goed uit. Na een zwaar seizoen ging ik met mijn vriendin op vakantie naar Kroatië en daar kregen we te horen dat de kanker weliswaar op de meeste plekken weg was, maar op één plek waren de cellen weer gegroeid en die bleken resistent tegen de nieuwe behandeling. Er is niks meer aan te doen, het is een aflopende zaak... Als de pijn ondraaglijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar. We hebben een ‘leuke-momenten-pot’ gemaakt, waarin iedereen zijn of haar opgeschreven herinneringen heeft gestopt. Dat geeft iets tastbaars en zorgt dat we ook straks terug kunnen denken aan die mooie tijden als mijn vader er niet meer is.” ‘Er is niks meer aan te doen. Als de pijn ondraag- lijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar’ Luc en zijn vriendin vierden nog vakantie met zijn ouders en met zijn eveneens handballende broer en oud-international Ivo – tijdens het EK in Hongarije waren ze nog teamgenoten – en diens vriendin. “Ik probeer van elk moment dat we samen zijn te genieten. Dat is niet altijd gemakkelijk, want elke keer als je ‘doei’ zegt, weet je niet of het de laatste keer was dat je elkaar hebt gezien. Mijn vader is eind september nog hier geweest in Parijs. Ik wist dat dat de laatste keer was. Ik sloot me er tijdens de wedstrijd voor af, want in de voorbereiding op het seizoen deed ik dat niet en kon ik er opeens helemaal niks meer van.” Zijn ouders stonden altijd voor hem en zijn broer klaar. “We zijn heel close, ze hebben alles met Ivo en mij meebeleefd, dat is onbetaalbaar. Toen ik bij Tremblay een moeilijke tijd had, stonden ze bij elke thuiswedstrijd voor de deur, om er voor me te zijn. Niks was te gek. Ze wisten dat het mijn droom was. Ineens is handbal niet meer het belangrijkste... We spelen soms drie wedstrijden per week, er is weinig tijd om bij de situatie stil te staan, aan het begin van dit seizoen stond ik soms op een training en dacht: what the fuck doe ik hier eigenlijk? Ik had altijd zo’n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd die elk moment kan ontploffen...’’ Weinig aanwas In januari mag het Nederlands mannenteam mede dankzij Luc voor het eerst sinds 1961 meedoen aan het WK. Tijdens de play-off voor kwalificatie lootte Oranje in het voorjaar met Portugal de sterkst mogelijke tegenstander en werd de ploeg na winst in Zuid-Europa thuis toch uitgeschakeld. Oranje kreeg later alsnog een wildcard dankzij de goede prestaties van de laatste tijd en de lobby van de Nederlandse handbalbond. Deelnemen aan een WK met Oranje, het is waar hij als jochie van droomde, maar door de situatie van zijn vader, kan hij daar minder van genieten. Wat Luc ook aan het hart gaat, is de wetenschap dat zijn vader er tegen die tijd niet meer is. Dat hij tijdens het WK het wakend oog, de instemmende knikjes en simpelweg zijn aanwezigheid zal missen. “Hoe ik ga reageren als mijn vader er niet meer is, weet ik niet. Maar dat het voor ons als gezin een zware periode gaat worden daarna, is zeker.” Onder de nieuwe bondscoach Staffan Olsson, een Zweedse handballegende en opvolger van Erlingur Richardsson uit IJsland, gaat Oranje desondanks proberen te stunten. “Wij kunnen niet spelen als Frankrijk of Denemarken, hebben andere type spelers. Het is vernieuwend handbal, out of the box. Door deelname aan het WK kunnen we ons verder ontwikkelen. Een aantal jongens heeft inmiddels de stap gemaakt naar een grotere club.” Luc hoopt dat de bond blijft investeren in de handbalopleiding. “Daar zet ik me ook voor in, door clinics te geven tijdens hand- balkampen. Er is een zorgelijke situatie. Als ik kijk naar Limburg, dat een handbalbolwerk was, dan is er sprake van weinig aan- was. Het is leuk dat wij nu als nationale ploeg mooie resultaten boeken, maar als er geen structurele doorstroming is, zijn we in no time terug bij af. Die gedachte gaat me aan het hart. Want handbal is de mooiste en een van de meest complexe sporten die er is. Snelheid, klappen uitdelen en opvangen, respect voor elkaar, de grens opzoeken, springen, hard schieten, slim zijn en je hebt incasseringsvermogen nodig. Om dat mee te krijgen als kind, daar heeft de maatschappij ook iets aan.” Stiekem droomt Luc van de Olympische Spelen. Het zou het handbalsprookje compleet maken. “Hier in Parijs, in 2024, dat zou heel mooi zijn, maar als je realistisch bent, komen de Spelen net iets te vroeg. Hopelijk vier jaar later, hoewel het dan met mijn leeftijd penibel wordt.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Luc Steins komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij moest afrekenen met vooroordelen, was volgens velen te klein. Maar Luc Steins haalde de top. Hij speelt op zijn 27ste bij Paris Saint-Germain, de club van Lionel Messi, en gaat in januari voor het eerst sinds 1961 met de Nederlandse handbalmannen naar het WK. Maar Luc vecht ook tegen groot verdriet. Zie hem het met zijn 1 meter 73 opnemen tegen reuzen in de dekking. Luc Steins weet niet anders, heeft geleerd zijn kleine gestalte optimaal te gebruiken en wurmt zich geregeld tussen die lange mannen door. Vaak ongrijpbaar, maar de lichtgewicht loopt ook tegen heel wat klappen op. “‘Je moet er niet als een gek ingaan,’ zegt mijn oma weleens als zij een wedstrijd heeft gezien. Luister oma, als ik dat niet doe, dan hebben ze niks aan me, zeg ik dan. ‘Als je maar op jezelf let hè, jong.’ Soms ben ik bont en blauw. Maar als ik me de dag na een wedstrijd niet beurs voel, dan heb ik het idee dat ik niet mijn spel heb gespeeld of alles heb hoeven geven. Vaak heb ik mijn beste wedstrijden gespeeld als ik me de dag erna fysiek slecht voel.” 'Ik had altijd zo'n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd' Zoals begin dit jaar toen hij met Oranje een prima EK speelde. Thuisland Hongarije werd verslagen en de ploeg werd tiende. Luc is niet het enige ‘kleinduimpje’, ook Dani Baijens van Hamburger SV en Kay Smits van SC Magdeburg hebben normale lengtes bij het Nederlands team. Kleine Nederlander Een jongensdroom, in de knop gebroken. Zo leek het toen Luc als kind te horen kreeg dat hij te klein zou zijn om ver te komen als handballer. “Met de Limburgse afdelingsselectie speelden we een toernooi en ik werd verkozen tot beste speler, maar op het scoutingslijstje voor de nationale jeugdselectie kwam mijn naam vervolgens niet voor, omdat ik in de toekomst toch zou afhaken. Er zijn gelukkig toch trainers opgestaan die zeiden dat ze me op z’n minst een kans konden geven.” De jongeling, die opgroeide bij het Limburgse Lions, liet zich niet uit het veld slaan. Maar hij moest keer op keer het vertrouwen winnen. Op zijn 21ste, zes jaar terug, vertrok hij van Lions naar Frankrijk. Naar opleidingsclub Massy. Om net als internationals als Gerrie Eijlers, Fabian van Olphen, Mark Bult en Arjan Haenen zijn droom na te jagen. Hij kon al na een seizoen een stapje hogerop, ging mee met zijn coach naar Tremblay. “Daar zaten veelal jongens die aan hun eigen hachje dachten. Ik was een makkelijk slachtoffer, omdat ik niet van me afbeet. ‘Die kleine Nederlander komt net kijken, wat gaat die ons hier leren?’ klonk het. Zij beseften niet wat ik in de toekomst voor het team had kunnen betekenen. De trainer moest zijn oren laten hangen naar de oudere spelers. Dat begreep ik ook wel, hij was nog jong. Ik heb die periode gebruikt om fysiek gezien nóg meer in mezelf te investeren, zodat ik daar de rest van mijn leven profijt van zou hebben. Ik ben daar volwassen geworden, sta niet meer zo snel te kijken van iets.” Toulouse haalde hem in 2019. De trainer keek wél naar de kwaliteiten van Luc. “Al na twee wedstrijden in de voorbereiding maakte hij een gebaar alsof hij me de sleutels van het team gaf. Ik mocht beslissen wat er in de aanval op het veld gebeurde, qua systeem. Ik kreeg vrijheid. De jongens accepteerden mijn leiderschap, ook al was ik nieuw.” Wie het laatst lacht, lacht het best. Na één seizoen hing topclub Paris Saint-Germain aan de lijn, ze wilden hem huren. De club, bijna jaarlijks deel­nemer aan de Final Four van de Champions League, besloot al snel dat ze hem over wilden nemen. Bij de grootverdieners, van ‘twee meter hoog en twee meter breed’, had hij respect afgedwongen. “Spelers moeten geregeld lachen op de training, als ik met een schijnbeweging ervoor zorg dat de grote spelers zowat hun enkel breken.” Messi Hoe anders wordt er tegenwoordig tegen hem aangekeken. Le Parisien verhaalde over ‘de onweerstaanbare beklimming van de kleinste speler van de Star League’. Luc is ook niet langer een uitzondering. “Bijna elke club in Frankrijk heeft een speler van mijn lengte, het is een trend aan het worden. Met kleine, beweeglijke spelers kun je een ander speltype spelen. Hartstikke mooi om te zien hoe dat is geëvolueerd. Dat maakt het handbal voor iedereen toegankelijk.” Luc is al twee keer gekozen als beste speler van de eerste divisie en werd de afgelopen twee seizoenen ook verkozen tot beste van alle handballers in de eredivisie. Door zijn geringe lengte en handigheid kreeg hij jaren terug al de bijnaam ‘Messi van het handbal’. Laat de echte Lionel Messi, drie centimeter kleiner dan Luc, sinds vorig jaar zomer nou ook voor Paris Saint-Germain spelen... En niet alleen Messi, ook Neymar en Kylian Mbappé spelen bij de voetbalafdeling. “De wereld van die voetballers is totaal niet te vergelijken met mijn situatie. Daar gaan zulke grote bedragen in om, elke dag staan de media er vol van, dan heb je geen sociaal leven.” Het kwam nog niet van een ontmoeting met de voetbalsterren. “Wellicht straks, want er werden voor de coronapandemie gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals met Kerst en de seizoenafsluiting. Ik heb al wel wedstrijden gezien in het Parc des Princes. We hebben de luxe dat we op de viptribune mogen zitten, tussen de bobo’s. Dan moet ik mijn beste kloffie uit de kast trekken. Binnenkort ga ik bij de voetbalsters Lieke Martens en Jackie Groenen kijken, die sinds kort ook voor Paris Saint-Germain spelen.” Luc woont inmiddels in een goede wijk in Parijs, maar hij heeft ook de andere kant van de stad gezien. “Mijn vriendin en ik hebben in de buitenwijken gewoond, daar wonen gezinnen die niet rond kunnen komen. We voelden ons niet altijd veilig. De meeste Parisiens zijn trotse en ook arrogante mensen. Doe mij maar een trekker met wat koeien op een Limburgse heuvel. Hier word je eerder met je handbaltassen van de roltrap geduwd dan dat iemand vraagt: zal ik je helpen? Ik begin gelukkig ook de mooie kant van Parijs meer te waarderen.” Leuke-momenten-pot Het scheelde weinig of Luc had afgelopen zomer PSG verruild voor de Poolse en Europese topclub Kielce, waarvan de Nederlander Bertus Servaas eigenaar is. “Ik heb er serieus over nagedacht, Kielce kwam met een moeilijk te weerstaan bod. Toen handelde PSG ook opeens heel snel.” Hij bleef in Parijs. “Ik heb voor stabiliteit gekozen, er speelde en speelt zoveel op privégebied dat het verstandiger was om in Parijs te blijven. Mijn vriendin had een moeilijke tijd en anderhalf jaar geleden is bij mijn vader lymfeklierkanker gecon- stateerd. Vlak voor het vertrek naar Hongarije voor het EK kreeg hij er een licht hartinfarct bovenop. Van een man die op 58-jarige leeftijd een medisch dossier had van één regel, veranderde dat volledig. Hij kreeg een nieuwe behandeling, vanuit Amerika overgewaaid. Van de zomer leken alle lichten op groen te staan, de toekomst zag er goed uit. Na een zwaar seizoen ging ik met mijn vriendin op vakantie naar Kroatië en daar kregen we te horen dat de kanker weliswaar op de meeste plekken weg was, maar op één plek waren de cellen weer gegroeid en die bleken resistent tegen de nieuwe behandeling. Er is niks meer aan te doen, het is een aflopende zaak... Als de pijn ondraaglijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar. We hebben een ‘leuke-momenten-pot’ gemaakt, waarin iedereen zijn of haar opgeschreven herinneringen heeft gestopt. Dat geeft iets tastbaars en zorgt dat we ook straks terug kunnen denken aan die mooie tijden als mijn vader er niet meer is.” ‘Er is niks meer aan te doen. Als de pijn ondraag- lijk wordt, wil hij er zelf voor kiezen dat het genoeg is geweest, zodat we nog afscheid kunnen nemen van elkaar’ Luc en zijn vriendin vierden nog vakantie met zijn ouders en met zijn eveneens handballende broer en oud-international Ivo – tijdens het EK in Hongarije waren ze nog teamgenoten – en diens vriendin. “Ik probeer van elk moment dat we samen zijn te genieten. Dat is niet altijd gemakkelijk, want elke keer als je ‘doei’ zegt, weet je niet of het de laatste keer was dat je elkaar hebt gezien. Mijn vader is eind september nog hier geweest in Parijs. Ik wist dat dat de laatste keer was. Ik sloot me er tijdens de wedstrijd voor af, want in de voorbereiding op het seizoen deed ik dat niet en kon ik er opeens helemaal niks meer van.” Zijn ouders stonden altijd voor hem en zijn broer klaar. “We zijn heel close, ze hebben alles met Ivo en mij meebeleefd, dat is onbetaalbaar. Toen ik bij Tremblay een moeilijke tijd had, stonden ze bij elke thuiswedstrijd voor de deur, om er voor me te zijn. Niks was te gek. Ze wisten dat het mijn droom was. Ineens is handbal niet meer het belangrijkste... We spelen soms drie wedstrijden per week, er is weinig tijd om bij de situatie stil te staan, aan het begin van dit seizoen stond ik soms op een training en dacht: what the fuck doe ik hier eigenlijk? Ik had altijd zo’n zorgeloos leven, handbal kon op één staan. En nu hangt er een tikkende tijdbom boven ons hoofd die elk moment kan ontploffen...’’ Weinig aanwas In januari mag het Nederlands mannenteam mede dankzij Luc voor het eerst sinds 1961 meedoen aan het WK. Tijdens de play-off voor kwalificatie lootte Oranje in het voorjaar met Portugal de sterkst mogelijke tegenstander en werd de ploeg na winst in Zuid-Europa thuis toch uitgeschakeld. Oranje kreeg later alsnog een wildcard dankzij de goede prestaties van de laatste tijd en de lobby van de Nederlandse handbalbond. Deelnemen aan een WK met Oranje, het is waar hij als jochie van droomde, maar door de situatie van zijn vader, kan hij daar minder van genieten. Wat Luc ook aan het hart gaat, is de wetenschap dat zijn vader er tegen die tijd niet meer is. Dat hij tijdens het WK het wakend oog, de instemmende knikjes en simpelweg zijn aanwezigheid zal missen. “Hoe ik ga reageren als mijn vader er niet meer is, weet ik niet. Maar dat het voor ons als gezin een zware periode gaat worden daarna, is zeker.” Onder de nieuwe bondscoach Staffan Olsson, een Zweedse handballegende en opvolger van Erlingur Richardsson uit IJsland, gaat Oranje desondanks proberen te stunten. “Wij kunnen niet spelen als Frankrijk of Denemarken, hebben andere type spelers. Het is vernieuwend handbal, out of the box. Door deelname aan het WK kunnen we ons verder ontwikkelen. Een aantal jongens heeft inmiddels de stap gemaakt naar een grotere club.” Luc hoopt dat de bond blijft investeren in de handbalopleiding. “Daar zet ik me ook voor in, door clinics te geven tijdens hand- balkampen. Er is een zorgelijke situatie. Als ik kijk naar Limburg, dat een handbalbolwerk was, dan is er sprake van weinig aan- was. Het is leuk dat wij nu als nationale ploeg mooie resultaten boeken, maar als er geen structurele doorstroming is, zijn we in no time terug bij af. Die gedachte gaat me aan het hart. Want handbal is de mooiste en een van de meest complexe sporten die er is. Snelheid, klappen uitdelen en opvangen, respect voor elkaar, de grens opzoeken, springen, hard schieten, slim zijn en je hebt incasseringsvermogen nodig. Om dat mee te krijgen als kind, daar heeft de maatschappij ook iets aan.” Stiekem droomt Luc van de Olympische Spelen. Het zou het handbalsprookje compleet maken. “Hier in Parijs, in 2024, dat zou heel mooi zijn, maar als je realistisch bent, komen de Spelen net iets te vroeg. Hopelijk vier jaar later, hoewel het dan met mijn leeftijd penibel wordt.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Luc Steins komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Soufiane Touzani: ‘Frenkie de Jong is gewoon untouchable’

Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Susila Cruijff: ‘Ik wil het gedachtegoed van mijn vader voortzetten’

De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Atletiek

Timothy Beck: Van vaandeldrager tot voetbalvader

Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bij de Winterspelen in 2010 droeg Timothy Beck (45) de vlag bij de openingsceremonie. Ondanks een chaotische jeugd haalde hij als estafetteloper de Zomerspelen en als bobsleeër tot tweemaal toe de Winterspelen. Acht jaar na zijn afscheid van de topsport begeleidt Timothy zijn zoontje Logan, die voetbalt in de jeugd bij Ajax. Op een steenworp afstand van de Openbare Scholengemeenschap Echnaton in Almere, waar Timothy Beck economie en bedrijfseconomie doceert aan havo 4- en havo 5-scholieren, ligt een Cruyff Court op het Clarence Seedorfplein. Voor het oog van onze fotograaf jongleert de twaalfjarige Logan met een bal. Hooghouden, flitsende voetbewegingen; hij doet het bijna met zijn ogen dicht. Een paar oudere jongeren kijken van een afstandje toe, met heimelijk ontzag. “Nu is wel heel pijnlijk duidelijk geworden dat hij het balgevoel niet van mij heeft,” zegt Timothy. Er is zojuist weer een bal van zijn voet gesprongen. Hersenspinsels Een paar uur eerder heeft het interview met Timothy plaatsgevonden, in een kleine docentenruimte in het Echnaton. Om vrijuit te kunnen praten over zijn oude leven als topsporter. En over zijn nieuwe leven, dat van een voetbalvader die de hele week wedstrijdspanning voelt wanneer zijn zoontje op zaterdag een belangrijke wedstrijd op het programma heeft staan. “Het beweeglijke, de fijne motoriek, heeft Logan van mijn vriendin Penelope,” zegt Timothy, “ik was een echte sprinter, een krachtige sporter die snel van A naar B kon rennen. Wat Logan wel van mij heeft, is de mindset. De passie om echt ergens voor te willen gaan. Ik zag het al toen hij vijf was en hem vroeg de bal vier keer hoog te houden. Hij bleef doorgaan, huilend zelfs, totdat het hem lukte. Dat obsessieve herken ik van mezelf. Soms ziet het er raar uit. Dan wil Logan een trucje onder controle krijgen en als het niet lukt, gaat hij tegenwoordig niet meer huilen, maar wordt hij boos. Als er mensen langs komen lopen, zie ik ze gewoon denken: daar staat weer zo’n vader die zijn zoontje aan het pushen is. Terwijl Logan degene is die niet naar huis wil.” Timothy is iemand met een filosofische inslag, meegekregen van zijn inmiddels overleden vader. In coronatijd wandelde hij vaak door het Nelson Mandelapark, vlakbij sportpark De Toekomst waar Logan met zijn teamgenoten van Ajax aan het trainen was. Ouders mochten er niet bij zijn. Sommigen keken vanachter de hekken toe, verscholen tussen de bomen. Timothy ging meestal lopen. Tijdens die wandelingen liet hij zijn gedachten de vrije loop en zette hij af en toe zijn hersenspinsels op papier. ‘Who you are now or what you can do now, will never be the same as who you are or what you can do in a year from now. In those 52 weeks, 365 days, 8765 hours or more then 31 million seconds you can become the mastermind of that magic change.’ “Ik probeer op Logan en onze dochter Olivia het growth mindset-principe over te brengen. Ik geloof dat je persoonlijkheid, intelligentie en kwaliteiten verder ontwikkelt door te leren en ervaringen op te doen. Je eigen kwetsbaarheid is je kracht, de kans om beter te worden. Logan is onverzadigbaar. Hij heeft extreem veel energie. Wat dat betreft is het maar goed dat hij sport als uitlaatklep heeft. Vroeger viel hij moeilijk in slaap. Hij bleef maar van zijn kamer naar beneden komen. Gek werden we ervan. Daar hebben we gelukkig geen last meer van. Ik train Logan vaak zelf op zondagochtend of hij haakt soms in de middag aan bij de voetbalacademie van Colin Brouwer, hier in Almere. Mensen vragen me soms: ‘Wordt het niet te veel voor Logan, want hij gaat ook al vijf keer in de week naar Ajax.’ Maar van moeten is geen sprake. Hij wil beter worden, leren, zichzelf ontwikkelen. En hij is graag buiten. Ik ga vaak met hem mee. Ik heb hem weleens gezegd: als je me vraagt mee te gaan voetballen, zal ik nooit ‘nee’ zeggen. Dat heb ik me ooit voorgenomen, al is het drie uur ’s nachts. Ik wil er altijd zijn voor mijn kinderen. Mijn dochter Olivia heeft minder met sport, maar met haar probeer ik uiteraard ook leuke dingen te doen. Zij gaat liever naar de bibliotheek met mij. Of naar de bioscoop. Ze heeft laatst een gedicht geschreven waarmee ze op school een prijs kan winnen, daar ben ik hartstikke trots op. Ik probeer de tijd tussen de kinderen gewoon zo goed mogelijk te verdelen. En Logan speelt ook gewoon veel buiten met zijn vriendjes. Dan ben ik thuis met Olivia.” Verslaafd Timothy is een andere vader voor zijn kinderen dan dat zijn vader voor hem en zijn broers John en Germain was. “Mijn vader steunde mij en mijn broers ook, maar hij deed dat op zijn manier. Hij was goed in het geven van eigen verantwoordelijkheid aan ons. Dat probeer ik op voetbalgebied ook met Logan. Het is zijn leven, zijn kans. Ik laat hem de keuzes maken, maar ik help wel de mogelijkheden te creëren. Als ik dat vergelijk met mijn vader, dan was hij daar veel extremer in. Hij liet ons totaal vrij. Ik herinner me dat hij mij eens vroeg waar John, mijn oudere broer, eigenlijk uithing. 'Ik heb geen doorsnee jeugd gehad. Mijn vader vocht thuis tegen zijn verslavingen en mijn moeder ging op een gegeven moment in haar eentje terug naar Amerika' Toen moest ik antwoorden dat hij al een week op vakantie was. Of als ik bij een vriendje van school bleef eten, vroegen die ouders weleens: ‘Moet je niet even naar huis bellen om te zeggen dat je hier blijft eten?’ Ja, hoe dan? We hadden niet eens telefoon. We deden gewoon wat we wilden.” Helden Magazine 63 Het eerste gedeelte van het verhaal van Timothy Beck komt voort uit Helden Magazine 63. We duiken in de slipstream van Max Verstappen. Sportief directeur Jan Lammers bespreekt zijn mooiste momenten op het circuit en Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Roeien

De gouden dubbelvier: Ploegje nooitgenoeg

Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers zorgden in Tokio voor het eerste Nederlandse olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar. Een gesprek over jongensdromen, bikkelhard trainen, coronastress en een snoek. Om half elf Japanse tijd op woensdagochtend 28 juli lag de boot van de heren dubbelvier op de Sea Forest Waterway klaar voor de olympische finale. Voor Koen Metsemakers, Tone Wieten, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard was de aanloop naar dit o zo belangrijke moment allesbehalve zorgeloos geweest. Sterker nog, ze hadden flinke stress gekend. Nadat ze op 17 juli met de beruchte vlucht KL861 naar Tokio waren gekomen, bleken in de daaropvolgende dagen drie leden van de Nederlandse roeiploeg – coach Josy Verdonkschot, bewegingswetenschapper Jabik-Jan Bastiaans en skiffeur Finn Florijn – besmet te zijn met het coronavirus. Het was het begin van een rollercoaster. Tone: “We waren ons klaar aan het maken om te gaan slapen, toen ineens de bondsarts in ons appartement stond. Hij klopte niet eens aan. De deur ging open en hij zei: ‘Jongens, Finn is positief.’ Finn lag al te slapen. Hij werd wakker gemaakt, moest zijn spullen pakken en twee minuten later stond hij buiten.” Koen: “Dat was heel naar om te zien. Finn werd ineens uit zijn olympische droom getrokken. Bizar.” Dirk: “Met dank aan bondscoach Eelco Meenhorst hadden we vooraf met de verschillende boten al afgesproken dat we het appartement zouden scheiden, aparte badkamers zouden gebruiken en niet met elkaar naar de eetzaal zouden gaan.” Tone: “Maar de besmettingen kwamen toen wel heel dichtbij. Iedere ochtend moesten we in een buisje spugen en dat inleveren. Die avond of de volgende ochtend kreeg je de uitslag van je coronatest.” Dirk: “Het voelde als Russisch roulette: er werd elke dag gedraaid en dan hoorde je of je wel of niet mocht blijven. We deden er alles aan om niet besmet te raken; twee mondkapjes op, overal desinfecteren. Het was mijn grootste nachtmerrie dat een van ons niet zou kunnen varen, omdat hij positief was.” Abe: “Wij zaten aan de ene kant van het appartement, de dubbeltwee en Finn aan de andere kant. Binnen zagen we elkaar niet. Dat was niet gezellig en best stressvol. Het was echt niet leuk.” Koen: “En het gaf spanning. Roeiers uit andere landen liepen in een boogje om ons heen. Sommigen waren panisch dat ze besmet zouden raken en in hun emotie riepen ze tegen ons: ‘Weg! Weg! Jullie mogen hier niet zijn!’ Op dat moment was het naar, maar ik zou hetzelfde hebben gedaan. Je wil gewoon niet dat je toernooi wordt vernacheld.” Dirk: “Als we door de gang liepen en roeiers van een ander land zagen ons, dan versnelden ze hun pas en liepen ze snel een andere kant op. Het was een natuurlijk reactie, maar soms wel vervelend.” Tone: “Naarmate de finale dichterbij kwam, dachten we alleen maar: alsjeblieft laat het goed gaan. We waren echt aan het aftellen. Je kon op de ochtend van de finale nog van je bed worden gelicht.” Dirk: “De finale werd ook nog eens een dag uitgesteld vanwege de slechte omstandigheden. Dat maakte de kans nog groter dat iemand van ons positief zou testen. Twee dagen voor de finale was er zoveel stress bij ons in de boot dat het op het water voelde alsof we het roeien verleerd waren.” Koen: “Na alle onrust kwam er op een gegeven moment een zekere berusting over ons. Het enige wat we konden doen, was ons focussen op het roeien. Door er een soort ‘wij tegen de rest’ van te maken, probeerden we er een positieve draai aan te geven. Maar ik zei ook: als we hier heelhuids doorheen komen, dan steken we een kaarsje op.” Voor de roeiers van de dubbelvier lag in Tokio de eindstreep van een intense expeditie van tweeënhalfjaar. Na de vijfde plaats op de WK 2018 werd het roer drastisch omgegooid. Onder leiding van coaches Eelco Meenhorst en Diederik Simon, en bewegingswetenschapper Bastiaans werd het aantal trainingsuren serieus opgeschroefd met als hoofddoel twee keer per jaar op de belangrijke toernooien pieken. Tone: “Als je het schema voor de komende maanden zag, dacht je: dit is niet normaal, hoe gaan we dat doen? Er ging week per week een schepje bovenop. Zo werden het hapklare stukjes in plaats van één grote brok.” Koen: “Ik had niet zoiets van: o jee, wat krijgen we nu? Ik deed altijd al wat extra training dus het sloot aan op wat ik lekker vind en waar ik in geloof.” Dirk: “Het was een vernieuwend en goed uitgedacht plan. Daar wilde ik graag mijn schouders onder zetten.” Abe: “Van kort beukwerk gingen we naar lange afstanden. Het was een hele omschakeling. Voor mij voelde het alsof we de Stille Oceaan op gingen varen en wel zouden zien of we zouden terugkomen. Maar ik wilde het wel proberen. We trainden twee tot drie keer per dag, twintig tot dertig uur per week. Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen, maar op een gegeven moment kon ik er niet meer tegenop eten en had ik de energie niet meer. De meest pittige dagen waren rond kerst. In plaats van twee trainingen deden we één lange training van 52 kilometer, zodat we ook onze families konden zien. Ik zat ’s avonds niet erg gezellig aan het kerstdiner, ik was gesloopt.” Tone: “De vermoeidheid stapelde zich op tijdens een trainingsweek. Op vrijdag hadden we vaak een zware training. Zaterdag was je dan eigenlijk op, maar dan zei de coach: ‘Morgen ben je vrij dus ga maar lekker door.’ Je hebt blaren, pijn aan je kont van het zitten, vermoeide knieën, schouders en rug. Alles in je lichaam zegt: stop waarmee je bezig bent.” Koen: “We werkten naar piekmomenten toe. En zelfs op een piekmoment vroeg je je af: ben ik wel fit? Het grootste deel van het jaar waren we moe.” Tone: “Chronisch moe inderdaad. Het toeval wil dat we alle vier heel perfectionistisch en zelfkritisch zijn. We werden niet voor niets Ploegje Nooitgenoeg genoemd.” Koen: “We hadden allemaal iets van: het gaat me niet gebeuren dat ik degene ben door wie de boot langzamer gaat. Daardoor dreven we elkaar tot het uiterste.” Dirk: “We gingen bewust over de limiet en kwamen onszelf dubbel en dwars tegen. Dat waren uitdagende momenten.” Koen: “Als je permanent op elkaars lip zit, leer je elkaar heel goed kennen. Vooral omdat iedereen tot het randje werd gepusht.” Tone: “Als de een het even niet meer zag zitten, zei de ander: ‘Kom op, jongen! We moeten nog even door. Gewoon doen, dan is het zo klaar.’ Zo trokken we elkaar op de moeilijke momenten er doorheen.” Abe: “Omdat we zo kritisch zijn, zorgde dat soms voor wrijving en onzekerheid. Het vertrouwen in elkaar moest groeien en dat gebeurde vanaf het moment dat we gingen winnen.” Na een jaar keihard trainen verbaasde de dubbelvier door begin juni 2019 goud te veroveren bij de EK in het Zwitserse Luzern. Koen, Tone, Abe en Dirk waren eveneens verrast, want ze hadden tot dan toe geen wedstrijden geroeid en nog geen enkele indicatie hoe ze zich verhielden tot de concurrentie. Koen: “Het was echt een vuurproef. We hadden geïnvesteerd in een plan, maar wat was het waard?” Dirk: “Bij mijn eerste WK bij de senioren in 2013 zat ik ook in de dubbelvier en werden we achtste. Na dat toernooi zei ik tegen mijn vriendin: ‘Nederland kan nooit een gouden medaille winnen in de dubbelvier.’ In de boten van de andere landen zaten allemaal van die kleerkasten. In 2019 wonnen we ineens met vijf seconden verschil. Dat was zo onwerkelijk.” Abe: 'Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen' Abe: “Tot dan toe hadden we altijd meegevaren in de A-finale, maar nooit vooraan in de race. Ineens wonnen we met overmacht.” Tone: “Het was voor ons allemaal de eerste echte titel.” Dirk: “We zijn redelijk gereserveerd met z’n vieren, maar daar volgde bij ons allemaal echt een ontlading.” Koen: “Natuurlijk hadden we rottrainingen moeten doen, maar vanaf dat moment wisten we dat ons programma loonde. Het versterkte het vertrouwen in elkaar. Vanaf dat moment wisten we dat winnen mogelijk was.” Een paar maanden later werd bij de WK in het Oostenrijkse Linz ook de wereldtitel veroverd. Daarmee was deelname aan de Spelen veiliggesteld, die vervolgens door de coronapandemie werden uitgesteld. Koen: “Dat was even schakelen, maar daardoor hadden we ook een jaar extra de tijd om beter te worden.” Abe: “In het olympische jaar hebben we allemaal fysieke ongemakken gehad. Er waren dagen dat ik soms nauwelijks uit mijn bed kon komen, omdat ik last had van een paar spieren in m’n rug. Maar dat duurde dan drie dagen en daarna ging het wel weer.” Koen: “We wisten dat we er goed voorstonden, gingen met vertrouwen naar Japan. Na alle onrust mochten we uiteindelijk de olympische finale roeien. Tijdens het oproeien, de warming-up, zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben de start in elk geval gehaald, jongens.’ Na alles wat we hadden meegemaakt voelde dat al een beetje als een overwinning.” Even later ging er een golf van paniek door de dubbelvier. Nog voor de doorkomst na 500 meter maakte Dirk, die op boeg helemaal voorin de boot zat, een misslag. Tone: “Volgens mij is de ‘snoek’ de bekendste roeiterm sinds de Spelen geworden.” Koen: “Ik voelde wat er gebeurde, maar ik zat zoals altijd achteraan op slag dus kon het niet zien.” Abe: “Koen en Tone zaten met hun rug naar mij toe en dachten dat ik het was. In zware trainingen, als we echt op maximale snelheid roeiden, was ik vaak degene die zo’n snoek had. Nu was Dirk het. Ik kreeg een hartverzakking. Dacht: wat overkomt ons nu?” Dirk: “We hadden de pech dat de wind was aangetrokken toen we het water opgingen, die stond schuin vanachter en blies hard. De omstandigheden waren erg moeilijk, maar ik was de oudste en meest ervaren roeier in de boot. Het had me niet mogen overkomen. Dat moment leek een eeuwigheid te duren. Ik voelde de boot afremmen, alle snelheid ging eruit. Het enige wat ik dacht was: ik moet mijn riem eruit krijgen en weer doorgaan. En zeker niet gaan overcompenseren.” Tone: “We schreeuwden allemaal: ‘Focus! Rust!’ We moesten niet blind gaan rammen.” Dirk: “Ik had twee of drie halen gemist. Ik keek om me heen en zag dat de andere boten ook moeite hadden met de omstandigheden. Daarna keek ik niet veel meer. Het kostte me zoveel energie om erop te letten dat ik alles netjes deed en recht bleef zitten om de boot in balans te houden.” Koen: “Toen de rust was teruggekeerd, voelden we dat we weer terug in de race kwamen.” Abe: “Tussen de 1000 en 1250 meter dacht ik: dit gaat goed. Op de 1500 meter zag ik dat we konden winnen, als we dit zouden volhouden. Ik gaf de calls in de boot en riep: voor goud!” Tone: “Toen we zagen dat we in de laatste 500 meter vooroplagen, was het vooral: geen fouten meer. Ik was meer bezig met netjes roeien dan met pompen, pompen, pompen.” Tone: 'Hoe het verdergaat met de dubbelvier, weten we nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar blijven zien, als we zijn gestopt' Dirk: “De ontlading na de finish was enorm. Van opluchting sloeg ik op het water. Ik was zo blij dat het ondanks die snoek was gelukt. Hadden we niet gewonnen, dan had ik dat mezelf erg kwalijk genomen. Alle boten hebben een snoek gemaakt, daar hoef ik me dus niet voor te schamen. Toch heb ik me er later nog best schuldig over gevoeld. Maar als het je overkomt, moet je het ook kunnen oplossen en dat is me redelijk goed gelukt.” Tone: “Het was absoluut niet de finale die we vooraf hadden verwacht. Maar dat maakte niets uit, we waren olympisch kampioen.” Dirk: “Na de race moesten Koen en Abe naar de dopingcontrole. Met Tone en Eelco stond ik het zoute water van de boot af te spoelen. Toen kwamen we erachter dat we ondanks die snoek ook nog eens een wereldrecord hadden gevaren. ‘Hoe bizar is dit,’ zeiden we tegen elkaar.” Koen: “Die ochtend hadden we nog een speekseltest moeten inleveren. Na de finale hadden we zoiets van: het maakt nu niet meer uit wat er gebeurt. Al hadden we positief getest en tien dagen in een quarantainehotel moeten zitten, dan hadden we dat ook wel overleefd.” [caption id="attachment_14683" align="alignnone" width="1920"] V.L.N.R.: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers[/caption] De volgende ochtend ging om halfzes de wekker en moesten de roeiers richting vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Voor ze het wisten waren ze weer op Hollandse bodem en gingen ze voor de huldiging naar Scheveningen, waar ze werden opgewacht door familie en hun geliefden. Ook de ouders van roeier Daan Brühl, die in 2010 uit het leven stapte, waren aanwezig. Dirk sprak destijds op de begrafenis van zijn boezemvriend. Hij sloot zijn speech af met de belofte dat hij ging proberen hun gezamenlijke droom waar te maken: olympisch kampioen worden. Dirk: “Het is heel mooi dat het is gelukt. In Scheveningen kreeg ik een dikke knuffel van zijn ouders. Vooraf hadden ze tegen me gezegd: ‘Je doet het niet voor Daan, je doet het voor jezelf.’ Het is ook niet zo dat mijn belofte aan Daan op de begrafenis het middelpunt van mijn roeicarrière is geweest. Het voelde voor mij ook niet als een verplichting naar hem toe, ik wilde gewoon proberen onze droom af te maken. Daarbij is Daan op sommige momenten een inspiratie geweest. Het is heel bijzonder, dat besef ik zeker en dat koester ik ook. Mijn droom als kind is uitgekomen en daar hoort Daan ook bij.” Tone: “Die gouden medaille is de beloning voor jarenlang heel hard werken. Het besef dat je vier, in dit geval zelfs vijf jaar, toewerkt naar een race van minder dan zes minuten waarin je het moet doen. Als het dan lukt, geeft dat een heel voldaan gevoel.” Koen: “Het is de afsluiting van een periode waarin we veel mooie ervaringen hebben opgedaan, rotmomenten hebben gekend en herinneringen hebben gemaakt. Eigenlijk vind ik die medaille het minst boeiend. Juist het verhaal dat erbij hoort, maakt het zo bijzonder.” Abe: “Toen we in 2019 wereldkampioen waren geworden, werden we door de roeiers van de dubbelvier die in 1989 voor het laatst de wereldtitel hadden gepakt, uitgenodigd voor een etentje. Dertig jaar later waren ze nog steeds vrienden. Ik had het idee dat wij wel een weerspiegeling van hen waren.” Tone: “Hoe het de komende jaren precies verdergaat met de dubbelvier, weten we op dit moment nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar ook nog wel blijven zien, als we zijn gestopt. We zijn meer dan collega’s.” Koen: “Na de Spelen zijn we allemaal bij de huldigingen op elkaars roeiverenigingen geweest. Bij mijn huldiging kreeg ik van de jongens als cadeau een heel grote kaars. Ik had tijdens die onrustige dagen voorafgaand aan de finale in Tokio gezegd dat ik er een zou opsteken als we er heelhuids vanaf zouden komen. Ik denk dat ik die kaars nog een hele tijd in mijn huis laat staan!” Helden Magazine 59 Het verhaal van de dubbelvier komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers zorgden in Tokio voor het eerste Nederlandse olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar. Een gesprek over jongensdromen, bikkelhard trainen, coronastress en een snoek. Om half elf Japanse tijd op woensdagochtend 28 juli lag de boot van de heren dubbelvier op de Sea Forest Waterway klaar voor de olympische finale. Voor Koen Metsemakers, Tone Wieten, Abe Wiersma en Dirk Uittenbogaard was de aanloop naar dit o zo belangrijke moment allesbehalve zorgeloos geweest. Sterker nog, ze hadden flinke stress gekend. Nadat ze op 17 juli met de beruchte vlucht KL861 naar Tokio waren gekomen, bleken in de daaropvolgende dagen drie leden van de Nederlandse roeiploeg – coach Josy Verdonkschot, bewegingswetenschapper Jabik-Jan Bastiaans en skiffeur Finn Florijn – besmet te zijn met het coronavirus. Het was het begin van een rollercoaster. Tone: “We waren ons klaar aan het maken om te gaan slapen, toen ineens de bondsarts in ons appartement stond. Hij klopte niet eens aan. De deur ging open en hij zei: ‘Jongens, Finn is positief.’ Finn lag al te slapen. Hij werd wakker gemaakt, moest zijn spullen pakken en twee minuten later stond hij buiten.” Koen: “Dat was heel naar om te zien. Finn werd ineens uit zijn olympische droom getrokken. Bizar.” Dirk: “Met dank aan bondscoach Eelco Meenhorst hadden we vooraf met de verschillende boten al afgesproken dat we het appartement zouden scheiden, aparte badkamers zouden gebruiken en niet met elkaar naar de eetzaal zouden gaan.” Tone: “Maar de besmettingen kwamen toen wel heel dichtbij. Iedere ochtend moesten we in een buisje spugen en dat inleveren. Die avond of de volgende ochtend kreeg je de uitslag van je coronatest.” Dirk: “Het voelde als Russisch roulette: er werd elke dag gedraaid en dan hoorde je of je wel of niet mocht blijven. We deden er alles aan om niet besmet te raken; twee mondkapjes op, overal desinfecteren. Het was mijn grootste nachtmerrie dat een van ons niet zou kunnen varen, omdat hij positief was.” Abe: “Wij zaten aan de ene kant van het appartement, de dubbeltwee en Finn aan de andere kant. Binnen zagen we elkaar niet. Dat was niet gezellig en best stressvol. Het was echt niet leuk.” Koen: “En het gaf spanning. Roeiers uit andere landen liepen in een boogje om ons heen. Sommigen waren panisch dat ze besmet zouden raken en in hun emotie riepen ze tegen ons: ‘Weg! Weg! Jullie mogen hier niet zijn!’ Op dat moment was het naar, maar ik zou hetzelfde hebben gedaan. Je wil gewoon niet dat je toernooi wordt vernacheld.” Dirk: “Als we door de gang liepen en roeiers van een ander land zagen ons, dan versnelden ze hun pas en liepen ze snel een andere kant op. Het was een natuurlijk reactie, maar soms wel vervelend.” Tone: “Naarmate de finale dichterbij kwam, dachten we alleen maar: alsjeblieft laat het goed gaan. We waren echt aan het aftellen. Je kon op de ochtend van de finale nog van je bed worden gelicht.” Dirk: “De finale werd ook nog eens een dag uitgesteld vanwege de slechte omstandigheden. Dat maakte de kans nog groter dat iemand van ons positief zou testen. Twee dagen voor de finale was er zoveel stress bij ons in de boot dat het op het water voelde alsof we het roeien verleerd waren.” Koen: “Na alle onrust kwam er op een gegeven moment een zekere berusting over ons. Het enige wat we konden doen, was ons focussen op het roeien. Door er een soort ‘wij tegen de rest’ van te maken, probeerden we er een positieve draai aan te geven. Maar ik zei ook: als we hier heelhuids doorheen komen, dan steken we een kaarsje op.” Voor de roeiers van de dubbelvier lag in Tokio de eindstreep van een intense expeditie van tweeënhalfjaar. Na de vijfde plaats op de WK 2018 werd het roer drastisch omgegooid. Onder leiding van coaches Eelco Meenhorst en Diederik Simon, en bewegingswetenschapper Bastiaans werd het aantal trainingsuren serieus opgeschroefd met als hoofddoel twee keer per jaar op de belangrijke toernooien pieken. Tone: “Als je het schema voor de komende maanden zag, dacht je: dit is niet normaal, hoe gaan we dat doen? Er ging week per week een schepje bovenop. Zo werden het hapklare stukjes in plaats van één grote brok.” Koen: “Ik had niet zoiets van: o jee, wat krijgen we nu? Ik deed altijd al wat extra training dus het sloot aan op wat ik lekker vind en waar ik in geloof.” Dirk: “Het was een vernieuwend en goed uitgedacht plan. Daar wilde ik graag mijn schouders onder zetten.” Abe: “Van kort beukwerk gingen we naar lange afstanden. Het was een hele omschakeling. Voor mij voelde het alsof we de Stille Oceaan op gingen varen en wel zouden zien of we zouden terugkomen. Maar ik wilde het wel proberen. We trainden twee tot drie keer per dag, twintig tot dertig uur per week. Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen, maar op een gegeven moment kon ik er niet meer tegenop eten en had ik de energie niet meer. De meest pittige dagen waren rond kerst. In plaats van twee trainingen deden we één lange training van 52 kilometer, zodat we ook onze families konden zien. Ik zat ’s avonds niet erg gezellig aan het kerstdiner, ik was gesloopt.” Tone: “De vermoeidheid stapelde zich op tijdens een trainingsweek. Op vrijdag hadden we vaak een zware training. Zaterdag was je dan eigenlijk op, maar dan zei de coach: ‘Morgen ben je vrij dus ga maar lekker door.’ Je hebt blaren, pijn aan je kont van het zitten, vermoeide knieën, schouders en rug. Alles in je lichaam zegt: stop waarmee je bezig bent.” Koen: “We werkten naar piekmomenten toe. En zelfs op een piekmoment vroeg je je af: ben ik wel fit? Het grootste deel van het jaar waren we moe.” Tone: “Chronisch moe inderdaad. Het toeval wil dat we alle vier heel perfectionistisch en zelfkritisch zijn. We werden niet voor niets Ploegje Nooitgenoeg genoemd.” Koen: “We hadden allemaal iets van: het gaat me niet gebeuren dat ik degene ben door wie de boot langzamer gaat. Daardoor dreven we elkaar tot het uiterste.” Dirk: “We gingen bewust over de limiet en kwamen onszelf dubbel en dwars tegen. Dat waren uitdagende momenten.” Koen: “Als je permanent op elkaars lip zit, leer je elkaar heel goed kennen. Vooral omdat iedereen tot het randje werd gepusht.” Tone: “Als de een het even niet meer zag zitten, zei de ander: ‘Kom op, jongen! We moeten nog even door. Gewoon doen, dan is het zo klaar.’ Zo trokken we elkaar op de moeilijke momenten er doorheen.” Abe: “Omdat we zo kritisch zijn, zorgde dat soms voor wrijving en onzekerheid. Het vertrouwen in elkaar moest groeien en dat gebeurde vanaf het moment dat we gingen winnen.” Na een jaar keihard trainen verbaasde de dubbelvier door begin juni 2019 goud te veroveren bij de EK in het Zwitserse Luzern. Koen, Tone, Abe en Dirk waren eveneens verrast, want ze hadden tot dan toe geen wedstrijden geroeid en nog geen enkele indicatie hoe ze zich verhielden tot de concurrentie. Koen: “Het was echt een vuurproef. We hadden geïnvesteerd in een plan, maar wat was het waard?” Dirk: “Bij mijn eerste WK bij de senioren in 2013 zat ik ook in de dubbelvier en werden we achtste. Na dat toernooi zei ik tegen mijn vriendin: ‘Nederland kan nooit een gouden medaille winnen in de dubbelvier.’ In de boten van de andere landen zaten allemaal van die kleerkasten. In 2019 wonnen we ineens met vijf seconden verschil. Dat was zo onwerkelijk.” Abe: 'Op sommige dagen verbrandden we negenduizend calorieën. Ik at mezelf misselijk om maar aan mijn calorieën te komen' Abe: “Tot dan toe hadden we altijd meegevaren in de A-finale, maar nooit vooraan in de race. Ineens wonnen we met overmacht.” Tone: “Het was voor ons allemaal de eerste echte titel.” Dirk: “We zijn redelijk gereserveerd met z’n vieren, maar daar volgde bij ons allemaal echt een ontlading.” Koen: “Natuurlijk hadden we rottrainingen moeten doen, maar vanaf dat moment wisten we dat ons programma loonde. Het versterkte het vertrouwen in elkaar. Vanaf dat moment wisten we dat winnen mogelijk was.” Een paar maanden later werd bij de WK in het Oostenrijkse Linz ook de wereldtitel veroverd. Daarmee was deelname aan de Spelen veiliggesteld, die vervolgens door de coronapandemie werden uitgesteld. Koen: “Dat was even schakelen, maar daardoor hadden we ook een jaar extra de tijd om beter te worden.” Abe: “In het olympische jaar hebben we allemaal fysieke ongemakken gehad. Er waren dagen dat ik soms nauwelijks uit mijn bed kon komen, omdat ik last had van een paar spieren in m’n rug. Maar dat duurde dan drie dagen en daarna ging het wel weer.” Koen: “We wisten dat we er goed voorstonden, gingen met vertrouwen naar Japan. Na alle onrust mochten we uiteindelijk de olympische finale roeien. Tijdens het oproeien, de warming-up, zeiden we tegen elkaar: ‘We hebben de start in elk geval gehaald, jongens.’ Na alles wat we hadden meegemaakt voelde dat al een beetje als een overwinning.” Even later ging er een golf van paniek door de dubbelvier. Nog voor de doorkomst na 500 meter maakte Dirk, die op boeg helemaal voorin de boot zat, een misslag. Tone: “Volgens mij is de ‘snoek’ de bekendste roeiterm sinds de Spelen geworden.” Koen: “Ik voelde wat er gebeurde, maar ik zat zoals altijd achteraan op slag dus kon het niet zien.” Abe: “Koen en Tone zaten met hun rug naar mij toe en dachten dat ik het was. In zware trainingen, als we echt op maximale snelheid roeiden, was ik vaak degene die zo’n snoek had. Nu was Dirk het. Ik kreeg een hartverzakking. Dacht: wat overkomt ons nu?” Dirk: “We hadden de pech dat de wind was aangetrokken toen we het water opgingen, die stond schuin vanachter en blies hard. De omstandigheden waren erg moeilijk, maar ik was de oudste en meest ervaren roeier in de boot. Het had me niet mogen overkomen. Dat moment leek een eeuwigheid te duren. Ik voelde de boot afremmen, alle snelheid ging eruit. Het enige wat ik dacht was: ik moet mijn riem eruit krijgen en weer doorgaan. En zeker niet gaan overcompenseren.” Tone: “We schreeuwden allemaal: ‘Focus! Rust!’ We moesten niet blind gaan rammen.” Dirk: “Ik had twee of drie halen gemist. Ik keek om me heen en zag dat de andere boten ook moeite hadden met de omstandigheden. Daarna keek ik niet veel meer. Het kostte me zoveel energie om erop te letten dat ik alles netjes deed en recht bleef zitten om de boot in balans te houden.” Koen: “Toen de rust was teruggekeerd, voelden we dat we weer terug in de race kwamen.” Abe: “Tussen de 1000 en 1250 meter dacht ik: dit gaat goed. Op de 1500 meter zag ik dat we konden winnen, als we dit zouden volhouden. Ik gaf de calls in de boot en riep: voor goud!” Tone: “Toen we zagen dat we in de laatste 500 meter vooroplagen, was het vooral: geen fouten meer. Ik was meer bezig met netjes roeien dan met pompen, pompen, pompen.” Tone: 'Hoe het verdergaat met de dubbelvier, weten we nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar blijven zien, als we zijn gestopt' Dirk: “De ontlading na de finish was enorm. Van opluchting sloeg ik op het water. Ik was zo blij dat het ondanks die snoek was gelukt. Hadden we niet gewonnen, dan had ik dat mezelf erg kwalijk genomen. Alle boten hebben een snoek gemaakt, daar hoef ik me dus niet voor te schamen. Toch heb ik me er later nog best schuldig over gevoeld. Maar als het je overkomt, moet je het ook kunnen oplossen en dat is me redelijk goed gelukt.” Tone: “Het was absoluut niet de finale die we vooraf hadden verwacht. Maar dat maakte niets uit, we waren olympisch kampioen.” Dirk: “Na de race moesten Koen en Abe naar de dopingcontrole. Met Tone en Eelco stond ik het zoute water van de boot af te spoelen. Toen kwamen we erachter dat we ondanks die snoek ook nog eens een wereldrecord hadden gevaren. ‘Hoe bizar is dit,’ zeiden we tegen elkaar.” Koen: “Die ochtend hadden we nog een speekseltest moeten inleveren. Na de finale hadden we zoiets van: het maakt nu niet meer uit wat er gebeurt. Al hadden we positief getest en tien dagen in een quarantainehotel moeten zitten, dan hadden we dat ook wel overleefd.” [caption id="attachment_14683" align="alignnone" width="1920"] V.L.N.R.: Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers[/caption] De volgende ochtend ging om halfzes de wekker en moesten de roeiers richting vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Voor ze het wisten waren ze weer op Hollandse bodem en gingen ze voor de huldiging naar Scheveningen, waar ze werden opgewacht door familie en hun geliefden. Ook de ouders van roeier Daan Brühl, die in 2010 uit het leven stapte, waren aanwezig. Dirk sprak destijds op de begrafenis van zijn boezemvriend. Hij sloot zijn speech af met de belofte dat hij ging proberen hun gezamenlijke droom waar te maken: olympisch kampioen worden. Dirk: “Het is heel mooi dat het is gelukt. In Scheveningen kreeg ik een dikke knuffel van zijn ouders. Vooraf hadden ze tegen me gezegd: ‘Je doet het niet voor Daan, je doet het voor jezelf.’ Het is ook niet zo dat mijn belofte aan Daan op de begrafenis het middelpunt van mijn roeicarrière is geweest. Het voelde voor mij ook niet als een verplichting naar hem toe, ik wilde gewoon proberen onze droom af te maken. Daarbij is Daan op sommige momenten een inspiratie geweest. Het is heel bijzonder, dat besef ik zeker en dat koester ik ook. Mijn droom als kind is uitgekomen en daar hoort Daan ook bij.” Tone: “Die gouden medaille is de beloning voor jarenlang heel hard werken. Het besef dat je vier, in dit geval zelfs vijf jaar, toewerkt naar een race van minder dan zes minuten waarin je het moet doen. Als het dan lukt, geeft dat een heel voldaan gevoel.” Koen: “Het is de afsluiting van een periode waarin we veel mooie ervaringen hebben opgedaan, rotmomenten hebben gekend en herinneringen hebben gemaakt. Eigenlijk vind ik die medaille het minst boeiend. Juist het verhaal dat erbij hoort, maakt het zo bijzonder.” Abe: “Toen we in 2019 wereldkampioen waren geworden, werden we door de roeiers van de dubbelvier die in 1989 voor het laatst de wereldtitel hadden gepakt, uitgenodigd voor een etentje. Dertig jaar later waren ze nog steeds vrienden. Ik had het idee dat wij wel een weerspiegeling van hen waren.” Tone: “Hoe het de komende jaren precies verdergaat met de dubbelvier, weten we op dit moment nog niet. Maar ik denk dat wij elkaar ook nog wel blijven zien, als we zijn gestopt. We zijn meer dan collega’s.” Koen: “Na de Spelen zijn we allemaal bij de huldigingen op elkaars roeiverenigingen geweest. Bij mijn huldiging kreeg ik van de jongens als cadeau een heel grote kaars. Ik had tijdens die onrustige dagen voorafgaand aan de finale in Tokio gezegd dat ik er een zou opsteken als we er heelhuids vanaf zouden komen. Ik denk dat ik die kaars nog een hele tijd in mijn huis laat staan!” Helden Magazine 59 Het verhaal van de dubbelvier komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen. Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.  In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met Fabio Jakobsen en zijn aanstaande vrouw Delore. Ze blikken samen terug op de zware val in Polen, waarbij Fabio bijna het leven verloor én hoe hij zich dit jaar heeft teruggevochten. Daarnaast spraken we een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel. Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint. Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.