Word abonnee
Meer

Tennis

Thiemo de Bakker: ‘De duivel stond altijd klaar om toe te slaan’

Hij won in 2006 Wimbledon bij de jeugd en was nummer één van de wereld bij de junioren. Vier jaar later was hij de mondiale nummer veertig bij de profs. Kenners dachten dat het een kwestie van tijd was voordat hij een wereldtopper was. Mentale problemen stonden een mooie tennisloopbaan in de weg. In het boek Breekpunt blikt Thiemo de Bakker (36) terug op een nu al bewogen leven. In Helden Magazine nummer 77 leggen we hem passages uit het boek voor. Thiemo de Bakker ‘Eigenlijk wil ik dit boek niet meer uitbrengen (…) Ik wil dit project het liefst laten verdwijnen, zoals ik dat de laatste jaren ook met mijn tenniscarrière heb gedaan. Eigenlijk zoals ik heel mijn leven alles dat ingewikkeld is laat verdwijnen. Een afwezige vader, eet- of relatieproblemen, financiële missers. Gewoon onder het tapijt schuiven, dan is iedereen het de volgende dag weer vergeten.’ Thiemo de Bakker in het voorwoord van Breekpunt, zijn door Pascal Lemaire geschreven biografie. “Er zeiden rond 2019 veel mensen tegen me dat ik mijn verhaal eens op moest schrijven, dat het goed voor mij zou zijn. Daarom heb ik ‘ja’ gezegd toen Pascal Lemaire met het verzoek kwam om een boek over mij te maken. Ik vond het de eerste twee jaar leuk om te doen. Het was niet altijd makkelijk, maar het hielp me met de verwerking van zaken, was dus deels therapie. Ik vond het niet lastig om te vertellen over de dingen die ik heb gedaan, daar ben ik met het ouder worden makkelijker in geworden. Toen ik mijn hele levensverhaal had verteld, was het project voor mij eigenlijk wel geslaagd. Maar ja, toen was het nog niet klaar. Ik wist: ik moet straks interviews gaan geven om het boek onder de aandacht te brengen, dat betekent dat ik het dus weer over mezelf moet hebben en opnieuw zullen dingen opgerakeld worden. Dat vond ik een zwaar vooruitzicht. Ik heb ook nog gevraagd of het boek er echt moest komen. Maar ja, Pascal had er zoveel werk in zitten… Vanaf het moment dat het boek in de winkels ligt, krijg ik bijna alleen maar positieve reacties. Daar ben ik blij mee. Maar ik kijk er toch vooral naar uit als ik weer op de achtergrond kan opereren. Als het zover is, zal ik ook vanzelf wat trotser zijn op dit boek.” ‘Ik voelde weinig bij de dood van mijn vader. Hij was al zo lang weg. De dag dat mijn konijn overleed was zwaarder.’ “Toen ik op 16 december 2011 werd gebeld dat mijn vader overleden was, deed me dat echt niets. Ik was 23 en mijn vader speelde al heel lang geen rol meer in mijn leven. Vanaf het moment dat uitkwam dat hij mijn moeder al een tijd bedroog met een andere vrouw en stiekem zelfs een huis met haar had, verdween hij uit mijn leven. Veertien was ik toen. Toen hij nog bij ons thuis woonde, zag ik hem ook al niet vaak. Hij was altijd weg, kwam meestal thuis als ik al in bed lag. 'Toen ik werd gebeld dat mijn vader overleden was, deed me dat echt niets. Na zijn dood merkte ik dat ik het lastig vond dat ik op een aantal vragen nooit antwoord zou krijgen' In de jaren na zijn vertrek had ik ook geen behoefte aan contact. Toen ik naam maakte als tennisser kwam hij geregeld bij toernooien in Nederland naar mijn wedstrijden kijken, zag ik hem ineens op de tribune. Hij had het lef niet om me aan te spreken en ik liet hem volledig links liggen als ik hem zag, die hele man boeide me niet. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Thiemo de Bakker komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Hij won in 2006 Wimbledon bij de jeugd en was nummer één van de wereld bij de junioren. Vier jaar later was hij de mondiale nummer veertig bij de profs. Kenners dachten dat het een kwestie van tijd was voordat hij een wereldtopper was. Mentale problemen stonden een mooie tennisloopbaan in de weg. In het boek Breekpunt blikt Thiemo de Bakker (36) terug op een nu al bewogen leven. In Helden Magazine nummer 77 leggen we hem passages uit het boek voor. Thiemo de Bakker ‘Eigenlijk wil ik dit boek niet meer uitbrengen (…) Ik wil dit project het liefst laten verdwijnen, zoals ik dat de laatste jaren ook met mijn tenniscarrière heb gedaan. Eigenlijk zoals ik heel mijn leven alles dat ingewikkeld is laat verdwijnen. Een afwezige vader, eet- of relatieproblemen, financiële missers. Gewoon onder het tapijt schuiven, dan is iedereen het de volgende dag weer vergeten.’ Thiemo de Bakker in het voorwoord van Breekpunt, zijn door Pascal Lemaire geschreven biografie. “Er zeiden rond 2019 veel mensen tegen me dat ik mijn verhaal eens op moest schrijven, dat het goed voor mij zou zijn. Daarom heb ik ‘ja’ gezegd toen Pascal Lemaire met het verzoek kwam om een boek over mij te maken. Ik vond het de eerste twee jaar leuk om te doen. Het was niet altijd makkelijk, maar het hielp me met de verwerking van zaken, was dus deels therapie. Ik vond het niet lastig om te vertellen over de dingen die ik heb gedaan, daar ben ik met het ouder worden makkelijker in geworden. Toen ik mijn hele levensverhaal had verteld, was het project voor mij eigenlijk wel geslaagd. Maar ja, toen was het nog niet klaar. Ik wist: ik moet straks interviews gaan geven om het boek onder de aandacht te brengen, dat betekent dat ik het dus weer over mezelf moet hebben en opnieuw zullen dingen opgerakeld worden. Dat vond ik een zwaar vooruitzicht. Ik heb ook nog gevraagd of het boek er echt moest komen. Maar ja, Pascal had er zoveel werk in zitten… Vanaf het moment dat het boek in de winkels ligt, krijg ik bijna alleen maar positieve reacties. Daar ben ik blij mee. Maar ik kijk er toch vooral naar uit als ik weer op de achtergrond kan opereren. Als het zover is, zal ik ook vanzelf wat trotser zijn op dit boek.” ‘Ik voelde weinig bij de dood van mijn vader. Hij was al zo lang weg. De dag dat mijn konijn overleed was zwaarder.’ “Toen ik op 16 december 2011 werd gebeld dat mijn vader overleden was, deed me dat echt niets. Ik was 23 en mijn vader speelde al heel lang geen rol meer in mijn leven. Vanaf het moment dat uitkwam dat hij mijn moeder al een tijd bedroog met een andere vrouw en stiekem zelfs een huis met haar had, verdween hij uit mijn leven. Veertien was ik toen. Toen hij nog bij ons thuis woonde, zag ik hem ook al niet vaak. Hij was altijd weg, kwam meestal thuis als ik al in bed lag. 'Toen ik werd gebeld dat mijn vader overleden was, deed me dat echt niets. Na zijn dood merkte ik dat ik het lastig vond dat ik op een aantal vragen nooit antwoord zou krijgen' In de jaren na zijn vertrek had ik ook geen behoefte aan contact. Toen ik naam maakte als tennisser kwam hij geregeld bij toernooien in Nederland naar mijn wedstrijden kijken, zag ik hem ineens op de tribune. Hij had het lef niet om me aan te spreken en ik liet hem volledig links liggen als ik hem zag, die hele man boeide me niet. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Thiemo de Bakker komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tennis

Carlos Alcaraz: “Mij hoor je niet klagen”

Carlos Alcaraz is nog maar 21 jaar en nu al een fenomeen. Iedereen loopt met hem weg. Helden sprak de winnaar van het ABN AMRO Open exclusief in aanloop naar Roland Garros en Wimbledon, de toernooien die hij vorig jaar allebei won. “Ik leid een schitterend leven, maar moet voortdurend in mijn achterhoofd houden waar ik dat aan te danken heb.” Hij vertelt erover in Helden Magazine 76. Waar hij speelt lopen volwassen mannen rond in mouwloze T-shirts en slepen toeschouwers Spaanse vlaggen mee de tribunes op. Na een onmogelijk punt of de specialiteit van het huis – de dropshot – is er altijd wel een fan die ‘vamos’ schreeuwt. Begin februari was dat niet anders in Rotterdam, waar Carlos Alcaraz, dé tennisattractie van dit moment, zijn debuut maakte op de ABN AMRO Open en in Rotterdam Ahoy meteen de titel pakte. Hij toonde zijn emoties na een mooi punt, juichte naar het publiek, klapte voor een mooi punt van zijn tegenstander en lachte. Alles aan hem straalde uit: ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Door het Alcaraz-effect sneuvelde het bezoekersrecord van het ABN AMRO Open. Zoals overal waar hij verschijnt staan mensen in de rij om hem in het echt te zien. Zelfs bij een training is het dringen geblazen om een plekje langs de baan te bemachtigen. En waar hij gaat, wordt hij gevolgd door een horde kinderen, die hopen met hem op de foto te kunnen of smachten naar een handtekening op een tennisbal van voetbalformaat. Alsof Alcaraz een eigentijdse rattenvanger van Hamelen is, die kinderen lokt met een tennisracket in plaats van een fluit. Hij neemt de tijd voor zijn jonge fans in Rotterdam. Alcaraz vraagt aan een jongen wat zijn naam is en zet dan met een zwarte marker een handtekening en de naam van de jongen op een grote tennisbal. Daarna poseert hij nog even met een grote lach voor de foto die de moeder van de jongen maakt. Alcaraz aait hem tot twee keer toe over z’n bol. De jongen raapt al zijn moed bij elkaar als hij in zijn beste Engels vraagt wat Alcaraz voor hobby’s heeft naast het tennis. “Ik golf graag om m’n hoofd leeg te maken,” antwoord de tennisser die liefkozend Carlitos wordt genoemd, wat staat voor ‘kleine Carlos’. Hij geeft aan dat hij nog niet zolang geleden zelf een van die kinderen was die op jacht was naar een handtekening of foto met een van zijn helden. “Dat doet me keer op keer beseffen dat het heel snel is gegaan met me. Ik was dolgelukkig toen ik een paar jaar geleden op de foto mocht met Rafael Nadal. En nu...” Gouden generatie De afgelopen twintig jaar werd het tennis gedomineerd door Roger Federer, Nadal en Novak Djokovic. Hoe hebben die mannen jou geïnspireerd? “Zij zijn zo belangrijk voor mijn ontwikkeling geweest. Ik heb het geluk dat ik ben opgegroeid met de Gouden Generatie van het mannentennis. Zij hebben zo’n grote invloed op mij gehad toen ik begon, ik wilde zijn zoals zij. Ik heb helaas nooit een wedstrijd tegen Federer gespeeld, heb wel een keer met hem mogen trainen op Wimbledon toen ik daar meedeed aan het juniorentoernooi. Tegen Rafael, Novak en ook Andy Murray heb ik gelukkig nog een aantal keren gespeeld. Novak kom ik natuurlijk nog steeds tegen en ik vind het nog elke keer fantastisch om me te meten met een van de levende legendes van het tennis.” Is jouw landgenoot Nadal een mentor voor jou geweest? “Ja. En ik had het geluk dat ik Rafa al op jonge leeftijd ontmoette. Ik kan wel stellen dat ik het voor een groot deel aan hem te danken dat ik nu proftennisser ben. Ik heb veel geleerd van zijn toewijding, passie en de offers die hij bracht voor zijn sport. Rafael gaf nooit op, zag altijd nog mogelijkheden als hij achterstond. Dat zijn allemaal dingen die ik me heb geprobeerd eigen te maken en die mij de speler hebben gemaakt die ik nu ben. Maar waarom ik hem het meest bewonder is omdat hij alles heeft bereikt als tennisser, maar ondertussen wel een heel aardig en normaal mens is gebleven.” Je postte een foto van jezelf met Nadal, toen je vijftien was, op social media toen hij bekendmaakte dat hij eind 2024 afscheid ging nemen bij de Davis Cup. Je dubbelde met hem op de Spelen in Parijs en vormde een team met hem in de Davis Cup-wedstrijd tegen Nederland, wat zijn laatste wedstrijd bleek te zijn. Hoe zwaar viel zijn afscheid jou? “Het was mooi en verdrietig. Met Rafa dubbelen in Parijs was onbeschrijflijk mooi. Ik heb ook toen weer zoveel van hem geleerd, op en naast de baan. En daarna zijn afscheid in Malaga. Een heel emotioneel en moeilijk moment. Ik koester de momenten die ik met Rafael heb meegemaakt.” Jannik Sinner en jij zijn de boegbeelden van een nieuwe generatie. Zijn jullie andere types dan de generatie Nadal, Djokovic, Federer? “Dat denk ik wel, elke generatie is anders. Zo is het altijd geweest. Ik vind het heel lastig om me te vergelijken met die mannen voor ons... Dat moet ik eigenlijk ook niet willen. Ik heb zoveel bewondering voor Roger, Novak en Rafael, zij zijn de grootste kampioenen die het tennis heeft voortgebracht, hebben de sport twee decennia gedomineerd.” Rivaliteit Jarenlang werd het mannentennis gedomineerd door Federer, Nadal en Djokovic, de afgelopen twintig jaar winnaar van respectievelijk 20, 22 en 24 Grand Slam-titels. Afgelopen jaar waren het Jannik Sinner en Alcaraz die de belangrijkste titels verdeelden. Sinner won in 2024 de Australian Open en US Open, de ATP Finals, sloot het jaar af als nummer één van de wereld en pakte in januari bij de Australian Open zijn derde Grand Slam-titel. De twee jaar jongere Alcaraz, nummer drie van de wereld, won Roland Garros (tweemaal) en Wimbledon en zette de teller op vijf Majors. Na de epische vijfsetter in de finale van Rolland Garros 2025 staat de stand nu 8-4 in het voordeel van Alcaraz. Met Sinner versus Alcaraz is een nieuwe rivaliteit geboren. Patrick Mouratoglu, de beroemde Franse tennistrainer, stelde onlangs: ‘Sinner is dominant, maar er zijn meerdere redenen waarom ik hem niet boven Carlos Alcaraz plaats.’ Van hun tien onderlinge wedstrijden won Alcaraz er zes. “Ik heb het filmpje van Mouratoglu gezien, maar ben het niet met hem eens,”stelt Alcaraz. “Jannik heeft bewezen dat hij op dit moment de beste is. Hij verloor het afgelopen jaar maar vier of vijf wedstrijden, dat is bizar. Ik weet dat mensen ons steeds met elkaar vergelijken en discussiëren wie de betere is. Sommigen zeggen dat Jannik beter is en anderen wijzen naar mij. Ik zeg: Jannik is absoluut de sterkste op dit moment. Hij wint bijna altijd, is altijd gefocust. Als Jannik een toernooi speelt, wint hij het of hij haalt in elk geval de finale.” Sinner en jij zijn goede vrienden. Jij was vijftien toen je voor het eerst tegen hem speelde en je won. Is jullie band veranderd nu jullie ook rivalen zijn? “Jannik en ik kennen elkaar al heel lang, we zijn samen opgegroeid in het tennis. We hebben nu een mooie rivaliteit. Op de baan, niet ernaast. En ik hoop dat we die strijd nog vele jaren blijven voeren op de baan. Wat Jannik zo goed maakt, is dat hij zo ongelooflijk compleet is. Ik ken hem goed, heb veel tegen hem gespeeld en heb zijn spel dus goed kunnen bestuderen. Ik kan nu wel met zekerheid stellen dat hij eigenlijk geen zwakke punten heeft en daarnaast is hij mentaal ook nog eens ijzersterk. Ik zie het keer op keer als een enorme uitdaging als ik hem tegenkom op de baan. Ik probeer telkens weer een strategie te bedenken waarvan ik hoop dat het werkt tegen Jannik. Ik probeer ook telkens weer andere dingen om hem te blijven verrassen en me zelf ook te blijven ontwikkelen.” Hoe belangrijk is die rivaliteit voor het tennis en voor jou? “Heel belangrijk. Een rivaliteit zorgt voor meer interesse van de fans. Wat tennis betreft zijn we door de jaren heen natuurlijk verwend met schitterende duels. Dat was ruim veertig jaar geleden al zo met Björn Borg en John McEnroe. Je had daarna de strijd tussen McEnroe en Ivan Lendl. En daarna die tussen Andre Agassi en Pete Sampras. En de afgelopen jaren was er eerst de strijd tussen Rafael Nadal en Roger Federer. En daar kwam daarna ook nog Novak Djokovic bij. Dat de beste tennissers van de wereld rivalen zijn, zorgt ervoor dat het niveau van het tennis telkens weer omhooggaat. De mannen die ik net noemde, hebben elkaar naar een hoger niveau gepusht en daarmee het hele niveau van het tennis omhoog geholpen. Jannik en ik helpen elkaar ook naar een nog hoger niveau. Jannik dwingt mij om telkens in de spiegel te blijven kijken. Zijn succes maakt mij hongerig, want ik wil het nog beter doen dan hij. En ik weet zeker dat hij zo ook naar mij kijkt.” In Rotterdam bleef een treffen tussen de twee uit. Sinner, winnaar van het ABN AMRO Open in 2024, trok zich terug na het winnen van de Australian Open wegens vermoeidheidsklachten. Alcaraz lachend: “Ik heb Jannik niet gemist in Rotterdam, hoor.” Tranen Alcaraz won in 2022 al de US Open en steeg daardoor naar de eerste plaats op de wereldranglijst. Met zijn negentien jaar en vier maanden was hij de jongste aanvoerder van de ranking in de historie van het mannentennis. In 2023 won hij Wimbledon door in de finale Djokovic te kloppen in vijf sets, op dat moment al een tijd ongeslagen op gras. Weer een jaar later kraakte hij de code van wat geldt als de lastigste opdracht in het tennis: in hetzelfde jaar Roland Garros en Wimbledon winnen. Hij was net 21 toen hem dat lukte, niemand had dat op een jongere leeftijd voor elkaar gekregen. Na die dubbelslag dook er op social media een video op van een twaalfjarige Alcaraz die vertelde dat hij op een dag hoopte Roland Garros en Wimbledon te winnen. Negen jaar later won hij ze achter elkaar. “Ik heb ook de statistieken gezien en van iedereen gehoord dat ik de jongste ben die Roland Garros en Wimbledon in hetzelfde jaar heeft gewonnen. Mijn carrière is op een fantastische manier van start gegaan, maar ik ben nog niet klaar. Ik moet mijn weg blijven vervolgen.” Sta jij er weleens bij stil dat het heel bijzonder is wat je allemaal aan het doen bent? “Ja, nou... Het is allemaal zo snel gegaan en daar ben ik trots op. Het is overweldigend, maar tegelijkertijd moet ik er niet te lang bij stilstaan wat ik al allemaal heb gepresteerd. Want het gevaar is dat ik dan mijn focus verlies. Ik moet me niet van de wijs laten brengen. Er gebeurt heel veel om me heen. Ik leid een schitterend leven, maar moet voortdurend in mijn achterhoofd houden waar ik dat aan te danken heb: keihard werken en elke dag bezig zijn mezelf te verbeteren. Ik moet vooruit, stilstaan bij wat is geweest helpt daar niet bij. Er komt een tijd waarop ik heel rustig terug kan kijken, maar dat duurt hopelijk nog een paar jaar.” Alcaraz lacht vaak op de baan, maar afgelopen jaar zagen we hem ook voor het eerst in tranen. Na de olympische finale in het enkelspel, waarin Djokovic met twee keer 7-6 won, hield hij het niet droog. “Normaal gesproken slaag ik er altijd in om mijn niveau op te krikken op moeilijke momenten, maar in Parijs slaagde ik daar niet in. Ik voelde een heel andere druk dan ik gewend was. We spelen vier Grand Slam-toernooien per jaar en de Olympische Spelen zijn maar eens in de vier jaar. Bovendien legde ik mezelf extra druk op omdat ik omdat ik voor Spanje en de Spanjaarden speelde. Iedereen in Spanje wilde dat ik het goud zou winnen, ik had het gevoel dat ze echt smachtten naar die olympische titel. Daardoor had ik het gevoel dat ik mensen teleur zou stellen als ik het goud niet won. Na de nederlaag werd ik emotioneel omdat ik het gevoel had dat ik de Spanjaarden niet trots had kunnen maken.” Diezelfde Djokovic weerhield hem er ook van om dit jaar de enige Grand Slam- titel te winnen die hij nog niet won. De succesvolste tennisser aller tijden, 37 jaar inmiddels, versloeg Alcaraz in de kwartfinale in Melbourne. Tranen bleven achterwege na de teleurstelling, met een big smile stapte hij van de baan af. “Ik heb niet het gevoel dat ik een kans heb laten liggen in die wedstrijd tegen Novak. Weet je hoe ik dingen nu vaak bekijk? Ik heb hopelijk nog tien tot vijftien jaar te gaan als tennisser. Er komen nog genoeg kansen. Bij de Australian Open had ik het niveau om de titel te pakken, denk ik. En als je dan een ongelooflijk goede speler als Novak tegenkomt, de moeilijkste tennisser die je maar kunt treffen, dan weet je dat je kunt verliezen, ook al ben je goed in vorm. Ik heb een hoog niveau gehaald en weer veel geleerd van die wedstrijd. Je moet niet te snel je hoofd laten hangen na een nederlaag, vroeg in het seizoen.” Richard Krajicek noemde jou heel compleet. Hij ziet wel iets wat beter zou kunnen. Je zou volgens hem wat meer vrije punten kunnen pakken met jouw eerste service. Daardoor kun je wat meer energie sparen en kun je gedurende een seizoen constanter presteren. “Wij hebben dezelfde conclusie getrokken als Richard. Ik ben bezig met mijn opslag, maar dat is helaas niet van de ene op de andere dag voor elkaar. En Richard heeft ook een punt dat het me kan helpen om wat krachten te sparen. Het seizoen is heel lang en zwaar en als ik wat meer gratis punten krijg met mijn opslag en je kijkt naar het aantal wedstrijden dat we jaarlijks spelen, dan kan dat grote impact hebben. Zeker bij de Grand Slam-toernooien is het cruciaal om in de eerste rondes zo weinig mogelijk energie te verspillen en daar helpt de eerste service zeker bij. Als je daardoor minder lang op de baan staat, kan de tijd die je al op de baan hebt gestaan van doorslaggevend belang zijn in de laatste fase van het toernooi.” Bij de ABN AMRO Open was er weer een primeur voor Alcaraz. Hij pakte zijn zeventiende toernooizege op het hoogste niveau, maar het was zijn eerste titel op een indoorbaan. “Dat maakte de titel extra speciaal natuurlijk.” Lachend: “Het werd ook wel tijd dat ik me tussen de betere spelers op indoorbanen zou nestelen. Er zijn veel spelers die beter op een indoorbaan uit de voeten kunnen dan ik. Dat zijn jongens met vlakken slagen en een heel goede opslag. De service is een heel belangrijk wapen op zulke banen. Dat ik heb weten te winnen in Rotterdam is heel goed voor mijn vertrouwen. Mentaal is het ook weer goed geweest voor me. Omdat ik op deze ondergrond moet blijven vechten, niet mijn hoofd moet laten hangen. Ik ben er nog niet. Het kan beter. Zeker als ik mijn opslag blijf verbeteren.” Schaken De Netflix-documentaire Carlos Alcaraz: My Way komt binnenkort uit. Je bent afgelopen jaar op de voet gevolgd door een cameraploeg. Was het af en toe ook lastig dat alles wat je deed werd vastgelegd? “Totaal niet. Het was juist leuk om hen om me heen te hebben en het resultaat is schitterend. Ik heb ‘ja’ tegen het voorstel gezegd omdat het volgens mij interessant is voor de fans om dingen vanuit een ander perspectief te zien. Mensen zien ons op de baan staan als we een wedstrijd spelen, maar de mens die achter de tennisser op de baan schuilgaat, kennen ze vaak niet. Ik vond het mooi en belangrijk om te laten zien hoe mijn leven eruitziet, wat er voorafgaat aan een wedstrijd en wat er gebeurt nadat de laatste bal is geslagen. Ik wil laten zien wat ik meemaak tijdens toernooien, hoe mijn dagen eruitzien als ik geen toernooi speel en wat ik moet doen en laten om succesvol te zijn.” Als voorbereiding op een wedstrijd ga jij geregeld een potje schaken, toch? “Klopt. Schaken helpt mij om sneller te denken, om vooruit te denken. Het is goed om voor ik de baan op ga mijn hoofd al te laten werken. Tennis is eigenlijk ook een soort van schaken. Je moet steeds anticiperen op je tegenstander, je moet ook vooruit kunnen denken. Zo van: als ik nu een forehand sla in die hoek, dan trek ik het veld open, kan ik daarna die bal slaan. Los van observeren en strategisch denken, moet je zowel bij schaken als tennis voortdurend gefocust zijn. Wanneer je even de concentratie verliest kan een wedstrijd omkeren, achter het schaakbord en op de tennisbaan.” Door social media kunnen mensen van alles roepen. Als jonge topsporter moet je je daar maar voor weten af te sluiten. Hoe ga je om met alle druk op en naast de baan? “Druk is er zeker, maar tot op heden kan ik daar goed mee omgaan. Ik werk al een tijd met een psycholoog en daar heb ik veel baat bij. Dan moet je denken aan hoe om te gaan met hoge verwachtingen, met presteren onder grote druk. En ik heb gelukkig een geweldig team om me heen die me helpt om te gaan met alles wat afgelopen jaren is gebeurd.” Het gaat je allemaal voor de wind op de baan. Wat zijn dingen waarover jij twijfelt? “Ik twijfel nog weleens wat ik moet doen op de baan als het niet helemaal gaat zoals ik wil. Dan vraag ik me af of ik wel de goede dingen doe en of ik mijn gameplan niet moet aanpassen. Ik ben nog jong, weet nog lang niet alles.” Juan Carlos Ferrero was in 2003 nummer één van de wereld en won dat jaar ook Roland Garros door in de finale ‘onze’ Martin Verkerk te verslaan. Hij is jouw coach sinds jouw vijftiende. Je noemt hem jouw ‘tweede vader’. “Juan Carlos heeft alles zelf meegemaakt, weet precies wat ik op en naast de baan nodig heb. Hij kent me door en door. Die klik is er vanaf het eerste moment. Juan Carlos is fundamenteel voor mijn ontwikkeling geweest en dat is hij vandaag nog steeds.” Jij hebt op je 21ste ook al een eigen foundation, die kansarme kinderen helpt. De stichting vraagt ook aandacht voor gelijke kansen voor elk kind. Jouw va- der gaf zijn droom om tennisprof te worden ooit op omdat de financiële middelen ontbraken. Zat dat in jouw achterhoofd toen je besloot de foundation op te richten? “Dat heeft zeker meegespeeld. En als je daarnaast bekijkt hoeveel hulp ik van jongs af aan juist heb gekregen om mijn dromen waar te maken. Dat gun ik elk kind. Wij, mijn familie en ik, dachten er al een paar jaar over na om de foundation te beginnen en hopelijk kunnen we een verschil maken.” Juan Carlos Ferrero, jouw foundation en jij hebben eind vorig jaar ook geld ingezameld voor de slachtoffers van de overstromingen in Valencia. Ben jij bezorgd over de wereld waarin we leven? “Absoluut. Dat ik een professionele tennisser ben, betekent niet dat ik mijn ogen sluit voor de realiteit. Bij mij is het juist het tegenovergestelde. Ik maak me zorgen, ben me heel bewust van alle dingen die spelen. Of het nou het klimaat is, armoede, de oorlogen die gaande zijn. In mij zit heel sterk: ik wil helpen, doen wat ik kan.” Voelt het voor jou als een verantwoordelijkheid om als rolmodel een verschil te maken? De media en bedrijven luisteren naar wat jij te zeggen hebt. “Het voelt voor mij niet als een verplichting. Ik ben gewoon mezelf, dat ben ik altijd. Ik doe dingen waar ik me goed bij voel.” Iedereen kijkt naar jou, wil wat van jou. Het is vast een mooi, maar soms ook lastig leven dat je leidt. Denk jij weleens als je naar je drie broers kijkt: ik wou dat ik een dagje hun leven kon leiden? “Dat zou wel heel ondankbaar zijn, toch? Ik doe de dingen waarvan ik hou. Ik reis over de hele wereld, doe mee aan de mooiste toernooien en heb de kans om fantastische mensen te ontmoeten. Mij hoor je niet klagen, hoor.” Helden Magazine nummer 76 Het interview met Carlos Alcaraz komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Carlos Alcaraz is nog maar 21 jaar en nu al een fenomeen. Iedereen loopt met hem weg. Helden sprak de winnaar van het ABN AMRO Open exclusief in aanloop naar Roland Garros en Wimbledon, de toernooien die hij vorig jaar allebei won. “Ik leid een schitterend leven, maar moet voortdurend in mijn achterhoofd houden waar ik dat aan te danken heb.” Hij vertelt erover in Helden Magazine 76. Waar hij speelt lopen volwassen mannen rond in mouwloze T-shirts en slepen toeschouwers Spaanse vlaggen mee de tribunes op. Na een onmogelijk punt of de specialiteit van het huis – de dropshot – is er altijd wel een fan die ‘vamos’ schreeuwt. Begin februari was dat niet anders in Rotterdam, waar Carlos Alcaraz, dé tennisattractie van dit moment, zijn debuut maakte op de ABN AMRO Open en in Rotterdam Ahoy meteen de titel pakte. Hij toonde zijn emoties na een mooi punt, juichte naar het publiek, klapte voor een mooi punt van zijn tegenstander en lachte. Alles aan hem straalde uit: ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Door het Alcaraz-effect sneuvelde het bezoekersrecord van het ABN AMRO Open. Zoals overal waar hij verschijnt staan mensen in de rij om hem in het echt te zien. Zelfs bij een training is het dringen geblazen om een plekje langs de baan te bemachtigen. En waar hij gaat, wordt hij gevolgd door een horde kinderen, die hopen met hem op de foto te kunnen of smachten naar een handtekening op een tennisbal van voetbalformaat. Alsof Alcaraz een eigentijdse rattenvanger van Hamelen is, die kinderen lokt met een tennisracket in plaats van een fluit. Hij neemt de tijd voor zijn jonge fans in Rotterdam. Alcaraz vraagt aan een jongen wat zijn naam is en zet dan met een zwarte marker een handtekening en de naam van de jongen op een grote tennisbal. Daarna poseert hij nog even met een grote lach voor de foto die de moeder van de jongen maakt. Alcaraz aait hem tot twee keer toe over z’n bol. De jongen raapt al zijn moed bij elkaar als hij in zijn beste Engels vraagt wat Alcaraz voor hobby’s heeft naast het tennis. “Ik golf graag om m’n hoofd leeg te maken,” antwoord de tennisser die liefkozend Carlitos wordt genoemd, wat staat voor ‘kleine Carlos’. Hij geeft aan dat hij nog niet zolang geleden zelf een van die kinderen was die op jacht was naar een handtekening of foto met een van zijn helden. “Dat doet me keer op keer beseffen dat het heel snel is gegaan met me. Ik was dolgelukkig toen ik een paar jaar geleden op de foto mocht met Rafael Nadal. En nu...” Gouden generatie De afgelopen twintig jaar werd het tennis gedomineerd door Roger Federer, Nadal en Novak Djokovic. Hoe hebben die mannen jou geïnspireerd? “Zij zijn zo belangrijk voor mijn ontwikkeling geweest. Ik heb het geluk dat ik ben opgegroeid met de Gouden Generatie van het mannentennis. Zij hebben zo’n grote invloed op mij gehad toen ik begon, ik wilde zijn zoals zij. Ik heb helaas nooit een wedstrijd tegen Federer gespeeld, heb wel een keer met hem mogen trainen op Wimbledon toen ik daar meedeed aan het juniorentoernooi. Tegen Rafael, Novak en ook Andy Murray heb ik gelukkig nog een aantal keren gespeeld. Novak kom ik natuurlijk nog steeds tegen en ik vind het nog elke keer fantastisch om me te meten met een van de levende legendes van het tennis.” Is jouw landgenoot Nadal een mentor voor jou geweest? “Ja. En ik had het geluk dat ik Rafa al op jonge leeftijd ontmoette. Ik kan wel stellen dat ik het voor een groot deel aan hem te danken dat ik nu proftennisser ben. Ik heb veel geleerd van zijn toewijding, passie en de offers die hij bracht voor zijn sport. Rafael gaf nooit op, zag altijd nog mogelijkheden als hij achterstond. Dat zijn allemaal dingen die ik me heb geprobeerd eigen te maken en die mij de speler hebben gemaakt die ik nu ben. Maar waarom ik hem het meest bewonder is omdat hij alles heeft bereikt als tennisser, maar ondertussen wel een heel aardig en normaal mens is gebleven.” Je postte een foto van jezelf met Nadal, toen je vijftien was, op social media toen hij bekendmaakte dat hij eind 2024 afscheid ging nemen bij de Davis Cup. Je dubbelde met hem op de Spelen in Parijs en vormde een team met hem in de Davis Cup-wedstrijd tegen Nederland, wat zijn laatste wedstrijd bleek te zijn. Hoe zwaar viel zijn afscheid jou? “Het was mooi en verdrietig. Met Rafa dubbelen in Parijs was onbeschrijflijk mooi. Ik heb ook toen weer zoveel van hem geleerd, op en naast de baan. En daarna zijn afscheid in Malaga. Een heel emotioneel en moeilijk moment. Ik koester de momenten die ik met Rafael heb meegemaakt.” Jannik Sinner en jij zijn de boegbeelden van een nieuwe generatie. Zijn jullie andere types dan de generatie Nadal, Djokovic, Federer? “Dat denk ik wel, elke generatie is anders. Zo is het altijd geweest. Ik vind het heel lastig om me te vergelijken met die mannen voor ons... Dat moet ik eigenlijk ook niet willen. Ik heb zoveel bewondering voor Roger, Novak en Rafael, zij zijn de grootste kampioenen die het tennis heeft voortgebracht, hebben de sport twee decennia gedomineerd.” Rivaliteit Jarenlang werd het mannentennis gedomineerd door Federer, Nadal en Djokovic, de afgelopen twintig jaar winnaar van respectievelijk 20, 22 en 24 Grand Slam-titels. Afgelopen jaar waren het Jannik Sinner en Alcaraz die de belangrijkste titels verdeelden. Sinner won in 2024 de Australian Open en US Open, de ATP Finals, sloot het jaar af als nummer één van de wereld en pakte in januari bij de Australian Open zijn derde Grand Slam-titel. De twee jaar jongere Alcaraz, nummer drie van de wereld, won Roland Garros (tweemaal) en Wimbledon en zette de teller op vijf Majors. Na de epische vijfsetter in de finale van Rolland Garros 2025 staat de stand nu 8-4 in het voordeel van Alcaraz. Met Sinner versus Alcaraz is een nieuwe rivaliteit geboren. Patrick Mouratoglu, de beroemde Franse tennistrainer, stelde onlangs: ‘Sinner is dominant, maar er zijn meerdere redenen waarom ik hem niet boven Carlos Alcaraz plaats.’ Van hun tien onderlinge wedstrijden won Alcaraz er zes. “Ik heb het filmpje van Mouratoglu gezien, maar ben het niet met hem eens,”stelt Alcaraz. “Jannik heeft bewezen dat hij op dit moment de beste is. Hij verloor het afgelopen jaar maar vier of vijf wedstrijden, dat is bizar. Ik weet dat mensen ons steeds met elkaar vergelijken en discussiëren wie de betere is. Sommigen zeggen dat Jannik beter is en anderen wijzen naar mij. Ik zeg: Jannik is absoluut de sterkste op dit moment. Hij wint bijna altijd, is altijd gefocust. Als Jannik een toernooi speelt, wint hij het of hij haalt in elk geval de finale.” Sinner en jij zijn goede vrienden. Jij was vijftien toen je voor het eerst tegen hem speelde en je won. Is jullie band veranderd nu jullie ook rivalen zijn? “Jannik en ik kennen elkaar al heel lang, we zijn samen opgegroeid in het tennis. We hebben nu een mooie rivaliteit. Op de baan, niet ernaast. En ik hoop dat we die strijd nog vele jaren blijven voeren op de baan. Wat Jannik zo goed maakt, is dat hij zo ongelooflijk compleet is. Ik ken hem goed, heb veel tegen hem gespeeld en heb zijn spel dus goed kunnen bestuderen. Ik kan nu wel met zekerheid stellen dat hij eigenlijk geen zwakke punten heeft en daarnaast is hij mentaal ook nog eens ijzersterk. Ik zie het keer op keer als een enorme uitdaging als ik hem tegenkom op de baan. Ik probeer telkens weer een strategie te bedenken waarvan ik hoop dat het werkt tegen Jannik. Ik probeer ook telkens weer andere dingen om hem te blijven verrassen en me zelf ook te blijven ontwikkelen.” Hoe belangrijk is die rivaliteit voor het tennis en voor jou? “Heel belangrijk. Een rivaliteit zorgt voor meer interesse van de fans. Wat tennis betreft zijn we door de jaren heen natuurlijk verwend met schitterende duels. Dat was ruim veertig jaar geleden al zo met Björn Borg en John McEnroe. Je had daarna de strijd tussen McEnroe en Ivan Lendl. En daarna die tussen Andre Agassi en Pete Sampras. En de afgelopen jaren was er eerst de strijd tussen Rafael Nadal en Roger Federer. En daar kwam daarna ook nog Novak Djokovic bij. Dat de beste tennissers van de wereld rivalen zijn, zorgt ervoor dat het niveau van het tennis telkens weer omhooggaat. De mannen die ik net noemde, hebben elkaar naar een hoger niveau gepusht en daarmee het hele niveau van het tennis omhoog geholpen. Jannik en ik helpen elkaar ook naar een nog hoger niveau. Jannik dwingt mij om telkens in de spiegel te blijven kijken. Zijn succes maakt mij hongerig, want ik wil het nog beter doen dan hij. En ik weet zeker dat hij zo ook naar mij kijkt.” In Rotterdam bleef een treffen tussen de twee uit. Sinner, winnaar van het ABN AMRO Open in 2024, trok zich terug na het winnen van de Australian Open wegens vermoeidheidsklachten. Alcaraz lachend: “Ik heb Jannik niet gemist in Rotterdam, hoor.” Tranen Alcaraz won in 2022 al de US Open en steeg daardoor naar de eerste plaats op de wereldranglijst. Met zijn negentien jaar en vier maanden was hij de jongste aanvoerder van de ranking in de historie van het mannentennis. In 2023 won hij Wimbledon door in de finale Djokovic te kloppen in vijf sets, op dat moment al een tijd ongeslagen op gras. Weer een jaar later kraakte hij de code van wat geldt als de lastigste opdracht in het tennis: in hetzelfde jaar Roland Garros en Wimbledon winnen. Hij was net 21 toen hem dat lukte, niemand had dat op een jongere leeftijd voor elkaar gekregen. Na die dubbelslag dook er op social media een video op van een twaalfjarige Alcaraz die vertelde dat hij op een dag hoopte Roland Garros en Wimbledon te winnen. Negen jaar later won hij ze achter elkaar. “Ik heb ook de statistieken gezien en van iedereen gehoord dat ik de jongste ben die Roland Garros en Wimbledon in hetzelfde jaar heeft gewonnen. Mijn carrière is op een fantastische manier van start gegaan, maar ik ben nog niet klaar. Ik moet mijn weg blijven vervolgen.” Sta jij er weleens bij stil dat het heel bijzonder is wat je allemaal aan het doen bent? “Ja, nou... Het is allemaal zo snel gegaan en daar ben ik trots op. Het is overweldigend, maar tegelijkertijd moet ik er niet te lang bij stilstaan wat ik al allemaal heb gepresteerd. Want het gevaar is dat ik dan mijn focus verlies. Ik moet me niet van de wijs laten brengen. Er gebeurt heel veel om me heen. Ik leid een schitterend leven, maar moet voortdurend in mijn achterhoofd houden waar ik dat aan te danken heb: keihard werken en elke dag bezig zijn mezelf te verbeteren. Ik moet vooruit, stilstaan bij wat is geweest helpt daar niet bij. Er komt een tijd waarop ik heel rustig terug kan kijken, maar dat duurt hopelijk nog een paar jaar.” Alcaraz lacht vaak op de baan, maar afgelopen jaar zagen we hem ook voor het eerst in tranen. Na de olympische finale in het enkelspel, waarin Djokovic met twee keer 7-6 won, hield hij het niet droog. “Normaal gesproken slaag ik er altijd in om mijn niveau op te krikken op moeilijke momenten, maar in Parijs slaagde ik daar niet in. Ik voelde een heel andere druk dan ik gewend was. We spelen vier Grand Slam-toernooien per jaar en de Olympische Spelen zijn maar eens in de vier jaar. Bovendien legde ik mezelf extra druk op omdat ik omdat ik voor Spanje en de Spanjaarden speelde. Iedereen in Spanje wilde dat ik het goud zou winnen, ik had het gevoel dat ze echt smachtten naar die olympische titel. Daardoor had ik het gevoel dat ik mensen teleur zou stellen als ik het goud niet won. Na de nederlaag werd ik emotioneel omdat ik het gevoel had dat ik de Spanjaarden niet trots had kunnen maken.” Diezelfde Djokovic weerhield hem er ook van om dit jaar de enige Grand Slam- titel te winnen die hij nog niet won. De succesvolste tennisser aller tijden, 37 jaar inmiddels, versloeg Alcaraz in de kwartfinale in Melbourne. Tranen bleven achterwege na de teleurstelling, met een big smile stapte hij van de baan af. “Ik heb niet het gevoel dat ik een kans heb laten liggen in die wedstrijd tegen Novak. Weet je hoe ik dingen nu vaak bekijk? Ik heb hopelijk nog tien tot vijftien jaar te gaan als tennisser. Er komen nog genoeg kansen. Bij de Australian Open had ik het niveau om de titel te pakken, denk ik. En als je dan een ongelooflijk goede speler als Novak tegenkomt, de moeilijkste tennisser die je maar kunt treffen, dan weet je dat je kunt verliezen, ook al ben je goed in vorm. Ik heb een hoog niveau gehaald en weer veel geleerd van die wedstrijd. Je moet niet te snel je hoofd laten hangen na een nederlaag, vroeg in het seizoen.” Richard Krajicek noemde jou heel compleet. Hij ziet wel iets wat beter zou kunnen. Je zou volgens hem wat meer vrije punten kunnen pakken met jouw eerste service. Daardoor kun je wat meer energie sparen en kun je gedurende een seizoen constanter presteren. “Wij hebben dezelfde conclusie getrokken als Richard. Ik ben bezig met mijn opslag, maar dat is helaas niet van de ene op de andere dag voor elkaar. En Richard heeft ook een punt dat het me kan helpen om wat krachten te sparen. Het seizoen is heel lang en zwaar en als ik wat meer gratis punten krijg met mijn opslag en je kijkt naar het aantal wedstrijden dat we jaarlijks spelen, dan kan dat grote impact hebben. Zeker bij de Grand Slam-toernooien is het cruciaal om in de eerste rondes zo weinig mogelijk energie te verspillen en daar helpt de eerste service zeker bij. Als je daardoor minder lang op de baan staat, kan de tijd die je al op de baan hebt gestaan van doorslaggevend belang zijn in de laatste fase van het toernooi.” Bij de ABN AMRO Open was er weer een primeur voor Alcaraz. Hij pakte zijn zeventiende toernooizege op het hoogste niveau, maar het was zijn eerste titel op een indoorbaan. “Dat maakte de titel extra speciaal natuurlijk.” Lachend: “Het werd ook wel tijd dat ik me tussen de betere spelers op indoorbanen zou nestelen. Er zijn veel spelers die beter op een indoorbaan uit de voeten kunnen dan ik. Dat zijn jongens met vlakken slagen en een heel goede opslag. De service is een heel belangrijk wapen op zulke banen. Dat ik heb weten te winnen in Rotterdam is heel goed voor mijn vertrouwen. Mentaal is het ook weer goed geweest voor me. Omdat ik op deze ondergrond moet blijven vechten, niet mijn hoofd moet laten hangen. Ik ben er nog niet. Het kan beter. Zeker als ik mijn opslag blijf verbeteren.” Schaken De Netflix-documentaire Carlos Alcaraz: My Way komt binnenkort uit. Je bent afgelopen jaar op de voet gevolgd door een cameraploeg. Was het af en toe ook lastig dat alles wat je deed werd vastgelegd? “Totaal niet. Het was juist leuk om hen om me heen te hebben en het resultaat is schitterend. Ik heb ‘ja’ tegen het voorstel gezegd omdat het volgens mij interessant is voor de fans om dingen vanuit een ander perspectief te zien. Mensen zien ons op de baan staan als we een wedstrijd spelen, maar de mens die achter de tennisser op de baan schuilgaat, kennen ze vaak niet. Ik vond het mooi en belangrijk om te laten zien hoe mijn leven eruitziet, wat er voorafgaat aan een wedstrijd en wat er gebeurt nadat de laatste bal is geslagen. Ik wil laten zien wat ik meemaak tijdens toernooien, hoe mijn dagen eruitzien als ik geen toernooi speel en wat ik moet doen en laten om succesvol te zijn.” Als voorbereiding op een wedstrijd ga jij geregeld een potje schaken, toch? “Klopt. Schaken helpt mij om sneller te denken, om vooruit te denken. Het is goed om voor ik de baan op ga mijn hoofd al te laten werken. Tennis is eigenlijk ook een soort van schaken. Je moet steeds anticiperen op je tegenstander, je moet ook vooruit kunnen denken. Zo van: als ik nu een forehand sla in die hoek, dan trek ik het veld open, kan ik daarna die bal slaan. Los van observeren en strategisch denken, moet je zowel bij schaken als tennis voortdurend gefocust zijn. Wanneer je even de concentratie verliest kan een wedstrijd omkeren, achter het schaakbord en op de tennisbaan.” Door social media kunnen mensen van alles roepen. Als jonge topsporter moet je je daar maar voor weten af te sluiten. Hoe ga je om met alle druk op en naast de baan? “Druk is er zeker, maar tot op heden kan ik daar goed mee omgaan. Ik werk al een tijd met een psycholoog en daar heb ik veel baat bij. Dan moet je denken aan hoe om te gaan met hoge verwachtingen, met presteren onder grote druk. En ik heb gelukkig een geweldig team om me heen die me helpt om te gaan met alles wat afgelopen jaren is gebeurd.” Het gaat je allemaal voor de wind op de baan. Wat zijn dingen waarover jij twijfelt? “Ik twijfel nog weleens wat ik moet doen op de baan als het niet helemaal gaat zoals ik wil. Dan vraag ik me af of ik wel de goede dingen doe en of ik mijn gameplan niet moet aanpassen. Ik ben nog jong, weet nog lang niet alles.” Juan Carlos Ferrero was in 2003 nummer één van de wereld en won dat jaar ook Roland Garros door in de finale ‘onze’ Martin Verkerk te verslaan. Hij is jouw coach sinds jouw vijftiende. Je noemt hem jouw ‘tweede vader’. “Juan Carlos heeft alles zelf meegemaakt, weet precies wat ik op en naast de baan nodig heb. Hij kent me door en door. Die klik is er vanaf het eerste moment. Juan Carlos is fundamenteel voor mijn ontwikkeling geweest en dat is hij vandaag nog steeds.” Jij hebt op je 21ste ook al een eigen foundation, die kansarme kinderen helpt. De stichting vraagt ook aandacht voor gelijke kansen voor elk kind. Jouw va- der gaf zijn droom om tennisprof te worden ooit op omdat de financiële middelen ontbraken. Zat dat in jouw achterhoofd toen je besloot de foundation op te richten? “Dat heeft zeker meegespeeld. En als je daarnaast bekijkt hoeveel hulp ik van jongs af aan juist heb gekregen om mijn dromen waar te maken. Dat gun ik elk kind. Wij, mijn familie en ik, dachten er al een paar jaar over na om de foundation te beginnen en hopelijk kunnen we een verschil maken.” Juan Carlos Ferrero, jouw foundation en jij hebben eind vorig jaar ook geld ingezameld voor de slachtoffers van de overstromingen in Valencia. Ben jij bezorgd over de wereld waarin we leven? “Absoluut. Dat ik een professionele tennisser ben, betekent niet dat ik mijn ogen sluit voor de realiteit. Bij mij is het juist het tegenovergestelde. Ik maak me zorgen, ben me heel bewust van alle dingen die spelen. Of het nou het klimaat is, armoede, de oorlogen die gaande zijn. In mij zit heel sterk: ik wil helpen, doen wat ik kan.” Voelt het voor jou als een verantwoordelijkheid om als rolmodel een verschil te maken? De media en bedrijven luisteren naar wat jij te zeggen hebt. “Het voelt voor mij niet als een verplichting. Ik ben gewoon mezelf, dat ben ik altijd. Ik doe dingen waar ik me goed bij voel.” Iedereen kijkt naar jou, wil wat van jou. Het is vast een mooi, maar soms ook lastig leven dat je leidt. Denk jij weleens als je naar je drie broers kijkt: ik wou dat ik een dagje hun leven kon leiden? “Dat zou wel heel ondankbaar zijn, toch? Ik doe de dingen waarvan ik hou. Ik reis over de hele wereld, doe mee aan de mooiste toernooien en heb de kans om fantastische mensen te ontmoeten. Mij hoor je niet klagen, hoor.” Helden Magazine nummer 76 Het interview met Carlos Alcaraz komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Tennis

Wesley Koolhof: ‘Ik voelde een soort berusting’

Als hij na afloop door zijn knieën zakt en zijn armen triomferend in de lucht steekt, weet hij nog niet dat het zijn laatste wedstrijd is geweest. Malaga, 19 november 2024, kwartfinale Davis Cup; het verliezende Spaanse duo bestaat uit Marcel Granollers en geweldenaar Carlos Alcaraz. Na afloop is alle lof van Ziggo-commentator en ex-tennisprof John van Lottum voor Wesley Koolhof, voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel: “Wat een niveau heeft hij laten zien vandaag.” Wesley Koolhof In de halve finale, tegen Duitsland, hoeft hij niet aan de bak. Tallon Griekspoor en zijn dubbelmaatje Botic van de Zandschulp hebben Nederland in hun enkelspelen al op een toereikende 2-0 voorsprong gezet. Een mooi slotakkoord lonkt: Koolhof en Van de Zandschulp die in de finale tegen Italië, Nederland in het beslissende dubbelspel de Davis Cup bezorgen, een unicum in de tennisgeschiedenis. Maar na de enkelspelen is vanwege de 2-0 achterstand dat dubbelspel niet relevant meer. [caption id="attachment_20743" align="aligncenter" width="1707"] Wesley Koolhof[/caption] Thuis, en dat is net over de grens met Duitsland waar hij woont met Julia Görges, de Duitse ex-tennisprofessional met wie hij een maand geleden is getrouwd, blikt Wesley Koolhof (35) in Helden Magazine nummer 75 terug. “Onze dubbel tegen Spanje ging in het begin op en neer. Alcaraz is natuurlijk een geweldige speler, maar geen echte dubbelaar. Granollers ken ik goed. Van onze laatste zes wedstrijden had ik er vijf gewonnen, waaronder de Wimbledon-finale van 2023 en de Masters-finales. En Alcaraz en Granollers waren geen ingespeeld duo. Ik zag de ballen goed, retourneerde erg sterk, kon gaandeweg m’n niveau opkrikken en kreeg Botic mee. Op de tribunes leefden de Nederlandse fans fanatiek mee, terwijl de Spanjaarden waarschijnlijk dachten: het komt wel goed, want wij hebben Alcaraz. Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Wesley Koolhof komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Als hij na afloop door zijn knieën zakt en zijn armen triomferend in de lucht steekt, weet hij nog niet dat het zijn laatste wedstrijd is geweest. Malaga, 19 november 2024, kwartfinale Davis Cup; het verliezende Spaanse duo bestaat uit Marcel Granollers en geweldenaar Carlos Alcaraz. Na afloop is alle lof van Ziggo-commentator en ex-tennisprof John van Lottum voor Wesley Koolhof, voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel: “Wat een niveau heeft hij laten zien vandaag.” Wesley Koolhof In de halve finale, tegen Duitsland, hoeft hij niet aan de bak. Tallon Griekspoor en zijn dubbelmaatje Botic van de Zandschulp hebben Nederland in hun enkelspelen al op een toereikende 2-0 voorsprong gezet. Een mooi slotakkoord lonkt: Koolhof en Van de Zandschulp die in de finale tegen Italië, Nederland in het beslissende dubbelspel de Davis Cup bezorgen, een unicum in de tennisgeschiedenis. Maar na de enkelspelen is vanwege de 2-0 achterstand dat dubbelspel niet relevant meer. [caption id="attachment_20743" align="aligncenter" width="1707"] Wesley Koolhof[/caption] Thuis, en dat is net over de grens met Duitsland waar hij woont met Julia Görges, de Duitse ex-tennisprofessional met wie hij een maand geleden is getrouwd, blikt Wesley Koolhof (35) in Helden Magazine nummer 75 terug. “Onze dubbel tegen Spanje ging in het begin op en neer. Alcaraz is natuurlijk een geweldige speler, maar geen echte dubbelaar. Granollers ken ik goed. Van onze laatste zes wedstrijden had ik er vijf gewonnen, waaronder de Wimbledon-finale van 2023 en de Masters-finales. En Alcaraz en Granollers waren geen ingespeeld duo. Ik zag de ballen goed, retourneerde erg sterk, kon gaandeweg m’n niveau opkrikken en kreeg Botic mee. Op de tribunes leefden de Nederlandse fans fanatiek mee, terwijl de Spanjaarden waarschijnlijk dachten: het komt wel goed, want wij hebben Alcaraz. Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Wesley Koolhof komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Tennis

Jannik Sinner en Carlos Alcaraz – Golden Boys

Hij is de golden boy van het tennis. De fans lopen weg met de publiekslieveling en merken staan in de rij met sponsorcontracten. Toernooidirecteur Richard Krajicek heeft Carlos Alcaraz (21) voor het eerst weten te strikken voor het ABN AMRO Open (1-9 februari). Zijn rivaal Jannik Sinner (23) – de nummer één van de wereld en titelverdediger in Rotterdam – heeft helaas afgezegd. Een clash der titanen komt er dus niet. In Helden Magazine nummer 75 laat Richard zijn licht schijnen over deze twee toppers. Krajicek: “Alles wijst erop dat zij samen oud gaan worden op de tennisbaan.” Jannik Sinner en Carlos Alcaraz ‘Don’t belong to an era, start your own.’ Vrij vertaald: behoor niet tot een tijdperk, begin er zelf een. Bij Nike zijn ze door de jaren creatief met het bedenken van slogans. Deze bedachten ze voor Carlos Alcaraz, toen ze hem in 2020 op zeventienjarige leeftijd een sponsorcontract gaven. Nog geen vijf jaar later blijkt er niets gelogen aan de spreuk. Alcaraz won in 2022 de US Open en werd met een leeftijd van negentien jaar, vier maanden en zes dagen de jongste nummer één op de wereldranglijst. Tot de Australian Open van dit jaar stond de teller al op vier Grand Slam-titels. En vorige zomer slaagde hij er – net 21 – in om achter elkaar Roland Garros en Wimbledon te winnen. Het geldt als de lastigste opdracht in het tennis. Niemand wist de code op een jongere leeftijd te kraken. [caption id="attachment_20750" align="aligncenter" width="2560"] Carlos Alcaraz[/caption] Alcaraz heeft Engelse les gevolgd in de avonduren. Als hij op de baan een microfoon voor zijn neus krijgt, heeft hij er geen problemen mee om op charismatische wijze zijn verhaal te doen. Alcaraz is razendsnel uitgegroeid tot de nieuwe golden boy van het tennis. Jeugdige charme, een ondeugende, jongensachtige glimlach en – bovenal – star quality; het is de cocktail die Carlos Alcaraz in korte tijd razendpopulair heeft gemaakt. Zijn imago oversteeg de sport al voor zijn 21ste. Alcaraz duikt niet alleen op in de sportkaternen van kranten en in sportmagazines, maar ook in modetijdschrift Vogue. Naast Nike, BMW en Rolex is hij ook uithangbord van kledingmerk Calvin Klein, dat hem begin 2023 in alleen een onderbroek liet poseren voor de campagne Calvins or nothing van kledingmerk Calvin Klein. Niet veel later hengelde Louis Vuitton hem binnen als een van de dertien ambassadeurs – en als enige sporter – die het Franse modehuis wereldwijd vertegenwoordigt. Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het verhaal over Jannik Sinner en Carlos Alcaraz komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Hij is de golden boy van het tennis. De fans lopen weg met de publiekslieveling en merken staan in de rij met sponsorcontracten. Toernooidirecteur Richard Krajicek heeft Carlos Alcaraz (21) voor het eerst weten te strikken voor het ABN AMRO Open (1-9 februari). Zijn rivaal Jannik Sinner (23) – de nummer één van de wereld en titelverdediger in Rotterdam – heeft helaas afgezegd. Een clash der titanen komt er dus niet. In Helden Magazine nummer 75 laat Richard zijn licht schijnen over deze twee toppers. Krajicek: “Alles wijst erop dat zij samen oud gaan worden op de tennisbaan.” Jannik Sinner en Carlos Alcaraz ‘Don’t belong to an era, start your own.’ Vrij vertaald: behoor niet tot een tijdperk, begin er zelf een. Bij Nike zijn ze door de jaren creatief met het bedenken van slogans. Deze bedachten ze voor Carlos Alcaraz, toen ze hem in 2020 op zeventienjarige leeftijd een sponsorcontract gaven. Nog geen vijf jaar later blijkt er niets gelogen aan de spreuk. Alcaraz won in 2022 de US Open en werd met een leeftijd van negentien jaar, vier maanden en zes dagen de jongste nummer één op de wereldranglijst. Tot de Australian Open van dit jaar stond de teller al op vier Grand Slam-titels. En vorige zomer slaagde hij er – net 21 – in om achter elkaar Roland Garros en Wimbledon te winnen. Het geldt als de lastigste opdracht in het tennis. Niemand wist de code op een jongere leeftijd te kraken. [caption id="attachment_20750" align="aligncenter" width="2560"] Carlos Alcaraz[/caption] Alcaraz heeft Engelse les gevolgd in de avonduren. Als hij op de baan een microfoon voor zijn neus krijgt, heeft hij er geen problemen mee om op charismatische wijze zijn verhaal te doen. Alcaraz is razendsnel uitgegroeid tot de nieuwe golden boy van het tennis. Jeugdige charme, een ondeugende, jongensachtige glimlach en – bovenal – star quality; het is de cocktail die Carlos Alcaraz in korte tijd razendpopulair heeft gemaakt. Zijn imago oversteeg de sport al voor zijn 21ste. Alcaraz duikt niet alleen op in de sportkaternen van kranten en in sportmagazines, maar ook in modetijdschrift Vogue. Naast Nike, BMW en Rolex is hij ook uithangbord van kledingmerk Calvin Klein, dat hem begin 2023 in alleen een onderbroek liet poseren voor de campagne Calvins or nothing van kledingmerk Calvin Klein. Niet veel later hengelde Louis Vuitton hem binnen als een van de dertien ambassadeurs – en als enige sporter – die het Franse modehuis wereldwijd vertegenwoordigt. Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het verhaal over Jannik Sinner en Carlos Alcaraz komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Zeilen

Marit Bouwmeester: ‘Ik voelde me complete Marit’

Onder toeziend oog van haar tweejarige dochter Jessie Mae kroonde Marit Bouwmeester (36) zich tot de meest succesvolle zeilster aller tijden. Ze won met overmacht olympisch goud in de ILCA 6-klasse na eerder al olympisch goud, zilver en brons én vier wereldtitels te hebben gewonnen. Deze olympische campagne bleek de meest uitdagende. We bespraken zeven momenten in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine: “Ik stapte jankend in de taxi, dacht: is dit het nou waard?” Marit Bouwmeester [caption id="attachment_20584" align="aligncenter" width="2560"] Marit Bouwmeester[/caption] De knuffel van Jessie Mae “Vanaf het water zag ik Jessie al op de schouders van haar vader Diederick zitten. De laatste race voor de afsluitende medalrace was geweest en ik had zo’n voorsprong op mijn concurrenten dat ik al wist dat ik goud had gewonnen. Toen ik op de kant kwam, rende ik naar Jessie toe. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Ik had haar en de rest van de familie één keer gezien in die week, toevallig, toen ik langs een strandje fietste waar zij net waren. Mijn ouders, broer en zus met hun gezinnen, Diederick, Jessie en de oppas zaten met elkaar in één huis.” Lachend: “Ik denk dat zij een pittigere Spelen hebben gehad dan ik.” In Londen in 2012 won je zilver, in Rio vier jaar later werd je voor het eerst olympisch kampioen, in Tokio in 2021 was er brons. Hoe heb je je vierde Spelen beleefd? “Deze medaille was de mooiste van allemaal, maar ook de moeilijkste en meest emotionele. Als er iets is dat het moederschap mij heeft geleerd, is het: accepteren dat het niet allemaal gaat zoals je graag zou willen. Ik had Jessie al zo vaak meegenomen naar trainingskampen en wedstrijden dat ik gewend was aan onzekere factoren; aan presteren zonder slaap bijvoorbeeld.” Zorgde Jessie voor net dat beetje relativeringsvermogen? “Ja. Het lukte me in Marseille, waar we onze olympische races zeilden, heel goed om te denken: ik ga alles geven wat ik in me heb en dan zie ik wel welk resultaat erbij hoort. Dat kleine beetje relativeren werkte voor mij. Relativeren is dodelijk in topsport, maar in mijn geval zorgde het voor de juiste balans.” Jij voer de hele week vooraan. Je had zoveel punten voorsprong dat je voor de afsluitende medalrace al olympisch kampioen was. Had je dat scenario al in je hoofd zitten? “Ik had het van tevoren helemaal gevisualiseerd. Ik wist dat Marseille een locatie was waarop het kon. De omstandigheden waren heel uitdagend, maar dat biedt ook kansen. We hadden een goede tactiek uitgedacht. Ik had een goede grip op de wind, had veel snelheid in alle omstandigheden. Dus ja, ik had dat scenario wel voor ogen. Maar mijn coach Jaap Zielhuis en ik hadden ook afgesproken dat we niet meteen blij zouden zijn na een dag met goede resultaten.” Je maakte het nog even spannend. Je eindigde als elfde en twintigste in de laatste races voor de medalrace. “Ik wilde het toernooi graag in stijl afsluiten, maar er was veel heisa. Als ik won, zou ik de beste zeilster ooit worden. Veel bobo’s kwamen al langs mijn tentje op de kant voordat ik het water op ging. We zeilden op de tv-baan, de wedstrijd zou live te zien zijn. Ik werd op het water omringd door cameraboten en helikopters. Ze blokkeerden mijn zicht, ik kon het water niet meer goed zien vanwege al die boten om me heen. Tegen Jaap zei ik: ik heb niks van de wind kunnen voelen, je moet me helpen. Een valkuil is dan om te gaan twijfelen, maar Jaap zei: ‘Je gaat vol overtuiging varen, daadkracht tonen.’ In de tweede race lag ik vooraan, tot de wedstrijd werd afgelast. Er stond te weinig wind. We moesten opnieuw starten. Maar de wind was zo instabiel. Ik maakte een cruciale fout, eindigde in de middenmoot. Gelukkig had ik een comfortabele voorsprong.” Je grote concurrent, de Deense Anne-Marie Rindom, won zilver. Het was in het verleden vaak stuivertje wisselen tussen jullie, op de Spelen in Tokio won zij goud. Wanneer kreeg je de bevestiging dat je haar in Marseille zou verslaan? “Ik had voor de start van de Spelen pas één keer een uurtje in mijn olympische boot kunnen varen. Vanaf het moment dat ik hem had opgehaald, was er iedere keer weer wat: de ene keer waaide het te hard en mochten we het water niet op. De andere keer moesten Jessies neusamandelen eruit, dus toen ben ik naar huis gevlogen. Vlak voor de start van ons toernooi ben ik naar Marseille gegaan. Toen kon ik het water niet op omdat het toernooi van de 49er-klasse al was gestart. Op de eerste wedstrijddag voelde ik mijn boot pas voor het eerst echt aan. Ik was de haven nog niet uit of wist: aan de boot gaat het niet liggen. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Marit Bouwmeester is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Sharon van Rouwendaal, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Onder toeziend oog van haar tweejarige dochter Jessie Mae kroonde Marit Bouwmeester (36) zich tot de meest succesvolle zeilster aller tijden. Ze won met overmacht olympisch goud in de ILCA 6-klasse na eerder al olympisch goud, zilver en brons én vier wereldtitels te hebben gewonnen. Deze olympische campagne bleek de meest uitdagende. We bespraken zeven momenten in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine: “Ik stapte jankend in de taxi, dacht: is dit het nou waard?” Marit Bouwmeester [caption id="attachment_20584" align="aligncenter" width="2560"] Marit Bouwmeester[/caption] De knuffel van Jessie Mae “Vanaf het water zag ik Jessie al op de schouders van haar vader Diederick zitten. De laatste race voor de afsluitende medalrace was geweest en ik had zo’n voorsprong op mijn concurrenten dat ik al wist dat ik goud had gewonnen. Toen ik op de kant kwam, rende ik naar Jessie toe. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Ik had haar en de rest van de familie één keer gezien in die week, toevallig, toen ik langs een strandje fietste waar zij net waren. Mijn ouders, broer en zus met hun gezinnen, Diederick, Jessie en de oppas zaten met elkaar in één huis.” Lachend: “Ik denk dat zij een pittigere Spelen hebben gehad dan ik.” In Londen in 2012 won je zilver, in Rio vier jaar later werd je voor het eerst olympisch kampioen, in Tokio in 2021 was er brons. Hoe heb je je vierde Spelen beleefd? “Deze medaille was de mooiste van allemaal, maar ook de moeilijkste en meest emotionele. Als er iets is dat het moederschap mij heeft geleerd, is het: accepteren dat het niet allemaal gaat zoals je graag zou willen. Ik had Jessie al zo vaak meegenomen naar trainingskampen en wedstrijden dat ik gewend was aan onzekere factoren; aan presteren zonder slaap bijvoorbeeld.” Zorgde Jessie voor net dat beetje relativeringsvermogen? “Ja. Het lukte me in Marseille, waar we onze olympische races zeilden, heel goed om te denken: ik ga alles geven wat ik in me heb en dan zie ik wel welk resultaat erbij hoort. Dat kleine beetje relativeren werkte voor mij. Relativeren is dodelijk in topsport, maar in mijn geval zorgde het voor de juiste balans.” Jij voer de hele week vooraan. Je had zoveel punten voorsprong dat je voor de afsluitende medalrace al olympisch kampioen was. Had je dat scenario al in je hoofd zitten? “Ik had het van tevoren helemaal gevisualiseerd. Ik wist dat Marseille een locatie was waarop het kon. De omstandigheden waren heel uitdagend, maar dat biedt ook kansen. We hadden een goede tactiek uitgedacht. Ik had een goede grip op de wind, had veel snelheid in alle omstandigheden. Dus ja, ik had dat scenario wel voor ogen. Maar mijn coach Jaap Zielhuis en ik hadden ook afgesproken dat we niet meteen blij zouden zijn na een dag met goede resultaten.” Je maakte het nog even spannend. Je eindigde als elfde en twintigste in de laatste races voor de medalrace. “Ik wilde het toernooi graag in stijl afsluiten, maar er was veel heisa. Als ik won, zou ik de beste zeilster ooit worden. Veel bobo’s kwamen al langs mijn tentje op de kant voordat ik het water op ging. We zeilden op de tv-baan, de wedstrijd zou live te zien zijn. Ik werd op het water omringd door cameraboten en helikopters. Ze blokkeerden mijn zicht, ik kon het water niet meer goed zien vanwege al die boten om me heen. Tegen Jaap zei ik: ik heb niks van de wind kunnen voelen, je moet me helpen. Een valkuil is dan om te gaan twijfelen, maar Jaap zei: ‘Je gaat vol overtuiging varen, daadkracht tonen.’ In de tweede race lag ik vooraan, tot de wedstrijd werd afgelast. Er stond te weinig wind. We moesten opnieuw starten. Maar de wind was zo instabiel. Ik maakte een cruciale fout, eindigde in de middenmoot. Gelukkig had ik een comfortabele voorsprong.” Je grote concurrent, de Deense Anne-Marie Rindom, won zilver. Het was in het verleden vaak stuivertje wisselen tussen jullie, op de Spelen in Tokio won zij goud. Wanneer kreeg je de bevestiging dat je haar in Marseille zou verslaan? “Ik had voor de start van de Spelen pas één keer een uurtje in mijn olympische boot kunnen varen. Vanaf het moment dat ik hem had opgehaald, was er iedere keer weer wat: de ene keer waaide het te hard en mochten we het water niet op. De andere keer moesten Jessies neusamandelen eruit, dus toen ben ik naar huis gevlogen. Vlak voor de start van ons toernooi ben ik naar Marseille gegaan. Toen kon ik het water niet op omdat het toernooi van de 49er-klasse al was gestart. Op de eerste wedstrijddag voelde ik mijn boot pas voor het eerst echt aan. Ik was de haven nog niet uit of wist: aan de boot gaat het niet liggen. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Marit Bouwmeester is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Sharon van Rouwendaal, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Handbal

Handbalbloed: Jorn, Inger en Kay Smits

Handbal zit bij Jorn (32), Inger (30) en Kay Smits (27) in de genen. Vader Gino Smits en moeder Cecile Leenen waren handbalinternational en nu zijn hun kinderen dat. Ze zijn uitgewaaid over Europa, maar denk nou niet dat het ze alleen voor de wind is gegaan. In aanloop naar het EK voor vrouwen, in december, en het mannenWK in januari, komen ze samen voor een interview in Helden Magazine. “Mijn zus en broer verleggen ook míjn plafond.” Jorn, Inger en Kay Smits Dat Inger, Jorn en Kay aan één tafel zitten in het Limburgse Schinnen is zeldzaam, want het is geen sinecure om ze bij elkaar te krijgen. Jorn speelt in Zwitserland bij Amicitia, Inger in Roemenië bij CSM Boekarest en Kay in Duitsland bij Flensburg. “We hebben twee standaardmomenten in het jaar dat we elkaar zien: in de zomer als de competities stilliggen en rond kerst,” zegt Jorn. “En soms zien we elkaar per ongeluk,” vult Inger aan. Jorn: “Kerst vierden we de laatste jaren als gezin meestal in Duitsland, omdat daar rond die tijd nog wordt gespeeld. Wellicht vieren we het dit jaar bij Inger in Roemenië, de onderhandelingen moeten nog beginnen.” Inger: “Wij weten niet anders dan dat het een hele puzzel is om af te spreken. De zestigste verjaardag van onze moeder vierden we pas maanden later.” Van huis uit is er alle begrip dat het vaak lastig afspreken is. Moeder Cecile Leenen speelde 104 handbalinterlands. Vader Gino kwam 23 keer uit voor het Nederlands handbalteam en werd daarna clubcoach in Nederland, bondscoach van Jong Oranje, assistentbondscoach van Nederland en trainde zowel Borussia Dortmund als Duitsland onder 18. Hij trainde mannen- en vrouwenteams. [caption id="attachment_20591" align="aligncenter" width="2500"] V.l.n.r. Jorn, Kay en Inger Smits[/caption] Inger: “Pas als mensen tegen me zeggen dat we een heel bijzonder gezin hebben, sta ik er even bij stil. We kennen de verhalen van onze ouders ook. Mama is altijd heel bescheiden, zegt steeds dat handbal in haar tijd nog niet zo professioneel was als nu.” Jorn: “Wij kregen vanuit de opvoeding mee ons niet arrogant op te stellen. Wat je daar ook mee ontwikkelt, is dat je niet te snel tevreden bent met wat je hebt bereikt en dat is weer belangrijk om je ambities waar te maken.” Kay: “Die ambitie komt echt vanuit onszelf. Tijdens de opvoeding leerden we: het maakt niet uit wat je gaat doen, al ga je voetballen in de vijfde klasse of biljarten, maar doe je best en maak plezier.” I nger: “Ik krijg geregeld de opmerking: ‘Jullie moesten zeker handballen van jullie ouders?’ Dat was helemaal niet zo. We hebben ook andere sporten gedaan, zoals atletiek en judo. Onze vader was toen trainer van Sittardia en elke zaterdagavond renden Jorn, Kay en ik met een bal rond in die hal. Zo ontstond de liefde voor de sport.” Inger: “We waren alle drie talentvol in de jeugd, maar kwamen ook weleens mopperend of huilend thuis omdat het niet lekker ging of dat een ploeggenootje de bal niet eens kon vangen. Dan zei papa: ‘Dan moet jij ervoor zorgen, door een stuitbal of dichterbij te staan, dat hij of zij die bal wél kan vangen.’ Als ik een keer tien goals had gescoord en in de kantine iedereen enthousiast ‘door jou hebben we gewonnen’ riep, dan had hij nog wat dingetjes gezien die anders konden. Hij was kritisch, ook om te zorgen dat we niet naast onze schoenen gingen lopen.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Jorn, Inger en Kay Smits is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis. Dit jaar groeide ze echter uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden. Ze vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Handbal zit bij Jorn (32), Inger (30) en Kay Smits (27) in de genen. Vader Gino Smits en moeder Cecile Leenen waren handbalinternational en nu zijn hun kinderen dat. Ze zijn uitgewaaid over Europa, maar denk nou niet dat het ze alleen voor de wind is gegaan. In aanloop naar het EK voor vrouwen, in december, en het mannenWK in januari, komen ze samen voor een interview in Helden Magazine. “Mijn zus en broer verleggen ook míjn plafond.” Jorn, Inger en Kay Smits Dat Inger, Jorn en Kay aan één tafel zitten in het Limburgse Schinnen is zeldzaam, want het is geen sinecure om ze bij elkaar te krijgen. Jorn speelt in Zwitserland bij Amicitia, Inger in Roemenië bij CSM Boekarest en Kay in Duitsland bij Flensburg. “We hebben twee standaardmomenten in het jaar dat we elkaar zien: in de zomer als de competities stilliggen en rond kerst,” zegt Jorn. “En soms zien we elkaar per ongeluk,” vult Inger aan. Jorn: “Kerst vierden we de laatste jaren als gezin meestal in Duitsland, omdat daar rond die tijd nog wordt gespeeld. Wellicht vieren we het dit jaar bij Inger in Roemenië, de onderhandelingen moeten nog beginnen.” Inger: “Wij weten niet anders dan dat het een hele puzzel is om af te spreken. De zestigste verjaardag van onze moeder vierden we pas maanden later.” Van huis uit is er alle begrip dat het vaak lastig afspreken is. Moeder Cecile Leenen speelde 104 handbalinterlands. Vader Gino kwam 23 keer uit voor het Nederlands handbalteam en werd daarna clubcoach in Nederland, bondscoach van Jong Oranje, assistentbondscoach van Nederland en trainde zowel Borussia Dortmund als Duitsland onder 18. Hij trainde mannen- en vrouwenteams. [caption id="attachment_20591" align="aligncenter" width="2500"] V.l.n.r. Jorn, Kay en Inger Smits[/caption] Inger: “Pas als mensen tegen me zeggen dat we een heel bijzonder gezin hebben, sta ik er even bij stil. We kennen de verhalen van onze ouders ook. Mama is altijd heel bescheiden, zegt steeds dat handbal in haar tijd nog niet zo professioneel was als nu.” Jorn: “Wij kregen vanuit de opvoeding mee ons niet arrogant op te stellen. Wat je daar ook mee ontwikkelt, is dat je niet te snel tevreden bent met wat je hebt bereikt en dat is weer belangrijk om je ambities waar te maken.” Kay: “Die ambitie komt echt vanuit onszelf. Tijdens de opvoeding leerden we: het maakt niet uit wat je gaat doen, al ga je voetballen in de vijfde klasse of biljarten, maar doe je best en maak plezier.” I nger: “Ik krijg geregeld de opmerking: ‘Jullie moesten zeker handballen van jullie ouders?’ Dat was helemaal niet zo. We hebben ook andere sporten gedaan, zoals atletiek en judo. Onze vader was toen trainer van Sittardia en elke zaterdagavond renden Jorn, Kay en ik met een bal rond in die hal. Zo ontstond de liefde voor de sport.” Inger: “We waren alle drie talentvol in de jeugd, maar kwamen ook weleens mopperend of huilend thuis omdat het niet lekker ging of dat een ploeggenootje de bal niet eens kon vangen. Dan zei papa: ‘Dan moet jij ervoor zorgen, door een stuitbal of dichterbij te staan, dat hij of zij die bal wél kan vangen.’ Als ik een keer tien goals had gescoord en in de kantine iedereen enthousiast ‘door jou hebben we gewonnen’ riep, dan had hij nog wat dingetjes gezien die anders konden. Hij was kritisch, ook om te zorgen dat we niet naast onze schoenen gingen lopen.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Jorn, Inger en Kay Smits is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis. Dit jaar groeide ze echter uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden. Ze vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Tennis

Niels Vink: ‘Bizar dat een bacterie dit kan doen’

Niels Vink Niels Vink (21) verloor door een meningokokkenbacterie beide benen en de topjes van zijn vingers. Als rolstoeltennisser in de quad-klasse bereikte hij de eerste plaats op de wereldranglijst en won hij tot op heden vijf grandslamtitels. Zijn grote rivaal? Landgenoot Sam Schröder. Zijn grote concurrent in de strijd om paralympisch goud in het enkelspel en zijn kompaan in de strijd om goud in het dubbelspel. Voor de fotoshoot trekt Niels Vink ‘zijn benen’ en de spijkerbroek even uit en zet ze, Nikes eronder, rechtop neer bij het bankje. Hij gaat in zijn rolstoel zitten. Voor Niels de gewoonste zaak van de wereld. “Ik was een keer in Toverland en toen ik in een attractie ging, bleef mijn moeder wachten. Ik trok mijn benen uit en die stonden daar naast de attractie. Kwam er een kind aanlopen en dat vroeg waar de andere helft van dat kind met die benen was... Ineens was ík de attractie.” Bacteriële infectie Niels had net zijn eerste verjaardag gevierd toen het misging. Hij werd aangevallen door een meningokokkenbacterie. Vlak na kerst in 2003 zaten zijn ouders plots bij hem te waken aan het ziekenhuisbed. Een bacteriële infectie takelde de kleine Niels toe. Zijn benen moesten geamputeerd, net als zijn vingertoppen. Zijn ouders vreesden dat Niels het niet zou redden. “Ik weet er gelukkig niks van. Voor mijn ouders moet het verschrikkelijk zijn geweest.” Foto’s van toen zijn er, maar die heeft Niels nog nooit gezien. “Ik wil ze liever niet zien, wil er niet aan worden herinnerd, omdat ik het niet bewust heb meegemaakt. Misschien wil ik de foto’s zien als ik ouder ben.” Uiteraard had wat Niels overkwam grote impact op het gezin. “Tijdens kerst heeft mama het altijd moeilijk gehad, omdat het in die dagen gebeurde. Daarom vind ik het altijd fijn thuis te zijn met de kerstdagen. En als mama mij dan ziet lachen, vergeet ze het weer.” Als kind liet hij zich niet tegenhouden, ondanks zijn beperkingen. “Ik kroop door de gymzaal en had verder een normale jeugd. Als een ander kind vroeg hoe ik de trap opkwam, dan liet ik dat zien. En daarna gingen we weer verder met spelen, zo makkelijk zijn kinderen. Ik was gewoon Niels. En Stiphout is klein, dus zo’n beetje iedereen wist wat er was gebeurd.” Zijn dorpsgenoten volgen hem op de voet. “Nadat ik op de Paralympische Spelen van Tokio goud en brons had gewonnen, duurde een bezoek aan de supermarkt makkelijk een uur, kinderen wilden met mij op de foto. En in het nabijgelegen Helmond voel ik me ook thuis. Mijn kleuterleraar is daar sportwethouder, ik ken de burgemeester goed, word er vaak voor iets gevraagd. Bij het nieuwe gemeentehuis werd ik als een van de bekende Helmonders gevraagd een tegeltje te zetten. Ik mocht ook het nieuwe gebouw van mijn oude middelbare school openen.” ‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte’ Niels kijkt naar zijn littekens. “Bizar dat een bacterie dit kan doen... Iedereen draagt ’m bij zich, bij mij ontpopte die bacterie zich. Gewoon domme pech.’’ Niels heeft ook littekens op zijn armen en een plekje op zijn gezicht. ‘‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte. Ik besef dat het er heftig uitziet, maar vind het ook wel grappig, zoals met de broek en benen uittrekken. Als ik een relatie zou krijgen? Nervositeit? Nee, hoor. Tja, dit is gewoon wie ik ben.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Niels Vink komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Verspringer en sprinter Joël de Jong doet zijn verhaal, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Niels Vink Niels Vink (21) verloor door een meningokokkenbacterie beide benen en de topjes van zijn vingers. Als rolstoeltennisser in de quad-klasse bereikte hij de eerste plaats op de wereldranglijst en won hij tot op heden vijf grandslamtitels. Zijn grote rivaal? Landgenoot Sam Schröder. Zijn grote concurrent in de strijd om paralympisch goud in het enkelspel en zijn kompaan in de strijd om goud in het dubbelspel. Voor de fotoshoot trekt Niels Vink ‘zijn benen’ en de spijkerbroek even uit en zet ze, Nikes eronder, rechtop neer bij het bankje. Hij gaat in zijn rolstoel zitten. Voor Niels de gewoonste zaak van de wereld. “Ik was een keer in Toverland en toen ik in een attractie ging, bleef mijn moeder wachten. Ik trok mijn benen uit en die stonden daar naast de attractie. Kwam er een kind aanlopen en dat vroeg waar de andere helft van dat kind met die benen was... Ineens was ík de attractie.” Bacteriële infectie Niels had net zijn eerste verjaardag gevierd toen het misging. Hij werd aangevallen door een meningokokkenbacterie. Vlak na kerst in 2003 zaten zijn ouders plots bij hem te waken aan het ziekenhuisbed. Een bacteriële infectie takelde de kleine Niels toe. Zijn benen moesten geamputeerd, net als zijn vingertoppen. Zijn ouders vreesden dat Niels het niet zou redden. “Ik weet er gelukkig niks van. Voor mijn ouders moet het verschrikkelijk zijn geweest.” Foto’s van toen zijn er, maar die heeft Niels nog nooit gezien. “Ik wil ze liever niet zien, wil er niet aan worden herinnerd, omdat ik het niet bewust heb meegemaakt. Misschien wil ik de foto’s zien als ik ouder ben.” Uiteraard had wat Niels overkwam grote impact op het gezin. “Tijdens kerst heeft mama het altijd moeilijk gehad, omdat het in die dagen gebeurde. Daarom vind ik het altijd fijn thuis te zijn met de kerstdagen. En als mama mij dan ziet lachen, vergeet ze het weer.” Als kind liet hij zich niet tegenhouden, ondanks zijn beperkingen. “Ik kroop door de gymzaal en had verder een normale jeugd. Als een ander kind vroeg hoe ik de trap opkwam, dan liet ik dat zien. En daarna gingen we weer verder met spelen, zo makkelijk zijn kinderen. Ik was gewoon Niels. En Stiphout is klein, dus zo’n beetje iedereen wist wat er was gebeurd.” Zijn dorpsgenoten volgen hem op de voet. “Nadat ik op de Paralympische Spelen van Tokio goud en brons had gewonnen, duurde een bezoek aan de supermarkt makkelijk een uur, kinderen wilden met mij op de foto. En in het nabijgelegen Helmond voel ik me ook thuis. Mijn kleuterleraar is daar sportwethouder, ik ken de burgemeester goed, word er vaak voor iets gevraagd. Bij het nieuwe gemeentehuis werd ik als een van de bekende Helmonders gevraagd een tegeltje te zetten. Ik mocht ook het nieuwe gebouw van mijn oude middelbare school openen.” ‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte’ Niels kijkt naar zijn littekens. “Bizar dat een bacterie dit kan doen... Iedereen draagt ’m bij zich, bij mij ontpopte die bacterie zich. Gewoon domme pech.’’ Niels heeft ook littekens op zijn armen en een plekje op zijn gezicht. ‘‘Tegenwoordig kun je kosmetisch iets laten doen aan de littekens, maar dat hoeft voor mij niet. Dit is wie ik ben. Ik heb geen schaamte. Ik besef dat het er heftig uitziet, maar vind het ook wel grappig, zoals met de broek en benen uittrekken. Als ik een relatie zou krijgen? Nervositeit? Nee, hoor. Tja, dit is gewoon wie ik ben.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Niels Vink komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Verspringer en sprinter Joël de Jong doet zijn verhaal, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Waterpolo

Jelto Spijker: ‘Ik kies ervoor om ermee te koop te lopen’

Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Tennis

Jesper de Jong: ‘Als tennisser moet je een beetje gek zijn’

Jesper de Jong Jesper de Jong (24) speelde in januari zijn eerste grandslamtoernooi. Op de Australian Open bereikte hij de tweede ronde, waarin hij verloor van de huidige nummer één van de wereld, Jannik Sinner. Ook op Roland Garros haalde hij de tweede ronde, daarin pakte hij een set tegen latere winnaar Carlos Alcaraz. Helden ging in aanloop naar de US Open (26 augustus – 8 september) bij hem langs in Zandvoort. Jannik Sinner & Carlos Alcaraz “Zij gaan de komende tien jaar onze sport domineren. De manier waarop Sinner en Alcaraz zich profileren op en naast de baan is bewonderenswaardig. Ik kijk veel naar hen. Bij Alcaraz kijk ik vooral naar zijn gedrag. Het tennisgedeelte is moeilijk af te kijken; zijn lichaamsbouw heb ik niet. Maar ik kan wel wat leren van zijn professionaliteit en hoe hij mentaal op de baan staat. Alcaraz en Sinner zijn zeker op mentaal gebied grote voorbeelden. Zij balen ook heus wel als het even niet goed gaat, maar het heeft amper invloed. Alcaraz laat een teleurstelling nog iets meer zien dan Sinner. Sinner is echt een ijskonijn, laat niks merken. Bij de beste drie spelers van dit moment hoort in mijn ogen ook nog Holger Rune. Qua type speler lijkt hij een beetje op Novak Djokovic. Sinner kun je meer met Roger Federer vergelijken en Alcaraz lijkt op Rafael Nadal. Van allemaal kan ik wat leren. Rune heeft weer een ongelooflijke vechtersmentaliteit.” Zijn die spelers toegankelijk; heb je contact met hen? “Sinner en Alcaraz zijn dat absoluut. Rune ken ik van vroeger, van de jeugdtoernooien. We speelden geregeld tegen elkaar. Hij heeft zijn eerste titel bij de profs gewonnen door mij te verslaan in de finale. Hij zegt me gedag, maar Sinner en Alcaraz zijn wat toegankelijker. Maar het contact is vrij oppervlakkig, hoor.” Jij kwalificeerde je in januari bij de Australian Open voor het eerst voor het hoofdtoernooi van een grandslamtoernooi. Op de foto aan de muur in je huis in Zandvoort hangt een foto waarop je op je rug op de baan ligt. Jij had net de derde en laatste kwalificatiewedstrijd gewonnen van de Argentijn Camilo Ugo Carabelli. “Het was een absurde wedstrijd. We speelden drie uur lang in 35 graden in Melbourne. Er zat zoveel spanning op. Ik had een matchpoint op 5-4 in de derde set, werd gebroken en niet veel later mocht hij de wedstrijd uitserveren, maar brak ik hem. De supertiebreak won ik met 10-7. Ik was al een aantal keren dichtbij kwalificatie geweest. Op de US Open van 2022 stond ik een set en een break voor, maar verloor alsnog. Op Roland Garros lukte het vorig jaar ook niet, na een grote voorsprong. Het was een struggle, maar in Australië lukte het me eindelijk om me te kwalificeren voor een grandslamtoernooi.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jesper de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jesper de Jong Jesper de Jong (24) speelde in januari zijn eerste grandslamtoernooi. Op de Australian Open bereikte hij de tweede ronde, waarin hij verloor van de huidige nummer één van de wereld, Jannik Sinner. Ook op Roland Garros haalde hij de tweede ronde, daarin pakte hij een set tegen latere winnaar Carlos Alcaraz. Helden ging in aanloop naar de US Open (26 augustus – 8 september) bij hem langs in Zandvoort. Jannik Sinner & Carlos Alcaraz “Zij gaan de komende tien jaar onze sport domineren. De manier waarop Sinner en Alcaraz zich profileren op en naast de baan is bewonderenswaardig. Ik kijk veel naar hen. Bij Alcaraz kijk ik vooral naar zijn gedrag. Het tennisgedeelte is moeilijk af te kijken; zijn lichaamsbouw heb ik niet. Maar ik kan wel wat leren van zijn professionaliteit en hoe hij mentaal op de baan staat. Alcaraz en Sinner zijn zeker op mentaal gebied grote voorbeelden. Zij balen ook heus wel als het even niet goed gaat, maar het heeft amper invloed. Alcaraz laat een teleurstelling nog iets meer zien dan Sinner. Sinner is echt een ijskonijn, laat niks merken. Bij de beste drie spelers van dit moment hoort in mijn ogen ook nog Holger Rune. Qua type speler lijkt hij een beetje op Novak Djokovic. Sinner kun je meer met Roger Federer vergelijken en Alcaraz lijkt op Rafael Nadal. Van allemaal kan ik wat leren. Rune heeft weer een ongelooflijke vechtersmentaliteit.” Zijn die spelers toegankelijk; heb je contact met hen? “Sinner en Alcaraz zijn dat absoluut. Rune ken ik van vroeger, van de jeugdtoernooien. We speelden geregeld tegen elkaar. Hij heeft zijn eerste titel bij de profs gewonnen door mij te verslaan in de finale. Hij zegt me gedag, maar Sinner en Alcaraz zijn wat toegankelijker. Maar het contact is vrij oppervlakkig, hoor.” Jij kwalificeerde je in januari bij de Australian Open voor het eerst voor het hoofdtoernooi van een grandslamtoernooi. Op de foto aan de muur in je huis in Zandvoort hangt een foto waarop je op je rug op de baan ligt. Jij had net de derde en laatste kwalificatiewedstrijd gewonnen van de Argentijn Camilo Ugo Carabelli. “Het was een absurde wedstrijd. We speelden drie uur lang in 35 graden in Melbourne. Er zat zoveel spanning op. Ik had een matchpoint op 5-4 in de derde set, werd gebroken en niet veel later mocht hij de wedstrijd uitserveren, maar brak ik hem. De supertiebreak won ik met 10-7. Ik was al een aantal keren dichtbij kwalificatie geweest. Op de US Open van 2022 stond ik een set en een break voor, maar verloor alsnog. Op Roland Garros lukte het vorig jaar ook niet, na een grote voorsprong. Het was een struggle, maar in Australië lukte het me eindelijk om me te kwalificeren voor een grandslamtoernooi.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jesper de Jong komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Waterpolo

Simone van de Kraats: ‘Wij willen laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn’

Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Het geloof In en rond Barneveld speelt het geloof een belangrijke rol, veel mensen zijn daar gereformeerd. Mijn ouders zijn gelovig opgevoed. Mijn vader mocht vanwege het geloof niet op zondag sporten. Hij kreeg toen hij jong was de kans om met de regionale teams mee te trainen, maar mijn opa en oma zagen dat niet zitten, want de trainingen waren op zondag. Mijn broer en ik zijn ook met het geloof opgevoed. Voor maaltijden werd er gebeden en als we bij mijn opa en oma van mijn vaders kant waren, werd er altijd voorgelezen uit de Bijbel als we bleven eten. Vond ik altijd een fijn moment. Een moment van rust. Toen bleek dat mijn broertje en ik talent hadden, zei mijn vader: ‘Ik had vroeger graag de kans gepakt die jullie nu krijgen. Ga vooral lekker bewegen en alles uit jezelf proberen te halen met waterpolo.’ Binnen de familie wordt het me niet kwalijk genomen dat ik ook op zondag speel. Ze vinden het vooral heel erg leuk dat ik het zo goed doe. Familieleden komen ook geregeld bij me kijken. Mijn lichaam “Vanaf mijn zestiende kreeg ik het stempel groot talent. Voor die tijd was ik een dunne spriet. Ik kreeg toen geregeld naar mijn hoofd geslingerd dat ik niet goed genoeg was, dat ik niet kon schieten en dat ik het spel niet snapte. Leuk was het niet, ik denk dat het ook anders had gekund, maar ik ben er mentaal wel heel sterk van geworden. Vanaf mijn zestiende kwam ik ‘los’. Ik werd sterker. Met de jaren werd ik steeds gespierder. Ik doe drie keer per week anderhalf uur krachttraining. Benen, rug, buik, schouders, armen; alles komt aan bod. Moet ook wel, want we moeten ons wapenen tegen de tegenstanders die vaak aan me hangen. In het water ben ik ook vaak in de weer met ballen met gewicht. Dat heeft ertoe bijgedragen dat ik nu juist een goed schot heb. Als ik in de spiegel kijk, dan ben ik blij met het lichaam dat ik door het waterpolo heb gekregen. Ik krijg er ook eigenlijk alleen maar complimenten over, zo van: ‘Wat ben jij lekker afgetraind.’ Bij ons is het zo dat bij elke positie een ander lichaam hoort. De sterkere meiden komen terecht op de centrale posities. Ik ben vooral heel snel, moet het van mijn explosiviteit en schot hebben. Daarvoor is het belangrijk dat ik niet op de posities kom waar ik de fysieke duels aan moet gaan. Doordat mijn snelheid een wapen is, moet ik ervoor waken dat ik niet te zwaar en gespierd word.” Mijn wapens “Mijn snelheid, linkshandigheid en doelgerichtheid zijn mijn wapens. In het waterpolo zijn er niet veel speelsters links. Vivian Sevenich is het ook, lange tijd was zij de enige in Oranje. Het voordeel als linkshandige speelster is om aan de rechterkant de bal met links te vangen en meteen op doel te gooien. Dat is echt een wapen als het goed wordt ingezet. In het voetbal heb je spelers die tweebenig zijn, maar in het waterpolo zie je eigenlijk geen spelers die zowel met links als rechts hard en gericht kunnen gooien. Mijn snelheid heb ik te danken aan de tijd dat ik aan wedstrijdzwemmen deed. Dat heb ik in mijn jeugd een tijd gecombineerd met waterpolo. André Cats, nu directeur topsport van NOC*NSF, is ook een tijd bij DWK aangesloten geweest bij het wedstrijdzwemmen en hij zei dat ik daar ook talent voor had. Vooral voor de borstcrawl. Misschien had ik de top ook kunnen halen als zwemster, maar ik vond sporten in teamverband leuker. Sabrina van der Sloot en ik zijn de snelste zwemmers, wij zwemmen ook altijd op voor de bal als die in het midden ligt.” Spanje “Ik speel al drie jaar bij Mataró, nabij Barcelona. Ik heb me nooit eenzaam gevoeld. Vivian Sevenich speelde al bij de club, sprak Spaans en ving mij geweldig op. Spanje heeft de beste waterpolocompetitie, van de vier beste clubteams van de wereld kwamen er dit seizoen drie uit Spanje. Ik blijf als het aan mij ligt er voorlopig ook spelen, maar zal na de Spelen wel vertrekken naar een andere club. Ik ga naar Sabadell, vorig jaar – toen ze ons in de finale versloegen – en dit jaar winnaar van de Champions League. Bij Mataró vinden ze het jammer dat ik wegga en ze staan niet te juichen dat ik uitgerekend naar de grote concurrent ga. Ik ben heel loyaal geweest en ze snappen me ook wel. Bij Sabadell spelen veel meiden van het Spaans nationaal team, allemaal hebben ze veel ervaring. Bij Mataró moesten de buitenlandse speelsters voor de ervaring zorgen. Ik vind het een mooie, nieuwe stap, kijk ernaar uit om van die Spaanse meiden te leren. We zijn Spanje de laatste tijd vaak tegengekomen in belangrijke wedstrijden. Zowel in de WK-finale van 2023 als in de EK-finale van 2024 wonnen wij. Doordat veel Nederlandse internationals in Spanje spelen, kennen we elkaar heel goed. Daardoor zijn de wedstrijden steeds heel close. Wij kennen hun specialiteiten en speelstijl zoals zij dat van ons weten.” Huisje, boompje, beestje “Mijn vriend Kay is heel trots op me, komt vaak kijken bij mijn wedstrijden. Hij zit ook op de tribune bij de Spelen in Parijs, samen met mijn familie en schoonfamilie. Kay en ik zijn ruim zes jaar samen, hebben elkaar leren kennen bij Polar Bears. Wij zaten ook op dezelfde middelbare school, een die het toestond dat we allebei in de ochtend konden trainen. Ik was destijds nog een puppy en inmiddels wonen we alweer twee jaar samen in Spanje. Kay werkt voor een bedrijf uit India en kan veel van zijn werk op afstand doen. Ideaal. Maar we wilden ook in Nederland een eigen plekje en hebben net een huis gekocht in Wageningen. Daar zullen we de ko- mende jaren dus niet heel vaak zijn, omdat ik voorlopig in het buitenland blijf spelen. Ze zeggen dat een waterpoloster rond haar 27ste op haar top is. Ik ben 23, mijn beste jaren moeten dus eigenlijk nog komen. Of je moeder kunt worden en daarna weer kan gaan waterpo- loën? Dat gebeurt eigenlijk alleen in Rusland. Bij de Russen zag je geregeld dat een speelster er twee jaar uit was, moeder werd en weer terugkeerde. Geen idee hoe de bondscoach en de staf tegenover een speelster staan die terug wil keren nadat ze moe- der is geworden, trouwens... Ik denk daar niet over na, hoor, ben nog hartstikke jong. Wat een beestje betreft: dat lijkt me leuk in de toekomst. Nu ben ik veel te veel weg. Ik leid best een egoïstisch bestaan. Daar voer ik ook gesprekken over met mijn vriend en mijn ouders. Het is heel mooi en leuk wat ik allemaal meemaak, maar ik ben niet belangrijker dan een ander.” Werken en studeren Universiteit, ben bezig met het laatste deel van mijn scriptie en hoop mijn master eind dit jaar af te ronden. Daarnaast werk ik sinds september vorig jaar parttime bij Deloitte als analist. Daarvoor heb ik ook nog twee jaar gewerkt als topsportbegeleider bij de Hogeschool Utrecht. Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken en niet al- leen met waterpolo bezig te zijn. Ik krijg er energie van en daar profiteer ik als sporter ook weer van. En ik ben niet de enige. Er zijn meerdere speelsters van het Nederlands team die naast het waterpolo een parttimebaan hebben of studeren en het fijn vinden om intellectueel uitgedaagd te worden. Werken of een opleiding is ook een goede back-up voor als het waterpoloën voorbij is. Als ik morgen van de trap val en mijn sportcarrière is voorbij, dan moet ik ook gewoon werken. Vooral in de periodes tussen eindtoernooien in vind ik het leuk om ook andere dingen te doen.” Bekendheid “Binnen de waterpolowereld en in Barneveld weten ze wie ik ben. Rond wedstrijden in eigen land, zoals laatst bij het EK in Eindhoven, zijn er veel kinderen die op de foto willen of ons om een handtekening vragen. Ik ben me er wel van bewust dat wij rolmodellen zijn voor die kinderen, vind het belangrijk om te laten zien hoe leuk waterpolo is en ook hoe gezond het is om lekker te zwemmen of sporten. Een sport gaat natuurlijk leven als er successen zijn. Dat heb je bij de vrouwen ook bij hockey, voetbal en handbal gezien. Een wereldtitel doet echt wel wat. Daarna pakten we EK-goud in eigen land met elke wedstrijd volle bak in Eindhoven. We hebben de laatste tijd veel publiciteit en er wordt heel leuk op ons gereageerd. Het probleem is dat wij vaak slecht te herkennen zijn. We liggen in het water, dragen een cap. Voetbalsters, hockeysters, handbalsters en volleybalsters zijn veel beter te herkennen. Uit die teams kunnen veel mensen wel een paar namen noemen. Waterpolo is toch een beetje een onbekende sport. Wij wisten ons als eerste Nederlands team te kwalificeren voor de Spelen, maar ik denk niet dat ze ons als eerste noemen als je aan mensen op straat vraagt een vrouwen- team te noemen dat straks meedoet in Parijs. Ik zou het heel leuk vinden als meer mensen weten dat wij er ook zijn en dat we het hartstikke goed doen. Doordat we niet heel herkenbaar zijn, is het ook lastig om goede sponsors te trekken. Dat merk ik ook als ik praat met mensen met een marketingachtergrond. Het is belangrijk om zichtbaar te zijn als Nederlands team, om interviews als deze te geven, om een goed verhaal te hebben na een wedstrijd voor de camera van de NOS. Dat zijn momenten dat we onze cap af hebben, zijn we ineens meer dan een naam en een nummer op onze cap. Wij zijn geen lelijke meiden. Dat maakt het toch nog leuker om naar ons te kijken? Een paar mooie shoots in Helden en iedereen weet wie we zijn. We willen meer op de kaart komen en dat hebben we zelf ook in de hand. Het begint met resultaten en een paar boegbeelden. De resultaten zijn er, nu moeten we het succes continueren, laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn. We willen onze naam vestigen. Dat begint bij het focussen op ons team en onze prestaties. We mogen ons doel nooit vergeten: samen goed spelen en plezier hebben.” Schrijven “Ik vind het leuk om te schrijven. Het is voor mij een uitlaatklep, een manier om tegenslagen te verwerken, maar ook om mooie momenten te delen. Ik schrijf ook geregeld posts op LinkedIn, gebruik sociale media om mijn mening te verkon- digen en om serieuze thema’s die spelen in het waterpolo aan te kaarten. Ik ben ook aangesloten bij Sportspeakers, vind het leuk om mijn verhaal te vertellen en belangrijk om me te uiten. Nu ik ouder word, merk ik dat ik me over steeds meer dingen een mening ga vormen en die wil ik graag verkondigen als ik denk dat het mensen kan helpen. Ik ben ook nieuwsgierig. Als er iets gebeurt waar ik nog niet genoeg kennis over heb, dan ga ik op zoek naar informatie om me een mening te kunnen vormen. Ik heb me op sociale media uitgesproken over de ongelijkheid binnen het waterpolo tussen mannen en vrouwen. Bloedirritant dat het vandaag de dag nog steeds nodig is. Maar ook op andere vlakken is het niet eerlijk verdeeld. Neem de inrichting van het olympisch waterpolotoernooi. Bij de mannen doen in Parijs twaalf landen mee en bij ons tien. Dat is toch raar? Ik heb wel iets activistisch in me. Dat heb ik van jongs af aan meegekregen. Maar ik wil zaken wel op een respectvolle ma- nier aankaarten. Ik heb veel reacties gehad toen ik de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in het waterpolo aankaartte. Sommige reacties waren negatief, maar de overgrote meerderheid was positief. Ik vind het vooral belangrijk om het gesprek daarover aan te gaan. Als iemand met heel goede argumenten komt waarom die situatie zo is als die nu is en dat het zo moet blijven, dan ben ik daar ook benieuwd naar. Als wordt geroepen dat mannen meer kracht hebben en dat hun waterpolo daarom aantrekkelijker is om naar te kijken, dan zeg ik: het is ook vet om naar te kijken. Bij de vrouwen draait het veel meer om snelheid en tactiek, dat is ook heel mooi. Het kan heel goed naast elkaar bestaan, als je de charme van allebei maar inziet. Ik vind het ook mooi om mijn stem en pen te gebruiken om te laten zien hoe leuk onze sport is. Achterliggende gedachte is ook om te proberen kinderen enthousiast te maken voor water- polo of bewegen in het algemeen. Want dat gaat niet heel goed en vind ik verontrustend. Zoals ik duurzaamheid en de klimaatkwestie ook belangrijke thema’s vind. Ook in het waterpolo. Wij drinken voor, tijdens en na een wedstrijd heel veel water, vaak uit plastic flesjes en die slingeren overal rond. Als we nou allemaal een eigen bidon meenemen en die vullen, dan scheelt dat veel afval. Kleine moeite. De afgelopen toernooien hebben de organisaties dit steeds vaker toegepast, een enorm goed initiatief. Maar er zijn ook zaken waar ik zo snel geen oplossing voor zie. Het kost veel energie om het water op te warmen. Voor toernooien vliegen we de hele wereld over. Ik vlieg ook op en neer naar Spanje. Niet heel erg milieubewust allemaal. Dan kan ik roepen: we moeten veel minder vliegen binnen onze sport, maar het is niet zo dat door mij iedereen voortaan met de trein gaat in het waterpolo. Maar er over praten kan geen kwaad. Maatschappelijke thema’s interesseren mij zo, omdat topsport juist heel erg individualistisch en vaak ook egoïstisch is. Ik wil ook graag geven. Als ik door mijn mond open te trekken iets goeds kan doen voor anderen, dan laat ik dat niet na. Het is voor mij niet ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Het geloof In en rond Barneveld speelt het geloof een belangrijke rol, veel mensen zijn daar gereformeerd. Mijn ouders zijn gelovig opgevoed. Mijn vader mocht vanwege het geloof niet op zondag sporten. Hij kreeg toen hij jong was de kans om met de regionale teams mee te trainen, maar mijn opa en oma zagen dat niet zitten, want de trainingen waren op zondag. Mijn broer en ik zijn ook met het geloof opgevoed. Voor maaltijden werd er gebeden en als we bij mijn opa en oma van mijn vaders kant waren, werd er altijd voorgelezen uit de Bijbel als we bleven eten. Vond ik altijd een fijn moment. Een moment van rust. Toen bleek dat mijn broertje en ik talent hadden, zei mijn vader: ‘Ik had vroeger graag de kans gepakt die jullie nu krijgen. Ga vooral lekker bewegen en alles uit jezelf proberen te halen met waterpolo.’ Binnen de familie wordt het me niet kwalijk genomen dat ik ook op zondag speel. Ze vinden het vooral heel erg leuk dat ik het zo goed doe. Familieleden komen ook geregeld bij me kijken. Mijn lichaam “Vanaf mijn zestiende kreeg ik het stempel groot talent. Voor die tijd was ik een dunne spriet. Ik kreeg toen geregeld naar mijn hoofd geslingerd dat ik niet goed genoeg was, dat ik niet kon schieten en dat ik het spel niet snapte. Leuk was het niet, ik denk dat het ook anders had gekund, maar ik ben er mentaal wel heel sterk van geworden. Vanaf mijn zestiende kwam ik ‘los’. Ik werd sterker. Met de jaren werd ik steeds gespierder. Ik doe drie keer per week anderhalf uur krachttraining. Benen, rug, buik, schouders, armen; alles komt aan bod. Moet ook wel, want we moeten ons wapenen tegen de tegenstanders die vaak aan me hangen. In het water ben ik ook vaak in de weer met ballen met gewicht. Dat heeft ertoe bijgedragen dat ik nu juist een goed schot heb. Als ik in de spiegel kijk, dan ben ik blij met het lichaam dat ik door het waterpolo heb gekregen. Ik krijg er ook eigenlijk alleen maar complimenten over, zo van: ‘Wat ben jij lekker afgetraind.’ Bij ons is het zo dat bij elke positie een ander lichaam hoort. De sterkere meiden komen terecht op de centrale posities. Ik ben vooral heel snel, moet het van mijn explosiviteit en schot hebben. Daarvoor is het belangrijk dat ik niet op de posities kom waar ik de fysieke duels aan moet gaan. Doordat mijn snelheid een wapen is, moet ik ervoor waken dat ik niet te zwaar en gespierd word.” Mijn wapens “Mijn snelheid, linkshandigheid en doelgerichtheid zijn mijn wapens. In het waterpolo zijn er niet veel speelsters links. Vivian Sevenich is het ook, lange tijd was zij de enige in Oranje. Het voordeel als linkshandige speelster is om aan de rechterkant de bal met links te vangen en meteen op doel te gooien. Dat is echt een wapen als het goed wordt ingezet. In het voetbal heb je spelers die tweebenig zijn, maar in het waterpolo zie je eigenlijk geen spelers die zowel met links als rechts hard en gericht kunnen gooien. Mijn snelheid heb ik te danken aan de tijd dat ik aan wedstrijdzwemmen deed. Dat heb ik in mijn jeugd een tijd gecombineerd met waterpolo. André Cats, nu directeur topsport van NOC*NSF, is ook een tijd bij DWK aangesloten geweest bij het wedstrijdzwemmen en hij zei dat ik daar ook talent voor had. Vooral voor de borstcrawl. Misschien had ik de top ook kunnen halen als zwemster, maar ik vond sporten in teamverband leuker. Sabrina van der Sloot en ik zijn de snelste zwemmers, wij zwemmen ook altijd op voor de bal als die in het midden ligt.” Spanje “Ik speel al drie jaar bij Mataró, nabij Barcelona. Ik heb me nooit eenzaam gevoeld. Vivian Sevenich speelde al bij de club, sprak Spaans en ving mij geweldig op. Spanje heeft de beste waterpolocompetitie, van de vier beste clubteams van de wereld kwamen er dit seizoen drie uit Spanje. Ik blijf als het aan mij ligt er voorlopig ook spelen, maar zal na de Spelen wel vertrekken naar een andere club. Ik ga naar Sabadell, vorig jaar – toen ze ons in de finale versloegen – en dit jaar winnaar van de Champions League. Bij Mataró vinden ze het jammer dat ik wegga en ze staan niet te juichen dat ik uitgerekend naar de grote concurrent ga. Ik ben heel loyaal geweest en ze snappen me ook wel. Bij Sabadell spelen veel meiden van het Spaans nationaal team, allemaal hebben ze veel ervaring. Bij Mataró moesten de buitenlandse speelsters voor de ervaring zorgen. Ik vind het een mooie, nieuwe stap, kijk ernaar uit om van die Spaanse meiden te leren. We zijn Spanje de laatste tijd vaak tegengekomen in belangrijke wedstrijden. Zowel in de WK-finale van 2023 als in de EK-finale van 2024 wonnen wij. Doordat veel Nederlandse internationals in Spanje spelen, kennen we elkaar heel goed. Daardoor zijn de wedstrijden steeds heel close. Wij kennen hun specialiteiten en speelstijl zoals zij dat van ons weten.” Huisje, boompje, beestje “Mijn vriend Kay is heel trots op me, komt vaak kijken bij mijn wedstrijden. Hij zit ook op de tribune bij de Spelen in Parijs, samen met mijn familie en schoonfamilie. Kay en ik zijn ruim zes jaar samen, hebben elkaar leren kennen bij Polar Bears. Wij zaten ook op dezelfde middelbare school, een die het toestond dat we allebei in de ochtend konden trainen. Ik was destijds nog een puppy en inmiddels wonen we alweer twee jaar samen in Spanje. Kay werkt voor een bedrijf uit India en kan veel van zijn werk op afstand doen. Ideaal. Maar we wilden ook in Nederland een eigen plekje en hebben net een huis gekocht in Wageningen. Daar zullen we de ko- mende jaren dus niet heel vaak zijn, omdat ik voorlopig in het buitenland blijf spelen. Ze zeggen dat een waterpoloster rond haar 27ste op haar top is. Ik ben 23, mijn beste jaren moeten dus eigenlijk nog komen. Of je moeder kunt worden en daarna weer kan gaan waterpo- loën? Dat gebeurt eigenlijk alleen in Rusland. Bij de Russen zag je geregeld dat een speelster er twee jaar uit was, moeder werd en weer terugkeerde. Geen idee hoe de bondscoach en de staf tegenover een speelster staan die terug wil keren nadat ze moe- der is geworden, trouwens... Ik denk daar niet over na, hoor, ben nog hartstikke jong. Wat een beestje betreft: dat lijkt me leuk in de toekomst. Nu ben ik veel te veel weg. Ik leid best een egoïstisch bestaan. Daar voer ik ook gesprekken over met mijn vriend en mijn ouders. Het is heel mooi en leuk wat ik allemaal meemaak, maar ik ben niet belangrijker dan een ander.” Werken en studeren Universiteit, ben bezig met het laatste deel van mijn scriptie en hoop mijn master eind dit jaar af te ronden. Daarnaast werk ik sinds september vorig jaar parttime bij Deloitte als analist. Daarvoor heb ik ook nog twee jaar gewerkt als topsportbegeleider bij de Hogeschool Utrecht. Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken en niet al- leen met waterpolo bezig te zijn. Ik krijg er energie van en daar profiteer ik als sporter ook weer van. En ik ben niet de enige. Er zijn meerdere speelsters van het Nederlands team die naast het waterpolo een parttimebaan hebben of studeren en het fijn vinden om intellectueel uitgedaagd te worden. Werken of een opleiding is ook een goede back-up voor als het waterpoloën voorbij is. Als ik morgen van de trap val en mijn sportcarrière is voorbij, dan moet ik ook gewoon werken. Vooral in de periodes tussen eindtoernooien in vind ik het leuk om ook andere dingen te doen.” Bekendheid “Binnen de waterpolowereld en in Barneveld weten ze wie ik ben. Rond wedstrijden in eigen land, zoals laatst bij het EK in Eindhoven, zijn er veel kinderen die op de foto willen of ons om een handtekening vragen. Ik ben me er wel van bewust dat wij rolmodellen zijn voor die kinderen, vind het belangrijk om te laten zien hoe leuk waterpolo is en ook hoe gezond het is om lekker te zwemmen of sporten. Een sport gaat natuurlijk leven als er successen zijn. Dat heb je bij de vrouwen ook bij hockey, voetbal en handbal gezien. Een wereldtitel doet echt wel wat. Daarna pakten we EK-goud in eigen land met elke wedstrijd volle bak in Eindhoven. We hebben de laatste tijd veel publiciteit en er wordt heel leuk op ons gereageerd. Het probleem is dat wij vaak slecht te herkennen zijn. We liggen in het water, dragen een cap. Voetbalsters, hockeysters, handbalsters en volleybalsters zijn veel beter te herkennen. Uit die teams kunnen veel mensen wel een paar namen noemen. Waterpolo is toch een beetje een onbekende sport. Wij wisten ons als eerste Nederlands team te kwalificeren voor de Spelen, maar ik denk niet dat ze ons als eerste noemen als je aan mensen op straat vraagt een vrouwen- team te noemen dat straks meedoet in Parijs. Ik zou het heel leuk vinden als meer mensen weten dat wij er ook zijn en dat we het hartstikke goed doen. Doordat we niet heel herkenbaar zijn, is het ook lastig om goede sponsors te trekken. Dat merk ik ook als ik praat met mensen met een marketingachtergrond. Het is belangrijk om zichtbaar te zijn als Nederlands team, om interviews als deze te geven, om een goed verhaal te hebben na een wedstrijd voor de camera van de NOS. Dat zijn momenten dat we onze cap af hebben, zijn we ineens meer dan een naam en een nummer op onze cap. Wij zijn geen lelijke meiden. Dat maakt het toch nog leuker om naar ons te kijken? Een paar mooie shoots in Helden en iedereen weet wie we zijn. We willen meer op de kaart komen en dat hebben we zelf ook in de hand. Het begint met resultaten en een paar boegbeelden. De resultaten zijn er, nu moeten we het succes continueren, laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn. We willen onze naam vestigen. Dat begint bij het focussen op ons team en onze prestaties. We mogen ons doel nooit vergeten: samen goed spelen en plezier hebben.” Schrijven “Ik vind het leuk om te schrijven. Het is voor mij een uitlaatklep, een manier om tegenslagen te verwerken, maar ook om mooie momenten te delen. Ik schrijf ook geregeld posts op LinkedIn, gebruik sociale media om mijn mening te verkon- digen en om serieuze thema’s die spelen in het waterpolo aan te kaarten. Ik ben ook aangesloten bij Sportspeakers, vind het leuk om mijn verhaal te vertellen en belangrijk om me te uiten. Nu ik ouder word, merk ik dat ik me over steeds meer dingen een mening ga vormen en die wil ik graag verkondigen als ik denk dat het mensen kan helpen. Ik ben ook nieuwsgierig. Als er iets gebeurt waar ik nog niet genoeg kennis over heb, dan ga ik op zoek naar informatie om me een mening te kunnen vormen. Ik heb me op sociale media uitgesproken over de ongelijkheid binnen het waterpolo tussen mannen en vrouwen. Bloedirritant dat het vandaag de dag nog steeds nodig is. Maar ook op andere vlakken is het niet eerlijk verdeeld. Neem de inrichting van het olympisch waterpolotoernooi. Bij de mannen doen in Parijs twaalf landen mee en bij ons tien. Dat is toch raar? Ik heb wel iets activistisch in me. Dat heb ik van jongs af aan meegekregen. Maar ik wil zaken wel op een respectvolle ma- nier aankaarten. Ik heb veel reacties gehad toen ik de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in het waterpolo aankaartte. Sommige reacties waren negatief, maar de overgrote meerderheid was positief. Ik vind het vooral belangrijk om het gesprek daarover aan te gaan. Als iemand met heel goede argumenten komt waarom die situatie zo is als die nu is en dat het zo moet blijven, dan ben ik daar ook benieuwd naar. Als wordt geroepen dat mannen meer kracht hebben en dat hun waterpolo daarom aantrekkelijker is om naar te kijken, dan zeg ik: het is ook vet om naar te kijken. Bij de vrouwen draait het veel meer om snelheid en tactiek, dat is ook heel mooi. Het kan heel goed naast elkaar bestaan, als je de charme van allebei maar inziet. Ik vind het ook mooi om mijn stem en pen te gebruiken om te laten zien hoe leuk onze sport is. Achterliggende gedachte is ook om te proberen kinderen enthousiast te maken voor water- polo of bewegen in het algemeen. Want dat gaat niet heel goed en vind ik verontrustend. Zoals ik duurzaamheid en de klimaatkwestie ook belangrijke thema’s vind. Ook in het waterpolo. Wij drinken voor, tijdens en na een wedstrijd heel veel water, vaak uit plastic flesjes en die slingeren overal rond. Als we nou allemaal een eigen bidon meenemen en die vullen, dan scheelt dat veel afval. Kleine moeite. De afgelopen toernooien hebben de organisaties dit steeds vaker toegepast, een enorm goed initiatief. Maar er zijn ook zaken waar ik zo snel geen oplossing voor zie. Het kost veel energie om het water op te warmen. Voor toernooien vliegen we de hele wereld over. Ik vlieg ook op en neer naar Spanje. Niet heel erg milieubewust allemaal. Dan kan ik roepen: we moeten veel minder vliegen binnen onze sport, maar het is niet zo dat door mij iedereen voortaan met de trein gaat in het waterpolo. Maar er over praten kan geen kwaad. Maatschappelijke thema’s interesseren mij zo, omdat topsport juist heel erg individualistisch en vaak ook egoïstisch is. Ik wil ook graag geven. Als ik door mijn mond open te trekken iets goeds kan doen voor anderen, dan laat ik dat niet na. Het is voor mij niet ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.