Word abonnee
Meer

Zaalvoetbal

Heldenpraat met Saïd Bouzambou

Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.
Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Overig

Blikvangers van 2023

2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de [...]
2023 was ook het jaar van Max Verstappen, Demi Vollering, de Jumbo-Visma-ploeg, Noah Lyles, Faith Kipyogon, Sanne Wevers, Simone Biles, Xavi Simons, Esmee Brugts, de Spaanse voetbalvrouwen en het demasqué van Ajax. Ze komen voorbij in het jaaroverzicht in beeld. Recordjacht En dat is wereldtitel nummer drie. Vorig jaar dacht iedereen al [...]

Overig

Peter Heerschop eert

Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Peter Heerschop eert Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel én Sifan Hassan in het eindejaarsnummer van Helden Magazine. Annemiek van Vleuten Als Eddy Merckx een vrouw was, dan was hij Annemiek van Vleuten. Of andersom. Laat ik beginnen met een greep uit een erelijst: olympisch kampioen en twee keer wereldkampioene tijdrijden, twee keer wereldkampioene op de weg, vijf keer winnares van de Giro, drie keer winnares van de Vuelta en één keer winnares van de Tour de France. Ze won twee keer de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Strade Bianche. Ze won in 2022 alle drie de grote rondes, de wereldtitel én Luik-Bastenaken-Luik. Op haar 39ste. Dan weet iedere sportliefhebber dat ik het heb over Annemiek van Vleuten. De Alleskunner, Half Mens Half Fiets, Zij Die Kan Afzien Met Een Glimlach, De Kannibaal In Schaapskleren, De Doorzetter, De Veelvraat, Mevrouwtje Regenboogtrui, Prinses Van De Soepele Pedaaltred, De Elegante Beuker In De Bergen, Vrouw Die Altijd Weer Opstaat. Dan heb ik het over TAAKAGA: The Artist Always Known As Gewoon Annemiek. Annemiek van Vleuten werd geboren op 8 oktober 1982 in Vleuten. Gaan we al. Dat kunnen alleen de hele groten; geboren worden in een stad die naar jou is genoemd. Ze is dit jaar gestopt met wielrennen. Ik zal proberen te beschrijven waarom haar indrukwekkende carrière niet onopgemerkt is gebleven, te beginnen met de uitspraak dat je de hele groten vooral herkent aan hoe ze omgaan met tegenslag. Ik stond langs de route bij de olympische wegwedstrijd in Rio in 2016. Vlak voor de lange afdaling het enge bos in, op 200 meter van een heel gladde bocht. Annemiek was de sterkste in koers, had samen met de Amerikaanse Mara Abbott een voorsprong van 45 seconden op een achtervolgend groepje met onder anderen Anna van der Breggen en de Italiaanse Elisa Longo Borghini. Het was inmiddels licht gaan regenen, het was glad. Abbott durfde niet echt af te dalen. Annemiek was de betere afdaler en pakte meteen 50 meter voorsprong en liep daarna snel uit. Het olympisch goud kon haar niet meer ontgaan. Totdat, nee toch... Annemiek miste een bocht en knalde vol op een stoeprand van 50 centimeter. Ze bleef doodstil liggen, leek buiten bewustzijn. De ontknoping van de wedstrijd werd een thriller, die werd gewonnen door Anna van der Breggen. Een geweldige winnares, maar hoe was het met Annemiek? Mathieu van der Poel Mathieu van der Poel is een wonder op twee wielen, op welk terrein dan ook. Hij is een sportief multitalent. In zijn jeugd deed hij aan turnen, tennis, atletiek en voetbal. Hij zat zelfs een jaar op de talentenschool van Willem II, de club waar de vier jaar oudere Virgil van Dijk begon. Had dus ook gekund dat hij topvoetballer was geworden. De atletiek zien we sowieso terug in zijn loopprestaties bij het veldrijden en het turnen bij zijn onwaarschijnlijke balans en evenwichtscapriolen. Alles is samengekomen in één wielrenner. MvdP is de eerste en enige wielrenner die medailles won bij WK’s op de weg, veldrijden, mountainbiken en gravel. En daarom, ik zeg het maar gewoon: Mathieu van der Poel is een van de beste wielrenners ooit. Een paar voorbeelden uit 2023. Mathieu won de wielerklassieker Parijs-Roubaix in april, nadat hij een paar weken eerder ook al Milaan-San Remo had gewonnen. Ik ben normaal gesproken geen complotdenker, maar ik vraag me toch af: is het echt gebeurd? Mathieu reed namelijk Parijs-Roubaix met een gemiddelde van 47 kilometer per uur. Let wel: die koers is 256 km lang, gaat over kasseien en zandweggetjes. Er is altijd sprake van wind of regen, valpartijen, lekke banden en veel meer gedoe. 47 kilometer per uur fietsen, vijfenhalf uur achter elkaar stoempen, ontwijken, balanceren, rekenen en iedere pijn en uitputting ontkennen. Het is onvoorstelbaar. Ik heb op de fiets ook weleens 47 kilometer per uur gehaald. Van de Cauberg af, met wind in de rug en dan gedurende dertig seconden. Wat MvdP doet? Onvoorstelbaar. Hij is ook veldrijder. Mathieu haalde alleen bij de senioren al 151 overwinningen. Op 5 februari dit jaar won hij in Hoogerheide voor de vijfde keer de wereldtitel. Een wedstrijd veldrijden duurt bij Mathieu ongeveer een uur. Hij komt af en toe, zo voelt het, 57 minuten eerder binnen dan de nummer twee. De keren dat hij niet won, deed hij waarschijnlijk niet mee. Of hij verloor nipt van Wout van Aert. Soms. Mathieu en Wout zijn gedroomde jeugdrivalen. Sifan Hassan Ik citeer Wikipedia: ‘Sifan Hassan is een Nederlandse atlete van Ethiopische afkomst die zich heeft toegelegd op de middellange en lange afstanden. Wereldkampioen 5000 en 10.000 meter in 2019. In 2008 werd zij door haar moeder naar Nederland gestuurd. Ze is alleen. In het opvangcentrum. Ze voelt zich doodongelukkig. Ze mag niet weg, ze mag er niet uit. Maar ze wil rennen.’ Er staat daar nog wel meer, maar er staat bijvoorbeeld niet: ‘Sifan Hassan is een absoluut fenomeen in de atletiek.’ Er staat niet: ‘Zij doet dingen die, totdat zij ze liet zien, absoluut voor onmogelijk werden gehouden.’ Sifan liep bij de afgelopen Olympische Spelen zowel de 1500 meter, de 5000 meter als de 10.000 meter. En op alle drie de afstanden haalde ze een medaille: twee keer goud, één keer brons. Uniek. En niet zo lang daarna won ze ook nog eens haar eerste marathon in een bizar snelle tijd. En op haar tweede marathon won ze weer, in de op een na snelste tijd ooit. Dat kan dus eigenlijk allemaal helemaal niet. We hebben het over verzurings- en zuurstofopnametechnisch nogal verschillende afstanden. De snelheid die je nodig hebt bij het trainen voor de ene afstand, verlies je bij het trainen voor de andere afstand. Nou ja, bij Sifan Hassan geldt dat dus niet. Sifan loopt altijd goed. Ze zeggen dat gierzwaluwen kunnen slapen terwijl ze vliegen. Sifan kan waarschijnlijk rennen tijdens het slapen. En ze loopt slim. Ze leest elke race ook als geen ander. De ene keer vanaf het begin op kop, de volgende juist weer tot bijna de laatste ronde vrijwel achteraan, vertrouwend op haar versnelling in de laatste 300 meter. Loerend als een jachtluipaard met het uithoudingsvermogen van een jagende roedel wolven. Een paar voorbeelden van haar unieke kwaliteiten. Op de Spelen van Tokio in 2021 liep ze dus drie verschillende afstanden. Ze had zich de ene dag geplaatst voor de finale op de 5000 meter, de volgende dag was de serie van de 1500 meter, waarin ze eerst helemaal achteraan ging lopen. Vervolgens liep ze, bij wijze van spreken, een stukje achterstevoren en strikte ze na twee rondjes haar veters. Na drie rondjes werd ze gehinderd en viel. Maar ze stond op, haalde de hele bende in en won alsnog haar serie. Een paar uur later liep ze de finale van de 5000 meter. Sifan liep lang op de negende of tiende plek. In de laatste ronde gaf ze gas. Het werd een sprint van 400 meter. Ongekend, er zijn geen woorden voor. Zoveel macht in zo’n klein lichaam. Als een panter. Helden Magazine 69 De eerste gedeeltes van de ode van Peter Heerschop aan Annemiek van Vleuten, Mathieu van der Poel en Sifan Hassan komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Soufiane Touzani: ‘Frenkie de Jong is gewoon untouchable’

Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Soufiane Touzani is pionier van het freestyle voetballen. De balkunstenaar werd ook bekend als vlogger en tv-maker. Voor zijn tv-programma Tiki Taka Touzani en zijn YouTube-kanaal ontmoet hij de grootste voetballers van de wereld. Daarnaast probeert hij de jeugd in beweging te krijgen met initiatieven als FC Straat en is hij ambassadeur van de Johan Cruyff Foundation. We leggen hem in aanloop naar het WK een elftal sterren voor. Johan Cruijff “Ik kwam Johan voor het eerst tegen toen ik begin twintig was, was gevraagd om een optreden te verzorgen tijdens de kampioenschappen van Cruyff Courts 6 vs 6, een toernooi van Cruyff Foundation. Ik was heel zenuwachtig toen ik hem voor het eerst ontmoette. Maar toen ik hem eenmaal sprak, was ik helemaal op mijn gemak. Na die dag had Johan er een fan bij. Naderhand werd ik een van de gezichten van zijn sportmerk. Ik was gevraagd om in Engeland een lancering te doen, liet mijn trucjes zien en Johan keek vol bewondering toe. Een paar dagen later hoorde ik dat Johan me had genoemd in zijn  column in De Telegraaf. Dat was in de tijd dat Geert Wilders zich uitspraak over Marokkanen in Nederland. Johan zei dat hij juist heel fijn had samengewerkt met een jongen met Marokkaanse achtergrond: Soufiane Touzani. Ik hield van hem. Johan gaf liefde aan mij en liet mij welkom voelen. Als we op een gala waren waar ik niemand kende, ging hij bij me zitten om mij het gevoel te geven dat ik niet alleen was. Toen ik met hem op het jeugdcomplex van FC Barcelona was, liep hij iedereen langs om te vertellen wie ik wel niet was. Hij was zo ongeveer mijn pr-man. Ik had een keer een interview met Xavi, hij sprak alleen Spaans. Ik vroeg aan Johan of hij tolk wilde zijn. Hij heeft dat vol passie gedaan, schitterend. Het mooiste aan Johan vind ik de verantwoordelijkheid die hij heeft genomen. Wat Johan heeft gedaan met zijn merk en de Cruyff Foundation is geweldig. Zijn filosofie wordt over de hele wereld nog altijd geprezen. Johan heeft mij geleerd na te denken over mijn nalatenschap. Hij is mijn grote inspiratiebron. We hebben nu het grootste YouTube-kanaal van de Benelux als het gaat om voetbalcontent. Alle techbedrijven en platformen vechten om het meest kostbare bezit van de jeugd: watch time,kijktijd. Wij hebben dat op voetbalgebied. Ik werk goed met de Cruyff Foundation samen en heb nagedacht wat ik kan toevoegen. Het is de algemene trend dat jongeren minder sporten en bewegen, dit is niet alleen op Cruyff Courts het geval. Het buitenspelen is ingewisseld voor schermtijd. Daarom ben ik FC Straat begonnen. En nu twee jaar later is er ook een samen­werking met de Cruyff Foundation en de Krajicek Foundation. Zij hadden gezamelijk een toernooi genaamd Streetwise Cup en dat wordt nu de FC Straat Cup omdat we samen sneller impact kunnen maken. We proberen de jeugd te motiveren watch time om te zetten in play time. Alles wat wij maken, is met de gedachte: je kijkt ergens naar en vervolgens wil je gaan bewegen, het nadoen. En dat doen we niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Ik denk dat Johan dit een mooi initiatief had gevonden.” Cristiano Ronaldo “Ik ging en ga veel met Abdelhak Nouri om. Hij vond het leuk om me aan mensen voor te stellen. Voor zijn ongeluk zei hij geregeld tegen me: ‘Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.’ Een paar maanden later was het zover. Helaas was in die tussentijd het ongeluk met Abdelhak gebeurd. Ik heb toen ik bij Cristiano thuis was niet gezegd dat Abdelhak de ontmoeting ook graag had gewild. Dat voelde niet goed. Maar het bezoek kreeg wel een aparte lading voor me. 'Voor zijn ongeluk zei Nouri geregeld tegen me: 'Als ik ooit een grote voetballer word, dan ga ik Cristiano Ronaldo voor jou regelen.' Een paar maanden later was het zover' Het werd een bijzonder ontmoeting. Ik maakte op dat moment een serie voor Nike, met sterren als Kevin de Bruyne, Eden Hazard, Sergio Ramos, Christian Eriksen en Yannick Carrasco. Ronaldo stond niet in dat lijstje. Nike belde mij met een uitnodiging voor een bijzondere persconferentie met Cristiano voor YouTube'ers van over de hele wereld. Ik heb daarvoor bedankt. Niet uit arrogantie, maar omdat de content die ik maak een andere setting is: bij iemand thuis of op een veld, niet tijdens een persconferentie. Nike heeft dat verteld aan het team van Ronaldo, waarop hij me bij hem thuis uitnodigde. Toen de opnames klaar waren, moest hij meteen weg. Hij heeft dagelijks zo'n strak schema. Ik ben toen met zijn beste vriend naar de gym van Ronaldo gegaan, bij hem thuis. Die vriend zei tegen mij dat hij had gezien dat ik zenuwachtig was. 'Nergens voor nodig, Cristiano is altijd heel chill'. Hij vertelde me dat Ronaldo iedere dag in een ijsbad zit. Zijn vriend zei: 'Beeld je in dat je de Champions League-finale hebt gewonnen en de dag erna gewoon weer in je ijsbad stapt. Dan ben je eigenlijk gewoon gek' Grote voetballers uit het verleden aten vaak ongezond, dronken of rookten. Cristiano heeft de standaard van fitheid in de voetbalwereld veranderd. Sinds hij heeft laten zien hoe hij met zijn sport omgaat, hebben veel voetballers zijn voorbeeld gevolgd. Memphis Depay was zonder het voorbeeld van Ronaldo heus niet zo gespierd geweest als nu.'' Helden Magazine 64 Het eerste gedeelte van het verhaal van Soufiane Touzani komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt en Cody Gakpo. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Johan Cruyff Foundation

Susila Cruijff: ‘Ik wil het gedachtegoed van mijn vader voortzetten’

De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
De Johan Cruyff Foundation bestaat 25 jaar. En Johan zou bij leven dit jaar 75 zijn geworden. Dochter Susila Cruijff is bestuurslid van de stichting die haar vader oprichtte. “Ik was echt een vaderskindje. Ooit deed ik mee aan een concours hippique en mijn vader voorspelde een foutsprong bij de voorlaatste hindernis. Ik dacht: wat weet hij nou van paarden? Dan zei hij: ‘Suus, het gaat bij elke sport om aanleg, ritme en timing.’ Als ik mijn vader vroeg wie de beste voet­baller van de wereld was, zei hij meteen: ‘Ik.’ Tegelijk vond hij dat iemand die meer kan, een ander op zijn beurt weer moet helpen. Zo zag hij sport als een middel om de maatschappij mooier en beter te maken. Mijn vader zag de maat­schappij als een elftal waarin je alleen beter kunt worden als je elkaar helpt. Lionel Messi kon alleen schitteren bij FC Barcelona als ploeggenoten als Sergio Busquets het evenwicht bewaakten, zoals Romario kon stralen dankzij Eusebio. Mijn vader was dertien toen zijn vader overleed, zijn moeder de groentewinkel moest verkopen en moest gaan werken. Ze hadden het niet breed. Hij zei altijd dat hij dankzij een klein groepje mensen was geslaagd in het leven, omdat zij een beetje de vaderrol overnamen. Onder hen zijn jeugdtrainer Janny van der Veen en zijn tweede vader ome Henk. Dat is hij nooit vergeten. Mede daarom heeft hij een zwak voor mensen die het moei­ lijk hebben in het leven en een steuntje nodig hebben. Mijn vader heeft zijn hele leven lang cadeautjes betaald voor kinderen die met Sinterklaas en Kerst niets kregen. Mijn moeder kocht de cadeaus, wij moesten ze inpakken en mijn vader bracht ze langs, eerst in Vinkeveen en later in Barcelona. Dit jaar heeft mijn broer de cadeautjes langsgebracht. Mijn vader was heel zeker van zich­ zelf, maar vond niet dat hij boven een ander stond, praatte met de koning op dezelfde manier als met de vuilnisman. Hij zei ook altijd dat hij dankzij de voetballerij bekend was geworden en veel heeft verdiend, maar dat die status ook verantwoordelijkheid met zich mee­ bracht. Achter alle bedrijven die hij heeft opgezet, zat een probleem in de maat­ schappij dat hem bezighield. Niet voor niets zaten en zitten in al zijn organisaties ook vrouwen op topposities en was hij een groot propagandist van vrouwenvoetbal. Mijn vader kon het ook niet aanzien dat spelers die jarenlang in het Nederlands elftal hadden gespeeld, thuis zaten weg te kwijnen. Als ze ergens solliciteerden, hoorden ze dat ze geen werkervaring en opleiding hadden. ‘Topsporters hebben wereldervaring,’ zei mijn vader dan. Met wie had mijn vader altijd problemen? Met bestuurders die niets van sport begrepen. Als sporters op leidende posities komen, redeneerde hij, heb je in elk geval een bestuurder die weet wat topsport inhoudt. Een skiër kan in de winter geen colleges volgen, een voetbal­ler kan door de week overdag niet naar college. Dus creëer een universiteit of school die actieve sporters online kunnen volgen in de uren dat zij tijd hebben. Zo ontstond het idee van het Johan Cruyff Institute. Mijn vader vond trouwens wel dat je in het leven altijd een plan B moet hebben, dat je weet wat je wil als je eerste studie of eerste baan mislukt. Toen mijn vader in Amerika voetbalde, woonden we in Washington naast een jon­ gen met het downsyndroom, Johnjohn. Mijn vader vond het naar om te zien dat hij overal buiten viel en is met hem gaan sporten. Hij had ook waterangst. Een keer was Johnjohn zo blij toen hij Johan in het zwembad van onze buren zag, dat hij hem achterna in het zwembad is gesprongen. Hij was meteen zijn water­ vrees kwijt. Via de Kennedy Foundation leerde mijn vader dat sport een middel kan zijn om kinderen met een handicap deel te laten zijn van de maatschappij. Zo is de Johan Cruyff Foundation ontstaan. Kinderen met een downsyndroom waren gek op mijn vader. Johan was hun vriend, zeiden ze allemaal. Ze voelden dat Johan oprecht was. Ik word altijd kwaad als we weer moeten horen dat hij zo’n geldwolf was. Hij zorgde er juist voor dat iedereen het goed had. Mijn vader was van leven en laten leven, en vooral van vinden van geluk. Hij was ook een aparte vader. Bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. In Spanje waar al die meisjes met hun moeder gingen, stonden ze daar vreemd van te kijken. Die arts vroeg naar mijn seks­ leven. Dan zaten we ’s avonds te eten en zei hij ineens tegen mijn moeder: ‘Wist jij dat van Suus?’ Ja, natuurlijk wist mijn moeder het. Prachtig vond hij die gesprekken. 'Hij bracht ons altijd naar school, maar ging ook mee naar de dokter. Hij ging zelfs met me mee naar de gynaecoloog. Prachtig vond hij die gesprekken' Vlak voor zijn overlijden zei hij dat hij had geleefd alsof hij honderd was geworden. Natuurlijk mis ik hem als vader, maar verder voel ik hem dagelijks bij me. Ik praat elke dag met hem, dan wil ik ook geloven dat hij me ziet. Mijn moeder mist hem, heeft het soms nog heel moeilijk. Ik ga er anders mee om, ik wil het gedachtegoed en werk van mijn vader voortzetten.” Helden Magazine 64 Het verhaal van Susila Cruijff komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde. In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal. Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Een terugblik op een bewogen wielerjaar met Merijn Zeeman, Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain. Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Overig

Next level

Jetze Plat (30) is een van de boegbeelden van de Nederlandse paralympische ploeg. In Tokio gaat hij voor goud bij het handbiken én de triatlon. Victoria Koblenko ging bij de man met het indrukwekkende lichaam langs die de afgelopen jaren alles won wat er te winnen viel. Vier jaar geleden was er geen houden aan. Alles wat je aanraakte, veranderde in goud. Hoe sta je ervoor in dit, als gevolg van corona, merkwaardige sportjaar? “Er waren amper wedstrijden, maar de negen internationale wedstrijden waaraan ik heb meegedaan, heb ik allemaal gewonnen.” Zie je op tegen lege tribunes in Tokio? “Het mooie van wedstrijden winnen - en soms ook verliezen - is het kunnen delen met mensen die je het hele jaar zien en volgen. Hen ga ik dit jaar wel missen. Natuurlijk kun je zo’n moment creëren bij thuiskomst, maar het is toch anders. Maar ik ga niet klagen. Ik ben allang blij dat de Paralympics door lijken te gaan. Daar heb ik afgelopen jaren alles in geïnvesteerd.” Hoe gooit corona jouw laatste voorbereiding op de Para­lympische Spelen in de war? “Ik was van plan om al vroeg af te reizen naar Tokio om te kunnen acclimatiseren, maar dat mag nu niet. Ik vlieg pas zeven dagen van tevoren naar Japan. Ik doe nu veel trainingen in een klimaatkamer in Limburg om m’n lichaam alvast te laten wennen aan de hoge luchtvochtigheid en temperatuur in Tokio.” ALLERGISCH Dit zijn door de omstandigheden heel andere Paralympische Spelen dan die in 2012 en 2016. Hoe helpt de ervaring van eerdere edities jou nu? “Voorheen tekende ik alles uit en wilde ik alles onder controle houden. Bij mijn eerste deelname, in 2012, staarde ik me blind op het resultaat. Mede daardoor werd het niet helemaal wat ik had verwacht. Ik werd vierde. Maar tegelijkertijd zorgde de ervaring van Londen ervoor dat ik professioneler werd. Ik ging specifieker trainen, ging aan de slag met mentale training.” Hoe bouw je mentale weerbaarheid op? “Door een heel intensief traject te volgen, zoals ik heb gedaan in aanloop naar Rio. Ik heb daar zoveel aan te danken. Mijn moeder werd in die periode ernstig ziek. We hebben voor de Paralympische Spelen alle mogelijke scenario’s besproken. Stel dat m’n moeder de dag voor mijn wedstrijd zou overlijden. Wat dan? Mijn moeder vond het, ondanks haar zware toestand, belangrijk dat ik goed zou presteren. Zelfs in die context kun je stabiliteit creëren. Dat heb ik allemaal geleerd. In Rio won ik mede daardoor goud op de triatlon en brons met het handbiken. Inmiddels weet ik heel goed hoe ik rustig moet blijven en kan anticiperen op omstandigheden, ik heb geleerd in het moment te schakelen.” Wanneer kwam het besef dat je talent had? “Dankzij een revalidatiecentrum in Utrecht mocht ik in 2008 een bezoekje brengen aan de Spelen in Peking. Daar mocht ik als jong talent naar de grote atleten kijken. Toen besloot ik: dit is wat ik wil. In 2011 won ik mijn eerste wereldbeker en kwam het besef dat ik er talent voor zou kunnen hebben.” Wat zijn de hoofdingrediënten van jouw succes? “Mijn passie. Ik houd van het handbiken en de triatlon, daar heb ik niet per se de wedstrijden voor nodig. Ik vind het mooi om elke dag te trainen. En ik zoek nooit excuses, daar ben ik vrij allergisch voor. Ik kan het verprutsen en dat ligt niet aan een concurrent die dingen doet die ik niet verwacht. Ik ben de eindverantwoordelijke.” In je vorige interview met Helden sprak je dankbaarheid uit naar je ouders die je nooit met een taxibusje naar school hebben laten gaan en je gelijk hebben behandeld in een gezin met drie andere kinderen, ondanks je fysieke bijzonderheid. “Klopt. Dat mijn ouders me altijd zo hebben behandeld, heeft me enorm gevormd en geholpen.” Gelukkig was je moeder nog getuige van het goud en brons in Rio. Eind 2017 is ze overleden. Ik was diep ontroerd om te lezen dat je haar als eerste belde na elke finish. Wie bel je nu na een wedstrijd? “Op het laatst kon ik mijn moeder gelukkig nog foto’s van trainingskampen sturen. Mijn vader is niet zo handig met een smartphone, kan er zo ongeveer alleen mee bellen. Tegenwoordig bel ik altijd als eerste mijn vriendin na een wedstrijd.” NEKWERVEL Je stond onlangs op de cover van tijdschrift Men’s Health. Iedereen kon zien dat je fysiek prima in vorm bent. Hoe onderhoud jij je lichaam? “De basis is het belangrijkst. Dat is deels al spelenderwijs vanaf heel jonge leeftijd gebeurt. Door veel te sporten heb ik mijn bovenlichaam sterker gemaakt. Dat deed ik ook mede om wat ik niet kon met mijn benen op te kunnen vangen. Toen ik topsporter werd, werd voeding natuurlijk ook steeds belangrijker. Ik moet voldoende energie hebben om de trainingen af te kunnen werken en daarna moet ik ook de voedingsstoffen ook weer zo goed mogelijk aanvullen voor het herstel. Ik ben blij met Campina als sponsor, de kwark met muesli is echt een belangrijke factor om voldoende energie te hebben voor een training en voor mijn herstel. Campina, die ook de hele paralympische ploeg steunt, focust zich op fysieke en mentale fitheid, dat is in deze tijd belangrijker dan ooit.” Toen je twee jaar geleden voor de tweede keer paralympisch sporter van het jaar werd, luidde het juryrapport: ‘Een sporter die z’n grenzen voortdurend opzoekt.’ Dat is wel gebleken. Motorcrossen gooide nog bijna roet in het eten... “Ik brak mijn nekwervel op mijn 29ste verjaardag, maar gelukkig hadden mijn nekspieren de klap opgevangen waardoor de schade beperkt bleef.” In 2017 legde je de beroemde Ironman op Hawaï als snelste af van alle paralympische atleten. Sterker, je kwam van alle 2200 deelnemers als 26ste over de finish. Wat staat er eigenlijk allemaal nog op jouw bucketlist? “Op korte termijn drie medailles winnen in vier dagen tijd in Tokio. Op lange termijn een eigen huis bouwen. Met Berit een eigen plek vanaf nul opbouwen lijkt me geweldig.” Berit Gunderson is de liefde van je leven? “Absoluut. Waar ik vroeger graag acht weken op trainingskamp ging, heb ik tegenwoordig na vier weken zin om naar huis te gaan en haar weer te zien.” Jullie hebben een break gehad. Ik kan erover meepraten hoe lastig het kan zijn om nieuwe spelregels te formuleren voor een doorstart van je relatie. Hoe is het jullie gelukt? “Als je uit elkaar gaat, ga je al snel dingen missen die ertoe doen. Als je dat voelt, is er ruimte om te werken aan dingen die misgingen. Berit was zoekende en ik was übergefocust op de sport. We wisten allebei dat er echt wat moest veranderen. Maar de echte uitdaging zat ’m voor mij in het naar mijn omgeving communiceren dat we weer een committent met elkaar waren aangegaan.” PUZZELSTUK Wat zijn, naast een mooi huis bouwen met Berit, de sportieve ambities nog? “Sowieso de Paralympische Spelen in Parijs over drie jaar. Ik weet voor 99 procent zeker dat ik daarna stop. Verder zit de Ironman op Hawaï toch ook nog in mijn hoofd. Ik zie het als een uitdaging om me daarin te meten met valide topatleten. De Ironman is niet te combineren met de afstanden bij het handbiken en op de triatlon in Tokio.” Wie zijn ‘wij’? “Mijn begeleidende team en ik. En dan vooral mijn hoofdtrainer Guido Vroemen die mijn trainingsschema’s maakt, mijn voeding in de gaten houdt en weet hoe ik belast kan worden. Op Guido vertrouw ik blind. Hij zou ook meegaan naar Tokio, maar door alle extra regels mag hij niet in het olympische dorp komen omdat hij geen officieel staflid is van NOC*NSF. Om telkens te organiseren hoe we elkaar buiten het olympisch dorp konden treffen, zou ons alleen maar hoofdpijn opleveren.” Wanneer kwam het besef dat je een team nodig hebt? “Toen ik vijftien of zestien was, begon het begrip in te dalen dat ik dit niet alleen kon doen. Ik wilde naar dat next level. Ik kon wel individueel trainen, maar als ik naar next level wilde, moest er ook begeleiding van next level bijkomen. Guido en ik gingen in 2014 samenwerken, maar dat verliep niet meteen soepel. Vooral de communicatie liep te wensen over. We trainden op afstand. In mijn handbike zit een vermogensmeter ingebouwd, maar het gevoel hoe ik herstelde van een training konden we daar niet aan aflezen. Ik vond het in het begin moeilijk eerlijk te zijn over hoe snel ik hersteld was.” Je wilde meer en harder trainen? “Klopt. Maar als ik meer deed, presteerde ik minder. Guido had alle kennis en ik had het talent, maar we moesten echt op elkaars golflengte komen. Ik vond het moeilijk om te zeggen dat ik moe was en nog niet hersteld was. Dat voelde voor mij als falen. De grote les was dat gas terugnemen niet hoefde te betekenen dat mijn prestatie achteruitging. Dat inzicht was een belangrijk puzzelstuk om naar dat next level te kunnen.” Wie hielp je met dit inzicht? “Ik heb op een dag met zwemtrainer Marcel Wouda gesproken. Hij keek met een neutrale blik naar mij en onze aanpak. Marcel stelde me een aantal vragen en toen bleek dat ik bij het aantal trainingsuren per week standaard twee uur extra deed. Marcel deed me inzien dat dat niet goed was, dat trainingsprogramma’s er niet voor niets zijn. Nu zie ik in dat als ik aan het einde van de week ook kwaliteit wil leveren in de trainingen, het niet in die paar extra uren training zit.” Je vertelde net dat je na de Paralympische Spelen in Parijs zo goed als zeker stopt. Waar verlang je naar als je sportcarrière erop zit? “Een wijdere blik. Ik wil de wereld ontdekken. Ik ben tegen die tijd 33. O, en lekker eten, daar verheug ik me ook op. Het is niet eens dat patatje of die zak chips die ik mis. Maar het kan fijn zijn om zonder weegschaal te genieten.” DEEPHOUSE Terug naar het nu, naar de Paralympische Spelen in Tokio. Hoe ziet de laatste voorbereiding er bij jou uit, dus vlak voor de start van een wedstrijd? “Ik zoek altijd de stilte in mezelf op. Als ik in een busje naar de wedstrijd zit, luister ik rustige muziek. Daarna gebruik ik een andere playlist als warming-up. Deephouse pept me op.” Hoe verloopt de dialoog met jezelf in de laatste minuten voor de wedstrijd? “Ik zeg tegen mezelf dat mijn concurrentie tien procent sterker is geworden sinds de vorige wedstrijd. Zo zet ik mezelf op scherp. Bewustwording van: dit is alles wat ik heb, hier moet ik het mee doen. Ik zeg tegen mezelf: dit is het moment.” Waarmee ga je jezelf belonen als je straks de medailles binnen hebt? Lachend: “Een ritje op de crossmotor!” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Jetze Plat (30) is een van de boegbeelden van de Nederlandse paralympische ploeg. In Tokio gaat hij voor goud bij het handbiken én de triatlon. Victoria Koblenko ging bij de man met het indrukwekkende lichaam langs die de afgelopen jaren alles won wat er te winnen viel. Vier jaar geleden was er geen houden aan. Alles wat je aanraakte, veranderde in goud. Hoe sta je ervoor in dit, als gevolg van corona, merkwaardige sportjaar? “Er waren amper wedstrijden, maar de negen internationale wedstrijden waaraan ik heb meegedaan, heb ik allemaal gewonnen.” Zie je op tegen lege tribunes in Tokio? “Het mooie van wedstrijden winnen - en soms ook verliezen - is het kunnen delen met mensen die je het hele jaar zien en volgen. Hen ga ik dit jaar wel missen. Natuurlijk kun je zo’n moment creëren bij thuiskomst, maar het is toch anders. Maar ik ga niet klagen. Ik ben allang blij dat de Paralympics door lijken te gaan. Daar heb ik afgelopen jaren alles in geïnvesteerd.” Hoe gooit corona jouw laatste voorbereiding op de Para­lympische Spelen in de war? “Ik was van plan om al vroeg af te reizen naar Tokio om te kunnen acclimatiseren, maar dat mag nu niet. Ik vlieg pas zeven dagen van tevoren naar Japan. Ik doe nu veel trainingen in een klimaatkamer in Limburg om m’n lichaam alvast te laten wennen aan de hoge luchtvochtigheid en temperatuur in Tokio.” ALLERGISCH Dit zijn door de omstandigheden heel andere Paralympische Spelen dan die in 2012 en 2016. Hoe helpt de ervaring van eerdere edities jou nu? “Voorheen tekende ik alles uit en wilde ik alles onder controle houden. Bij mijn eerste deelname, in 2012, staarde ik me blind op het resultaat. Mede daardoor werd het niet helemaal wat ik had verwacht. Ik werd vierde. Maar tegelijkertijd zorgde de ervaring van Londen ervoor dat ik professioneler werd. Ik ging specifieker trainen, ging aan de slag met mentale training.” Hoe bouw je mentale weerbaarheid op? “Door een heel intensief traject te volgen, zoals ik heb gedaan in aanloop naar Rio. Ik heb daar zoveel aan te danken. Mijn moeder werd in die periode ernstig ziek. We hebben voor de Paralympische Spelen alle mogelijke scenario’s besproken. Stel dat m’n moeder de dag voor mijn wedstrijd zou overlijden. Wat dan? Mijn moeder vond het, ondanks haar zware toestand, belangrijk dat ik goed zou presteren. Zelfs in die context kun je stabiliteit creëren. Dat heb ik allemaal geleerd. In Rio won ik mede daardoor goud op de triatlon en brons met het handbiken. Inmiddels weet ik heel goed hoe ik rustig moet blijven en kan anticiperen op omstandigheden, ik heb geleerd in het moment te schakelen.” Wanneer kwam het besef dat je talent had? “Dankzij een revalidatiecentrum in Utrecht mocht ik in 2008 een bezoekje brengen aan de Spelen in Peking. Daar mocht ik als jong talent naar de grote atleten kijken. Toen besloot ik: dit is wat ik wil. In 2011 won ik mijn eerste wereldbeker en kwam het besef dat ik er talent voor zou kunnen hebben.” Wat zijn de hoofdingrediënten van jouw succes? “Mijn passie. Ik houd van het handbiken en de triatlon, daar heb ik niet per se de wedstrijden voor nodig. Ik vind het mooi om elke dag te trainen. En ik zoek nooit excuses, daar ben ik vrij allergisch voor. Ik kan het verprutsen en dat ligt niet aan een concurrent die dingen doet die ik niet verwacht. Ik ben de eindverantwoordelijke.” In je vorige interview met Helden sprak je dankbaarheid uit naar je ouders die je nooit met een taxibusje naar school hebben laten gaan en je gelijk hebben behandeld in een gezin met drie andere kinderen, ondanks je fysieke bijzonderheid. “Klopt. Dat mijn ouders me altijd zo hebben behandeld, heeft me enorm gevormd en geholpen.” Gelukkig was je moeder nog getuige van het goud en brons in Rio. Eind 2017 is ze overleden. Ik was diep ontroerd om te lezen dat je haar als eerste belde na elke finish. Wie bel je nu na een wedstrijd? “Op het laatst kon ik mijn moeder gelukkig nog foto’s van trainingskampen sturen. Mijn vader is niet zo handig met een smartphone, kan er zo ongeveer alleen mee bellen. Tegenwoordig bel ik altijd als eerste mijn vriendin na een wedstrijd.” NEKWERVEL Je stond onlangs op de cover van tijdschrift Men’s Health. Iedereen kon zien dat je fysiek prima in vorm bent. Hoe onderhoud jij je lichaam? “De basis is het belangrijkst. Dat is deels al spelenderwijs vanaf heel jonge leeftijd gebeurt. Door veel te sporten heb ik mijn bovenlichaam sterker gemaakt. Dat deed ik ook mede om wat ik niet kon met mijn benen op te kunnen vangen. Toen ik topsporter werd, werd voeding natuurlijk ook steeds belangrijker. Ik moet voldoende energie hebben om de trainingen af te kunnen werken en daarna moet ik ook de voedingsstoffen ook weer zo goed mogelijk aanvullen voor het herstel. Ik ben blij met Campina als sponsor, de kwark met muesli is echt een belangrijke factor om voldoende energie te hebben voor een training en voor mijn herstel. Campina, die ook de hele paralympische ploeg steunt, focust zich op fysieke en mentale fitheid, dat is in deze tijd belangrijker dan ooit.” Toen je twee jaar geleden voor de tweede keer paralympisch sporter van het jaar werd, luidde het juryrapport: ‘Een sporter die z’n grenzen voortdurend opzoekt.’ Dat is wel gebleken. Motorcrossen gooide nog bijna roet in het eten... “Ik brak mijn nekwervel op mijn 29ste verjaardag, maar gelukkig hadden mijn nekspieren de klap opgevangen waardoor de schade beperkt bleef.” In 2017 legde je de beroemde Ironman op Hawaï als snelste af van alle paralympische atleten. Sterker, je kwam van alle 2200 deelnemers als 26ste over de finish. Wat staat er eigenlijk allemaal nog op jouw bucketlist? “Op korte termijn drie medailles winnen in vier dagen tijd in Tokio. Op lange termijn een eigen huis bouwen. Met Berit een eigen plek vanaf nul opbouwen lijkt me geweldig.” Berit Gunderson is de liefde van je leven? “Absoluut. Waar ik vroeger graag acht weken op trainingskamp ging, heb ik tegenwoordig na vier weken zin om naar huis te gaan en haar weer te zien.” Jullie hebben een break gehad. Ik kan erover meepraten hoe lastig het kan zijn om nieuwe spelregels te formuleren voor een doorstart van je relatie. Hoe is het jullie gelukt? “Als je uit elkaar gaat, ga je al snel dingen missen die ertoe doen. Als je dat voelt, is er ruimte om te werken aan dingen die misgingen. Berit was zoekende en ik was übergefocust op de sport. We wisten allebei dat er echt wat moest veranderen. Maar de echte uitdaging zat ’m voor mij in het naar mijn omgeving communiceren dat we weer een committent met elkaar waren aangegaan.” PUZZELSTUK Wat zijn, naast een mooi huis bouwen met Berit, de sportieve ambities nog? “Sowieso de Paralympische Spelen in Parijs over drie jaar. Ik weet voor 99 procent zeker dat ik daarna stop. Verder zit de Ironman op Hawaï toch ook nog in mijn hoofd. Ik zie het als een uitdaging om me daarin te meten met valide topatleten. De Ironman is niet te combineren met de afstanden bij het handbiken en op de triatlon in Tokio.” Wie zijn ‘wij’? “Mijn begeleidende team en ik. En dan vooral mijn hoofdtrainer Guido Vroemen die mijn trainingsschema’s maakt, mijn voeding in de gaten houdt en weet hoe ik belast kan worden. Op Guido vertrouw ik blind. Hij zou ook meegaan naar Tokio, maar door alle extra regels mag hij niet in het olympische dorp komen omdat hij geen officieel staflid is van NOC*NSF. Om telkens te organiseren hoe we elkaar buiten het olympisch dorp konden treffen, zou ons alleen maar hoofdpijn opleveren.” Wanneer kwam het besef dat je een team nodig hebt? “Toen ik vijftien of zestien was, begon het begrip in te dalen dat ik dit niet alleen kon doen. Ik wilde naar dat next level. Ik kon wel individueel trainen, maar als ik naar next level wilde, moest er ook begeleiding van next level bijkomen. Guido en ik gingen in 2014 samenwerken, maar dat verliep niet meteen soepel. Vooral de communicatie liep te wensen over. We trainden op afstand. In mijn handbike zit een vermogensmeter ingebouwd, maar het gevoel hoe ik herstelde van een training konden we daar niet aan aflezen. Ik vond het in het begin moeilijk eerlijk te zijn over hoe snel ik hersteld was.” Je wilde meer en harder trainen? “Klopt. Maar als ik meer deed, presteerde ik minder. Guido had alle kennis en ik had het talent, maar we moesten echt op elkaars golflengte komen. Ik vond het moeilijk om te zeggen dat ik moe was en nog niet hersteld was. Dat voelde voor mij als falen. De grote les was dat gas terugnemen niet hoefde te betekenen dat mijn prestatie achteruitging. Dat inzicht was een belangrijk puzzelstuk om naar dat next level te kunnen.” Wie hielp je met dit inzicht? “Ik heb op een dag met zwemtrainer Marcel Wouda gesproken. Hij keek met een neutrale blik naar mij en onze aanpak. Marcel stelde me een aantal vragen en toen bleek dat ik bij het aantal trainingsuren per week standaard twee uur extra deed. Marcel deed me inzien dat dat niet goed was, dat trainingsprogramma’s er niet voor niets zijn. Nu zie ik in dat als ik aan het einde van de week ook kwaliteit wil leveren in de trainingen, het niet in die paar extra uren training zit.” Je vertelde net dat je na de Paralympische Spelen in Parijs zo goed als zeker stopt. Waar verlang je naar als je sportcarrière erop zit? “Een wijdere blik. Ik wil de wereld ontdekken. Ik ben tegen die tijd 33. O, en lekker eten, daar verheug ik me ook op. Het is niet eens dat patatje of die zak chips die ik mis. Maar het kan fijn zijn om zonder weegschaal te genieten.” DEEPHOUSE Terug naar het nu, naar de Paralympische Spelen in Tokio. Hoe ziet de laatste voorbereiding er bij jou uit, dus vlak voor de start van een wedstrijd? “Ik zoek altijd de stilte in mezelf op. Als ik in een busje naar de wedstrijd zit, luister ik rustige muziek. Daarna gebruik ik een andere playlist als warming-up. Deephouse pept me op.” Hoe verloopt de dialoog met jezelf in de laatste minuten voor de wedstrijd? “Ik zeg tegen mezelf dat mijn concurrentie tien procent sterker is geworden sinds de vorige wedstrijd. Zo zet ik mezelf op scherp. Bewustwording van: dit is alles wat ik heb, hier moet ik het mee doen. Ik zeg tegen mezelf: dit is het moment.” Waarmee ga je jezelf belonen als je straks de medailles binnen hebt? Lachend: “Een ritje op de crossmotor!” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Overig

Paralympische helden

In Tokio worden voor de zestiende keer de Paralympische Spelen gehouden. Dit zijn enkele van ‘onze’ helden die we in de gaten moeten houden tussen 24 augustus en 5 september. Fleur Jong (25) ATLETIEK Deze zomer begon sprankelend voor Fleur Jong, de vrouw in vorm. Zowel op de 100 meter sprint (12,64 seconden) als bij het verspringen (6,09 meter) verbrak de atlete op dubbele blades het wereldrecord. “Ik heb genoten van het moment en van de complimenten die ik kreeg, maar daarna was het weer back to business, want we zijn nog niet klaar met dit seizoen...” Tristan Bangma (23) WIELRENNEN Tristan Bangma heeft iets zeldzaams. Op zijn achtste werd opticus atrofie geconstateerd: zijn oogzenuwen zijn aangetast, waardoor de waargenomen beelden door het oog niet snel en goed genoeg worden doorgegeven naar zijn hersenen. “Destijds had ik nog een gezichtsvermogen van 25 procent, inmiddels is dat gereduceerd tot één procent. Ik heb nog nooit van iemand gehoord dat hij of zij dezelfde afwijking heeft.” Bo Kramer (23) ROLSTOELBASKETBAL “Als kind zat ik tijdens Studio Sport op zondagavond naast mijn vader. Als AZ en Ajax tegen elkaar speelden, was papa voor AZ en ik voor Ajax. Op het schoolplein voetbalde ik met de jongens en droomde ik ervan ooit bij Ajax te spelen.” Op elfjarige leeftijd werd, per toeval, botkanker geconstateerd. Bo’s rechterscheenbeen werd tijdens een operatie compleet vervangen door haar linkerkuitbeen, waardoor ze niet in staat is om een valide sport uit te oefenen. “Het was ziekenhuis in en uit, waardoor ik niet alleen een groot deel van het schooljaar miste, maar ook de puberteit heb overgeslagen. In het ziekenhuis hield men er nauwelijks rekening mee dat ik nog jong was. De diagnoses werden gedeeld waar ik bij was. Ik werd sneller volwassen dan anderen. Corné de Koning (31) ROEIEN “De magie van het roeien is voor mij: de krachtige, gestroomlijnde beweging op en tegen het water. Én je zit midden in de natuur. Het is een saaie sport om naar te kijken, maar om te doen uitdagend: het stelt je in staat om jezelf helemaal leeg te trekken en fysiek te testen, dat vind ik tof,” zegt Corné de Koning. Corné werd geboren met een beenafwijking. “Ik moest veel ingrepen ondergaan, zat soms zes maanden per jaar in het gips als een operatie niet goed was gelukt. Daarom was er weinig tijd om te sporten. Tijdens gymlessen werd ik altijd als laatste gekozen. ‘Jullie mogen Corné wel hebben,’ klonk het geregeld bij het partijtjes maken voor voetbal. Kinderen kunnen soms hard zijn.” Diede de Groot (24) ROLSTOELTENNIS Op de Spelen van Rio kondigde de toen negentienjarige Diede de Groot zich al aan als voornaamste kanshebster om de troon te gaan bestijgen, om ’s werelds beste rolstoeltennisster te worden. Als new kid on the block bracht zij landgenote Jiske Griffioen in de halve finale aan het wankelen. Ze leidde met 6-4 en 4-2, maar verloor uiteindelijk de tiebreak van de derde set. “Op dat moment was ik vooral verdrietig. Achteraf besefte ik pas goed wat er met me was gebeurd. Ik had op dat moment nog niet eens een grandslamtoernooi gespeeld en toch was ik al erg dicht bij de finale op de Paralympische Spelen. Het is een springplank geweest.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
In Tokio worden voor de zestiende keer de Paralympische Spelen gehouden. Dit zijn enkele van ‘onze’ helden die we in de gaten moeten houden tussen 24 augustus en 5 september. Fleur Jong (25) ATLETIEK Deze zomer begon sprankelend voor Fleur Jong, de vrouw in vorm. Zowel op de 100 meter sprint (12,64 seconden) als bij het verspringen (6,09 meter) verbrak de atlete op dubbele blades het wereldrecord. “Ik heb genoten van het moment en van de complimenten die ik kreeg, maar daarna was het weer back to business, want we zijn nog niet klaar met dit seizoen...” Tristan Bangma (23) WIELRENNEN Tristan Bangma heeft iets zeldzaams. Op zijn achtste werd opticus atrofie geconstateerd: zijn oogzenuwen zijn aangetast, waardoor de waargenomen beelden door het oog niet snel en goed genoeg worden doorgegeven naar zijn hersenen. “Destijds had ik nog een gezichtsvermogen van 25 procent, inmiddels is dat gereduceerd tot één procent. Ik heb nog nooit van iemand gehoord dat hij of zij dezelfde afwijking heeft.” Bo Kramer (23) ROLSTOELBASKETBAL “Als kind zat ik tijdens Studio Sport op zondagavond naast mijn vader. Als AZ en Ajax tegen elkaar speelden, was papa voor AZ en ik voor Ajax. Op het schoolplein voetbalde ik met de jongens en droomde ik ervan ooit bij Ajax te spelen.” Op elfjarige leeftijd werd, per toeval, botkanker geconstateerd. Bo’s rechterscheenbeen werd tijdens een operatie compleet vervangen door haar linkerkuitbeen, waardoor ze niet in staat is om een valide sport uit te oefenen. “Het was ziekenhuis in en uit, waardoor ik niet alleen een groot deel van het schooljaar miste, maar ook de puberteit heb overgeslagen. In het ziekenhuis hield men er nauwelijks rekening mee dat ik nog jong was. De diagnoses werden gedeeld waar ik bij was. Ik werd sneller volwassen dan anderen. Corné de Koning (31) ROEIEN “De magie van het roeien is voor mij: de krachtige, gestroomlijnde beweging op en tegen het water. Én je zit midden in de natuur. Het is een saaie sport om naar te kijken, maar om te doen uitdagend: het stelt je in staat om jezelf helemaal leeg te trekken en fysiek te testen, dat vind ik tof,” zegt Corné de Koning. Corné werd geboren met een beenafwijking. “Ik moest veel ingrepen ondergaan, zat soms zes maanden per jaar in het gips als een operatie niet goed was gelukt. Daarom was er weinig tijd om te sporten. Tijdens gymlessen werd ik altijd als laatste gekozen. ‘Jullie mogen Corné wel hebben,’ klonk het geregeld bij het partijtjes maken voor voetbal. Kinderen kunnen soms hard zijn.” Diede de Groot (24) ROLSTOELTENNIS Op de Spelen van Rio kondigde de toen negentienjarige Diede de Groot zich al aan als voornaamste kanshebster om de troon te gaan bestijgen, om ’s werelds beste rolstoeltennisster te worden. Als new kid on the block bracht zij landgenote Jiske Griffioen in de halve finale aan het wankelen. Ze leidde met 6-4 en 4-2, maar verloor uiteindelijk de tiebreak van de derde set. “Op dat moment was ik vooral verdrietig. Achteraf besefte ik pas goed wat er met me was gebeurd. Ik had op dat moment nog niet eens een grandslamtoernooi gespeeld en toch was ik al erg dicht bij de finale op de Paralympische Spelen. Het is een springplank geweest.” Helden Magazine Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Motorcross

Zonta van den Goorbergh: Project Zonta

Zonta van den Goorbergh (14) wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorbergh, treden. Zoals Max Verstappen aan de hand werd genomen door zijn vader Jos, doet Jurgen dat nu met Zonta. Helden ging langs bij de familie waar alles in het teken staat van motorsport. Racen, racen en nog eens racen. Daar draait het om bij de familie Van den Goorbergh. Het gezin woont in Breda in een huis met een aangrenzende loods vol motoren, racepakken, helmen, een kantoor vol prijzen, een werkplaats om te sleutelen en er staat een camper om mee af te reizen naar de circuits. Zonta van den Goorbergh naar de wereldtop van het wegracen krijgen is een familiemissie. En met de deelname aan de European Talent Cup én de Red Bull MotoGP Rookies Cup begint die missie serieuze vormen aan te nemen. Het is immers dé opstap naar de MotoGP, de Formule 1 van de motorsport. De motorsport zit bij de veertienjarige Zonta in het dna. Vader Jurgen, vijftig inmiddels, was jarenlang het gezicht van de motorsport in Nederland. Hij schopte het tot de MotoGP, had als beste resultaat een vierde plek in een grand prix en stoomt nu zijn zoon klaar voor een carrière zoals hij die heeft gehad. Jurgen is de chef monteur van Zonta, zoekt sponsors voor het raceavontuur van zijn zoon en rijdt met de camper naar alle circuits toe. Maar er zijn er meer die intensief betrokken zijn bij Project Zonta. Oom Patrick van den Goorbergh, die ook uitkwam in de MotoGP en als beste resultaat een zesde plek in een GP had, is de rider coach en data analist van zijn neefje en verzorgt de banden. Neef Tiger, de achttienjarige zoon van Patrick, gaat sinds 2019 mee als monteur van Zonta naar de European Talent Cup. Zus Quincy, twee jaar ouder dan Zonta, monteert video’s van de races van haar broertje en helpt hem met zijn huiswerk. Moeder Misha is de officemanager, zij regelt alles achter de schermen. Wat vind jij ervan dat de hele familie in dienst is van jouw racecarrière? Zonta: “Natuurlijk is het fijn om het met m'n familie te doen. Ze staan dichtbij me en weten meteen wat er aan de hand is als er iets is.” Jurgen: “Door de ervaring die Patrick en ik hebben, kunnen we Zonta dingen heel goed bijbrengen. Als we over twee of drie jaar de stap maken naar het Junior WK of de Moto3, dan kunnen we kijken of we terechtkunnen bij een team. Het is ook weleens lastig dat we familie zijn, want er zijn momenten dat we ook streng moeten zijn. Het is altijd zoeken naar een middenweg, maar ik denk dat het voor Zonta toch een voordeel is dat wij hem met de hele familie helpen. Hij heeft jongetjes om zich heen die in een groot team zitten, bij hen ziet het er allemaal heel mooi uit, maar presteren doen ze niet. Bij die teams is het gewoon: hier heb je een zak met centen. Uiteindelijk doen wij het beter met minder budget.” Misha: “Ik denk dat Zonta zich er niet van bewust is dat iedereen in de familie met hem bezig is. Hij heeft niet in de gaten dat ik mijn vrije avond aan de bedrijfsadministratie besteed of dat Quincy na zijn wedstrijd een filmpje maakt, terwijl zij ook nog haar huiswerk wil doen.” Patrick: “Zonta moet zich gewoon focussen op het rijden.” Jurgen: “Om hem echt op het allerhoogste niveau te krijgen, weet ik gewoon wat er nodig is voor Zonta.” Sprookje De link met Max Verstappen is snel gelegd. Jurgen: “Jos en Max hebben hetzelfde meegemaakt. Jos heeft een carrière gehad in de Formule 1 en besloot met zijn zoon hetzelfde pad te bewandelen. Hij kon met al zijn kennis Max waarschuwen voor de valkuilen. Dat is bij ons hetzelfde.” Hebben jullie profijt van het succes van Max Verstappen? Jurgen: ''Het is zeker niet nadelig. Dankzij Max is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport. Zonta heeft drie mooie sponsors achter zich staan die er ook echt in geloven. Daarnaast zijn er nog mensen die hem ondersteunen met materialen.” Misha: “Het voordeel van het Verstappen-verhaal is dat mensen hebben gezien dat deze aanpak succesvol kan zijn. Max begon ook op jonge leeftijd en kwam mede dankzij de kennis van zijn vader waar hij nu is. Mensen hebben dat sprookje zien gebeuren. Ze zien in dat het een voordeel is dat Zonta ook op jonge leeftijd is begonnen en dat hij ook gebruik kan maken van alle kennis die onder dit dak zit.” Jurgen: “We willen gewoon laten zien dat een Nederlander ook de top kan bereiken, hoewel we een klein motorsportland zijn. Max is op dit moment de beste Formule 1-coureur die er is, als hij de allerbeste auto heeft, wordt hij wereldkampioen. Waarom zou een Nederlander dat ook niet in de MotoGP kunnen? Wij denken dat het kan, anders waren we hier ook niet aan begonnen.” 'Dankzij Max Verstappen is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport' Dacht je toen je wist dat jullie in verwachting waren van een zoon: mooi, daar gaan we een topcoureur van maken? Jurgen: “Nee, ik dacht niet meteen al aan een motorcoureur, hoor. Echt niet!” Zonta, hoe oud was je toen je voor het eerst op een motor zat? “Ik was drie toen ik op een klein elektrisch trailmotortje reed. Ik kon nog amper praten, maar vond het meteen leuk.” Misha: “De loods stond hier vol met motoren: Dakar-motors, crossmotors, een enduramotor, noem maar op. Zoals bij een voetbalgezin overal ballen liggen en bij een wielrennersgezin overal fietsen staan en er automatisch gefietst wordt, zo werd er bij ons motor gereden. Toen kwamen ook net die elektrische motortjes. Hij kreeg er een voor zijn derde verjaardag.” Jurgen: “Nou kreeg... hij moest er wel wat voor doen.” Misha: “Zonta moest eerst kunnen fietsen, want je kunt niet motorrijden als je niet kunt fietsen. Dat ging vrij snel, hij was tweeënhalf toen hij kon fietsen. Maar hij moest ook zijn speen inleveren. Je mocht geen tut als je wilde motorrijden. Overdag had hij zijn motorfiets, maar als hij ’s avonds naar bed ging, zei Zonta: ‘Zal ik mijn motorfiets teruggeven, want ik wil eigenlijk mijn speen wel weer.’ Dan antwoordde ik: dat kan niet schatje, je kunt niet motorrijden en een speen hebben. Het heeft een aantal weken geduurd, maar uiteindelijk viel zijn keuze toch op de motor. We hebben natuurlijk mazzel met de loods hier. Tiger kwam in de weekenden ook vaak langs. Toen ze wat groter werden, hadden we hele stellages buiten en gingen ze binnendoor en buitenom springen met de motor.” Quincy: “Er waren hele constructies in de tuin gebouwd. Van springschansen tot banken die platlagen, waar een plank overheen lag.” Misha: “Levensgevaarlijk, maar die passie is dus al snel begonnen.” Zonta: “Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu niet meer durven.” Wanneer ontdekten jullie dat Zonta echt talent had? Zonta: “Toen ik in de NSF100 Cup reed bij Molenaar. Ik was elf, het was het eerste jaar dat ik echt races reed. Ik startte een wedstrijd vanaf de vijftiende plek en won. Terwijl ik racete tegen jongens die al een aantal jaren in die klasse reden.” Jurgen: “Daaraan kon je het al zien, ja. In het begin waren er veel valpartijen en moest de rijstijl nog worden aangepast. Zonta kwam vanuit de motorcross, daarin duw je veel met de motorfiets. Na driekwart jaar vielen alle puzzelstukjes op hun plek en had hij ineens het ronderecord te pakken op de Junior Track. En dat tussen jongens die al zeven of acht jaar lang op racebanen reden.” Patrick: “Het was eigenlijk een beetje zoals het bij ons is gegaan, Jurgen. Ook Zonta stapte koud op een motor...” Ja, waren jullie ook zo jong? Patrick: “Ik was achttien.” Jurgen: “Ik ben vanaf mijn zestiende gaan racen, maar je moest eigenlijk achttien zijn en je rijbewijs hebben. Dus ik heb veel illegaal gereden.” Hoe oud waren jullie toen je op het niveau was waar Zonta nu op zijn veertiende is? Patrick: “Ik denk dat wij 21 of 22 waren.” Jurgen: “Toen reden wij net allebei GP, samen met Max Biaggi. In 1997 ging ik 500cc rijden, dat was toen de hoogste raceklasse, wat nu MotoGP is. Ik was destijds 27. De jongens van nu liggen zo’n acht jaar op ons voor.” Kijken jullie weleens met Zonta naar oude beelden uit jullie tijd? Jurgen: “Die zijn er nauwelijks.” Patrick: “Er zijn ook totaal geen raakvlakken meer.” Jurgen: “De rijstijl is nu zo anders. Als je ziet hoe het racen geëvolueerd is, dat is bizar. Ze raken bijna met de ellebogen de grond. Dat zag je in onze tijd niet.” Misha: “Ik was een tijdje terug oude foto’s aan het scannen, dus ik liet een foto aan Zonta zien en zei: kijk, dat is papa. Wat was het eerste dat jij zei?” Zonta, lachend: “Ik riep: als ik dat zo doe, dan krijg ik een knal voor m’n kop!” Jeffrey Herlings Zonta debuteerde in 2019 in de European Talent Cup en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Met zijn dertien jaar was hij de jongste van het veld. Zonta: “Het was een heel leerzaam jaar. Ik heb er veel nieuwe vrienden bij en ik ken nu iedereen op de paddock. Dat maakt het veel leuker.” Jurgen: “Aan het begin van het seizoen was het doel om een aantal keer in de top vijftien te komen in de Rookies Cup. Zonta werd uiteindelijk dertiende, reed elke race in de punten en heeft zelfs al in de kopgroep meegereden tussen jongens van zestien jaar. We lopen nu eigenlijk op de planning vooruit. Hij is pas veertien.” Wat is dan precies de planning? Jurgen: “We gaan nu nog een jaar hetzelfde doen, dus European Talent Cup en Red Bull Rookies Cup. Vanaf 2021 is het dan de bedoeling om op een echte WK Junior motorfiets te rijden.” Wie is jouw grote voorbeeld, Zonta? “Marc Márquez (achtvoudig wereldkampioen en huidig MotoGP-kampioen, red.), vanwege zijn rijstijl en vrolijkheid. Ook als er iets negatiefs gebeurt, blijft hij vrolijk. Ik heb hem in 2017 voor het eerst ontmoet toen ik in het Marc Márquez Junior Motor Camp zat. Nu zie ik hem, en ook andere MotoGP-coureurs, weleens op de paddock als ik daar ben voor de Red Bull Rookies Cup. Márquez is heel aardig en niet te vol van zichzelf. En hij is heel snel en gefocust.” Maar je rijdt met nummer 84, dat is te danken aan een andere coureur. Zonta: “Ja, dat is het nummer van Jeffrey Herlings. Dat is nog uit mijn motorcrosstijd, waar ik mee begon toen ik acht jaar was. Jeffrey was toen nog mijn grote voorbeeld.” Misha: “Als je hem vroeger vroeg wat hij wilde worden zei hij: ‘Wereldkampioen motorcross.’ Wegrace bestond niet in zijn ogen.” Wanneer verkoos je het wegracen boven het motorcrossen? Zonta: “Nóóit!” Jurgen, lachend: “Zijn ouders hebben dat besluit voor hem genomen.” Zonta: “Ik kon gewoon niet kiezen en toen heeft papa het besluit genomen. Volgens mij hebben jullie niet eens overlegd.” Misha: “Jawel, wij hebben veel gesprekken met je gevoerd.” Jurgen: “Zonta hoorde als motorcrosser bij de top tien van Nederland van zijn leeftijdscategorie, stond zelfs aan de leiding in het kampioenschap toen we ermee stopten. Niemand geloofde ons toen we vertelden dat ze ons niet meer zouden zien. De keuze voor het wegracen heb ik genomen door mijn eigen achtergrond. Ik weet er veel van en heb geen verstand van crossen. Wel heb ik de Dakar Rally gereden, maar dat wil niet zeggen dat ik een goede motorcrosser ben. Ik weet niet eens hoe ik goed een springbult moet pakken. We kregen de kans om het wegracen te testen in de Molenaar NSF100 Cup en dat ging meteen goed. Toen zijn we ons daarop gaan focussen. De ervaring van het motorcrossen komt ook weer goed van pas bij het wegracen, er zat wel een plan achter het crossen. Dat was ook de reden dat Zonta aan BMX’en heeft gedaan. Daardoor is zijn start heel goed bij de race.” Zonta: “Ik heb de NSF één jaar gedaan en toen ze me vroegen of ik dat nog een jaar wilde, zei ik nee. Ik had er geen plezier meer in. Zat aan mijn limiet, had baanrecords gereden en wilde verder. Ik kon niet meer harder.” Yogalesje Zonta brengt op zijn veertiende al twintig weekenden per jaar door in het buitenland. Misha rekende in 2019 uit dat hun zoon in totaal meer dan honderd dagen niet thuis sliep. Jurgen: “Ook om te trainen zijn we veel in het buitenland. We hebben een mooie camper die tijdens het seizoen op een vaste plek in Valencia staat. Eigenlijk alles wat je kunt bedenken, zit erin: douche, toilet, keukentje, bedden, airconditioning, televisie en een mooie werkplaats. We hebben het dus best goed voor elkaar.” Hoe vind je het om zoveel op pad te zijn met je vader, Zonta? “Ik vind het niet heel erg. Als papa over de snelweg rijdt, zit ik meestal achterin, dan lig ik lekker in het bedje.” Jurgen: “Anders wordt hij ziek... Maar het is niet zo dat Zonta altijd met me meerijdt in de camper. De lange reizen gaat hij met Patrick en Tiger mee met het vliegtuig. Ik rijd dan met het materiaal. Zonta zit natuurlijk ook op school, dus hij moet zo snel mogelijk weer terug zijn.” Hoe is het racen te combineren met school? Zonta: “Het is druk, ik heb ook veel toetsen die ik nog moet inhalen. Mama en Quincy helpen mij ook met school. Maar het gaat heel goed.” Misha: “Hij werkt er heel hard voor. Er kan onderweg weleens wat geleerd worden, maar niet in een raceweekend. Dan ligt de focus op racen en moet je niet ook nog eens willen leren voor een proefwerk biologie.” Zonta: “Ik moet ook wel mijn best doen, want ik doe havo en als ik nu niet blijf zitten, dan ben ik op m’n zestiende van school af. Als ik op die leeftijd nog examen moet doen en ik rijd tegelijkertijd in het WK met twintig wedstrijden per jaar over de hele wereld, dan ga ik het niet halen. Ik mag dus niet blijven zitten, anders moet ik naar de mavo toe.” En hoe zit het met vriendjes en vriendinnetjes? Jurgen en Tiger: “Nou, dat laatste zit wel snor!” Zonta, lachend: “Stelletje eikels! Op school en in het racen heb ik vrienden.” Misha: “Je moet jezelf op school alleen af en toe opnieuw voorstellen. Soms komt hij na vier weken weer eens binnenvallen.” Wat doe je in je vrije tijd? Zonta, lachend: “Ik heb geen vrije tijd.” Jurgen: “Gamen...” Welk spel speel je dan? Zonta: “Vooral MotoGP 19... Maar als ik een weekend vrij ben, dan ga ik naar vrienden toe of zij komen hier.” Jurgen, lachend: “En het liefst gaan ze dan motorrijden!” Word je er nooit moe van dat alles om racen draait, Misha? “Jawel. Ik ben altijd bezig, altijd aan het vooruitplannen en het regelen. Dat geldt ook voor Jurgen. Maar de eerste dag dat ze weg zijn, zit ik meestal met Quincy op de bank. Na een yogalesje denk ik vaak even: hèhè, iedereen is opgezouten.” Wat vind jij er als moeder van dat jouw zoon zo’n risicovolle sport beoefent? Misha: “Ik heb weleens geroepen: dammen mag ook. Jurgen en ik zijn jarenlang bezig geweest met het racen. Maar nu gaat het wel om m’n kind. Dat is af en toe wel een dingetje, zeker als het niet goed gaat of als er wat gebeurt.” Zonta: “Mam gaf gewoon niets om jou pap, en ze strest om mij!” Misha: “Dat is niet waar, want als papa nu de Dakar Rally rijdt, heb ik slapeloze nachten en ligt de telefoon naast me. Maar Jurgen was volwassen en wilde gewoon heel thuiskomen, hij was geen crasher, dus om hem hoefde ik me niet druk te maken.” Hoe beleef je zijn races? Misha: “Uiterst geconcentreerd. Ik zie alles, veelal vanaf de bank. Ik heb de tijdwaarneming altijd aanstaan. De moeder van Patrick en Jurgen liep tijdens de start altijd rondjes met de hond en kwam halverwege de wedstrijd binnen. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik zou er wel vaker bij willen zijn om input te geven, af en toe een kus en een knuffel en om successen mee te vieren. Maar Quincy zat afgelopen tijd in de eindexamenklas havo. Ik kon haar niet elk weekend meenemen. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten. Hotelletje, autootje, je bent zo duizend euro kwijt. En dan heb ik zelf ook nog een baan.” Maar kijk je naar de race of kijk je naar Zonta? Misha: “Ik kijk naar Zonta. Ja, dat is precies zoals het is: ik kijk naar Zonta.” Jurgen: “Ik heb hetzelfde. Ik kijk naar hem als rijder, maar ook als mijn zoon. Dus ik wil ook dat hij alles zo veilig mogelijk doet en probeer alleen maar merken aan hem te verbinden die goed zijn. En we rijden op goede circuits. Ik bedoel, we gaan niet op stratencircuits rijden.” Misha: “Jurgen heeft wel één ding geleerd: bel me niet op een racedag. Als je me dan ’s middags belt, dan redeneer ik meteen dat er iets aan de hand moet zijn. Waarom zou je me anders bellen? Dan denk ik: foute boel, sleutelbeentje op z’n minst. Ik heb dat ook ooit gehad met de manager van Jurgen, die me belde om iets onbenulligs. Ik voel mijn hart nog in mijn keel zitten. Als er gereden wordt, moet je niet bellen. Het is gewoon zo spannend.” Heb je al zware blessures opgelopen? Zonta: “Een gebroken voet, schouder bezeerd, mijn sleutelbeen is er een aantal keren uitgeschoten. Maar dat hoort allemaal een beetje bij het racen. Als ik crash, is altijd mijn eerste reactie dat ik zo snel mogelijk weer op die motor moet. Ik heb een keer gehad dat ik opstond en zo weer neerviel. Toen kwamen er officials naar me toe met een brancard. Ik dacht: als ik daar op kom te liggen, is het foute boel. Ik kreeg echter de motor niet aan de praat, waardoor ik toch naar het medical center moest voor een check: lichte hersenschudding. Maar ook als er iets gebroken is, wil ik gewoon doorrijden.” Juiste instelling Over zijn doelstellingen voor de komende tijd is Zonta heel duidelijk: kampioen worden in zowel de European Talent Cup als de Red Bull Rookies Cup. Jurgen nuanceert: “Kampioen worden hoeft helemaal niet. Dat moet je straks doen als je Moto3 rijdt.” Patrick: “Nu moet je vooral laten zien dat je snelheid en talent hebt. Verder jezelf blijven ontwikkelen. Je moet er snel staan en laten zien dat je het gevecht durft aan te gaan.” Jurgen: “Als je zestien of zeventien bent, moet je zorgen dat je het WK Moto3 rijdt. Dus eerst bewijzen dat je goed genoeg bent. Zo is dat ook bij Max Verstappen gegaan. En dan moet je als Nederlander geluk hebben dat je een kans krijgt bij een goed team.” Wat is jouw droom, Zonta? Zonta: “Kampioen worden in de MotoGP.” Is dat haalbaar? Jurgen: “Ja. Het hoeven echt niet alleen maar Spanjaarden of Italianen te zijn die kampioen worden. Hoe hoog het motorcrossniveau hier in Nederland is, zo hoog is het wegraceniveau daar. We zijn de helft van het jaar ook in Spanje. Daar gebeurt het. Met de juiste instelling, het doorzettingsvermogen en het stappenplan is het zeker mogelijk.” Misha: “En geluk. Er komt veel meer bij kijken dan alleen een stappenplan. Laten we eerlijk zijn.” Waarin onderscheidt Zonta zich ten opzichte van de rest? Patrick: “Het belangrijkste is talent. Met alleen hard werken word je geen kampioen.” Helden Magazine 53 Het verhaal van Zonta van den Goorbergh komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving. Ze werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Zonta van den Goorbergh (14) wil in de voetsporen van zijn vader, oud-MotoGP-coureur Jurgen van den Goorbergh, treden. Zoals Max Verstappen aan de hand werd genomen door zijn vader Jos, doet Jurgen dat nu met Zonta. Helden ging langs bij de familie waar alles in het teken staat van motorsport. Racen, racen en nog eens racen. Daar draait het om bij de familie Van den Goorbergh. Het gezin woont in Breda in een huis met een aangrenzende loods vol motoren, racepakken, helmen, een kantoor vol prijzen, een werkplaats om te sleutelen en er staat een camper om mee af te reizen naar de circuits. Zonta van den Goorbergh naar de wereldtop van het wegracen krijgen is een familiemissie. En met de deelname aan de European Talent Cup én de Red Bull MotoGP Rookies Cup begint die missie serieuze vormen aan te nemen. Het is immers dé opstap naar de MotoGP, de Formule 1 van de motorsport. De motorsport zit bij de veertienjarige Zonta in het dna. Vader Jurgen, vijftig inmiddels, was jarenlang het gezicht van de motorsport in Nederland. Hij schopte het tot de MotoGP, had als beste resultaat een vierde plek in een grand prix en stoomt nu zijn zoon klaar voor een carrière zoals hij die heeft gehad. Jurgen is de chef monteur van Zonta, zoekt sponsors voor het raceavontuur van zijn zoon en rijdt met de camper naar alle circuits toe. Maar er zijn er meer die intensief betrokken zijn bij Project Zonta. Oom Patrick van den Goorbergh, die ook uitkwam in de MotoGP en als beste resultaat een zesde plek in een GP had, is de rider coach en data analist van zijn neefje en verzorgt de banden. Neef Tiger, de achttienjarige zoon van Patrick, gaat sinds 2019 mee als monteur van Zonta naar de European Talent Cup. Zus Quincy, twee jaar ouder dan Zonta, monteert video’s van de races van haar broertje en helpt hem met zijn huiswerk. Moeder Misha is de officemanager, zij regelt alles achter de schermen. Wat vind jij ervan dat de hele familie in dienst is van jouw racecarrière? Zonta: “Natuurlijk is het fijn om het met m'n familie te doen. Ze staan dichtbij me en weten meteen wat er aan de hand is als er iets is.” Jurgen: “Door de ervaring die Patrick en ik hebben, kunnen we Zonta dingen heel goed bijbrengen. Als we over twee of drie jaar de stap maken naar het Junior WK of de Moto3, dan kunnen we kijken of we terechtkunnen bij een team. Het is ook weleens lastig dat we familie zijn, want er zijn momenten dat we ook streng moeten zijn. Het is altijd zoeken naar een middenweg, maar ik denk dat het voor Zonta toch een voordeel is dat wij hem met de hele familie helpen. Hij heeft jongetjes om zich heen die in een groot team zitten, bij hen ziet het er allemaal heel mooi uit, maar presteren doen ze niet. Bij die teams is het gewoon: hier heb je een zak met centen. Uiteindelijk doen wij het beter met minder budget.” Misha: “Ik denk dat Zonta zich er niet van bewust is dat iedereen in de familie met hem bezig is. Hij heeft niet in de gaten dat ik mijn vrije avond aan de bedrijfsadministratie besteed of dat Quincy na zijn wedstrijd een filmpje maakt, terwijl zij ook nog haar huiswerk wil doen.” Patrick: “Zonta moet zich gewoon focussen op het rijden.” Jurgen: “Om hem echt op het allerhoogste niveau te krijgen, weet ik gewoon wat er nodig is voor Zonta.” Sprookje De link met Max Verstappen is snel gelegd. Jurgen: “Jos en Max hebben hetzelfde meegemaakt. Jos heeft een carrière gehad in de Formule 1 en besloot met zijn zoon hetzelfde pad te bewandelen. Hij kon met al zijn kennis Max waarschuwen voor de valkuilen. Dat is bij ons hetzelfde.” Hebben jullie profijt van het succes van Max Verstappen? Jurgen: ''Het is zeker niet nadelig. Dankzij Max is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport. Zonta heeft drie mooie sponsors achter zich staan die er ook echt in geloven. Daarnaast zijn er nog mensen die hem ondersteunen met materialen.” Misha: “Het voordeel van het Verstappen-verhaal is dat mensen hebben gezien dat deze aanpak succesvol kan zijn. Max begon ook op jonge leeftijd en kwam mede dankzij de kennis van zijn vader waar hij nu is. Mensen hebben dat sprookje zien gebeuren. Ze zien in dat het een voordeel is dat Zonta ook op jonge leeftijd is begonnen en dat hij ook gebruik kan maken van alle kennis die onder dit dak zit.” Jurgen: “We willen gewoon laten zien dat een Nederlander ook de top kan bereiken, hoewel we een klein motorsportland zijn. Max is op dit moment de beste Formule 1-coureur die er is, als hij de allerbeste auto heeft, wordt hij wereldkampioen. Waarom zou een Nederlander dat ook niet in de MotoGP kunnen? Wij denken dat het kan, anders waren we hier ook niet aan begonnen.” 'Dankzij Max Verstappen is het makkelijker om mensen over te halen. We zijn op dezelfde manier bezig, maar dan in de motorsport' Dacht je toen je wist dat jullie in verwachting waren van een zoon: mooi, daar gaan we een topcoureur van maken? Jurgen: “Nee, ik dacht niet meteen al aan een motorcoureur, hoor. Echt niet!” Zonta, hoe oud was je toen je voor het eerst op een motor zat? “Ik was drie toen ik op een klein elektrisch trailmotortje reed. Ik kon nog amper praten, maar vond het meteen leuk.” Misha: “De loods stond hier vol met motoren: Dakar-motors, crossmotors, een enduramotor, noem maar op. Zoals bij een voetbalgezin overal ballen liggen en bij een wielrennersgezin overal fietsen staan en er automatisch gefietst wordt, zo werd er bij ons motor gereden. Toen kwamen ook net die elektrische motortjes. Hij kreeg er een voor zijn derde verjaardag.” Jurgen: “Nou kreeg... hij moest er wel wat voor doen.” Misha: “Zonta moest eerst kunnen fietsen, want je kunt niet motorrijden als je niet kunt fietsen. Dat ging vrij snel, hij was tweeënhalf toen hij kon fietsen. Maar hij moest ook zijn speen inleveren. Je mocht geen tut als je wilde motorrijden. Overdag had hij zijn motorfiets, maar als hij ’s avonds naar bed ging, zei Zonta: ‘Zal ik mijn motorfiets teruggeven, want ik wil eigenlijk mijn speen wel weer.’ Dan antwoordde ik: dat kan niet schatje, je kunt niet motorrijden en een speen hebben. Het heeft een aantal weken geduurd, maar uiteindelijk viel zijn keuze toch op de motor. We hebben natuurlijk mazzel met de loods hier. Tiger kwam in de weekenden ook vaak langs. Toen ze wat groter werden, hadden we hele stellages buiten en gingen ze binnendoor en buitenom springen met de motor.” Quincy: “Er waren hele constructies in de tuin gebouwd. Van springschansen tot banken die platlagen, waar een plank overheen lag.” Misha: “Levensgevaarlijk, maar die passie is dus al snel begonnen.” Zonta: “Als ik eraan terugdenk, zou ik het nu niet meer durven.” Wanneer ontdekten jullie dat Zonta echt talent had? Zonta: “Toen ik in de NSF100 Cup reed bij Molenaar. Ik was elf, het was het eerste jaar dat ik echt races reed. Ik startte een wedstrijd vanaf de vijftiende plek en won. Terwijl ik racete tegen jongens die al een aantal jaren in die klasse reden.” Jurgen: “Daaraan kon je het al zien, ja. In het begin waren er veel valpartijen en moest de rijstijl nog worden aangepast. Zonta kwam vanuit de motorcross, daarin duw je veel met de motorfiets. Na driekwart jaar vielen alle puzzelstukjes op hun plek en had hij ineens het ronderecord te pakken op de Junior Track. En dat tussen jongens die al zeven of acht jaar lang op racebanen reden.” Patrick: “Het was eigenlijk een beetje zoals het bij ons is gegaan, Jurgen. Ook Zonta stapte koud op een motor...” Ja, waren jullie ook zo jong? Patrick: “Ik was achttien.” Jurgen: “Ik ben vanaf mijn zestiende gaan racen, maar je moest eigenlijk achttien zijn en je rijbewijs hebben. Dus ik heb veel illegaal gereden.” Hoe oud waren jullie toen je op het niveau was waar Zonta nu op zijn veertiende is? Patrick: “Ik denk dat wij 21 of 22 waren.” Jurgen: “Toen reden wij net allebei GP, samen met Max Biaggi. In 1997 ging ik 500cc rijden, dat was toen de hoogste raceklasse, wat nu MotoGP is. Ik was destijds 27. De jongens van nu liggen zo’n acht jaar op ons voor.” Kijken jullie weleens met Zonta naar oude beelden uit jullie tijd? Jurgen: “Die zijn er nauwelijks.” Patrick: “Er zijn ook totaal geen raakvlakken meer.” Jurgen: “De rijstijl is nu zo anders. Als je ziet hoe het racen geëvolueerd is, dat is bizar. Ze raken bijna met de ellebogen de grond. Dat zag je in onze tijd niet.” Misha: “Ik was een tijdje terug oude foto’s aan het scannen, dus ik liet een foto aan Zonta zien en zei: kijk, dat is papa. Wat was het eerste dat jij zei?” Zonta, lachend: “Ik riep: als ik dat zo doe, dan krijg ik een knal voor m’n kop!” Jeffrey Herlings Zonta debuteerde in 2019 in de European Talent Cup en de Red Bull MotoGP Rookies Cup. Met zijn dertien jaar was hij de jongste van het veld. Zonta: “Het was een heel leerzaam jaar. Ik heb er veel nieuwe vrienden bij en ik ken nu iedereen op de paddock. Dat maakt het veel leuker.” Jurgen: “Aan het begin van het seizoen was het doel om een aantal keer in de top vijftien te komen in de Rookies Cup. Zonta werd uiteindelijk dertiende, reed elke race in de punten en heeft zelfs al in de kopgroep meegereden tussen jongens van zestien jaar. We lopen nu eigenlijk op de planning vooruit. Hij is pas veertien.” Wat is dan precies de planning? Jurgen: “We gaan nu nog een jaar hetzelfde doen, dus European Talent Cup en Red Bull Rookies Cup. Vanaf 2021 is het dan de bedoeling om op een echte WK Junior motorfiets te rijden.” Wie is jouw grote voorbeeld, Zonta? “Marc Márquez (achtvoudig wereldkampioen en huidig MotoGP-kampioen, red.), vanwege zijn rijstijl en vrolijkheid. Ook als er iets negatiefs gebeurt, blijft hij vrolijk. Ik heb hem in 2017 voor het eerst ontmoet toen ik in het Marc Márquez Junior Motor Camp zat. Nu zie ik hem, en ook andere MotoGP-coureurs, weleens op de paddock als ik daar ben voor de Red Bull Rookies Cup. Márquez is heel aardig en niet te vol van zichzelf. En hij is heel snel en gefocust.” Maar je rijdt met nummer 84, dat is te danken aan een andere coureur. Zonta: “Ja, dat is het nummer van Jeffrey Herlings. Dat is nog uit mijn motorcrosstijd, waar ik mee begon toen ik acht jaar was. Jeffrey was toen nog mijn grote voorbeeld.” Misha: “Als je hem vroeger vroeg wat hij wilde worden zei hij: ‘Wereldkampioen motorcross.’ Wegrace bestond niet in zijn ogen.” Wanneer verkoos je het wegracen boven het motorcrossen? Zonta: “Nóóit!” Jurgen, lachend: “Zijn ouders hebben dat besluit voor hem genomen.” Zonta: “Ik kon gewoon niet kiezen en toen heeft papa het besluit genomen. Volgens mij hebben jullie niet eens overlegd.” Misha: “Jawel, wij hebben veel gesprekken met je gevoerd.” Jurgen: “Zonta hoorde als motorcrosser bij de top tien van Nederland van zijn leeftijdscategorie, stond zelfs aan de leiding in het kampioenschap toen we ermee stopten. Niemand geloofde ons toen we vertelden dat ze ons niet meer zouden zien. De keuze voor het wegracen heb ik genomen door mijn eigen achtergrond. Ik weet er veel van en heb geen verstand van crossen. Wel heb ik de Dakar Rally gereden, maar dat wil niet zeggen dat ik een goede motorcrosser ben. Ik weet niet eens hoe ik goed een springbult moet pakken. We kregen de kans om het wegracen te testen in de Molenaar NSF100 Cup en dat ging meteen goed. Toen zijn we ons daarop gaan focussen. De ervaring van het motorcrossen komt ook weer goed van pas bij het wegracen, er zat wel een plan achter het crossen. Dat was ook de reden dat Zonta aan BMX’en heeft gedaan. Daardoor is zijn start heel goed bij de race.” Zonta: “Ik heb de NSF één jaar gedaan en toen ze me vroegen of ik dat nog een jaar wilde, zei ik nee. Ik had er geen plezier meer in. Zat aan mijn limiet, had baanrecords gereden en wilde verder. Ik kon niet meer harder.” Yogalesje Zonta brengt op zijn veertiende al twintig weekenden per jaar door in het buitenland. Misha rekende in 2019 uit dat hun zoon in totaal meer dan honderd dagen niet thuis sliep. Jurgen: “Ook om te trainen zijn we veel in het buitenland. We hebben een mooie camper die tijdens het seizoen op een vaste plek in Valencia staat. Eigenlijk alles wat je kunt bedenken, zit erin: douche, toilet, keukentje, bedden, airconditioning, televisie en een mooie werkplaats. We hebben het dus best goed voor elkaar.” Hoe vind je het om zoveel op pad te zijn met je vader, Zonta? “Ik vind het niet heel erg. Als papa over de snelweg rijdt, zit ik meestal achterin, dan lig ik lekker in het bedje.” Jurgen: “Anders wordt hij ziek... Maar het is niet zo dat Zonta altijd met me meerijdt in de camper. De lange reizen gaat hij met Patrick en Tiger mee met het vliegtuig. Ik rijd dan met het materiaal. Zonta zit natuurlijk ook op school, dus hij moet zo snel mogelijk weer terug zijn.” Hoe is het racen te combineren met school? Zonta: “Het is druk, ik heb ook veel toetsen die ik nog moet inhalen. Mama en Quincy helpen mij ook met school. Maar het gaat heel goed.” Misha: “Hij werkt er heel hard voor. Er kan onderweg weleens wat geleerd worden, maar niet in een raceweekend. Dan ligt de focus op racen en moet je niet ook nog eens willen leren voor een proefwerk biologie.” Zonta: “Ik moet ook wel mijn best doen, want ik doe havo en als ik nu niet blijf zitten, dan ben ik op m’n zestiende van school af. Als ik op die leeftijd nog examen moet doen en ik rijd tegelijkertijd in het WK met twintig wedstrijden per jaar over de hele wereld, dan ga ik het niet halen. Ik mag dus niet blijven zitten, anders moet ik naar de mavo toe.” En hoe zit het met vriendjes en vriendinnetjes? Jurgen en Tiger: “Nou, dat laatste zit wel snor!” Zonta, lachend: “Stelletje eikels! Op school en in het racen heb ik vrienden.” Misha: “Je moet jezelf op school alleen af en toe opnieuw voorstellen. Soms komt hij na vier weken weer eens binnenvallen.” Wat doe je in je vrije tijd? Zonta, lachend: “Ik heb geen vrije tijd.” Jurgen: “Gamen...” Welk spel speel je dan? Zonta: “Vooral MotoGP 19... Maar als ik een weekend vrij ben, dan ga ik naar vrienden toe of zij komen hier.” Jurgen, lachend: “En het liefst gaan ze dan motorrijden!” Word je er nooit moe van dat alles om racen draait, Misha? “Jawel. Ik ben altijd bezig, altijd aan het vooruitplannen en het regelen. Dat geldt ook voor Jurgen. Maar de eerste dag dat ze weg zijn, zit ik meestal met Quincy op de bank. Na een yogalesje denk ik vaak even: hèhè, iedereen is opgezouten.” Wat vind jij er als moeder van dat jouw zoon zo’n risicovolle sport beoefent? Misha: “Ik heb weleens geroepen: dammen mag ook. Jurgen en ik zijn jarenlang bezig geweest met het racen. Maar nu gaat het wel om m’n kind. Dat is af en toe wel een dingetje, zeker als het niet goed gaat of als er wat gebeurt.” Zonta: “Mam gaf gewoon niets om jou pap, en ze strest om mij!” Misha: “Dat is niet waar, want als papa nu de Dakar Rally rijdt, heb ik slapeloze nachten en ligt de telefoon naast me. Maar Jurgen was volwassen en wilde gewoon heel thuiskomen, hij was geen crasher, dus om hem hoefde ik me niet druk te maken.” Hoe beleef je zijn races? Misha: “Uiterst geconcentreerd. Ik zie alles, veelal vanaf de bank. Ik heb de tijdwaarneming altijd aanstaan. De moeder van Patrick en Jurgen liep tijdens de start altijd rondjes met de hond en kwam halverwege de wedstrijd binnen. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik zou er wel vaker bij willen zijn om input te geven, af en toe een kus en een knuffel en om successen mee te vieren. Maar Quincy zat afgelopen tijd in de eindexamenklas havo. Ik kon haar niet elk weekend meenemen. Dan heb ik het nog niet eens over de kosten. Hotelletje, autootje, je bent zo duizend euro kwijt. En dan heb ik zelf ook nog een baan.” Maar kijk je naar de race of kijk je naar Zonta? Misha: “Ik kijk naar Zonta. Ja, dat is precies zoals het is: ik kijk naar Zonta.” Jurgen: “Ik heb hetzelfde. Ik kijk naar hem als rijder, maar ook als mijn zoon. Dus ik wil ook dat hij alles zo veilig mogelijk doet en probeer alleen maar merken aan hem te verbinden die goed zijn. En we rijden op goede circuits. Ik bedoel, we gaan niet op stratencircuits rijden.” Misha: “Jurgen heeft wel één ding geleerd: bel me niet op een racedag. Als je me dan ’s middags belt, dan redeneer ik meteen dat er iets aan de hand moet zijn. Waarom zou je me anders bellen? Dan denk ik: foute boel, sleutelbeentje op z’n minst. Ik heb dat ook ooit gehad met de manager van Jurgen, die me belde om iets onbenulligs. Ik voel mijn hart nog in mijn keel zitten. Als er gereden wordt, moet je niet bellen. Het is gewoon zo spannend.” Heb je al zware blessures opgelopen? Zonta: “Een gebroken voet, schouder bezeerd, mijn sleutelbeen is er een aantal keren uitgeschoten. Maar dat hoort allemaal een beetje bij het racen. Als ik crash, is altijd mijn eerste reactie dat ik zo snel mogelijk weer op die motor moet. Ik heb een keer gehad dat ik opstond en zo weer neerviel. Toen kwamen er officials naar me toe met een brancard. Ik dacht: als ik daar op kom te liggen, is het foute boel. Ik kreeg echter de motor niet aan de praat, waardoor ik toch naar het medical center moest voor een check: lichte hersenschudding. Maar ook als er iets gebroken is, wil ik gewoon doorrijden.” Juiste instelling Over zijn doelstellingen voor de komende tijd is Zonta heel duidelijk: kampioen worden in zowel de European Talent Cup als de Red Bull Rookies Cup. Jurgen nuanceert: “Kampioen worden hoeft helemaal niet. Dat moet je straks doen als je Moto3 rijdt.” Patrick: “Nu moet je vooral laten zien dat je snelheid en talent hebt. Verder jezelf blijven ontwikkelen. Je moet er snel staan en laten zien dat je het gevecht durft aan te gaan.” Jurgen: “Als je zestien of zeventien bent, moet je zorgen dat je het WK Moto3 rijdt. Dus eerst bewijzen dat je goed genoeg bent. Zo is dat ook bij Max Verstappen gegaan. En dan moet je als Nederlander geluk hebben dat je een kans krijgt bij een goed team.” Wat is jouw droom, Zonta? Zonta: “Kampioen worden in de MotoGP.” Is dat haalbaar? Jurgen: “Ja. Het hoeven echt niet alleen maar Spanjaarden of Italianen te zijn die kampioen worden. Hoe hoog het motorcrossniveau hier in Nederland is, zo hoog is het wegraceniveau daar. We zijn de helft van het jaar ook in Spanje. Daar gebeurt het. Met de juiste instelling, het doorzettingsvermogen en het stappenplan is het zeker mogelijk.” Misha: “En geluk. Er komt veel meer bij kijken dan alleen een stappenplan. Laten we eerlijk zijn.” Waarin onderscheidt Zonta zich ten opzichte van de rest? Patrick: “Het belangrijkste is talent. Met alleen hard werken word je geen kampioen.” Helden Magazine 53 Het verhaal van Zonta van den Goorbergh komt voort uit Helden Magazine nummer 53. In de 53ste editie blikken onder meer Robin en Bouchra van Persie uitgebreid terug op hún carrière, want zo voelt dat. Een gesprek over Louis van Gaal, Oranje, Feyenoord, racisme, homo-acceptatie, de toekomst én de liefde. Daarnaast verbindt niet alleen het zwemmen Femke Heemskerk, Kira Toussaint en Ranomi Kromowidjojo, maar ook het feit dat ze alle drie bijna gelijktijdig ten huwelijk zijn gevraagd. Daarnaast vertellen Joël en Naomi Veltman hoe zij er in goede en slechte tijden voor elkaar zijn, laat Guus Hiddink zijn licht schijnen over de rentree van Arjen Robben, Oranje en racisme én schittert aanstaande moeder Stefanie van der Gragt in de rubriek ‘Leeuwinnen in het Rijks.’ Verder in de 53ste editie van Helden spraken we met ploeggenoten met hetzelfde doel: Tom Dumoulin en Primoz Roglic. Blikten we met Laurens ten Dam terug op zijn loopbaan én vertelt Lorena Wiebes openhartig over de drugsverslaving van haar broer en hoeveel impact dat op haar en het gezin heeft gehad. Ook ging Helden langs bij de pas vijftienjarige Keet Oldenbeuving. Ze werd in 2019 Europees kampioen en won de NOC*NSF Young Talent Award. Theo Lucius voelt vijftien jaar na het mislopen van de Champions League-finale nog steeds de kater.Victoria Koblenko ging langs bij oud-voetballer Bryan Roy én Tessie Savelkouls raakte op 9 februari dit jaar zwaar geblesseerd, de kans dat ze ooit nog kan judoën is klein. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Motorcross

Jeffrey Herlings: ‘Vrouwen zijn er over tien jaar ook nog’

Op Jeffrey Herlings staat geen maat. De motorcrosser is al drievoudig wereldkampioen in de MX2-klasse, dit jaar is hij hard op weg om de wereldtitel te veroveren in de koningsklasse, de MGPX. Wat is zijn geheim? “Ik kijk weleens om me heen en denk dan: jeetje, ik ben pas 23, heb een prach­tig leven, woon in een mooi huis en hoef me financieel geen zorgen te maken. Maar als ik zie wat ik ervoor heb moeten doen, de ontelbare uren die ik erin heb gestoken.... Ik heb ook veel pijn geleden, zou het niet zo snel overdoen. Ik cross al achttien jaar en ben er 24 uur per dag, zeven dagen in de week mee bezig. Het is niet alleen mijn werk, het is ook mijn leven. Ik ben niet anders gewend. Winnen is een verslaving, de grootste kick die er is. Het crossen is er met de paplepel ingegoten. Mijn vader croste ook op hoog niveau en mijn tien jaar oudere broer Danny croste bij de amateurs. Ik kreeg m’n eerste minimotor voor m’n vijfde verjaardag van mijn opa en oma, een peeweetje, nog geen halve meter hoog. Op zondag moesten mijn broer en vader rijden, ik was op zaterdag al aan de beurt. Er ging altijd wel iemand met me mee, m’n vader of moeder en soms m’n opa of oma. Maar mijn ouders moesten vaak nog werken op zaterdag, ze stonden op de markt in Eindhoven met een fruitstal. Ouders zijn in het begin fanatieker dan het kind zelf. Dat was bij mij ook het geval. M’n vader was nooit streng voor me, maar wilde wel dat ik m’n best deed. Ik gooide er nooit met de pet naar. Maar een normale jeugd heb ik niet gehad. Alles stond in het teken van crossen. Naar kinderfeestjes ging ik niet en aan school had ik een hekel. Mijn vriendjes voetbalden, die vonden het wel vet dat ik een crossmotor had. Als ze vroegen of ze er even op mochten, vlogen ze meteen de heg in. Blijf maar voetballen, zei ik dan. Ik liep altijd voor op leeftijdsgenoten. In motorcross herken je talent snel. Aan de techniek, de manier van rijden en het doorzettingsvermogen. Er zijn veel verschillende omstandigheden: hard of mul zand, hoge en lage bulten. Ik moet zoveel dingen tegelijk doen. Koppelen, schakelen; te veel om op te noemen. Over mij zeiden ze dat ik heel jong al een goede techniek had. Ik wist al snel hoe ik die motor goed over de baan moest krijgen. Op mijn achtste werd ik voor het eerst Nederlands kampioen, ik won van jongens van elf. Ik was een heel slechte verliezer, deed er echt alles aan om te winnen, zelfs al was het een onbelang­rijke wedstrijd tegen wat amateurs. Nog steeds kan ik niet tegen m’n verlies. Of het nou om een potje bowlen, poolen of karten gaat, ik laat alles vallen om te winnen. [caption id="attachment_17884" align="alignnone" width="2560"] Jeffrey Herlings met moeder Alice[/caption] Scheiding Mijn ouders zijn gescheiden toen ik twaalf was. Er was gelukkig geen haat en nijd en ik heb er nooit hinder van gehad. Ik vond het juist fijn, de spanning thuis viel weg. M’n vader was vroeger ook m’n mon­teur, maar is na de scheiding een beetje uit beeld geraakt. Helemaal toen ik op m’n veertiende m’n eerste professionele fabriekscontract tekende bij KTM. Zonder KTM had ik nooit zover kunnen komen. Bij m’n ouders raakten ook de centen op. Het is zo’n dure sport, het was wachten op een fabrieksteam en dat kwam. M’n vader kon vanaf dat moment niet echt meer wat betekenen in mijn carrière. Of hij dat jammer vindt, weet ik niet. Hij doet weinig moeite om er erg betrokken bij te blijven, misschien wil hij me ook wel loslaten omdat ik volwassen ben. Ik woonde tot m’n 21ste bij m’n moeder. Ze zette mij altijd op de eerste plaats. Zo’n twee jaar nadat ik mijn con­tract had getekend, had ik het financieel op orde en kon ik mijn moeder in dienst nemen. Ik was blij dat ik wat voor haar kon terugdoen. Ze neemt me veel werk uit handen, helpt met mijn reisschema’s, zorgt dat de benzinetank van de bus ge­vuld is, maar maakt ook m’n huis schoon en werkt in de tuin. Kleine dingen die gedaan moeten worden en waar ik helaas niet de tijd voor heb. Ellende Op jonge leeftijd wist ik al dat ik wereldkampioen wilde worden. In de jeugdklassen lukte dat een aantal keer, op m’n dertiende voor het eerst. Maar het draaide om die seniorentitel. Op mijn zeventiende was het zover. Ik werd wereldkampioen in een van de twee hoogste klassen, de MX2. Het is nog steeds mijn mooiste titel. Talent is de belangrijkste gave, maar je moet ook heel hard willen werken. En natuurlijk over een dosis lef beschikken. Want er kan veel fout gaan. Zo is mijn baas bij KTM verlamd geraakt en ik heb ook genoeg sterfgevallen meegemaakt. Vorig jaar heb ik voor mijn neus iemand zien sterven. Tijdens de GP in Tsjechië viel een jongen, iemand anders sprong er bovenop. Die jongen overleed ter plekke. Toen dacht ik wel: pff, morgen moet ik hier ook omlaag springen. Maar ja, ik heb ook weleens in de file gestaan van­wege een dodelijk auto­-ongeluk. Het risico is groter als je crost. Maar als je pech hebt op de snelweg, kun je ook zo worden geschept door een vrachtwagen. Ik probeer er niet over na te denken. Als het moet gebeuren, gebeurt het toch. 'Vorig jaar heb ik tijdens de GP in Tsjechië iemand voor mijn neus zien sterven’ Ik ben niet vaak bang, alleen weleens voor de start en in de eerste ronde, omdat ik zelf ook serieuze blessures heb gehad. In 2014 en 2015 had ik veel ellende. Eerst brak ik mijn bovenbeen, daar heb ik zes maanden van moeten herstellen. Daar­ na brak ik mijn sleutelbeen, verloor ik bijna mijn pink en viel er iemand op me: een heup uit de kom. Weer vier maan­den herstel. Ik heb dat jaar weken achter elkaar in het ziekenhuis gelegen, veel pijn gehad en vervelende infecties opgelopen. Het scheelde weinig of ik was gestopt. Toch won ik een jaar later mijn derde wereldtitel in de MX2. Met een gebroken sleutelbeen. In 2017 ben ik overgestapt naar de hoog­ste klasse, de MXGP. Een gebroken mid­denhandsbeentje aan de start van het sei­zoen kostte me de wereldtitel, de eerste vier GP’s reed ik op halve kracht. Nu heb ik al een tijd nergens last van. Toch heb ik voor iedere wedstrijd even een steen in m’n maag. Bij ons gaat er zo’n bordje omhoog: nog 15 secon­den... Klote, we moeten weer, denk ik dan. Maar als eenmaal het starthek valt, verdwijnt ook die spanning. Vroeger kon ik de nacht ervoor niet eens slapen, inmiddels is het routine geworden. Al denk ik altijd: als alles maar goed gaat. Veilig thuiskomen is net zo belangrijk geworden als winnen. Colaatje De start is het belangrijkst en misschien ook wel het moeilijkst. Je moet wel vijftien dingen perfect doen. De juiste positie, het juiste toerental, op het juiste moment schakelen, op het juiste moment je achterwiel in het zand krij­gen voor de meeste drive. En dan zijn er nog m’n concurrenten. Als er iemand met zijn ellenbogen voor me zit, is het al game over. Maar als ik vanaf de eer­ ste ronde aan de leiding ga, hoef ik me alleen nog te focussen op m’n eigen race, ben ik niet met anderen in gevecht die links en rechts van me van de spring­bulten vliegen. De Italiaan Antonio Cairoli is mijn grote concurrent. Hij is negenvoudig wereld­kampioen. Hij rijdt ook bij KTM, maar zit in het andere team. We doen niet aan koude oorlogsvoering, groeten elkaar en gaan daarna onze eigen weg. Maar we zijn ook zeker geen vrienden. Cairoli is een betere starter, ook omdat hij kleiner is en minder weegt. Natuur­lijk is techniek belangrijk bij de start, maar je gewicht net zo goed. We vertrek­ken vanuit stilstaande positie, als je dan met massa moet beginnen van zeventig of tachtig kilo, scheelt dat een hoop. Vorig seizoen moest ik nog te veel inhalen. Dat is op veel banen lastig, vaak loopt er maar één ideaal spoor in het losse zand. Het afgelopen jaar ben ik daarom tien kilo afgevallen, vijf kilo vet en vijf kilo spiermassa. Ik weeg nu 75 in plaats 85 kilo. Vroeger dronk ik ‘s avonds een colaatje, nu water. Ook at ik soms een pizza of een frietje, dat doe ik ook niet meer. Ik voel me nu veel beter. Vroe­ger zag ik nog weleens een kwabbetje hangen. Dat is weg. Ik zie er toch best fit uit, denk ik nu als ik voor de spiegel sta. Een wedstrijd is conditioneel heel zwaar. M’n hartslag is constant maximaal, zeker bij een heel diepe zandbaan. Ik train gemiddeld vier keer per week op de motor, ik zit bijna iedere dag op m’n mountainbike of fiets van Specialized en ben sowieso iedere dag in de sportschool voor kracht­ en stabiliteitsoefeningen. Sommige rijders hebben een motor­trainer, een conditietrainer en een voedingsdeskundige. Maar als je je er zelf in verdiept, kom je er ook uit. Vorig jaar ben ik naar Amerika gegaan om met een van de beste trainers te werken. Daar heb ik veel van geleerd. Nu maak ik m’n eigen schema’s. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik het meest uit mezelf kan halen als ik naar mijn lichaam luister. Wereldtitel In Amerika en veel landen in Europa is de sport best groot, maar in Nederland is motorcross relatief klein. Ik kan hier normaal over straat. Als ik door het dorp loop, word ik aangesproken, maar boodschappen doen lukt gewoon, hoor. Al schuif ik ‘s avonds meestal bij mijn moeder aan voor het eten als ik er ben. Dit jaar wil ik wereldkampioen worden. Ik sta er goed voor. Hoe lang ik dit nog blijf doen, weet ik niet. Veel motorcros­sers zijn rond hun 35ste wel een beetje klaar. Fysiek, maar ook mentaal. Als je al zoveel jaren zo’n zwaar programma draait, breekt je dat op een gegeven moment op. We rijden twintig wedstrijden per seizoen voor het wereld­kampioenschap, dat is veel. Van maart tot oktober bijna ieder weekend. Na het crossen is er ook nog een leven, hè. Ik wil in de toekomst graag een gezin. Natuurlijk sta ik wel een beetje in de publiciteit en er zijn zeker vrouwen die zich aanbie­den, maar daar ga ik niet op in. Ik heb geen tijd en ruimte voor de liefde, wil het maxi­male uit m’n werk halen. Vrouwen zijn er over tien jaar ook nog.” Helden Magazine 42 Het verhaal van Jeffrey Herlings komt voort uit Helden Magazine 42 waar Dafne Schippers de cover siert. Schippers leeft onder een vergrootglas sinds dat ze in 2015 voor de sprint koos. En dat is wennen. ‘’Ik ben er wel achter dat ik geen robot ben’’ Verder in de 42ste editie van Helden, is er veel aandacht voor de Tour de France. Topsprinter Dylan Groenewegen, eerste Nederlandse Tourwinnaar Jan Janssen, superster Peter Sagan en Servais Knaven, ploegleider van Chris Froome komen allemaal voorbij in het Tourgedeelte. Dirk Kuyt blikt terug op zijn carrière, Ranomi Kromowidjojo over goud, het geloof en nog meer, hockeysters Lidewij Welten en Frédérique Matla over het WK Hockey, oud-voetballer Glenn Helder en Barbara Barend ontmoet Hans van Breukelen. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Op Jeffrey Herlings staat geen maat. De motorcrosser is al drievoudig wereldkampioen in de MX2-klasse, dit jaar is hij hard op weg om de wereldtitel te veroveren in de koningsklasse, de MGPX. Wat is zijn geheim? “Ik kijk weleens om me heen en denk dan: jeetje, ik ben pas 23, heb een prach­tig leven, woon in een mooi huis en hoef me financieel geen zorgen te maken. Maar als ik zie wat ik ervoor heb moeten doen, de ontelbare uren die ik erin heb gestoken.... Ik heb ook veel pijn geleden, zou het niet zo snel overdoen. Ik cross al achttien jaar en ben er 24 uur per dag, zeven dagen in de week mee bezig. Het is niet alleen mijn werk, het is ook mijn leven. Ik ben niet anders gewend. Winnen is een verslaving, de grootste kick die er is. Het crossen is er met de paplepel ingegoten. Mijn vader croste ook op hoog niveau en mijn tien jaar oudere broer Danny croste bij de amateurs. Ik kreeg m’n eerste minimotor voor m’n vijfde verjaardag van mijn opa en oma, een peeweetje, nog geen halve meter hoog. Op zondag moesten mijn broer en vader rijden, ik was op zaterdag al aan de beurt. Er ging altijd wel iemand met me mee, m’n vader of moeder en soms m’n opa of oma. Maar mijn ouders moesten vaak nog werken op zaterdag, ze stonden op de markt in Eindhoven met een fruitstal. Ouders zijn in het begin fanatieker dan het kind zelf. Dat was bij mij ook het geval. M’n vader was nooit streng voor me, maar wilde wel dat ik m’n best deed. Ik gooide er nooit met de pet naar. Maar een normale jeugd heb ik niet gehad. Alles stond in het teken van crossen. Naar kinderfeestjes ging ik niet en aan school had ik een hekel. Mijn vriendjes voetbalden, die vonden het wel vet dat ik een crossmotor had. Als ze vroegen of ze er even op mochten, vlogen ze meteen de heg in. Blijf maar voetballen, zei ik dan. Ik liep altijd voor op leeftijdsgenoten. In motorcross herken je talent snel. Aan de techniek, de manier van rijden en het doorzettingsvermogen. Er zijn veel verschillende omstandigheden: hard of mul zand, hoge en lage bulten. Ik moet zoveel dingen tegelijk doen. Koppelen, schakelen; te veel om op te noemen. Over mij zeiden ze dat ik heel jong al een goede techniek had. Ik wist al snel hoe ik die motor goed over de baan moest krijgen. Op mijn achtste werd ik voor het eerst Nederlands kampioen, ik won van jongens van elf. Ik was een heel slechte verliezer, deed er echt alles aan om te winnen, zelfs al was het een onbelang­rijke wedstrijd tegen wat amateurs. Nog steeds kan ik niet tegen m’n verlies. Of het nou om een potje bowlen, poolen of karten gaat, ik laat alles vallen om te winnen. [caption id="attachment_17884" align="alignnone" width="2560"] Jeffrey Herlings met moeder Alice[/caption] Scheiding Mijn ouders zijn gescheiden toen ik twaalf was. Er was gelukkig geen haat en nijd en ik heb er nooit hinder van gehad. Ik vond het juist fijn, de spanning thuis viel weg. M’n vader was vroeger ook m’n mon­teur, maar is na de scheiding een beetje uit beeld geraakt. Helemaal toen ik op m’n veertiende m’n eerste professionele fabriekscontract tekende bij KTM. Zonder KTM had ik nooit zover kunnen komen. Bij m’n ouders raakten ook de centen op. Het is zo’n dure sport, het was wachten op een fabrieksteam en dat kwam. M’n vader kon vanaf dat moment niet echt meer wat betekenen in mijn carrière. Of hij dat jammer vindt, weet ik niet. Hij doet weinig moeite om er erg betrokken bij te blijven, misschien wil hij me ook wel loslaten omdat ik volwassen ben. Ik woonde tot m’n 21ste bij m’n moeder. Ze zette mij altijd op de eerste plaats. Zo’n twee jaar nadat ik mijn con­tract had getekend, had ik het financieel op orde en kon ik mijn moeder in dienst nemen. Ik was blij dat ik wat voor haar kon terugdoen. Ze neemt me veel werk uit handen, helpt met mijn reisschema’s, zorgt dat de benzinetank van de bus ge­vuld is, maar maakt ook m’n huis schoon en werkt in de tuin. Kleine dingen die gedaan moeten worden en waar ik helaas niet de tijd voor heb. Ellende Op jonge leeftijd wist ik al dat ik wereldkampioen wilde worden. In de jeugdklassen lukte dat een aantal keer, op m’n dertiende voor het eerst. Maar het draaide om die seniorentitel. Op mijn zeventiende was het zover. Ik werd wereldkampioen in een van de twee hoogste klassen, de MX2. Het is nog steeds mijn mooiste titel. Talent is de belangrijkste gave, maar je moet ook heel hard willen werken. En natuurlijk over een dosis lef beschikken. Want er kan veel fout gaan. Zo is mijn baas bij KTM verlamd geraakt en ik heb ook genoeg sterfgevallen meegemaakt. Vorig jaar heb ik voor mijn neus iemand zien sterven. Tijdens de GP in Tsjechië viel een jongen, iemand anders sprong er bovenop. Die jongen overleed ter plekke. Toen dacht ik wel: pff, morgen moet ik hier ook omlaag springen. Maar ja, ik heb ook weleens in de file gestaan van­wege een dodelijk auto­-ongeluk. Het risico is groter als je crost. Maar als je pech hebt op de snelweg, kun je ook zo worden geschept door een vrachtwagen. Ik probeer er niet over na te denken. Als het moet gebeuren, gebeurt het toch. 'Vorig jaar heb ik tijdens de GP in Tsjechië iemand voor mijn neus zien sterven’ Ik ben niet vaak bang, alleen weleens voor de start en in de eerste ronde, omdat ik zelf ook serieuze blessures heb gehad. In 2014 en 2015 had ik veel ellende. Eerst brak ik mijn bovenbeen, daar heb ik zes maanden van moeten herstellen. Daar­ na brak ik mijn sleutelbeen, verloor ik bijna mijn pink en viel er iemand op me: een heup uit de kom. Weer vier maan­den herstel. Ik heb dat jaar weken achter elkaar in het ziekenhuis gelegen, veel pijn gehad en vervelende infecties opgelopen. Het scheelde weinig of ik was gestopt. Toch won ik een jaar later mijn derde wereldtitel in de MX2. Met een gebroken sleutelbeen. In 2017 ben ik overgestapt naar de hoog­ste klasse, de MXGP. Een gebroken mid­denhandsbeentje aan de start van het sei­zoen kostte me de wereldtitel, de eerste vier GP’s reed ik op halve kracht. Nu heb ik al een tijd nergens last van. Toch heb ik voor iedere wedstrijd even een steen in m’n maag. Bij ons gaat er zo’n bordje omhoog: nog 15 secon­den... Klote, we moeten weer, denk ik dan. Maar als eenmaal het starthek valt, verdwijnt ook die spanning. Vroeger kon ik de nacht ervoor niet eens slapen, inmiddels is het routine geworden. Al denk ik altijd: als alles maar goed gaat. Veilig thuiskomen is net zo belangrijk geworden als winnen. Colaatje De start is het belangrijkst en misschien ook wel het moeilijkst. Je moet wel vijftien dingen perfect doen. De juiste positie, het juiste toerental, op het juiste moment schakelen, op het juiste moment je achterwiel in het zand krij­gen voor de meeste drive. En dan zijn er nog m’n concurrenten. Als er iemand met zijn ellenbogen voor me zit, is het al game over. Maar als ik vanaf de eer­ ste ronde aan de leiding ga, hoef ik me alleen nog te focussen op m’n eigen race, ben ik niet met anderen in gevecht die links en rechts van me van de spring­bulten vliegen. De Italiaan Antonio Cairoli is mijn grote concurrent. Hij is negenvoudig wereld­kampioen. Hij rijdt ook bij KTM, maar zit in het andere team. We doen niet aan koude oorlogsvoering, groeten elkaar en gaan daarna onze eigen weg. Maar we zijn ook zeker geen vrienden. Cairoli is een betere starter, ook omdat hij kleiner is en minder weegt. Natuur­lijk is techniek belangrijk bij de start, maar je gewicht net zo goed. We vertrek­ken vanuit stilstaande positie, als je dan met massa moet beginnen van zeventig of tachtig kilo, scheelt dat een hoop. Vorig seizoen moest ik nog te veel inhalen. Dat is op veel banen lastig, vaak loopt er maar één ideaal spoor in het losse zand. Het afgelopen jaar ben ik daarom tien kilo afgevallen, vijf kilo vet en vijf kilo spiermassa. Ik weeg nu 75 in plaats 85 kilo. Vroeger dronk ik ‘s avonds een colaatje, nu water. Ook at ik soms een pizza of een frietje, dat doe ik ook niet meer. Ik voel me nu veel beter. Vroe­ger zag ik nog weleens een kwabbetje hangen. Dat is weg. Ik zie er toch best fit uit, denk ik nu als ik voor de spiegel sta. Een wedstrijd is conditioneel heel zwaar. M’n hartslag is constant maximaal, zeker bij een heel diepe zandbaan. Ik train gemiddeld vier keer per week op de motor, ik zit bijna iedere dag op m’n mountainbike of fiets van Specialized en ben sowieso iedere dag in de sportschool voor kracht­ en stabiliteitsoefeningen. Sommige rijders hebben een motor­trainer, een conditietrainer en een voedingsdeskundige. Maar als je je er zelf in verdiept, kom je er ook uit. Vorig jaar ben ik naar Amerika gegaan om met een van de beste trainers te werken. Daar heb ik veel van geleerd. Nu maak ik m’n eigen schema’s. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik het meest uit mezelf kan halen als ik naar mijn lichaam luister. Wereldtitel In Amerika en veel landen in Europa is de sport best groot, maar in Nederland is motorcross relatief klein. Ik kan hier normaal over straat. Als ik door het dorp loop, word ik aangesproken, maar boodschappen doen lukt gewoon, hoor. Al schuif ik ‘s avonds meestal bij mijn moeder aan voor het eten als ik er ben. Dit jaar wil ik wereldkampioen worden. Ik sta er goed voor. Hoe lang ik dit nog blijf doen, weet ik niet. Veel motorcros­sers zijn rond hun 35ste wel een beetje klaar. Fysiek, maar ook mentaal. Als je al zoveel jaren zo’n zwaar programma draait, breekt je dat op een gegeven moment op. We rijden twintig wedstrijden per seizoen voor het wereld­kampioenschap, dat is veel. Van maart tot oktober bijna ieder weekend. Na het crossen is er ook nog een leven, hè. Ik wil in de toekomst graag een gezin. Natuurlijk sta ik wel een beetje in de publiciteit en er zijn zeker vrouwen die zich aanbie­den, maar daar ga ik niet op in. Ik heb geen tijd en ruimte voor de liefde, wil het maxi­male uit m’n werk halen. Vrouwen zijn er over tien jaar ook nog.” Helden Magazine 42 Het verhaal van Jeffrey Herlings komt voort uit Helden Magazine 42 waar Dafne Schippers de cover siert. Schippers leeft onder een vergrootglas sinds dat ze in 2015 voor de sprint koos. En dat is wennen. ‘’Ik ben er wel achter dat ik geen robot ben’’ Verder in de 42ste editie van Helden, is er veel aandacht voor de Tour de France. Topsprinter Dylan Groenewegen, eerste Nederlandse Tourwinnaar Jan Janssen, superster Peter Sagan en Servais Knaven, ploegleider van Chris Froome komen allemaal voorbij in het Tourgedeelte. Dirk Kuyt blikt terug op zijn carrière, Ranomi Kromowidjojo over goud, het geloof en nog meer, hockeysters Lidewij Welten en Frédérique Matla over het WK Hockey, oud-voetballer Glenn Helder en Barbara Barend ontmoet Hans van Breukelen. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.