Word abonnee
Meer

Zeilen

Marit Bouwmeester: ‘Ik voelde me complete Marit’

Onder toeziend oog van haar tweejarige dochter Jessie Mae kroonde Marit Bouwmeester (36) zich tot de meest succesvolle zeilster aller tijden. Ze won met overmacht olympisch goud in de ILCA 6-klasse na eerder al olympisch goud, zilver en brons én vier wereldtitels te hebben gewonnen. Deze olympische campagne bleek de meest uitdagende. We bespraken zeven momenten in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine: “Ik stapte jankend in de taxi, dacht: is dit het nou waard?” Marit Bouwmeester [caption id="attachment_20584" align="aligncenter" width="2560"] Marit Bouwmeester[/caption] De knuffel van Jessie Mae “Vanaf het water zag ik Jessie al op de schouders van haar vader Diederick zitten. De laatste race voor de afsluitende medalrace was geweest en ik had zo’n voorsprong op mijn concurrenten dat ik al wist dat ik goud had gewonnen. Toen ik op de kant kwam, rende ik naar Jessie toe. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Ik had haar en de rest van de familie één keer gezien in die week, toevallig, toen ik langs een strandje fietste waar zij net waren. Mijn ouders, broer en zus met hun gezinnen, Diederick, Jessie en de oppas zaten met elkaar in één huis.” Lachend: “Ik denk dat zij een pittigere Spelen hebben gehad dan ik.” In Londen in 2012 won je zilver, in Rio vier jaar later werd je voor het eerst olympisch kampioen, in Tokio in 2021 was er brons. Hoe heb je je vierde Spelen beleefd? “Deze medaille was de mooiste van allemaal, maar ook de moeilijkste en meest emotionele. Als er iets is dat het moederschap mij heeft geleerd, is het: accepteren dat het niet allemaal gaat zoals je graag zou willen. Ik had Jessie al zo vaak meegenomen naar trainingskampen en wedstrijden dat ik gewend was aan onzekere factoren; aan presteren zonder slaap bijvoorbeeld.” Zorgde Jessie voor net dat beetje relativeringsvermogen? “Ja. Het lukte me in Marseille, waar we onze olympische races zeilden, heel goed om te denken: ik ga alles geven wat ik in me heb en dan zie ik wel welk resultaat erbij hoort. Dat kleine beetje relativeren werkte voor mij. Relativeren is dodelijk in topsport, maar in mijn geval zorgde het voor de juiste balans.” Jij voer de hele week vooraan. Je had zoveel punten voorsprong dat je voor de afsluitende medalrace al olympisch kampioen was. Had je dat scenario al in je hoofd zitten? “Ik had het van tevoren helemaal gevisualiseerd. Ik wist dat Marseille een locatie was waarop het kon. De omstandigheden waren heel uitdagend, maar dat biedt ook kansen. We hadden een goede tactiek uitgedacht. Ik had een goede grip op de wind, had veel snelheid in alle omstandigheden. Dus ja, ik had dat scenario wel voor ogen. Maar mijn coach Jaap Zielhuis en ik hadden ook afgesproken dat we niet meteen blij zouden zijn na een dag met goede resultaten.” Je maakte het nog even spannend. Je eindigde als elfde en twintigste in de laatste races voor de medalrace. “Ik wilde het toernooi graag in stijl afsluiten, maar er was veel heisa. Als ik won, zou ik de beste zeilster ooit worden. Veel bobo’s kwamen al langs mijn tentje op de kant voordat ik het water op ging. We zeilden op de tv-baan, de wedstrijd zou live te zien zijn. Ik werd op het water omringd door cameraboten en helikopters. Ze blokkeerden mijn zicht, ik kon het water niet meer goed zien vanwege al die boten om me heen. Tegen Jaap zei ik: ik heb niks van de wind kunnen voelen, je moet me helpen. Een valkuil is dan om te gaan twijfelen, maar Jaap zei: ‘Je gaat vol overtuiging varen, daadkracht tonen.’ In de tweede race lag ik vooraan, tot de wedstrijd werd afgelast. Er stond te weinig wind. We moesten opnieuw starten. Maar de wind was zo instabiel. Ik maakte een cruciale fout, eindigde in de middenmoot. Gelukkig had ik een comfortabele voorsprong.” Je grote concurrent, de Deense Anne-Marie Rindom, won zilver. Het was in het verleden vaak stuivertje wisselen tussen jullie, op de Spelen in Tokio won zij goud. Wanneer kreeg je de bevestiging dat je haar in Marseille zou verslaan? “Ik had voor de start van de Spelen pas één keer een uurtje in mijn olympische boot kunnen varen. Vanaf het moment dat ik hem had opgehaald, was er iedere keer weer wat: de ene keer waaide het te hard en mochten we het water niet op. De andere keer moesten Jessies neusamandelen eruit, dus toen ben ik naar huis gevlogen. Vlak voor de start van ons toernooi ben ik naar Marseille gegaan. Toen kon ik het water niet op omdat het toernooi van de 49er-klasse al was gestart. Op de eerste wedstrijddag voelde ik mijn boot pas voor het eerst echt aan. Ik was de haven nog niet uit of wist: aan de boot gaat het niet liggen. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Marit Bouwmeester is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Sharon van Rouwendaal, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Onder toeziend oog van haar tweejarige dochter Jessie Mae kroonde Marit Bouwmeester (36) zich tot de meest succesvolle zeilster aller tijden. Ze won met overmacht olympisch goud in de ILCA 6-klasse na eerder al olympisch goud, zilver en brons én vier wereldtitels te hebben gewonnen. Deze olympische campagne bleek de meest uitdagende. We bespraken zeven momenten in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine: “Ik stapte jankend in de taxi, dacht: is dit het nou waard?” Marit Bouwmeester [caption id="attachment_20584" align="aligncenter" width="2560"] Marit Bouwmeester[/caption] De knuffel van Jessie Mae “Vanaf het water zag ik Jessie al op de schouders van haar vader Diederick zitten. De laatste race voor de afsluitende medalrace was geweest en ik had zo’n voorsprong op mijn concurrenten dat ik al wist dat ik goud had gewonnen. Toen ik op de kant kwam, rende ik naar Jessie toe. Eindelijk kon ik haar weer in mijn armen sluiten. Ik had haar en de rest van de familie één keer gezien in die week, toevallig, toen ik langs een strandje fietste waar zij net waren. Mijn ouders, broer en zus met hun gezinnen, Diederick, Jessie en de oppas zaten met elkaar in één huis.” Lachend: “Ik denk dat zij een pittigere Spelen hebben gehad dan ik.” In Londen in 2012 won je zilver, in Rio vier jaar later werd je voor het eerst olympisch kampioen, in Tokio in 2021 was er brons. Hoe heb je je vierde Spelen beleefd? “Deze medaille was de mooiste van allemaal, maar ook de moeilijkste en meest emotionele. Als er iets is dat het moederschap mij heeft geleerd, is het: accepteren dat het niet allemaal gaat zoals je graag zou willen. Ik had Jessie al zo vaak meegenomen naar trainingskampen en wedstrijden dat ik gewend was aan onzekere factoren; aan presteren zonder slaap bijvoorbeeld.” Zorgde Jessie voor net dat beetje relativeringsvermogen? “Ja. Het lukte me in Marseille, waar we onze olympische races zeilden, heel goed om te denken: ik ga alles geven wat ik in me heb en dan zie ik wel welk resultaat erbij hoort. Dat kleine beetje relativeren werkte voor mij. Relativeren is dodelijk in topsport, maar in mijn geval zorgde het voor de juiste balans.” Jij voer de hele week vooraan. Je had zoveel punten voorsprong dat je voor de afsluitende medalrace al olympisch kampioen was. Had je dat scenario al in je hoofd zitten? “Ik had het van tevoren helemaal gevisualiseerd. Ik wist dat Marseille een locatie was waarop het kon. De omstandigheden waren heel uitdagend, maar dat biedt ook kansen. We hadden een goede tactiek uitgedacht. Ik had een goede grip op de wind, had veel snelheid in alle omstandigheden. Dus ja, ik had dat scenario wel voor ogen. Maar mijn coach Jaap Zielhuis en ik hadden ook afgesproken dat we niet meteen blij zouden zijn na een dag met goede resultaten.” Je maakte het nog even spannend. Je eindigde als elfde en twintigste in de laatste races voor de medalrace. “Ik wilde het toernooi graag in stijl afsluiten, maar er was veel heisa. Als ik won, zou ik de beste zeilster ooit worden. Veel bobo’s kwamen al langs mijn tentje op de kant voordat ik het water op ging. We zeilden op de tv-baan, de wedstrijd zou live te zien zijn. Ik werd op het water omringd door cameraboten en helikopters. Ze blokkeerden mijn zicht, ik kon het water niet meer goed zien vanwege al die boten om me heen. Tegen Jaap zei ik: ik heb niks van de wind kunnen voelen, je moet me helpen. Een valkuil is dan om te gaan twijfelen, maar Jaap zei: ‘Je gaat vol overtuiging varen, daadkracht tonen.’ In de tweede race lag ik vooraan, tot de wedstrijd werd afgelast. Er stond te weinig wind. We moesten opnieuw starten. Maar de wind was zo instabiel. Ik maakte een cruciale fout, eindigde in de middenmoot. Gelukkig had ik een comfortabele voorsprong.” Je grote concurrent, de Deense Anne-Marie Rindom, won zilver. Het was in het verleden vaak stuivertje wisselen tussen jullie, op de Spelen in Tokio won zij goud. Wanneer kreeg je de bevestiging dat je haar in Marseille zou verslaan? “Ik had voor de start van de Spelen pas één keer een uurtje in mijn olympische boot kunnen varen. Vanaf het moment dat ik hem had opgehaald, was er iedere keer weer wat: de ene keer waaide het te hard en mochten we het water niet op. De andere keer moesten Jessies neusamandelen eruit, dus toen ben ik naar huis gevlogen. Vlak voor de start van ons toernooi ben ik naar Marseille gegaan. Toen kon ik het water niet op omdat het toernooi van de 49er-klasse al was gestart. Op de eerste wedstrijddag voelde ik mijn boot pas voor het eerst echt aan. Ik was de haven nog niet uit of wist: aan de boot gaat het niet liggen. Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Marit Bouwmeester is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouw Sharon van Rouwendaal, winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in haar sport, doen haar verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Basketbal

Dinja en Joeri van Liere: Wereldveroveraars

Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Zeilen

Marit Bouwmeester: Mama Marit op medaille jacht

Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Marit Bouwmeester (35) is de succesvolste Nederlandse zeilster ooit. Ze won olympisch goud, zilver en brons, werd vier keer wereldkampioen en vijf keer Europees kampioen. Haar laatste Europese titel veroverde ze niet lang nadat ze moeder was geworden van dochter Jessie Mae. Victoria Koblenko ging op bezoek. Jij komt uit een gezin van vijf. Werd sport als hoofdgerecht opgediend in jullie gezin? “Mijn ouders waren geen fanatieke zeilers, maar wel sportfanaten. We komen uit Friesland, deden van alles; mijn broer, zus en ik. Korfballen bijvoorbeeld.” Jullie gingen alle drie ook zeilen. Hoe is zeilen in het gezin geïntroduceerd? “Opa deed mee aan de Sneekweek en mijn broer Roelof riep: ‘Dat wil ik ook!’ Mijn ouders hebben het begrip positief stimuleren uitgevonden, dus niets was te gek voor hen. We gingen naar de lokale zeilschool. Eerst mijn broer, daarna ik en later mijn zus. Onze ouders werden vrijwilliger bij de zeilschool en niet veel later hadden we ook een boot. Ik heb me pas veel later gerealiseerd dat het voor onze ouders financieel soms best een uidaging was. Ga maar na: drie kinderen die zeilen, af en toe buitenlandse reizen erbij.” Je was zes toen je begon en kwam op je twaalfde al in de nationale jeugdselectie terecht. “Ik was het enige meisje en kwam niet uit het westen, maar uit Friesland. Ik kwam er ook als laatste bij. Het was spannend, maar daardoor heb ik toen al leren vechten. Er waren betere zeilsters, dat stimuleerde me enorm.” Je promoveerde van Jong Oranje naar de echte kernploeg. “Ik was nooit de beste, het was bij mij in die tijd eigenlijk altijd ‘net niet’. Terugkijkend was dat mijn geluk. Ik moest er namelijk heel hard voor werken. Iedereen die meer talent had en van wie werd verwacht dat hij of zij het zou maken, heeft het niet gered. Ik haalde het door mijn doorzettingsvermogen. Mijn broer en zus zijn ook van die alleskunners. Ik oefende dag en nacht om te kunnen opboksen tegen mensen die veel dingen met twee vingers in de neus kunnen. Maar goed, met heel hard je best doen, kun je een eind komen, heb ik wel bewezen.” Voor het zeilen moest je al op jonge leeftijd de wereld over. Hoe vonden je ouders dat? “Ik ben in een heel veilige omgeving opgegroeid, maar moest op mijn dertiende al in mijn eentje op reis voor wedstrijden in Amerika en Dubai. Best avontuurlijk. Zeker als je bedenkt dat het nog niet de tijd was dat je met een smartphone iedereen op de hoogte kon houden. Ik had een belkaart en als ik een aansluitende vlucht miste in Amerika kwamen m’n ouders er vaak 24 uur later achter waar ik zat en waarom. Mijn ouders hadden vertrouwen in me, lieten me vrij, daardoor leerde ik snel volwassen beslissingen nemen.” Grensverleggend Je eerste coach, Mark Littlejohn, zei: ‘Er is geen tijd om lang te doen over volwassen worden. Je moet snel rationeel met situaties omgaan. Als een robot. Maakt niet uit of je blij bent of verdrietig, je moet doen wat je moet doen.’ Kon je met die aanpak meteen uit de voeten? “Ik was zestien, ben op een Engelsman afgestapt die goud had gewonnen en vroeg: hoe word ik olympisch kampioen? Dat was Mark. Hij omarmde mijn drive. We gingen intensief samenwerken. Hij huurde ex-olympisch kampioenen in om mij te leren wat topsport was. Ik mocht tegen al die toppers varen, maar verliezen was geen optie.” Was het niet te extreem voor een puberbrein? “Ik zou het nu nog steeds wel accepteren. Het was wel extreem, maar ik geloofde en geloof daar wel in. Ik zo het zo weer doen op die manier. Topsport is in mijn ogen ook: grensverleggen. Dat is part of the deal.” Het wierp ook zijn vruchten af, want je werd in 2011 de jongste wereldkampioen in de Laser Radial-klasse. “Het ging in een stijgende lijn, ik won alles. Totdat ik ineens tweede werd op de Spelen in 2012. Toen was ik in shock.” Jij was midden twintig, maar je coach vond het hebben van een relatie je prestaties op het water in de weg staan. Hoe kijk je ruim tien jaar later terug op zijn manier van coaching? “Hij was heel charismatisch en heel manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij. Zijn vrouw had hem ooit gevraagd niet naar een wedstrijd in Australië te gaan, waar hij zich had kunnen kwalificeren voor de Spelen. Het feit dat ik een relatie kreeg met topzeiler Ben Ainslie was net aan oké, maar het werd aan alle kanten gemanaged.” 'Mijn ex-coach was heel charismatisch en manipulatief. Er hoorden geen concessies bij topsport. Wellicht projecteerde hij zijn eigen gemiste kansen op mij' Mark Littlejohn liet jou via Skype weten dat hij stopte als je coach, omdat hij ging werken met een van de concurrenten nadat je zilver won. Hij noemde je ‘een loser die toch nooit olympisch kampioen zou worden’. Hoeveel impact had dat op je? “Het was het begin van een pittige periode. Bij tegenslag heb je altijd een keuze: kies je voor de slachtofferrol of maak je een nieuw plan? Maar dat weet ik nu achteraf. Ik was zestien toen ik bij hem aanklopte en had het hele recept van hoe ik kampioen moest worden bij hem gelaten. Ik had nooit zelf nagedacht.” Badbevalling Dat je het ook zelf kon, bewees je wel. In 2016 werd je olympisch kampioen, je werd nog drie keer wereldkampioen en pakte olympisch brons in 2021. Na de Spelen in Tokio was er ruimte voor je kinderwens. Hoe is dat proces als je aan de top van je sport staat? “Ik was toen 33 en ging rekenen. De Spelen waren net achter de rug, de volgende waren over drie jaar. Ik bedacht: het kost twee jaar om terug op topniveau te komen, dus stel dat het me gegeven is om zwanger te worden, dan is het nu ideaal, want dan ben ik weer topfit op de volgende Spelen.” Je raakte al snel zwanger en in mei 2022 kwam jullie dochtertje Jessie Mae ter wereld. Hoe heb je als topsporter je bevalling voorbereid? “Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten met het idee dat hoe langer ik door zou trainen, des te sneller ik weer op niveau zou zitten na de bevalling. Ik heb experts gesproken over wat de beste manier was om te bevallen met het oog op een snel herstel.” Lachend: “De badbevalling duurde uiteindelijk achttien uur, mijn langste badsessie ooit.” Is het gevoel van moeder worden te vergelijken met olympisch kampioen worden? “Dat is lastig vergelijken... Ik heb me nog nooit tegelijkertijd zo kwetsbaar en sterk gevoeld als vlak na de geboorte van onze dochter. Dan liep i over straat en dacht bij elke vrouw met kinderen: wow, jij hebt het gewoon gedaan. Ik dacht als ik een vrouw met een klein kindje zag, meteen: wij zijn zo sterk!” Jij koos al heel snel weer voor de topsport, ging al snel na de bevalling weer hard trainen. Heb je last gehad van de ‘moedermaffia’? “Ja, dat wel. Na zes weken wilde ik mijn hormonenachtbaan afbouwen en dus stopte ik met borstvoeding. De meningen die mensen daar over hadden, vond ik wel heftig.” Ik durf het bijna niet te vragen, maar wanneer begon je weer met trainen? “Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen. Dus ik heb mijn fysieke trainers er een project van laten maken. Francoise en Jorgos hebben me toen onwijs geholpen. Van bekkenbodemfysio tot allerlei apparaatjes die me hielpen.” Lachend: “Er was één keer een hilarisch moment: ik had een koffer vol van die speeltjes mee op trainingskamp. Bij de douane dacht ik: maak de koffer alsjeblieft niet open, want ik weet niet hoe ik al die elektrostimulatie, kegels en spelletjes moet uitleggen...” Het is dus niet zo vreemd dat jij als bloedfanatiek en als een trainingsbeest wordt bestempeld. “Bij mij is het al jarenlang: twee trainingssessies per dag, zes dagen op rij. Maar er is wel wat veranderd. Vroeger zei ik: mijn lichaam moet naar mij luisteren, tegenwoordig is het andersom. Ik mag niet te veel druk op de wervelkolom hebben. Er zijn twee wervels die iets sneller schuiven. Daar doe ik elke dag oefeningen voor. Collateral damage van topsport is ook dat het kraakbeen van mijn knieën wat is aangetast.” Je werd in mei niet lang na je comeback meteen alweer Europees kampioen en bij de WK in Scheveningen lag je lang op medaillekoers, maar werd je uiteindelijk net vierde. Volgend jaar zijn de Spelen, wanneer weet je definitief dat jij je op kan maken voor je vierde deelname? “Op 12 januari weet ik of ik erbij ben in Marseille, waar het olympisch zeiltoernooi wordt gehouden volgend jaar. Op 5 januari begint de WK in de ILCA 6-klasse, voorheen de Laser Radial. 31 december vertrek ik al richting Argentinië, waar het toernooi wordt gehouden. Dat wordt een lekker saai oud & nieuw. Mijn hele team gaat al met kerst die kant op en ik arriveer later om nog wat langer met die kleine samen te zijn. We hebben afgesproken dat Jessie niet meegaat naar prestatie-evenementen.” Betekent dat dat jullie dochter wel meegaat als je op trainingskamp bent? “Ja. Ik heb een oppas van goud, zij is een vriendin van een van mijn fysieke trainers. Ze weet wat topsport inhoudt, het meereizen met trainingskampen is practice what you preach.” ‘Mijn bevalling heb ik aangepakt als een olympische campagne. Ik ben zelfs op mijn bevaldatum nog gaan sporten’ Hip & happening Jij ligt mijlenver voor op de concurrentie in eigen land. Er mag één zeiler per klasse namens Nederland naar de Spelen. Zijn die zeilklassen eigenlijk met hun tijd meegegaan? “Ik denk dat het beter zou zijn om minder klassen voor vrouwen te hebben, maar zeilen is best een conservatieve sport. Zeilen heeft moeite met verandering, op vele vlakken. Je kunt de sport met de huidige technologie best kijkvriendelijker maken, bijvoorbeeld door het gebruik van drones. Het zeilen kan heel hip & happening gemaakt worden, maar het zijn vaak de oudere mensen die de scepter zwaaien in onze sport.” Zie jij kansen voor jezelf om bij te dragen aan die vernieuwing? “We zijn met mijn team gestart om de sport meer meetbaar te maken. Daarnaast komt er een Marit Bouwmeester Academy om de sport toegankelijker te maken. Zeilen heeft nog steeds een elitair imago en ik wil ertoe bijdragen die drempel te verlagen.” Is dit het fundament voor een carrière na de topsport? “Ja, ik wil graag iets terugdoen voor de sport. Ik heb deze droom van mij gedeeld met het Watersportverbond en zij waren heel erg enthousiast. Inmiddels ben ik ook in gesprek met diverse mooie bedrijven om dit goed neer te kunnen zetten. Met de stoomversnelling waarin het nu is beland, hopen we komende zomer los te gaan met een evenement waar kids de hele zomer kunnen komen om te zeilen. Wij leveren de boten en coaches. Het is puur voor de fun, puur om kennis te maken met het zeilen.” Wat heeft het zeilen jou gebracht? “Zeilen heeft me veel plezier gebracht, veel van de wereld laten zien. Mijn passie is mijn beroep geworden en dat is een voorrecht.” Je geeft veel inspirerende lezingen voor bedrijven. Wat geef je mee over je mindset? “Ik vind sportpsychologie enorm interessant. Je bent een eigen rem op je prestatie. Je krijgt de lessen gemakkelijk aangereikt in sport, maar in het bedrijfsleven is het niet altijd duidelijk waar verbeterpunten liggen. Hoe kun je optimaal presteren? Ik geloof in de ‘groeimindset’. Je moet dingen leren zien als uitdagingen, de kracht van ‘nog niet’.” Je doelt op de professor Carol Dweck-methode? “Precies! Inzetten op feedback in plaats van de prestatie, geloof hebben in de learning curve. Snel schakelen na een tegenslag is gewoon te trainen. Ik droom van nog een olympische medaille, maar moet me eerst op korte termijn focussen op een taak.” Hoe heeft het jou geholpen om met de dieptepunten om te gaan? “Je hebt altijd een keuze tussen de letters U en B. Kies je voor de Uitdagingen of voor de Bedreigingen?” Beschrijf de periode eens waarin de uitdagingen zich opstapelden? Je coach verliet je, je relatie met de eerdergenoemde zeiler ging uit, je werd zestiende op de WK, terwijl je daarvoor alles won. Hoe klim je uit zo’n dal? “Ik had niet in de gaten dat ik in de slachtofferrol zat. De mensen die mij van informatie voorzagen, liepen allemaal bij me weg. Met mijn familie heb ik een stappenplan gemaakt. De oude coach van mijn broer, Jaap Zielhuis, liet me zelf nadenken, om zo van afhankelijk naar onafhankelijk te gaan. Stap voor stap leerde ik taakgericht te werk te gaan. Voor die tijd stond ik ook nooit stil bij successen.” Hoeveel tijd zat er tussen het dieptepunt en opnieuw winnen? “We zijn in het najaar van 2013 begonnen en in de zomer van 2014 werd ik wereldkampioen.” Wat waren de uitdagingen? “Ik dacht altijd: als ik alles goed doe, dan win ik. Daarna beredeneerde ik: en toch kan iemand het dan nog beter doen dan ik. Ik was altijd bezig met het zeilen van de race van mijn leven op de Spelen. Ik realiseerde me dat die gedachte voor veel te veel druk zorgt. Dan bedacht ik: als ik mijn niveau dermate opkrik in de jaren ervoor, dan kan ik op tachtig procent ook nog winnen. Ik heb geen controle over mijn tegenstanders, maar als ik niet daadkrachtig of slagvaardig ben, verlies ik sowieso. Als je de doelen zo formuleert, is verlies makkelijker te dragen. Door zo te redeneren heb ik het proces naar mezelf toe gehaald. Ik evalueer het proces in plaats van alleen het resultaat. Het beste recept om over tegenslagen heen te komen, is een heel duidelijk doel en een richting te hebben.” ‘Na twee weken ben ik weer begonnen met voorzichtig trainen. Er ging een wereld voor me open. Al die vrouwelijke klachten daar beneden... Bizar. Niemand vertelt je hoe dat snel moet helen’ Dumbells Je dochter is anderhalf. Ze zal later vast denken: hoe heeft mama het toch geflikt om medailles te winnen terwijl ze er ook voor mij moest zijn. Lachend: “Dat is gelukt door heel hard te hijgen op de fiets. Tijdens corona hebben we een gym gebouwd rondom het huis. Als ik tegenwoordig de farmers walk doe met dumbells, dan doet Jessie me na met gewichtjes van één kilo. En toen ze laatst hard ging hijgen, begreep ik dat ze mij nadeed terwijl ik op de fiets zat te trainen. De discipline krijgt ze van ons met de paplepel ingegoten.” Elke moeder die dit leest, zal zich afvragen hoe jij het doet. Met een peuter thuis en je toch klaarmaken voor de Spelen. “Dat kan ik niet alleen, hoor. Mijn ouders komen uit Friesland om op te passen, zij zijn vervroegd met pensioen gegaan. Daarnaast ben ik Allianz, partner van het Watersportverbond, en mijn privésponsors heel dankbaar. Ze zijn cruciaal in deze olympische campagne. Dankzij hen kan ik het mij onder andere permitteren dat ik een oppas heb en mijn dochter kan meenemen op trainingskampen. En natuurlijk de allerbelangrijkste is mijn partner Diederick. Hij is een geweldige vader, vanaf het begin al. Terwijl ik er even tijd voor nodig had om in mijn moederrol te groeien.” Wat is de succesformule van jullie liefdesrelatie? “Elkaar veel gunnen. En tegelijkertijd is het uitdagend, het ouderschap. We zijn eigenlijk een goedlopend en opererend ‘bedrijf’, maar soms is het uitdagend om ook nog partners te zijn. Dit jaar zijn we tien jaar samen. Topsport trekt me soms de serieuze kant op en dan ben ik gezegend met Diederick zijn humor en luchtigheid. We zijn er voor elkaar, zijn superflexibel en doen niet moeilijk.” Je vierde Spelen komen in zicht... Wordt dit je laatste kunstje? “De Eiffeltoren staat al op mijn nachtkastje, zoals een Cristo Redentor-beeldje ook al maanden voorafgaand aan de Spelen in Rio daar had gestaan. Maar nu ben ik dankbaar dat ik tegelijkertijd het moederschap mag ervaren... Ik weet niet exact wanneer ik ga stoppen, maar gevoelsmatig gok ik dat er niet nog een olympische cyclus in zit. Volgend jaar word ik 36, er is veel slijtage aan mijn lichaam. Hopelijk kan ik mijn carrière met goud afsluiten.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Feyenoord werd kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Bart Lambriex en Floris van de Werken: ‘Het is maar een stukje goud’

Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bart Lambriex (25) en Floris van de Werken (28) werden afgelopen zomer voor de derde keer op rij wereldkampioen in de meest prestigieuze klasse van het olympische zeilen: de 49er. Het Dream Team gaat stoïcijns op het volgende doel af: goud op de Olympische Spelen in Parijs. Wij gingen bij hen langs in Scheveningen. Bart Lambriex en Floris van de Werken schudden elkaar rustig de hand in het Nationaal Topzeilcentrum in Scheveningen. De twee zitten normaal gesproken bijna dagelijks samen in een boot, maar zien elkaar voor het eerst in anderhalve maand nadat ze in Scheveningen voor de derde keer op rij wereldkampioen werden in hun klasse, de 49er. Geen omhelzing of enthousiaste begroeting, maar: “Hé, sorry dat ik te laat ben, hoor, alles goed?” Stuurman Bart komt vijf minuten na Floris met natte haren en een nonchalante glimlach binnen lopen. Bemanning Floris knikt rustig: “Ja, man, goed hoor.” Op het water bereiken ze al balancerend snelheden van zo’n 45 kilometer per uur. Buiten de boot zijn het rustige, nuchtere types, die aan weinig woorden genoeg hebben. Het valt even stil. Totdat het over zeilen gaat en er even later gevraagd wordt naar hun derde wereldtitel van dit jaar. Floris: “Het is best bijzonder, ik zag hem niet aankomen. Maar ik wist vroeger al: als ik dit met iemand kan bereiken, dan is het wel met Bart.” Bart: “Ik had het ook niet verwacht. Het is wel altijd het doel geweest, dan is het best leuk dat het lukt. En ook nog op thuiswater. Er stonden een hoop familie en vrienden op de pier.” Floris knikt: “Gedurende de week kregen we veel succeswensen. Mensen die normaal niet betrokken zijn, kregen er dit keer wel wat van mee. Extra leuk als je dan wint.” Jeugdkamp De twee zeilers kennen elkaar al jaren. Bart: “Ik was acht toen ik jou voor het eerst zag. Ik zeilde in de optimist. Jij gaf training aan mij op een jeugdkamp in Friesland. Jij zeilde toen ook in de optimist, maar was een stuk beter, je bent ook drie jaar ouder.” Floris: “Ik was die week door mijn enkel gegaan, dus ik kon niet meer lopen. Ik ging in de coachboot mee en gaf Bart wat tips.” Bart: “Ik begon net met wedstrijdzeilen en jij was een van de beste van Nederland. Ik keek tegen je op.” Floris: “Ik zeilde lekker mijn rondjes en soms ging het best goed. Het spelletje zelf begreep ik toen nog niet zo goed. Pas veel later begon ik de sport wat beter te doorgronden en had ik door wat ik ervoor moest doen.” Bart: “Bij mij ging het iets sneller. Ik ging op mijn tiende naar mijn eerste WK. De beste vijf van Nederland werden daarvoor geselecteerd. In de optimist werd ik al een keer tweede op de WK.” Allebei zijn ze opgegroeid met het water. Floris met twee broers in Hoorn, Bart met een broer en een zus in Haarlem. Floris: “Mijn ouders hadden een kajuitboot en daar toerden ze een beetje op met mij en mijn twee broers. Ze waren geen wedstrijdzeilers, waren vroeger vooral actief in de triatlonsport. Ik ben dus wel opgegroeid met het idee dat het belangrijk is om fit en gezond te zijn. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik aan sport deed. Met mijn broer Laurens heb ik nog een tijdje samen in een boot gezeild.” Bart: “Mijn ouders hebben veel wedstrijden gezeild. Mijn moeder ging als reserve naar de Olympische Spelen. Mijn vader deed mee aan de Olympische Spelen in 1984, in de Tornado-klasse. Wij hadden een vakantiehuisje in Friesland waar ze mijn broer, zus en mij leerden zeilen.” Bart werd in Nederland van jongs af aan al gezien als het grote zeiltalent. Bart: “Ieder jaar wordt in Nederland de Conny van Rietschoten Trofee uitgereikt, een prijs aan de beste zeiler of zeilteam van het jaar. Er is ook een talentprijs, waar ik voor werd genomineerd. Dat was best bijzonder voor een jongen van elf jaar hoor, maar ik voelde toen nog niet dat men vanuit het Watersportverbond dacht: die Bart gaat het maken.” Centjes Na de jeugdboot optimist zeilden Bart en Floris in tweemansboten. Het KPN Sportfonds besloot na de Spelen van 2016 het Watersportverbond te ondersteunen en een tweejarig traject in te gaan met zes zeilers in de 49er-klasse, die bekendstaat als de koningsklasse van het olympische zeilen, met als ambitieus doel: de eerste Nederlandse deelname in de 49er op de Olympische Spelen. De zes zeilers zouden rouleren, om uiteindelijk het sterkste team te kunnen vormen. Ook Floris had de kans om aan te sluiten, maar besloot anders. ‘Mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons thuis dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen’ Floris: “Voordat KPN besloot dit traject te ondersteunen, had ik al even in de 49er gezeild, maar het werd toen nog nauwelijks ondersteund door het Watersportverbond. Ik had het lastig. Mijn ouders hadden mij altijd gesteund, ook financieel. Op mijn achttiende zeiden ze: ‘Je bent volwassen en moet het nu zelf uitzoeken, zelf bedenken hoe je het gaat regelen.’ Thuis speelden er meer dingen, mijn broer was drugsverslaafd, het was bij ons dus niet meer zo stabiel. Ik had geen geld en kon het ook niet meer opbrengen om de sport uit te oefenen zoals ik dat voor ogen had. Dat roulatiesysteem zag ik ook niet zitten. Ik wilde toen al graag met Bart in de boot, maar dat kon niet. Had geen energie om iedere keer weer met iemand anders in de boot te zitten, besloot ermee te stoppen. Ik ben gaan coachen en in de ‘grotebotenwereld’ terechtgekomen.” Bart: “Ik koos bewust voor het traject met het KPN Sportfonds. Twee jaar lang werden we financieel ondersteund. Dat was heel fijn, zeilen is een dure sport. We kregen een startbedrag waarmee we materiaal konden kopen en waardoor we er bijvoorbeeld voor konden kiezen om naar een belangrijke wedstrijd in Miami te gaan. In die twee jaar tijd hebben we ons daardoor enorm kunnen ontwikkelen.” Na ruim een jaar kwam het sterkste team uit de bus: stuurman Bart, samen met bemanning Pim van Vugt. Hun ontwikkeling ging zo hard, dat het doel werd bereikt. Bart en Pim kwalificeerden zich als eerste Nederlandse 49er-team ooit voor de Spelen en eindigden in Tokio als zesde. Floris keek vanaf de zijlijn toe. Floris: “Ik was hartstikke blij voor Bart en Pim, gunde het die gasten heel erg, heb hen altijd gevolgd. Maar ik had zelf natuurlijk ook graag in die boot willen zitten, had mijn olympische zeilcarrière nooit af weten te maken.” Na de Spelen in Tokio besloot Bart niet verder te gaan met Pim. Bart: “Pim en ik waren een heel goed duo, maar ik had niet het gevoel dat wij samen goud konden winnen. Onze samenwerking en communicatie liepen niet zoals het in een goed team zou moeten lopen. Vanuit de bond werd mijn keuze niet gestimuleerd. Zij zagen de resultaten van mij en Pim en waren juist tevreden. Ik zag het anders, vond het gewoon net niet goed genoeg.” Dus pakte Bart de telefoon. Bart: “Ik wilde door in de 49er, en dacht meteen aan Floris. Ik had al een paar keer eerder met hem gezeild, tijdens mijn eerste dagen in een 49er, en wist dat het prima klikte. Ik belde jou op en vroeg of je wat wilde drinken.” Floris: “Ik dacht: misschien wil je advies over iets, wist niet dat het over de 49er ging. Toen je vroeg of ik geïnteresseerd was om weer terug te keren als zeiler en om het met jou samen te proberen, heb ik er niet lang over na hoeven denken. Ik dacht: als er een kans is om mijn sportcarrière nog een succesvol vervolg te geven, dan is dit ’m. Had op dat moment geen andere verplichtingen of restricties. Ik had genoeg centjes verdiend, was zeven maanden in Australië geweest en later in het Caribisch gebied, had op grote boten mijn geld verdiend en heel veel geleerd over mezelf en over werken in een team. Toen jij me vroeg, kon ik er ook echt vol voor gaan. Maar tegelijkertijd had ik lang niet in de 49er gezeild. Ik heb jou ook gewaarschuwd, zei: besef dat je met mij misschien eerst een stap terug moet doen voordat je vooruit kunt.” Bart: “We zeilden een EK als test. Dat ging goed en ik had het gevoel dat we veel progressie konden maken. Twee maanden later stond ons eerste WK op het programma. In de tussentijd gingen we met sprongen vooruit zodat we meteen wereldkampioen werden.” Rocket science “Veel mensen vragen ons waarom wij nou zo’n goed team zijn,” zegt Floris. “Wij weten heel goed hoe wij als team beter moeten worden en wat voor attitude daarvoor nodig is. Ook onze coach Rick Peacock helpt ons daar natuurlijk bij.” Bart knikt: “Wij zijn een goede match. Naast een goede zeiler is Floris ook een goede teamspeler.” Floris: “Jij kan enorm gefocust zijn, dan voel ik geen twijfel bij jouw beslissingen en weten we dat we het hardst van iedereen gaan. Daar krijg ik dan ook veel vertrouwen van.” Bart: “Ik ben niet zo afhankelijk van invloeden van buitenaf, ideeën en gedachten van anderen interesseren mij niet zo. Ik twijfel ook bijna nooit. Ons samenspel klopt gewoon. Kort door de bocht is het zo dat ik stuur en de beslissingen neem, bepaal waar we heen gaan, en Floris ervoor zorgt dat we hard gaan.” Floris: “Voor een wedstrijd delen we onze tactische ideeën en bepalen we hoe we het willen doen.” Bart: “Maar in het zeilen blijven de condities veranderen. Wij zijn flexibel, passen die plannen continu aan.” Floris: “We proberen veel te zeggen met weinig woorden. We praten niet meer dan nodig. Of we tijdens een wedstrijd weleens boos op elkaar zijn? Tuurlijk. Ik word dan heel stil, ga aan mezelf twijfelen en over dingen nadenken. Bart is altijd wat meer uitbundiger dan ik.” Bart, lachend: “Ik raak dan een beetje gefrustreerd.” Floris: “Het is de kunst om die irritatiemomenten kort en krachtig te laten zijn.” Een jaar na hun eerste wereldtitel prolongeerden Bart en Floris hun titel op de WK in Canada. Deze zomer werden ze in Scheveningen dus voor de derde keer wereldkampioen. Floris: “Het verschil met onze concurrenten lijkt op papier groter dan het is, hoor.” Bart: “Waar wij misschien beter in zijn, is dat wij heel gestructureerd werken. Als er iets fout gaat, gaan we daar heel diep op in en zorgen we dat we er maximaal van leren. Soms zijn die gesprekken moeilijk of gevoelig, maar we gaan ze niet uit de weg.” Floris: “Ik merk ook dat veel teams het moeilijk vinden om tijdens een wedstrijd heel specifiek iets onder de knie te krijgen. Als wij iets willen oefenen, maakt het resultaat ons niet uit. Wij willen pas pieken op een WK en de Spelen. In de winter zijn we een keer zeventiende geworden in een trainingswedstrijd omdat we ons focusten op onze start. Deze zomer bij de WK merkten we daar pas het resultaat van.” Of een drievoudig wereldkampioen ook door concurrenten nauwlettend in de gaten gehouden wordt? Bart: “Geen idee, dat boeit mij ook echt niet.” Floris: “Ik zie wel dat mensen soms denken dat we rocket science in handen hebben. Dat we bepaalde standen op de boot hebben die speciaal zijn. Soms komt er dan een coach of een ander team even bij ons kijken.” Bart knikt: “Ja, dan denken ze dat we een speciale boot hebben, of zo.” Floris, lachend: “En dan denken wij: wat zijn mensen toch dom.” Tijdens trainingsperiodes en wedstrijden in het buitenland delen de mannen vaak een accommodatie met Odile van Aanholt en Annette Duetz, het 49erFX- vrouwenteam, dat in 2022 tegelijkertijd met de mannen wereldkampioen werd en dit jaar als tweede eindigde op de WK. Bart: “Het is heel fijn om dit met elkaar te doen, dat we ook met iemand kunnen praten buiten ons team. We snappen elkaar, want we doen hetzelfde.” Floris: “Soms is het fijn om een third opinion te hebben in een bepaalde situatie. We lopen tegen dezelfde dingen aan. Vaak praat ik met Annette, die ook bemanning is. Samen kunnen we sneller een probleem oplossen dan alleen.” Naast dat ze zeilcollega’s zijn, hebben Bart en Odile al jarenlang een relatie. Bart, lachend: “Het gaat thuis best vaak over zeilen. Voor Odile zou dat wel iets minder mogen, voor mij soms iets meer. Het is in ieder geval heel fijn dat we elkaar begrijpen.” Ook Floris heeft een relatie met een zeilster. Na de Spelen in Parijs volgend jaar geeft hij zijn jawoord aan Laser-zeilster Maxime Jonker. Floris: “We zijn onze bruiloft nu aan het organiseren, zodat we de rest van het jaar daar geen zorgen over hebben.” Bart, lachend: “Ik sta gelukkig ook op hun gastenlijst, samen met Odile en Annette.” Terwijl Odile en Bart beiden heel succesvol zijn in hun klasse en zich al hebben gekwalificeerd voor de Spelen in Parijs, heeft Maxime de pech dat Marit Bouwmeester, olympisch kampioen en meervoudig wereldkampioen, haar grootste concurrent is voor dat ene Nederlandse olympische ticket in hun klasse. Floris: “Tijdens de WK had Max het mentaal zwaar, ze eindigde buiten de top tien. Ze heeft er altijd voor gekozen om Marit te challengen. Die heeft al heel wat gewonnen, maar Max denkt dat zij dat ook kan. Daar heb ik veel respect voor. Ze rent haar dromen achterna, haar doorzettingsvermogen is een voorbeeld voor mij. Maar thuis zeg ik altijd: ik ben je verloofde, niet je coach. Ik probeer gesprekken over zeilen te voorkomen. Als Max om mijn mening vraagt, dan geef ik die eerlijk. Maar soms hoort zij liever iets anders.” Materiaal In maart zeilen de mannen nog een WK op Lanzarote, waar ze hun vierde wereldtitel op rij kunnen winnen, maar 2024 staat vooral in het teken van de Spelen. Voor Floris wordt het zijn olympische debuut. Bart: “Ik heb Floris nog niks verteld over de Spelen en hoe het eraan toegaat. Dat merk je ter plekke wel, toch? In de zeilsport kan van alles gebeuren. Als we een week heel weinig wind hebben, dan wordt iemand anders olympisch kampi- oen dan als het een week heel hard waait. Wij kunnen met beide omstandigheden olympisch kampioen worden.” Floris: “Met veel wind zijn er teams die sneller zijn dan wij en met weinig wind zijn er ook teams die sneller zijn. Statistisch gezien hebben wij de meeste kans op goud als we wisselende condities hebben, wij zijn allround.” Ondertussen zijn Bart en Floris ook met andere dingen bezig dan alleen de 49er. Floris:“Ieder jaar coach ik ook nog wat buitenlandse jongens. In oktober heb ik een paar 49er-teams gecoacht in Miami. Ook al zijn dat niet de allerbeste ploegen, het helpt mij om andere teams van de buitenkant te bestuderen, dat maakt Bart en mij ook beter. En ik heb er een hoop lol in.” Bart: “Ik ben bezig met de Youth America’s Cup en de Women’s America’s Cup. We gaan in beide disciplines meedoen met een Nederlands team. We trainen veel in een simulator, dat blijf ik het komende jaar ook af en toe doen. Anderhalve maand na de Spelen worden die wedstrijden gehouden.” Floris: “Helaas val ik niet meer onder de jeugd, maar ik droom na mijn olympische carrière ook van het professionele zeilen als de America’s Cup of de Sail GP, een andere league in het zeilen waar ze met foilende catamarans werken.” Bart knikt: “Daar kun je tot een redelijk late leeftijd mee door blijven gaan.” Floris: “Maar voorlopig zijn we nog niet klaar met olympisch zeilen.” Eén ding is zeker: als een van de topfavorieten zal het team op de Spelen verschijnen. Floris: “Onbewust voel ik die druk al. Bij mij ontstaat er dan een soort superfocus.” Bart: “Ik voel nu nog geen druk, maar dat zal tegen die tijd vast wel komen. Mensen geven toch een stuk meer om de Olympische Spelen dan om een WK. Aan de andere kant: het is maar materiaal hoor, een klein stukje goud.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bart Lambriex en Floris van de Werken komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Golden Sisters Bente en Lieke Rogge werden samen wereldkampioen waterpolo. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder keerde Marit Bouwmeester terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Zeilen

Odile van Aanholt en Annette Duetz: ‘We zijn nog net geen getrouwd stel’

Odile van Aanholt (25) en Annette Duetz (29) zeilen pas een jaar samen in de olympische 49erFX-klasse. Ze werden in dat jaar meteen Europees- en wereldkampioen. In aanloop naar het WK zeilen in Scheveningen (10 t/m 20 augustus) gingen we bij hen op bezoek. Met een gebruinde huid en een grote lach op het gezicht komen zeilsters Odile van Aanholt (stuurvrouw) en Annette Duetz (haar bemanning) aan op de locatie van de shoot. Tussen trainingskampen en wereldbekerwedstrijden door zijn ze een weekje thuis. “Wij zijn nog niet eens de helft van het jaar in Nederland,” vertelt Annette. [caption id="attachment_19829" align="alignnone" width="2560"] Annette Duetz[/caption] Zeilen is de leukste sport die er is Odile vult aan: “In de winter zijn we veel op trainingskamp. En voor een belangrijke wedstrijd zijn we een week van tevoren op de locatie om ons voor te bereiden; om gewend te raken aan het water en zeker te weten dat we ons materiaal op orde hebben.” Odile en Annette zijn dus bijna altijd op het water te vinden en reizen van de ene mooie locatie naar de andere. Of het beeld dat de buitenwereld van zeilers en surfers heeft, van living the dream, ook klopt? Odile, lachend: “Best wel. Meerdere keren per dag heb ik geluksmomentjes.” Annette: “Zeilen is de leukste sport die er is. We zijn altijd buiten en op mooie plekken. Een droomleven. Natuurlijk zijn we ook hard aan het werk. Per dag zijn we minimaal drie uur op het water en daarnaast doen we dan nog een fysieke training. Kracht- of conditietraining, maar wij vinden het ook leuk om te boulderen of een potje padel te spelen.” Odile: “We trainen meestal zo’n vijf dagen achter elkaar en dan hebben we een rustdag. Het klaarmaken van de boot en het verzorgen van ons materiaal neemt ook veel tijd in beslag.” Annette: “Het onderhoud aan het materiaal doen wij zelf en de logistiek ook. Vorige week moest onze boot van Mallorca naar Hyères in Frankrijk. Bij kleine afstanden rijden we zelf, maar meestal is er een vrijwilliger die onze spullen naar een andere locatie brengt.” Odile: “De puzzel van wat waarnaartoe moet en wanneer, maken wij zelf. En als er bijvoorbeeld een dure veerboot moet worden geboekt, dan laten we dat over aan de teammanager van het Watersportverbond.” [caption id="attachment_19830" align="alignnone" width="2560"] Odile van Aanholt[/caption] Annette: “De grote lijnen stippelen we van tevoren uit. We maken een jaarplanning waarin staat aan welke wedstrijden we meedoen en waar we naartoe willen op trainingskamp. Zo moeten we, als we op lichte wind willen trainen, ook naar een gebied waar de kans groot is dat het weinig waait. Maar de concrete invulling houden we vaak nog open. Soms is iemand net wat minder fit of besluiten we dat we ergens een paar dagen langer willen blijven. Vliegtickets boeken we pas kort van tevoren.” Odile: “Dan komt het dus weleens voordat je in de taxi naar Schiphol zit en je je boekingsbevestiging niet kunt vinden. Dan blijkt ineens dat je nog niet hebt geboekt...” Annette, lachend: “Dat heb jij al twee keer gehad, toch?” Olympische Vlag Odile wijst naar een kettinkje dat ze omheeft. Het bedeltje heeft de vorm van het Caribische eiland Curaçao. Als jongste van vier kinderen groeide ze er op, tot haar twaalfde. “Zo is Curaçao altijd bij me. Mijn ouders wonen er nog steeds. Nederland voelt voor mij inmiddels ook als thuis, maar Curaçao voelt toch anders. Ik heb er geen Google Maps nodig, ik ken het eiland op mijn duimpje.” Odile komt uit een zeilfamilie. Vader Cor nam deel aan de Olympische Spelen in 2000, zus Philipine deed in 2012 en 2016 als zeilster mee aan de Spelen. Haar broers Ard en Just zeilen ook; Just is net als Odile met een olympische campagne bezig, onder de vlag van Aruba. Odile: “Mijn moeder zat in de paardensport, zij was een beetje het buitenbeentje, maar kan inmiddels ook goed zeilen.” Ze vervolgt: “Als baby zat ik al bij mijn vader in de boot en op mijn vierde ging ik voor het eerst op zeilles. Ik ben de eerste wereldkampioen in een olympische klasse van de familie. Dat voelt een beetje gek, omdat ik de jongste ben. Mijn zus en broer zijn weer heel goed in andere dingen. Zij hebben een heel sociaal leven en mooie bachelors- en masterdiploma’s. Mijn ouders zijn zo lief dat ze mij een cadeautje geven als ik Europees- of wereldkampioen ben geworden. ‘Dit is jouw bachelorsdiploma,’ zeggen ze dan.” Op haar twaalfde ging Odile naar de middelbare school in Nederland. “Dat was een LOOT-school. Ik zat toen al veel in het buitenland voor het zeilen. Mijn vader of moeder was bij mij in Nederland, ik verbleef ook vaak bij mijn opa en oma. Mijn ouders hebben nu een ‘familiehuis’ in Naarden, daar komen we samen als we in Nederland zijn.Tijdens de coronapandemie hebben we elkaar daar veel gezien. We kookten samen, deden spelletjes, net als vroeger.” Tot 2010 was het mogelijk om als sporter uit Curaçao voor de Nederlandse Antillen uit te komen. Toen de Antillen ophielden te bestaan, heeft Curaçao geprobeerd een olympische vlag te krijgen, maar dat werd afgewezen. Aruba had er al eerder een gekregen. “Als atleet kon ik kiezen: Aruba of Nederland. Veel sporters kozen ervoor om voor Aruba uit te komen, dat lag ook dichter bij mijn hart. Maar als ik voor Nederland uit zou komen, had ik de meeste kans om de beste zeilster te worden.” Per land mag er in de zeilsport maar één team of individu per klasse deelnemen aan de Spelen en dat heeft Odile ervaren. “Ik koos bewust voor heel pittige concurrentie.” De kwalificatie voor de Spelen in Tokio in 2021 verloor Odile, samen met haar voormalig zeilpartner Marieke Jongens, op een haar na van voormalig zeilster Annemiek Bekkering en haar huidige zeilmaatje Annette. “De concurrentiestrijd tussen ons was heel lang leuk, we maakten elkaar beter, maar de laatste paar maanden kozen we onze eigen weg. Uiteindelijk wonnen jullie de selectie omdat jullie simpelweg beter waren. Ik was de underdog, moest nog leren. Pijnlijk voor ons, maar het was de realiteit. Als ik voor Aruba was uitgekomen, had ik wel naar Tokio kunnen gaan. Maar ik weet ook dat ik veel verder ben als sporter dan wanneer ik voor Aruba had gekozen.” Ook Annette is het zeilen met de paplepel ingegoten. Haar ouders, Hans Duetz en Marion Bultman, waren allebei topzeilers, haar moeder schopte het tot de Spelen van 1988 in Zuid-Korea. “Wij hadden in mijn jeugd een vakantiehuisje in Friesland. Op het Friese water heb ik leren zeilen. Mijn ouders probeerden de liefde voor de sport op mij en mijn zus Carolien over te brengen, maar hebben ons nooit gepusht om wedstrijden te zeilen. Dat wilden wij zelf; heen en weer varen op de plas vonden we maar saai. Mijn zus en ik zijn toen in de 29er gestapt, de kleinere versie van de boot waarin we nu zeilen. We zijn trainingen gaan volgen en het werd al snel een uit de hand gelopen hobby. Ineens deden we mee aan EK’s en WK’s.” Container Met Annemiek Bekkering vormde Annette acht jaar lang een duo in de 49erFX-klasse. Ze namen deel aan de Olympische Spelen in 2016 in Rio, waar ze als zevende eindigden. In 2018 en 2019 werden ze wereldkampioen, en op de Spelen in 2021 in Tokio veroverden ze brons. In dat jaar werd juist Odile met Elise de Ruijter wereldkampioen. Odile: “Toch had ik het moeilijk in dat jaar. Ik had zo graag ook in Tokio gestaan en tegen die anderen gestreden. Tegelijkertijd geeft het me nu extra veel vuur: dat gaat me niet weer gebeuren.” Na de Spelen in Tokio stopte Annemiek Bekkering met zeilen en bleef Annette alleen achter. Odile zag haar kans schoon. “Lang durfde ik niet na te denken over de mogelijkheid om met Annette in een boot te stappen, zij was iemand van het andere team. Maar voor de Spelen al waren er veel mensen die tegen mij zeiden: ‘Annette gaat vast met jou varen.’ Binnen het Watersportverbond hadden ze dat ook al bedacht, maar wij hadden er zelf nog helemaal niet over nagedacht. Met Elise was ik wereldkampioen geworden, met haar zeilde ik ook heel goed.” Annette: “Na de Spelen wilde ik er juist even tussenuit, mijn hoofd leegmaken.” Odile: “Ik heb uiteindelijk het eerste telefoontje gepleegd. Ik vroeg of je koffie wilde drinken.” Annette: “Vanaf dat moment zat het ook in mijn hoofd. Annemiek wilde niet verder, ik wel. Jij was de perfecte keuze. Je bent een heel goede zeilster en ik vond je toen al een leuke meid.” Odile: “Het was moeilijk om afscheid te nemen van Elise. Uiteindelijk moest ik bepalen met wie ik de beste kansen had. Annette heeft zoveel ervaring. Ik zat met buikpijn tegenover Elise in een café, met trillende stem vertelde ik het haar. Gelukkig pakte ze het goed op.” Hun eerste wedstrijd samen zeilden Odile en Annette op Mallorca in april vorig jaar. Annette: “Het klikte meteen tussen ons. Voor de afsluitende medalrace was het goud al binnen.” Odile: “Na afloop zouden we beslissen of we met elkaar verder wilden. We gingen naar een cafeetje en zeiden daar officieel ‘ja’ tegen elkaar.” Annette: “Het was een mooi moment. Ik wist al dat jij heel talentvol was, maar dan is het nog maar afwachten of het in de boot klikt en of we complementair aan elkaar zijn. Het beviel goed. Jij pakte in de boot meteen de regie, kon moeilijke beslissingen ook alleen maken.” Odile: “Los van elkaar zijn wij heel goede zeilsters. Het hielp ook dat we wisten dat we niet veel tijd hadden: we hadden op dat moment nog maar tweeënhalf jaar tot de Spelen in Parijs. We waren enorm gefocust en alles wat minder belangrijk was, lieten we meteen los. Met onze coach Kaj Böcker stelden we een prioriteitenlijst op, en introduceerden we onze vier S’en, de vier punten waarvan wij denken dat we er een kampioenschap mee winnen. De start van de wedstrijd, strategie, snelheid en smile. Want het moet wel leuk blijven.” Indian Matchmaking In juli vorig jaar werden Odile en Annette Europees kampioen in het Deense Aarhus en in september wereldkampioen in Halifax, Canada. Odile: “We hadden het niet zien aankomen. Voor het WK hadden we een lastige voorbereiding omdat de container met onze boot niet was aangekomen. We hadden een boot geleend van de Amerikanen. Dat maakte ons onzeker. Pas twee dagen voor de start van het WK kwam onze eigen boot aan. Net op tijd wisten we een goed gevoel te krijgen.” Annette: “Tijdens het EK waren onze starts nog heel slecht, maar we hadden fenomenale inhaalraces. Tijdens het WK gingen onze starts juist heel goed en waren we onoverwinnelijk. En hoewel het resultaat fantastisch was, voelde het niet zo, omdat er nog steeds veel dingen waren die verbeterd konden en kunnen worden.” Odile: “We moeten nog beter worden met licht weer. Met weinig wind kunnen we ons niet uitstrekken buiten de boot, maar moeten we samen heel rustig op de boot bewegen en elkaar goed aanvoelen. Wanneer beweegt de een en wanneer de ander; dat moet synchroon lopen. Ook onze starts kunnen nog altijd beter.” Annette: “Onze pieken zijn heel hoog, maar onze dalen ook nog.” Odile: “Of het weleens botst tussen ons? Op de wal nooit. We vinden dezelfde dingen leuk: koffiedrinken, boulderen, boeken lezen... We zijn echt vriendinnen geworden. In de boot hebben wij het weleens moeilijk. Meestal gaat dat dan over onze snelheid. Dan is de een heel hard aan het werk om de boot harder te laten gaan en de ander ook, maar dan werken we elkaar net tegen.” Annette: “We kunnen nog beter met elkaar communiceren.” Odile: “Ik ben heel open. Als er met mij iets is, dan deel ik dat meteen met jou. Dan vind ik het ook vrij makkelijk om te zeggen op welke manier ik graag geholpen wil worden.” Annette: “Ik denk sneller: ik los het zelf wel even op. Daarin kunnen we veel van elkaar leren.” Odile, lachend: “We voelen ons nog net geen getrouwd stel, maar het is makkelijker om sommige dingen met jou te bespreken dan met mijn eigen vriend. We begrijpen elkaar heel goed. Een groot deel van de dag leven we ook samen.” Odiles vriend is de 24-jarige Bart Lambriex, die, tegelijkertijd met Odile en Annette, in Canada wereldkampioen werd met Floris van de Werken in de 49er-klasse. Odile: “Het is bijzonder dat we allebei in dezelfde periode succes hebben. Dat is ook weleens anders geweest. Toen ik de kwalificatie van de Spelen misliep, ging het met Bart juist heel goed. Hij ging wel naar de Spelen in Tokio en werd daar zevende. We hadden in het verleden geregeld momenten dat de een de ander aan het supporten was. Nu zijn we allebei aan het pieken.” Annette: “We hebben allebei onze eigen trainingsgroep, maar we trainen geregeld op dezelfde locatie. Als we ergens mee zitten op zeilgebied, zijn zij de eersten die ons helpen.” Odile: “We slapen meestal ook in hetzelfde huis als we in het buitenland zijn.” Annette: “We zijn allemaal goede vrienden van elkaar, het is niet raar dat Odile en Bart ook een stel zijn. Floris en ik voe- len ons geen third wheel, of zo." Odile: “In Canada hielpen we elkaar ook aan de overwinning. Na afloop van een wedstrijddag discussieerden we nog over de wind en hoe we gingen chillen. We keken de serie Indian Matchmaking.” Annette, lachend: “Alhoewel de jongens dat niet echt leuk vonden.” Ook coach Kaj is altijd aanwezig. Het toeval wil dat hij weer de vriend is van Annettes voormalige zeilpartner Annemiek Bekkering. Odile: “Onze boot heet Pien, vernoemd naar hun dochter die vorig jaar geboren werd.” Annette: “Dat hebben we gedaan omdat Kaj zo weinig erkenning kreeg. Hij was nooit de hoofdcoach, maar trainde altijd de talenten. Hij verdient ook die erkenning. Kaj betekent veel voor ons.” Odile: “Jouw vriend Luc is ook enorm betrokken. Hij is onze social mediamanager. Luc fietst graag, en neemt ons vaak mee op een fietstour. Hij is dus ook onze fietstrainer. Het voelt als één grote familie, we doen het echt met zijn allen.” Inmiddels krijgen Odile en Annette, als regerend wereldkampioenen, ook iets meer media-aandacht. Annette: “Dat is leuk, hoor, maar daar doen we het niet voor. We doen het omdat we de sport heel leuk vinden.” Helaas is de zeilsport nog altijd geen vetpot voor hen. Er zijn sponsors en ze komen rond, maar grote verdiensten zijn er niet. Annette: “Als je soms prijzengelden hoort van andere sporten... Ja, dat zouden wij soms ook graag willen.” Odile, lachend: “Mijn omgeving is er vooral boos over. Mijn zus werkt in de financiële wereld, zij zegt altijd: ‘Als ik zie hoe hard je werkt en hoe succesvol je bent, dan staat dat in schril contrast met de mannen in de wereld waarin ik werk.’ Soms beaam ik dat dan, maar ik weet ook: het heeft toch geen zin. Maar het is wel leuk om af en toe wat erkenning te krijgen.” Wachtrij De winter stond in het teken van het afstuderen van Annette, trainen en verbeteren. Maar er waren ook tegenslagen. “Na het WK wilde ik mijn studie technische natuurkunde afronden. Ik heb onderzoek gedaan naar windmodellen in Marseille, de plek waar voor ons de Spelen worden gehouden volgend jaar, en hoe je die het beste voor het zeilen kunt gebruiken. Alle weerkaarten heb ik bestudeerd. Heel handig.” Odile, lachend: “Ik hoef me over het weer geen zorgen te maken in Marseille, Annette is onze weervrouw.” Annette: “Al die kennis helpt natuurlijk, al moeten we toch op het moment zelf beslissen hoe we met het weer en de wind omgaan.” Odile: “Na jouw afstuderen zijn we naar Oman gegaan om te trainen. Toen ging alles nog goed, maar tijdens het volgende trainingskamp in Portugal kreeg ik covid. Ik was er altijd vrij nuchter over, totdat ik er deze zomer achter kwam dat ik astma heb. Vorig jaar moest ik al veel kuchen, en ik snapte niet waar dat door kwam. Het bleek astma te zijn, dat kun je blijkbaar op latere leeftijd ontwikkelen. Mijn longen moesten best lang herstellen.” Annette: “Toen jij ziek was, was ik veel aan het wielrennen. Tijdens een training gleed ik knullig onderuit. Ik had last van mijn nek en dat ging maar niet over. Uiteindelijk bleek dat mijn ruggengraat scheef stond. Dat heeft ook een tijd geduurd. Zeilen is een belastende sport voor je rug, die moet echt sterk zijn. Ik heb er drie maanden last van gehad.” Inmiddels zijn Odile en Annette back on track. Op het eerste evenement van het jaar, op Mallorca, wonnen ze zilver. De tweede wereldbeker, in Hyères, wonnen ze met overmacht. Annette: “Het Braziliaanse team is een grote concurrent van ons, zij zijn tweevoudig olympisch kampioen en varen al twaalf jaar samen. Zweden en Spanje zijn ook kanshebbers, dat zijn teams die goed zijn met harde wind. Wij zijn allround, dat is onze kracht.” Odile: “We zitten in een trainingsgroepje met de Zweedse meiden, de nummer twee van het WK van vorig jaar, een Pools team, de nummer vier, en een Noors team dat heel goed is met weinig wind. We hebben zoveel variatie dat we altijd worden uitgedaagd in trainingen.” De verwachtingen zijn hoog. Annette en Odile zijn immers regerend Europees- en wereldkampioen. Het WK dat deze zomer in Scheveningen wordt gehouden, is een mooie test. Annette: “Iedereen denkt: jullie hebben thuisvoordeel, maar we trainen hier bijna nooit. De omstandigheden zijn zo anders dan de plek waar de Spelen gehouden worden.” Na het WK in Scheveningen staat echt alles in het teken van de Spelen. Voor Annette, die al olympisch brons op zak heeft, wordt het haar derde deelname, voor Odile haar eerste. Odile: “Ik wil racen met die olympische ringen in mijn zeil, ervaren wat die druk van zo’n groot toernooi met mij doet en dan goed presteren. Ik krijg al kriebels als ik eraan denk.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Odile van Aanholt en Annette Duetz komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67!
Odile van Aanholt (25) en Annette Duetz (29) zeilen pas een jaar samen in de olympische 49erFX-klasse. Ze werden in dat jaar meteen Europees- en wereldkampioen. In aanloop naar het WK zeilen in Scheveningen (10 t/m 20 augustus) gingen we bij hen op bezoek. Met een gebruinde huid en een grote lach op het gezicht komen zeilsters Odile van Aanholt (stuurvrouw) en Annette Duetz (haar bemanning) aan op de locatie van de shoot. Tussen trainingskampen en wereldbekerwedstrijden door zijn ze een weekje thuis. “Wij zijn nog niet eens de helft van het jaar in Nederland,” vertelt Annette. [caption id="attachment_19829" align="alignnone" width="2560"] Annette Duetz[/caption] Zeilen is de leukste sport die er is Odile vult aan: “In de winter zijn we veel op trainingskamp. En voor een belangrijke wedstrijd zijn we een week van tevoren op de locatie om ons voor te bereiden; om gewend te raken aan het water en zeker te weten dat we ons materiaal op orde hebben.” Odile en Annette zijn dus bijna altijd op het water te vinden en reizen van de ene mooie locatie naar de andere. Of het beeld dat de buitenwereld van zeilers en surfers heeft, van living the dream, ook klopt? Odile, lachend: “Best wel. Meerdere keren per dag heb ik geluksmomentjes.” Annette: “Zeilen is de leukste sport die er is. We zijn altijd buiten en op mooie plekken. Een droomleven. Natuurlijk zijn we ook hard aan het werk. Per dag zijn we minimaal drie uur op het water en daarnaast doen we dan nog een fysieke training. Kracht- of conditietraining, maar wij vinden het ook leuk om te boulderen of een potje padel te spelen.” Odile: “We trainen meestal zo’n vijf dagen achter elkaar en dan hebben we een rustdag. Het klaarmaken van de boot en het verzorgen van ons materiaal neemt ook veel tijd in beslag.” Annette: “Het onderhoud aan het materiaal doen wij zelf en de logistiek ook. Vorige week moest onze boot van Mallorca naar Hyères in Frankrijk. Bij kleine afstanden rijden we zelf, maar meestal is er een vrijwilliger die onze spullen naar een andere locatie brengt.” Odile: “De puzzel van wat waarnaartoe moet en wanneer, maken wij zelf. En als er bijvoorbeeld een dure veerboot moet worden geboekt, dan laten we dat over aan de teammanager van het Watersportverbond.” [caption id="attachment_19830" align="alignnone" width="2560"] Odile van Aanholt[/caption] Annette: “De grote lijnen stippelen we van tevoren uit. We maken een jaarplanning waarin staat aan welke wedstrijden we meedoen en waar we naartoe willen op trainingskamp. Zo moeten we, als we op lichte wind willen trainen, ook naar een gebied waar de kans groot is dat het weinig waait. Maar de concrete invulling houden we vaak nog open. Soms is iemand net wat minder fit of besluiten we dat we ergens een paar dagen langer willen blijven. Vliegtickets boeken we pas kort van tevoren.” Odile: “Dan komt het dus weleens voordat je in de taxi naar Schiphol zit en je je boekingsbevestiging niet kunt vinden. Dan blijkt ineens dat je nog niet hebt geboekt...” Annette, lachend: “Dat heb jij al twee keer gehad, toch?” Olympische Vlag Odile wijst naar een kettinkje dat ze omheeft. Het bedeltje heeft de vorm van het Caribische eiland Curaçao. Als jongste van vier kinderen groeide ze er op, tot haar twaalfde. “Zo is Curaçao altijd bij me. Mijn ouders wonen er nog steeds. Nederland voelt voor mij inmiddels ook als thuis, maar Curaçao voelt toch anders. Ik heb er geen Google Maps nodig, ik ken het eiland op mijn duimpje.” Odile komt uit een zeilfamilie. Vader Cor nam deel aan de Olympische Spelen in 2000, zus Philipine deed in 2012 en 2016 als zeilster mee aan de Spelen. Haar broers Ard en Just zeilen ook; Just is net als Odile met een olympische campagne bezig, onder de vlag van Aruba. Odile: “Mijn moeder zat in de paardensport, zij was een beetje het buitenbeentje, maar kan inmiddels ook goed zeilen.” Ze vervolgt: “Als baby zat ik al bij mijn vader in de boot en op mijn vierde ging ik voor het eerst op zeilles. Ik ben de eerste wereldkampioen in een olympische klasse van de familie. Dat voelt een beetje gek, omdat ik de jongste ben. Mijn zus en broer zijn weer heel goed in andere dingen. Zij hebben een heel sociaal leven en mooie bachelors- en masterdiploma’s. Mijn ouders zijn zo lief dat ze mij een cadeautje geven als ik Europees- of wereldkampioen ben geworden. ‘Dit is jouw bachelorsdiploma,’ zeggen ze dan.” Op haar twaalfde ging Odile naar de middelbare school in Nederland. “Dat was een LOOT-school. Ik zat toen al veel in het buitenland voor het zeilen. Mijn vader of moeder was bij mij in Nederland, ik verbleef ook vaak bij mijn opa en oma. Mijn ouders hebben nu een ‘familiehuis’ in Naarden, daar komen we samen als we in Nederland zijn.Tijdens de coronapandemie hebben we elkaar daar veel gezien. We kookten samen, deden spelletjes, net als vroeger.” Tot 2010 was het mogelijk om als sporter uit Curaçao voor de Nederlandse Antillen uit te komen. Toen de Antillen ophielden te bestaan, heeft Curaçao geprobeerd een olympische vlag te krijgen, maar dat werd afgewezen. Aruba had er al eerder een gekregen. “Als atleet kon ik kiezen: Aruba of Nederland. Veel sporters kozen ervoor om voor Aruba uit te komen, dat lag ook dichter bij mijn hart. Maar als ik voor Nederland uit zou komen, had ik de meeste kans om de beste zeilster te worden.” Per land mag er in de zeilsport maar één team of individu per klasse deelnemen aan de Spelen en dat heeft Odile ervaren. “Ik koos bewust voor heel pittige concurrentie.” De kwalificatie voor de Spelen in Tokio in 2021 verloor Odile, samen met haar voormalig zeilpartner Marieke Jongens, op een haar na van voormalig zeilster Annemiek Bekkering en haar huidige zeilmaatje Annette. “De concurrentiestrijd tussen ons was heel lang leuk, we maakten elkaar beter, maar de laatste paar maanden kozen we onze eigen weg. Uiteindelijk wonnen jullie de selectie omdat jullie simpelweg beter waren. Ik was de underdog, moest nog leren. Pijnlijk voor ons, maar het was de realiteit. Als ik voor Aruba was uitgekomen, had ik wel naar Tokio kunnen gaan. Maar ik weet ook dat ik veel verder ben als sporter dan wanneer ik voor Aruba had gekozen.” Ook Annette is het zeilen met de paplepel ingegoten. Haar ouders, Hans Duetz en Marion Bultman, waren allebei topzeilers, haar moeder schopte het tot de Spelen van 1988 in Zuid-Korea. “Wij hadden in mijn jeugd een vakantiehuisje in Friesland. Op het Friese water heb ik leren zeilen. Mijn ouders probeerden de liefde voor de sport op mij en mijn zus Carolien over te brengen, maar hebben ons nooit gepusht om wedstrijden te zeilen. Dat wilden wij zelf; heen en weer varen op de plas vonden we maar saai. Mijn zus en ik zijn toen in de 29er gestapt, de kleinere versie van de boot waarin we nu zeilen. We zijn trainingen gaan volgen en het werd al snel een uit de hand gelopen hobby. Ineens deden we mee aan EK’s en WK’s.” Container Met Annemiek Bekkering vormde Annette acht jaar lang een duo in de 49erFX-klasse. Ze namen deel aan de Olympische Spelen in 2016 in Rio, waar ze als zevende eindigden. In 2018 en 2019 werden ze wereldkampioen, en op de Spelen in 2021 in Tokio veroverden ze brons. In dat jaar werd juist Odile met Elise de Ruijter wereldkampioen. Odile: “Toch had ik het moeilijk in dat jaar. Ik had zo graag ook in Tokio gestaan en tegen die anderen gestreden. Tegelijkertijd geeft het me nu extra veel vuur: dat gaat me niet weer gebeuren.” Na de Spelen in Tokio stopte Annemiek Bekkering met zeilen en bleef Annette alleen achter. Odile zag haar kans schoon. “Lang durfde ik niet na te denken over de mogelijkheid om met Annette in een boot te stappen, zij was iemand van het andere team. Maar voor de Spelen al waren er veel mensen die tegen mij zeiden: ‘Annette gaat vast met jou varen.’ Binnen het Watersportverbond hadden ze dat ook al bedacht, maar wij hadden er zelf nog helemaal niet over nagedacht. Met Elise was ik wereldkampioen geworden, met haar zeilde ik ook heel goed.” Annette: “Na de Spelen wilde ik er juist even tussenuit, mijn hoofd leegmaken.” Odile: “Ik heb uiteindelijk het eerste telefoontje gepleegd. Ik vroeg of je koffie wilde drinken.” Annette: “Vanaf dat moment zat het ook in mijn hoofd. Annemiek wilde niet verder, ik wel. Jij was de perfecte keuze. Je bent een heel goede zeilster en ik vond je toen al een leuke meid.” Odile: “Het was moeilijk om afscheid te nemen van Elise. Uiteindelijk moest ik bepalen met wie ik de beste kansen had. Annette heeft zoveel ervaring. Ik zat met buikpijn tegenover Elise in een café, met trillende stem vertelde ik het haar. Gelukkig pakte ze het goed op.” Hun eerste wedstrijd samen zeilden Odile en Annette op Mallorca in april vorig jaar. Annette: “Het klikte meteen tussen ons. Voor de afsluitende medalrace was het goud al binnen.” Odile: “Na afloop zouden we beslissen of we met elkaar verder wilden. We gingen naar een cafeetje en zeiden daar officieel ‘ja’ tegen elkaar.” Annette: “Het was een mooi moment. Ik wist al dat jij heel talentvol was, maar dan is het nog maar afwachten of het in de boot klikt en of we complementair aan elkaar zijn. Het beviel goed. Jij pakte in de boot meteen de regie, kon moeilijke beslissingen ook alleen maken.” Odile: “Los van elkaar zijn wij heel goede zeilsters. Het hielp ook dat we wisten dat we niet veel tijd hadden: we hadden op dat moment nog maar tweeënhalf jaar tot de Spelen in Parijs. We waren enorm gefocust en alles wat minder belangrijk was, lieten we meteen los. Met onze coach Kaj Böcker stelden we een prioriteitenlijst op, en introduceerden we onze vier S’en, de vier punten waarvan wij denken dat we er een kampioenschap mee winnen. De start van de wedstrijd, strategie, snelheid en smile. Want het moet wel leuk blijven.” Indian Matchmaking In juli vorig jaar werden Odile en Annette Europees kampioen in het Deense Aarhus en in september wereldkampioen in Halifax, Canada. Odile: “We hadden het niet zien aankomen. Voor het WK hadden we een lastige voorbereiding omdat de container met onze boot niet was aangekomen. We hadden een boot geleend van de Amerikanen. Dat maakte ons onzeker. Pas twee dagen voor de start van het WK kwam onze eigen boot aan. Net op tijd wisten we een goed gevoel te krijgen.” Annette: “Tijdens het EK waren onze starts nog heel slecht, maar we hadden fenomenale inhaalraces. Tijdens het WK gingen onze starts juist heel goed en waren we onoverwinnelijk. En hoewel het resultaat fantastisch was, voelde het niet zo, omdat er nog steeds veel dingen waren die verbeterd konden en kunnen worden.” Odile: “We moeten nog beter worden met licht weer. Met weinig wind kunnen we ons niet uitstrekken buiten de boot, maar moeten we samen heel rustig op de boot bewegen en elkaar goed aanvoelen. Wanneer beweegt de een en wanneer de ander; dat moet synchroon lopen. Ook onze starts kunnen nog altijd beter.” Annette: “Onze pieken zijn heel hoog, maar onze dalen ook nog.” Odile: “Of het weleens botst tussen ons? Op de wal nooit. We vinden dezelfde dingen leuk: koffiedrinken, boulderen, boeken lezen... We zijn echt vriendinnen geworden. In de boot hebben wij het weleens moeilijk. Meestal gaat dat dan over onze snelheid. Dan is de een heel hard aan het werk om de boot harder te laten gaan en de ander ook, maar dan werken we elkaar net tegen.” Annette: “We kunnen nog beter met elkaar communiceren.” Odile: “Ik ben heel open. Als er met mij iets is, dan deel ik dat meteen met jou. Dan vind ik het ook vrij makkelijk om te zeggen op welke manier ik graag geholpen wil worden.” Annette: “Ik denk sneller: ik los het zelf wel even op. Daarin kunnen we veel van elkaar leren.” Odile, lachend: “We voelen ons nog net geen getrouwd stel, maar het is makkelijker om sommige dingen met jou te bespreken dan met mijn eigen vriend. We begrijpen elkaar heel goed. Een groot deel van de dag leven we ook samen.” Odiles vriend is de 24-jarige Bart Lambriex, die, tegelijkertijd met Odile en Annette, in Canada wereldkampioen werd met Floris van de Werken in de 49er-klasse. Odile: “Het is bijzonder dat we allebei in dezelfde periode succes hebben. Dat is ook weleens anders geweest. Toen ik de kwalificatie van de Spelen misliep, ging het met Bart juist heel goed. Hij ging wel naar de Spelen in Tokio en werd daar zevende. We hadden in het verleden geregeld momenten dat de een de ander aan het supporten was. Nu zijn we allebei aan het pieken.” Annette: “We hebben allebei onze eigen trainingsgroep, maar we trainen geregeld op dezelfde locatie. Als we ergens mee zitten op zeilgebied, zijn zij de eersten die ons helpen.” Odile: “We slapen meestal ook in hetzelfde huis als we in het buitenland zijn.” Annette: “We zijn allemaal goede vrienden van elkaar, het is niet raar dat Odile en Bart ook een stel zijn. Floris en ik voe- len ons geen third wheel, of zo." Odile: “In Canada hielpen we elkaar ook aan de overwinning. Na afloop van een wedstrijddag discussieerden we nog over de wind en hoe we gingen chillen. We keken de serie Indian Matchmaking.” Annette, lachend: “Alhoewel de jongens dat niet echt leuk vonden.” Ook coach Kaj is altijd aanwezig. Het toeval wil dat hij weer de vriend is van Annettes voormalige zeilpartner Annemiek Bekkering. Odile: “Onze boot heet Pien, vernoemd naar hun dochter die vorig jaar geboren werd.” Annette: “Dat hebben we gedaan omdat Kaj zo weinig erkenning kreeg. Hij was nooit de hoofdcoach, maar trainde altijd de talenten. Hij verdient ook die erkenning. Kaj betekent veel voor ons.” Odile: “Jouw vriend Luc is ook enorm betrokken. Hij is onze social mediamanager. Luc fietst graag, en neemt ons vaak mee op een fietstour. Hij is dus ook onze fietstrainer. Het voelt als één grote familie, we doen het echt met zijn allen.” Inmiddels krijgen Odile en Annette, als regerend wereldkampioenen, ook iets meer media-aandacht. Annette: “Dat is leuk, hoor, maar daar doen we het niet voor. We doen het omdat we de sport heel leuk vinden.” Helaas is de zeilsport nog altijd geen vetpot voor hen. Er zijn sponsors en ze komen rond, maar grote verdiensten zijn er niet. Annette: “Als je soms prijzengelden hoort van andere sporten... Ja, dat zouden wij soms ook graag willen.” Odile, lachend: “Mijn omgeving is er vooral boos over. Mijn zus werkt in de financiële wereld, zij zegt altijd: ‘Als ik zie hoe hard je werkt en hoe succesvol je bent, dan staat dat in schril contrast met de mannen in de wereld waarin ik werk.’ Soms beaam ik dat dan, maar ik weet ook: het heeft toch geen zin. Maar het is wel leuk om af en toe wat erkenning te krijgen.” Wachtrij De winter stond in het teken van het afstuderen van Annette, trainen en verbeteren. Maar er waren ook tegenslagen. “Na het WK wilde ik mijn studie technische natuurkunde afronden. Ik heb onderzoek gedaan naar windmodellen in Marseille, de plek waar voor ons de Spelen worden gehouden volgend jaar, en hoe je die het beste voor het zeilen kunt gebruiken. Alle weerkaarten heb ik bestudeerd. Heel handig.” Odile, lachend: “Ik hoef me over het weer geen zorgen te maken in Marseille, Annette is onze weervrouw.” Annette: “Al die kennis helpt natuurlijk, al moeten we toch op het moment zelf beslissen hoe we met het weer en de wind omgaan.” Odile: “Na jouw afstuderen zijn we naar Oman gegaan om te trainen. Toen ging alles nog goed, maar tijdens het volgende trainingskamp in Portugal kreeg ik covid. Ik was er altijd vrij nuchter over, totdat ik er deze zomer achter kwam dat ik astma heb. Vorig jaar moest ik al veel kuchen, en ik snapte niet waar dat door kwam. Het bleek astma te zijn, dat kun je blijkbaar op latere leeftijd ontwikkelen. Mijn longen moesten best lang herstellen.” Annette: “Toen jij ziek was, was ik veel aan het wielrennen. Tijdens een training gleed ik knullig onderuit. Ik had last van mijn nek en dat ging maar niet over. Uiteindelijk bleek dat mijn ruggengraat scheef stond. Dat heeft ook een tijd geduurd. Zeilen is een belastende sport voor je rug, die moet echt sterk zijn. Ik heb er drie maanden last van gehad.” Inmiddels zijn Odile en Annette back on track. Op het eerste evenement van het jaar, op Mallorca, wonnen ze zilver. De tweede wereldbeker, in Hyères, wonnen ze met overmacht. Annette: “Het Braziliaanse team is een grote concurrent van ons, zij zijn tweevoudig olympisch kampioen en varen al twaalf jaar samen. Zweden en Spanje zijn ook kanshebbers, dat zijn teams die goed zijn met harde wind. Wij zijn allround, dat is onze kracht.” Odile: “We zitten in een trainingsgroepje met de Zweedse meiden, de nummer twee van het WK van vorig jaar, een Pools team, de nummer vier, en een Noors team dat heel goed is met weinig wind. We hebben zoveel variatie dat we altijd worden uitgedaagd in trainingen.” De verwachtingen zijn hoog. Annette en Odile zijn immers regerend Europees- en wereldkampioen. Het WK dat deze zomer in Scheveningen wordt gehouden, is een mooie test. Annette: “Iedereen denkt: jullie hebben thuisvoordeel, maar we trainen hier bijna nooit. De omstandigheden zijn zo anders dan de plek waar de Spelen gehouden worden.” Na het WK in Scheveningen staat echt alles in het teken van de Spelen. Voor Annette, die al olympisch brons op zak heeft, wordt het haar derde deelname, voor Odile haar eerste. Odile: “Ik wil racen met die olympische ringen in mijn zeil, ervaren wat die druk van zo’n groot toernooi met mij doet en dan goed presteren. Ik krijg al kriebels als ik eraan denk.” Helden Magazine editie 67 Het eerste gedeelte van het verhaal van Odile van Aanholt en Annette Duetz komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen. De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord. Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, wielrenster Demi Vollering, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67!

Zeilen

Nicholas Heiner: ‘Wij zijn natuurlijk geen vissen’

De liefde voor het water zit bij Nicholas Heiner in de genen. Op zijn 32ste maakt hij zijn debuut op de Spelen, daarna kiest hij voor het oceaanzeilen. En daarmee treedt hij ook op dat vlak in de voetsporen van zijn vader en coach Roy. Victoria Koblenko stapte met hem in de boot. “Twee Heiners bij elkaar knettert.” Ben je nooit bang voor het water? “Nee, niet in mijn sport. Op het water ben ik helemaal in mijn element, maar onder water... Wij zijn natuurlijk geen vissen. Ik wil liever ademhalen. Maar als ik surf en er komt een grote golf die me onder water houdt, dan is het een ander verhaal. Niet zo lang geleden op Lanzarote merkte ik dat ik ook steeds grotere golven wil proberen en daarmee komen ook grotere nadelen. Je komt dan helemaal buiten adem boven, maar ik weet dat ik het overleef.” Hoe weet je dat zo zeker? “Ervaring. Je moet je rustig houden, spartelen kost meer energie. Hou jezelf klein, raak niet in paniek. Je komt vanzelf bovendrijven. Iedereen kan dertig seconden z’n adem inhouden.” Jouw vader Roy was ook zeiler en deed mee aan de gevaarlijke Ocean Race. Ben jij als kind nooit bang geweest als hij het water op ging? “Nee, ik heb als kind nooit bij de gevaren stilgestaan. Ik was twaalf tijdens de laatste Ocean Race van mijn vader, op die leeftijd kende ik die angsten niet. Het kwam wel even heel dichtbij in 2006, toen Hans Horrevoets overboord sloeg en overleed tijdens de Ocean Race. Mijn vader was destijds nauw betrokken bij Team ABN AMRO II, waar Hans op voer. Ik wil ooit ook de Ocean Race varen, vooral de etappe tussen Nieuw- Zeeland en Argentinië lijkt me fantastisch. Dan is de oceaan wel heel erg groot. Ik kan me voorstellen dat ik me dan heel klein voel. Dan is er geen redding nabij. Er zit als er daar iets gebeurt niet veel anders op dan je overgeven aan het water.” Knowhow Kun jij je eerste boot nog herinneren? “Die kreeg ik voor mijn zesde verjaardag en ik voer er meteen mee weg op een gracht in Enkhuizen. Ik weet nog het merk, het was een Spider Optimist.” Het zeilen is je door je vader met de paplepel ingegoten. “Klopt, zowel de topsport als het vele reizen. We gingen al sinds mijn geboorte achter mijn vader aan en nog voordat ik acht was, had ik Nieuw-Zeeland al vier keer bezocht. Dus op onbewust niveau leid ik dit leven al 32 jaar.” Wanneer kwam het bewustzijn? “Ik begon internationaal te varen op mijn zeventiende.” Heb je het gevoel dat je in de voetsporen van je vader móést treden? “Het is bij mij niet anders dan bij een kind van wie de vader een goede voetballer, tennisser of autocoureur is geweest. Je groeit er mee op en rolt erin. Je pa is gewoon je voorbeeld en dan is de kans groot dat je ook verliefd wordt op dezelfde sport. Mijn ouders hebben me nooit gepusht om te gaan zeilen, maar juist om andere sporten te gaan doen. Ik heb getennist en gevolleybald. En toen ik ging zeilen, was het ook niet zo dat mijn vader telkens met me meeging. Mijn moeder bracht me vaker weg. En als m’n vader het al deed, dan bleef hij koffie drinken en zei hij: ‘Daar staat de auto, haal de boot er maar zelf vanaf.’” 'Mijn vader was de eerste echte professionele zeiler in Nederland. Ik geloof in die grijze haren. Grijs en wijs. Die wijsheid wil ik gebruiken' Hij wilde je intrinsieke motivatie testen? “Dat denk ik. Hoe harder het waaide, des te vaker ik op het water wilde zijn. Het was in het begin kiezen tussen tennissen en zeilen in de weekenden.” Tennissen is wel een stuk goedkoper. “De Finn waarin ik nu vaar, kost 30.000 euro. En daar heb ik er drie van. Een boot voor de jeugd kost iets van 3000 euro. Dat is een ander verhaal dan een stel sportschoenen en een setje kleding aanschaffen, inderdaad. En toch is beginnen met zeilen laagdrempelig. Dat is zo mooi aan Nederland, overal is water. Vaak heeft een zeilclub ook wel een Optimist liggen, die je kunt huren.” Helden Magazine 57 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nicholas Heiner komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal. In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace. Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988. Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenband de mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger. Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af, wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was, pakten Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in 2016 de eerste Nederlandse olympische medaille in het beachvolleybal én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
De liefde voor het water zit bij Nicholas Heiner in de genen. Op zijn 32ste maakt hij zijn debuut op de Spelen, daarna kiest hij voor het oceaanzeilen. En daarmee treedt hij ook op dat vlak in de voetsporen van zijn vader en coach Roy. Victoria Koblenko stapte met hem in de boot. “Twee Heiners bij elkaar knettert.” Ben je nooit bang voor het water? “Nee, niet in mijn sport. Op het water ben ik helemaal in mijn element, maar onder water... Wij zijn natuurlijk geen vissen. Ik wil liever ademhalen. Maar als ik surf en er komt een grote golf die me onder water houdt, dan is het een ander verhaal. Niet zo lang geleden op Lanzarote merkte ik dat ik ook steeds grotere golven wil proberen en daarmee komen ook grotere nadelen. Je komt dan helemaal buiten adem boven, maar ik weet dat ik het overleef.” Hoe weet je dat zo zeker? “Ervaring. Je moet je rustig houden, spartelen kost meer energie. Hou jezelf klein, raak niet in paniek. Je komt vanzelf bovendrijven. Iedereen kan dertig seconden z’n adem inhouden.” Jouw vader Roy was ook zeiler en deed mee aan de gevaarlijke Ocean Race. Ben jij als kind nooit bang geweest als hij het water op ging? “Nee, ik heb als kind nooit bij de gevaren stilgestaan. Ik was twaalf tijdens de laatste Ocean Race van mijn vader, op die leeftijd kende ik die angsten niet. Het kwam wel even heel dichtbij in 2006, toen Hans Horrevoets overboord sloeg en overleed tijdens de Ocean Race. Mijn vader was destijds nauw betrokken bij Team ABN AMRO II, waar Hans op voer. Ik wil ooit ook de Ocean Race varen, vooral de etappe tussen Nieuw- Zeeland en Argentinië lijkt me fantastisch. Dan is de oceaan wel heel erg groot. Ik kan me voorstellen dat ik me dan heel klein voel. Dan is er geen redding nabij. Er zit als er daar iets gebeurt niet veel anders op dan je overgeven aan het water.” Knowhow Kun jij je eerste boot nog herinneren? “Die kreeg ik voor mijn zesde verjaardag en ik voer er meteen mee weg op een gracht in Enkhuizen. Ik weet nog het merk, het was een Spider Optimist.” Het zeilen is je door je vader met de paplepel ingegoten. “Klopt, zowel de topsport als het vele reizen. We gingen al sinds mijn geboorte achter mijn vader aan en nog voordat ik acht was, had ik Nieuw-Zeeland al vier keer bezocht. Dus op onbewust niveau leid ik dit leven al 32 jaar.” Wanneer kwam het bewustzijn? “Ik begon internationaal te varen op mijn zeventiende.” Heb je het gevoel dat je in de voetsporen van je vader móést treden? “Het is bij mij niet anders dan bij een kind van wie de vader een goede voetballer, tennisser of autocoureur is geweest. Je groeit er mee op en rolt erin. Je pa is gewoon je voorbeeld en dan is de kans groot dat je ook verliefd wordt op dezelfde sport. Mijn ouders hebben me nooit gepusht om te gaan zeilen, maar juist om andere sporten te gaan doen. Ik heb getennist en gevolleybald. En toen ik ging zeilen, was het ook niet zo dat mijn vader telkens met me meeging. Mijn moeder bracht me vaker weg. En als m’n vader het al deed, dan bleef hij koffie drinken en zei hij: ‘Daar staat de auto, haal de boot er maar zelf vanaf.’” 'Mijn vader was de eerste echte professionele zeiler in Nederland. Ik geloof in die grijze haren. Grijs en wijs. Die wijsheid wil ik gebruiken' Hij wilde je intrinsieke motivatie testen? “Dat denk ik. Hoe harder het waaide, des te vaker ik op het water wilde zijn. Het was in het begin kiezen tussen tennissen en zeilen in de weekenden.” Tennissen is wel een stuk goedkoper. “De Finn waarin ik nu vaar, kost 30.000 euro. En daar heb ik er drie van. Een boot voor de jeugd kost iets van 3000 euro. Dat is een ander verhaal dan een stel sportschoenen en een setje kleding aanschaffen, inderdaad. En toch is beginnen met zeilen laagdrempelig. Dat is zo mooi aan Nederland, overal is water. Vaak heeft een zeilclub ook wel een Optimist liggen, die je kunt huren.” Helden Magazine 57 Het eerste gedeelte van het verhaal van Nicholas Heiner komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal. In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace. Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988. Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenband de mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger. Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af, wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was, pakten Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in 2016 de eerste Nederlandse olympische medaille in het beachvolleybal én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Zeilen

‘Wij zijn natuurlijk geen vissen’

De liefde voor het water zit bij Nicholas Heiner in de genen. Op zijn 32ste maakt hij zijn debuut op de Spelen, daarna kiest hij voor het oceaanzeilen. En daarmee treedt hij ook op dat vlak in de voetsporen van zijn vader en coach Roy. Victoria Koblenko stapte met hem in de boot. “Twee Heiners bij elkaar knettert.” Ben je nooit bang voor het water? “Nee, niet in mijn sport. Op het water ben ik helemaal in mijn element, maar onder water... Wij zijn natuurlijk geen vissen. Ik wil liever ademhalen. Maar als ik surf en er komt een grote golf die me onder water houdt, dan is het een ander verhaal. Niet zo lang geleden op Lanzarote merkte ik dat ik ook steeds grotere golven wil proberen en daarmee komen ook grotere nadelen. Je komt dan helemaal buiten adem boven, maar ik weet dat ik het overleef.” Hoe weet je dat zo zeker? “Ervaring. Je moet je rustig houden, spartelen kost meer energie. Hou jezelf klein, raak niet in paniek. Je komt vanzelf bovendrijven. Iedereen kan dertig seconden z’n adem inhouden.” Jouw vader Roy was ook zeiler en deed mee aan de gevaarlijke Ocean Race. Ben jij als kind nooit bang geweest als hij het water op ging? “Nee, ik heb als kind nooit bij de gevaren stilgestaan. Ik was twaalf tijdens de laatste Ocean Race van mijn vader, op die leeftijd kende ik die angsten niet. Het kwam wel even heel dichtbij in 2006, toen Hans Horrevoets overboord sloeg en overleed tijdens de Ocean Race. Mijn vader was destijds nauw betrokken bij Team ABN AMRO II, waar Hans op voer. Ik wil ooit ook de Ocean Race varen, vooral de etappe tussen Nieuw- Zeeland en Argentinië lijkt me fantastisch. Dan is de oceaan wel heel erg groot. Ik kan me voorstellen dat ik me dan heel klein voel. Dan is er geen redding nabij. Er zit als er daar iets gebeurt niet veel anders op dan je overgeven aan het water.” Knowhow Kun jij je eerste boot nog herinneren? “Die kreeg ik voor mijn zesde verjaardag en ik voer er meteen mee weg op een gracht in Enkhuizen. Ik weet nog het merk, het was een Spider Optimist.” Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!
De liefde voor het water zit bij Nicholas Heiner in de genen. Op zijn 32ste maakt hij zijn debuut op de Spelen, daarna kiest hij voor het oceaanzeilen. En daarmee treedt hij ook op dat vlak in de voetsporen van zijn vader en coach Roy. Victoria Koblenko stapte met hem in de boot. “Twee Heiners bij elkaar knettert.” Ben je nooit bang voor het water? “Nee, niet in mijn sport. Op het water ben ik helemaal in mijn element, maar onder water... Wij zijn natuurlijk geen vissen. Ik wil liever ademhalen. Maar als ik surf en er komt een grote golf die me onder water houdt, dan is het een ander verhaal. Niet zo lang geleden op Lanzarote merkte ik dat ik ook steeds grotere golven wil proberen en daarmee komen ook grotere nadelen. Je komt dan helemaal buiten adem boven, maar ik weet dat ik het overleef.” Hoe weet je dat zo zeker? “Ervaring. Je moet je rustig houden, spartelen kost meer energie. Hou jezelf klein, raak niet in paniek. Je komt vanzelf bovendrijven. Iedereen kan dertig seconden z’n adem inhouden.” Jouw vader Roy was ook zeiler en deed mee aan de gevaarlijke Ocean Race. Ben jij als kind nooit bang geweest als hij het water op ging? “Nee, ik heb als kind nooit bij de gevaren stilgestaan. Ik was twaalf tijdens de laatste Ocean Race van mijn vader, op die leeftijd kende ik die angsten niet. Het kwam wel even heel dichtbij in 2006, toen Hans Horrevoets overboord sloeg en overleed tijdens de Ocean Race. Mijn vader was destijds nauw betrokken bij Team ABN AMRO II, waar Hans op voer. Ik wil ooit ook de Ocean Race varen, vooral de etappe tussen Nieuw- Zeeland en Argentinië lijkt me fantastisch. Dan is de oceaan wel heel erg groot. Ik kan me voorstellen dat ik me dan heel klein voel. Dan is er geen redding nabij. Er zit als er daar iets gebeurt niet veel anders op dan je overgeven aan het water.” Knowhow Kun jij je eerste boot nog herinneren? “Die kreeg ik voor mijn zesde verjaardag en ik voer er meteen mee weg op een gracht in Enkhuizen. Ik weet nog het merk, het was een Spider Optimist.” Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!

Paardrijden

Adelinde Cornelissen: ‘Natuurlijk kan een paard ziek worden, maar zoiets…’

Domme pech, dat ondervond Adelinde Cornelissen in Rio de Janeiro. Met Parzival had ze zich in de zomer van 2016 op de valreep voor de Olym­pische Spelen geplaatst. Maar een etmaal voor de wedstrijddag bleek haar in top­ vorm verkerende paard ineens doodziek. Successen zoals op de Spelen van Londen individueel zilver en brons met het team ­leken ineens lichtjaren ver weg. Herstel werd een race tegen de klok. Toch reed de dressuuramazone een dag later de ring in, maar het werd een ultra­ kort optreden. Nooit eerder sprak ze daar uitgebreid over. “Nu heb ik meer afstand en minder emoties. In Rio kon ik er geen zin­nig woord over zeggen. Ja, ik kon de pers vertellen wat er gebeurd was; meer lukte me niet. Het had Parzivals laatste edstrijd moeten zijn en voor hem wilde ik een mooi en waardig afscheid van de wedstrijdsport. Op de Spelen had hij nog één keer moeten shinen. Dat verdiende hij. Maar dat mislukte, door zoiets! Natuurlijk weet je dat een paard ziek kan worden. Maar met zoiets had ik nooit rekening gehouden. De aanloop naar Rio was al spannend. Met zijn negentien jaar zou Parzival ‘te oud’ zijn. Gelukkig hebben we het tegendeel kunnen bewijzen op het NK, een maand voor Rio. Toen konden ze niet meer om hem heen. Als ik niet alle vertrouwen in Parzivals niveau had ge­had, zou ik mijn medewerkers en mezelf alle poeha van de voorbereiding, reis en verblijf in Rio wel hebben bespaard. Er kwamen alleen maar berichten binnen dat het daar allemaal ‘nog niet klaar was’. Bij aankomst bleek dat ook te kloppen. Maar mij maakte dat niet uit. Al had ik op de vloer moeten slapen. Het is zoals het is; daar ben ik altijd makkelijk in. Veel belangrijker was dat het trainen in Rio supergoed ging en Parzivals vorm ook supergoed was. Ik ben heel gestruc­tureerd, werk altijd volgens een plan. Daar focus ik me dan op en ik heb daar­ door weinig tijd om met andere dingen bezig te zijn. Oogkleppen zijn het hulp­ middel tegen afleiding. Die olympische dagen waren wel heel anders dan thuis, waar ik de hele dag met alle paarden bezig ben. In Rio had ik alleen Parzival om voor te zorgen en dan kon ik nog maar een uurtje met hem trainen. Er bleven veel uren over. Daarom heb ik daar heel veel hardgelopen. De paarden stonden op een half uur van het olympisch dorp, waar wij sliepen. Daarom had ik een groom (paarden­ verzorger) mee: mijn vriend Aris van Manen, die elke ochtend om zes uur op stal kwam om Parzival te voeren. Op dat tijdstip was ik de dag voor de wedstrijd al in de eerste shuttlebus onderweg toen Aris belde. Hij meldde: ‘Parzival is niet goed, z’n kaak is helemaal dik; geen idee wat er met ’m aan de hand is.’ Aris belde daarna meteen Jan Greve, de bonds­ dierenarts. 'Ik had ook nog nooit een vergiftigd paard gehad, dus ik had geen flauw idee hoe zoiets zich ontwikkelde' Om gek van te worden natuurlijk, hele­maal als je in zo’n bus zit en geen kant op kunt. De teamveterinair en ik waren tegelijkertijd bij de stallen. Gelukkig was daar een supergoede dierenkliniek waar ze alles zijn gaan checken. Daar bleek dat Parzivals temperatuur en bloedwaardes van hoog naar laag en omgekeerd spron­gen en dat hij vergiftigd was door een beet of steek van een beest of een insect. Ze hebben hem aan het infuus gedaan ­schoonspoelen om het gif eruit te krijgen en de nieren te stimuleren ­en ik heb er de hele dag bij gezeten. Langzaamaan zagen we hem een soort van opknappen, alleen wilde hij nog niet eten en drinken. Af en toe heb ik geprobeerd ’m wortel­tjes te voeren en ik denk dat het al aan het einde van de middag was dat er iets naar binnen ging. Daar was ik superblij mee, ook omdat de dierenartsen hem fit verklaarden. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Adelinde Cornelissen komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Wil Carsten Nienhuis naar de Olympische Spelen als alpineskiër. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Domme pech, dat ondervond Adelinde Cornelissen in Rio de Janeiro. Met Parzival had ze zich in de zomer van 2016 op de valreep voor de Olym­pische Spelen geplaatst. Maar een etmaal voor de wedstrijddag bleek haar in top­ vorm verkerende paard ineens doodziek. Successen zoals op de Spelen van Londen individueel zilver en brons met het team ­leken ineens lichtjaren ver weg. Herstel werd een race tegen de klok. Toch reed de dressuuramazone een dag later de ring in, maar het werd een ultra­ kort optreden. Nooit eerder sprak ze daar uitgebreid over. “Nu heb ik meer afstand en minder emoties. In Rio kon ik er geen zin­nig woord over zeggen. Ja, ik kon de pers vertellen wat er gebeurd was; meer lukte me niet. Het had Parzivals laatste edstrijd moeten zijn en voor hem wilde ik een mooi en waardig afscheid van de wedstrijdsport. Op de Spelen had hij nog één keer moeten shinen. Dat verdiende hij. Maar dat mislukte, door zoiets! Natuurlijk weet je dat een paard ziek kan worden. Maar met zoiets had ik nooit rekening gehouden. De aanloop naar Rio was al spannend. Met zijn negentien jaar zou Parzival ‘te oud’ zijn. Gelukkig hebben we het tegendeel kunnen bewijzen op het NK, een maand voor Rio. Toen konden ze niet meer om hem heen. Als ik niet alle vertrouwen in Parzivals niveau had ge­had, zou ik mijn medewerkers en mezelf alle poeha van de voorbereiding, reis en verblijf in Rio wel hebben bespaard. Er kwamen alleen maar berichten binnen dat het daar allemaal ‘nog niet klaar was’. Bij aankomst bleek dat ook te kloppen. Maar mij maakte dat niet uit. Al had ik op de vloer moeten slapen. Het is zoals het is; daar ben ik altijd makkelijk in. Veel belangrijker was dat het trainen in Rio supergoed ging en Parzivals vorm ook supergoed was. Ik ben heel gestruc­tureerd, werk altijd volgens een plan. Daar focus ik me dan op en ik heb daar­ door weinig tijd om met andere dingen bezig te zijn. Oogkleppen zijn het hulp­ middel tegen afleiding. Die olympische dagen waren wel heel anders dan thuis, waar ik de hele dag met alle paarden bezig ben. In Rio had ik alleen Parzival om voor te zorgen en dan kon ik nog maar een uurtje met hem trainen. Er bleven veel uren over. Daarom heb ik daar heel veel hardgelopen. De paarden stonden op een half uur van het olympisch dorp, waar wij sliepen. Daarom had ik een groom (paarden­ verzorger) mee: mijn vriend Aris van Manen, die elke ochtend om zes uur op stal kwam om Parzival te voeren. Op dat tijdstip was ik de dag voor de wedstrijd al in de eerste shuttlebus onderweg toen Aris belde. Hij meldde: ‘Parzival is niet goed, z’n kaak is helemaal dik; geen idee wat er met ’m aan de hand is.’ Aris belde daarna meteen Jan Greve, de bonds­ dierenarts. 'Ik had ook nog nooit een vergiftigd paard gehad, dus ik had geen flauw idee hoe zoiets zich ontwikkelde' Om gek van te worden natuurlijk, hele­maal als je in zo’n bus zit en geen kant op kunt. De teamveterinair en ik waren tegelijkertijd bij de stallen. Gelukkig was daar een supergoede dierenkliniek waar ze alles zijn gaan checken. Daar bleek dat Parzivals temperatuur en bloedwaardes van hoog naar laag en omgekeerd spron­gen en dat hij vergiftigd was door een beet of steek van een beest of een insect. Ze hebben hem aan het infuus gedaan ­schoonspoelen om het gif eruit te krijgen en de nieren te stimuleren ­en ik heb er de hele dag bij gezeten. Langzaamaan zagen we hem een soort van opknappen, alleen wilde hij nog niet eten en drinken. Af en toe heb ik geprobeerd ’m wortel­tjes te voeren en ik denk dat het al aan het einde van de middag was dat er iets naar binnen ging. Daar was ik superblij mee, ook omdat de dierenartsen hem fit verklaarden. Helden Magazine 55 Het eerste gedeelte van het verhaal van Adelinde Cornelissen komt voort uit Helden Magazine nummer 55. De 55ste editie staat in het teken van Gouden duo’s. Kjeld Nuis en Joy Beune zijn naast collega’s ook geliefden. Over hun relatie was veel te doen. Voor het eerst doen ze samen hun verhaal. Naast het verhaal van Kjeld Nuis en Joy Beune lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo hebben Rafael van der Vaart en Theo Janssen veel gemeen. Ze zijn generatie genoten, linkspoten en levensgenieters. Daarnaast beleefde Femke Bol haar internationale doorbraak, doet Dylan Groenewegen voor het eerst uitgebreid zijn verhaal over De Val, waarbij collega Fabio Jakobsen zwaargewond raakte en blikt Wilco Kelderman terug op de bloedstollende ontknoping van zijn derde plek in de Giro. Ook in de 55ste editie van Helden spraken we vrienden en sinds kort weer ploeggenoten: Kai Verbij, Thomas Krol en Dai Dai N’Tab. Gingen we langs bij drievoudig olympisch kampioene, Jorien ter Mors over onder meer KiKa, Lara van Ruijven en de liefde. Is Tonny Vilhena gelukkig in Rusland bij FC Krasnodar en won Richard Krajicek 25 jaar geleden Wimbledon. Vandaag de dag heeft hij een andere uitdaging: toernooidirecteur van het ABN AMRO WTT zijn in coronatijd. Verder maakte speler van Atalanta Bergamo en Oranje, Hans Hateboer de verschrikkingen van corona in het zwaargetroffen Bergamo van dichtbij mee. Wil Carsten Nienhuis naar de Olympische Spelen als alpineskiër. Ziet paralympisch wielrenner Tristan Bangma bijna niets, maar door de nieuwste 5G-technologie kan hij ‘zien’ met zijn oren en staan we stil met Aniek Nouwen in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

BMX

Tokiogangers: ‘Iedereen zit in hetzelfde schuitje’

Ze zouden deze zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide roet in het eten. Paul Raats fotografeerde sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio. Harrie Lavreysen - Baanwielrennen - “Het zijn bijzondere tijden, waarin we zo goed mogelijk proberen door te trainen. Krachttraining doe ik in de achtertuin en de baantraining hou ik op de weg. Ik woon samen met mijn ploeggenoot Nils van ‘t Hoenderdaal, dus we kunnen met elkaar trainen, Dat is fijn. Inmiddels hebben we wat afgelegen weggetjes gevonden, want met 75 kilometer per uur op een fiets zonder rem een weg op schieten waar ook ander verkeer is, gaat niet. We missen alleen de vier bochten die we op de baan wel hebben. Het is niet anders. Het zat er al een tijdje aan te komen dat de Spelen zouden worden uitgesteld. We konden zien wat er gebeurde in de wereld en het is logisch dat het niet door kon gaan. De dag dat ik het hoorde, voelde ik me niet heel rot. Ik dacht meteen: doorpakken, op naar volgend jaar. Plannen na Tokio had ik nog niet gemaakt, maar het voelt wel alsof ik een jaar stilsta. Maar goed, iedereen zit in hetzelfde schuitje. De WK hebben we nog kunnen rijden eind februari. Sommige sporters hebben dit jaar überhaupt geen wedstrijden gehad, wat dat betreft hebben wij nog geluk gehad. Ik ben blij dat we daar hebben kunnen laten zien hoe goed we zijn. Met drie gouden plakken, op de teamsprint, keirin en individuele sprint, keerde ik huiswaarts. Natuurlijk is het voor onze ploeg balen dat de Spelen niet doorgaan, we stonden er allemaal zo goed voor. Maar ik zie nu geen reden om volgend jaar niet in dezelfde vorm te verkeren. Deze periode gebruik ik om nog sterker te worden en onze basis zo perfect mogelijk te maken. Stilstaan is achteruitgaan. En ik wil nog beter worden Alexander Brouwer - Beachvolleybal - “Mijn maatje Robert Meeuwsen met wie ik al tien jaar samenspeel, heb ik sinds maart niet meer gezien. Alleen via videogesprekken met andere vrienden, want we zitten in dezelfde vriendengroep. Naast sporten mis ik het sociale aspect enorm. Het is onwerkelijk dat ons wedstrijdseizoen is afgelopen voordat het amper was begonnen. We hadden pas één toernooi gespeeld. Het is ook bizar dat zoiets groots als de Spelen is uitgesteld. Maar ik was ook opgelucht dat ze, zoals het er nu naar uitziet, niet zijn afgelast. Vervelen doe ik me thuis niet, ik heb genoeg te doen. Ik spendeer veel tijd met mijn zoontje en sinds december wonen we in een nieuw huis waar nog veel aan moet gebeuren, vooral in de tuin. Ik ben een schuur aan het bouwen en de bestrating aan het aanleggen. Daar blijf ik meteen een beetje fit van. Mijn sponsor Red Bull heeft me een net gegeven dat ik in de tuin heb opgehangen. Zo kan ik een beetje trainen, smashen tegen de radiator die tegen de schutting aanstond. Ik heb er een video van gemaakt en die op Instagram gezet. Die is inmiddels viral gegaan, meer dan twee miljoen keer bekeken. Andere beachvolleyballers hebben mijn voorbeeld gevolgd, lachen toch? Maar om eerlijk te zijn, is mijn motivatie om thuis te trainen best ver te zoeken. Ik ben sowieso een kortetermijndenker en -planner en zie nu even niet het nut in van trainen. Wel probeer ik mijn basisconditie op pijl te houden. Stel dat er nog iets op het programma komt, dan moet ik snel wedstrijdfit kunnen worden. Toch ben ik al een paar kilo aan spiermassa verloren. Twijfelen om door te gaan, deden Robbert en ik niet. Ook onze nieuwe coach Victor Anfiloff heeft zijn commitment gegeven. We zijn alleen allemaal in de wachtrij geplaatst. Eind oktober verwachten mijn vrouw en ik ons tweede kindje. Even kwam nog ter sprake dat onze uitgestelde toernooien in oktober zouden worden ingehaald. Dat had niet echt handig uitgekomen. Nu de Spelen zijn uitgesteld, krijg ik gewoon een druk. Niek Kimmann - BMX - “In eerste instantie werden onze wereldbekers afgelast. Toch was er voor mij toen nog niet zoveel aan de hand. Al reed ik geen wedstrijden meer, ik kon ik me nog steeds goed voorbereiden op de Spelen, onder andere op onze indoor BMX-baan die we thuis in Dedemsvaart hebben. Samen met mijn broertje Justin kon ik goed doortrainen. Het besef dat ook de Spelen misschien niet door zouden gaan, kwam steeds meer. Met de dag veranderde er zoveel, dat het niet veilig en verstandig zou zijn om ze door te laten gaan. Toen het IOC met het besluit naar buiten kwam, was het wel even een schok. Maar het is de beste en eerlijkste beslissing. Wij konden thuis nog wat doen, sommige buitenlandse BMX’ers konden nog volledig trainen en anderen zaten misschien wel op een flat van 10 hoog. Hoe eerlijk is het dan nog? Een van de eerste dingen die je leert in de sport is om dingen te accepteren en je aan te passen. Wel heb ik wat gas teruggenomen na het besluit. Ik had ook minder motivatie om vol door te trainen. We zijn nu onze indoorbaan aan het verbouwen en bezig met een buitenbaan. Ik kom nu aan dingen toe waar ik normaal de tijd niet voor heb. Verder ben ik veel video’s aan het maken. Ik heb een reportage voor de NOS gemaakt en maak video’s voor de KNWU. Dat neemt veel tijd in beslag. Tussendoor train ik, zodat ik een redelijke basis heb als straks alles weer begint. Ik heb me daarom ook nog geen seconde verveeld. In mijn planning is er veel veranderd. Na de Spelen van Rio kwam ik in een soort zwart gat. Ik was even vergeten dat het leven gewoon door zou gaan. Dat wilde ik nu voorkomen, daarom had ik tot 2021 mijn agenda vol staan. Zo wilde ik graag de Amerikaanse serie rijden. Mijn coaches hadden al plannen uitstaan voor me. Die schuiven nu gewoon een jaartje op.” Kim Polling - Judo - “Ik woon in Turijn met mijn vriend Andrea Regis. Het coronavirus heeft heel Italië op een vreselijke manier op z’n kop gezet. Wij mogen alleen voor de echt noodzakelijke dingen naar buiten, verder moeten we binnen blijven. We hebben een speciale trainingsruimte thuis. Verder heb ik het geluk dat mijn vriend ook judoka is, dus ik kan in tegenstelling tot veel andere judoka’s ook echte judotrainingen doen met Andrea. Natuurlijk is zoals bij iedereen de lockdown ook een relatietest. Ik moet zeggen dat het bij ons heel goed gaat. Andrea is altijd zo relaxt, dus dat scheelt. Ik ben soms een beetje geïrriteerd tijdens de trainingen, maar dat ben ik altijd omdat de dingen bij mij nu eenmaal perfect moeten gaan. Ik heb ADHD, daarom plan ik dingen altijd goed. Dat er nu veel onzekerheid is, maakt mij normaal gesproken erg onrustig. Maar de laatste jaren heb ik geregeld met blessures te maken gehad. Eigenlijk komt deze periode overeen met de tijd dat ik geblesseerd was aan mijn rug en knie. Er is een groot verschil: toen vond ik het vooral moeilijk dat ik niets kon en de wedstrijden gewoon doorgingen. Nu kan niemand judoën en dat maakt het zelfs nog iets makkelijker de situatie te accepteren. Wanneer mogen wij judoka’s weer aan de bak? Judo is natuurlijk een contactsport, ik denk dat gezien de risico’s en de verplichte anderhalve meter afstand wij misschien wel de laatste sporters zijn die weer volop kunnen trainen en wedstrijden afwerken. Maar goed, dat is voor alle judoka’s lastig, met of zonder ADHD. Ik liep op schema wat betreft de Spelen, had geen last meer van blessures. Na het EK, dat op het programma stond in mei, zou duidelijk zijn of ik naar de Spelen mocht. Ik stond er goed voor. Wanneer nu de beslissing gaat vallen wie in mijn gewichtsklasse namens Nederland uitkomt in Tokio, weet ik nog niet. Maar goed, voor mij is dat minder erg. Voor iemand als Henk Grol, die echt aan het aftellen was naar de Spelen en daarna zou stoppen, is het veel erger. Ik ga sowieso door tot en met de Spelen van 2024. Door mijn blessures weet ik bovendien hoe het is om er tussenuit te moeten gaan om daarna weer terug te keren.” Kira Toussaint - Zwemmen - “Ik had het al aan zien komen dat de Spelen uitgesteld zouden worden, maar toch kwam het wel even binnen toen het besluit definitief was. Niet dat ik er een traan om heb gelaten, hoor. Dat komt vooral doordat ik de Olympische Spelen van Tokio nooit als eindstation van mijn carrière heb gezien. Ook al was dit jaar de focus natuurlijk op Tokio gericht, ik heb altijd als subdoel voor dit jaar de WK kortebaan in december in mijn achterhoofd gehad. Daar wil ik revanche nemen op 2018 – toen ik naar later bleek ten onrechte positief testte en het WK moest laten schieten- en wereldkampioen worden in een wereldrecord. Omdat dat WK, met de kennis die we nu hebben, nog gewoon doorgaat, is dat het volgende doel geworden. Dat we de afgelopen tijd niet konden zwemmen zoals we gewend waren, maakt het wel lastig. Mijn doel is fit blijven. Ik ga veel met de hond naar buiten, fietst vaak en doe oefeningen in huis. Mijn verloofde Jesse zit gelukkig samen met mij in quarantaine. Aangezien we normaal een langeafstandsrelatie hebben omdat we allebei een sportcarrière hebben – Jesse is waterpolo-international -, zie ik dit als een kans om lekker veel samen te zijn en spelletjes te spelen. We overleven het wel. Er zijn veel ergere dingen in de wereld.” Frédérique Matla - Hockey - “In 2014 heb ik al mogen proeven aan de Spelen, toen ik meedeed aan de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing, China. Een te gekke ervaring. Na de Spelen van Rio ben ik aangesloten bij het Nederlands team. Ik heb me dus vier jaar lang kunnen voorbereiden op mijn eerste Spelen. Ook al kwamen de Spelen steeds dichterbij, ze voelden nog best ver weg aangezien we nog midden in het hockeyseizoen zaten en er nog van alles kon gebeuren. Dat is ook gebleken. Het feit dat ik in het moment leef, verlichtte voor mij de klap toen bleek dat de Spelen deze zomer niet doorgingen. Neemt natuurlijk niet weg dat de Spelen hét ultieme doel voor veel topsporters is, zo ook voor mij. Ik keek en kijk er enorm naar uit. Maar gezondheid is op dit moment het belangrijkste. Bovendien zie ik deze gezondheidskwestie als een externe factor waar ik geen invloed op heb en waar ik me dus ook geen zorgen om kan maken. Ik hoop dat wij ook in deze periode met z’n allen kunnen ‘winnen’, door dit virus te verslaan. Deze periode biedt me welruimte om wat meer tijd te besteden aan – hoe ironisch - mijn studie Gezondheid & Maatschappij. Daarnaast blijf ik natuurlijk heel actief en leef ik nog steeds voor mijn sport. Zo ben ik vier à vijf keer per week verschillende soorten hardloopsessies aan het doen op een veld of in het park in de buurt van m’n huis. Daar werk ik ook twee keer per week mijn krachttraining af. Zo blijf ik toch een beetje fit, ondanks dat ik nog niet weet waarvoor.” Femke Heemskerk - Zwemmen - “Toen langzaam duidelijk werd dat de Spelen in gevaar kwamen, was dat natuurlijk wel heftig, daar werd ik in eerste instantie erg verdrietig van. Uiteindelijk was het nieuws dat de Spelen zouden worden uitgesteld juist een grote opluchting. In deze situatie zijn de Olympische Spelen niet belangrijk. Om zoiets te zeggen is vreemd, omdat tot begin maart alles om de Spelen draaide. Nu is het enige doel om gezond te blijven en samen met de rest van de wereld ervoor te zorgen dat er geen nieuwe mensen besmet raken met het coronavirus. Toen bleek dat we thuis moesten blijven, wilde ik zo snel mogelijk naar mijn vriend Guido toe. Omdat ik vreesde dat we elkaar anders lange tijd niet zouden zien. Ik zag Guido in Vancouver. Samen wilden we naar Amerika, waar hij woont, maar ik werd geweigerd voor de vlucht. Een belangrijke reden was dat we verloofd waren en niet getrouwd. We waren van plan in september te trouwen, maar hebben besloten dat toen snel te doen. We belden een ambtenaar, legden de situatie uit en zijn nog dezelfde middag in een koffietentje getrouwd en we hebben ook nog twee getuigen gevraagd, dat was zo geregeld. Binnen twee minuten was de plechtigheid voorbij. Bizar, maar ook heel bijzonder. Ik ben nu bij Guido in Californië en buiten hebben we een gym gemaakt, we hebben wat spinfietsen gehuurd en Guido heeft een klein zwembadje waar ik aan elastiek in kan zwemmen. Twee keer per week maken we ook nog een lange hike, dan zijn we er ook even uit. Je doet wat je kunt, en mijn enige doel is om mentaal en fysiek fit te blijven en het vormverlies zoveel mogelijk teminimaliseren. Als ik naar de positieve kant kijk, heb ik nog nooit zoveel tijd achter elkaar samen gehad met Guido, dat is super fijn. Maar de reden ervan is natuurlijk vreselijk.” Ranomi Kromowidjojo - Zwemmen - “Voor mij was het duidelijk dat de Spelen verplaatst zouden moeten worden met het oog op de mondiale gezondheid en veiligheid. Het betekent dat mijn carrière in ieder geval nog twaalf maanden langer gaat duren. Ik leef voor de Spelen, dus het was geen moeilijke keuze om mijn loopbaan met tenminste een jaar te verlengen. Er zijn nog wel veel vraagtekens hoe de komende maanden eruit gaan zien. Wanneer kunnen we weer normaal trainen, reizen en wedstrijden zwemmen? Ik focus me erg op wat er wél kan en wat ik wél heb, en gelukkig ben ik gezond en heb ik de mogelijkheid om in en rond het huis te trainen. Daarnaast zijn we bezig om een SWIMM in de tuin te plaatsen, een badje met stroming. Hopelijk kunnen mijn vriend Ferry Weertman en ik snel in onze achtertuin trainen. Lekker luxe! Maar nog meer hoop ik dat men van deze crisis leert en dat deze hele situatie snel voorbij is. Ferry Weertman - Openwaterzwemmen - “Toen ik hoorde dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld, voelde ik opluchting. Het zat er al een paar weken aan te komen, we konden al niet meer normaal trainen, wat sowieso geen ideale voorbereiding op de Spelen betekende en daarom had ik ook niet de olympische race kunnen laten zien die ik voor ogen heb. Sommige concurrenten konden wel gewoon doortrainen. Echt eerlijk was het dus sowieso niet geweest. Op dit niveau gaat het om een of twee procenten die het verschil maken. En deze beperkingen hadden mij zeker procenten gekost. Het uitstel zie ik nu als een mogelijkheid om nog beter te worden dan vorig jaar. Ik krijg de kans om te kijken wat er beter kan. Mentaal gezien moest ik het nieuws wel even laten landen, hoor. Na het verlossende woord heb ik een paar dagen vrij genomen. Ons seizoen was officieel afgelopen. Maar na die paar dagen begon eigenlijk meteenseizoen 2020-2021. Dat seizoen duurt nu heel lang, tot en met de Spelen van 2021. Twijfel of ik wel wilde doorgaan, had ik niet. Maar ik heb er wel even de tijd voor genomen, wilde het zeker weten en niet in the heat of the moment beslissen. Mijn vriendin Ranomi gaat ook door, dat scheelt. Na de Spelen stond er eigenlijk een lange vakantie op het programma. Ranomi en ik wilden een huisje huren in Italië. Dingen doen die je normaal gesproken als topsporter niet kunt doen. Nu zullen we in de zomer aan het trainen zijn. Dat is ook leuk. Ook wilde ik mijn opleiding bedrijfskunde afmaken vanaf september. Dat zal niet lukken, daarom ben ik nu maar alvast wat vakken aan het doen. Onze verwachtingen moesten even flink worden bijgesteld.” Marit Bouwmeester - Zeilen - “Deze winter zag ik mezelf al ergens op een tropisch eiland liggen, maar dat moet een jaar wachten. Het was natuurlijk duidelijk dat de Spelen niet door konden gaan, gezondheid is nu het belangrijkst. De situatie is nou eenmaal zo, die is voor iedereen hetzelfde. Ik ben vooral blij dat ik volgend jaar een kans krijg om mijn olympische titel te verdedigen. Mijn plannen moesten wel flink worden aangepast. Ik was echt met een eindsprint bezig richting de Spelen, maar dat houd je niet anderhalf jaar vol. Ik train nu in Scheveningen, alhoewel ik in het begin flink moest wennen aan de temperatuur van het water. Alsof je iedere keer een koude emmer met water in je gezicht gesmeten krijgt. Ook was het spannend naar welke maand de Spelen verplaatst zouden worden. De afgelopen jaren zat ik met mijn broer en coach Roelof in de maanden juni, juli en augustus in Tokio om het olympische water te leren kennen. In augustus heerst er een heel andere wind dan in bijvoorbeeld oktober. Daarom ben ik blij dat de Spelen volgend jaar op dezelfde data worden gehouden. Voor ons is het nu heel belangrijk dat we snel weer in Tokio kunnen trainen en wedstrijden kunnen varen. De onzekerheid wanneer dat weer kan, blijft.” Helden Magazine 52 Het  verhaal over alle 'Tokiogangers' komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. In deze editie gaan wij terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Ze zouden deze zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide roet in het eten. Paul Raats fotografeerde sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio. Harrie Lavreysen - Baanwielrennen - “Het zijn bijzondere tijden, waarin we zo goed mogelijk proberen door te trainen. Krachttraining doe ik in de achtertuin en de baantraining hou ik op de weg. Ik woon samen met mijn ploeggenoot Nils van ‘t Hoenderdaal, dus we kunnen met elkaar trainen, Dat is fijn. Inmiddels hebben we wat afgelegen weggetjes gevonden, want met 75 kilometer per uur op een fiets zonder rem een weg op schieten waar ook ander verkeer is, gaat niet. We missen alleen de vier bochten die we op de baan wel hebben. Het is niet anders. Het zat er al een tijdje aan te komen dat de Spelen zouden worden uitgesteld. We konden zien wat er gebeurde in de wereld en het is logisch dat het niet door kon gaan. De dag dat ik het hoorde, voelde ik me niet heel rot. Ik dacht meteen: doorpakken, op naar volgend jaar. Plannen na Tokio had ik nog niet gemaakt, maar het voelt wel alsof ik een jaar stilsta. Maar goed, iedereen zit in hetzelfde schuitje. De WK hebben we nog kunnen rijden eind februari. Sommige sporters hebben dit jaar überhaupt geen wedstrijden gehad, wat dat betreft hebben wij nog geluk gehad. Ik ben blij dat we daar hebben kunnen laten zien hoe goed we zijn. Met drie gouden plakken, op de teamsprint, keirin en individuele sprint, keerde ik huiswaarts. Natuurlijk is het voor onze ploeg balen dat de Spelen niet doorgaan, we stonden er allemaal zo goed voor. Maar ik zie nu geen reden om volgend jaar niet in dezelfde vorm te verkeren. Deze periode gebruik ik om nog sterker te worden en onze basis zo perfect mogelijk te maken. Stilstaan is achteruitgaan. En ik wil nog beter worden Alexander Brouwer - Beachvolleybal - “Mijn maatje Robert Meeuwsen met wie ik al tien jaar samenspeel, heb ik sinds maart niet meer gezien. Alleen via videogesprekken met andere vrienden, want we zitten in dezelfde vriendengroep. Naast sporten mis ik het sociale aspect enorm. Het is onwerkelijk dat ons wedstrijdseizoen is afgelopen voordat het amper was begonnen. We hadden pas één toernooi gespeeld. Het is ook bizar dat zoiets groots als de Spelen is uitgesteld. Maar ik was ook opgelucht dat ze, zoals het er nu naar uitziet, niet zijn afgelast. Vervelen doe ik me thuis niet, ik heb genoeg te doen. Ik spendeer veel tijd met mijn zoontje en sinds december wonen we in een nieuw huis waar nog veel aan moet gebeuren, vooral in de tuin. Ik ben een schuur aan het bouwen en de bestrating aan het aanleggen. Daar blijf ik meteen een beetje fit van. Mijn sponsor Red Bull heeft me een net gegeven dat ik in de tuin heb opgehangen. Zo kan ik een beetje trainen, smashen tegen de radiator die tegen de schutting aanstond. Ik heb er een video van gemaakt en die op Instagram gezet. Die is inmiddels viral gegaan, meer dan twee miljoen keer bekeken. Andere beachvolleyballers hebben mijn voorbeeld gevolgd, lachen toch? Maar om eerlijk te zijn, is mijn motivatie om thuis te trainen best ver te zoeken. Ik ben sowieso een kortetermijndenker en -planner en zie nu even niet het nut in van trainen. Wel probeer ik mijn basisconditie op pijl te houden. Stel dat er nog iets op het programma komt, dan moet ik snel wedstrijdfit kunnen worden. Toch ben ik al een paar kilo aan spiermassa verloren. Twijfelen om door te gaan, deden Robbert en ik niet. Ook onze nieuwe coach Victor Anfiloff heeft zijn commitment gegeven. We zijn alleen allemaal in de wachtrij geplaatst. Eind oktober verwachten mijn vrouw en ik ons tweede kindje. Even kwam nog ter sprake dat onze uitgestelde toernooien in oktober zouden worden ingehaald. Dat had niet echt handig uitgekomen. Nu de Spelen zijn uitgesteld, krijg ik gewoon een druk. Niek Kimmann - BMX - “In eerste instantie werden onze wereldbekers afgelast. Toch was er voor mij toen nog niet zoveel aan de hand. Al reed ik geen wedstrijden meer, ik kon ik me nog steeds goed voorbereiden op de Spelen, onder andere op onze indoor BMX-baan die we thuis in Dedemsvaart hebben. Samen met mijn broertje Justin kon ik goed doortrainen. Het besef dat ook de Spelen misschien niet door zouden gaan, kwam steeds meer. Met de dag veranderde er zoveel, dat het niet veilig en verstandig zou zijn om ze door te laten gaan. Toen het IOC met het besluit naar buiten kwam, was het wel even een schok. Maar het is de beste en eerlijkste beslissing. Wij konden thuis nog wat doen, sommige buitenlandse BMX’ers konden nog volledig trainen en anderen zaten misschien wel op een flat van 10 hoog. Hoe eerlijk is het dan nog? Een van de eerste dingen die je leert in de sport is om dingen te accepteren en je aan te passen. Wel heb ik wat gas teruggenomen na het besluit. Ik had ook minder motivatie om vol door te trainen. We zijn nu onze indoorbaan aan het verbouwen en bezig met een buitenbaan. Ik kom nu aan dingen toe waar ik normaal de tijd niet voor heb. Verder ben ik veel video’s aan het maken. Ik heb een reportage voor de NOS gemaakt en maak video’s voor de KNWU. Dat neemt veel tijd in beslag. Tussendoor train ik, zodat ik een redelijke basis heb als straks alles weer begint. Ik heb me daarom ook nog geen seconde verveeld. In mijn planning is er veel veranderd. Na de Spelen van Rio kwam ik in een soort zwart gat. Ik was even vergeten dat het leven gewoon door zou gaan. Dat wilde ik nu voorkomen, daarom had ik tot 2021 mijn agenda vol staan. Zo wilde ik graag de Amerikaanse serie rijden. Mijn coaches hadden al plannen uitstaan voor me. Die schuiven nu gewoon een jaartje op.” Kim Polling - Judo - “Ik woon in Turijn met mijn vriend Andrea Regis. Het coronavirus heeft heel Italië op een vreselijke manier op z’n kop gezet. Wij mogen alleen voor de echt noodzakelijke dingen naar buiten, verder moeten we binnen blijven. We hebben een speciale trainingsruimte thuis. Verder heb ik het geluk dat mijn vriend ook judoka is, dus ik kan in tegenstelling tot veel andere judoka’s ook echte judotrainingen doen met Andrea. Natuurlijk is zoals bij iedereen de lockdown ook een relatietest. Ik moet zeggen dat het bij ons heel goed gaat. Andrea is altijd zo relaxt, dus dat scheelt. Ik ben soms een beetje geïrriteerd tijdens de trainingen, maar dat ben ik altijd omdat de dingen bij mij nu eenmaal perfect moeten gaan. Ik heb ADHD, daarom plan ik dingen altijd goed. Dat er nu veel onzekerheid is, maakt mij normaal gesproken erg onrustig. Maar de laatste jaren heb ik geregeld met blessures te maken gehad. Eigenlijk komt deze periode overeen met de tijd dat ik geblesseerd was aan mijn rug en knie. Er is een groot verschil: toen vond ik het vooral moeilijk dat ik niets kon en de wedstrijden gewoon doorgingen. Nu kan niemand judoën en dat maakt het zelfs nog iets makkelijker de situatie te accepteren. Wanneer mogen wij judoka’s weer aan de bak? Judo is natuurlijk een contactsport, ik denk dat gezien de risico’s en de verplichte anderhalve meter afstand wij misschien wel de laatste sporters zijn die weer volop kunnen trainen en wedstrijden afwerken. Maar goed, dat is voor alle judoka’s lastig, met of zonder ADHD. Ik liep op schema wat betreft de Spelen, had geen last meer van blessures. Na het EK, dat op het programma stond in mei, zou duidelijk zijn of ik naar de Spelen mocht. Ik stond er goed voor. Wanneer nu de beslissing gaat vallen wie in mijn gewichtsklasse namens Nederland uitkomt in Tokio, weet ik nog niet. Maar goed, voor mij is dat minder erg. Voor iemand als Henk Grol, die echt aan het aftellen was naar de Spelen en daarna zou stoppen, is het veel erger. Ik ga sowieso door tot en met de Spelen van 2024. Door mijn blessures weet ik bovendien hoe het is om er tussenuit te moeten gaan om daarna weer terug te keren.” Kira Toussaint - Zwemmen - “Ik had het al aan zien komen dat de Spelen uitgesteld zouden worden, maar toch kwam het wel even binnen toen het besluit definitief was. Niet dat ik er een traan om heb gelaten, hoor. Dat komt vooral doordat ik de Olympische Spelen van Tokio nooit als eindstation van mijn carrière heb gezien. Ook al was dit jaar de focus natuurlijk op Tokio gericht, ik heb altijd als subdoel voor dit jaar de WK kortebaan in december in mijn achterhoofd gehad. Daar wil ik revanche nemen op 2018 – toen ik naar later bleek ten onrechte positief testte en het WK moest laten schieten- en wereldkampioen worden in een wereldrecord. Omdat dat WK, met de kennis die we nu hebben, nog gewoon doorgaat, is dat het volgende doel geworden. Dat we de afgelopen tijd niet konden zwemmen zoals we gewend waren, maakt het wel lastig. Mijn doel is fit blijven. Ik ga veel met de hond naar buiten, fietst vaak en doe oefeningen in huis. Mijn verloofde Jesse zit gelukkig samen met mij in quarantaine. Aangezien we normaal een langeafstandsrelatie hebben omdat we allebei een sportcarrière hebben – Jesse is waterpolo-international -, zie ik dit als een kans om lekker veel samen te zijn en spelletjes te spelen. We overleven het wel. Er zijn veel ergere dingen in de wereld.” Frédérique Matla - Hockey - “In 2014 heb ik al mogen proeven aan de Spelen, toen ik meedeed aan de Jeugd Olympische Spelen in Nanjing, China. Een te gekke ervaring. Na de Spelen van Rio ben ik aangesloten bij het Nederlands team. Ik heb me dus vier jaar lang kunnen voorbereiden op mijn eerste Spelen. Ook al kwamen de Spelen steeds dichterbij, ze voelden nog best ver weg aangezien we nog midden in het hockeyseizoen zaten en er nog van alles kon gebeuren. Dat is ook gebleken. Het feit dat ik in het moment leef, verlichtte voor mij de klap toen bleek dat de Spelen deze zomer niet doorgingen. Neemt natuurlijk niet weg dat de Spelen hét ultieme doel voor veel topsporters is, zo ook voor mij. Ik keek en kijk er enorm naar uit. Maar gezondheid is op dit moment het belangrijkste. Bovendien zie ik deze gezondheidskwestie als een externe factor waar ik geen invloed op heb en waar ik me dus ook geen zorgen om kan maken. Ik hoop dat wij ook in deze periode met z’n allen kunnen ‘winnen’, door dit virus te verslaan. Deze periode biedt me welruimte om wat meer tijd te besteden aan – hoe ironisch - mijn studie Gezondheid & Maatschappij. Daarnaast blijf ik natuurlijk heel actief en leef ik nog steeds voor mijn sport. Zo ben ik vier à vijf keer per week verschillende soorten hardloopsessies aan het doen op een veld of in het park in de buurt van m’n huis. Daar werk ik ook twee keer per week mijn krachttraining af. Zo blijf ik toch een beetje fit, ondanks dat ik nog niet weet waarvoor.” Femke Heemskerk - Zwemmen - “Toen langzaam duidelijk werd dat de Spelen in gevaar kwamen, was dat natuurlijk wel heftig, daar werd ik in eerste instantie erg verdrietig van. Uiteindelijk was het nieuws dat de Spelen zouden worden uitgesteld juist een grote opluchting. In deze situatie zijn de Olympische Spelen niet belangrijk. Om zoiets te zeggen is vreemd, omdat tot begin maart alles om de Spelen draaide. Nu is het enige doel om gezond te blijven en samen met de rest van de wereld ervoor te zorgen dat er geen nieuwe mensen besmet raken met het coronavirus. Toen bleek dat we thuis moesten blijven, wilde ik zo snel mogelijk naar mijn vriend Guido toe. Omdat ik vreesde dat we elkaar anders lange tijd niet zouden zien. Ik zag Guido in Vancouver. Samen wilden we naar Amerika, waar hij woont, maar ik werd geweigerd voor de vlucht. Een belangrijke reden was dat we verloofd waren en niet getrouwd. We waren van plan in september te trouwen, maar hebben besloten dat toen snel te doen. We belden een ambtenaar, legden de situatie uit en zijn nog dezelfde middag in een koffietentje getrouwd en we hebben ook nog twee getuigen gevraagd, dat was zo geregeld. Binnen twee minuten was de plechtigheid voorbij. Bizar, maar ook heel bijzonder. Ik ben nu bij Guido in Californië en buiten hebben we een gym gemaakt, we hebben wat spinfietsen gehuurd en Guido heeft een klein zwembadje waar ik aan elastiek in kan zwemmen. Twee keer per week maken we ook nog een lange hike, dan zijn we er ook even uit. Je doet wat je kunt, en mijn enige doel is om mentaal en fysiek fit te blijven en het vormverlies zoveel mogelijk teminimaliseren. Als ik naar de positieve kant kijk, heb ik nog nooit zoveel tijd achter elkaar samen gehad met Guido, dat is super fijn. Maar de reden ervan is natuurlijk vreselijk.” Ranomi Kromowidjojo - Zwemmen - “Voor mij was het duidelijk dat de Spelen verplaatst zouden moeten worden met het oog op de mondiale gezondheid en veiligheid. Het betekent dat mijn carrière in ieder geval nog twaalf maanden langer gaat duren. Ik leef voor de Spelen, dus het was geen moeilijke keuze om mijn loopbaan met tenminste een jaar te verlengen. Er zijn nog wel veel vraagtekens hoe de komende maanden eruit gaan zien. Wanneer kunnen we weer normaal trainen, reizen en wedstrijden zwemmen? Ik focus me erg op wat er wél kan en wat ik wél heb, en gelukkig ben ik gezond en heb ik de mogelijkheid om in en rond het huis te trainen. Daarnaast zijn we bezig om een SWIMM in de tuin te plaatsen, een badje met stroming. Hopelijk kunnen mijn vriend Ferry Weertman en ik snel in onze achtertuin trainen. Lekker luxe! Maar nog meer hoop ik dat men van deze crisis leert en dat deze hele situatie snel voorbij is. Ferry Weertman - Openwaterzwemmen - “Toen ik hoorde dat de Spelen een jaar zijn uitgesteld, voelde ik opluchting. Het zat er al een paar weken aan te komen, we konden al niet meer normaal trainen, wat sowieso geen ideale voorbereiding op de Spelen betekende en daarom had ik ook niet de olympische race kunnen laten zien die ik voor ogen heb. Sommige concurrenten konden wel gewoon doortrainen. Echt eerlijk was het dus sowieso niet geweest. Op dit niveau gaat het om een of twee procenten die het verschil maken. En deze beperkingen hadden mij zeker procenten gekost. Het uitstel zie ik nu als een mogelijkheid om nog beter te worden dan vorig jaar. Ik krijg de kans om te kijken wat er beter kan. Mentaal gezien moest ik het nieuws wel even laten landen, hoor. Na het verlossende woord heb ik een paar dagen vrij genomen. Ons seizoen was officieel afgelopen. Maar na die paar dagen begon eigenlijk meteenseizoen 2020-2021. Dat seizoen duurt nu heel lang, tot en met de Spelen van 2021. Twijfel of ik wel wilde doorgaan, had ik niet. Maar ik heb er wel even de tijd voor genomen, wilde het zeker weten en niet in the heat of the moment beslissen. Mijn vriendin Ranomi gaat ook door, dat scheelt. Na de Spelen stond er eigenlijk een lange vakantie op het programma. Ranomi en ik wilden een huisje huren in Italië. Dingen doen die je normaal gesproken als topsporter niet kunt doen. Nu zullen we in de zomer aan het trainen zijn. Dat is ook leuk. Ook wilde ik mijn opleiding bedrijfskunde afmaken vanaf september. Dat zal niet lukken, daarom ben ik nu maar alvast wat vakken aan het doen. Onze verwachtingen moesten even flink worden bijgesteld.” Marit Bouwmeester - Zeilen - “Deze winter zag ik mezelf al ergens op een tropisch eiland liggen, maar dat moet een jaar wachten. Het was natuurlijk duidelijk dat de Spelen niet door konden gaan, gezondheid is nu het belangrijkst. De situatie is nou eenmaal zo, die is voor iedereen hetzelfde. Ik ben vooral blij dat ik volgend jaar een kans krijg om mijn olympische titel te verdedigen. Mijn plannen moesten wel flink worden aangepast. Ik was echt met een eindsprint bezig richting de Spelen, maar dat houd je niet anderhalf jaar vol. Ik train nu in Scheveningen, alhoewel ik in het begin flink moest wennen aan de temperatuur van het water. Alsof je iedere keer een koude emmer met water in je gezicht gesmeten krijgt. Ook was het spannend naar welke maand de Spelen verplaatst zouden worden. De afgelopen jaren zat ik met mijn broer en coach Roelof in de maanden juni, juli en augustus in Tokio om het olympische water te leren kennen. In augustus heerst er een heel andere wind dan in bijvoorbeeld oktober. Daarom ben ik blij dat de Spelen volgend jaar op dezelfde data worden gehouden. Voor ons is het nu heel belangrijk dat we snel weer in Tokio kunnen trainen en wedstrijden kunnen varen. De onzekerheid wanneer dat weer kan, blijft.” Helden Magazine 52 Het  verhaal over alle 'Tokiogangers' komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord. In deze editie gaan wij terug in de tijd. Pieter van den Hoogenband won twintig jaar geleden olympisch goud op de 100 en 200 meter vrije slag en Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France. Daarnaast was John Heitinga met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel en won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord. Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië. Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Zeilen

Marit Bouwmeester: ‘Ik ben obsessief bezig’

Marit Bouwmeester is hard op weg de succesvolste zeilster ooit te worden. Wereldwijd. In aanloop naar het WK (17 - 24 juli) spraken we haar over haar lichaam, slaapwandelen, broederliefde en gedumpt worden. Slaap kindje slaap, daar buiten loopt… “Vannacht was het weer raak. Als ik heel moe ben of als de ruimte waarin ik slaap heel donker is, begin ik te slaapwandelen. Ik word geregeld wakker van m’n eigen geschreeuw. Of ik schrik zwetend wakker met een heel hoge hartslag. Maar ik doe ook de gekste dingen in m’n slaap. Het is voorgekomen dat ik wakker werd op het balkon in de zeikende regen. Ik ben ook weleens tegen een schilderij opgelopen, dat daardoor brak. Of ik zag ’s ochtends in de spiegel de afdruk van de zijkant van de deur verticaal over m’n gezicht lopen. Daar was ik blijkbaar tegen aangelopen… Ik ben ook weleens wakker geworden met een gordijn op m’n hoofd, had ik alle haakjes ervan ’s nachts los gemaakt. Ik ben gelukkig nog nooit de straat op geslaapwandeld. Maar als ik op een hogere etage verblijf, zet ik wel altijd m’n racefiets of een paar stoelen voor de deur naar het balkon. Dan maak ik er een soort van obstacle run van en hoop ik maar dat ik of iemand anders wakker wordt, als ik tegen de stoelen of de fiets aanloop. Mijn broer Roelof is m’n coach, hij weet er natuurlijk ook alles van. Af en toe sta ik in m’n slaap te bonken op de deur of de muur. Eerder deelde ik vaak een kamer met trainingsmaatje Claire Blom, zij zat soms met een hartslag van 200 rechtop in haar bed. Mijn vriend Diederick maakt ook de raarste dingen mee. Niet zo lang geleden waren we samen naar een wedstrijd van Rico Verhoeven geweest. ’s Nachts zat ik in m’n slaap met m’n ellebogen op Diederick in te rammen. Ik hoop echt dat Diederick en ik voor altijd samen blijven, maar mijn onderbewuste doet er van alles aan dat dit niet zo is. Ja, dat slaapwandelen is wel een dingetje. Ik ben er nooit overheen gegroeid. Soms schaam ik me er ook wel voor. Ik ben dertig jaar en ben nóg aan het slaapwandelen. Je hebt hele slaapprotocollen. Ik merk dat mediteren goed bij mij werkt. Ik moet ook voorkomen dat ik vlak voor het slapen gaan te veel naar beeldschermen kijk. Of dat ik te weinig rust heb gepakt. Want dan kom ik in een heel diepe slaap en dan weten we wel wat er gebeurt…” 'Ja, dat slaapwandelen is wel een dingetje. Ik ben er nooit overheen gegroeid. Soms schaam ik me er ook wel voor.' Help mijn man is klusser “Diederick en ik hebben elkaar leren kennen in de sportschool. Er werd een crossfitevenement georganiseerd in Groningen. Ik was gevraagd als jurylid en Diederick was een van de deelnemers. Toen we samen gingen wonen, zaten we eerst weggestopt in een flatje. We wilden al een tijdje een groter huis, maar wel in Den Haag omdat het nationaal trainingscentrum in Scheveningen zit. Het idee was dat we voor een huis zouden gaan waar we meteen in konden, dat helemaal klaar was, want we hebben het allebei druk. Nou, dat is dus niet gelukt. We bezichtigden het huis van een 85-jarig vrouwtje en waren er meteen verliefd op. En zij gunde ons het huis, want er werd flink overboden. Maar ja, die mevrouw had daar zestig jaar gewoond... Er restte ons niets anders dan een fikse verbouwing. We hebben er steunmuren uitgehaald, stalen balken aangebracht, het riool is aangepast, de vloeren en plafonds zijn helemaal vernieuwd. Je kunt het zo gek niet verzinnen of we hebben het aangepakt. Geregeld liep ik ook met de kruiwagen in het rond, ik hielp metselen of was aan het schuren. Van m’n trainers mocht het eigenlijk niet, maar ik voelde me af en toe bezwaard om m’n vriend en ouders zo hard aan het werk te zien. Ze noemen samen een huis verbouwen vaak de ultieme relatietest, nou dan zijn we geslaagd. Diederick en ik hebben alleen maar heel veel lol gehad. Natuurlijk waren er soms wat frustraties, maar die hadden we nooit om elkaar. Misschien hielp het ook dat mijn ouders veel deden en vaak aanwezig waren.” Survival of the fittest “Mensen denken bij zeilen: lekker het water op, zonnetje erbij. Maar er komt veel meer bij kijken. Bij de Spelen moet ik straks negen dagen lang en twee wedstrijden per dag van een uur vlammen. Ik zit tijdens een wedstrijddag al snel drie uur op het water, dus een goede conditie is een must. Maar in de boot moet je ook sterk en explosief zijn. Ik gebruik bijna elke spier in m’n lichaam, maar met name mijn buik-, rug-, arm- en beenspieren moet ik goed trainen. Voor de krachttrainingen zit ik vaak in de sportschool en voor mijn conditie fiets ik veel. Het is nog best een puzzel voor mijn fysieke trainer geweest om een goed trainingsprogramma samen te stellen. Omdat te veel duurtraining weer ten koste gaat van de explosiviteit. Met de jaren ben ik beter naar mijn lichaam gaan luisteren. Ik heb van nature niet de sterkste rug, maar ik dacht altijd: niet zeuren, dat lichaam moet maar gewoon naar mij luisteren. Mijn motto is altijd geweest: ik geloof niet in talent, ik geloof in keihard werken. Nu train ik niet alleen zes dagen in de week keihard, maar ook slim. Ik bouw vaker rust in, let nog beter op mijn voeding. Ik wil zo sterk en fit zijn in Tokio dat ik zelfs op tachtig procent nog goed genoeg ben om olympisch kampioen te worden. Zo hard train ik dat een wedstrijdweek voor mij fysiek voelt als een makkelijk weekje. Dat neemt niet weg dat als ik na een wedstrijd het water afkom, ik alle spieren voel. En ik voel m’n handen. Ik draag handschoentjes, want niets is pijnlijker dan bloedblaren op m’n handen waar steeds zeewater overheen gaat. Maar m’n vingers zetten wel uit, m’n ringen kan ik dan niet meer om. Als ik straks gestopt ben met topsport, zal ik door blijven gaan met fysieke training. Het is echt m’n passie geworden. Dan zal het allemaal meer ontspannen gaan. Nu zit ik dagelijks drie uur op de fiets met de gedachte: dit moet ik doen om in Tokio goud te winnen. Na m’n carrière kan ik als ik fiets ook wat meer van de omgeving gaan genieten.” Helden Magazine editie 47 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit Helden Magazine nummer 47, waar Lieke Martens samen met Ronald Koeman de cover siert. Helden Magazine editie 47 is een dubbeldik jubileumnummer. Helden bestaat 10 jaar en in dit nummer blikken wij onder andere vooruit op het Wereldkampioenschap vrouwenvoetbal. De OranjeLeeuwinnen veroverden twee jaar terug de Europese titel én de harten van alle Nederlanders. In de WK special komen nog meer speelsters als Shanice van de Sanden, Vivianne Miedema en Jill Roord en bondscoach Sarina Wiegman aan het woord. Verder ging Frits Barend langs in Esbjerg bij Rafael van der Vaart & Estavana Polman en vertellen Sjinkie & Fenna Knegt voor het eerst samen over de dag dat de shorttracker zware brandwonden opliep. Een editie met heel veel inspirerende sportverhalen, waar helaas de turnterreur helaas nog steeds geen verleden tijd is. Dylan Groenwegen de nieuwe topsprinter van het peleton is en Steven Kruijswijk de fietsende familieman. Daarnaast ging Inge de Bruijn na haar zwemcarrière op zoek naar zichzelf. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.
Marit Bouwmeester is hard op weg de succesvolste zeilster ooit te worden. Wereldwijd. In aanloop naar het WK (17 - 24 juli) spraken we haar over haar lichaam, slaapwandelen, broederliefde en gedumpt worden. Slaap kindje slaap, daar buiten loopt… “Vannacht was het weer raak. Als ik heel moe ben of als de ruimte waarin ik slaap heel donker is, begin ik te slaapwandelen. Ik word geregeld wakker van m’n eigen geschreeuw. Of ik schrik zwetend wakker met een heel hoge hartslag. Maar ik doe ook de gekste dingen in m’n slaap. Het is voorgekomen dat ik wakker werd op het balkon in de zeikende regen. Ik ben ook weleens tegen een schilderij opgelopen, dat daardoor brak. Of ik zag ’s ochtends in de spiegel de afdruk van de zijkant van de deur verticaal over m’n gezicht lopen. Daar was ik blijkbaar tegen aangelopen… Ik ben ook weleens wakker geworden met een gordijn op m’n hoofd, had ik alle haakjes ervan ’s nachts los gemaakt. Ik ben gelukkig nog nooit de straat op geslaapwandeld. Maar als ik op een hogere etage verblijf, zet ik wel altijd m’n racefiets of een paar stoelen voor de deur naar het balkon. Dan maak ik er een soort van obstacle run van en hoop ik maar dat ik of iemand anders wakker wordt, als ik tegen de stoelen of de fiets aanloop. Mijn broer Roelof is m’n coach, hij weet er natuurlijk ook alles van. Af en toe sta ik in m’n slaap te bonken op de deur of de muur. Eerder deelde ik vaak een kamer met trainingsmaatje Claire Blom, zij zat soms met een hartslag van 200 rechtop in haar bed. Mijn vriend Diederick maakt ook de raarste dingen mee. Niet zo lang geleden waren we samen naar een wedstrijd van Rico Verhoeven geweest. ’s Nachts zat ik in m’n slaap met m’n ellebogen op Diederick in te rammen. Ik hoop echt dat Diederick en ik voor altijd samen blijven, maar mijn onderbewuste doet er van alles aan dat dit niet zo is. Ja, dat slaapwandelen is wel een dingetje. Ik ben er nooit overheen gegroeid. Soms schaam ik me er ook wel voor. Ik ben dertig jaar en ben nóg aan het slaapwandelen. Je hebt hele slaapprotocollen. Ik merk dat mediteren goed bij mij werkt. Ik moet ook voorkomen dat ik vlak voor het slapen gaan te veel naar beeldschermen kijk. Of dat ik te weinig rust heb gepakt. Want dan kom ik in een heel diepe slaap en dan weten we wel wat er gebeurt…” 'Ja, dat slaapwandelen is wel een dingetje. Ik ben er nooit overheen gegroeid. Soms schaam ik me er ook wel voor.' Help mijn man is klusser “Diederick en ik hebben elkaar leren kennen in de sportschool. Er werd een crossfitevenement georganiseerd in Groningen. Ik was gevraagd als jurylid en Diederick was een van de deelnemers. Toen we samen gingen wonen, zaten we eerst weggestopt in een flatje. We wilden al een tijdje een groter huis, maar wel in Den Haag omdat het nationaal trainingscentrum in Scheveningen zit. Het idee was dat we voor een huis zouden gaan waar we meteen in konden, dat helemaal klaar was, want we hebben het allebei druk. Nou, dat is dus niet gelukt. We bezichtigden het huis van een 85-jarig vrouwtje en waren er meteen verliefd op. En zij gunde ons het huis, want er werd flink overboden. Maar ja, die mevrouw had daar zestig jaar gewoond... Er restte ons niets anders dan een fikse verbouwing. We hebben er steunmuren uitgehaald, stalen balken aangebracht, het riool is aangepast, de vloeren en plafonds zijn helemaal vernieuwd. Je kunt het zo gek niet verzinnen of we hebben het aangepakt. Geregeld liep ik ook met de kruiwagen in het rond, ik hielp metselen of was aan het schuren. Van m’n trainers mocht het eigenlijk niet, maar ik voelde me af en toe bezwaard om m’n vriend en ouders zo hard aan het werk te zien. Ze noemen samen een huis verbouwen vaak de ultieme relatietest, nou dan zijn we geslaagd. Diederick en ik hebben alleen maar heel veel lol gehad. Natuurlijk waren er soms wat frustraties, maar die hadden we nooit om elkaar. Misschien hielp het ook dat mijn ouders veel deden en vaak aanwezig waren.” Survival of the fittest “Mensen denken bij zeilen: lekker het water op, zonnetje erbij. Maar er komt veel meer bij kijken. Bij de Spelen moet ik straks negen dagen lang en twee wedstrijden per dag van een uur vlammen. Ik zit tijdens een wedstrijddag al snel drie uur op het water, dus een goede conditie is een must. Maar in de boot moet je ook sterk en explosief zijn. Ik gebruik bijna elke spier in m’n lichaam, maar met name mijn buik-, rug-, arm- en beenspieren moet ik goed trainen. Voor de krachttrainingen zit ik vaak in de sportschool en voor mijn conditie fiets ik veel. Het is nog best een puzzel voor mijn fysieke trainer geweest om een goed trainingsprogramma samen te stellen. Omdat te veel duurtraining weer ten koste gaat van de explosiviteit. Met de jaren ben ik beter naar mijn lichaam gaan luisteren. Ik heb van nature niet de sterkste rug, maar ik dacht altijd: niet zeuren, dat lichaam moet maar gewoon naar mij luisteren. Mijn motto is altijd geweest: ik geloof niet in talent, ik geloof in keihard werken. Nu train ik niet alleen zes dagen in de week keihard, maar ook slim. Ik bouw vaker rust in, let nog beter op mijn voeding. Ik wil zo sterk en fit zijn in Tokio dat ik zelfs op tachtig procent nog goed genoeg ben om olympisch kampioen te worden. Zo hard train ik dat een wedstrijdweek voor mij fysiek voelt als een makkelijk weekje. Dat neemt niet weg dat als ik na een wedstrijd het water afkom, ik alle spieren voel. En ik voel m’n handen. Ik draag handschoentjes, want niets is pijnlijker dan bloedblaren op m’n handen waar steeds zeewater overheen gaat. Maar m’n vingers zetten wel uit, m’n ringen kan ik dan niet meer om. Als ik straks gestopt ben met topsport, zal ik door blijven gaan met fysieke training. Het is echt m’n passie geworden. Dan zal het allemaal meer ontspannen gaan. Nu zit ik dagelijks drie uur op de fiets met de gedachte: dit moet ik doen om in Tokio goud te winnen. Na m’n carrière kan ik als ik fiets ook wat meer van de omgeving gaan genieten.” Helden Magazine editie 47 Het eerste gedeelte van het verhaal van Marit Bouwmeester komt voort uit Helden Magazine nummer 47, waar Lieke Martens samen met Ronald Koeman de cover siert. Helden Magazine editie 47 is een dubbeldik jubileumnummer. Helden bestaat 10 jaar en in dit nummer blikken wij onder andere vooruit op het Wereldkampioenschap vrouwenvoetbal. De OranjeLeeuwinnen veroverden twee jaar terug de Europese titel én de harten van alle Nederlanders. In de WK special komen nog meer speelsters als Shanice van de Sanden, Vivianne Miedema en Jill Roord en bondscoach Sarina Wiegman aan het woord. Verder ging Frits Barend langs in Esbjerg bij Rafael van der Vaart & Estavana Polman en vertellen Sjinkie & Fenna Knegt voor het eerst samen over de dag dat de shorttracker zware brandwonden opliep. Een editie met heel veel inspirerende sportverhalen, waar helaas de turnterreur helaas nog steeds geen verleden tijd is. Dylan Groenwegen de nieuwe topsprinter van het peleton is en Steven Kruijswijk de fietsende familieman. Daarnaast ging Inge de Bruijn na haar zwemcarrière op zoek naar zichzelf. Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.