Het zou donderdag 4 juli 2002 een heroïsch gevecht worden, al leek het daar aanvankelijk in de verste verte niet op. Bij een 2-0 voorsprong in sets kreeg Lleyton Hewitt vier matchpoints. Maar Sjeng Schalken, als achttiende geplaatst, vocht zich naar een vijfde set. De bloedstollende kwartfinale op Wimbledon eindigde in 6-2, 6-2, 6-7, 1-6, 7-5 voor de Australische nummer één van de wereld.
“Het was in korte tijd de derde keer dat ik Hewitt trof. Ondanks twee nederlagen was ik bekend met zijn spel en achtte ik me niet kansloos voor die derde wedstrijd op Wimbledon. Ons spel kwam aardig overeen en hij zal in die voorgaande ontmoetingen ook gemerkt hebben dat het bepaald geen walk overs waren geweest. Op Roland Garros, in de derde ronde, had ik een set gepakt en op Queens speelden we een halve finale. Ik had ook net het ATP-grastoernooi in Rosmalen gewonnen en daar zelfs Roger Federer, toen weliswaar nog een opkomend talent, verslagen. En op Wimbledon was ik op een Grand Slam voor het eerst verder gekomen dan de derde ronde – echt een mijlpaal – en stond zelfs in de kwartfinale. Dus was er vertrouwen. Na mijn partij in de vierde ronde tegen Jan Vacek had ik zoals na elke overwinning een blij, opgelucht en onoverwinnelijk gevoel. Met hem als tegenstander mocht ik, zo ver in het toernooi, m’n handen dichtknijpen. Want in plaats van een ongeplaatste Tsjech had ik ook Roger Federer of Mario Ancic kunnen treffen. Maar die waren al uitgeschakeld. Van de overwinning in drie sets op Vacek heb ik onder de douche genoten. Die douches op Wimbledon zijn heerlijk: een enorme waterstraal, alsof een emmer over je wordt leeggegooid.
Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!