Het was een bewogen jaar voor Lionel Messi. Hij won op zijn 34ste zijn eerste hoofdprijs met Argentinië. Een maand later vertrok hij in tranen van het in financiële nood verkerende Barcelona naar Paris Saint-Germain. Onlangs kreeg hij voor de zevende keer de Ballon d’Or uitgereikt. We blikken terug met Ronald Koeman, Henk ten Cate, Giovanni van Bronckhorst, Ruud Gullit, Edwin Winkels en Ron Vlaar.
De vreugdetranen van een maand eerder, toen hij met Argentinië de Copa América, de Zuid-Amerikaanse tegenhanger van het EK, had gewonnen en zijn land voor het eerst een hoofdprijs had bezorgd, waren net opgedroogd. De tranen van 8 augustus verraadden groot verdriet. Zelfs voor Lionel Messi, volgens velen de beste voetballer ooit, bleek er geen weg meer terug. Na 778 officiële duels voor Barcelona, waarin hij 672 keer scoorde, tien landstitels en vier Champions League-zeges vierde, moest hij de club verlaten waarvoor hij in februari 2001 op zijn dertiende samen met zijn familie geboorteland Argentinië had verlaten. De financiële problemen van Barça bleken zo groot – alleen al in het seizoen 2020/2021 werd een verlies van een half miljard geleden – dat de club genoodzaakt was hem te laten gaan.
Messi vond op zijn 34ste onderdak bij Paris Saint-Germain. Al snel was er kritiek. De Messi die ze de eerste maan- den in Parijs voorgeschoteld kregen, leek niet op de Messi die iedereen liet water- tanden in Barcelona. Kritiek was er ook toen hij eind november voor de zevende keer de Ballon d’Or overhandigd kreeg. Hij heeft nu twee Gouden Ballen meer dan zijn rivaal Cristiano Ronaldo, maar velen vonden dat Bayern München-spits Robert Lewandowski meer aanspraak maakte op de titel beste voetballer van de wereld.
Kortom, het was een bewogen jaar voor Lionel Messi.
Klote dag
“Messi is met afstand de beste speler met wie ik als trainer te maken heb gehad,” zegt Ronald Koeman, die vorig seizoen met Lionel Messi werkte bij Barcelona. “Alles wat je een jonge voetballer zou willen leren, beheerst hij. Messi heeft een geweldig inzicht, een absolute controle over de bal, een geweldige eerste aanname. Elke bal speelt hij precies met de juiste snelheid en hij heeft voortdurend oog voor de situatie om hem heen. Messi heeft geen trainer nodig. Als coach moet je niet anders doen dan het elftal om hem heen bouwen, zodat hij zijn acties kan maken. Dus moet je spelers om hem heen zetten die lopen en ruimtes maken. En niet te veel spelers die de bal ook graag hebben.”
Koeman zag van nabij hoe goed Messi zich dag in dag uit verzorgde. Het is de reden dat hij zo weinig geblesseerd is. “Hij was heel consciëntieus aan het werk in de gym, deed heel nauwgezet oefeningen om fit te blijven. En hij speelde alles, klaagde nooit. Hij is een echte winnaar. Elk spelletje dat we speelden op de training wilde hij winnen. Iedere kans benutte hij. Als het moest, deed hij het met een prachtig lobje, maar het liefst scoorde hij zo zakelijk mogelijk. Als die bal maar zat. En hij is ook een team-speler. Als een medespeler er beter voor stond, speelde hij hem altijd af. Dat is ook een bewijs van bijzondere klasse.” Volgens Koeman is Messi als voetballer te vergelijken met Johan Cruijff, die in de jaren zeventig Ajax, Oranje en Barcelona bij de hand nam.
Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle en Tijdschrift.nl. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!