Word abonnee

Wielrennen

Anna van der Breggen: ‘Ik besta niet bij de gratie van mijn uitslagen’

ANP

Wielrennen

Anna van der Breggen: ‘Ik besta niet bij de gratie van mijn uitslagen’

door: Marijn de Vries
2 november 2020
17 tot 22 minuten lezen

Anna van der Breggen (30) won dit jaar weer veel en vaak. Ze pakte de wereldtitels op de weg en in de tijdrit, won het Nederlands kampioenschap, de Giro Rosa en andermaal de Waalse Pijl. Haar prijzenkast puilt uit. En dan te bedenken dat de renster van Boels-Dolmans het fietsen bijna vaarwel gaat zeggen. We gingen bij onze Heldin van het Jaar langs.

Het is bijna zover. Ze voelt ook dat ze er klaar voor is. Ondanks al die mensen die zeggen dat ze met haar dertig jaar zo jong is om te stoppen, weet Anna van der Breggen het zeker: dit is de juiste keuze. Ze heeft alles gedaan, alles gewonnen. Het is tijd. En daarom geniet ze in de laatste maanden extra van haar wielercarrière, ook al staan ze bol van de onzekerheid. Juist daarom geniet ze ook wel, misschien: ze denkt niet aan alle koersen die geschrapt zijn en misschien geschrapt zullen worden. Nee, elke wedstrijd die er wel is, is een bonus.

“Ik denk dat iedereen zo gekoerst heeft dit seizoen: ik rij deze wedstrijd maar, en ik probeer zo goed mogelijk te zijn, want je weet niet wat er verder nog komt. Periodiseren kon niet, maar ik was toch erg goed in vorm. In coronatijd heb ik getraind voor een heel brede basis. Toen bleek dat er wedstrijden gingen komen, heb ik intervaltrainingen gedaan.

Echt toewerken naar koersen kon niet, omdat het allemaal zo onzeker was. Je moest steeds plotseling klaarstaan. Het was ook een beetje mazzel denk ik, dat ik zo goed in vorm bleek. En het was ook mentaal: ik heb geen doelen gesteld. Ik dacht: als koersen afgelast worden, dan is dat omdat er iets belangrijkers gaande is dan fietsen. Daar kan ik goed mee omgaan, met die gedachte.

De blijheid dat het wél door kon gaan was dus elke keer groot. Zo heb ik naar alle wedstrijden toegeleefd: naar het NK dat ik won. Daarna kwam het EK tijdrijden dat ik won, en daarna het WK. Daar won ik de tijdrit en de wegwedstrijd. Ik stond er onbevangen in, denk ik, ik had niet het gevoel dat ik móest presteren, maar dat het mócht.

Natuurlijk speelde ook mee dat ik al eens wereldkampioen was geworden, in Innsbruck, twee jaar geleden. Sinds ik daar gewonnen heb, is het ‘moeten’ voor mij eraf. Ik ben veel relaxter geworden en ik geniet meer van op het hoogste niveau kunnen fietsen met zo’n goede ploeg als Boels-Dolmans.”

Zo hebben we bijvoorbeeld in coronatijd een trainings­kampje gedaan met de ploeg, gewoon in Nederland. Daar kan ik enorm van genieten. Vroeger had ik me veel drukker gemaakt over mijn vorm. Ik wist tijdens dat trainingskamp al dat ik niet op mijn topniveau was, en dat vond ik ook niet erg.

Ik reed gewoon lekker, en ik vond het leuk om de jonge meiden van de ploeg te adviseren. Dat vind ik ook mooi om te merken: mijn ploeggenoten Chantal Blaak, Jolien D’Hoore en ik zijn oude garde. We weten alle drie dat we gaan stoppen, dat hebben we ook alle drie aangekondigd. Als vanzelf groeien we in de rol van anderen helpen.

Ik word na mijn wielerpensioen ploegleider en ik denk dat het logisch is dat ik daar mentaal ook al mee bezig ben. Ik let automatisch meer op wat ik zou moeten weten en ik kijk veel meer om me heen. Na de Ronde van Vlaanderen ben ik bijvoorbeeld bij het team gebleven, en ik heb tijdens de Driedaagse Brugge-De Panne in de ploegleiderswagen gezeten, als een soort stage.

Dat was ook om van de nood een deugd te maken. Mijn man, Sierk Jan de Haan, is ploegleider bij Jumbo-Visma. Hij was mee met de ploeg die zich terugtrok uit de Giro d’Italia vanwege de positieve coronatest van Steven Kruijswijk. Bij thuiskomst moest hij in quarantaine, dus ik kon niet naar huis. Dit was een mooie oplossing zo. Ik vond het ontzettend leuk, die dag in de ploegleiderswagen. Nee, Sierk Jan heeft geen corona gekregen, gelukkig.”

Hoofd koel

Anna won alles wat er te winnen valt als wegwielrenster. Toch staat ze bekend als de eeuwige ‘ja, maar ze won alleen maar omdat er iemand viel of niet was’ renster. Onlangs nog, toen ze in de laatste kilometers op weg was naar haar tweede wereldtitel op de weg in Imola, somde de commentator van de NOS vrolijk op welke wedstrijden ze eigenlijk alleen maar gewonnen had omdat… En deze alwéér, want concurrent Annemiek van Vleuten reed met een polsblessure rond, opgelopen bij een valpartij in de Giro Rosa, waardoor ze in de roze leiderstrui de ronde moest verlaten. Anna won de Giro Rosa.

In de laatste kilometers hoor je een aanstaande wereldkampioen eigenlijk te bejubelen. Zeker als ze zo wint als Anna deed, met een machtige solo, ongenaakbaar naar de meet. Het verhaal was nog eens feitelijk onjuist ook. Van der Breggen won niet alleen maar bij absentie of valpartijen van anderen. Natuurlijk, de gouden plak op de Spelen in Rio staat velen nog duidelijk voor de geest. Annemiek van Vleuten lag op titelkoers, maar viel afschuwelijk in de laatste afdaling.

Van der Breggen passeerde even later met een achtervolgend groepje. Ze schrokken zich te pletter. Achteraf bleken de blessures van Van Vleuten mee te vallen, maar op het moment zelf zag het er zeer ernstig uit. Toch hield Anna haar hoofd koel en won olympisch goud. En ja, er was ook die eerste wereldtitel op de weg, twee jaar geleden. Annemiek van Vleuten viel ook toen, al vroeg in de koers. Anna bleef wederom koel en trok de regenboogtrui naar zich toe.

Maar het is niet dat er geen andere concurrenten in het peloton reden. Integendeel. En Anna won meer, veel meer dan alleen de wedstrijden die altijd genoemd worden. Je kunt gerust zeggen dat ze over het meest complete palmares beschikt dat een wegrenster ooit bij elkaar gefietst heeft. Een greep: de Strade Bianche, de Ronde van Vlaanderen, de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl (6x), Luik-Bastenaken-Luik (2x), het eindklassement van de Ronde van Californië (2x), het eindklassement van de Giro Rosa (3x), het NK op de weg, het NK tijdrijden, het EK op de weg, het EK tijdrijden, het WK tijdrijden, het WK op de weg (2x) en de olympische wegrit. Alleen de titel op de olympische tijdrit ontbreekt.

“De meeste van mijn overwinningen hebben helemaal geen bijsmaak. Een paar wel. Ik vind het soms wel lastig dat daar in de media zo op gefocust wordt. Ik ben zelf trots op wat ik gepresteerd heb, maar wat een commentator zegt, vormt wel de mening van mensen die niet veel van wielrennen weten. Bijvoorbeeld het WK tijdrijden van afgelopen jaar.

De Amerikaanse Chloé Dygert (die op titelkoers leek, red.) viel in een bocht. Dat was gewoon een lastige bocht, die heb ik goed geoefend, juist daarom. Je kwam er op heel hoge snelheid op af, en als je de bocht instuurde, kreeg je een windvlaag die je uit balans kon brengen. Je moest daar zeker niet op je ligstuur blijven liggen. Ik deed dat goed, die bocht. Op de fiets blijven zitten hoort ook bij wielrennen.

‘Wat er ook gebeurt, ik geloof dat er iemand is die meekijkt. Dat er een plan is’

De echte volgers weten wel wat ik gepresteerd heb. Voor mij maakt het ook niet zoveel verschil dat het publiek er misschien een ander beeld bij heeft. Ik besta niet bij de gratie van mijn uitslagen. Ik heb het daar sowieso niet zo snel over, ook omdat het best geleidelijk is gegaan. Een slecht seizoen heb ik nooit gehad, ik ben nooit ernstig geblesseerd geweest of heel zwaar gevallen, en daardoor heb ik veel kunnen winnen. De een valt vaker dan de ander, en ik dus bijna nooit.

at komt ook omdat ik voorzichtig ben in het peloton. In Vlaanderen gaat het superhard richting belangrijke kasseistroken. Dan wordt er tegen elkaar aan gereden en geduwd. Ik knijp dan in mijn remmen. Natuurlijk zit ik dan niet vooraan als we aan de kasseistrook beginnen, maar ik kom er uiteindelijk wel. Het zit gewoon niet in me om door te duwen als het gevaarlijk wordt.”

Pijn lijden

“Met mijn wereldtitel op de weg van dit jaar ben ik blij, maar met de wereldtitel tijdrijden nog blijer. Ik zat er vaak dichtbij in grote tijdritten, ik reed bijna altijd podium, maar ik won bijna nooit. Er was altijd wel iemand beter. Dat vond ik best frustrerend, maar aan de andere kant was het ook wel te verklaren: mijn ambitie om te trainen op de tijdrit was niet zo groot. Tot dit jaar. Ik heb het op een heel andere manier aangepakt.

Dat komt door Sierk Jan. Hij is niet alleen mijn man, maar ook mijn trainer. We hebben veel gedaan aan mijn positie op de fiets, waardoor ik lekkerder zit en langer kan blijven zitten. En we zijn op zoek gegaan naar een manier om tijdrit­trainingen leuk te maken. De ‘standaard’ tijdrittraining is: je fiets pakken en een zware intervaltraining doen. Dat is alleen maar pijn lijden, in je uppie. Niet leuk, en ik hou dat niet lang vol. Sierk Jan traint ook het Development Team van Jumbo-Visma.

Ook met die jongens waren zij bezig met tijdrittrainingen. In coronatijd had hij bedacht hoe ze apart, maar toch samen zouden kunnen trainen. Ze gingen naar een lange, veilige route hier in de buurt. Iedereen nam een lunchtrommeltje mee. En dan gingen ze rijden, met tijd ertussen. Iedereen deed hetzelfde, ze zagen elkaar rijden in de verte: dat motiveerde enorm.

Anna van der Breggen
In actie tijdens de WK-wegwedstrijd in Imola, die ze zal winnen.

Op een dag zei Sierk: sluit je gewoon aan bij de jongens. Dat heb ik toen gedaan. Ze hadden geen last van mij, want we fietsten allemaal individueel. Het beviel zo goed en ik voelde me zo welkom dat ik dat ben blijven doen. De oefenvormen waren leuk, ongemerkt zat ik op die dagen drie, vier uur op de tijdritfiets. Het EK tijdrijden in augustus was de eerste test, dat was heel spannend. Ik had andere trainingen gedaan dan normaal zou zich dat uitbetalen? Dat deed het. Ik werd eerst Europees kampioen en later dus wereldkampioen tijdrijden.

De titel op de olympische tijdrit ontbreekt nog op mijn palmares. Het is geen doel omdat ik die titel nog niet heb, maar wel omdat ik nu een nieuwe manier van trainen heb gevonden die succesvol blijkt. Dat motiveert enorm. Het geeft vertrouwen dat het gaat lukken, volgend jaar in Tokio.”

Het geloof

Anna groeide op in een gelovig gezin in het Overijsselse Hasselt. Het wielrennen leerde ze spelenderwijs; het gezin Van der Breggen is gek op fietsen met kromme sturen. Als zevenjarige vond de kleine Anna vooral alles om het wielrennen heen heel leuk. Spelen met de andere kinderen. Een ijsje eten bij het Glinthuys, een zuivelboerderij langs het trainingsrondje van haar club, even buiten Hasselt. Elke zondag ging ze naar de kerk met haar ouders, drie broers en een zus. Het duurde tot ze prof werd voor Anna op zondagen wedstrijden ging fietsen. Het geloof speelt nog steeds een grote rol in haar leven.

“Het geloof is iets dat me vertrouwen geeft. Of het fietsen nu wel of niet goed gaat, het is er altijd. Geloven gaat voor mij om hoe ik als mens ben naar anderen. Ik merk dat ik vrolijk ben als iedereen om me heen vrolijk is. Ik ben gelukkig als het goed gaat met mijn familie. Iedereen kent daar een andere oorzaak aan toe, denk ik, maar voor mij is dat geloof: het probeert mijn leven en dat van anderen beter te maken. En je doet het niet alleen, het leven, je doet het samen. Voor een belangrijke wedstrijd zeggen we in de ploeg altijd: vanavond is het gewoon weer avond. Dat relativeert. Wat er ook gebeurt, ik geloof dat er iemand is die meekijkt. Dat er een plan is.

Ik denk daar best veel over na. In deze tijd van corona vraag ik me af hoe het kan dat we met z’n allen niet luisteren naar de adviezen om de besmettingen terug te dringen. Zou het niet mooier zijn als we om elkaar denken? Maar dat is kennelijk niet simpel. Terwijl: als we allemaal wat meer voor elkaar zouden zorgen, dan zou er misschien minder honger zijn aan de andere kant van de wereld. Dat is voor mij de kern van geloven. Omkijken naar elkaar. En liefde.

Corona heeft me wel anders naar de dingen laten kijken. Wat vanzelfsprekend was, de hele wereld over vliegen bijvoorbeeld, was er ineens niet meer. De Olympische Spelen afgelasten, kon in mijn beleving niet, maar het gebeurde toch. Ergens weet je het wel, maar dit jaar heeft goed laten zien hoe een virus de hele wereld kan platleggen. Dat brengt je terug naar de basis: ik wil goed zorgen voor de mensen om me heen. Mijn ouders niet besmetten, of anderen die ik liefheb. Wat normaal heel belangrijk voor me is, fietsen, resultaten en uitslagen, doet er als het erom gaat helemaal niet toe.

‘Het heilige vuur is er niet meer. Het is tijd voor nieuwe dingen, een andere rol. Samen zijn met Sierk Jan, een gezin beginnen misschien’

Dus ik kan nu wel hopen dat ik op de Olympische Spelen van volgend jaar mijn laatste wedstrijden rij, maar misschien worden ze helemaal niet gehouden. En dat is dan omdat er iets veel belangrijkers aan de hand is in de wereld. Ik zou me daar wel bij kunnen neerleggen, want ik heb al een olympische titel natuurlijk. Maar ook als de Spelen doorgaan, weet ik nog niet of dat mijn laatste wedstrijden worden. Er komt nog een WK in België achteraan. En misschien wil ik nog wel wat voor de ploeg rijden.

Natuurlijk zou ik prima langer door kunnen, lichamelijk gaat het nog hartstikke goed. Maar mentaal ben ik klaar voor iets nieuws. Ik merk hoe ik uitkijk naar het moment dat ik niet meer altijd in vorm hoef te zijn, niet meer hoef te presteren en niet meer alles opzij hoef te zetten voor wielrennen. Ik vind het nog steeds geweldig leuk om met de ploeg te koersen en mooie wedstrijden te winnen. Maar zelf heb ik alles gewonnen wat ik wilde.

Tekst gaat verder onder de foto

Anna van der Breggen

Het heilige vuur is er niet meer. Het is tijd voor nieuwe dingen, een andere rol. Samen zijn met Sierk Jan, een gezin beginnen misschien. We hebben straks dezelfde baan, dus dat zal goed plannen worden. Mochten er kinderen komen, dan gaan die voor natuurlijk. Dan kunnen Sierk Jan en ik niet meer tegelijk weg zijn. Dat weten ze ook bij de ploeg: ik heb aangegeven dat ik graag kinderen zou willen.

Het samenzijn met Sierk Jan bereidt me al goed voor op mijn baan na het wielrennen. Ik leer veel van hem over ploegleider zijn. Ik zou een ploegleider willen worden die weet waar haar kwaliteiten liggen, maar die ook haar zwakke punten kent, en die daar dan de juiste mensen bij betrekt. Zodat je met een team van ploegleiders de meiden alles kunt geven wat ze nodig hebben. Dat wordt nog een interessante ontwikkeling voor mij: als renster hou je je zwakke plekken voor je.

En ik kom uit een gezin waarin je ervoor zorgde dat dingen lukten. Over zwaktes werd niet gepraat. Sierk Jan heeft me geleerd dat het niet erg is om toe te geven dat je ongelijk had, of om hulp te vragen. Dat vind ik een belangrijke ervaring die ik meeneem als ik ploegleider word.”

Blijheid

Maar eerst nog een jaar koersen. Of een half jaar. Of een paar maanden. Niemand die het nu echt weet. Anna ligt er niet wakker van. In haar hoofd is ze al een beetje met pensioen, want er zijn weinig topsporters die tijdens hun carrière met zo’n helikopterview naar zichzelf en hun loopbaan kunnen kijken.

“Als je er middenin zit, dan is een wielercarrière misschien wel net zoiets als altijd bij je opgroeiende kind zijn. Ineens ben je een jaar verder, je ziet niet eens hoe hard je kind gegroeid is. Anderen, die je kind niet elke dag zien, zien het wel. Ik zie mijn lijstje uitslagen vaak voorbijkomen. Het is een indrukwekkend lijstje, maar ik heb zelf niet zo doorgehad dat ik die over­winningen bij elkaar fietste. Je wint iets en je gaat weer verder, want er is altijd weer een volgende koers. De blijdschap is heel kort, want in de volgende wedstrijd moet je weer goed zijn en de verwachtingen worden alleen maar hoger.

Wat ik achteraf het tofste vind, is het langzaam beter worden. Ik kan er nu enorm van genieten dat ik zo kan koersen als wij doen, met zo’n ploeg. Van overwinningen geniet ik, maar ook van overwinningen van een ploeggenoot. En als ik niet win, maar er wel alles aan gedaan heb, dan heb ik ook een soort blijheid die lijkt op het winnen van een wedstrijd. Ik heb geleerd dat het winnen zelf je niet per se gelukkiger maakt.

Het gaat veel meer om goed in je vel zitten, blij zijn, en dan komen de overwinningen vanzelf. Ik realiseer me heel erg dat het heel bijzonder is wat ik doe, waar ik kom en wat ik meemaak. Veel sporters zijn alleen maar boos op zichzelf omdat ze niet winnen, of wel winnen, maar niet met een goede prestatie. Wat zonde, denk ik dan. Kijk om je heen, en geniet ervan.”

Helden Magazine 54

Het verhaal van Anna van der Breggen komt voort uit Helden Magazine nummer 54.  In de 54ste editie van Helden sieren Ronald enBartina Koeman de cover van het eindejaarsnummer. Ze vertellen uitgebreid over de roerige periode die ze achter de rug hebben. Ronald verruilde het Nederlands elftal voor FC Barcelona, ze werden voor het eerst opa en oma, maar kampten ook allebei met ernstige gezondheidsproblemen.

Naast het verhaal van Ronald en Bartina Koeman lees je veel meer interviews en reportages met én over jouw favoriete Nederlandse topsporters. Zo eren ploeggenoten Suzanne Schulting, Yara van Kerkhof en Rianne de Vries hun vriendin, in de Ode aan Lara. Daarnaast spraken we Patrick Lefevere over de afschuwelijke crash van zijn topsprinter Fabio Jakobsen, is Sven Kramer begonnen aan zijn ‘last dance’, vertelt Stefan de Vrij over het geheim achter zijn succes én lees je een dubbelinterview met de blikvangers van het Nederlandse hockey: Jorrit Croon en Maria Verschoor.

Ook in de 54ste editie van Helden spraken we onze Held van het Jaar, Harrie Lavreysen over dikke benen en slapen in een dwangbuis. Gingen Erben Wennemars en Marlou van Rhijn op audiëntie bij de koning van de marathon: Eliud Kipchoge én verteld Esther Vergeer over hoe haar lang gekoesterde kinderwens uitkwam en ze dit jaar werd geconfronteerd met borstkanker.

Verder spraken we wereldkampioene Ceylin del Carmen Alvarado over de liefde, het geloof, looks en racisme. Daarnaast bracht Helden een eerbetoon uit aan een van de beste NBA-basketballers ooit: Kobe Bryant, lees je een reconstructie over de turnvendetta, behaalde Henk Gemser vele successen als schaatscoach, behoort Kimberly Alkemade tot de snelste paralympische sprinters van Nederland en autocoureur Alessandro Zanardi verteld over zijn pech als mens. Victoria Koblenko ging langs bij hockeyinternationaal Terrance Pieters en staan we stil met Sari van Veendendaal in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: