Word abonnee

Voetbal

Ruud van Nistelrooij: ‘Ik kon het slechter treffen’

Dirk-Jan van Dijk

Voetbal

Ruud van Nistelrooij: ‘Ik kon het slechter treffen’

door: Barbara & Frits Barend
27 mei 2021
23 tot 28 minuten lezen

Ruud van Nistelrooij gaat op voor zijn derde EK. In 2004 en 2008 was hij erbij als spits van het Nederlands elftal, dit keer is hij assistent van bondscoach Frank de Boer. Voor het zover is, nemen we eerst nog een elftal met hem door. Een gesprek over eten met Tom Cruise, kletsen met Clarence Seedorf en Edgar Davids en de new wave-generatie bij het Nederlands elftal.

10 juli 2004

Ruud en Leontien van Nistelrooij.
De huwelijkskus tussen Ruud en Leontien van Nistelrooij.

”Dat we gingen trouwen was wel een dingetje in Heesch. We trouwden kort na het EK in Portugal en daar stonden wij, de 28-jarige prins en zijn prinses. Ik speelde al bij Manchester United, de pers was ingelicht, niet door ons overigens. Het plein stond helemaal vol, er stonden zelfs dranghekken. Laten we elkaar dan maar een kus geven, dachten we.”

”We leerden elkaar kennen in ons laatste jaar van de mbo, toen we negentien waren, en zijn inmiddels 26 jaar samen. Wij zaten de laatste twee jaar van de opleiding bij elkaar in de klas, gingen vriendschappelijk met elkaar om, hielpen elkaar met toetsen. Pas na het eindexamen voelde ik ineens dat ik haar miste. We hebben een keer afgesproken en, om het zo maar uit te drukken, toen kwam het er wel van.

Leontien heeft de studie marketingmanagement & -communicatie nog afgemaakt, maar toen we in 2001 naar Engeland vertrokken, heeft ze alles laten vallen. Mijn moeder had al een keer tegen Leontien gezegd dat ze, als ik naar het buitenland zou gaan, haar werk niet kon voortzetten. Je zag Leontien destijds denken: het buitenland? Daarmee had ze aanvankelijk nooit rekening gehouden. Ze had echt het idee, en terecht, dat ze iets zou gaan doen met haar studie.

Dat ze geen rekening had gehouden met verhuizen naar het buitenland, kwam ook door haar opvoeding. Dan zat ik op zondagavond bij haar thuis om kwart voor zeven te wachten op Studio Sport, maar bleef de tv gewoon op Van Kooten & De Bie staan. Was ik helemaal van slag. Zij waren de eerste mensen die ik ontmoette die op zondagavond geen Studio Sport keken. Ik vond dat toen heel apart. Leontien had daardoor ook niet het beeld van een leven met een voetballer dat in het buitenland kon eindigen.

Terugkijkend besef ik dat al die transfers, van PSV naar Manchester, van Manchester naar Madrid, van Madrid naar Hamburg en ten slotte nog naar Malaga veel meer aanpassing van m’n directe omgeving eisten dan van mij als voetballer. Uiteindelijk moest Leontien haar carrière abrupt beëindigen en tegelijk heeft ze me altijd voor de volle honderd procent gesteund.”

3 juni 2016

Ruud van Nistelrooij en Marco van Basten
Marco van Basten en Ruud van Nistelrooij: allebei (oud)-topspitsen, allebei assistenten van bondscoach Danny Blind.

“Ik sprak Marco laatst, we hebben nog heel goed contact. Het is wel een mooi verhaal wat wij samen hebben meegemaakt: van onze verstandhouding als trainer-speler, via collega-assistent trainers bij het Nederlands elftal, tot goede vrienden.
Onze relatie begon bij het WK van 2006 in Duitsland, waar het tussen Marco als bondscoach en mij als speler misging toen hij in die achtste finale tegen Portugal voor Dirk Kuijt in de spits koos en mij op de bank zette.

Ik was voor dat toernooi zijn eerste spits en ik beschouwde zijn keus mij op de bank te zetten als een vertrouwensbreuk. Die beslissing kwam hard aan, en toen werden we in die wedstrijd ook nog uitgeschakeld. Daardoor en daarna is er een breuk ontstaan. Richting het EK van 2008 ging hij zonder mij verder bij Oranje.

In de tussentijd ging ik van Manchester naar Madrid, werd in 2007 kampioen met Real en topscorer van Spanje. Dat ontging Marco natuurlijk ook niet. Het mooie vind ik dat de winnaar in Marco kwam bovendrijven en dat hij voor het EK toch de in zijn ogen beste spelers nodig had. Hij belde me op een dag en zei iets van: ‘Ik zie dat je weer lekker bezig bent.’

Toen hij vertelde dat hij me weer wilde selecteren, antwoordde ik dat we volgens mij wel iets hadden uit te spreken. Dat begreep hij. Marco vroeg: ‘Maar ben jij dan iemand die daarna toch weer door kan gaan, of ben je iemand die altijd boos blijft?’ Ik antwoordde dat ik niet iemand was die altijd boos bleef. Hij zei dat hij ook niet zo’n type was. Dat was het gesprek.

Ik zou dus voor de volgende interland weer geselecteerd worden. Ik zei hem in dat telefoontje: als je me selecteert, weet je waarom je me selecteert. Hij begreep goed dat ik niet een speler was die hij erbij moest halen om erbij te hebben, antwoordde Marco. Dat EK in 2008 was een geweldig toernooi met die ongelooflijke poulewedstrijden tegen Frankrijk en Italië, de WK-finalisten van 2006. En die kwartfinale tegen Rusland, die we verloren, is misschien wel de meest bizarre wedstrijd uit mijn loopbaan. In 2015 werden Marco en ik allebei dus assistent, waardoor we elkaar weer anders leerden kennen en er een echte vriendschap ontstond.

Marco is authentiek, zegt wat hij vindt, vindt het ook prima als je het niet met hem eens bent. Hij heeft een interessante kijk op voetbal en zaken buiten het voetbal. Hij zet mij ook vaak tot denken aan.
Ik heb ook met hem gesproken over zijn stoppen als coach. Hij vond dat het hem te veel werd, waardoor hij het niet meer leuk vond en liever iets anders ging doen. Heel pragmatisch. Ik herken dat wel, hij toont daarin zijn onafhankelijke denken.

Ik wist niet dat hij onder die spanning leed als coach, herken wel de spanning die hij voelde als speler. Dat had ik ook, dat ik niet kon genieten voor een wedstrijd en soms bijna hoopte dat de wedstrijd al voorbij was. Je moet ook wel spanning voelen, je kunt geen wedstrijd vrijblijvend spelen, dan gaat het sowieso niet goed. Maar ik zou ook tegen spelers willen zeggen dat ze moeten durven te genieten. Gelukkig heb ik tijdens wedstrijden ook vaak genoten, vooral als een wedstrijd de goede kant opging omdat ik scoorde en de toeschouwers dansten en zongen.

Achteraf had ik meer willen genieten, maar het is gelopen zoals het is gelopen. Mijn humeur werd zeker in de beginjaren sterk beïnvloed door de gespeelde wedstrijd. Na een voor mij slechte wedstrijd was ik twee dagen niet te genieten. Leontien vond het prima, liet zich nauwelijks beïnvloeden en deed gewoon haar ding.”

6 augustus 2003

Ruud van Nistelrooij en Sir Alex Ferguson
Ruud als speler van Manchester United samen met manager Sir Alex Ferguson en de Gouden Schoen, nadat hij is gekozen als beste speler van de Premier League in het seizoen 2002/2003.

“Deze foto symboliseert het hoogste niveau dat ik heb aangetikt in mijn loopbaan. Ik zie hier aan mijn hoofd en mijn lichaam hoe fit en sterk ik was. Ik was 27 en in de kracht van m’n leven. Voor de buitenwacht waren het vooral de doelpunten die ik week in, week uit scoorde, maar ik vond dat ik ook echt goed speelde. Het leek alsof in sommige wedstrijden alles lukte en dat gaf zo’n lekker gevoel.

Ik was in 2002 door mijn collega’s al gekozen tot Speler van het Jaar en in 2003 kwamen daar de Gouden Schoen en de landstitel met United nog bij. Ook Alex Ferguson was hier op de toppen van zijn kunnen. Ik speelde bij United in een topteam met mannen als David Beckham, Ryan Giggs, Roy Keane, Paul Scholes en ook nog even met Jaap Stam. Ferguson was niet alleen als manager een eersteklas motivator en stimulator, hij stelde als technisch-directeur en trainer ook het juiste team samen.

Hij was een meester in het op het juiste moment spelers kopen en verkopen, dat heb ik zelf aan den lijve ondervonden toen hij mij kwijt wilde in 2006. Dat vond ik natuurlijk niet leuk.
Ik voelde dat ze anders naar me gingen kijken, dat het vertrouwen afnam. Maar ik speelde het spel op een gegeven moment ook wel mee, was niet gek. Ik had het voordeel dat de clubleiding rekening moest houden met een achterban die mij op handen droeg.

Ik voelde dat er iets zou worden geforceerd, waardoor ik uiteindelijk zelf ook weg wilde. Toen het spel eenmaal op de wagen was, merkte ik ineens dat ik helemaal kapot was na 219 wedstrijden in vijf jaar Premier League. Ik had nooit vrij met kerst en oud en nieuw, speelde zestig tot zeventig wedstrijden per jaar met de club en daarnaast ook nog de interlands. Die wedstrijden hadden mentaal en fysiek zoveel van me geëist. Ik was kapot, ik kon niet meer. De intrinsieke motivatie was misschien één procent minder. Dus achteraf was ik zelf ook toe aan iets nieuws. Ik zeg dus nu: dat heeft Ferguson goed aangevoeld.

Uiteindelijk kon ik kiezen tussen Real Madrid en Bayern München. Het was het ideale moment om nog een keer een grote stap te maken en ik kon het slechter treffen. Leontien is in al die hectiek altijd zichzelf gebleven, zij wilde nooit prominent op de voorgrond treden. Toen we verhuisden van Manchester naar Madrid, was Leontien acht maanden zwanger van onze eerste.

Bij Real Madrid heb ik ook weer met Beckham gespeeld. Hij deed waar hij zin in had, bouwde aan zijn merk en, niet onbelangrijk, we hadden in het veld een enorme klik. Hij kon de ballen precies neerleggen waar ik ze wilde hebben. Ik weet nog dat ik voor de kampioenswedstrijd met Real Madrid in mijn eerste seizoen zei dat een paar vrienden zouden overkomen en dat Beckham zei dat zijn ‘mates’ ook kwamen. ‘Tom komt uit LA,’ zei hij. Dus ik vroeg: welke Tom? ‘O, Tom Cruise,’ zei hij. Na de wedstrijd gingen we eten en zat ik ineens aan tafel met Tom Cruise. Voor Beckham was dat heel normaal.

Clarence Seedorf is ook zo’n mooi figuur, was altijd druk met allerlei zaken buiten het voetbal, met bedrijven en met zijn laptop voor zich op zijn bureau in allerlei talen aan het bellen. Als ik niet kon slapen bij het Nederlands elftal, ging ik naar zijn kamer en lekker bij Clarence zitten, want hij kon ook nooit goed slapen.

Ik vond het altijd leuk jongens te leren kennen die anders zijn dan ik. Ik moest er niet aan denken dat ik allerlei dingen aan mijn hoofd had, maar Clarence hield in de kamer in Noordwijk gewoon kantoor. Is toch geweldig dat je dat kunt? Ik kon daar ontzettend van genieten mede omdat ik zelf veel te eenzijdig was gericht op maar één ding.”

4 mei 1998

Ruud van Nistelrooij
SC Heerenveen heeft Europees voetbal gehaald.

“Voordat Heerenveen me in 1997 kocht, was er lichte twijfel. Voorzitter Riemer van der Velde kwam zelf nog een keer kijken toen ik met FC Den Bosch de laatste wedstrijd van het seizoen speelde tegen Emmen. Ging nergens meer over, maar Riemer had gezien dat ik in de 88ste minuut een sprint trok om een kansloos ogende bal nog te bemachtigen en vervolgens over de keeper te tikken. Die actie overtuigde hem om me te contracteren.

Ik droomde altijd dat ik een bekende voetballer zou worden. Daarom besloot ik als klein kind al van Nooit Gedacht uit Geffen naar Margriet in Oss te gaan, want die club had een betere jeugdafdeling. Die overgang heb ik zelf geregeld. Ik vond mezelf goed genoeg, maar ik werd niet gescout. Ik snapte er niets van. Er konden twee oorzaken zijn: ik was niet goed genoeg of ze wisten Geffen niet te vinden. Dus besloot ik maar naar Oss te gaan. ‘Oké,’ zei mijn moeder, ‘maar dan moet je wel drie keer per week met de fiets een half uur heen en weer rijden, want we kunnen je niet brengen.’

Bij Margriet werd ik wél gescout, door Walter van de Kerkhove namens FC Den Bosch. Hij was de enige die het toen in mij zag zitten. Ik heb ook nooit in vertegenwoordigende jeugdelftallen gespeeld. Trainer Foppe de Haan liet in ons eerste gesprek doorschemeren dat Riemer een grote rol had gespeeld in mijn transfer, waarmee hij me het gevoel gaf dat ik hem nog moest overtuigen. Dat deed hij heel slim, want daardoor voelde ik een extra drang om me te bewijzen.

Voor de eerste competitiewedstrijd had hij tien namen opgeschreven, maar niet de spits. Hij twijfelde nog tussen Van Nistelrooij en de Roemeen Gusatu, vertelde hij. Ik was helemaal over de zeik. Dus toen hij me uiteindelijk toch aanwees als zijn spits, dacht ik meteen: ik zal jou even iets laten zien, zodat je nooit meer twijfelt.

‘Foppe de Haan heeft de basis gelegd en misschien wel de belangrijkste rol gespeeld in mijn ontwikkeling van een leuke spits tot een echte prof’

We speelden tegen NAC, ik scoorde meteen en kort daarna zei Foppe dat ze een groot talent hadden binnengehaald. Foppe heeft me in dat ene jaar geleerd wat er nodig is om te slagen als betaald voetballer. Hij heeft de basis gelegd en misschien wel de belangrijkste rol gespeeld in mijn ontwikkeling van een leuke spits tot een echte prof.

Foppe heeft geleerd hoe je keuzes maakt in en buiten het veld, hoe belangrijk voeding en rust zijn voor je lichaam, hoe je jezelf moet verzorgen als prof, dat je jezelf moet analyseren en evalueren en hoe je jezelf moet beoordelen om beter te worden. Op een heel natuurlijke manier benaderde hij iedere speler op zijn eigen wijze.

Ik probeer dat nu ook in mijn trainingen bij PSV onder 18, me in te leven in de spelers en ze van daaruit te benaderen. Zo hebben we een groep Spaanstalige spelers die ik niet in de Hollandse mal probeer te duwen. Ik leg ze uit hoe direct wij kunnen reageren, dat we nogal hard kunnen zijn in onze eerste reactie.”

17 oktober 1999

Ruud van Nistelrooij en Luc Nilis.
Het koningskoppel van PSV: Ruud van Nistelrooij en Luc Nilis.

“Ach ja, Luc. We hebben samen een prachtige tijd gehad, hij als nummer tien en ik als nummer negen. We hadden een geweldige voetbalklik, hij was ook zo goed. Ik denk dat hij het voorbeeld is van een professionele sporter die ons toont hoe moeilijk het is om na je carrière zonder het spelletje verder te moeten leven. Voetballen was alles voor hem. Luc heeft het zo zwaar gehad nadat hij was gestopt en heeft het nog niet makkelijk. Hij ging vanuit Eindhoven als trainer naar VVV, waar hij korte tijd onder Maurice Steijn heeft gewerkt. Ik heb nog wel contact met hem.

Na één jaar Heerenveen was ik klaar voor een topclub. Het werd dus PSV. Frank Arnesen was technisch directeur, maar ik weet bijna zeker dat destijds geen transfer werd gedaan zonder instemming van voorzitter Harry van Raaij. Een geweldige man. Van Raaij had een heel lieve kant, maar kon als hij het belang van zijn club moest behartigen, keihard zijn. Hij leek wel op Riemer.”

6 mei 2007

Ruud van Nistelrooij
Van Nistelrooij  in zijn eerste seizoen bij Real Madrid.

“Toen ik kwam, had Real al heel lang niets meer gewonnen. Mijn eerste seizoen werd La temporada de la remontada, het seizoen van de comeback, genoemd. We stonden aanvankelijk een kilometer achter op Barcelona, maar werden toch nog kampioen. We eindigden in punten gelijk, maar hadden thuis gewonnen en uit 3-3 gespeeld en werden daardoor kampioen.

Ik maakte tegen Barcelona thuis de tweede en scoorde uit in Camp Nou twee doelpunten, Lionel Messi maakte ze toen alle drie voor Barcelona. Ik heb in mijn eerste seizoen wel iets neergezet in Madrid: topscorer en kampioen. Madrid was in alle opzichten een aangename verandering. De cultuur, het leven, het voetbal, het aangename weer en de geboorte van onze beide kinderen zorgden ervoor dat we ook daar een geweldige tijd hebben gehad.

Ik was in Madrid niet vaak thuis, veel in trainingskamp. Maar als ik thuis was, was ik ook thuis. Dan zei Leontien bij wijze van spreken: ‘Alsjeblieft, hier zijn je kinderen.’ Daar liep ik ook niet voor weg. We hadden geen au pair, vonden iemand in huis een te grote inbreuk op ons privéleven. Qua privacy was het in Madrid wel minder dan Manchester, je kon niet zomaar de stad in. Als je ging eten in de stad, kon het alleen als het was georganiseerd.

Ik had bij Real Madrid een goede klik met Raúl, ik als nummer negen en hij als tien. Zo’n klik had ik bij PSV met Luc en bij United met Paul Scholes. Het klikte ook zo goed met Raúl doordat we vergelijkbaar in het leven stonden en staan.”

1 augustus 2014

Ruud van Nistelrooij, Guus Hiddink en Danny Blind
Bondscoach Guus Hiddink en zijn assistenten Danny Blind en Ruud van Nistelrooij worden gepresenteerd in Zeist.

‘Ha, het kleine bankje. Door Guus ben ik de cursus Coach Betaald Voetbal gaan doen. Ik had het eerste voetbaldiploma gehaald en had even geen zin om weer een cursus te volgen. Hiddink wilde mij in 2014 per se als assistent-bondscoach. Op die manier heeft hij altijd geprobeerd oud-internationals voor het voetbal te behouden, door ze voor het trainersvak te interesseren.

Tegen mij zei Guus dat hij me niet als assistent bij het Nederlands elftal zou halen als ik de vervolgcursus niet zou doen. Ik ben zo dankbaar dat Guus me heeft overtuigd. Dankzij hem heb ik nu het hoogste diploma. Onder Hiddink heb ik de transitie van speler naar trainer kunnen maken en gezien hoe ontzettend veel er komt kijken bij het trainersvak. Als speler had ik daar geen weet van, was ik alleen geïnteresseerd in het tonen van m’n kwaliteiten en vond ik alles wat voor me werd geregeld heel normaal.

Ik was in shock toen Guus in de zomer van 2015 werd ontslagen. Ik vond het heftig en niet nodig. Bij Guus kwam het heel hard aan. Ik weet dat het ontslag ook heeft gezorgd voor de ruzie tussen elftalbegeleider Hans Jorritsma en Guus. Zo zonde, ze waren beiden toppers in hun vak. Ik stuur Jorritsma nog vaak een appje voor een interland. Misschien moet ik een keer mediaten, met de situatie van Marco van Basten en mij als voorbeeld. Toen Guus wegging, werden Marco en ik assistent van Danny Blind. Dick Advocaat is ook nog even bondscoach geweest. Met zowel Guus als Danny heb ik nog geregeld contact, zoals ik met heel veel mensen met wie ik heb gewerkt nog contact heb.”

6 november 1998

Ruud van Nistelrooij en Ruud Gullit
Na het afzeggen van Edgar Davids, Dennis Bergkamp en Aron Winter heeft bondscoach Frank Rijkaard voor de vriendschappelijke interland tegen Duitsland de debutanten Dries Boussatta en Ruud van Nistelrooij opgeroepen.

“Dit specifieke moment kan ik me niet meer herinneren, maar ik weet wel dat Frank me eind 1998 liet debuteren. Ik kwam als broekie bij de lichting die de halve finale van het WK in 1998 had gehaald. Natuurlijk was ik zenuwachtig toen ik de eerste keer bij het Nederlands elftal binnenkwam. Ik kende bijna niemand. Maar ik had wel branie en ging meteen aan een tafel zitten waar plaats was. De trainingen waren van gigantisch hoog niveau, maar ik merkte al snel dat ik kon aanhaken. Ik had ook geen twijfel over mezelf en dat voelden m’n medespelers ook.

‘Met Edgar Davids kon ik heel goed praten. Vaak zochten we elkaar na het eten even op. Hij weet en leest veel en het interesseert hem niets hoe mensen over hem denken’

Rijkaard zei niet veel, maar je had altijd een warm gevoel bij hem. Hij was geen prater, maar als hij wat zei, voelde het goed. Hij was heel chill, straalde vertrouwen uit naar mij en hij was echt iets met mij van plan voor het EK 2000, als jonge jongen naast Dennis Bergkamp en Patrick Kluivert. Maar helaas raakte ik geblesseerd aan m’n knie, scheurde m’n kruisband. Geen EK en de transfer naar Manchester United moest nog een jaartje wachten.”

14 november 2012

Patrick Kluivert, Michael Reiziger, Edgar Davids en Ruud van Nistelrooij
Patrick Kluivert, Michael Reiziger, Edgar Davids en Ruud van Nistelrooij nemen afscheid van Oranje voorafgaand aan de oefeninterland tegen Duitsland.

“Vier totaal verschillende karakters, maar er was iets dat ons bond: drijfveer, liefde voor het spel en groot onderling respect. Ik kan met weemoed kijken naar deze foto, krijg er echt een warm gevoel bij. Patrick Kluivert en ik zijn precies even oud, beiden van 1 juli 1976, maar zijn twee totaal verschillende persoonlijkheden. Michael Reiziger is geweldig bezig als trainer, werd kampioen met Ajax 2 in de eerste divisie en is nu met Winston Bogarde aan het werk bij het eerste. Met Edgar had ik ook altijd een klik, ik kon heel goed met hem praten. Vaak zochten we elkaar na het eten even op. Hij weet en leest veel en het interesseert hem niets hoe mensen over hem denken. Sterker, ik denk dat hij dat zogenaamd slechte imago van hem cultiveert.

De tegenstellingen tussen Ajax, Feyenoord en PSV speelden nooit bij het Nederlands elftal. Racisme was ook nooit een item bij ons. Voor mijn gevoel bestonden racisme en discriminatie ook niet in de spelersgroepen waarin ik speelde. Misschien komt het door mijn opvoeding dat ik mensen nooit heb beoordeeld op hun afkomst. Voor mij, mijn omgeving en mijn kinderen is het zo vanzelfsprekend de ander als gelijke te behandelen dat het me toch altijd weer verbaast dat velen in de maatschappij niet zover zijn.

De against racism-campagne is voor mij dan ook iets heel normaals. Ik besef tegelijkertijd dat ik makkelijk praten heb. Ik vrees dat Edgar, Patrick en Michael in hun jeugd toch met discriminatie of racisme te maken hebben gehad. We spraken er
nooit over bij de club en het Nederlands elftal, althans tegen mij hebben ze nooit iets gezegd. Ik heb die jongens ook nooit als anders gezien.

Ik vind het ook geweldig hoe Georginio Wijnaldum en Frenkie de Jong zich hebben uitgesproken, die post van hen heb ik ook geretweet. Vind het mooi dat de huidige generatie topvoetballers zich maatschappelijk uitspreekt, ze worden de new wave genoemd. Die spelersactie om een aantal dagen te stoppen met social media vind ik ook prima. Ik vind dat de KNVB en de clubs zich maximaal moeten inzetten om nu af te rekenen met elke vorm van uitsluiting.

Op mijn social mediakanalen heb ik geschreven dat ik voor ‘equality’ ben. Ik ben voor gelijkheid in alle opzichten: mannen en vrouwen, kleuren, geaardheid, geloof. Ik vind: de pijn van een ander is ook mijn pijn. Als ik in teams die ik begeleid ook maar iets zou merken van ongelijke behandeling, zou ik daar keihard op reageren. In mijn teams, en dat weten mijn spelers, is geen plek voor welke vorm van uitsluiting dan ook. Ik geef spelers altijd aan dat ze alles met mij in vertrouwen mogen bespreken en dat doen ze ook.”

22 mei 2004

Ruud van Nistelrooij en Cristiano Ronaldo
Ruud van Nistelrooij en Cristiano Ronaldo hebben de FA Cup gewonnen door in de finale Millwall met 3-0 te verslaan.

“Cristiano is de enige speler die vandaag ter sprake is gekomen die ik niet meer spreek. Zijn drive, zijn focus en zijn geloof in eigen kunnen heb ik bij niet één andere speler meegemaakt. Ik hou ook niet van de vergelijking tussen Cristiano en Lionel Messi. Ze zijn allebei geweldige spelers en beiden heb ik meegemaakt, de een als medespeler, de ander als tegenstander. Fantastisch.”

22 maart 2021

Ruud van Nistelrooij
Assistent Ruud van Nistelrooij, Memphis Depay, Georginio Wijnaldum en bondscoach Frank de Boer tijdens de training in aanloop naar de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Turkije.

“Mijn rol is assistent van Frank de Boer in de breedste zin van het woord: van het selectiebeleid, de voorbereiding van de training, de tactiek, tot de opstelling. Frank bespreekt alles met ons en neemt dan uiteindelijk de beslissing. We hebben bij Oranje een prachtige groep: een mooie lichting met echte persoonlijkheden die zich ook uitspreken. Iedereen is zichzelf. Het leeft ook binnen deze groep dat het alweer zeven jaar geleden is dat we aan een eindtoernooi deelnamen. Ik merk dat iedereen zo’n zin heeft in het EK.

‘We hebben bij Oranje een prachtige groep: een mooie lichting met echte persoonlijkheden die zich ook uitspreken’

We hebben als doel gesteld dat we ver moeten komen in het toernooi en dat we hopelijk kunnen stunten. Ik ben echt heel trots dat dit Nederlands elftal meer is dan een voetbalteam en dat ik daar onderdeel van ben. Ik heb mede daardoor zoveel zin in het EK. Het is echt een drive van dit team om Nederland trots te kunnen maken.”

Helden Magazine 57

Het verhaal van Ruud van Nistelrooij komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal.

In Helden Magazine 57 lees je een uitgebreid interview met Dafne Schippers en haar broer Derek over hun speciale band. Spraken we keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. En ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace.

Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988.

Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenbandde mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger.

Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af, wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was én pakten Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in 2016 de eerste Nederlandse olympische medaille in het beachvolleybal. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: