Word abonnee

Wielrennen

Merijn Zeeman: ‘Jonas Vingegaard is een heel speciaal mannetje’

Lars van den Brink

Wielrennen

Merijn Zeeman: ‘Jonas Vingegaard is een heel speciaal mannetje’

door: Jasper Boks
8 november 2022
27 tot 32 minuten lezen

Van lelijk eendje naar toonaangevende ploeg in wielerland. Merijn Zeeman is een van de architecten van het succes van Team Jumbo-Visma. Zijn diepgewortelde droom, de Tour de France winnen, kwam dit jaar uit. Sterker nog, de ploeg won niet alleen het geel, maar ook de groene trui en de bolletjestrui. De sportief directeur blikt terug op wielerjaar 2022. 

De Tour de France winnen was jouw grote droom. Wat merken je vrouw en kinderen ervan dat dat doel is bereikt?
Lachend: “Na de Tour gingen we met het gezin op vakantie naar Italië en daar werd ik geregeld herkend. Maar verder… Mijn motivatie om het beste uit ons team te halen is niet ineens weg, ik ben niet ineens vaker thuis.”

Hoe heb je de Tourzege gevierd?
“Toen ik op maandag terugkwam uit Parijs hadden mijn vrouw Laura en mijn familie een surpriseparty georganiseerd bij ons in de tuin. Een dag later gingen we samen met zoon Luuk en dochter Nina naar Den Bosch voor de huldiging. Luuk is elf, die krijgt al heel erg mee wat voor werk ik doe. Hij ging op de foto met Jonas Vingegaard en met Wout van Aert. Hij kreeg een gesigneerde gele en groene trui. Eerder had hij ook al een gesigneerde rode trui van Primoz Roglic gekregen na diens eindzege in de Vuelta.”

Jullie namen de gele trui, de bolletjestrui en de groene trui mee naar huis en wonnen zes etappes…
“Wij hebben iets unieks neergezet, zeker voor een Nederlands sportteam. Het ploegenspel dat wij hebben laten zien in de Tour is nog niet vaak vertoond. Als je het met voetbal ver­gelijkt: we scoorden niet vlak voor tijd de winnende treffer, maar hebben de concurrentie van de mat gespeeld. Daar ben ik erg trots op.”

We kennen ook allemaal de beelden van de tijdrit met finish op La Planche des Belles Filles op de een na laatste dag van de Tour in 2020, toen Roglic het geel verloor aan Tadej Pogacar. Jij werd die dag gevolgd door een camera van de NOS. Hoe vaak ben jij in de afgelopen twee jaar om de oren geslagen met die beelden?
“Vaak genoeg. Mensen hebben die beelden onthouden, het was zo’n enorme dreun. Zeker in het begin vond ik het zwaar daarmee om te gaan. De impact van die dag in 2020 werd nogmaals duidelijk op de voorlaatste dag van de afgelopen Tour. Opnieuw een tijdrit. We stonden er veel beter voor dan in 2020, het kon eigenlijk niet meer misgaan. Ik was zo gespannen. En niet alleen ik. Head of performance Mathieu Heijboer, ploegleider Grischa Niermann en directeur Richard Plugge, die er in 2020 ook bij waren toen het misging, waren dat ook. We moesten er met z’n drieën echt voor zorgen dat de demonen geen grip op ons kregen. We waren zo opgelucht dat die tijdrit voorbij was. Die Tour van 2020 was toen echt een afgesloten hoofdstuk. Maar die Tour had er tegelijkertijd voor gezorgd dat we nog professioneler te werk zijn gegaan.”

Van Aert

Laten we teruggaan naar het voorjaar. Wout van Aert won Omloop Het Nieuwsblad en de E3-prijs, reed geweldig in Parijs-Nice, maar kreeg vlak voor de Ronde van Vlaanderen corona.
“Wout was in de vorm van zijn leven, ik weet zeker dat hij heel dicht bij de overwinning had gezeten in Vlaanderen als hij mee had kunnen doen. Toch reed hij nog een geweldig voorjaar met een tweede plaats in Parijs-Roubaix en een derde plek in Luik-Bastenaken-Luik. Het ‘voordeel’ van die positieve test in april was dat hij daarna immuun was in de maanden erna. Dat heeft Wout ontspanning gegeven in aanloop naar de Tour.”

Hoe verloopt de samenwerking met alleskunner Van Aert?
“Wout zit niet alleen maar braaf aan tafel te luisteren als we met hem praten. Hij gaat de discussie niet uit de weg. Wout eist het maximale van zichzelf en van het team. Hij heeft voor de Tour uitgesproken dat hij het winnen van de groene trui heel belangrijk vond. Wij hebben toen besloten dat het een ambitie van de hele ploeg werd. Het tweede grote doel was de Tour winnen. Met in het achterhoofd: als Wout de kans krijgt om voor de groene trui te gaan, dan wordt hij nog belangrijker in onze strijd om het geel. We hebben de strategie vooraf helemaal uitgewerkt. Wout moest zo snel mogelijk het groen pakken, er alles aan doen om heel snel een grote voorsprong in punten te pakken. Doordat hij snel een veilige marge had, kon hij zich ook volledig inzetten voor het team.”

In België wordt al geroepen dat Jumbo-Visma in moet zetten op een Tourzege voor Van Aert.
“Parijs-Roubaix, de Ronde van Vlaanderen winnen en wereldkampioen worden, zitten veel meer in zijn hoofd voor de komende jaren.”

Maar zou hij ooit de Tour kunnen winnen?
“Dat is een brug te ver, denk ik. Wout moet het als hij de Tour wil winnen, opnemen tegen mannen als Pogacar, Remco Evenepoel, Vingegaard en Roglic; mannen die een heel andere lichaamsbouw hebben dan hij. Ze zullen het in België misschien niet leuk vinden dat ik dit zeg. Maar ze hebben Evenepoel ook nog. Nu hij de Vuelta heeft gewonnen, kunnen ze zich op Remco richten wat betreft een Belgische Tourzege. Dan kan Wout ondertussen lekker blijven doen wat hij nu doet.

Bouwman & Dumoulin

Jumbo-Visma ging met drie mannen voor het klassement van start in de Giro: Tom Dumoulin, Tobias Foss en Sam Oomen. Door die ambities kon snel een streep. Daardoor kon Koen Bouwman opstaan, die twee etappes en de bergtrui won. Jij gaf Bouwman in 2015 de kans bij de ploeg.
“Ik zat met Mathieu Heijboer in de Spaanse Sierra Nevada om de Tour voor te bereiden toen Koen zijn eerste etappe in de Giro won. Mathieu en ik keken mee op een telefoontje, hebben echt rondgesprongen van vreugde met tranen in onze ogen. Juist omdat het Koen was. Hij is met ons meegegroeid, staat synoniem voor de ontwikkeling die de hele ploeg heeft doorgemaakt. In 2015 waren we een van de slechtste ploegen van de World Tour. We hadden geen goede scouting en geen goede talentontwikkeling.

Koen was ook geen topbelofte. We zagen dat hij met een beetje sturing en gerichte training enorme stappen kon maken. Want op dat moment deed hij maar wat als het ging om training en voeding. Geweldig dat het er is uitgekomen bij Koen. Er is binnen de ploeg altijd heel veel vertrouwen geweest in zijn kwaliteiten. Het is er misschien te weinig uitgekomen tot dit jaar. Misschien ook wel doordat hij van ons onvoldoende kans kreeg om het te laten zien.”

Niet lang na de Giro maakte Dumoulin bekend na het seizoen met wielrennen te kappen. Twee maanden later besloot hij zelfs per direct te stoppen. Was je verbaasd?
“Eigenlijk niet. Ik was eind maart met Tom in de Ronde van Catalonië geweest en daar stapte hij na drie dagen af. Hij had net corona gehad, was enorm aan het worstelen. Als het een keer tegenzit of als het niet lukt, dan ben je als renner teleurgesteld. Maar bij Tom zag ik iets anders. Die teleurstelling was heftiger. Ik voelde dat daar de emmer bij hem overliep. Ik dacht toen al: het wordt heel pittig voor hem om hier overheen te komen.”

Heb jij vaak gepeinsd over hoe je Dumoulin kon helpen?
“Vooral in het eerste jaar toen Tom bij ons in de ploeg zat, in 2020. We hadden verwacht dat er een stabiele toprenner bij ons in de ploeg kwam. Hij had natuurlijk een tijd geworsteld met die slepende knieblessure die hij opliep in de Giro van 2019. Hij was door onze medische staf van die problemen afgeholpen, op het eerste trainingskamp ging het ook super met hem. In zijn eerste decembertest reed hij de beste tijd ooit van alle renners die bij ons hebben gefietst. Daarna begon hij te kwakkelen.

De coronapandemie brak uit en die had grote impact op Tom. In dat eerste jaar hebben we heel hard gewerkt om te kijken hoe hij zich beter kon voelen, om hem erbij te houden. In 2021 besloot hij een break te nemen. Na een paar maanden keerde hij terug en zei heel duidelijk: ‘Laat mij mijn gang maar gaan.’ Waar we in 2020 nog heel hard probeerden hem mee te krijgen in onze manier van werken, lieten we hem daarna vrij. Het onbevangene was er bij hem al helemaal vanaf, wielrennen was voor hem een heel lastige job geworden.”

Merijn Zeeman
V.L.N.R.: Merijn, zoon Luuk, dochter Nina en echtgenote Laura.

Wat zijn de lessen die jij hebt geleerd van wat Dumoulin is overkomen?
“Wat ik vooral heb geleerd door Tom is dat wij geen renners in de ploeg moeten halen die al op het hoogste podium in een grote ronde hebben gestaan. Jonge renners kunnen met ons meegroeien, wij kunnen hen tijdens dat hele proces begeleiden. Als Tom op jongere leeftijd in ons team had gezeten, dan hadden we hem beter kunnen begeleiden.”

Vingegaard & Pogacar

Laten we naar de Tour gaan. Roglic kwam in de vijfde etappe, de gevreesde kasseienrit, hard ten val. Pogacar won daarna twee etappes en pakte het geel. Velen dachten: de Tour is na een week al beslist. Wat dacht jij?
“Ik dacht: laat mensen dat maar lekker denken. Het kwam ons eigenlijk wel goed uit dat de druk bij Team UAE kwam te liggen. Zij werden geacht de koers te dragen. Ik had ook wel een beetje de indruk dat ze zich op dat moment onverslaanbaar voelden. Voor ons moest op dat moment de Tour eigenlijk nog beginnen. Wij hadden ons heel goed voorbereid op alles wat na die eerste week nog ging komen. De val van Primoz was wel een enorme streep door de rekening. Het hele plan wat we klaar hadden liggen, was gestoeld op twee kopmannen die hoog in het klassement stonden.”

Toen de Alpen zich aandienden, stond Roglic nog niet heel ver weg van Pogacar. Moest hij acteren dat hij zich goed voelde, met in het achterhoofd het plan dat jullie klaar hadden liggen?
“We hoopten dat hij kon herstellen van zijn val. Tegelijkertijd moest hij anderen ook in de waan laten dat hij geen last had van die val. Primoz moest uiteindelijk ook afstappen, maar heeft zich eerst mentaal nog opgepompt voor de etappe met aankomst op de Col du Granon. We hadden met z’n allen al heel lang in ons hoofd dat dat de etappe was om toe te slaan. Primoz speelde in die plannen een cruciale rol.”

‘Wat ik vooral heb geleerd door Dumoulin is dat wij geen renners in de ploeg moeten halen die al op het hoogste podium in een grote ronde hebben gestaan’

Laten we inzoomen op de elfde etappe, van Albertville naar Col du Granon. Er wordt vaak geroepen dat de podcast die Pogacar in november 2021 opnam met Geraint Thomas aan de basis lag voor de gehanteerde tactiek in die rit. In die podcast verklapte Pogacar hoe hij te kraken was. Heb jij die geluisterd?
“Jazeker. We wisten dat als we de Tour wilden winnen, we bovenal Pogacar moesten zien te verslaan. Directeur Richard Plugge, performancecoach Mathieu Heijboer, ploegleider Grischa Niermann en ik hebben in oktober de data van al onze renners bekeken, trainingsprogramma’s tegen het licht gehouden en gekeken naar de voeding en het materiaal. Vervolgens hebben we drie dagen lang wedstrijden van dat jaar bekeken. In die dagen hebben we ook de Tour van 2021 geëvalueerd.

Na die dagen maakten we een voorstel wat betreft de aanpak voor de komende periode, die is naar alle coaches gegaan. Daarna zijn we de parkoersen van de grote rondes in 2022 gaan bekijken. En hebben we ons verdiept in de tegenstanders en hun coaches. Er is zoveel informatie: data die op Strava te vinden zijn, videobeelden van wedstrijden, maar ook interviews in kranten en magazines en podcasts.

De coach van Pogacar had vorig jaar na zijn tweede Tourzege in een interview geroepen dat Pogacar niet eens op z’n best was en dat de tegenstanders eigenlijk amateurs waren die niet wisten waar ze mee bezig waren… We had niet veel meer nodig om nog gemotiveerder aan de slag te gaan richting de Tour van 2022. We hielden elkaar ook scherp. Als iemand iets had gelezen of gehoord, dat gaf hij dat door aan de anderen in de ploeg. Die podcast hoorde daar ook bij.”

Pogacar vertelde in die podcast dat als zijn ploeg niet zo sterk zou zijn en er zou heel vroeg in een bergetappe door het hooggebergte om toerbeurt aangevallen worden en het zou ook nog eens erg warm zijn, dan zou hij het weleens lastig kunnen krijgen.
“Wij hadden de podcast er niet voor nodig om te weten dat hoogte en hitte een combinatie vormen waar Pogacar het lastig mee zou kunnen hebben. Dat was al eerder aan de oppervlakte gekomen. Een heel belangrijk moment in de Tour van 2021 was dat Jonas wegreed bij Pogacar op de Mont Ventoux. Toen wisten we: hij is te kraken. In de media werd Pogacar bestempeld als Superman. Hij is fantastisch, maar we konden ook zien dat hij mindere momenten had.”

Je had het net over het vergaren van informatie. Jij spart ook geregeld met Jac Orie, de coach van de schaatsploeg van Jumbo-Visma, en Erik ten Hag.
“Van Jac heb ik veel geleerd op het gebied van training. Erik ten Hag is voor mij inspiratiebron. Als ik vertelde dat ik ook gesprekken voerde met Erik, was vaak de eerste reactie: ‘Hij is toch een voetbalcoach? Wat heb je daar nou aan?’ Erik heeft bij de clubs die hij trainde een speelwijze ontwikkeld en die is ergens op gebaseerd. De stapjes die hij heeft genomen en de principes die hij hanteert om tot zijn tactiek te komen, zijn ook voor ons als wielerploeg heel leerzaam.

Je moet bereid zijn je open te stellen voor andere ideeën. Dat leverde bij ons heel mooie discussies op en die hebben weer bijgedragen aan onze manier van koersen. We nemen beslissingen in wedstrijden die voorheen niet werden genomen. Ik denk dat wij door de manier waarop wij koersen onze eigen geel-zwarte kleur aan wedstrijden geven. Maarten Ducrot bestempelt het soms denigrerend als tekentafelwielrennen. Maar het is wel wat het is. Wat wij in de Tour hebben laten zien, was tekentafelwielrennen. En daar zijn wij heel trots op. Sorry Maarten…”

Neem het draaiboek van de etappe met aankomst op de Col du Granon nog eens door.
“We hadden het van start tot finish uitgewerkt. Op vooraf bepaalde plekken stonden onze mecaniciens klaar voor materiaalwissels en langs het hele parkoers stonden we klaar met voedingszakjes en bidons. Maar eerst moeten we terug naar de dagen voor die etappe, want om ons plan te laten slagen, moesten we Team UAE afmatten. We moesten ervoor zorgen dat ze al veel energie hadden gestoken in het verdedigen van de gele trui. We hadden ook wel een beetje geluk dat ze coronazorgen hadden, George Bennett, een belangrijke hulp van Pogacar in de bergen, was er al niet meer bij. Tijdens de elfde etappe moest Wout meteen in de aanval. We wilden daarna ook dat Tiesj Benoot of Christophe Laporte mee zou springen in een ontsnapping. Dat gebeurde.

Vanaf dat moment kon ons plan ten uitvoer worden gebracht. Tijdens de beklimming van de Col du Télégraphe vielen Primoz en Tiesj aan. Daardoor werden de ploeggenoten van Pogacar al vroeg gelost. Christophe kreeg de opdracht om te wachten op de top van de Télégraphe om te kunnen helpen in de afdaling en het vlakke stuk op weg naar de Col du Galibier. Op dat vlakke stuk tot aan de voet van de Galibier vielen Jonas en Primoz om beurten aan. Keer op keer moest Pogacar reageren.

Op de Galibier reden Jonas en Pogacar uiteindelijk weg. Op de top was het de beurt aan Wout om te wachten. Hij bracht Primoz terug bij Jonas en Pogacar, zodat we weer een overtalsituatie hadden. Jonas ging vervolgens in de aanval op de slotklim. Pogacar kon niet meer volgen, had zich kapotgereden. Als hij op de Granon niet was gebroken, dan was het de dag erop gebeurd. We hadden namelijk ook al een plan klaarliggen voor de dag erop, mocht Pogacar niet gelost zijn op de Granon.”

Het was een revolutionaire aanpak.
“Wielrennen is een heel conservatieve sport. Bij veel ploegen komen de meeste leden uit de staf nog uit een andere tijd. Je wil niet weten hoeveel commentaar ik van andere coaches heb gehad over onze manier van koersen in de Tour. Er werd geroepen dat we veel te aanvallend koersten, dat we veel te veel risico namen. Zij dachten: het kan niet op die manier, want zo is het nooit gedaan. Bij veel ploegen kijken ze veelal naar de dag van vandaag en als de etappe gereden is, kijken ze naar die van morgen.

Wij benaderen de Tour als een schaakspel van 21 dagen. Soms doe je dingen waarvan het resultaat niet direct zichtbaar is, maar dat zijn wel al beslissingen die ervoor moeten zorgen dat na 21 dagen het spel wordt gewonnen. Maar het allerbelangrijkste was dat de sporters geloofden in het plan. We hebben ze meegenomen in onze plannen, telkens uitgelegd waarom we deden wat we deden tijdens trainingen. Primoz zei voor de Tour: ‘Ik ben blij dat de gesprekken nu gevoerd zijn, nu kunnen we eindelijk met onze benen spreken. Die elfde etappe was een nooit vertoond staaltje teamwork.”

Roglic offerde zich op voor Vingegaard. Hij was ook kopman, heeft de droom om die Tour ook een keer te winnen. Wat zei jij na die elfde etappe tegen hem?
“Grischa en ik zijn na de finish als eerste naar Primoz gegaan. We hebben tegen hem gezegd: iedereen is blij, want we hebben de gele trui gepakt, maar we realiseren ons heel goed dat jij die gele trui niet hebt en dat dat een klap is voor je. Toen Primoz uitviel in de Vuelta na een valpartij, terwijl hij op de tweede plek in het algemeen klassement stond, ben ik naar hem toe gevlogen in Monaco om hem te steunen. Ik heb hem eraan herinnerd dat het team in 2016 nog niks voorstelde.

Primoz, Dylan Groenewegen, Steven Kruijswijk en Robert Gesink zijn de mannen die er al waren toen het bij ons nog heel donker was. Zij zorgden toen voor de eerste lichtpuntjes. Die vier mannen vormden de basis van de ploeg zoals die nu is. Dat er nu 250 mensen werken voor de ploeg is ook hun legacy.”

De laatste bergetappe, met aankomst op de Hautacam, was nog een voorbeeld van ‘tekentafelwielrennen’.
“De dag ervoor zat ik flink in de rats. Team UAE was ineens heel sterk en Pogacar won de rit. Jonas was geïsoleerd in die etappe. We hadden het plan klaarliggen om Wout opnieuw vooruit te sturen zodat hij Jonas kon helpen op de slotklim. Het was best riskant. Primoz en Steven Kruijswijk waren we al kwijt en Tiesj Benoot was gevallen. Wout kwam in de kopgroep, was daarin de sterkste renner. Hij liet op de Hautacam een zekere ritzege liggen, zoals hij dat twee dagen eerder in de rit naar Foix ook al deed. In de rit naar Foix viel Jonas niet aan, maar voor de rit naar de Hautacam zeiden we tegen hem: je moet vandaag aanvallen, we gaan Pogacar kraken.

Wout wist op welke plek hij van grote waarde kon zijn voor Jonas op de Hautacam en precies op dat punt wachtte hij Jonas op die op dat moment Pogacar in z’n wiel had. Pogacar had in die etappe aangevallen waar hij maar kon. In de afdaling voor de slotklim werd Jonas zo onder druk gezet door Pogacar dat hij bijna viel. Ik was pissed omdat Pogacar aanviel terwijl op de koersradio werd gewaarschuwd dat er overal losse stenen lagen in de afdaling. Het was Pogacar die uiteindelijk te veel risico nam en ten val kwam. Jonas besloot op dat moment te wachten, dat was zijn eigen keuze. Ik dacht er anders over, van mij mocht hij doorrijden. Als Jonas was gevallen, had Pogacar echt niet gewacht. Achteraf groots van Jonas dat hij wachtte, het gaf zijn zege nog meer glans.

Op de Hautacam gaf Wout precies op het goede moment vol gas. Toen Wout demarreerde, was Pogacar eraf. Daarna werd Jonas vanuit de volgauto omhoog geschreeuwd door Grischa. Daar won hij de Tour definitief. In de tijdrit, twee dagen later, liet Jonas zien hoe dankbaar hij Wout was. Hij hield op het laatste stuk iets in waardoor Wout won.”

‘Vingegaard besloot te wachten toen Pogacar viel, dat was zijn eigen keuze. Ik dacht er anders over, van mij mocht hij doorrijden’

Nieuwkomer Christophe Laporte pakte ook nog een ritzege in de Tour. Hij had ook een geweldig seizoen. Wanneer dachten jullie: Laporte moeten we hebben?
“In Frankrijk hebben ze er een handje van om als sporters beter presteren dan de Fransen meteen het verband met doping te leggen. Het probleem is dat ze in het Franse wierennen heel erg conservatief zijn en mijlenver achterliggen als het gaat om professionele begeleiding, voeding en training. We waren eind 2021 op zoek naar versterking voor Wout. We zagen de waardes van Christophe en wisten ook: hij rijdt bij een Franse ploeg, dus er is nog heel veel winst te behalen. Dat bleek wel, want hij heeft reuzenstappen gezet.”

Tekst gaat verder onder de foto

Merijn Zeeman

Ook Vingegaard heeft reuzenstappen gezet. Had jij verwacht dat hij nu al zo goed zou zijn?
“Grischa kende de coach van Jonas en hoorde in 2018 zijn verhaal. Jonas was geen opvallende renner, maar dat kwam ook doordat hij nauwelijks trainde, hij werkte op de visafslag, stond elke ochtend om vier uur op. We haalden hem naar Nederland, onderwierpen hem aan allerlei testen. Hij ging daarna mee op trainingskamp en overtuigde ons al snel. Grischa en ik gingen naar een kleine koers in België en daar boden we hem een contract aan. Verschillende mensen gingen met hem aan de slag op het gebied van lifestyle, training, voeding, tactiek en het leven als een prof.

Jonas vond het niet makkelijk om veel van huis te zijn, had ook veel last van wedstrijdspanning. Daar is allemaal aan gewerkt met hem. Zijn eerste grote ronde reed hij in 2020. In de Vuelta-rit naar de Angliru was hij geweldig, dat was voor ons nogmaals de bevestiging dat hij een heel speciaal mannetje is. In 2021 volgde hij nog een talentenprogramma. Hij ging als kopman naar de Coppi e Bartali en die won hij met overmacht. Daarna werd hij tweede in de Ronde van Baskenland. We besloten na het wegvallen van Dumoulin om Jonas mee te nemen naar de Tour, maar eigenlijk alleen om te leren van Primoz. Toen viel Primoz uit en zeiden we tegen Jonas: kijk maar waar het eindigt. En toen werd hij potverdikkie tweede en lag hij ineens ver voor op schema.”

Roglic & Evenepoel

Jullie waren amper uitgefeest of de Vuelta startte in Nederland. Jumbo-Visma begon geweldig met het winnen van de ploegentijdrit. De rode leiderstrui wisselde binnen de ploeg vier dagen lang van eigenaar. Robert Gesink, Mike Teunissen, Edoardo Affini en Roglic droegen hem.
“Ik was zo blij dat Robert de rode trui aan kon trekken op z’n oude dag. Een beloning voor een icoon van het team. Het enthousiasme van het publiek tijdens de etappes die in Nederland werden gereden vond ik ook erg mooi. Geregeld wordt in de media geroepen dat er te weinig Nederlanders bij ons rijden, dat we eigenlijk geen Nederlandse ploeg zijn. Daar heb ik tijdens die eerste dagen van de Vuelta niets van gemerkt, iedereen die ons zwart en geel droeg, werd enthousiast ontvangen.”

Het 22-jarige supertalent Remco Evenepoel stond op in de Vuelta. Hij pakte in de zevende etappe het rood. Het leek nog spannend te worden met Roglic, maar na een valpartij moest hij afstappen.
“Daar was ik ziek van. In de derde week voelde je dat Primoz steeds beter werd. Hij pakte steeds meer tijd terug. Grischa had voor de zestiende etappe samen met Primoz een heel mooi plan gemaakt: een onverwachte aanval in de laatste drie kilometer. In de sprint vlak voor de streep kwam Primoz heel hard ten val. Weg vierde Vuelta-eindzege. Primoz heeft afgelopen twee jaar zoveel pech gehad: tegenover geweldige prestaties staan extreme teleurstellingen. Kijk naar 2020. Hij verloor op dramatische wijze de Tour in de tijdrit, maar twee weken later won hij wel Luik-Bastenaken-Luik en daarna de Vuelta. Uitvallen in de Tour van 2021, maar daarna wel olympisch kampioen worden op de tijdrit en voor de derde keer de Vuelta winnen.”

‘Hoe ze Evenepoel behandelen in België doet me een beetje denken aan de manier waarop wij omgingen met Clarence Seedorf’

Evenepoel won ook op imponerende wijze de wereldtitel. Hoe kijk jij naar hem?
“Evenepoel is een wonderlijk fenomeen. Vanaf het moment dat hij op een fiets is gestapt, was hij al snel extreem goed. Hij viel in de Ronde van Lombardije in 2020 in een ravijn, voor zijn carrière werd gevreesd. Vorig jaar was hij mede daardoor nog niet op z’n best. Dit jaar hebben we gezien wat hij kan en dat is heel veel. Ik ben benieuwd hoe ze in België nu met hem om zullen gaan. Hij is al een paar keer helemaal afgeserveerd. Hoe ze hem behandelen in België doet me een beetje denken aan de manier waarop wij omgingen met Clarence Seedorf. In het buitenland was het alleen maar hosanna als het om Seedorf ging, terwijl in Nederland iedereen altijd heel kritisch was op hem. Nu wordt Evenepoel op handen gedragen in België, maar ik ben heel benieuwd hoe het is op het moment dat hij wat minder presteert.”

Vingegaard is 25, Evenepoel 22 en Pogacar 24 jaar. Gaandeze drie mannen de komende jaren de dienst uitmaken in de grote ronden?
“Vergeet Primoz niet. Samen met Vingegaard, Evenepoel en Pogacar staat hij een treetje hoger dan de rest. Daarna krijg je een groepje heel goede klassementsrenners met jongens als Jai Hindley, die dit jaar de Giro won, Juan Ayuso die een goede ronderenner zou kunnen worden, en João Almeida.”

Van Baarle & Kooij

Jumbo-Visma is de ploeg die de toon zet. Tegelijkertijd is er binnen de ploeg veel concurrentie. Heb je met Erik ten Hag ook gesprekken gevoerd hoe je iedereen binnenboord houdt?
“Ik ben onlangs bij hem in Manchester geweest. Over dit onderwerp hebben wij ook gesproken. Omdat Erik daar bij Ajax ook mee te maken had en nu heeft hij dat ook bij United. Hoe ga je als coach om met spelers die alles al hebben gewonnen en ineens op de bank komen? Vroeger moesten sporters dat maar accepteren. Er was minder oog voor de menselijke aanpak, dat past niet in deze tijd, vind ik.” Twee jaar terug vertelde je dat je het lastig vond om slechtnieuwsgesprekken te voeren, dat nam je mee naar huis.

Toch zal je die geregeld moeten voeren. Iedereen wil de Tour rijden, er zijn slechts acht plekjes te vergeven.
“Zulke gesprekken vind ik nog steeds niet fijn, maar als je leider van een ploeg bent, hoort dat erbij. Heel menselijk ook dat iemand dan zijn emoties uit, dat neem ik hem niet kwalijk. Maar die teleurstelling moet het groepsproces niet in de weg gaan staan. Dan krijg je vergif in de groep. Daar gaan we deze winter ook heel erg op hameren binnen de ploeg.”

Mike Teunissen, David Dekker, Chris Harper en Pascal Eenkhoorn hebben ervoor gekozen om te vertrekken, omdat ze bij veel andere teams veel vaker en grotere koersen kunnen rijden. Snap je dat?
“Ja. Voor ons blijft het altijd een enorme puzzel om de ambities van het team en de individuele doelen op elkaar af te stemmen. Dat schuurt ook af en toe. En het gevolg kan zijn dat jongens daar hun conclusies uit trekken. Met Mike is het vertrek in heel goed overleg gegaan. Hij kreeg van Wanty een heel aantrekkelijke aanbieding. Ik heb tegen hem gezegd: daar moet je op ingaan, want de rol die je daar krijgt, kan ik jou niet bieden.”

Tekst gaat verder onder de foto

Merijn Zeeman

Sprinter Olav Kooij stroomde door vanuit het Jumbo- Visma Development Teamen boekte op zijn twintigste meteen dertien zeges. Vorig jaar besloot Dylan Groenewegen te vertrekken omdat er bij Jumbo-Visma weinig plek voor hem was als sprinter in de grote rondes.
“Wij zijn heel trots op Olav, wat hij heeft gepresteerd is een beetje onder de radar gebleven. De volgende opdracht is om te kijken of hij een plekje kan krijgen in een van de grote rondes. Dat moet nog blijken. Ik hoop dat Olav nu vooral nog veel voldoening haalt uit beter worden. Hij moet op zoveel mogelijk momenten proberen de beste sprinters van de wereld te verslaan. Dat hoeft echt niet altijd in een grote ronde te zijn. Er zijn nog zoveel andere wedstrijden waarin hij ook kan laten zien hoe goed hij is.

Veel sprinters staren zich blind op de Tour, maar wielrennen bestaat niet alleen maar uit de Tour. Ik snap dat het heel mooi is om daarin een sprint te winnen, hoor. Maar vaak zie je dat een topsprinter al blij mag zijn dat hij één van de 21 ritten wint. Ik vind: de kerntaak van een sprinter is zoveel mogelijk wedstrijden winnen.”

De concurrentiestrijd zal er niet minder op worden komend jaar. Wilco Kelderman, vorig jaar vijfde in de Tour en een jaar eerder derde in de Giro, keert terug op z’n 31ste. En Dylan van Baarle, dit jaar winnaar van Parijs-Roubaix, tweede in de Ronde van Vlaanderen en zilver op het WK van vorig jaar, komt over van Ineos. Waarom wilden jullie juist hen graag hebben?
“In de klassiekerploeg hebben we meerdere speerpunten nodig. Met Ties, Wout, Christophe en Dylan hebben we nu vier mannen die een klassieker kunnen winnen. En wat Wilco betreft: hij heeft ongelooflijk veel klasse in zijn lijf en wij denken dat er nog meer uit hem te halen is.”

Wat zijn de doelen voor volgend jaar?
“We willen heel graag weer de Tour winnen. En een kasseienmonument, dus de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix, want die hebben wij nog nooit gewonnen. Er is ook nog de wens om de Giro te winnen, want dat is ook nog niet gelukt.”

Je zei een paar jaar terug dat je met de fiets naar bed ging en ermee opstond. De fiets ligt dus voorlopig nog bij jou in bed?
Lachend: “Zeker!”

Helden Magazine 64

Het verhaal van Merijn Zeeman komt voort uit Helden Magazine 64. In het dubbeldikke eindejaarsnummer blikken we terug op het sportjaar 2022 én is er volop aandacht voor het WK Voetbal in Qatar. Virgil van Dijk siert samen met Irene Schouten de cover. Voor Schouten kon het jaar 2022 niet op. Ze won drie olympische titels, de wereldtitel allround en trouwde.

In de WK-special lees je interviews met Denzel Dumfries, Matthijs de Ligt, Cody Gakpo en Soufiane Touzani. Daarnaast vertellen vriendinnen Candy-Rae en Laura Benschop over hun leven met WK-gangers Daley Blind en Davy Klaassen én een reconstructie van het masterplan van Van Gaal.

Verder in deze editie een uitgebreid interview met olympisch shorttrackkampioen Suzanne Schulting en coach Jeroen Otter. Kjeld Nuis kende een jaar vol pieken en dalen én Annemiek van Vleuten presteerde het onmogelijke. Daarnaast liet Dylan van Baarle zien dat zijn tweede plek op het WK in 2021 geen toeval was en is Luc Steins de handballende Messi van Paris Saint-Germain.

Thomas Krol won op zijn eerste Spelen meteen goud en zilver. Maar het ging niet vanzelf. Giovanni van Bronckhorst kende een geweldig eerste jaar bij Rangers FC. John van ’t Schip won in 1987 de Europa Cup II met Ajax en Hennie Stamsnijder won in 1981 als eerste Nederlander de wereldtitel veldrijden. Als laatste wil Susila Cruijff het gedachtegoed van haar vader voortzetten en blikt voetbalster Vanity Lewerissa terug op een moeilijke tijd.

Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 64 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Delen: