Word abonnee

Wielrennen

Nog een jaar beuken, en dan is het over

Ferry Damman

Wielrennen

Nog een jaar beuken, en dan is het over

door: Marijn de Vries
23 maart 2021
3 tot 8 minuten lezen

Chantal van den Broek-Blaak is in bloedvorm. Ga maar na, ze won na de coronabreak de Ronde van Vlaanderen en begin maart Strade Bianche. De renster van SD Worx is pas 31, kan dus nog wel een paar jaar mee. Zou je denken. Maar de oud-wereldkampioene stopt over een jaar. Het is mooi geweest.

Het is het beeld waarmee je in slaap valt, de nacht voor de Strade Bianche. En het beeld waarmee je met kriebels in je buik opstaat. Wegpoefen van je concurrenten, op dat supersteile straatje in Siena, in misschien wel de mooiste koers ter wereld. Tussen de eeuwenoude hoge huizen door. Kin bijna op het stuur. Tandenknarsend. Spieren piepend en krakend. Want je fietst met stijgingspercentages richting de twintig procent zo’n beetje recht omhoog de hemel in. Een paar slingerbochtjes, en dan scherp naar rechts. Hobbelend over de steentjes naar beneden. Het plein op, het Piazza del Campo. Solo. Stel je toch eens voor… Elke renner droomt ervan.
Chantal van den Broek-Blaak flikte het, begin maart. Onverwacht. Maar ook weer niet. Als er iemand is die uit de schaduw van een kopvrouw winnen kan, dan is het Blaakie wel. Voorbereid tot in de puntjes, bereid zich op te offeren tot ze erbij neervalt. En als ze er niet bij neervalt, maar ineens in de positie om te kunnen winnen blijkt te rijden, moet je wel van heel goeden huize komen om haar te verslaan. Sterk in de sprint, sterk in de verschroeiende demarrage. “Winnen had ik niet in mijn hoofd. Dat zou eigenlijk aan Anna van der Breggen of Ashleigh Moolman zijn. Ik heb wel gepiekt naar deze koers, want ik wilde een heel goede finale rijden. Je weet natuurlijk wel hoe je deze wedstrijd winnen moet: wegrijden in de laatste vijfhonderd meter. Dat scenario heb je als renster al jaren voor ogen. Maar tijdens de koers denk ik daar niet aan. Anders dan vroeger rij ik wedstrijden tegenwoordig stap voor stap. Meezitten in de voorste groep is het eerste doel. Als dat lukt, wil ik finale rijden. En pas als ik in de juiste ontsnapping zit, zoals deze keer met Elisa Longo Borghini, ga ik nadenken over hoe ik winnen kan. Ik had een superdag. Zo eentje waar je er maar een paar van hebt in je carrière. Ik denk dat Elisa wel voelde dat ik sterker was, want ze snauwde steeds tegen me dat ik mee moest rijden. Maar ik bleef in haar wiel, ik hoefde niet te rijden. Ploeggenoten Anna en Demi Vollering zaten achter me. Als we teruggepakt zouden worden, zouden zij in een zetel zitten om te winnen. Ja, en als je dan wint… Dit was absoluut een van de allermooisten.”
En dat zegt wat, want ze heeft een flinke erelijst aan elkaar geregen. De Ronde van Vlaanderen, de Ronde van Drenthe, Gent-Wevelgem, de Amstel Gold Race, de Omloop Het Nieuwsblad én de wereldtitel in het Noorse Bergen in 2017, om er maar een paar te noemen.

Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!

Delen: