Word abonnee

Tennis

Botic van de Zandschulp: Tennissprookje

Tommy n Lance

Tennis

Botic van de Zandschulp: Tennissprookje

door: Barbara Barend & Jasper Boks
3 januari 2022
16 tot 21 minuten lezen

Jarenlang probeerde Botic van de Zandschulp (26) zich in de schijnwerpers te tennissen. Afgelopen jaar slaagde hij met vlag en wimpel. Hij haalde bij de US Open als eerste Nederlandse tennisser sinds 2004 de kwartfinale van een Grand Slam-toernooi. Botic sloot 2021 jaar af als nummer 57 van de wereld. In aanloop naar de Australian Open (vanaf 17 januari) en het ABN AMRO WTT (5-13 februari) gingen we bij hem langs.

Botics doorbraak

“Het voelt bijna of ik in een nieuw leven ben gestapt. Dat ik de kwartfinale van de US Open haalde, kwam een beetje onverwachts. Ik had wel al een tijd het gevoel dat als alles een keer samen zou komen bij me, ik tot veel in staat kon zijn. Ik begon 2021 rond plek 150 op de wereldranglijst en kwalificeerde me voor de Australian Open en Roland Garros. Aan het hoofdtoernooi op Wimbledon mocht ik als lucky loser meedoen. Beetje bij beetje kwam de grens van de top honderd in zicht. Maar toen ik naar het kwalificatietoernooi van de US Open ging, was ik best moe. Ik had vijf toernooien en veel wedstrijden achter elkaar gespeeld.

In het kwalificatietoernooi verloor ik in alle drie mijn wedstrijden de eerste set, telkens wist ik de wedstrijd om te draaien. In de eerste ronde van het hoofdtoernooi moest ik het opnemen tegen Carlos Taberner uit Spanje. Ik kwam 2-0 achter in sets en in de vierde set kon hij de wedstrijd uitserveren. Opnieuw was het op het randje, weer won ik. In de tweede ronde moest ik tegen Casper Ruud, de nummer 11 van de wereld. En ja hoor, weer verloor ik de eerste set. Maar daarna won ik drie sets op rij.

In de derde ronde won ik van Facundo Bagnis. En daarna, tegen Diego Schwartzman, de nummer veertien van de wereld, speelde ik de mooiste wedstrijd die ik ooit heb gespeeld. Ik kwam 2-0 voor in sets, hij kwam terug tot 2-2 en in de vijfde set wist ik door te drukken.

Ik kreeg van meerdere kanten te horen dat ik de eerste Nederlandse tennisser sinds Sjeng Schalken in 2004 was die de kwartfinale van een Grand Slam-toernooi bereikte. Journalisten wilden me spreken, tv-programma’s vroegen of ik langs wilde komen. Mijn vriendin Floor beheert mijn Instagram, ik heb niet eens alle reacties gezien die langskwamen. Er zaten ook reacties tussen van oud-voetballer Kees Kwakman en acteur Barry Atsma.

In de kwartfinale verloor ik van de latere winnaar en nummer twee van de wereld Daniil Medvedev. Pas toen ik in november op vakantie ging naar Dubai drong tot me door wat er allemaal op me af is gekomen in korte tijd. Op vakantie heb ik de eerste twee dagen alleen maar geslapen. Ik was helemaal kapot. Vooral mentaal is het een zware tijd geweest.”

Als ik er nu op terugkijk, dan heb ik op de US Open echt een mentale barrière weten te slechten. De overwinning op Casper Ruud kon ik zo goed gebruiken. En daarna natuurlijk ook die op Diego Schwartzman. De wetenschap dat ik ook van spelers kan winnen die rond de top tien van de wereld staan, zorgde voor een enorme boost in mijn zelfvertrouwen. Bijna iedereen kan goed tennissen, maar degene die het rustigst blijft en het meest in zichzelf gelooft, is uiteindelijk vaak de winnaar.

Toppers als Daniil Medvedev stralen zoveel rust uit. Het maakt niet uit wat er gebeurt op de baan. Als tegenstander maakt het ook indruk dat aan de andere kant van het net iemand staat die onder alle situaties heel rustig blijft. Die rust heb ik nu ook gevonden. Vroeger maakte ik me veel vaker druk op de baan. Ik had ook niet echt het geloof in mezelf dat ik goed kon tennissen. Ik had lange tijd niet gedacht dat ik van jongens als Ruud en Schwartzman kon winnen. Dat weet ik nu wel.”

Botics een jaar terug

“Na een periode zonder toernooien van bijna vijf maanden door corona sloot 2020 best goed af. Helaas werd ik voor mijn halve finale bij het toernooi in Hamburg valselijk positief verklaard op corona. Ik stond op dat moment rond plek 150 op de wereldranglijst en de titel in Hamburg had me naar plek 120 kunnen brengen.

Tekst gaat verder onder de foto

Botic van de Zandschulp

Voor 2021 had ik grootse plannen. Ik ging met de coaches van de KNLTB in zee. Aan het begin van het jaar had ik het heel moeilijk. Ik verloor een paar keer achter elkaar heel snel of wist me niet te kwalificeren. Tallon Griekspoor en ik deelden in die periode Dennis Schenk als coach en dat verliep niet helemaal soepel. Ik ben gestopt met die samenwerking, was ook nog eens geblesseerd aan mijn schouder. Mijn incasseringsvermogen was weg.

Er hoefde niet veel te gebeuren of ik was er klaar mee. Ik was al snel niet meer met de wedstrijd bezig, stond wel op de baan, maar eigenlijk was ik met mijn hoofd er al niet meer bij. Ik ging terug naar de basis, pakte de dingen weer precies zo aan te als ik gewend was. Zo kwam ik op het juiste pad terecht.”

Botics jeugd

“Woest was ik als het niet ging zoals ik wilde. Ik kon als kind vreselijk slecht tegen m’n verlies, smeet met rackets. Het is zo erg geweest dat mijn moeder me een paar keer letterlijk van de baan heeft getrokken. Mijn moeder tenniste vroeger ook, ging tot m’n elfde bijna altijd mee naar toernooien. Mijn vader heeft een eigen bouwbedrijf, had vaak geen tijd om mee te gaan. Op een gegeven moment trok mijn moeder het niet meer om me telkens te vergezellen.

Vanaf mijn elfde ging mijn vader vaker mee. Hij zat vaak aan de bar aan een kop koffie als ik een wedstrijd speelde. Fanatieke tennisouders waren mijn vader en moeder totaal niet. En ze zijn al helemaal geen mensen die op de voorgrond willen treden. Toen het zo goed ging in New York hadden ze niet de neiging om meteen het vliegtuig te pakken. Zo zijn ze helemaal niet. Ze hebben mij gewoon gevolgd via de tv. En mijn vader kijkt nog steeds niet naar al mijn wedstrijden. Als hij aan het werk is, dan kijkt hij niet. Het komt weleens voor dat hij me de dag na een wedstrijd vraagt of ik nog gespeeld heb.

‘Ik kon als kind vreselijk slecht tegen m’n verlies, smeet met rackets. Het is zo erg geweest dat mijn moeder me een paar keer letterijk van de baan heeft getrokken’

Mijn vader heeft trouwens wel gezegd dat ik altijd bij hem aan kon kloppen als hij financieel bij moest springen. Dat heb ik nooit gewild. Ik wilde alles zelf bekostigen, wilde niets aannemen van mijn vader. Daardoor heb ik altijd goed op mijn centjes moeten letten. Ik reisde daarom altijd zonder coach, woonde thuis, omdat dat ook weer scheelde in de kosten. Maar mentaal hielp het wel dat ik wist dat ik dat financiële vangnet had.”

Botics broer

“Mijn broer Melvin is drie jaar ouder dan ik, tenniste tot z’n elfde bij de bond en is daarna wat anders gaan doen. Toen we jonger waren, vlogen we elkaar geregeld in de haren. Sinds hij samen is gaan wonen met zijn vriendin en vader van een zoontje is geworden, is onze band veel beter geworden.

Ik heb me voorheen, als de moed me in de schoenen zonk, geregeld afgevraagd of ik het niet net zo moest doen als Melvin. Rond m’n 21ste zakte ik mede door een blessure terug van de driehonderdste naar de vijfhonderdste plek op de wereldranglijst en dacht: waar doe ik het in godsnaam allemaal voor? Als je goed van tennis wil leven, moet je eigenlijk in de top honderd staan. Rond plek 150 lukt het ook nog wel, maar sta je lager, dan wordt het lastig.

Af en toe zei ik tegen mezelf: je hebt vwo gedaan, is het niet beter om net als Melvin te gaan studeren? Mijn broer had zekerheid, was om een uur of vijf terug van z’n werk en was in de weekenden vrij. Hij had een veel vaster leven dan ik. Ik hikte echt aan tegen het zetten van de volgende stap. Ik zat vaak in het vliegtuig naar een heel klein toernooi, terwijl vrienden leuke dingen aan het doen waren. Niet veel later zat ik weer in het vliegtuig terug, nadat ik in de tweede ronde had verloren. Op die momenten woog het geld dat ik verdiende niet op tegen de kosten die ik moest maken voor mijn sport.

Mijn vader en moeder hebben nooit tegen me gezegd: ‘Hoelang ga je hier nog mee door?’ Daar ben ik hen heel dankbaar voor. Ik heb mezelf in 2018 wel een ultimatum gesteld, zei: volgend jaar wil ik sowieso challenger-toernooien spelen, weg uit het circuit van de future-toernooien. Gelukkig kwam er snel een stijgende lijn in mijn spel en ranking. Ik maakte in een jaar tijd de stap van 500 naar 200. En nu heb ik dus de stap gemaakt naar plek 57. Het kan ineens snel gaan.”

Botics liefde

“Floor zorgt ervoor dat ik beter in m’n vel zit. Sinds we een relatie kregen, een jaar geleden, gaat het met mijn tennis ook een stuk beter. Floor was er ook bij op Roland Garros en Wimbledon. Bij haar kan ik m’n ei kwijt en kom ik tot rust. Ik ben iemand die niet makkelijk te lezen is. Als ik iemand vertrouw, kan ik heel gezellig zijn, maar het duurt even voordat ik me openstel. Ik ben eerst altijd op m’n hoede, je moet eerst mijn vertrouwen winnen.

Ik heb met trainers in het verleden wel een paar keer meegemaakt dat m’n vertrouwen is geschonden. Het gebeurde dat er achter mijn rug om afspraken werden gemaakt met anderen. Dat heeft ervoor gezorgd dat het even duurt voordat mensen de echte Botic te zien krijgen.

Ik ken Floor al heel lang. Zij heeft ook getennist, zat bij de bondsgroep. We schelen twee jaar. Toen Floor dertien was en ik vijftien hebben we al een keer een date gehad. We gingen naar de bioscoop, naar Pirates of the Caribbean. Daarna verloren we elkaar een beetje uit het oog, omdat Floor stopte met tennissen. We hielden wel contact, feliciteerden elkaar met verjaardagen, maar echte gesprekken voerden we niet meer.

Begin 2020 stuurde ze ineens een berichtje naar me en toen zijn we weer echt in gesprek geraakt. Van het een is het ander gekomen. Floor studeert Science, Business & Innovation in Amsterdam en heeft tennis ingeruild voor hockey. Wat onze plannen samen zijn?” Lachend: “Ze heeft onlangs het bruidsboeket gevangen op een bruiloft…”

Botics team

“Roland Garros was het eerste toernooi waarop ik samenwerkte met Peter Lucassen. Peter was in dienst van de KNLTB en de insteek was om lang met elkaar samen te gaan werken. Het klikte en het ging meteen goed. Na terugkomst uit Parijs vertrok Peter bij de KNLTB, hij ging samenwerken met een speelster uit Amerika. Ik dacht: shit, hoe moet het verder? Mijn hele planning viel in het water. Ik heb tegen Peter nog wel gezegd dat ik teleurgesteld was hoe het allemaal was gegaan. Michiel Schapers ging uit nood met mij mee als coach vanuit de KNLTB naar Wimbledon en hij hielp me tot en met de US Open.

”Door mijn goede prestaties op de US Open veranderde er natuurlijk wat. Ik had ineens de financiële mogelijkheden om een eigen team samen te stellen. Met Michiel en de KNLTB was de afspraak dat we na de US Open verder zouden kijken. Ik had de hele tijd al in mijn hoofd dat ik met iemand wilde werken die er een heel jaar lang voor mij kon zijn. Michiel woont in Wenen, dus het was lastig om fulltime met hem samen te werken. Ik klopte na de US Open opnieuw aan bij Peter, had begrepen dat het tussen hem en de Amerikaanse tennisster niet zo goed werkte. En zo werd Peter opnieuw mijn coach.”

‘Na de US Open vloog ik er al snel uit in Indian Wells en in Antwerpen. Ik hoorde al fluisteren dat ik misschien toch een eendagsvlieg was’

Eindelijk heb ik nu het team om mij heen zo in kunnen richten zoals ik het altijd voor ogen heb gehad. Naast Peter helpen Miguel Janssen en Rob Walraven me op fysiek vlak. Ik ben niet meer van anderen afhankelijk.”

Botic de laatbloeier

“Ik keek vroeger veel naar Rafael Nadal, Andy Roddick en Andre Agassi. Het zijn alle drie tennissers die al op heel jonge leeftijd de top bereikten. De tijd dat spelers op hun achttiende Grand Slam-titels konden winnen, is veranderd. De carrières van de spelers duren ook veel langer dan vroeger. Kijk naar Richard Gasquet, Roger Federer, Stan Wawrinka, Rafael Nadal en Novak Djokovic, die zijn allemaal de dertig al ruim gepasseerd. Een aantal jaar geleden was het nog normaal dat een tennisser stopte als hij de dertig naderde.”

Ik denk ook dat corona niet heeft geholpen. De punten voor de wereldranglijst werden bevroren, zodat het voor jonge spelers nog lastiger was om de stap naar de top honderd te maken. Zonder corona had ik die stap een jaar eerder kunnen maken, daar ben ik van overtuigd.

Er zijn ook nu nog ultieme talenten, jongens als Jannik Sinner, Felix Auger-Aliassime, Carlos Alcaraz en Sebastian Korda. Zij halen al op jonge leeftijd de top vijftig. Heel knap. Dat Nederlandse tennissers wat langer de tijd nodig hebben, komt ook doordat we in Nederland nog best lang bezig zijn om school af te maken. Ik heb vroeger nooit internationale jeugdtoernooien gespeeld, moest eerst mijn vwo-examen doen. Vanaf mijn achttiende kon ik pas voluit gaan tennissen en me gaan meten met buitenlandse spelers.

Ik ben er ook van overtuigd dat die moeilijke periode, toen ik bijna altijd in m’n eentje naar toernooien ging, heel belangrijk is geweest voor mijn ontwikkeling. Het was heel zwaar, maar ik ben daar wel heel zelfstandig en volwassen van geworden. Tijdens wedstrijden helpt het me. Ik weet dat ik dingen alleen op kan lossen, heb geleerd hoe ik dat moet doen.”

Tekst gaat verder onder de foto

Botic van de Zandschulp

Botics collega

“Dat Tallon Griekspoor en ik nu allebei in de top honderd staan, is geweldig. We weten allebei: het is als Nederlander dus mogelijk om je tussen de toppers van dit moment te tennissen. En het heeft ook met elkaar te maken dat we nu allebei zo hoog staan. Ik trek me aan Tallon op en hij aan mij. Ik heb iemand tegen wie ik een beetje kan strijden. Als ik wat presteer, wil Tallon dat ook. En andersom.

Doordat we veel met elkaar hebben getraind, weet ik als Tallon een mooie prestatie boekt: dat kan ik ook. De ene keer staat de een hoger op de ranking, de andere keer de ander. En hopelijk gaan we dat stuivertje wisselen voortzetten om een steeds hogere plaats op de wereldranglijst. In de jeugd kwamen Tallon en ik elkaar niet heel veel tegen. We schelen een jaar, daardoor namen we het in de jeugd vaak op tegen andere spelers en trok ik ook meer op met anderen. Pas later kregen we met elkaar te maken.

Het contact is goed. We feliciteren elkaar als het goed gaat en proberen wat informatie uit te wisselen als we tegen iemand
moeten spelen. We trainen geregeld samen als we allebei in Nederland zijn. Op toernooien trainen we juist niet met elkaar. Omdat we in Nederland al met elkaar trainen, wil je op toernooien juist graag met andere jongens trainen.”

Botics toekomst

“Het eerste doel voor 2022 is om in de top vijftig te komen. De komende tijd heb ik niet veel punten te verdedigen, dus ik kan nog wel een sprongetje maken op de wereldranglijst. Een ander doel is om richting de US Open in augustus een geplaatste status te hebben. Dat betekent dat ik dan bij de top 32 van de wereld moet zitten. Als ik het hele jaar fit blijf en constant presteer en het hele jaar het niveau van de laatste maanden laat zien, dan is er nog wel meer mogelijk.

Dat ik aan het einde van 2021 de halve finale haalde van het ATP-toernooi in Sint-Petersburg en de kwartfinale in Stockholm was heel lekker. Na de US Open verloor ik in Indian Wells in de eerste ronde en in Antwerpen ging ik er kansloos af in de tweede ronde. Ik hoorde al fluisteren dat ik misschien toch een eendagsvlieg was. Met Peter en Floor heb ik in die periode ook mijn zorgen uitgesproken, ik zei: misschien was de US Open wel eenmalig. Die gedachten kon ik gelukkig in Sint- Petersburg en Stockholm meteen de kop indrukken. Misschien waren die resultaten nog wel belangrijker dan die kwartfinaleplaats bij de US Open.

Ik weet nu dat ik het kan, dat het geen toeval is. Vroeger werd er van mij wel gezegd dat ik een psycholoog nodig had, omdat ik snel geïrriteerd kon raken op de baan. Ik ben vroeger wel af en toe naar een sportpsycholoog geweest, maar daar stopte ik al snel mee omdat ik vond dat ik werd behandeld en toegesproken als een klein kind. Dat ik het nu op mijn manier toch allemaal voor elkaar heb gekregen, maakt me trots. En het mooie is: er is nog veel meer mogelijk.”

Helden Magazine 60

Het verhaal van Botic van de Zandschulp komt voort uit Helden Magazine 60. Deze editie staat voor een groot deel in het teken van de Olympische Spelen, waar Golden Girl Suzanne Schulting vier jaar geleden ‘zomaar’ olympisch kampioen werd en nu de favoriet is op elke afstand.

In Helden Magazine 60 lees je een uitgebreid interview met succesvolste Nederlandse olympiër, Ireen Wüst. Ook spraken we Thomas Krol over onder meer zijn transformatie en Kjeld Nuis. Krijgt Sven Kramer in aanloop naar zijn laatste Spelen tien stellingen voorgelegd, spreken we met Antoinette de Jong over trouwen en een nieuwe koers én lacht het leven Irene Schouten toe, al weet ze ook maar al te goed hoe de andere kant van de medaille eruitziet.

Ook in Helden Magazine 60 een gesprek met Peter Bosz over stress, Ajax en zijn ambitie om op een dag bondscoach te worden. Naast speler van Atalanta Bergamo en Oranje is Marten de Roon ook influencer. Op basis van 10 social media-posts gingen wij het gesprek met de voetballer aan. En hoe goed is Lionel Messi nog? We vroegen het aan Ronald Koeman, Henk ten Cate, Ruud Gullit, Giovanni van Bronckhorst, Ron Vlaar en Edwin Winkels.

Verder zijn Chris Vos en Lisa Bunschoten de beste paralympische snowboarders van Nederland. In aanloop naar de Paralympics gingen we bij hen langs én een reconstructie van het olympisch goud op de 1000 meter met Gerard van Velde. Victoria Koblenko probeert daarnaast Jorden van Foreest schaakmat te zetten én Samantha van Diemen staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief.

Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 60 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Delen: