Word abonnee

Zwemmen

Pieter van den Hoogenband: ‘We wilden de wereld verbazen’

ANP

Zwemmen

Pieter van den Hoogenband: ‘We wilden de wereld verbazen’

door: Jasper Boks & Hendrik Meijnders
26 mei 2020
9 tot 14 minuten lezen

Pieter van den Hoogenband won in 2000 twee maal olympisch goud en twee keer brons op de Spelen in Sydney. Zijn leven veranderde op slag. Helden ging met de ex-zwemmer, tegenwoordig chef de mission van NOC*NSF, en coach Jacco Verhaeren twintig jaar terug in de tijd. “Overal waar ik ging, had ik beveiliging nodig. Het waren Backstreet Boys-taferelen.”

“Ja, die jongens hebben voor een groot deel mijn leven bepaald,” zegt Pieter van den Hoogenband. Zeven medailles heeft hij uit een leren tasje gehaald en vervolgens bijna ach­teloos op tafel gegooid. “Ze liggen in de kast en daar komen ze niet vaak uit. Alleen soms voor een spreekbeurt van de kinderen.”

Voor hem liggen twee gouden medailles en twee bronzen plakken die hij in 2000 won op de Spelen in Sydney. Vier jaar later in Athene volgden nog drie olympische plakken: één van goud, twee van zilver.“Voor mij hebben medailles weinig waarde. Prijzen waren bijzaak. Het ging om het maximale uit mezelf halen, de zoektocht naar de perfecte race. Ik heb met de gedachte gespeeld om een paar van mijn olympische medailles weg te doen voor het goede doel. Als ik daar mensen mee kan helpen… Maar de kinderen zijn er erg trots op, dus heb ik ze maar gehouden.”

Thuis in Waalre vist Pieter de gouden plak op de 200 meter vrije slag er tussenuit. “Deze medaille is de reden waarom Jacco Verhaeren nu in Australië zit. Hij zal zichzelf nooit op de borst kloppen, maar hij is natuurlijk een geniale gek.”Van 1993 tot het einde van Pieters carrière in 2008 was Verhaeren ­ sinds 2014 bondscoach van Australië ­ zijn coach, maar de band ging veel dieper. Ze waren en zijn soulmates. “Belangrijker dan die medailles zijn de herinneringen, de mooie verhalen. En Sydney was natuurlijk een schitterend verhaal.”

Gettoblaster

Er werd in Nederland nog betaald met de gulden in 2000. Het was het jaar van het EK voetbal in Nederland en België. De band Krezip had dé zomerhit te pakken met I Would Stay toen op 15 september het olympisch vuur werd ontstoken in Sydney. Tijdens de openingsceremonie lag Pieter in een container in het olympisch dorp. Er was te weinig huisvesting voor alle atleten, dus fungeerden grote containers als onderkomen. Er was nog provisorisch een raam uit gezaagd en een douche in gebouwd. Pieter had bij toenmalig chef de mission Joop Alberda gevraagd om een plek voor zichzelf. Hij moest goed kunnen rusten, er werd immers een hoop van hem gevraagd en verwacht.

“Ook mijn zwemmakkers waren een gevaar voor me, hadden moeite hun enthousiasme te beteugelen. We kregen dus een container toegewezen, in de ene helft sliep ik en in de andere Jacco en bondscoach Stefaan Obreno. Ik moest af en toe een ventilator op het wandje tussen ons richten anders kwam hun sigaretten­ rook mijn kant op. Ze zaten daar te stomen in die cabine! Ach, het was gewoon kamperen. ’s Nachts was het ijskoud en overdag bloedheet. Ik zat daar met mijn cd’s, mijn gettoblaster en mijn boeken. Meer had ik niet nodig.”

Amateur

Pieter had vier jaar eerder gezien hoe hij het níet moest aanpak­ken, tijdens de Spelen in Atlanta. Hij maakte naam door als achttienjarige uit het niets vierde te worden op de 100 en 200 meter vrij. Beide keren miste hij het brons op elfhonderdste. Het waren voor hem de Spelen van de gemiste kansen. “Ik had in Atlanta ook al kunnen winnen, als het puur om zwemmen ging was ik in 1996 al de snelste.”

Jacco Verhaeren vanuit Australië: “We zijn daar echt groen heen gegaan. We hebben zoveel beginnersfouten gemaakt, konden zoveel beter. Pieter kon niet eens een volledige race zwemmen en toch ging hij al zo hard. Ik zei toen: als deze jongen voor het einde van zijn loopbaan geen wereldrecord heeft gezwommen, dan heb ik gefaald als trainer. Dat was des­ tijds een gewaagde uitspraak voor een trainer zonder ervaring.”

Pieter: “Het overkwam me allemaal op die Spelen. En als ik ergens een hekel aan heb, is dat aan sporters die iets ‘overkomt’. Wat een amateur was ik!”

Jacco: “In Atlanta kwam een einde aan de chaotische periode. Ik was zoveel wijzer geworden.”

Pieter: “Het belangrijkste: we kregen daar de bevestiging dat onze aanpak de goede was, één waarmee we ons konden onder­ scheiden. Atlanta markeerde het einde van mijn ontdekkings­ reis, van de experimentele fase.”

Jacco: “In 2000 kenden we de valkuilen, we hadden veel meer oog voor de details, waren heel professioneel bezig.”

Pieter: “In 2000 had ik mijn zaakjes pas echt voor elkaar.”

Jacco: “Maar om te kunnen winnen in Sydney, hadden we wel de Spelen van Atlanta nodig.”

Baywatch

Samen wilden ze de wereld versteld doen staan in Sydney, zeven jaar nadat hun bijzondere samenwerking begon. Jacco en Pieter leerden elkaar kennen na de Jeugd Olympische Dagen in Eindhoven in 1993, waar Pieter goud won op de 100 en zilver op de 200 vrij. Hij wilde de volgende stap maken, maar bij de zwembond ontbrak het aan visie en geld.

Pieter vroeg zijn vader Cees Rein om hulp. De chirurg en hoofd medische begeleiding van PSV richtte Stichting Topzwemmen Zuid­Nederland op en vond tal van ondernemers bereid een groepje talentvolle zwemmers te sponsoren. Er was plots geld voor een trainer. Meteen viel het oog op Jacco, die slaagde er in Maastricht en tijdens zijn diensttijd in Breda in om middel­ getalenteerde zwemmers heel hard te laten zwemmen.

Pieter over het eerste gesprek: “Kwam hij aan in zo’n klein rotautootje. En hij had echt een prachtige vriendin bij zich. Het was de tijd van Baywatch. Het was net of David Hasselhof met een gruwelijk lekker wijf aan kwam lopen. Zweminhoude­ lijk had hij de mooiste ideeën. Uiteindelijk vroeg ik hem wat zíjn doel was. Jacco zei: ‘Ik wil de beste zwemtrainer van de wereld worden.’ Toen heb ik hem de hand geschud en gezegd: Jou moet ik hebben.”

Jacco was afgestudeerd als zwemtrainer aan het CIOS in Sittard, maar er was in Nederland verder niemand van wie hij het vak kon leren. Hij keek goed naar wat de Amerikanen deden, trendsetters als het om zwemmen ging.

Pieter van den Hoogenband
Van den Hoogenband met zijn gouden medaille op de 100m vrije slag.

Pieter: “Jacco vond dat zij onzinnige meters maakten in het bad en dacht meteen: er liggen kansen voor ons als wij meer op kwaliteit dan op kwantiteit gaan trainen. Dat kwam ook nog eens goed uit: wij konden niet onbeperkt gebruik maken van het badwater, daar hadden we het geld niet voor.”

Jacco: “Het was pionieren. We hadden wel een trainingsplan, maar dat was niet op ervaring gestoeld.”

Pieter: ‘Ik heb met de gedachte gespeeld om een paar van mijn olympische medailles weg te doen voor het goede doel. Als ik daar mensen mee kan helpen…’

Coach en pupil experimenteerden er op los. Het was zoeken naar de grenzen van Pieter en een aanpak waar zijn lichaam goed op reageerde. “Jacco hamerde alleen maar op techniek. Een vader van een van de zwemmers trok op zaterdag een duikerspak aan om filmpjes te maken vanaf de bodem. In Jacco’s appartementje analyseerden we de beelden.”

Jacco: “Dat was soms wel drie weken later, hoor. Vandaag de dag hangen overal camera’s in het bad, kun je alles na drie seconden terugkijken.”
De natuur hielp ook een handje. Pieter beschikte over een lichaam dat uitermate geschikt was voor zwemmen, hij had dat befaamde kuiltje in zijn borstkast.

Helden Magazine 52

Het eerste gedeelte van het verhaal van Pieter van den Hoogenband komt voort uit Helden Magazine nummer 52.  In de 52ste editie van Helden schittert Louis van Gaal de cover. Met hem blikken we terug op zijn indrukwekkende carrière. Ook tal van mensen die met de trainer hebben gewerkt komen aan het woord.

Harrie Lavreysen, Alexander Brouwer, Niek Kimmann, Kim Polling, Kira Toussaint, Frédérique Matla, Femke Heemskerk, Ranomi Kromowidjojo, Ferry Weertman en Marit Bouwmeester zouden afgelopen zomer schitteren op de Olympische Spelen in het land van de rijzende zon. Het coronavirus gooide echter roet in het eten. Helden fotografeerde de sporters bij wie alles al een tijd draait om Tokio op een bijzondere wijze in ‘Tokiogangers’

In deze editie gaan wij ook terug in de tijd. Joop Zoetemelk won veertig jaar terug als laatste Nederlander de Tour de France en John Heitinga was met Oranje tien jaar terug dicht bij de wereldtitel. Daarnaast won Rinus Israel vijftig jaar geleden de Europa Cup I met Feyenoord.

Het was ook dertig jaar geleden dat Mike Tyson zijn wereldtitels en zijn status van onoverwinnelijkheid verloor, bereikte Andre Agassi voor het eerst een grandslamfinale én blikken onder meer uitblinkers Dennis Bergkamp, Frank de Boer en Patrick Kluivert terug op de behekste wedstrijd uit 2000: Nederland – Italië.

Verder in de 52ste editie van Helden spreken we sportief directeur van Jumbo-Visma, Merijn Zeeman. Staat Jackie Groenen oog in oog met ‘Het Melkmeisje’ van Vermeer. Kiran Badloe won de strijd met vriend, trainingsmaat én concurrent Dorian van Rijsselberghe. Een exclusief gesprek met Chris Froome over onder meer zijn horrorcrash. Ook lees je hoe overleven voor Johan van der Velde gesneden koek is en verteld Elsemieke Havenga hoe ze tweemaal olympisch goud had kunnen hebben.

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: