Wielrennen
Fabio Jakobsen verloor op 5 augustus 2020 bijna het leven bij een zware val in de Ronde van Polen. Met behulp van zijn vriendin en aanstaande vrouw Delore Stougje vocht hij zich terug. En hoe. In de Ronde van Spanje, iets meer dan een jaar na de crash, won hij dit jaar drie etappes en de groene trui. Fabio en Delore blikken terug.
De armen gaan in de lucht. Fabio Jakobsen wint in de Vuelta de vierde etappe. De sprinter van Deceuninck- Quick Step is de sterkste in Molina de Aragón. De overwinning komt iets meer dan een jaar na de horrorcrash in de Ronde van Polen. ‘Dit is het werk van heel veel mensen. Van de dokters en de medische staf tot de ploeg en mijn familie, dit is ook hun zege. Door hen ben ik hier. Het is een droom die uitkomt. Na de valpartij was het een lange weg terug,’ zegt een emotionele Fabio op 17 augustus dit jaar. Er zouden nog twee zeges volgen in de Vuelta en hij neemt uiteindelijk de groene trui mee naar huis.
Fabio: “Ik wist niet of ik het nog kon op het hoogste niveau. Ik had voor de Vuelta wel twee etappes gewonnen in de Ronde van Wallonië, dat waren mijn eerste zeges sinds mijn val. Ik wist dus dat ik weer sprints kon winnen, maar sprinten in een grote ronde als de Vuelta is een ander verhaal. De tweede etappe eindigde in een massasprint. De NOS was uitgerukt en ik voelde dat er extra op me werd gelet in mijn eerste grote ronde na de val. Ik werd in die rit tweede achter Jasper Philipsen. Ik had kunnen winnen, baalde. Toen ik in de bus kwam, keek ik op m’n telefoon.
Delore had een berichtje gestuurd: ‘Julius heeft gewonnen in Polen.’ Mijn maatje Julius van den Berg was erbij toen ik viel in Polen en hij was er op 5 augustus 2019, precies een jaar voor mijn val, ook bij toen Bjorg Lambrecht overleed bij een valpartij in Polen... Hij wilde eigenlijk nooit meer rijden in Polen. Toen ik las dat uitgerekend Julius had gewonnen, maakte mijn tweede plek me niets meer uit. Ik was zo blij.”
Delore: “Ik ben ook goed met de vriendin van Julius, we doen veel met z’n vieren. Zij hebben net een dochter, dus ik dacht: ik app Fabio even dat Julius heeft gewonnen.”
Fabio: “Ik wilde aanvankelijk gewoon proberen de Vuelta uit te rijden, was al blij dat ik weer kon starten. Na die tweede plek in de tweede etappe veranderde mijn doelstelling in: proberen een rit te winnen. Twee dagen later won ik. Zo mooi, zo’n opluchting ook. Ik was na afloop erg emotioneel en heb bewust iedereen bedankt die me bij m’n revalidatie heeft geholpen. Mijn ouders waren erbij, die hebben me de hele Vuelta met een camper gevolgd, dat maakte die zege extra bijzonder. Die overwinning voelde voor mij als de afsluiting van mijn revalidatie.”
Delore: “Voor mij voelde die eerste overwinning in de Ronde van Wallonië al als zijn eerste grote overwinning. Die maakte mij heel emotioneel. Ik zag in Zolder, waar de finish was, dat Fabio het nog kon en dat hij weer durfde. Toen voelde ik dat het weer goed zou komen.”
Fabio: “Ik merkte in die koers dat ik het gevoel van de juiste positie kiezen weer doorhad, dat ik niet bang was toen het parcours smaller werd en de hekken steeds dichterbij kwamen. Het voelde bijna magisch dat ik me weer thuis voelde in dat wringen naar de streep met zo’n zestig kilometer per uur. Die overwinning in Zolder was voor mij de bevestiging dat ik nog snel was en dat ik geen angsten heb overgehouden aan de val. Ik ben ook alweer gevallen, ging in de Vuelta in een gladde afdaling iets te hard een bocht in. Ik vloekte en stapte meteen weer op de fiets, merkte dat renners om mij heen meer geschrokken reageerden na mijn val dan ik. Ze riepen: ‘O God, Fabio, gaat het? Kun je door?’ Ik zei: ja jongens, niets aan de hand, kan gebeuren, rijden!"
De eerste overwinning in de Vuelta zag ik als de afsluiting van het zwaarste jaar van mijn leven. Ik ben in dat jaar tien jaar ouder en zeker tien jaar wijzer geworden.”
Delore: “Ik ben afgelopen jaar alleen maar tien jaar ouder geworden... Ik heb niet gekeken toen Fabio won in de Vuelta. Natuurlijk gloeide ik van trots, maar ik heb hem ook zien liggen in het ziekenhuis in Polen. Sindsdien ben ik blijer dat hij heelhuids over de finish komt, dan dat hij wint. Ik durf sinds zijn val niet meer te kijken naar de finale. Tijdens de Vuelta-etappe die hij won, ben ik naar boven gegaan. Mijn vader en moeder zaten beneden in de keuken televisie te kijken, ik zat vol spanning in de slaapkamer. Ik hoorde m’n vader juichen... Ik ben snel naar beneden gegaan, bij mij kwamen de emoties toen ook los.”
Fabio: “De spanning van het moment kan Delore nog niet aan. Dat snap ik heel goed. Ze kijkt wel de herhaling.” Delore: “Ik heb de val in Polen live op Eurosport gezien. Het is voor mij zelfbescherming dat ik wacht tot de herhaling en dan pas ga kijken.”
Fabio: “Mijn moeder kijkt ook niet meer live naar mijn wedstrijden. Zij hebben mij in coma in het ziekenhuis zien liggen, dat was zo heftig voor hen.”
Delore: “De beelden van de val zitten in mijn hoofd, dat trauma is blijvend. Ik heb geprobeerd te kijken naar koersen waarin Fabio rijdt, maar ik kreeg bij het naderen van de finish in een sprintetappe een paniekaanval. Een hele hoge hartslag kreeg ik en werd echt onwel. Ik vroeg me af hoe ik die kwelling zo draaglijk mogelijk kon maken. Dat is als ik me afzonder en alleen op mijn slaapkamer ben. Ik probeer dan te mediteren. Meestal krijg ik vrij snel na de finish appjes van vriendinnen dat het klaar is. En mijn ouders weten ook dat ze me dan kunnen roepen.”
Fabio: “We hebben binnen de ploeg een heel fijne psycholoog. Hij heeft mij goed geholpen. Ook mijn familie heeft hulp aangeboden gekregen bij de traumaverwerking. Maar Delore is daar nog niet aan toe.”
Delore: “Ik moet iets gaan doen, anders kan ik nooit meer naar een koers. Ik was bij de finish van de Gooikse Pijl op 19 september, ben bewust redelijk ver na de finish gaan staan, dus ik heb niet gezien dat Fabio won. Mijn familie stond bij de finish. Achteraf baalde ik, want ik ontnam mezelf de vreugde van zijn zege.”
Fabio: “Ik probeer goed naar Delore te luisteren en spreek daarover met onze psycholoog. Op dit moment valt er mee te leven, maar als het haar gaat beperken in het dagelijks leven, moeten we echt actie ondernemen.”
Delore: “Een finale duurt hooguit twintig minuten. Op dit moment kan ik het prima aan om dan even niet te kijken. En niet elke etappe is een sprintetappe.”
Fabio: “Toen ik in april in de Ronde van Turkije, acht maanden na de val, weer mijn eerste wedstrijd reed, was het voor Delore extra lastig omdat bijna elke rit een sprintetappe was. Ik had haar verzekerd dat ik niet mee zou sprinten, dat ik in Turkije alleen reed om weer het gevoel te hebben dat ik wielrenner was. Maar Delore was bang dat ik me toch in de sprints zou mengen. Ze had voor de val ook al angsten, bijvoorbeeld als ik te hard door een bocht ging. Dat kwam ook doordat Delore zelf een goede wielrenner is geweest en de gevaren kent.”
Met een gang van ruim tachtig kilometer per uur razen de sprinters op woensdag 5 augustus 2020 in de eerste etappe van de Ronde van Polen op de finish af in Katowice. De weg loopt af en de sprinters zijn als hongerige wolven, aangezien ze een tijdje niet hebben kunnen koersen door de coronabreak. Dylan Groenewegen gaat als eerste aan, Fabio Jakobsen zit schuin achter hem en komt opzetten. Groenewegen stuurt richting de hekken als Fabio naast hem zit. Fabio wordt op volle snelheid door de dranghekken heen gekatapulteerd en verliest daarbij zijn helm.
Zijn gezicht haakt in het hek. De gruwelijke beelden gaan de hele wereld over. Ploeggenoot Florian Sénéchal ontfermt zich meteen over Fabio en voorkomt dat hij stikt, een trauma-arts is gelukkig snel ter plaatse. Er wordt gevreesd voor het leven van Fabio als hij naar het ziekenhuis in het nabijgelegen Sosnowiec wordt vervoerd.
Fabio: “Ik was tien tanden kwijt, al het bot in mijn mond was verbrijzeld, ik had een zware hersenkneuzing, een gebroken duim, gebroken en gescheurd gehemelte, een ingesneden neus en de zenuwen van mijn stembanden waren gekneusd en daardoor was een stemband verlamd. Ik had ook nog een zwaar gekneusde schouder en rug, zwaar gekneusde billen en gekneusde longen. Van de val kan ik me niets herinneren. Tot de laatste paar honderd meter kan ik alles terughalen, daarna wordt het zwart.”
Fabio: 'Van de val kan ik me niets herinneren. Tot de laatste paar honderd meter kan ik alles terughalen, daarna wordt het zwart'
Delore: “Het was half zeven, ik zat thuis aan de keukentafel te kijken samen met mijn vader. Fabio zat in het wiel van Dylan, ging aan en we zagen hem al winnen. Tot het vijftig meter voor de streep helemaal misging. Ik zag Fabio door de hekken vliegen, kon niet zien waar hij tegenaan klapte, maar wist meteen: dit is foute boel. Het jaar ervoor was ik erbij in Polen, ik kende het parcours en wist hoe hoog de snelheden daar lagen. Ik heb één keer een herhaling gezien, omdat ik voor mezelf een soort van schadeplaatje wilde maken. Toen ik na de val heel even op Twitter keek, draaide ik helemaal door.”
Fabio: “Mijn leven is mede gered door ploeggenoot Florian Sénéchal die meteen bij me was na de val. Florian zag alles gebeuren, toen hij zag dat ik dreigde te stikken in mijn bloed, heeft hij mijn hoofd opgetild en ervoor gezorgd dat het bloed uit mijn keel kwam en ik kon blijven ademen. Als ik bloed had ingeslikt, had ik zuurstofgebrek kunnen krijgen. Ook de trauma-arts, die meteen na de valpartij vanuit het ziekenhuis in Katowice kwam, heeft mijn leven gered. Toen ik nog tussen de hekken lag, heeft hij een plastic pijp in mijn keel geplaatst, waardoor ik kon ademen en in leven bleef.
Onze ploegarts Yvan Vanmol zei dat hij nog nooit iemand in zo’n situatie zo rustig zijn werk had zien doen. Die trauma-arts wist precies wat hij deed, zei ook wat anderen moesten doen, onder wie de arts van een andere wielerploeg die ook trauma-arts was en die assisteerde. Samen hebben ze me geïntubeerd.”
Delore: “Ik bedacht me rond zeven uur dat ik dokter Yvan Vanmol moest bellen. Hij nam meteen op, zei dat het er heel slecht uitzag en dat hij vreesde voor een inwendige bloeding. Meteen schoot door m’n hoofd: dan is het klaar. Een jaar eerder was Bjorg Lambrecht overleden aan een inwendige bloeding in dezelfde ronde.
Yvan zou mij op de hoogte houden als hij iets hoorde van de Poolse artsen. Die periode van wachten in onzekerheid was afschuwelijk. Mijn vader zei steeds: ‘Hoe langer we niets horen, des te beter is het. Als ze niets meer kunnen doen, weten ze dat vrij snel.’ Dat gaf me enig houvast. Mijn zus ging op een gegeven moment even weg. Toen ze terugkwam, dacht ik aan haar gezicht te zien dat zij iets had gelezen op Twitter. Dat was niet zo. Maar we besloten dat niemand op Twitter zou kijken en dat we zo min mogelijk zouden bellen. We wisten: als er nieuws was, dan zou dokter Vanmol meteen contact met mij opnemen.
Pas om tien uur ’s avonds belde hij. Ik durfde de telefoon niet op te nemen, was zo bang dat hij zou vertellen dat Fabio het niet had gered. Maar Yvan vertelde dat het er beter uitzag dan toen Fabio nog op straat lag. Ik vroeg of Fabio zuurstoftekort had gehad en of zijn hart al die tijd was blijven kloppen. Yvan vertelde dat zijn hart aldoor zelfstandig was blijven kloppen en dat er geen sprake van zuurstoftekort was geweest. Dat stelde me enigszins gerust. Na het telefoongesprek zou Fabio geopereerd worden.
Yvan zou me weer bellen als hij wat wist. Ik was iets gerustgesteld, maar heb die nacht geen oog dichtgedaan. De situatie was nog altijd zo zorgwekkend dat teambaas Patrick Lefevere erop stond dat we de volgende ochtend om zeven uur met een privévliegtuig van Rotterdam naar Polen zouden vliegen. De ouders van Fabio, zijn zusje, mijn moeder en ik stapten in.”
Fabio: “Ik ben urenlang onderzocht en door allerlei scans gegaan om te kijken of het überhaupt zin had om me te opereren. Er zijn daarna drie specialisten speciaal voor mij ingevlogen om mij te opereren, daarom – en om het risico op inwendige bloedingen en infecties te voorkomen – ben ik pas ’s avonds laat geopereerd. Ik heb later gehoord dat die artsen ervaringen met mijn trauma hadden door ongelukken en explosies in de mijnen die daar in de buurt zijn. Ook zij hebben mijn leven gered.”
Delore: “De vlucht naar Polen was vreselijk. Niemand zei iets. Niemand sprak het hardop uit, maar we hadden allemaal het idee dat het vliegtuig was geregeld om afscheid te nemen.”
Fabio: “Ik heb achteraf ook gehoord dat Yvan en Patrick met dat idee het vliegtuig hadden geregeld.”
Delore: “Wij landden om half negen, maar de moeder van Fabio en ik konden pas ’s avonds naar hem toe. Hij was geopereerd en lag in coma, dat is wat wij wisten. De spanning voordat we naar de intensive care gingen, was enorm. Ze hadden me verteld over alle verwondingen in zijn gezicht, ik was heel bang dat ik Fabio amper zou herkennen. Ik was opgelucht dat ik hem meteen herkende, maar daarna maakte ik me snel weer grote zorgen: Fabio lag aan de beademing, bewoog niet. De artsen en verplegers waren heel aardig, maar spraken nauwelijks Engels, waardoor we amper antwoord kregen op alle vragen die we hadden. Yvan moest ook smeken om informatie.”
Fabio: “Ik ben op vrijdag, twee dagen na het ongeluk, voor het eerst wakker gemaakt uit mijn kunstmatige coma, omdat ze wilden testen of ik mijn benen en armen kon bewegen. Toen legden ze me uit dat ik was gevallen, maar wel had gewonnen. Vervolgens lieten ze een foto zien hoe ik was binnengedragen. Ik leek op een aangereden dier. De volgende herinnering was dat Delore en mijn vader aan mijn ziekenhuisbed stonden. Ik dacht dat het vijf minuten later was, maar het was een dag later.”
Delore: “De angst dat hij dood zou gaan was toen weg, maar ik was wel bang dat hij niet meer wist wie hij was en dat hij ons niet zou herkennen.”
Fabio: “Ik kon niet praten, maar herkende jullie wel. Jullie droegen zo’n doktersjas en een mondkapje, maar ik herkende jullie meteen. Ik zag ook de angst in jullie ogen.”
Delore: “Toen ik vroeg of je ons kon zien, had jij je ogen open. Je bedoelde ‘ja’, maar schudde van ‘nee’. Er was alweer paniek, ik dacht dat er iets mis was met je ogen.”
Fabio: “Ik dacht dat ik vrij helder was... Ik tikte nog op mijn pols om te vragen hoe laat het was. Delore zei dat het zaterdagmiddag drie uur was. Toen realiseerde ik me pas dat ik al drie dagen in het ziekenhuis lag. Ik besefte: dat is niet goed. Pijn had ik niet, ik kreeg zoveel medicatie dat ik niets voelde. Maar vanaf dat moment was ik heel bang dat ik het niet zou redden. Ik viel steeds weg. Het begon ermee dat ik geen gevoel had in m’n voeten, daarna had ik ook geen gevoel meer in m’n knieën en dat ging zo omhoog tot m’n nek. Ik dacht op die momenten: daar ga ik. Daarna viel ik weg. Niet veel later schrok ik wakker en begon het weer van voren af aan. Ik raakte daar behoorlijk van in paniek.
Ik wilde per se bij kennis blijven, omdat ik bang was dat ik anders niet meer wakker zou worden. We gaan allemaal op een gegeven moment, maar ik wilde nog even blijven. Telkens als ik weer wakker werd, dacht ik: gelukkig, ik ben er nog. Later bleek dat het de medicatie was waardoor ik niets voelde en steeds wegzakte, maar er was niemand die me dat uit had gelegd. Daarnaast was er ook nog de angst om te stikken. Ik had een canule, een adempijpje die in mijn luchtpijp was geplaatst.
Het litteken is nog steeds goed te zien. Als er te veel slijm in de canule bleef zitten, begon ik te hoesten en had ik het gevoel dat ik ging stikken. Het alarm ging dan af en verpleegsters kwamen dan met een soort stofzuigerslang om het slijm af te voeren. Ik heb toen ook een berichtje aan Delore getikt dat ik voor mijn gevoel wel vijfhonderd keer was gestorven, dat ik alleen maar aan het vechten was om in leven te blijven.”
Delore: “Hij kon niet praten, maar wel communiceren via notities in zijn telefoon, die ik hem op zaterdag had gegeven. Het waren heel korte notities met heel veel fouten omdat hij moeite had met tikken. Die doodsangst en doodservaring
hebben ons toen niet bereikt. Ik was wel bang dat hij op zoek zou gaan naar beelden van zijn val op internet, omdat hij er geen herinneringen aan had. Maandag vroegen we Fabio daarom of hij de beelden van zijn val wilde zien. Die hebben we met je zusje erbij teruggekeken.”
Fabio: “Ik kon het niet goed zien op m’n telefoon. Ik zag alleen iemand de hekken in gaan. Ik was toen meer bezig met andere dingen dan met die val waaraan ik toch niets meer kon veranderen. Toen ik op zondag Google Translate op m’n telefoon had, kon ik de verplegers vertellen dat ik bang was om te sterven en dat ik in paniek was. Ze konden me toen eindelijk uitleggen dat het aan de medicatie lag en dat ze die gingen terugschroeven. Voor mijn gevoel ben ik de drie daaropvolgende dagen wakker gebleven omdat de angst om in slaap te vallen en niet meer wakker te worden er nog flink in zat.”
Delore: “Gelukkig was Yvan er ook nog steeds. Hij heeft op zondag alles besproken met ons en vertelde toen ook al dat hij overtuigd was dat Fabio snel terug naar Nederland kon.”
Fabio: “In de binnenkant van mijn mond was alles kapot, maar verder vielen de verwondingen naar omstandigheden mee. Yvan vertelde dat ik geluk heb gehad, mede door dat sterke lijf van me. De laatste drie dagen in Polen was ik veel geruster op een betere afloop.”
Heel Nederland leeft mee met Fabio. Het nieuws dat hij op woensdag 12 augustus 2020 wordt ontslagen uit het ziekenhuis nabij Katowice en terugvliegt naar Nederland wordt breed uitgemeten.
Fabio: “Toen ik werd overgedragen aan de mensen van het vervoersbedrijf, vroegen ze of ik kon lopen. Ik had een dag eerder met behulp van een fysiotherapeut voor het eerst even naast m’n bed gestaan, dus ik zei: als je me helpt, lukt het. Daarna hebben ze me heel voorzichtig van de brancard naar het vliegtuig laten lopen. In het vliegtuig moest ik eigenlijk op een brancard gaan liggen. Ik had last van doorligplekken, had al een week gelegen, dus ik wilde zitten. Ik heb de hele reis gezeten. Omdat ik niet te veel drukverschil mocht ondergaan, vlogen we heel laag. In Nederland ben ik in een rolstoel gezet en met een ambulance naar het LUMC in Leiden gebracht. Toen ik mezelf daar voor het eerst in de spiegel zag, schrok ik me rot. Ik was kaalgeschoren, zwaar vermagerd en gekleed in zo’n gestreept ziekenhuisgewaad.”
Delore: “Na drie dagen in het ziekenhuis in Leiden mocht Fabio naar huis. Ik was op m’n 21ste ineens een soort mantelzorger omdat Fabio de eerste maanden bijna 24 uur per dag moest worden verzorgd. Op 8 oktober stonden de eerste
hersteloperaties gepland, tot die tijd kon hij weinig, vooral door de hersenkneuzing. Ik maakte sapjes omdat hij alleen maar vloeibaar voedsel tot zich kon nemen, regelde afspraken met familie en vrienden die hem even wilden zien.”
Fabio: “Mijn ploeggenoot Florian Sénéchal was een van de eersten die me kwam bezoeken toen ik weer thuis was. Hij stond te huilen in de gang. We konden amper wat uitbrengen toen we elkaar weer zagen.”
Delore: “Fabio begon drie weken na de val weer grapjes te maken, toen zag ik alweer de Fabio zoals ik hem kende.”
Fabio: “Delore werd een soort manager die alles regelde. Ik heb het allemaal laten gebeuren, klaagde nooit. In het begin moest ik nog wel afkicken van de medicijnen. En omdat ik een hersenkneuzing had, waren de ramen thuis in het begin geblindeerd en bleven de gordijnen dicht. Ik sliep in het begin twintig uur per dag. Ik weet nog dat ik na een paar dagen voor het eerst zelf de trap af kon lopen. Dolgelukkig was ik. Na ongeveer drie weken ging ik met een pet op voor het eerst een heel klein rondje wandelen. Toen ik thuiskwam, wilde ik weten of ik op een fiets kon zitten. Mijn vader heeft zo’n hometrainer neergezet en daar heb ik vijf minuten op gefietst.
Yvan Vanmol had in het ziekenhuis in Leiden al gezegd: ‘Het is dat je te veel schade in je gezicht hebt, anders had je fysiek binnen een maand weer kunnen koersen.’ Hij zei dat ik zo’n sterk mens was, zag geen aangetaste ruggengraat of gescheurde spieren. Onder mijn nek was alles intact. De artsen vonden het voor mijn herstel alleen nog niet bevorderlijk dat ik op de fiets ging zitten, dus heb ik dat toen nog uit mijn hoofd gezet.”
Delore: “Op 8 oktober onderging Fabio een bottransplantatie. Een stukje bot uit zijn bekken is in zijn boven- en onderkaak gezet, omdat daar veel bot ontbrak. Na die operatie kon hij niet zelf douchen, dus met wassen en dergelijke moest ik hem bijstaan.
Begin december gaat Fabio mee met Deceuninck-Quick Step naar het trainingskamp in het Spaanse Altea. De fietstraining wordt voorzichtig opgepakt. Maar Fabio wacht ook nog belangrijke operaties in het Radboud ziekenhuis in Nijmegen. Op 12 februari worden implantaten in zijn boven- en onderkaak aangebracht en de littekens in zijn mond worden gereconstrueerd.
Fabio: “Al mijn tanden was ik kwijt door de val, ik had alleen nog kiezen en twee hoektanden. Een half jaar voor mijn val had ik gelukkig een afdruk van mijn gebit laten maken bij de orthodontist omdat een tand een beetje scheef stond. Ik werd na mijn val benaderd voor een vervolgafspraak... Ik vertelde dat die niet meer nodig was, maar dat ik wel graag de afdruk van mijn gebit wilde hebben. Ze dachten al dat ik daarvoor zou bellen, zeiden ze. Aan de hand van die afdruk heeft de tandtechnieker de bovenste en onderste vijf tanden exact kunnen plaatsen zoals mijn gebit voorheen was. Maar eerst moesten in februari de schroeven in het getransplanteerde bot in mijn mond worden geboord in Nijmegen. Vier maanden later zijn de bruggen erop gegaan. Tot die tijd heb ik zonder tanden rondgelopen.”
Delore: “De orthopedist had een plastic bitje gemaakt, zodat je de straat op kon, maar die heb je nauwelijks gedragen.”
Fabio: “Door dat bitje zou ik weer de letters F en S kunnen zeggen, maar andere letters kostten meer moeite omdat ik mijn kiezen niet op elkaar kon doen. Ik kon ook niet eten en drinken met dat bitje. Ik merkte dat ik steeds beter kon praten
zonder tanden en eten was moeilijk, maar niet onmogelijk. Harde dingen eten, zoals appels, ging niet omdat het tandvlees openlag. Maar verder ging het wel.
De derde operatie was pijnlijk, dat had ik onderschat. Ze hebben niet alleen de implantaten aangebracht, maar ook twee reepjes uit mijn gehemelte gehaald, wat ze hebben gebruikt als tandvlees. Ik heb drie weken lang een open gehemelte gehad. Ik kan na het plaatsen van de bruggen met tanden op 16 juni dus weer eten, maar ik heb helemaal geen gevoel in mijn tanden, de zenuwen zijn daar allemaal weg. Het went langzaam. De littekens in mijn mond trekken ook nog een beetje.”
Delore: “Als het goed is, is de laatste operatie nu achter de rug.”
Fabio: “Maar toen de operaties erop zaten, was de onzekere periode niet ineens voorbij. Ik wist niet of ik weer op mijn oude niveau kon komen. Ik reed in april mijn eerste koers, de Ronde van Turkije, en in de media werd gezegd dat het goed ging met me omdat ik weer reed. Dat was wel heel kort door de bocht. Ik dacht: wat moet ik als ik niet meer terug kan komen op mijn niveau? De havo heb ik afgemaakt, een jaar hbo gedaan, maar koos al snel voor wielrennen. Ik dacht: als ik niet meer kan fietsen, dan heb ik niks.
Gelukkig heeft Patrick Lefevere me al snel na het ongeluk op het hart gedrukt me geen zorgen te maken, omdat hij mijn aflopend contract sowieso zou verlengen. Dat was een mooi gebaar en bedoeld als geruststelling. Maar de vraag of ik weer de oude zou worden als renner was daarmee niet beantwoord. Ik was ook best bang in het peloton, ging voorin of juist helemaal achterin rijden. Bij mijn eerste koers in Turkije zag ik ineens een renner met bebloede wenkbrauwen in de hekken liggen. Ik ben meteen gestopt om te vragen of het ging...
In Turkije merkte ik dat veel collega’s blij waren om me weer te zien. Jasper Philipsen is een concurrent, maar hij was een van de eersten die me in Turkije opzocht. Hij vertelde dat hij heel blij was om me terug te zien in het peloton en zei dat hij hoopte weer echt met me te kunnen sprinten. En zo kwamen bij veel koersen renners even een praatje maken. Laatst nog Mads Pedersen, de wereldkampioen van 2019. Ik had hem sinds mijn val niet meer gezien. Ik won de Eurométropole Tour, Mads werd derde. Hij feliciteerde me niet, maar zei: ‘Wat ben ik blij dat ik weer tegen jou mag koersen.’ Mooi.
Kijk, alle renners hebben familie thuis en kunnen zich heel goed inbeelden wat voor vreselijke tijd ik heb gehad. Wat ik heb meegemaakt, is waar elke renner bang voor is. En dat merk ik wel in het peloton. Ik denk dat renners van mijn generatie die mijn val bewust hebben meegemaakt, niet meer zo snel van hun lijn zullen afwijken.”
Delore: “Laten we het hopen.”
Fabio: “Ik kwam natuurlijk ook Dylan Groenewegen weer tegen in het peloton na de val... Florian Sénéchal was na Delore en mijn familie de eerste die ook met mij over Dylan durfde te praten. Florian zei: ‘Wat ze ook voor argumenten aandragen, het kan niet wat Dylan deed in Polen. Je kunt niet met die hoge snelheid vlak voor de finish van je lijn afwijken.’ Hij vergeleek het met Formule 1, dat Max Verstappen en Lewis Hamilton de laatste bocht uitkomen op weg naar de finish en dat de een de ander de vangrail in duwt. ‘Dan kun je wel zeggen dat de hekken niet deugen of dat er een vangrail moet zijn, maar eerst gaat het erom dat je op het laatste rechte stuk niet van je lijn afwijkt.’
In Wallonië hebben Dylan en ik weer echt tegen elkaar gesprint. Dylan won ook twee ritten. Na afloop heeft Dylan me gefeliciteerd toen ik won. Wij zullen de rest van onze carrières aan elkaar gekoppeld blijven, dat is ons lot. Ik ben inmiddels zover dat ik besef dat hij dit ook niet heeft gewild en dat wat er gebeurd is voor hem ook een belasting is. Hij zal er ook van balen. Maar het is wel gebeurd. Ik ga niet zeggen: toffe gozer, mag ik op je verjaardag komen? Zo was onze relatie voor de val ook al niet. Ik vind het prima dat we elkaar feliciteren na een overwinning. Dylan is ook een mens. We kunnen het niet meer terugdraaien en moeten allebei verder. Het is wat het is.”
Fabio deelt op 17 maart op zijn Instagram een foto waarop hij en Delore gearmd staan op de berg Ifach nabij Calpe in Spanje. Bij de foto staat de tekst ‘Let’s start with forever!’ met daarbij het symbool van een ring en een hartje. Op 29 oktober 2022 staat het huwelijk gepland, maar voor die tijd hopen we ons net gekochte huis in Zuidland verbouwd te hebben.
Delore: “We gingen met de auto naar Calpe, omdat vliegen door corona moeilijk was. Ik wilde graag de bekende rots Ifach beklimmen. Fabio heeft een hekel aan wandelen en klimmen, maar reageerde heel enthousiast. Hij had zelfs voor een
rugzakje met drinken gezorgd. We hebben wat foto’s gemaakt op de top samen met mijn vader en zwager, die waren ook met de auto een paar dagen naar Calpe gekomen. Ze begonnen hard te lachen, dus ik dacht dat Fabio gekke bekken aan het trekken was. Toen ging Fabio op zijn knieën, haalde een prachtige ring uit zijn tas en vroeg: ‘Wil je met me trouwen?’ Ik was echt verbaasd, had totaal niet op een huwelijksaanzoek gerekend en zei meteen ‘ja!’”
Delore: 'Ineens ging Fabio op zijn knieën, haalde een prachtige ring uit zijn tas en vroeg: 'Wil je met me trouwen?' Ik had totaal niet op een huwelijksaanzoek gerekend'
Fabio: “Ik wist al vrij snel na het ongeluk dat ik Delore ten huwelijk wilde vragen. Het eerste wat ik dacht na het ontwaken uit mijn coma was: wat ben ik blij dat ik Delore en mijn familie weer kan zien. Het tweede wat ik dacht, was dat ik niet meer wilde verhuizen naar Monaco. We hadden het daar over gehad voor mijn val, maar ik wilde Nederland en mijn naasten niet meer achterlaten. De derde zin die ik in mijn hoofd had, maar niet uitsprak, was: Delore, ik ga jou ten huwelijk vragen. Ik wist alleen nog niet wanneer.
Als je vriendin je met een washandje overal heeft gewassen, omdat je het zelf niet kunt, en vervolgens tien tot twaalf weken dag en nacht voor je heeft gezorgd, dan geldt net als bij je eigen moeder: haar zet je nooit meer buiten. Dan heb je een vriendin voor de rest van je leven. Ik heb haar ook heel vaak bedankt voor alles wat ze voor me heeft gedaan. We houden zo intens van elkaar.”
Delore: “Ik ken Fabio al van jongs af aan. Hij is net zo oud als mijn zus en zij kenden elkaar van het fietsen. Ik was ook wielrenster, dus zag Fabio vaak. Toen ik vijftien was, kwamen Fabio en ik elkaar bij wedstrijden weer tegen.”
Fabio: “Ik stuurde Delore berichtjes, wilde al vrij snel afspreken, maar Delore had nooit tijd.”
Delore: “Ik hield het eerst af, had geen behoefte aan een relatie. Maar ik hield wel contact. Tot ik wel een keer wilde afspreken...”
Fabio: “Jij was zeventien en ik achttien. Delore werkte in een kapsalon. Ik vroeg in de zomer of ik mijn bidons bij haar kon vullen, zei dat ik in de buurt was. Dat vond ze oké. Maar ik was helemaal niet in de buurt. Ik reed in één rechte lijn naar de kapsalon in Zuidland. Dat was 75 kilometer heen en daarna 75 kilometer terug. Daarna was het vrij snel aan. Ik ben haar eerste echte vriendje. Ik heb voor Delore ook een vriendinnetje gehad, maar zij begreep mijn passie voor wielrennen niet. Delore wel, zij heeft zelf gefietst. Zij begrijpt dat ik bijna nooit na twaalf uur naar bed ga.”
Delore: “Ik vind dat prima, vind het fijn om samen te zijn. En ik ben druk met mijn hbo-opleiding huidtherapie.” Lachend: “Met Fabio heb ik een goed studieproject in huis.”
Op 9 juli wordt bekendgemaakt dat Fabio voor twee jaar bijtekent bij Deceuninck-Quick Step. ‘Als je ziet waar Fabio vandaan komt, is het gewoon een wonder,’ stelt teammanager Patrick Lefevere, ‘hij heeft veel meegemaakt, maar het team stond achter hem en dat zal nooit veranderen. In het verleden versloeg hij de grootste sprinters van de wereld, en we zijn ervan overtuigd dat hij op een dag zijn handen weer in de lucht kan steken.’
Fabio: “Ik ben zo blij dat ik dat vertrouwen al snel heb kunnen terugbetalen met overwinningen. Er wordt weleens wat geroepen over Lefevere, maar hij zei toen ik nog geen tanden in mijn mond had, dat ik niet weg mocht bij de ploeg. Hij vroeg: ‘Wil je één of twee jaar?’ Ik zei dat ik dat aan hem liet en toen zei Lefevere: ‘Dan doen we er twee jaar bij.’ Ik heb bijgetekend onder voor mij ook nog eens prachtige condities. En als alles normaal verloopt, debuteer ik volgend jaar in de Tour de France en hoop ik minimaal een etappe te winnen.
Ik win weer, maar dat neemt niet weg dat ik anders in het leven sta dan voorheen. Als mens en renner. Voor de start kijk ik hoe de hekken staan opgesteld. Deed ik vroeger niet. Als mijn tegenstander te veel afwijkt van zijn lijn, dan rem ik, ga rechtop zitten en denk: zoeken jullie het maar lekker uit, want ik wil niet nog een keer naar het ziekenhuis.
Als mens realiseer ik me nu dat tijd het meest kostbare is dat we hebben. Ik ben nog elke dag blij dat ik wakker word. De angst om te slapen ben ik kwijt, maar de angst om niet wakker te worden, zit er onbewust nog steeds een beetje in. Het ticket van vandaag hebben we, maar het ticket van morgen hebben we niet. Dat krijg je pas ’s ochtends.”
Helden Magazine 59
Het verhaal van Fabio Jakobsen komt voort uit Helden Magazine 59. Sifan Hassan is onze Held van het Jaar en siert de cover van het dubbeldik eindejaarsnummer. Ze kwam, zag en overwon. Hassan deed wat niemand voor haar deed: drie olympische medailles winnen op de middellange afstanden op dezelfde Spelen.
Heel bijzonder is ook het verzoek dat Barbara Barend kreeg van Bibian Mentel. Vlak voor haar overlijden, op 29 maart dit jaar, wilde Bibian nog een keer een groot interview geven met het verzoek het verhaal na haar overlijden te publiceren. In het verhaal spreekt zij nog één keer iedereen toe die haar lief hebben.
In Helden Magazine 59 lees je een uitgebreid interview met een van de sterkhouders van Ajax, Daley Blind in het bijzijn van zijn vrouw, dochter, moeder en twee zussen. Rolstoeltennisster Diede de Groot won dit jaar de Golden Slam. De dubbelvier zorgden voor het eerste olympische roeigoud bij de mannen in 25 jaar én Sjinkie Knegt vertelt over het leven na het ongeluk met de houtkachel.
Ook in Helden Magazine 59 hebben Jeffrey Hoogland en Shanne Braspennincx het mooi geflikt met z’n tweeën, beloonde Tom Dumoulin zijn terugkeer met olympisch zilver op de tijdrit en groeide Denzel Dumfries uit tot de Held van Oranje tijdens het EK. Overigens vertelt Frédérique Matla over haar weg naar de top, won Abdi Nageeye niet alleen olympisch zilver op de marathon, maar coachte hij ondertussen ook zijn maatje naar brons en is Harrie Lavreysen de koning van de sprint.
Verder zijn vrienden Niek Kimmann en Jelle van Gorkom allebei in het bezit van een olympische medaille. Dai Dai N’tab was ooit een feestbeest, nu is hij een van de snelste schaatsers van het land. Sanne van Dijke won olympisch brons, maar verloor in aanloop naar de Spelen haar broer en daarna haar trainingsmaatje. Reshmie Oogink blikt in ‘De dag dat’ terug op het moment dat ze in Tokio te horen kreeg dat ze corona had. Victoria Koblenko ontmoet daarnaast olympisch kampioen Kiran Badloe én Caitlin Dijkstra staat in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De Liefdesbrief.
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.