Word abonnee
Meer

Schaatsen

Patrick Roest – Op zoek naar antwoorden

Patrick Roest (29) was jarenlang de Nederlandse troef op de lange afstanden. Vorig jaar ging het mis. Ineens kwam de schaatser van Team Reggeborgh niet meer vooruit. In aanloop naar de Winterspelen in Milaan zoekt hij naar zijn ‘oude vorm’. Olympisch goud, de enige prijs die hij nog niet won, zit nog niet in zijn hoofd. Eerst wil hij dat oude gevoel en niveau terugvinden, verteld Roest in Helden Magazine nummer 79. Patrick Roest Vraag hem wat hij voelt als hij lekker zijn rondjes kan schaatsen en met een glinstering in zijn ogen antwoordt hij: “Vrijheid. Als het lekker gaat, dan hoef ik niet na te denken. Dan gaat schaatsen bijna als vanzelf. Dat geeft zo’n kick.” Patrick Roest is even stil, de glimlach verdwijnt en een diepe zucht volgt. “Maar als je dat gevoel ineens kwijt bent, zoals me vorig seizoen gebeurde, dan ga je juist heel erg nadenken. Ik miste dat oude gevoel vreselijk, was ernaar op zoek en kon het maar niet vinden. Wat ik ook deed.” Patrick heeft een stoppelbaard van een paar dagen, draagt zijn witte lange kousen over zijn Team Reggeborgh-trainingsbroek. Jarenlang was hij Nederlands troef op de middellange en lange afstand én de motor van het Nederlandse team op de ploegenachtervolging. Hij veroverde onder andere drie wereldtitels allround, vier keer goud bij de WK afstanden en zeven Europese titels, waarvan twee allround. Bij de Spelen van 2018 won hij zilver op de 1500 meter en brons op de ploegenachtervolging, bij de Spelen van 2022 was het zilver op de 5000 en 10.000 meter. [caption id="attachment_21802" align="aligncenter" width="1333"] Patrick Roest[/caption] Van het ene op het andere moment veranderde Patrick een jaar geleden in een vermoeide en gekooide tijger. In zijn ‘tweede huis’ Thialf gaat hij terug in de tijd. Patrick had keihard getraind in de zomer van 2024, hoopte weer een beetje beter te zijn geworden. Zo was het altijd gegaan. Maar tijdens testen en trainingswedstrijdjes bleek hij juist minder goed dan in de aanloop naar andere seizoenen. “Ik was steeds moe en lusteloos, moest mezelf ’s ochtends echt uit bed slepen en mezelf echt aanmoedigen om op de fiets te stappen voor de fietstraining. Ik dacht toen nog: mijn vorm komt vast wel als de wedstrijden beginnen.” De eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen was de drie kilometer bij de NK Clubs namens STV Lekstreek. Drie jaar op rij was hij de beste geweest, maar in oktober 2024 was Marcel Bosker sneller. “Ik kreeg de bevestiging waar ik al voor vreesde: het zat niet goed. Een rondje schaatsen leek veel meer energie te kosten dan normaal.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Patrick Roest komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Patrick Roest (29) was jarenlang de Nederlandse troef op de lange afstanden. Vorig jaar ging het mis. Ineens kwam de schaatser van Team Reggeborgh niet meer vooruit. In aanloop naar de Winterspelen in Milaan zoekt hij naar zijn ‘oude vorm’. Olympisch goud, de enige prijs die hij nog niet won, zit nog niet in zijn hoofd. Eerst wil hij dat oude gevoel en niveau terugvinden, verteld Roest in Helden Magazine nummer 79. Patrick Roest Vraag hem wat hij voelt als hij lekker zijn rondjes kan schaatsen en met een glinstering in zijn ogen antwoordt hij: “Vrijheid. Als het lekker gaat, dan hoef ik niet na te denken. Dan gaat schaatsen bijna als vanzelf. Dat geeft zo’n kick.” Patrick Roest is even stil, de glimlach verdwijnt en een diepe zucht volgt. “Maar als je dat gevoel ineens kwijt bent, zoals me vorig seizoen gebeurde, dan ga je juist heel erg nadenken. Ik miste dat oude gevoel vreselijk, was ernaar op zoek en kon het maar niet vinden. Wat ik ook deed.” Patrick heeft een stoppelbaard van een paar dagen, draagt zijn witte lange kousen over zijn Team Reggeborgh-trainingsbroek. Jarenlang was hij Nederlands troef op de middellange en lange afstand én de motor van het Nederlandse team op de ploegenachtervolging. Hij veroverde onder andere drie wereldtitels allround, vier keer goud bij de WK afstanden en zeven Europese titels, waarvan twee allround. Bij de Spelen van 2018 won hij zilver op de 1500 meter en brons op de ploegenachtervolging, bij de Spelen van 2022 was het zilver op de 5000 en 10.000 meter. [caption id="attachment_21802" align="aligncenter" width="1333"] Patrick Roest[/caption] Van het ene op het andere moment veranderde Patrick een jaar geleden in een vermoeide en gekooide tijger. In zijn ‘tweede huis’ Thialf gaat hij terug in de tijd. Patrick had keihard getraind in de zomer van 2024, hoopte weer een beetje beter te zijn geworden. Zo was het altijd gegaan. Maar tijdens testen en trainingswedstrijdjes bleek hij juist minder goed dan in de aanloop naar andere seizoenen. “Ik was steeds moe en lusteloos, moest mezelf ’s ochtends echt uit bed slepen en mezelf echt aanmoedigen om op de fiets te stappen voor de fietstraining. Ik dacht toen nog: mijn vorm komt vast wel als de wedstrijden beginnen.” De eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen was de drie kilometer bij de NK Clubs namens STV Lekstreek. Drie jaar op rij was hij de beste geweest, maar in oktober 2024 was Marcel Bosker sneller. “Ik kreeg de bevestiging waar ik al voor vreesde: het zat niet goed. Een rondje schaatsen leek veel meer energie te kosten dan normaal.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Patrick Roest komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Zwemmen

Ranomi Kromowidjojo en Marrit Steenbergen: ‘Laat Marrit het nu maar lekker doen’

Ze hadden allebei een ‘gouden jaar’. Marrit Steenbergen (25) pakte opnieuw WK-goud op het koninginnennummer van het zwemmen, de 100 meter vrije slag. Ranomi Kromowidjojo (35) werd in februari moeder van dochter Livia. Helden bracht de huidige zwemkoningin en haar voorgangster, tegenwoordig nog bij het topzwemmen betrokken als mentor, samen voor een goed gesprek in Helden Magazine 79. Marrit Steenbergen & Ranomi Kromowidjojo “We zagen elkaar vanmorgen nog in het zwembad, toen jij je op de fiets in het zweet aan het werken was,” zegt Ranomi Kromowidjojo als ze Marrit Steenbergen een begroetingsknuffel geeft. “De fiets naast mij was nog vrij, hè,” zegt Marrit lachend. Ranomi: “Ja doei! Daar ga ik echt niet meer op zitten. Die tijd is voorbij.” Marrit: “Ik heb je nu al een paar keer uitgenodigd om mee te trainen als ik je tegenkom, maar telkens zeg of schud je ‘nee’.” Ranomi lachend: “Ik heb steeds een mooi excuus. Dan zeg ik: ik moet werken. Of: ik moet naar huis, Livia wacht op me.” Gewoon gaan Ranomi is sinds 26 februari dit jaar moeder van dochter Livia. Ze zwom in december 2021 haar laatste toernooi, veroverde in haar laatste race nog de wereldtitel op de 50 meter vlinderslag bij de WK kortebaan. In januari 2022 maakte ze op haar 31ste bekend dat het mooi was geweest na drie keer goud en een keer zilver op de Spelen, zeventien wereldtitels en 24 Europese titels. Maar dat betekende niet dat ze het zwemmen en de sport de rug toekeerde. Na een jaar van bezinning – ze trouwde in die periode met olympisch openwaterkampioen Ferry Weertman en schopte het tot de finale van Wie Is De Mol? – ging ze aan de slag bij BrabantSport en als mentor van talenten bij de zwembond. Ranomi is ook vaste gast bij grote zwemtoernooien in haar functie van ambassadeur van World Aquatics en tijdens de Spelen stond ze langs de zwembadrand met een microfoon van Eurosport in de hand. [caption id="attachment_21799" align="aligncenter" width="1560"] Ranomi Kromowidjojo[/caption] Marrit groeide na het afzwaaien van Ranomi uit tot de nieuwe zwemtroef van Nederland op de vrije slag. Op 1 augustus prolongeerde ze in Singapore de wereldtitel op de 100 meter vrije slag, het koninginnennummer van het zwemmen en ooit ook het jachtterrein van Ranomi. “Ik was voor die finale behoorlijk zenuwachtig, dat ben ik normaal gesproken nooit zo erg,” zegt Marrit als ze in haar hoofd teruggaat naar Singapore. “Die zenuwen hadden ermee te maken dat ik het gevoel had dat het weleens een heel mooie avond kon worden. Tijdens de race was ik heel erg aan het nadenken. In de series en halve finale was het niet helemaal gegaan zoals ik wilde, daarom was ik heel bewust bezig met het uitvoeren van mijn raceplan. De eerste baan moest ik proberen de ontspanning te houden, de rust bewaren en technisch goed blijven zwemmen. Ik keek steeds om me heen op die eerste vijftig meter. Ik bleef goed bij en voelde dat het me eigenlijk best makkelijk afging.” Marrit keerde als derde. En toen moest de fase waarin ze uitblinkt nog komen. Waar anderen verzuren, lukt het Marrit vaak om haar snelheid op de tweede vijftig meter langer vast te houden. “Ik zag halverwege de tweede baan dat ik voor lag. Eigenlijk stopte ik toen pas met nadenken. Vanaf dat moment was het: gewoon gaan.” Marrit tikte aan in 52,55. Mollie O’Callaghan, de Australische wereldkampioene op de 100 vrij in 2022 en 2023 werd tweede in 52,67 en Tori Huske, de Amerikaanse winnares van olympisch zilver in Parijs, pakte brons in 52,89. Milou van Wijk, de tweede Nederlandse zwemster in de finale, werd vierde in 52,91. “Als ik de eerste 75 meter wat minder na had gedacht, dan had ik nog wel wat harder gekund. Op de eerste dag van het WK wonnen we brons op de 4x100 meter vrije slag estafette. Toen dacht ik niet na en zwom ik heel hard.” Lachend: “Achteraf natuurlijk best lekker om te kunnen zeggen dat ik goud heb gewonnen, terwijl ik weet dat ik nog wel een beetje harder had gekund.” “Ik was dus net te laat voor jouw finale,” verzucht Ranomi, “ik was in Singapore namens World Aquatics en had een clinic gegeven op een school aan de andere kant van de stad. Op de terugweg zat het verkeer muurvast. Bij het zwembad trok ik de deur van het busje open en ik rende meteen naar de mixed zone. Daar zag ik jou net aan komen lopen. Ik heb jou gefeliciteerd en ben daarna naar boven gegaan. Toen zag ik pas jouw finale terug. Ik zat in een ruimte waar allerlei bobo’s rondliepen en die feliciteerden mij allemaal met jou. Best raar, als je erover nadenkt, maar wel heel leuk.” Ranomi: 'Ik had natuurlijk al gezien dat Marrit heel goed kon zwemmen. Maar pas toen ik was gestopt en bij mij de oogkleppen afgingen, zag ik hoe goed zij echt was' Ranomi volgt de ontwikkeling van Marrit met grote interesse. Ze waren teamgenoten in Eindhoven. “Ik heb natuurlijk al gezien dat jij heel goed kon zwemmen toen we samen in het water lagen. Maar pas toen ik was gestopt en bij mij de oogkleppen afgingen, zag ik hoe goed jij echt was. Ik spreek onze trainer Patrick Pearson nog af en toe en dan gaat het ook over jou. Daarom kwam het voor mij niet als een verrassing dat je wereldkampioen werd. Van jouw eerste wereldtitel stond ik eigenlijk ook al niet te kijken.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het dubbelinterview met Ranomi Kromowidjojo en Marrit Steenbergen komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Ze hadden allebei een ‘gouden jaar’. Marrit Steenbergen (25) pakte opnieuw WK-goud op het koninginnennummer van het zwemmen, de 100 meter vrije slag. Ranomi Kromowidjojo (35) werd in februari moeder van dochter Livia. Helden bracht de huidige zwemkoningin en haar voorgangster, tegenwoordig nog bij het topzwemmen betrokken als mentor, samen voor een goed gesprek in Helden Magazine 79. Marrit Steenbergen & Ranomi Kromowidjojo “We zagen elkaar vanmorgen nog in het zwembad, toen jij je op de fiets in het zweet aan het werken was,” zegt Ranomi Kromowidjojo als ze Marrit Steenbergen een begroetingsknuffel geeft. “De fiets naast mij was nog vrij, hè,” zegt Marrit lachend. Ranomi: “Ja doei! Daar ga ik echt niet meer op zitten. Die tijd is voorbij.” Marrit: “Ik heb je nu al een paar keer uitgenodigd om mee te trainen als ik je tegenkom, maar telkens zeg of schud je ‘nee’.” Ranomi lachend: “Ik heb steeds een mooi excuus. Dan zeg ik: ik moet werken. Of: ik moet naar huis, Livia wacht op me.” Gewoon gaan Ranomi is sinds 26 februari dit jaar moeder van dochter Livia. Ze zwom in december 2021 haar laatste toernooi, veroverde in haar laatste race nog de wereldtitel op de 50 meter vlinderslag bij de WK kortebaan. In januari 2022 maakte ze op haar 31ste bekend dat het mooi was geweest na drie keer goud en een keer zilver op de Spelen, zeventien wereldtitels en 24 Europese titels. Maar dat betekende niet dat ze het zwemmen en de sport de rug toekeerde. Na een jaar van bezinning – ze trouwde in die periode met olympisch openwaterkampioen Ferry Weertman en schopte het tot de finale van Wie Is De Mol? – ging ze aan de slag bij BrabantSport en als mentor van talenten bij de zwembond. Ranomi is ook vaste gast bij grote zwemtoernooien in haar functie van ambassadeur van World Aquatics en tijdens de Spelen stond ze langs de zwembadrand met een microfoon van Eurosport in de hand. [caption id="attachment_21799" align="aligncenter" width="1560"] Ranomi Kromowidjojo[/caption] Marrit groeide na het afzwaaien van Ranomi uit tot de nieuwe zwemtroef van Nederland op de vrije slag. Op 1 augustus prolongeerde ze in Singapore de wereldtitel op de 100 meter vrije slag, het koninginnennummer van het zwemmen en ooit ook het jachtterrein van Ranomi. “Ik was voor die finale behoorlijk zenuwachtig, dat ben ik normaal gesproken nooit zo erg,” zegt Marrit als ze in haar hoofd teruggaat naar Singapore. “Die zenuwen hadden ermee te maken dat ik het gevoel had dat het weleens een heel mooie avond kon worden. Tijdens de race was ik heel erg aan het nadenken. In de series en halve finale was het niet helemaal gegaan zoals ik wilde, daarom was ik heel bewust bezig met het uitvoeren van mijn raceplan. De eerste baan moest ik proberen de ontspanning te houden, de rust bewaren en technisch goed blijven zwemmen. Ik keek steeds om me heen op die eerste vijftig meter. Ik bleef goed bij en voelde dat het me eigenlijk best makkelijk afging.” Marrit keerde als derde. En toen moest de fase waarin ze uitblinkt nog komen. Waar anderen verzuren, lukt het Marrit vaak om haar snelheid op de tweede vijftig meter langer vast te houden. “Ik zag halverwege de tweede baan dat ik voor lag. Eigenlijk stopte ik toen pas met nadenken. Vanaf dat moment was het: gewoon gaan.” Marrit tikte aan in 52,55. Mollie O’Callaghan, de Australische wereldkampioene op de 100 vrij in 2022 en 2023 werd tweede in 52,67 en Tori Huske, de Amerikaanse winnares van olympisch zilver in Parijs, pakte brons in 52,89. Milou van Wijk, de tweede Nederlandse zwemster in de finale, werd vierde in 52,91. “Als ik de eerste 75 meter wat minder na had gedacht, dan had ik nog wel wat harder gekund. Op de eerste dag van het WK wonnen we brons op de 4x100 meter vrije slag estafette. Toen dacht ik niet na en zwom ik heel hard.” Lachend: “Achteraf natuurlijk best lekker om te kunnen zeggen dat ik goud heb gewonnen, terwijl ik weet dat ik nog wel een beetje harder had gekund.” “Ik was dus net te laat voor jouw finale,” verzucht Ranomi, “ik was in Singapore namens World Aquatics en had een clinic gegeven op een school aan de andere kant van de stad. Op de terugweg zat het verkeer muurvast. Bij het zwembad trok ik de deur van het busje open en ik rende meteen naar de mixed zone. Daar zag ik jou net aan komen lopen. Ik heb jou gefeliciteerd en ben daarna naar boven gegaan. Toen zag ik pas jouw finale terug. Ik zat in een ruimte waar allerlei bobo’s rondliepen en die feliciteerden mij allemaal met jou. Best raar, als je erover nadenkt, maar wel heel leuk.” Ranomi: 'Ik had natuurlijk al gezien dat Marrit heel goed kon zwemmen. Maar pas toen ik was gestopt en bij mij de oogkleppen afgingen, zag ik hoe goed zij echt was' Ranomi volgt de ontwikkeling van Marrit met grote interesse. Ze waren teamgenoten in Eindhoven. “Ik heb natuurlijk al gezien dat jij heel goed kon zwemmen toen we samen in het water lagen. Maar pas toen ik was gestopt en bij mij de oogkleppen afgingen, zag ik hoe goed jij echt was. Ik spreek onze trainer Patrick Pearson nog af en toe en dan gaat het ook over jou. Daarom kwam het voor mij niet als een verrassing dat je wereldkampioen werd. Van jouw eerste wereldtitel stond ik eigenlijk ook al niet te kijken.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het dubbelinterview met Ranomi Kromowidjojo en Marrit Steenbergen komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Voetbal

Rafael van der Vaart: ‘Wie zegt er nou nee tegen mij?’

Hij brak door rond de eeuwwisseling, groeide uit tot een poster boy. De linkspoot speelde onder andere bij Ajax, Hamburger SV, Real Madrid, Tottenham Hotspur en Betis Sevilla en kwam 109 keer uit voor het Nederlands elftal. Tegenwoordig valt Rafael van der Vaart (42) op als voetbalanalist met uitspraken die af en toe de wereld overgaan. In het boek Rafael van de Vaart, alles op intuïtie, geschreven door Bart Vlietstra, gunt hij ons een inkijkje in zijn leven. Voor Helden Magazine nummer 79 gingen we met Van der Vaart in gesprek. Rafael van der Vaart Damián van der Vaart Zoon Damián van der Vaart tekende begin januari 2025 een contract bij Ajax tot en met 2029, 25 jaar nadat Rafael zijn eerste contract in Amsterdam had getekend. Dit heugelijke feit is de aftrap van het door Bart Vlietstra geschreven boek ‘Rafael van de Vaart, alles op intuïtie’. De negentienjarige Damián woont bij zijn grootouders Ramon en Lolita van der Vaart in Heemskerk, mede omdat zijn beide ouders in het buitenland wonen. Vader Rafael houdt vanuit Boekarest, waar hij met zijn handballende vriendin Estavana Polman en hun dochtertje Jesslynn woont, een vinger aan de pols. Damián in het boek: ‘Mijn vader zei: ‘Wil je dat ik je help?’ Ik zei: ‘Ja, graag.’ Toen werd hij kritischer. Hij zegt altijd: als je het niet wil, moet je het zeggen. Maar ik wil het, dus het is mijn keuze. Voor de rest is hij een heel lieve papa, hoor.’ Rafael: “Ik vind het vreselijk om zo kritisch te moeten zijn, maar dat is wel nodig om verder te komen als voetballer. Damián luisterde in het begin maar half als ik iets zei. Als ik kritisch was, waren Es en de hele familie kwaad. Niemand sprak dan meer met mij. Maar toen Damián een beetje beter naar me ging luisteren, zag je wél meteen resultaat. Ik begrijp dat het voor hem niet makkelijk is dat uitgerekend ik zijn vader ben. Ik vroeg hem eens: vind je het vervelend dat ik je vader ben? Damián antwoordde: ‘Nee, ik ben supertrots op je.’ Toen zei ik: omarm dan gewoon dat ik er ben, doe wat met de aanwijzingen die ik geef. Het heeft ook voordelen dat ik zijn vader ben. Neem alleen al het feit dat hij de kans kreeg bij Ajax. Mijn voorkeur had eigenlijk dat hij naar Heerenveen zou gaan, omdat ik dacht dat hij daar meer aan spelen toe zou komen. Heerenveen wilde hem heel graag hebben, maar Damián wilde liever naar de club waarmee hij is opgegroeid. Kon-ie ook lekker bij opa en oma wonen. Ik heb Ajax gebeld en gezegd: mag m’n zoon een week meetrainen. In die week heeft hij het laten zien.” Damián is rechtsbenig, heeft in jouw ogen een David Beckham-trap in dat been. Jij noemt Damián als type speler ‘een Donny van de Beek’. “Ik was een natuurlijke nummer 10, zoals Sneijdertje en Jari Litmanen dat ook waren. Bij ons spatte de kwaliteit op die positie ervan af, goals maken, assists geven, de bal willen hebben. Davy Klaassen en Donny van de Beek waren onze opvolgers op ‘10’, vulden het heel anders in. Zij maakten veel doelpunten, hoor, maar je kon hen ook een tijdje niet zien. Dat heeft Damián ook een beetje. Bij hem kun je soms denken: doet-ie eigenlijk wel mee? Maar ineens valt die bal voor z’n voeten en scoort hij.” Lachend: “Damián is eigenlijk de nummer 10 geworden waar ik niet heel graag naar keek. Maar gelukkig begint hij ook steeds beter te voetballen.” Jij zegt in het boek dat je in aanleg een betere voetballer was dan jouw zoon. “Dat klinkt heel hard, mensen moesten er ook aan wennen dat ik dat zei. Maar het is de realiteit, anders had hij wel al op z’n zestiende in het eerste gestaan. Neemt niet weg dat hij wel gewoon een heel mooie carrière kan hebben.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Rafael van der Vaart komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Hij brak door rond de eeuwwisseling, groeide uit tot een poster boy. De linkspoot speelde onder andere bij Ajax, Hamburger SV, Real Madrid, Tottenham Hotspur en Betis Sevilla en kwam 109 keer uit voor het Nederlands elftal. Tegenwoordig valt Rafael van der Vaart (42) op als voetbalanalist met uitspraken die af en toe de wereld overgaan. In het boek Rafael van de Vaart, alles op intuïtie, geschreven door Bart Vlietstra, gunt hij ons een inkijkje in zijn leven. Voor Helden Magazine nummer 79 gingen we met Van der Vaart in gesprek. Rafael van der Vaart Damián van der Vaart Zoon Damián van der Vaart tekende begin januari 2025 een contract bij Ajax tot en met 2029, 25 jaar nadat Rafael zijn eerste contract in Amsterdam had getekend. Dit heugelijke feit is de aftrap van het door Bart Vlietstra geschreven boek ‘Rafael van de Vaart, alles op intuïtie’. De negentienjarige Damián woont bij zijn grootouders Ramon en Lolita van der Vaart in Heemskerk, mede omdat zijn beide ouders in het buitenland wonen. Vader Rafael houdt vanuit Boekarest, waar hij met zijn handballende vriendin Estavana Polman en hun dochtertje Jesslynn woont, een vinger aan de pols. Damián in het boek: ‘Mijn vader zei: ‘Wil je dat ik je help?’ Ik zei: ‘Ja, graag.’ Toen werd hij kritischer. Hij zegt altijd: als je het niet wil, moet je het zeggen. Maar ik wil het, dus het is mijn keuze. Voor de rest is hij een heel lieve papa, hoor.’ Rafael: “Ik vind het vreselijk om zo kritisch te moeten zijn, maar dat is wel nodig om verder te komen als voetballer. Damián luisterde in het begin maar half als ik iets zei. Als ik kritisch was, waren Es en de hele familie kwaad. Niemand sprak dan meer met mij. Maar toen Damián een beetje beter naar me ging luisteren, zag je wél meteen resultaat. Ik begrijp dat het voor hem niet makkelijk is dat uitgerekend ik zijn vader ben. Ik vroeg hem eens: vind je het vervelend dat ik je vader ben? Damián antwoordde: ‘Nee, ik ben supertrots op je.’ Toen zei ik: omarm dan gewoon dat ik er ben, doe wat met de aanwijzingen die ik geef. Het heeft ook voordelen dat ik zijn vader ben. Neem alleen al het feit dat hij de kans kreeg bij Ajax. Mijn voorkeur had eigenlijk dat hij naar Heerenveen zou gaan, omdat ik dacht dat hij daar meer aan spelen toe zou komen. Heerenveen wilde hem heel graag hebben, maar Damián wilde liever naar de club waarmee hij is opgegroeid. Kon-ie ook lekker bij opa en oma wonen. Ik heb Ajax gebeld en gezegd: mag m’n zoon een week meetrainen. In die week heeft hij het laten zien.” Damián is rechtsbenig, heeft in jouw ogen een David Beckham-trap in dat been. Jij noemt Damián als type speler ‘een Donny van de Beek’. “Ik was een natuurlijke nummer 10, zoals Sneijdertje en Jari Litmanen dat ook waren. Bij ons spatte de kwaliteit op die positie ervan af, goals maken, assists geven, de bal willen hebben. Davy Klaassen en Donny van de Beek waren onze opvolgers op ‘10’, vulden het heel anders in. Zij maakten veel doelpunten, hoor, maar je kon hen ook een tijdje niet zien. Dat heeft Damián ook een beetje. Bij hem kun je soms denken: doet-ie eigenlijk wel mee? Maar ineens valt die bal voor z’n voeten en scoort hij.” Lachend: “Damián is eigenlijk de nummer 10 geworden waar ik niet heel graag naar keek. Maar gelukkig begint hij ook steeds beter te voetballen.” Jij zegt in het boek dat je in aanleg een betere voetballer was dan jouw zoon. “Dat klinkt heel hard, mensen moesten er ook aan wennen dat ik dat zei. Maar het is de realiteit, anders had hij wel al op z’n zestiende in het eerste gestaan. Neemt niet weg dat hij wel gewoon een heel mooie carrière kan hebben.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Rafael van der Vaart komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Voetbal

Kees Smit: ‘AZ paste beter bij me’

Kees Smit (19) had een jaar om van te dromen. Hij werd basisspeler bij AZ en vervulde in de zomer een hoofdrol op het EK onder 19. De middenvelder leidde Oranje naar de Europese titel, werd topscorer en uitgeroepen tot beste speler van het toernooi. Sindsdien staat hij nog meer in de schijnwerpers. Lachend: “Frenkie de Jong is wel een stapje verder, hoor.” Wat goed is, komt snel,’ is de bekende uitdrukking. “Het was een prachtig jaar. Ik ben vaste basisspeler bij AZ gewor- den. En ik denk dat je ook doelt op het EK onder 19.” Uiteraard. Jullie werden Europees kampioen. “We wilden zo graag presteren. Bij het EK onder 17 in 2023 wer- den we in de poulefase al uitgeschakeld. Dit EK speelden we on- geveer met dezelfde groep jongens. We zeiden tegen elkaar dat de uitkomst nu wel anders moest zijn.... Er was best wat spanning, we wisten eigenlijk niet hoe goed we waren ten opzichte van an- dere landen. De eerste wedstrijd tegen Duitsland wonnen we met 3-0. Toen begonnen we te geloven dat we heel ver konden komen. Maar dat we zóver zouden komen...” Jullie aanvoerder Givairo Read zei eerder in Helden dat hij na die eerste poulewedstrijd in de kleedkamer had geroepen: ‘Nu gaan we dit toernooi winnen ook!’ Lachend: “Hij riep inderdaad iets van: ‘Let op, wij gaan Europees kampioen worden.’ Voor iedere wedstrijd gaf hij als aanvoerder een speech. Hij pepte ons op, waardoor we met nog meer energie het veld op gingen.” In de derde poulewedstrijd tegen Engeland (4-2) maakte je een wereldgoal. Je nam een corner kort, kreeg de bal terug en krulde hem in de verre hoek. Het leek of jij dat zo ongeveer met twee vingers in je neus deed. “Die zat er lekker in. Toch springt de halve finale tegen Roemenië er voor mij uit, toen speelde ik echt goed. Het hele toernooi speelden we als team goed, alleen de finale tegen Spanje was het wat minder. Toch wonnen we met 1-0.” Jij kwam gedurende het toernooi enorm in de schijnwerpers te staan, scoorde in vier van de vijf wedstrijden. Jij werd daarmee topscorer van het toernooi en ook nog verkozen tot beste speler. “Ik dacht: ik ga gewoon een lekker toernooitje voetballen. Ik had echt niet verwacht dat ik zo in de belangstelling zou komen te staan. Via social media kreeg ik alles mee. Ik had een goed toer- nooi gespeeld en veel gescoord, dus verwachtte ook wel een beetje dat ik de prijs voor beste speler zou krijgen, maar dat maakte het niet minder speciaal.” Inmiddels ben je gepromoveerd naar Jong Oranje. “Het wordt steeds serieuzer. Bij Onder 19 waren we ook serieus, hoor, maar we lachten ook heel veel.” Voormalig bondscoach Guus Hiddink pleitte er in Studio Voetbal al voor om jou alvast aan het Nederlands elftal te laten ruiken. Hij zei: ‘Hallo, er komt wel iemand aan, hè.’ Lachend: “Dat heb ik gehoord. Ik weet niet of ik nu al klaar ben voor het Nederlands elftal. Ik ben goed op weg, maar vind ook dat ik – in ieder geval dit seizoen – meer moet laten zien bij AZ. Maar natuurlijk zou het heel mooi zijn om nu al geselecteerd te worden voor het Nederlands elftal.” Het middenveld van Oranje bestaat nu uit spelers als Ryan Gravenberch, Frenkie de Jong, Tijjani Reijnders, Justin Kluivert en Xavi Simons. Niet de minsten. “Het zijn inderdaad heel grote spelers. Die middenvelders doen het fantastisch, zijn een stap verder dan ik.” Lijk jij qua type speler het meest op Tijjani Reijnders? “Ik denk het wel. Ik hou ervan om als aanvallende middenvelder – als nummer tien – te spelen, maar ook als verbindingsspeler op ‘acht’.” Reijnders speelde bij AC Milan en sinds dit seizoen bij Manchester City, maar komt bij AZ vandaan. Heb jij nog met hem te maken gehad? “Ik mocht als jeugdspeler weleens mee op trainingskamp met het eerste elftal toen Tijjani nog bij AZ zat, dus heb geregeld met hem getraind. In het jaar waarin ik officieel werd overgeheveld naar het eerste elftal, ver- trok hij naar Milan. Hij was zo ongelooflijk goed, te goed voor AZ op dat moment.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Kees Smit komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Kees Smit (19) had een jaar om van te dromen. Hij werd basisspeler bij AZ en vervulde in de zomer een hoofdrol op het EK onder 19. De middenvelder leidde Oranje naar de Europese titel, werd topscorer en uitgeroepen tot beste speler van het toernooi. Sindsdien staat hij nog meer in de schijnwerpers. Lachend: “Frenkie de Jong is wel een stapje verder, hoor.” Wat goed is, komt snel,’ is de bekende uitdrukking. “Het was een prachtig jaar. Ik ben vaste basisspeler bij AZ gewor- den. En ik denk dat je ook doelt op het EK onder 19.” Uiteraard. Jullie werden Europees kampioen. “We wilden zo graag presteren. Bij het EK onder 17 in 2023 wer- den we in de poulefase al uitgeschakeld. Dit EK speelden we on- geveer met dezelfde groep jongens. We zeiden tegen elkaar dat de uitkomst nu wel anders moest zijn.... Er was best wat spanning, we wisten eigenlijk niet hoe goed we waren ten opzichte van an- dere landen. De eerste wedstrijd tegen Duitsland wonnen we met 3-0. Toen begonnen we te geloven dat we heel ver konden komen. Maar dat we zóver zouden komen...” Jullie aanvoerder Givairo Read zei eerder in Helden dat hij na die eerste poulewedstrijd in de kleedkamer had geroepen: ‘Nu gaan we dit toernooi winnen ook!’ Lachend: “Hij riep inderdaad iets van: ‘Let op, wij gaan Europees kampioen worden.’ Voor iedere wedstrijd gaf hij als aanvoerder een speech. Hij pepte ons op, waardoor we met nog meer energie het veld op gingen.” In de derde poulewedstrijd tegen Engeland (4-2) maakte je een wereldgoal. Je nam een corner kort, kreeg de bal terug en krulde hem in de verre hoek. Het leek of jij dat zo ongeveer met twee vingers in je neus deed. “Die zat er lekker in. Toch springt de halve finale tegen Roemenië er voor mij uit, toen speelde ik echt goed. Het hele toernooi speelden we als team goed, alleen de finale tegen Spanje was het wat minder. Toch wonnen we met 1-0.” Jij kwam gedurende het toernooi enorm in de schijnwerpers te staan, scoorde in vier van de vijf wedstrijden. Jij werd daarmee topscorer van het toernooi en ook nog verkozen tot beste speler. “Ik dacht: ik ga gewoon een lekker toernooitje voetballen. Ik had echt niet verwacht dat ik zo in de belangstelling zou komen te staan. Via social media kreeg ik alles mee. Ik had een goed toer- nooi gespeeld en veel gescoord, dus verwachtte ook wel een beetje dat ik de prijs voor beste speler zou krijgen, maar dat maakte het niet minder speciaal.” Inmiddels ben je gepromoveerd naar Jong Oranje. “Het wordt steeds serieuzer. Bij Onder 19 waren we ook serieus, hoor, maar we lachten ook heel veel.” Voormalig bondscoach Guus Hiddink pleitte er in Studio Voetbal al voor om jou alvast aan het Nederlands elftal te laten ruiken. Hij zei: ‘Hallo, er komt wel iemand aan, hè.’ Lachend: “Dat heb ik gehoord. Ik weet niet of ik nu al klaar ben voor het Nederlands elftal. Ik ben goed op weg, maar vind ook dat ik – in ieder geval dit seizoen – meer moet laten zien bij AZ. Maar natuurlijk zou het heel mooi zijn om nu al geselecteerd te worden voor het Nederlands elftal.” Het middenveld van Oranje bestaat nu uit spelers als Ryan Gravenberch, Frenkie de Jong, Tijjani Reijnders, Justin Kluivert en Xavi Simons. Niet de minsten. “Het zijn inderdaad heel grote spelers. Die middenvelders doen het fantastisch, zijn een stap verder dan ik.” Lijk jij qua type speler het meest op Tijjani Reijnders? “Ik denk het wel. Ik hou ervan om als aanvallende middenvelder – als nummer tien – te spelen, maar ook als verbindingsspeler op ‘acht’.” Reijnders speelde bij AC Milan en sinds dit seizoen bij Manchester City, maar komt bij AZ vandaan. Heb jij nog met hem te maken gehad? “Ik mocht als jeugdspeler weleens mee op trainingskamp met het eerste elftal toen Tijjani nog bij AZ zat, dus heb geregeld met hem getraind. In het jaar waarin ik officieel werd overgeheveld naar het eerste elftal, ver- trok hij naar Milan. Hij was zo ongelooflijk goed, te goed voor AZ op dat moment.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Kees Smit komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Voetbal

Peter Bosz: ‘We hebben het alsnog geflikt’

Peter Bosz prolongeerde dankzij een zinderend slot van de eredivisie de landstitel met PSV. We schotelden hem foto’s voor in Helden Magazine nummer 79 en blikken terug op zijn carrière als voetballer en trainer. “Ik had eigenlijk altijd al het gevoel: misschien kan ik als trainer wél de absolute top bereiken.” Peter Bosz 18 mei 2025 Peter Bosz met de kampioensschaal. Naast hem aanvoerder Luuk de Jong. “Als ik deze foto zie, is het eerste wat ik denk: we hebben het geflikt. Of eigenlijk moet ik zeggen: we hebben het alsnog geflikt. Er werd geen rekening meer mee gehouden dat wij de titel zouden pakken. In november 2024 werd er geroepen: wie wordt er dit seizoen tweede achter PSV. Iets van drie maanden later werd er gezegd: Ajax achterhalen kan niet meer.” Ajax won op 30 maart dit jaar met 0-2 van jullie in Eindhoven. Daardoor keken jullie tegen een achterstand van negen punten aan met nog zeven competitieduels te gaan. “Na die wedstrijd tegen Ajax in Eindhoven dacht ik ook dat het klaar was. Ik kon toen wel heel stoer gaan roepen dat het nog niet beslist was, om zo een signaal aan de spelers te geven dat ze vertrouwen moesten houden, maar dat was op dat moment echt niet realistisch. Ik ga geen dingen roepen waarvan ik zelf al denk dat het niet gaat gebeuren.” Met nog vijf wedstrijden te gaan, was het verschil nog altijd negen punten. Keek je wel telkens met een schuin ogen naar wat Ajax deed? “In het begin niet. Na de eerste keer dat Ajax punten verloor – Ajax ging onderuit tegen FC Utrecht, red. – dacht ik: die marge is nog zo groot, dat kunnen ze lijden. Maar toen ze daarna weer punten morsten, dacht ik: er kan twijfel ontstaan in de hoofden van de spelers van Ajax. Maar goed, dat hadden wij toch niet in de hand. Het enige wat wij konden doen, was onze wedstrijden blijven winnen. Om zo de druk erop te houden.” Jullie speelden op 11 mei in de Kuip tegen Feyenoord, kwamen 2-0 achter, maar dankzij een goal in de 99ste minuut van Noa Lang wisten jullie toch nog met 3-2 te winnen. “Dat is voor Ajax het knakpunt geweest, vermoed ik. Ajax moest na ons nog voetballen. De eerste helft van ons hebben zij kunnen bekijken. Toen dachten ze wellicht: vanmiddag kunnen we kampioen worden. Vlak voordat Ajax het veld opging, hoorden ze dat wij toch nog 2-3 hadden gewonnen. Ik kan me voorstellen dat ineens de druk er vol op stond.” Ajax verloor met 0-3 van NEC. Met nog twee wedstrijden te gaan was het verschil één punt. De een na laatste wedstrijd, op 15 mei, wonnen jullie met 4-1 van Heracles. Ajax verspeelde in de 99ste minuut tegen tien man van FC Groningen een 2-1 voorsprong. Het werd 2-2 en ineens waren jullie koploper. “Ik vroeg na afloop van onze wedstrijd meteen wat het was geworden in Groningen en ik hoorde dat Ajax met 2-1 voor stond. Ik dacht dat die wedstrijd wel afgelopen was toen wij een ronde door het stadion liepen om het publiek te bedanken. Mijn assistent Rob Maas heeft heel goede ogen, keek vanaf het veld een skybox in en zag daar op een tv dat de wedstrijd van Ajax nog steeds niet afgelopen was. We liepen naar binnen en toen hoorden we dat er nog een vrije trap genomen moest worden in Groningen. Iedereen luisterde mee. Er werd gescoord en daarna was het een gekkenhuis.” Jullie wonnen de laatste wedstrijd met 1-3 bij Sparta en veroverden toch nog de landstitel. Ivan Perisic zei in maart voor de wedstrijd tegen Arsenal en nadat jullie werden uitgeschakeld in de KNVB-beker door Go Ahead Eagles: “We moeten meer een team zijn, dat zijn we nu niet. Of me dat boos maakt? Ja, we moeten rennen voor elkaar, vechten voor elkaar.” Is het belangrijk geweest dat hij dat hardop riep? “Welnee. Weet je wat het is met voetballers? Hen wordt vaak vlak na een wedstrijd om een mening gevraagd. Met alle adrenaline nog in hun lichaam roepen ze dan wat. Je moet dat niet meteen betitelen als ‘de waarheid’. 'Uiteindelijk sta je na 34 competitiewedstrijden waar je hoort te staan. Wij zijn dus terecht kampioen geworden' Natuurlijk heb ik ook nagedacht over het verval. Ik had hardop kunnen roepen waar het aan lag, maar ik wilde voorkomen dat mensen zouden zeggen: ‘Daar heb je hem met zijn excuses.’ Ik vind: uiteindelijk sta je na 34 competitiewedstrijden waar je hoort te staan. Wij zijn dus terecht kampioen geworden. En als ik achteraf inzoom op de periode dat het minder ging, dan heeft dat ook een reden. Wij hebben een brede selectie, maar moesten lange tijd Malik Tillman en Sergiño Dest missen. Ook Joey Veerman en Jerdy Schouten waren lange tijd niet fit en Ricardo Pepi, onze doelpuntenmaker, viel weg. Eén blessure kun je opvangen, maar vijf… Toen Tillman en Veerman richting het einde van de competitie weer mee konden doen, ging het ook meteen weer makkelijker.” Hoe kwam jij thuis na een wedstrijd in de periode dat jij de voorsprong zag veranderen in een achterstand op Ajax? “Ik was daar dag en nacht mee bezig, maar schoot niet in de paniekstand. Wij zijn als staf constant goed blijven analyseren, hielden vertrouwen in de spelers en onze filosofie. Onze manier van spelen had anderhalf jaar heel goed gewerkt. Buitenstaanders riepen dat we alles om moesten gooien, omdat we achter elkaar punten verspeelden. Het is heel makkelijk om dat te roepen. Ik vind het mooi dat wij als club juist het tegenovergestelde hebben gedaan; we hielden vast aan de koers die we hebben ingezet, zijn druk blijven zetten tijdens wedstrijden, zoals we dat altijd deden. We bleven rustig.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Peter Bosz komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Peter Bosz prolongeerde dankzij een zinderend slot van de eredivisie de landstitel met PSV. We schotelden hem foto’s voor in Helden Magazine nummer 79 en blikken terug op zijn carrière als voetballer en trainer. “Ik had eigenlijk altijd al het gevoel: misschien kan ik als trainer wél de absolute top bereiken.” Peter Bosz 18 mei 2025 Peter Bosz met de kampioensschaal. Naast hem aanvoerder Luuk de Jong. “Als ik deze foto zie, is het eerste wat ik denk: we hebben het geflikt. Of eigenlijk moet ik zeggen: we hebben het alsnog geflikt. Er werd geen rekening meer mee gehouden dat wij de titel zouden pakken. In november 2024 werd er geroepen: wie wordt er dit seizoen tweede achter PSV. Iets van drie maanden later werd er gezegd: Ajax achterhalen kan niet meer.” Ajax won op 30 maart dit jaar met 0-2 van jullie in Eindhoven. Daardoor keken jullie tegen een achterstand van negen punten aan met nog zeven competitieduels te gaan. “Na die wedstrijd tegen Ajax in Eindhoven dacht ik ook dat het klaar was. Ik kon toen wel heel stoer gaan roepen dat het nog niet beslist was, om zo een signaal aan de spelers te geven dat ze vertrouwen moesten houden, maar dat was op dat moment echt niet realistisch. Ik ga geen dingen roepen waarvan ik zelf al denk dat het niet gaat gebeuren.” Met nog vijf wedstrijden te gaan, was het verschil nog altijd negen punten. Keek je wel telkens met een schuin ogen naar wat Ajax deed? “In het begin niet. Na de eerste keer dat Ajax punten verloor – Ajax ging onderuit tegen FC Utrecht, red. – dacht ik: die marge is nog zo groot, dat kunnen ze lijden. Maar toen ze daarna weer punten morsten, dacht ik: er kan twijfel ontstaan in de hoofden van de spelers van Ajax. Maar goed, dat hadden wij toch niet in de hand. Het enige wat wij konden doen, was onze wedstrijden blijven winnen. Om zo de druk erop te houden.” Jullie speelden op 11 mei in de Kuip tegen Feyenoord, kwamen 2-0 achter, maar dankzij een goal in de 99ste minuut van Noa Lang wisten jullie toch nog met 3-2 te winnen. “Dat is voor Ajax het knakpunt geweest, vermoed ik. Ajax moest na ons nog voetballen. De eerste helft van ons hebben zij kunnen bekijken. Toen dachten ze wellicht: vanmiddag kunnen we kampioen worden. Vlak voordat Ajax het veld opging, hoorden ze dat wij toch nog 2-3 hadden gewonnen. Ik kan me voorstellen dat ineens de druk er vol op stond.” Ajax verloor met 0-3 van NEC. Met nog twee wedstrijden te gaan was het verschil één punt. De een na laatste wedstrijd, op 15 mei, wonnen jullie met 4-1 van Heracles. Ajax verspeelde in de 99ste minuut tegen tien man van FC Groningen een 2-1 voorsprong. Het werd 2-2 en ineens waren jullie koploper. “Ik vroeg na afloop van onze wedstrijd meteen wat het was geworden in Groningen en ik hoorde dat Ajax met 2-1 voor stond. Ik dacht dat die wedstrijd wel afgelopen was toen wij een ronde door het stadion liepen om het publiek te bedanken. Mijn assistent Rob Maas heeft heel goede ogen, keek vanaf het veld een skybox in en zag daar op een tv dat de wedstrijd van Ajax nog steeds niet afgelopen was. We liepen naar binnen en toen hoorden we dat er nog een vrije trap genomen moest worden in Groningen. Iedereen luisterde mee. Er werd gescoord en daarna was het een gekkenhuis.” Jullie wonnen de laatste wedstrijd met 1-3 bij Sparta en veroverden toch nog de landstitel. Ivan Perisic zei in maart voor de wedstrijd tegen Arsenal en nadat jullie werden uitgeschakeld in de KNVB-beker door Go Ahead Eagles: “We moeten meer een team zijn, dat zijn we nu niet. Of me dat boos maakt? Ja, we moeten rennen voor elkaar, vechten voor elkaar.” Is het belangrijk geweest dat hij dat hardop riep? “Welnee. Weet je wat het is met voetballers? Hen wordt vaak vlak na een wedstrijd om een mening gevraagd. Met alle adrenaline nog in hun lichaam roepen ze dan wat. Je moet dat niet meteen betitelen als ‘de waarheid’. 'Uiteindelijk sta je na 34 competitiewedstrijden waar je hoort te staan. Wij zijn dus terecht kampioen geworden' Natuurlijk heb ik ook nagedacht over het verval. Ik had hardop kunnen roepen waar het aan lag, maar ik wilde voorkomen dat mensen zouden zeggen: ‘Daar heb je hem met zijn excuses.’ Ik vind: uiteindelijk sta je na 34 competitiewedstrijden waar je hoort te staan. Wij zijn dus terecht kampioen geworden. En als ik achteraf inzoom op de periode dat het minder ging, dan heeft dat ook een reden. Wij hebben een brede selectie, maar moesten lange tijd Malik Tillman en Sergiño Dest missen. Ook Joey Veerman en Jerdy Schouten waren lange tijd niet fit en Ricardo Pepi, onze doelpuntenmaker, viel weg. Eén blessure kun je opvangen, maar vijf… Toen Tillman en Veerman richting het einde van de competitie weer mee konden doen, ging het ook meteen weer makkelijker.” Hoe kwam jij thuis na een wedstrijd in de periode dat jij de voorsprong zag veranderen in een achterstand op Ajax? “Ik was daar dag en nacht mee bezig, maar schoot niet in de paniekstand. Wij zijn als staf constant goed blijven analyseren, hielden vertrouwen in de spelers en onze filosofie. Onze manier van spelen had anderhalf jaar heel goed gewerkt. Buitenstaanders riepen dat we alles om moesten gooien, omdat we achter elkaar punten verspeelden. Het is heel makkelijk om dat te roepen. Ik vind het mooi dat wij als club juist het tegenovergestelde hebben gedaan; we hielden vast aan de koers die we hebben ingezet, zijn druk blijven zetten tijdens wedstrijden, zoals we dat altijd deden. We bleven rustig.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Peter Bosz komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Schaatsen

Suzanne Schulting en Joep Wennemars: ‘Wij zitten op dezelfde golflengte’

Joep Wennemars (23) pakte in maart 2025 de wereldtitel op de 1000 meter en trad definitief uit de schaduw van zijn vader. Drievoudig olympisch kampioene Suzanne Schulting (28) begon aan een nieuw hoofdstuk, maakte de switch van shorttrack naar langebaanschaatsen én werd meteen wereldkampioen op de teamsprint. Bovendien sloeg de vonk over tussen de ploeggenoten bij Team Essent. Ze kijken voor het eerst samen terug op een bewogen periode. “De mooiste dag uit mijn schaatscarrière,” zegt Joep Wennemars als hij terugdenkt aan 15 maart 2025, de dag waarop hij in Hamar goud won op de 1000 meter bij de WK afstanden. “Tot nu toe dan, hè,” haast hij erbij te zeggen. Hij reed een baanrecord in Noorwegen, moest daarna nog lang wachten, maar zag dat zijn concurrenten zich een voor een stukbeten op zijn tijd van 1.08,05. Toen de laatste rit was geweest stond zijn naam nog steeds bovenaan, gevolgd door die van Jenning de Boo en Jordan Stolz. Een explosie van geluk volgde, het ongeloof was van zijn gezicht te scheppen. “Ik had het hele seizoen te veel problemen gehad om zelfs maar bezig te zijn met het winnen van de wereldtitel op de 1000 meter. Ik was al blij dat ik bij de NK voor het eerst dat seizoen een goede race had gereden, waardoor ik überhaupt naar Hamar mocht. Eigenlijk was ik al bezig met doelen die voorbij dat WK lagen. Het ging het hele seizoen niet als ik had gehoopt, maar ik wist dat als ik mijn niveau kon laten zien, ze toch rekening met me moesten houden. In Hamar voelde ik: shit hé, ik voel voor het eerst in maanden dat ik echt klaar om een goede wedstrijd te rijden. Ik vertelde niemand wat ik voelde, hield dat echt voor mezelf.” Joep slaagde erin om op het moment suprême een uitstekende rit te schaatsen. “Meteen na afloop zei ik tegen mezelf: op deze race valt weinig aan te merken. Maar wat mijn tijd - weliswaar een baanrecord - waard was, wist ik niet. Aan de wereldtitel dacht ik geen moment. Ik was blij en opgelucht dat ik had laten zien: hé, ik ben er nog! Ik kon sowieso met opgeheven hoofd naar huis.” Suzanne Schulting zag de race van haar vriend vanaf de tribune, zat naast vader Erben en moeder Renate Wennemars en vrienden van Joep. Als er iemand weet wat winnen is, dan is het Suzanne, maar ze wist niet waar ze het zoeken moest. “Ik was megazenuwachtig. Vreselijk. Het was veel erger dan wanneer ik zelf voor een belangrijke race op het ijs stond. Dan heb je het zelf onder controle en nu moest ik toekijken en maar hopen dat het goed zou gaan. Dat ik zo zenuwachtig was, kwam ook doordat ik wist dat Joep in goeden doen was. Ik had heel sterk het gevoel van: het zou vandaag zomaar allemaal op z’n plek kunnen vallen.” Ze kijkt naar Joep en zegt: “Ik heb niet tegen jou gezegd dat dat door m’n hoofd spookte, maar voelde echt aan alles: er kan iets bijzonders gebeuren.” Joep: “Vanaf het middenterrein zag ik jongens die normaal gesproken altijd bij mij in de buurt zitten ineens een seconde of meer langzamer rijden dan ik. Toen realiseerde ik me: ik heb echt een heel goede tijd neergezet.” Suzanne: “We zagen dat jij vanaf het middenterrein de tribunes af aan het speuren was, maar je kon ons niet vinden. Ondertussen werden wij steeds enthousiaster toen de een na de ander niet aan jouw tijd kwam.” Joep: “Toen ze ook in de laatste rit niet aan mijn tijd kwamen, was mijn eerste gedachte: holy fuck! Het kwam doordat ik het hele seizoen zo had geworsteld zo onverwachts. Echt onwerkelijk.” Suzanne: “Ik had nooit verwacht dat ik voor iemand anders zo zenuwachtig, blij en emotioneel kon zijn. Jouw moeder zei tegen me na de laatste rit: ‘Ga gewoon naar hem toe!’ Ik heb een lange sprint van de tribune naar het middenterrein getrokken.” Suzanne sprong Joep om zijn nek. Joep: “Zoveel dingen kwamen ineens bij elkaar. Toen ik jou zag, dacht ik: fuck it, nu mag even alles.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Suzanne Schulting en Joep Wennemars komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Joep Wennemars (23) pakte in maart 2025 de wereldtitel op de 1000 meter en trad definitief uit de schaduw van zijn vader. Drievoudig olympisch kampioene Suzanne Schulting (28) begon aan een nieuw hoofdstuk, maakte de switch van shorttrack naar langebaanschaatsen én werd meteen wereldkampioen op de teamsprint. Bovendien sloeg de vonk over tussen de ploeggenoten bij Team Essent. Ze kijken voor het eerst samen terug op een bewogen periode. “De mooiste dag uit mijn schaatscarrière,” zegt Joep Wennemars als hij terugdenkt aan 15 maart 2025, de dag waarop hij in Hamar goud won op de 1000 meter bij de WK afstanden. “Tot nu toe dan, hè,” haast hij erbij te zeggen. Hij reed een baanrecord in Noorwegen, moest daarna nog lang wachten, maar zag dat zijn concurrenten zich een voor een stukbeten op zijn tijd van 1.08,05. Toen de laatste rit was geweest stond zijn naam nog steeds bovenaan, gevolgd door die van Jenning de Boo en Jordan Stolz. Een explosie van geluk volgde, het ongeloof was van zijn gezicht te scheppen. “Ik had het hele seizoen te veel problemen gehad om zelfs maar bezig te zijn met het winnen van de wereldtitel op de 1000 meter. Ik was al blij dat ik bij de NK voor het eerst dat seizoen een goede race had gereden, waardoor ik überhaupt naar Hamar mocht. Eigenlijk was ik al bezig met doelen die voorbij dat WK lagen. Het ging het hele seizoen niet als ik had gehoopt, maar ik wist dat als ik mijn niveau kon laten zien, ze toch rekening met me moesten houden. In Hamar voelde ik: shit hé, ik voel voor het eerst in maanden dat ik echt klaar om een goede wedstrijd te rijden. Ik vertelde niemand wat ik voelde, hield dat echt voor mezelf.” Joep slaagde erin om op het moment suprême een uitstekende rit te schaatsen. “Meteen na afloop zei ik tegen mezelf: op deze race valt weinig aan te merken. Maar wat mijn tijd - weliswaar een baanrecord - waard was, wist ik niet. Aan de wereldtitel dacht ik geen moment. Ik was blij en opgelucht dat ik had laten zien: hé, ik ben er nog! Ik kon sowieso met opgeheven hoofd naar huis.” Suzanne Schulting zag de race van haar vriend vanaf de tribune, zat naast vader Erben en moeder Renate Wennemars en vrienden van Joep. Als er iemand weet wat winnen is, dan is het Suzanne, maar ze wist niet waar ze het zoeken moest. “Ik was megazenuwachtig. Vreselijk. Het was veel erger dan wanneer ik zelf voor een belangrijke race op het ijs stond. Dan heb je het zelf onder controle en nu moest ik toekijken en maar hopen dat het goed zou gaan. Dat ik zo zenuwachtig was, kwam ook doordat ik wist dat Joep in goeden doen was. Ik had heel sterk het gevoel van: het zou vandaag zomaar allemaal op z’n plek kunnen vallen.” Ze kijkt naar Joep en zegt: “Ik heb niet tegen jou gezegd dat dat door m’n hoofd spookte, maar voelde echt aan alles: er kan iets bijzonders gebeuren.” Joep: “Vanaf het middenterrein zag ik jongens die normaal gesproken altijd bij mij in de buurt zitten ineens een seconde of meer langzamer rijden dan ik. Toen realiseerde ik me: ik heb echt een heel goede tijd neergezet.” Suzanne: “We zagen dat jij vanaf het middenterrein de tribunes af aan het speuren was, maar je kon ons niet vinden. Ondertussen werden wij steeds enthousiaster toen de een na de ander niet aan jouw tijd kwam.” Joep: “Toen ze ook in de laatste rit niet aan mijn tijd kwamen, was mijn eerste gedachte: holy fuck! Het kwam doordat ik het hele seizoen zo had geworsteld zo onverwachts. Echt onwerkelijk.” Suzanne: “Ik had nooit verwacht dat ik voor iemand anders zo zenuwachtig, blij en emotioneel kon zijn. Jouw moeder zei tegen me na de laatste rit: ‘Ga gewoon naar hem toe!’ Ik heb een lange sprint van de tribune naar het middenterrein getrokken.” Suzanne sprong Joep om zijn nek. Joep: “Zoveel dingen kwamen ineens bij elkaar. Toen ik jou zag, dacht ik: fuck it, nu mag even alles.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Suzanne Schulting en Joep Wennemars komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Baanwielrennen

Elis Ligtlee: ‘M’n leven staat alweer op z’n kop’

Elis Ligtlee (31) werd in 2016 olympische kampioen op de keirin. Tegenover de successen stonden ook diepe dalen. Twee jaar later, op haar 24ste, stopte ze met baanwielrennen. Het plezier was weg. Al snel werd ze moeder. Afgelopen zomer kreeg ze de boodschap waar ze al een paar jaar zo bang voor was: ze bleek borstkanker met uitzaaiingen naar de oksel te hebben. Tussen de chemo’s door nam ze de tijd om haar verhaal te doen. Met een stralende lach doet ze de deur van het huis van haar ouders in Eerbeek open. Ze vertelt dat ze een dag eerder haar negende chemokuur heeft gehad. “Maandag is chemodag. Laat ik het afkloppen, maar ik heb tot op heden weinig last van de chemo’s, ben er nog niet heel erg ziek van geworden.” Ze aait over haar kale hoofd. “Mijn haar heeft het alleen niet overleefd.” Elis Ligtlee vertelt dat ze een dag eerder haar eerder al kortgeknipte haar er helemaal af heeft gehaald. Ze gaat voor naar de keukentafel, vertelt dat het mooie huis van haar ouders beter geschikt is voor een interview en fotoshoot dan het huis waar zij met haar man Emmo, zoontje Lio van vijf en de tweeling Loek en Lola-Lou van twee woont, iets verderop in het Gelderse dorp. Vader Gerjan zet koffie en thee op tafel waar ook een hoofd van piepschuim staat waarop het haarstuk van Elis rust. “M’n leven staat ineens alweer op z’n kop,” zegt de vrouw die negen jaar geleden olympisch kampioen op de keirin werd in Rio en op haar 31ste bijna zeven jaar baanwielrenster-in-ruste is. Sinds haar 25ste weet Elis dat ze, net als haar moeder, draagster van het BRCA1-gen is. Het komt erop neer dat ze sinds zes jaar wist dat ze een verhoogde kans op borst- en eierstokkanker had. “Mijn moeder wist pas vanaf haar vijftigste dat ze het gen heeft. Haar zus had twee keer kanker gehad en toen is zij het gaan testen. Mijn moeder heeft, toen bleek dat ze het gen had, zowel haar borsten als haar eierstokken weg laten halen. Een paar jaar later kon ik op het gen worden getest. Toen bleek dat ik het gen had, dacht ik natuurlijk meteen ‘wat als’. Ik heb er ook over nagedacht preventief mijn borsten weg te laten halen. Ik besloot dat niet te doen. Mijn nicht heeft het gen ook, koos ervoor om haar borsten preventief te laten verwijderen, maar kreeg daarna alsnog kanker vanuit de oksel. Ik besloot me elk jaar te laten controleren, nog geen drastische beslissingen te nemen met de kans dat ik alsnog ziek zou worden. Natuurlijk heb ik geregeld gedacht: ik leef op een tijdbom. Maar die gedachte ging al snel naar de achtergrond. Op mijn 26ste raakte ik in verwachting van Lio en op mijn 28ste werd de tweeling geboren.” Ze zegt: “Ik ben trouwens ook nog drager van het Stickler- syndroom, onze tweeling Loek en Lola-Lou zijn daardoor geboren met een schisis, een open gehemelte. Ze zijn daar allebei op jonge leeftijd aan geholpen, ondervinden daar gelukkig helemaal geen last meer van.” Lachend: “Zo zie je maar: ik ben één grote genafwijking, maar wel mooi olympisch kampioen.” Dan serieus: “Alles draaide om de kinderen. Ik liet me controleren, maar maakte me eigenlijk niet heel erg druk. Ook al wist ik dat de kans dat ik op een dag kanker zou krijgen tussen de zestig en tachtig procent lag.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Elis Ligtlee komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Elis Ligtlee (31) werd in 2016 olympische kampioen op de keirin. Tegenover de successen stonden ook diepe dalen. Twee jaar later, op haar 24ste, stopte ze met baanwielrennen. Het plezier was weg. Al snel werd ze moeder. Afgelopen zomer kreeg ze de boodschap waar ze al een paar jaar zo bang voor was: ze bleek borstkanker met uitzaaiingen naar de oksel te hebben. Tussen de chemo’s door nam ze de tijd om haar verhaal te doen. Met een stralende lach doet ze de deur van het huis van haar ouders in Eerbeek open. Ze vertelt dat ze een dag eerder haar negende chemokuur heeft gehad. “Maandag is chemodag. Laat ik het afkloppen, maar ik heb tot op heden weinig last van de chemo’s, ben er nog niet heel erg ziek van geworden.” Ze aait over haar kale hoofd. “Mijn haar heeft het alleen niet overleefd.” Elis Ligtlee vertelt dat ze een dag eerder haar eerder al kortgeknipte haar er helemaal af heeft gehaald. Ze gaat voor naar de keukentafel, vertelt dat het mooie huis van haar ouders beter geschikt is voor een interview en fotoshoot dan het huis waar zij met haar man Emmo, zoontje Lio van vijf en de tweeling Loek en Lola-Lou van twee woont, iets verderop in het Gelderse dorp. Vader Gerjan zet koffie en thee op tafel waar ook een hoofd van piepschuim staat waarop het haarstuk van Elis rust. “M’n leven staat ineens alweer op z’n kop,” zegt de vrouw die negen jaar geleden olympisch kampioen op de keirin werd in Rio en op haar 31ste bijna zeven jaar baanwielrenster-in-ruste is. Sinds haar 25ste weet Elis dat ze, net als haar moeder, draagster van het BRCA1-gen is. Het komt erop neer dat ze sinds zes jaar wist dat ze een verhoogde kans op borst- en eierstokkanker had. “Mijn moeder wist pas vanaf haar vijftigste dat ze het gen heeft. Haar zus had twee keer kanker gehad en toen is zij het gaan testen. Mijn moeder heeft, toen bleek dat ze het gen had, zowel haar borsten als haar eierstokken weg laten halen. Een paar jaar later kon ik op het gen worden getest. Toen bleek dat ik het gen had, dacht ik natuurlijk meteen ‘wat als’. Ik heb er ook over nagedacht preventief mijn borsten weg te laten halen. Ik besloot dat niet te doen. Mijn nicht heeft het gen ook, koos ervoor om haar borsten preventief te laten verwijderen, maar kreeg daarna alsnog kanker vanuit de oksel. Ik besloot me elk jaar te laten controleren, nog geen drastische beslissingen te nemen met de kans dat ik alsnog ziek zou worden. Natuurlijk heb ik geregeld gedacht: ik leef op een tijdbom. Maar die gedachte ging al snel naar de achtergrond. Op mijn 26ste raakte ik in verwachting van Lio en op mijn 28ste werd de tweeling geboren.” Ze zegt: “Ik ben trouwens ook nog drager van het Stickler- syndroom, onze tweeling Loek en Lola-Lou zijn daardoor geboren met een schisis, een open gehemelte. Ze zijn daar allebei op jonge leeftijd aan geholpen, ondervinden daar gelukkig helemaal geen last meer van.” Lachend: “Zo zie je maar: ik ben één grote genafwijking, maar wel mooi olympisch kampioen.” Dan serieus: “Alles draaide om de kinderen. Ik liet me controleren, maar maakte me eigenlijk niet heel erg druk. Ook al wist ik dat de kans dat ik op een dag kanker zou krijgen tussen de zestig en tachtig procent lag.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Elis Ligtlee komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Voetbal

Lieke Martens en Benjamin van Leer: ‘Het leven is fantastisch’

Lieke Martens (32) snakte er lang naar, maar heeft het nu: rust. De voormalig Oranjeleeuwin, speelster van Barcelona en Paris Saint-Germain én Europees- en wereldvoetbalster van 2017 beviel in februari dit jaar van zoontje Lowen. Na de zomer nam ze officieel afscheid als voetbalster. Samen met echtgenoot Benjamin van Leer (33), voormalig keeper van Ajax en Sparta, blikt ze in Helden Magazine nummer 79 terug op mooie, maar ook roerige jaren. Lieke Martens & Benjamin van Leer ‘Now, the time feels right to take this decision. My greatest priority is to be the best mother I can be to Lowen and I am excited to embrace all that lies behind.’ Met deze woorden maakte Lieke Martens op 1 september bekend dat ze stopte met voetbal. Lieke: “Als er nog iets heel speciaals voorbij was gekomen, had ik het willen overwegen. Er was een optie, maar ook die paste niet in het perfecte plaatje. Het is prima zo. Ik heb zoveel offers gebracht: ging op mijn vijftiende al uit huis, weg van familie en vrienden. Nu hebben we rust.” Lieke werd in 2017 bekend bij het grote publiek. De Oranjevrouwen werden in eigen land Europees kampioen onder bondscoach Sarina Wiegman, Ze werd speelster van het toernooi en later dat jaar uitgeroepen tot Europees- en wereldvoetbalster van het jaar. Benjamin van Leer was op dat moment keeper bij Ajax. Benjamin: “Het EK ontging niemand die een beetje van voetbal hield. Ik moet wel zeggen: ik was toen nog een successupporter. Pas vanaf de halve finale ging mijn tv aan. We hebben het bij Ajax nog over jullie finale gehad. Jij viel mij op; ik vond jou er leuk uitzien en toen ik je zag spelen, dacht ik: o, je kan ook nog eens echt goed voetballen. Het is niet dat ik jou vanaf dat moment fanatiek volgde, maar een half jaar later kwamen we met elkaar in contact via Instagram.” Lieke: “Ik kende jou wel, mannenvoetbal is natuurlijk veel bekender. Tijdens de Algarve Cup in 2018, ik lag bij Kika van Es op de kamer, zat ik te scrollen op mijn telefoon en jij kwam voorbij op Instagram. Ik ging jou volgen, een half uur later kreeg ik al een berichtje.” [caption id="attachment_21796" align="aligncenter" width="833"] Lieke Martens en Benjamin van Leer[/caption] Benjamin: “Je stuurde terug dat je met Kika op de kamer zat. Ik had nog met haar op school gezeten in Nijmegen. Ik dacht: o jee, zij gaat niet positief over mij praten, want ik was best irritant op school.” Lieke lachend: “Kika bevestigde dat. Jij was destijds jeugdspeler van PSV en had waarschijnlijk een grote bek. Kika zei: ‘Hij is wel aanwezig, heeft zijn mondje klaar.’” Benjamin: “We voerden meteen heel lange telefoongesprekken. Dat had ik nooit eerder meegemaakt met een vrouw.” Lieke: “We belden soms zo lang met elkaar, dat we zeiden: we moeten nu echt gaan slapen, want we hebben morgen een wedstrijd.” De vonk sloeg over. Vijf jaar lang hadden de twee een langeafstandsrelatie. Benjamin woonde in Amsterdam, speelde op dat moment bij Ajax, daarna bij NAC en Sparta, Lieke bij Barcelona. Benjamin: “Die vijf jaren vlogen voorbij.” Lieke: “Mensen vragen weleens: hoe hebben jullie dat zo lang volgehouden? Het kostte ons geen moeite. Jij kwam liever naar Barcelona. Voor jou was dat iedere keer een soort mini-vakantie. Dan kwam ik terug van de training en lag jij lekker te zonnen op het balkon.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het dubbelinterview met Lieke Martens en Benjamin van Leer komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.
Lieke Martens (32) snakte er lang naar, maar heeft het nu: rust. De voormalig Oranjeleeuwin, speelster van Barcelona en Paris Saint-Germain én Europees- en wereldvoetbalster van 2017 beviel in februari dit jaar van zoontje Lowen. Na de zomer nam ze officieel afscheid als voetbalster. Samen met echtgenoot Benjamin van Leer (33), voormalig keeper van Ajax en Sparta, blikt ze in Helden Magazine nummer 79 terug op mooie, maar ook roerige jaren. Lieke Martens & Benjamin van Leer ‘Now, the time feels right to take this decision. My greatest priority is to be the best mother I can be to Lowen and I am excited to embrace all that lies behind.’ Met deze woorden maakte Lieke Martens op 1 september bekend dat ze stopte met voetbal. Lieke: “Als er nog iets heel speciaals voorbij was gekomen, had ik het willen overwegen. Er was een optie, maar ook die paste niet in het perfecte plaatje. Het is prima zo. Ik heb zoveel offers gebracht: ging op mijn vijftiende al uit huis, weg van familie en vrienden. Nu hebben we rust.” Lieke werd in 2017 bekend bij het grote publiek. De Oranjevrouwen werden in eigen land Europees kampioen onder bondscoach Sarina Wiegman, Ze werd speelster van het toernooi en later dat jaar uitgeroepen tot Europees- en wereldvoetbalster van het jaar. Benjamin van Leer was op dat moment keeper bij Ajax. Benjamin: “Het EK ontging niemand die een beetje van voetbal hield. Ik moet wel zeggen: ik was toen nog een successupporter. Pas vanaf de halve finale ging mijn tv aan. We hebben het bij Ajax nog over jullie finale gehad. Jij viel mij op; ik vond jou er leuk uitzien en toen ik je zag spelen, dacht ik: o, je kan ook nog eens echt goed voetballen. Het is niet dat ik jou vanaf dat moment fanatiek volgde, maar een half jaar later kwamen we met elkaar in contact via Instagram.” Lieke: “Ik kende jou wel, mannenvoetbal is natuurlijk veel bekender. Tijdens de Algarve Cup in 2018, ik lag bij Kika van Es op de kamer, zat ik te scrollen op mijn telefoon en jij kwam voorbij op Instagram. Ik ging jou volgen, een half uur later kreeg ik al een berichtje.” [caption id="attachment_21796" align="aligncenter" width="833"] Lieke Martens en Benjamin van Leer[/caption] Benjamin: “Je stuurde terug dat je met Kika op de kamer zat. Ik had nog met haar op school gezeten in Nijmegen. Ik dacht: o jee, zij gaat niet positief over mij praten, want ik was best irritant op school.” Lieke lachend: “Kika bevestigde dat. Jij was destijds jeugdspeler van PSV en had waarschijnlijk een grote bek. Kika zei: ‘Hij is wel aanwezig, heeft zijn mondje klaar.’” Benjamin: “We voerden meteen heel lange telefoongesprekken. Dat had ik nooit eerder meegemaakt met een vrouw.” Lieke: “We belden soms zo lang met elkaar, dat we zeiden: we moeten nu echt gaan slapen, want we hebben morgen een wedstrijd.” De vonk sloeg over. Vijf jaar lang hadden de twee een langeafstandsrelatie. Benjamin woonde in Amsterdam, speelde op dat moment bij Ajax, daarna bij NAC en Sparta, Lieke bij Barcelona. Benjamin: “Die vijf jaren vlogen voorbij.” Lieke: “Mensen vragen weleens: hoe hebben jullie dat zo lang volgehouden? Het kostte ons geen moeite. Jij kwam liever naar Barcelona. Voor jou was dat iedere keer een soort mini-vakantie. Dan kwam ik terug van de training en lag jij lekker te zonnen op het balkon.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het dubbelinterview met Lieke Martens en Benjamin van Leer komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Atletiek

Abdi Nageeye: roeien tegen de stroom in

Abdi Nageeye (36) groeide de afgelopen jaren uit tot een wereldtopper. Hij won al drie marathons en olympisch zilver. Daarnaast scherpte hij dit jaar in Londen het nationaal record aan tot 2.04.20. De tijd van oogsten is nog niet voorbij. Nog lang niet zelfs. “Frank Sinatra zong: ‘I did it my way.’ Dat is niet voor niets mijn levenslied.” Op het gezicht van Abdi Nageeye lijkt een glimlach gebeiteld. Zelden is hij chagrijnig of boos. “Ik kijk altijd naar het positieve, negatieve dingen probeer ik zo snel mogelijk uit mijn systeem te krijgen. Dat is denk ik deels mijn karakter, maar dat heb ik met de jaren ook geleerd. Als topsporter moet je niet te veel zorgen hebben, rust in het hoofd is zo belangrijk,” vertelt Abdi terwijl hij een slok van zijn koffie neemt. Hij heeft net een uurtje hardgelopen door het Goffert Park, dat is het medicijn om vrolijk aan de dag te kunnen beginnen. Want doet hij dat niet, dan wordt hij onrustig, voelt hij zich een gekooide tijger. Kenia Abdi verblijft het grootste gedeelte van het jaar in Kenia, waar hij woont en traint met zijn vrouw en vijf kinderen. Hij is even in Nederland voor besprekingen met zijn in Nijmegen gevestigde managementbureau Global Sports Communication en reist daarna door naar Amerika voor een trainingskamp van zes weken. De laatste keer dat hij in actie kwam in wedstrijdverband was op 27 april, tijdens zijn debuut op de TCS London Marathon. Hij verbeterde zijn Nederlands record met 25 seconden tot 2.04.20, maar de tevredenheid overheerste niet meteen na af- loop. Tijdens het interview voor de camera van de NOS hoorde hij dat de fotofinish had uitgewezen dat hij niet derde, zoals eer- der werd geroepen, maar vierde was geworden. Weg podium. Bovendien vocht hij in de laatste kilometers tegen de kramp. Abdi schudt grinnikend zijn hoofd als hij terugdenkt aan Londen. “Voor mijn gevoel was ik de laatste acht kilometer aan het joggen. Toen ik zag dat ik een persoonlijk record had gelopen, was mijn eerste gedachte: dat klopt niet. Maar zonder die kramp had ik het Europees record van 2.03.36 én de derde plaats gepakt. Zeker weten. Mijn gevoelens wisselden voort- durend van teleurstelling naar blijdschap. Terug in het hotel, onder de douche, daalde alles pas in. Ik voelde geen verzuring en geen pijn, was eigenlijk ook helemaal niet moe. Amazing, toch? Nu, een paar maanden later, overheerst tevredenheid. Ik weet dat ik nog veel harder kan dan in Londen. Dat motiveert enorm. Ik ben 36, word nog elke keer beter. Crazy.” Rijpen Abdi ging de wereld over toen hij in 2021 olympisch zilver pakte achter ‘marathonkoning’ Eliud Kipchoge, zijn collega bij het NN Running Team. Maar dat hij ondertussen nog oog had voor zijn maatje en trainingsgenoot Bashir Abdi, net als hij geboren in Somalië en door de onrust aldaar gevlucht naar België, en hem met succes aanmoedigde het brons te pakken, gaf de medaille nog meer glans. Daarna won hij tot twee keer toe – in 2022 en 2024 – de NN Marathon Rotterdam. Op 3 november vorig jaar won Abdi de TCS New York City Marathon, die deel uitmaakt van de serie van zeven jaarlijkse World Marathon Majors, zeg maar de Grand Slam-toernooien van het marathonlopen. “Ik heb de afgelopen twee jaar veel veranderd aan mijn trainingen, heb mijn voeding aangepast en ik slaap meer. Hoe ouder ik word, des te makkelijker ik het vind om alles opzij te schuiven voor het hardlopen. Ik ben rustiger in mijn hoofd.” Abdi vertelt dat hij geregeld contact heeft met jonge marathonlopers. “Als ik de dingen hoor waar zij tegenaanlopen, denk ik vaak: herkenbaar, dat had ik tien jaar terug ook. Een marathonloper moet eerst rijpen, moet de nodige dingen hebben meegemaakt in het leven; verbroken relaties, de geboorte van kinderen. Met de levenservaring komt de rust. Althans, dat is bij mij het geval. Ik heb niet meer het gevoel dat ik dingen mis. Als ik een paar jaar terug naar Nederland ging, dan wilde ik van alles en vond ik het lastig om ook nog mijn training te doen. Nu niet meer. Ik hoef alleen maar een killer te zijn tijdens mijn trainingen. Doordat die onrust er niet meer is, is het makkelijker om me volledig te focussen op het hardlopen.” Van Abdi is bekend dat hij meteen na een marathon tot diep in de nacht op stap ging. Dat was voor hem de afsluiting van maandenlang volledig voor zijn sport leven en tegelijkertijd had hij het nodig om de batterij weer op te laden om aan de voor- bereiding op de volgende wedstrijd te beginnen. “Ook op dat vlak ben ik ouder en wijzer geworden,” zegt Abdi breed glimlachend. “Na de London Marathon sliep ik al om twaalf uur. Ik werd de volgende ochtend wakker en dacht meteen: ik ben zo blij dat ik niet uit ben geweest. De tijd van stappen is voorbij. Ik ben in Londen samen met Sifan Hassan, de mensen van ons management en de begeleiding uiteten geweest in een fantastisch restaurant. We hebben heerlijk gegeten en gekletst en daarna ben ik gaan slapen. Ik werd fris wakker en kon twee dagen later de training alweer oppakken. Daar haal ik meer voldoening uit dan een avond op stap.” Meer lezen? Sifan Hassan: 'Ik ben geen superwoman' Eliud Kipchoge: 'Hardlopen is het beste medicijn dat er is' Anne Luijten: 'Je zou haast in magie geloven'
Abdi Nageeye (36) groeide de afgelopen jaren uit tot een wereldtopper. Hij won al drie marathons en olympisch zilver. Daarnaast scherpte hij dit jaar in Londen het nationaal record aan tot 2.04.20. De tijd van oogsten is nog niet voorbij. Nog lang niet zelfs. “Frank Sinatra zong: ‘I did it my way.’ Dat is niet voor niets mijn levenslied.” Op het gezicht van Abdi Nageeye lijkt een glimlach gebeiteld. Zelden is hij chagrijnig of boos. “Ik kijk altijd naar het positieve, negatieve dingen probeer ik zo snel mogelijk uit mijn systeem te krijgen. Dat is denk ik deels mijn karakter, maar dat heb ik met de jaren ook geleerd. Als topsporter moet je niet te veel zorgen hebben, rust in het hoofd is zo belangrijk,” vertelt Abdi terwijl hij een slok van zijn koffie neemt. Hij heeft net een uurtje hardgelopen door het Goffert Park, dat is het medicijn om vrolijk aan de dag te kunnen beginnen. Want doet hij dat niet, dan wordt hij onrustig, voelt hij zich een gekooide tijger. Kenia Abdi verblijft het grootste gedeelte van het jaar in Kenia, waar hij woont en traint met zijn vrouw en vijf kinderen. Hij is even in Nederland voor besprekingen met zijn in Nijmegen gevestigde managementbureau Global Sports Communication en reist daarna door naar Amerika voor een trainingskamp van zes weken. De laatste keer dat hij in actie kwam in wedstrijdverband was op 27 april, tijdens zijn debuut op de TCS London Marathon. Hij verbeterde zijn Nederlands record met 25 seconden tot 2.04.20, maar de tevredenheid overheerste niet meteen na af- loop. Tijdens het interview voor de camera van de NOS hoorde hij dat de fotofinish had uitgewezen dat hij niet derde, zoals eer- der werd geroepen, maar vierde was geworden. Weg podium. Bovendien vocht hij in de laatste kilometers tegen de kramp. Abdi schudt grinnikend zijn hoofd als hij terugdenkt aan Londen. “Voor mijn gevoel was ik de laatste acht kilometer aan het joggen. Toen ik zag dat ik een persoonlijk record had gelopen, was mijn eerste gedachte: dat klopt niet. Maar zonder die kramp had ik het Europees record van 2.03.36 én de derde plaats gepakt. Zeker weten. Mijn gevoelens wisselden voort- durend van teleurstelling naar blijdschap. Terug in het hotel, onder de douche, daalde alles pas in. Ik voelde geen verzuring en geen pijn, was eigenlijk ook helemaal niet moe. Amazing, toch? Nu, een paar maanden later, overheerst tevredenheid. Ik weet dat ik nog veel harder kan dan in Londen. Dat motiveert enorm. Ik ben 36, word nog elke keer beter. Crazy.” Rijpen Abdi ging de wereld over toen hij in 2021 olympisch zilver pakte achter ‘marathonkoning’ Eliud Kipchoge, zijn collega bij het NN Running Team. Maar dat hij ondertussen nog oog had voor zijn maatje en trainingsgenoot Bashir Abdi, net als hij geboren in Somalië en door de onrust aldaar gevlucht naar België, en hem met succes aanmoedigde het brons te pakken, gaf de medaille nog meer glans. Daarna won hij tot twee keer toe – in 2022 en 2024 – de NN Marathon Rotterdam. Op 3 november vorig jaar won Abdi de TCS New York City Marathon, die deel uitmaakt van de serie van zeven jaarlijkse World Marathon Majors, zeg maar de Grand Slam-toernooien van het marathonlopen. “Ik heb de afgelopen twee jaar veel veranderd aan mijn trainingen, heb mijn voeding aangepast en ik slaap meer. Hoe ouder ik word, des te makkelijker ik het vind om alles opzij te schuiven voor het hardlopen. Ik ben rustiger in mijn hoofd.” Abdi vertelt dat hij geregeld contact heeft met jonge marathonlopers. “Als ik de dingen hoor waar zij tegenaanlopen, denk ik vaak: herkenbaar, dat had ik tien jaar terug ook. Een marathonloper moet eerst rijpen, moet de nodige dingen hebben meegemaakt in het leven; verbroken relaties, de geboorte van kinderen. Met de levenservaring komt de rust. Althans, dat is bij mij het geval. Ik heb niet meer het gevoel dat ik dingen mis. Als ik een paar jaar terug naar Nederland ging, dan wilde ik van alles en vond ik het lastig om ook nog mijn training te doen. Nu niet meer. Ik hoef alleen maar een killer te zijn tijdens mijn trainingen. Doordat die onrust er niet meer is, is het makkelijker om me volledig te focussen op het hardlopen.” Van Abdi is bekend dat hij meteen na een marathon tot diep in de nacht op stap ging. Dat was voor hem de afsluiting van maandenlang volledig voor zijn sport leven en tegelijkertijd had hij het nodig om de batterij weer op te laden om aan de voor- bereiding op de volgende wedstrijd te beginnen. “Ook op dat vlak ben ik ouder en wijzer geworden,” zegt Abdi breed glimlachend. “Na de London Marathon sliep ik al om twaalf uur. Ik werd de volgende ochtend wakker en dacht meteen: ik ben zo blij dat ik niet uit ben geweest. De tijd van stappen is voorbij. Ik ben in Londen samen met Sifan Hassan, de mensen van ons management en de begeleiding uiteten geweest in een fantastisch restaurant. We hebben heerlijk gegeten en gekletst en daarna ben ik gaan slapen. Ik werd fris wakker en kon twee dagen later de training alweer oppakken. Daar haal ik meer voldoening uit dan een avond op stap.” Meer lezen? Sifan Hassan: 'Ik ben geen superwoman' Eliud Kipchoge: 'Hardlopen is het beste medicijn dat er is' Anne Luijten: 'Je zou haast in magie geloven'

Baanwielrennen

Harrie Lavreysen: ‘Ik laat me niet gek maken’

Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Harrie Lavreysen Harrie Lavreysen (27) is de te kloppen man in Parijs. De baanwielrenner heerst al jaren op de sprint, met de Nederlandse ploeg en individueel. Hoe gaat hij om met de immense verwachtingen? Hoe slaagt hij erin om al zo lang zijn sport te domineren? We leggen hem in Helden Magazine nummer 72 voor vertrek naar Parijs zeven stellingen voor. Ik eet, slaap en drink baanwielrennen “Ik sta ermee op en ga ermee naar bed, ben de hele dag bezig om te kijken of ik nog beter kan worden. Denk nou niet dat ik knettergek ben, of dat ik echt als een monnik leef, maar alle keuzes die ik maak, staan in het teken van baanwielrennen. Zeker in aanloop naar de Spelen. Steeds stel ik mezelf de vraag: word ik hier beter van?” Heb jij nog andere hobby’s dan baanwielrennen? “Niet echt. Als mensen die vraag stellen, antwoord ik vaak: films kijken. Daar kan ik nog wel voor gaan zitten. Maar verder...” Sta jij ondanks twee gouden olympische medailles en dertien wereldtitels nog voor elke training te popelen om weer de baan op te gaan? “Nou... Ik heb ook trainingen waarvan ik op voorhand al weet dat die heel veel pijn gaan doen. Maar ook dan denk ik: die heb ik nodig om weer ietsje beter te worden. Kijk, het is ook leuk om te trainen en makkelijker op te brengen als je steeds beloond wordt voor alle inspanningen.” Jij vertelde al eens eerder dat jij het verschil maakt doordat jij je lichaam in een bepaalde hoek kunt houden als je door de bochten rijdt en daardoor je krachten nog heel goed kwijt kunt waar dat bij concurrenten minder het geval is. En dat je voortdurend bezig bent jezelf en de concurrentie te analyseren. Knikt: “Daarbij komt nog dat ik door de jaren heen mijn lichaam beter heb leren kennen. Een aantal jaren geleden maakte mijn trainer Hugo Haak de trainingsprogramma’s en die voerde ik vervolgens uit. Nu schrijf ik ze ook zelf. Er zijn dus met de jaren wat dingen veranderd, maar de instelling is nog steeds dezelfde: dagelijks bezig zijn met verbeteren en steeds mezelf de vraag stellen of het goed is wat ik doe. Dat analyseren blijft erbij horen. Ook van de concurrentie. We hebben een database van wedstrijden. Bij elke wedstrijd is er iemand van ons aanwezig die niet alleen ons, maar ook alle concurrenten filmt. Ik kan heel makkelijk wedstrijden van mezelf en van een willekeurige concurrent opzoeken. Tijdens trainingen wordt ook alles gefilmd, zodat ik die meteen kan terugkijken.” Is die toewijding en discipline de sleutel van het succes? “Als ik een wedstrijd heb gereden, kan ik het wel even loslaten, maar al snel grijp ik terug op mijn routines. Voor de volgende wedstrijd ben ik al mijn tegenstanders alweer aan het bestuderen. Begin dit jaar deed ik niet mee aan de wereldbekerwedstrijd in Australië. Dat nam niet weg dat ik wel alles heb bekeken. Ik mag mezelf niet laten verrassen, moet zien wat voor ritten de andere renners gereden hebben. In een olympisch jaar ben ik daar nog scherper op.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Harrie Lavreysen komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater, roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview, en Simone van de Kraats hoopt op goud in het waterpolo. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.