Word abonnee

De dag van...

Hoffman: ‘Ik heb echt een prachtig leven gehad’

door: Kelly van Tilborg
1 april 2015

Sporters zijn altijd druk en onderweg. Alles staat in het teken van het verwezenlijken van doelen en dromen. Deze week volgen wij Tristan Hoffman, ploegleider van Tinkoff-Saxo. Zondag rijdt zijn ploeg in de Ronde van Vlaanderen.

Als je actief bent in de wielerwereld ben je veel van huis. Heb jij daar weleens moeite mee?
“Nee, dat vind ik helemaal niet moeilijk. Ik weet waar ik het allemaal voor doe. Ik ben de helft van het jaar weg, maar de andere helft ben ik gewoon thuis. Laat ik het zo zeggen: ‘ik ben blij om weg te gaan, maar ik ben net zo blij om weer thuis te komen.’ Mijn kinderen weten ook niet beter, die zijn er mee opgegroeid. Als ik thuis ben, heb ik soms weleens het gevoel dat ik een blok aan het been ben. Dat is op een positieve manier, hoor. Dan is papa weer thuis en gaat hij zich er weer mee bemoeien, ha.”

Vond je het vroeger weleens moeilijk om als topsporter te leven?
“Nee, eigenlijk niet. Natuurlijk waren er weleens momenten dat ik het lekker vond om even niet te fietsen, maar dat was dan aan het einde van het seizoen. Ik moest verhuizen voor mijn sport, maar dat was op dat moment de juiste keuze en dat vind ik nu nog steeds. Ik moest natuurlijk ook elke ochtend trainen, maar daar had ik weinig moeite mee. Over het algemeen kijk ik met een heel goed gevoel terug en heb ik echt een prachtig leven gehad. Het topsportleven heeft mij uiteindelijk meer gebracht dan dat ik ervoor heb moeten laten.”

‘Ik vind dat sporten een onderdeel van het leven is, het hoort erbij’

Ben je nu nog weleens actief op de fiets?
“Ik heb altijd geprobeerd om te blijven sporten, daar voel ik mezelf prettig bij. Ik vind dat sporten een onderdeel van het leven is, het hoort erbij. Natuurlijk moet je er wel plezier in hebben, je hoeft van mij niet te fietsen als je dat niet leuk vindt. Ik probeer dat ook aan mijn kinderen mee te geven. Zelf heb ik op sportgebied niet een heel vast stramien, ik sport de ene week meer dan de andere week.”

Geef je de renners uit jouw team ook tips mee vanuit jouw eigen ervaringen?
“Natuurlijk probeer ik wel dingen over te brengen op de jongens, maar de sport blijft zich ontwikkelen. Ik heb het vak als ploegleider geleerd doordat er een ervaren ploegleider naast mij zat. Dat is in de hele wielerwereld zo. Iedereen blijft steeds nieuwe dingen leren.”

Kun je eigenlijk al een beetje Deens?
“Ha, nee. Helemaal in het begin heb ik nog weleens zo’n boekje gekocht, maar daar heb ik niet zoveel meegedaan. Ik ken maar weinig woordjes. Gelukkig is de voertaal binnen onze ploeg Engels, dat gaat me beter af.”

Delen: