Word abonnee

Shorttrack

‘Sjinkie is een intelligente snuiter’

ANP

Shorttrack

‘Sjinkie is een intelligente snuiter’

door: Jasper Boks
7 februari 2018
14 tot 19 minuten lezen

Het zijn de weken van de waarheid voor Sjinkie Knegt en bondscoach Jeroen Otter met eerst de Winterspelen in Zuid-Korea en daarna het WK in Montreal (16-18 maart). Voor de documentaire Hyena’s op het ijs, te zien bij KPN Presenteert, volgden we de shorttrackers en hun coach tijdens de voorbereiding.

De jacht is geopend. Met zijn ogen wijd opengesperd wacht hij op zijn kans om ‘de prooi’ te grijpen. Plotseling hapt hij toe. Iedereen weet dat het gaat gebeuren, maar hij doet het op momenten dat niemand het verwacht. Zijn coach Jeroen Otter vergelijkt hem niet voor niets met een roofdier. Specifieker, hij bestempelt Sjinkie Knegt als een van zijn ‘hyena’s op het ijs’.
Vol overgave stort Sjinkie zich op het kat-en-muisspel. Wachten op openingen die niemand ziet, duiken in gaatjes van wie verder niemand weet dat ze er zijn, inhalen op manieren die niet eerder zijn vertoond. “Soms sta ik ook weleens van mijn eigen inhaalacties te kijken,” zegt de shorttracker met de karakteristieke baard lachend, “als ik een gaatje zie, beslis ik in een split second. Vaak wordt me gevraagd hoe ik het doe, maar dat is bijna niet uit te leggen. Ik zie iets en reageer zonder erbij na te denken. Het is bijna niet te trainen. Pure intuïtie. Weet je wat voor mij de perfecte inhaalactie is? Eentje die lukt. Hoe ik er voorbijkom, zal me verder een zorg zijn.” Bondscoach Jeroen Otter kijkt soms hoofdschuddend van ongeloof naar wat Sjinkie doet. Nadat zijn pupil hem een high five heeft gegeven, heeft Jeroen soms de herhalingen nodig om te kunnen zien wat zijn pupil nu weer heeft uitgespookt. “Er is niets mooiers als een atleet iets doet wat nog niet eerder is vertoond. Dat je denkt: wow, die is in een nieuwe wereld gestapt. Zoals Epke Zonderland met zijn ongeëvenaarde rekstokoefening op de Spelen van Londen in 2012. Sjinkie laat de wereld ook geregeld zien dat wat gisteren de norm was, nu passé is. Hij laat vaak hogeschoolwerk zien. Soms krijgt hij zelfs een high ve van zijn tegenstanders. Ik denk ook vaak: waar komt dit nu weer vandaan? Of het mijn verdienste is?”
Lachend: “Laat ik het als volgt stellen: ik heb Sjinkie in ieder geval niet in de weg gestaan tijdens zijn ontwikkeling.”

Tekst gaat verder onder de foto

ZESDE ZINTUIG
Jeroen herinnert zich nog dondersgoed het moment dat hij Sjinkie voor het eerst in actie zag. Dat was in 2007 bij een wereldbekerwedstrijd. Jeroen woonde destijds in Canada, trainde een internationaal team. “Ik zag meteen: Nederland heeft er nu eentje die wel wat kan. We noemden hem Scotch Tape, plakband. Sjinkie kon zich aan iemand vastplakken. Of het nou een Amerikaan was of een Koreaan, dat maakte niet uit. Je kon hem er niet af wapperen, maar meerijden was op dat moment ook het enige wat Sjinkie kon.”
In 2010 werd Jeroen – eind jaren tachtig als shorttracker viermaal wereldkampioen met de Nederlandse aflossingsploeg – bondscoach van Nederland en was een twee-eenheid geboren. “Jeroen heeft me laten geloven in mezelf, laten zien dat ik echt kan winnen. Dat is een heel belangrijke stap geweest. Op mentaal vlak heeft hij me heel erg geholpen, me gemaakt tot de shorttracker die ik nu ben,” stelt Sjinkie.
Jeroen pakt een papiertje, tekent er drie pilaren op en een dak. De eerste pilaar staat voor fysiek, de tweede voor techniek en de derde voor tactiek. “We zijn begonnen die pilaren te bouwen en dat kregen we voor elkaar door keihard te trainen, daarna konden we pas met het dak beginnen. En het dak staat voor het mentale aspect, dat is wat uiteindelijk het verschil maakt in shorttrack.”

Dat mentale deel is zeker te trainen, zegt Jeroen. Door heel veel wedstrijden te rijden, leer je patronen herkennen. “Je moet een zesde zintuig ontwikkelen. Dat doe je door fouten te maken en ervan te leren, en doordat je alle denkbare wedstrijdsituaties talloze keren hebt meegemaakt. Het duurt jaren voordat je helemaal klaar bent voor de grote wedstrijden. Als ik jou nu in Shanghai neerzet, is het heel lastig jezelf te redden. Je spreekt de taal niet, kunt de tekens niet lezen en raakt verdwaald. Maar als je daar gaat wonen, dan ga je langzaamaan dingen herkennen. En als je er lang genoeg bent, leer je de taal en vind je de weg. Uiteindelijk is het net zo herkenbaar als dat je in Amsterdam wordt gedropt. Als ik dat op shorttrack betrek: je leert anticiperen op tegenstanders, herkent situaties. Je weet dat als je iemand niet links van je ziet, hij dus rechts moet zitten. Daar hoef je niet meer voor over je schouder te kijken.”
Dag en nacht is Jeroen bezig zijn sporters naar een hoger niveau te tillen. Je zou hem met zijn 53 jaar shorttrack-verslaafd mogen noemen, erkent hij. “We moeten met z’n allen wel een beetje op Jeroen letten,” lacht Sjinkie, “hij gaat zo op in shorttrack, op wedstrijddagen vergeet hij nog weleens te eten. Moesten wij hem erop wijzen. Tegenwoordig zijn er meer begeleiders mee, hoeven wij als schaatsers ons niet meer heel druk te maken over Jeroen.”
Zijn bevlogenheid werkt aanstekelijk, zegt Sjinkie. “Ik wil graag voldoen aan de verwachtingen van Jeroen tijdens zijn trainingen. Als Jeroen in zijn hoofd hee dat het op een bepaalde snelheid kan, dan vind ik ook dat we dat met z’n allen moeten doen. Jeroen stopt er zoveel energie in. Hij bedenkt dingen niet voor niets, hee een visie die ons hee gebracht waar we nu zijn. Als we weer een stap willen zetten, moeten we hem volgen.”

Sjinkie: ‘Weet je wat voor mij de perfecte inhaalactie is? Eentje die lukt. Hoe ik er voorbij kom, zal me verder een zorg zijn’

WRIJVING
In een kolkende arena, als Sjinkie op jacht is, is er altijd maar één stem die tot hem doordringt: die van Jeroen. Hoeveel lawaai er ook is. “Ik hoor hem altijd. Dan geeft hij aan of iemand binnendoor of buitenom probeert te komen. En of ik de bocht hoog aan moet snijden.” Maar denk nou niet dat Sjinkie zijn coach in alles blindelings volgt. “Sjinkie weet heel goed wat hij wil,” glimlacht Jeroen.
Sjinkie: “Jeroen is eigenwijs en ik ook. We kunnen wel vijf of zes minuten discussiëren over iets kleins. Ik ga niet snel toegeven en hij ook niet. Het beste is dat we dan allebei even weglopen. Dat wordt later niet meer uitgesproken. Want allebei vinden we het heel moeilijk om te zeggen dat de ander toch gelijk had.”
Jeroen: “Het is toch mooi dat het af en toe knettert? Waar wrijving is, is warmte en dus energie. Die energie weten wij heel goed te vertalen in betere trainingen en wedstrijden.”
Sjinkie, lachend: “Bij mij moet je er niet omheen draaien, het moet op de harde manier. Nou, Jeroen is altijd heel duidelijk tegen me, hoor. Het is niet zo dat als ik hem heb gesproken ik achteraf nog vragen heb.”
Ze werken al acht jaar samen. Je zou Jeroen en Sjinkie kunnen bestempelen als shorttrackvader en -zoon. Maar hun band beperkt zich enkel tot het ijs.
Jeroen: “Ik kom elk jaar wel een paar keer bij Sjinkie thuis, maar daar is eigenlijk altijd een reden voor.” Sjinkie: “Het is niet zo dat ik Jeroen zondag ga bellen voor een bakkie koffie, dan blijf ik liever gewoon thuis. Ik vraag hem ook niet om advies over dingen buiten het shorttrack. We hebben een goede band, maar vriendschap zou ik het niet meteen noemen. Ik beschouw Jeroen echt als m’n trainer.”
Jeroen: “Ik zit niet in de sport om vrienden te maken, maar om betere sporters te maken. Sjinkie gaat toch ook niet naar een WK of de Spelen omdat het zo gezellig is of om vrienden te maken? Sjinkie wil het beste uit zichzelf halen. Ik heb hetzelfde doel. Prachtig als ik ergens een vriend aan overhoud, maar primair wil ik een heel goede coach zijn.”

PLANEET SJINKIE
Met zijn armen over elkaar staat Jeroen in het midden van de trainingsbaan. Zijn hoofd draait mee met de rondjes die Sjinkie op het ijs draait. Na afloop is er overleg. Jeroen praat, gebruikt zijn handen om zijn woorden te verduidelijken. Sjinkie knikt, zegt af en toe wat terug, terwijl hij zijn handen in de zij heeft.
“Sjinkie is fysiek sterk, maar zeker niet de sterkste. Hij is conditioneel goed, maar er zijn er die beter scoren. Maar op één onderdeel onderscheidt hij zich: niemand voelt het ijs als Sjinkie. Geen shorttracker rijdt efficiënter dan hij. De hoeken die hij schaatst in de bochten en de snelheid waarmee hij dat doet; dat beheerst hij als de beste.” Geconfronteerd met de woorden van zijn coach, knikt Sjinkie. “Er
zijn jongens die fysiek beter zijn dan ik, maar die schaatsen dom. Het tactisch vermogen en de mentale sterkte bepalen uiteindelijk hoe compleet je bent als shorttracker. Tactisch ben ik een van de beteren. Ik haal heel makkelijk in, dat is de belangrijkste reden waarom ik zo ver ben gekomen. En mentaal ben ik erg gegroeid de laatste tijd.”

Tekst gaat verder onder de foto

Sjinkie wilde nog weleens tegen een diskwalificatie aanlopen in de beginjaren van zijn carrière. Op het ijs kon hij veranderen in een vaatje buskruit. Beroemd is ook de race op het EK van 2014 waar hij zijn middelvinger uitstak naar de Koreaans-Russische grootmeester Viktor Ahn, waardoor de jury hem zijn bronzen medaille afnam.
“Frustraties, middelvingers, deuren intrappen, vloeken. Je hebt iets voor ogen en bereikt je doel niet, dat is niet leuk,” zegt Jeroen, “maar zorgen die middelvingers en dat gevloek ervoor dat je er de volgende wedstrijd weer staat? Word ik daar een betere shorttracker van? Geeft het me energie? Dat is de vraag die Sjinkie zich bij alles moet stellen.”
De Sjinkie van nu is rustig en stoïcijns. Thuis, in het Friese gehucht Bantega, wachten zijn vrouw Fenna, dochter Myrthe van tweeënhalf en zoon Melle, die in mei 2017 werd geboren. In zijn vrije tijd sleutelt hij in de werkplaats onder zijn huis aan oude auto’s, komende zomer wil hij meedoen aan het Nederlands kampioenschap autocrossen. Of hij gaat verder met de verbouwing van het huis, dat hij sinds ze er zijn gaan wonen stukje voor stukje eigenhandig aan het transformeren is.
Sjinkie: “Ik wil gewoon altijd het beste, ben een enorme perfectionist. Ik kon heel kwaad worden als ik verloor, met dingen gooien. En ik dacht dan dat het aan alles en iedereen lag, behalve aan mezelf. Ik word ook nog best vaak aan die middelvingers herinnerd. Vind ik niet erg. Het is wat het is. Ik ben rustiger geworden, ook doordat ik dit soort dingen heb meegemaakt. Ik kijk nu naar mezelf, naar wat ík fout heb gedaan, heb geleerd eerst tot tien te tellen. Wat ook helpt: hoe beter ik word, des te makkelijker ik teleurstellingen kan verwerken. Ik hoef me niet druk te maken, omdat de kans groot is dat ik volgende week weer een kans krijg om te laten zien wat ik kan. Ik vergeet makkelijker. Mijn vrouw Fenna zegt ook dat ik rustiger ben. Mensen zeggen ook wel dat ik rustiger ben omdat ik nu vader van twee kinderen ben, maar ik zie dat totaal niet zo. Dat ik vader ben, neem ik niet mee de ijsbaan op, hoor. Ervaring, ouder worden, beter worden; dat zijn zaken die ervoor zorgen dat ik rustiger ben.”
Jeroen: “Mensen denken misschien: ach Sjinkie, die autoklusser. Maar vergis je niet, want Sjinkie is een ongelooflijk intelligente snuiter. Hij voelt heel goed aan wat hij moet doen om beter te worden. Dat kan niet iedereen. Hij is op mentaal vlak zo gegroeid. Hij raakt niet in paniek als hij een fout maakt of als een race niet verloopt zoals we hadden bedacht.”
Sjinkie: “Ik zit voor een wedstrijd compleet in m’n eigen wereld. Ik kijk naar de race die bezig is, ga nog even hebben op hun volgende race. Bij Sjinkie niet, die zet meteen de knop om.”

SHINEN
Shorttrack is ook een sport van valpartijen en penalty’s, maar zeg tegen Sjinkie en Jeroen niet dat geluk van doorslaggevend belang is. “Ik spreek van forced errors,” zegt Jeroen. “Wat denk je dat er gebeurt als een van de beste shorttrackers van de wereld, Sjinkie, in je nek hijgt? Hij zet zijn tegenstanders zo onder druk. Ze weten dat hij vroeg of laat binnendoor of buitenom gaat komen. Sjinkie dwingt hen tot het maken van fouten.”
Sjinkie: “Ik ben voortdurend aan het kijken als ik achter iemand zit. Hoe snijdt hij de bocht aan? Waar verliest hij snelheid? Ik probeer het patroon te herkennen. Als iemand steeds hetzelfde doet, bedenk ik een manier hoe ik er langs kan.”
De druk is er tot op de finishlijn. Zijn tegenstanders weten dat Sjinkie in de laatste meters nog als een duveltje uit een doosje tevoorschijn kan komen. Hij kan in de laatste meter zijn beroemde en beruchte ‘telescoopbeen’ uitschuiven. Tal van keren heeft hij dat geflikt in finales. “Mijn timing bij het uitstrekken van mijn been voordat ik over de streep ga, is perfect. Ik heb ook geen flauw idee hoe ik het doe.”
Jeroen begon in 2010 met het polijsten van zijn ruwe diamant Sjinkie. De voltooiing is in zicht.
Jeroen: “Hij heeft al heel wat momenten gehad waarop hij kon shinen.”

Jeroen: ‘Sjinkie heeft schaatsalzheimer: hij heeft het vermogen om dingen meteen te vergeten’

Olympisch brons, vier jaar terug in Sochi, wereldtitels met de aflossingsploeg in 2014 en 2017, de individuele wereldtitel in 2015, wereldkampioen 500 meter in 2017, Sportman van het Jaar in 2015 en zesmaal goud op een EK telt zijn palmares nu al.
Sjinkie: “Ik ben soms te afwachtend in een race, daar kan ik weleens woorden over hebben met Jeroen. Soms ben ik ook te nonchalant en relaxed, word ik verrast door iemand door wie ik eigenlijk niet verrast hoef te worden.”
Jeroen: “Sjinkie is heel goed, maar dat is tegelijkertijd zijn valkuil. We gaan voor de overtreffende trap: goed, beter, best. Het gevaar van iemand die al erg goed is, is dat hij van zichzelf denkt: ik ben toch al heel goed, waar denk jij mij als coach nog in te verbeteren? Ik hou ervan om Sjinkie in trainingen uit te blijven dagen. Aan mij om een pakketje samen te stellen waardoor hij nog beter wordt.”
De verwachtingen zijn hoog rond Sjinkie. Hij is het boegbeeld van de Nederlandse shorttrackers, de man die wereldwijd aanzien geniet, die de eerste olympische shorttrackmedaille voor Nederland binnensleepte en liet zien dat Nederland niet alleen goed is op de langebaan.
Het jachtseizoen is geopend. De weken van de waarheid staan voor de deur voor Sjinkie en Jeroen. Eerst de Olympische Spelen in Pyeongchang en daarna, van 16 tot en met 18 maart, het WK in Montreal. Sjinkie is 28 jaar, in de kracht van zijn leven; het moet nu gebeuren.
Sjinkie: “Er mist er natuurlijk nog een en dat is een gouden medaille op de Spelen. Voor de rest heb ik in principe alles wel gehaald. Ik schiet niet in de stress als mensen van mij verwachten dat ik win. Dat ben ik wel een beetje gewend. Ik ben er ook in gegroeid, hè. Eerst was ik outsider, daarna begon ik te winnen en kwamen de verwachtingen. Ik denk dat het alleen maar voor goeie druk zorgt, die verwachtingen helpen me het beste uit mezelf te halen als het moet. Het beperkt me niet, hoor, ik blijf gewoon mezelf, doe m’n ding. Zo simpel benader ik het.”
Jeroen: “We trainen niet om derde of vierde te worden, we willen uiteindelijk de beste van de wereld worden en dat spreken we ook uit.”

Helden Magazine

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: