Word abonnee

Atletiek

Papendalganger

Neeltje Kleijn

Atletiek

Papendalganger

door: Marlies van Cleeff
9 augustus 2021
7 tot 12 minuten lezen

Veel Nederlandse sporters gebruiken Papendal als thuisbasis. Helden gaat langs bij de Papendalgangers. In deel 11: de op Curaçao geboren en getogen 200 en 400 meterloper Terrence Agard, die vorig jaar na een ernstig auto-ongeluk de dood in de ogen keek en daardoor een ticket naar Rio kon vergeten.

‘Ik heb duizend engeltjes op mijn schouder gehad’

“Op 11 september 2015 veranderde mijn leven.”
Ik werd de dag daarvoor wakker op Papendal, pakte mijn telefoon en las een berichtje van de toenmalige vriendin van Churandy Martina. Ze was op 11 september jarig en vroeg of we zin hadden om uit te gaan in Breda om haar verjaardag te vieren. Ik had afgezegd, want mijn goede vriend Liemarvin Bonevacia deed mee aan de Diamond League in Brussel. Ik zou met hem meegaan en die avond bij hem blijven in het hotel. Maar Churandy en Hensley Paulina haalden me over, zeiden: ‘Ga nou mee, dat is toch gezellig!’ Op Papendal was het zo stil, het seizoen was afgelopen en alle sporters waren weg. Waarom ook niet, dacht ik.
We reden vanuit Papendal naar Breda en hadden een leuke avond. Om een uur of vier in de ochtend reden we naar huis. Normaal slaap ik nooit in de auto, maar ik was zo moe. Ik zat rechts achterin. Hensley zat naast me, de vriendin van Churandy zat voorin en Churandy reed. We reden op de A50 en waren al redelijk in de buurt van Papendal. Churandy haalde een vrachtwagen in. Hij stuurde naar de linkerbaan en keek in zijn achteruitkijkspiegel. Er kwam een auto op hoge snelheid aangereden, dus Churandy stuurde snel terug naar de rechterbaan. Hij stuurde te snel. We knalden vol tegen de vrachtwagen aan, precies aan mijn kant.
Hensley en Churandy vertelden me achteraf dat toen ik uit de auto werd gehaald, ik gewoon liep en sprak. Ik heb gevraagd wat we daar deden en waarom we niet naar huis gingen. Mijn hele gezicht zat onder het bloed. Ik ging zitten en begon ineens heel hard te schreeuwen van de pijn. Toen ging ik out. Ik weet niks meer, probeer het me elke dag nog een beetje te herinneren, maar het lukt niet.
Ik werd wakker in het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen. De artsen waren net bezig een stellage op mijn hoofd te zetten. ‘Ben jij Terrence Agard?’ vroeg iemand. ‘Je hebt een auto-ongeluk gehad en je hebt je nek gebroken.’ Ze hadden me vastgemaakt aan het bed, ik kon me niet bewegen. Het eerste wat ik dacht was: ik ben verlamd. Ik raakte volledig in paniek en viel weer weg. Toen ik weer wakker werd, kon ik mijn handen bewegen. Dat was een opluchting. De artsen kwamen en zeiden dat mijn nekwervel C7 gebroken. Het eerste wat ik vroeg was of ik nog naar de Olympische Spelen kon. ‘Dat gaat niet gebeuren,’ was het antwoord…

Ik ging niet naar Rio. Mijn droom viel in duigen.
Later kwam pas het besef dat ik duizend engeltjes op mijn schouder heb gehad. Het was logischer geweest als ik een dwarslaesie had opgelopen of dood was geweest. De dokteren zeiden dat het weinig voorkomt dat iemand zo’n ongeluk overleeft.
De anderen zijn niet gewond geraakt. Churandy en Hensley zijn nog even naar het ziekenhuis in Arnhem geweest, maar konden daar snel weer weg. In het begin had ik last van haatgevoelens, maar koos er uiteindelijk voor om de situatie te accepteren. Ik kan het niet vergeten, wel vergeven. Churandy heeft het niet met opzet gedaan. Hij is na het ongeluk meteen naar me toe gekomen om zijn verontschuldigingen aan te bieden. Hij kon er moeilijk mee omgaan, voelde zich slecht, en is naar een psycholoog gegaan om het te verwerken. In het begin was het contact tussen ons wat ongemakkelijk, maar dat ging snel over. We gaan goed met elkaar om. Churandy vroeg altijd wat hij voor me kon doen, was heel betrokken. Ook de Atletiekunie en de mensen op Papendal hebben me ontzettend geholpen. En mijn familie en vrienden natuurlijk.

Mijn ouders zijn de dag na het ongeluk naar Nederland gekomen en een maand bij me gebleven.
Voor hen vond ik het nog het ergst. Ze zijn sterk en ik heb zoveel respect voor ze. Ik heb een jongere broer, maar ook een zwaar gehandicapt zusje van 23. Ze kan niet praten en lopen, is net een baby. Ze woont op Curaçao in een tehuis. Mijn ouders doen zoveel voor ons. Toen mijn ouders teruggingen naar Curaçao kwam mijn broertje over.

De revalidatie is best snel gegaan.
Ik had drie maanden een stellage om mijn hoofd en kon alleen rechtop zitten. Eigenlijk zou ik op 15 september naar Curaçao vliegen, maar dat mocht niet. Tot december ben ik in Nederland gebleven. Ik woonde in een kamer op een bovenverdieping op Papendal, dus ik verhuisde naar een kamer op de begane grond, die van Churandy.
Toen de stellage eraf ging, ben ik meteen naar Curaçao gegaan. Ik moest rusten, maar ik mocht wel voorzichtig bewegen. Een paar weken later begon ik met zwemmen, dat was een goede therapie. Vanaf het moment dat ik een stapje kon zetten dacht ik: ik kom dit seizoen al terug. Het was zwaar en moeilijk, vooral in de periode dat de stellage eraf mocht. Ik pushte mezelf te veel en boekte van december tot februari voor mijn gevoel te weinig progressie.

Ik ben zo dankbaar en trots dat ik er goed uitgekomen ben.
Buiten het litteken boven mijn neus – ik knalde op de ijzeren pinnen van de nekleuning van de stoel voor me – zie je niet aan me dat er iets is gebeurd. Ik ben alleen nog wat stijf in mijn nek, vooral ’s morgens als ik wakker word. Ik kan mijn nek minder ver draaien dan vroeger, maar dat wordt wel weer soepel.
Ik stap nog gewoon in de auto, maar vind het lastiger om de controle uit handen te geven. Ik rij nu het liefst zelf. Door het ongeluk ben ik het leven anders gaan inzien. Ik waardeer elke dag dat ik leef, ben mentaal sterker geworden en geloof meer in mezelf. Ook mijn focus en discipline zijn beter. Ik geniet van kleine dingen: van wakker worden tot het praten met mensen. Mijn inspiratie haal ik uit personen als Muhammad Ali. Het was zo’n vechter. In de ring, maar ook erbuiten.

In april heb ik voor het eerst weer een wedstrijd gelopen, in Florida.
Dat ging wel aardig. In mei ben ik weer teruggekeerd naar Papendal om verder te herstellen en te trainen met de gedachte: wie weet kan ik nog meedoen aan het EK of zelfs de Olympische Spelen. Het EK is gelukt, ik liep mee met de estafetteploeg op de 4×400 meter. Toch was ik na de EK heel down. We hadden de olympische limiet net niet gehaald. Het was een harde klap.
Voor het ongeluk liep ik de 400 meter in 45,85 seconden. De limiet voor Rio lag op 45,25. Ik zat er zo dichtbij en boekte nog zoveel progressie, ben ervan overtuigd dat ik individueel de limiet had gehaald en in Rio aan de start was verschenen als we geen auto-ongeluk hadden gehad.
Ik ga nu beginnen aan een nieuwe olympische cyclus. In 2020, tijdens de Spelen van Tokio, ben ik dertig. Als klein jongetje op Curaçao zag ik de Olympische Spelen op televisie. Ik wilde net als Michael Johnson worden. Mijn droom is en blijft goud op de 200 en 400 meter. Ik loop die afstanden nu op ongeveer tachtig procent ten opzichte van vorig jaar, maar ik zal nooit opgeven. Tijd is mijn kostbaarste bezit geworden, want die krijg ik niet meer terug. Ik heb zeven maanden lang niks kunnen doen, dan besef je wel hoe waardevol het is. Maar ik ben ook gelovig. Het feit dat God me in leven heeft gehouden, betekent dat Hij wat speciaals voor me in petto heeft. Misschien wel die olympische medaille in Tokio.”

Helden Magazine

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: