‘Ik blijf trainen op vier vluchtelementen op rij’

Voor Epke Zonderland breekt een drukke tijd aan. Van 19 tot en met 25 mei staat het EK turnen in Sofia op het programma. Later dit jaar, in oktober, zal hij in het Chinese Nanning proberen zijn wereldtitel op rek te prolongeren.

“Het gaat goed met me, ik heb de laatste tijd geregeld wedstrijden gedraaid en merk dat mijn lichaam goed belastbaar is. Mijn prestaties op rek en brug zijn stabiel, op voltige heb ik meer moeite, ben ik minder stabiel. Gelukkig heb ik nog tijd om daar aan te werken, want we willen met het Nederlands team goed voor de dag komen op het EK.”

Vorig jaar werd je wereldkampioen hoewel je een groot deel van het jaar minder kon trainen doordat je coschappen liep. Hoe staat het nu met de studie geneeskunde?
“Sinds februari loop ik parttime coschappen, daardoor heb ik dit jaar meer tijd om te trainen. Twee maanden voor een groot toernooi neem ik helemaal vrij om me volledig te kunnen focussen op het turnen. Na het EK zal ik nog zes weken stage gaan lopen en daarna zal ik me volledig gaan concentreren op het WK.”

De tijd vliegt, over twee jaar zal je in Rio de Janeiro jouw olympische titel alweer gaan verdedigen. Heb je de oefening zoals je die in Brazilië wilt laten zien al helemaal in het hoofd?
“Met de oefening waar ik vorig jaar in Antwerpen wereldkampioen mee werd, kan ik goed uit de voeten. Die kan ik heel stabiel turnen. In de afwerking is er nog veel winst te boeken, vergeleken met dat WK.”

In die oefening deed je een combinatie van tweemaal twee vluchtelementen op rij. In Londen toverde je met drie vluchtelementen op rij, dat was nog nooit vertoond. Er is een filmpje waarin we kunnen zien dat je ook vier vluchtelementen kunt laten zien. Ga je die niet stiekem uit de hoge hoed toveren in Rio?
“Die kans is vrij klein. Ik blijf wel trainen op die vier vluchtelementen op een rij. Maar de combinatie van tweemaal twee vluchtelementen zorgt voor de juiste stabiliteit, heb ik gemerkt. Daardoor loop ik minder risico en heb ik meer ruimte om aan de afwerking, de netheid van mijn oefening, te werken. Ik denk dat ik daardoor het hoogst kan scoren.”

Je bent olympisch kampioen op rek. Is een olympische plak op jouw andere specialiteit brug ook een reëel doel in Rio?
“Ik ga nog steeds vooruit. Ook op rek, al gaat het op dat toestel met heel kleine stapjes. Op brug kan ik de moeilijkheid van mijn oefening nog verbeteren. Dat er nog winst te boeken is, houdt het ook leuk. En ik denk dat het op brug mogelijk moet zijn ook een gooi te doen naar een medaille. Daar ga ik wel voor. Ik heb gelukkig nog tijd om aan mijn brugoefening te werken.”