Wil Hartog, Jack Middelburg en Boet van Dulmen vormden zo’n veertig jaar geleden De Grote Drie van het Nederlandse motorracen op de weg. Op 25 juni 1977 won Hartog – alias De Witte Reus, refererend aan de consequente kleur van zijn motorpak – de TT van Assen.
Dat voor onmogelijk gehouden Nederlandse succes in de koningsklasse werd drie jaar later herhaald door Jack Middelburg, vanwege zijn risicovolle rijstijl en vele valpartijen voorzien van de bijnaam Jumping Jack. Zoals zijn manager Hans Valstar zei: ‘Hij heeft alles gebroken wat je kunt breken.’ Een even vaak gebruikte omschrijving van Middelburgs fysieke situatie: ‘Hij hing van metalen schroef- en plaatwerk aan elkaar.’
Op 1 april 1984 zocht Middelburg de rekbaarheid der grenzen weer eens op, dit keer tot op het bot gemotiveerd door een verbale voor- geschiedenis. Twee Honda-fabrieksmotoren waren, tot ergernis van Boet van Dulmen, door het KNMV (Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging) ter beschikking van Middelburg gesteld. In de aanloop naar een stratenwedstrijd in Tolbert had Den Boet zijn gram willen halen in een venijnig interview waardoor Middelburg zich uitgedaagd zou hebben gevoeld zijn superioriteit te tonen.
‘Ik mocht ook niet op zijn begrafenis komen’
Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle door op onderstaande knop te klikken. Je kunt het magazine ook in de winkel halen óf online bestellen!