Samuel Eto'o; of de 33-jarige spits uit Kameroen echt in de eredivisie gaat spelen, is afwachten. Er zijn heel wat topspelers die na hun dertigste in de eredivisie gingen spelen. Soms met succes, vaker bleken de hoogtijdagen voorbij. Dit zijn de succesvolste 'afbouwende' voetballers.
1 Frank Rijkaard
Vanwege bewezen diensten mocht Rijkaard in 1993 op zijn dertigste transfervrij vertrekken bij AC Milan. Na vijf seizoenen in Italië, wilde hij zijn carrière afsluiten bij de club waar hij zijn loopbaan begon en waar hij met zo'n rotgevoel vertrok na een aanvaring met coach Johan Cruijff: Ajax. Coach Louis van Gaal zag in hem de ideale leider van zijn jonge, getalenteerde ploeg. Hij begon als middenvelder, maar vormde al snel een centraal duo met Danny Blind. Aanvoerder Rijkaard schoof veelvuldig in en de jonge spelers, onder wie Edgar Davids, Clarence Seedorf en Patrick Kluivert, hingen aan zijn lippen. Rijkaard speelde nog twee seizoen voor Ajax, daarin werd de ploeg twee maal kampioen. In 1994 kreeg hij een staande ovatie van de fans van AC Milan, nadat Ajax met 2-0 had gewonnen in Triëst. Zelden sloot een sporters zijn loopbaan zo mooi af als Rijkaard. Ajax bereikte de Champions League-finale in 1995. Daarin was zijn oude club AC Milan de tegenstander. Vlak voor tijd gaf Rijkaard het passje waaruit Kluivert de 1-0 binnen punterde. Rijkaard zwaaide af met de Champions League.
Afscheid van Rijkaard
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
2 Johan Cruijff
Op 6 december 1981 keerde Cruijff terug in de eredivisie als speler van Ajax. Alle criticasters die dachten dat de 34-jarige te oud was, snoerde hij in de eerste wedstrijd tegen Haarlem meteen de mond. In De Meer slalomde Cruijff in de 21ste minuut langs Piet Huyg en Martin Haar en lobde de bal over keeper Edward Metgod: 1-0. Voor zijn komst stond Ajax derde in de competitie, maar Cruijff nam de jonge ploeg bij de hand. Ajax werd kampioen. In zijn tweede seizoen bezorgde Cruijff de Amsterdammers de dubbel.
Cruijff had bij zijn comeback bedongen dat hij een deel van de recettes kreeg van de thuiswedstrijden als er meer dan elfduizend toeschouwers naar De Meer kwamen. Die zaten er keer op keer. Harmsen riep na die laatste titel doodleuk dat Cruijff te oud was voor een salaris van zo'n anderhalf miljoen gulden. Dat heeft Harmsen geweten. Cruijff liet en laat zich niet sturen, stapte in de zomer van 1983 doodleuk over naar de aartsrivaal en bezorgde Feyenoord in 1984 de dubbel. Duidelijk gevalletje 'wie niet horen wil, moet maar voelen'. Op zijn 37ste zwaaide Cruijff af als profvoetballer.
Pi-Air scoorde uit alle hoeken en standen
3 Pierre van Hooijdonk
Na RBC, NAC, Celtic, Nottingham Forest, Vitesse en Benfica, meerde Pierre van Hooijdonk in 2001 op 31-jarige leeftijd aan in Rotterdam. De spits ging bij Feyenoord door met wat hij bij al zijn vorige clubs had gedaan: scoren. In zijn eerste seizoen maakte hij er 24 in de competitie en werd daarmee topscorer van Nederland. In zijn tweede seizoen maakte hij er 28 in evenzoveel duels. Pi-Air scoorde uit alle hoeken en standen. Met zijn hoofd was hij sterk, om zijn schot werd hij bevreesd en hij bleek een dodelijke vrije trappen-nemer te zijn. Ook in Europa scoorde hij er op los. In 2002 won Feyenoord de UEFA Cup, Van Hooijdonk was goed voor acht goals, waaronder twee in de met 3-2 gewonnen finale tegen Borussia Dortmund. Na twee jaar vertrok Van Hooijdonk, hij ging naar Fenerbahçe en werd kampioen in Turkije. In 2005 keerde hij terug in Nederland, bij NAC. Een jaar later maakte hij zijn comeback bij Feyenoord, waar hij afzwaaide als prof.
Finale UEFA Cup
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
4 Phillip Cocu
Na zes seizoen FC Barcelona keerde Phillip Cocu in 2004 terug bij PSV, waar hij ook van 1995 tot en met 1998 speelde. Op zijn 33ste wilde de middenvelder dichter bij familie en vrienden wonen. Van afbouwen was geen sprake, hij was nog topfit. Met Mark van Bommel en Johann Vogel vormde hij het middenveld van het elftal van coach Guus Hiddink. Cocu won in zijn eerste seizoen de dubbel en hij hielp PSV voor het eerst in de historie te overwinteren in de Champions League. Sterker, hij leidde de Eindhovenaren naar de halve finale. Cocu scoorde in de thuiswedstrijd tegen AC Milan twee keer, nadat de ploeg uit met 2-0 had verloren. De finale leek voor het grijpen, maar de uitgoal die Milan vlak voor tijd maakte, bleek dodelijk: 3-1. Cocu werd, als aanvoerder, ook kampioen in 2006. In 2007 werd hij voor de derde keer op rij kampioen en Cocu had daar een heel groot aandeel in. In de laatste wedstrijd van de competitie, tegen zijn oude club Vitesse, maakte Cocu de 5-1. Door die laatste goal in zijn laatste duel werd PSV op doelsaldo kampioen. Cocu speelde daarna nog even in het Midden-Oosten voor Al-Jazira.
Mühren moest voor routine zorgen in het jonge elftal. Het bleek een gouden zet
5 Arnold Mühren
In de jaren zeventig ging Arnold Mühren in navolging van grote broer Gerrie van FC Volendam naar Ajax, maar werd daar nooit een vaste waarde. Hij vertrok, na met Ajax twee maal de Europa Cup I te hebben gewonnen, in 1974 naar FC Twente, ging vier jaar later naar Ipswich Town, waarmee hij in 1979 de Europa Cup II en 1981 de UEFA Cup won, en in 1982 naar Manchester United. In 1985 haalde zijn voormalige ploeggenoot Johan Cruijff, die net was begonnen als coach van Ajax, hem terug naar Amsterdam. De 35-jarige Mühren moest voor routine zorgen in het jonge elftal. Het bleek een gouden zet. Met de Volendammer in de gelederen won Ajax in 1987 de Europa Cup II. Rinus Michels nam hem ook op in de selectie voor het EK van 1988. Daarin speelde de 37-jarige (!) middenvelder alle wedstrijden. In de finale tegen Rusland gaf Mühren de pass waaruit Marco van Basten op fenomenale wijze de 2-0 maakte.
Ajax was de ploeg waarvan hij in zijn jeugd fan was
6 Michael Laudrup
De sierlijke voetballer maakte furore bij Juventus, het Barcelona van Johan Cruijff en Real Madrid in de jaren tachtig en negentig. In 1997 tekende hij op 33-jarige leeftijd voor Ajax, waar Morten Olsen, zijn oude ploeggenoot in het Deense elftal, coach was geworden. Ajax was bovendien de ploeg waarvan hij in zijn jeugd fan was en waar landgenoten Sören Lerby, Frank Arnesen, Jan Mölby en Jesper Olsen groot werden. Laudrup liet zien nog van grote waarde te zijn. Hij maakte elf goals, gaf tal van assists en won met Ajax de landstitel en de beker. Bij een seizoen bleef het, Laudrup zwaaide in 1998 af. In 1999 en 2000 speelde ook broertje Brian Laudrup nog ruim een seizoen bij Ajax.