Word abonnee

Helden in het nieuws

Sjinkie Knegt: ‘Werken in de garage is voor mij rust’

door: Marlies van Cleeff
9 januari 2016

2015 was zijn jaar. Hij werd niet alleen Europees- en wereldkampioen en sportman van het jaar, maar bovenal vader. We hebben het over Sjinkie Knegt. De koning van het shorttrack, tevens grote liefhebber van auto's en metaal. “Het is goed te combineren.”

Twee weken voor de EK shorttrack gaan we op bezoek bij de 26-jarige Sjinkie Knegt in het Friese Bantega. Als Sjinkie de voordeur opent, staan we meteen in zijn garage met links en rechts metaalbewerkingsmachines. Boven, in de woonkamer, spartelt zijn halfjaar oude dochter Myrthe in de boks. Vriendin Fenna warmt haar fles op. Sjinkie zit ontspannen aan zijn zelfgemaakte eettafel. Hoe combineert Sjinkie zijn shorttrackcarrière met zijn gezin en hobby's?

Kind
“Er is niet veel veranderd sinds de komst van Myrthe. Ze slaapt goed, mijn wekker gaat zelfs voordat zij wakker wordt. Als Fenna aan het werk is, passen mijn of haar ouders op. Na mijn laatste training haal ik Myrthe op en zorg ik voor haar tot Fenna thuis is. Het is heel goed te combineren, ondervind er geen hinder van.”

“Mensen om me heen zeggen dat ik verantwoordelijker ben geworden. Soms zie ik jonge jongens op de training onbezonnen acties doen, rijden ze in het middenterrein bijna iemand ondersteboven. Dan zeg ik daar wat van. Maar misschien is dat ook omdat ik één van de oudere en meest ervarene van de groep ben. Dan wil je dat overbrengen naar de jongeren. Maar sinds Myrthe heb ik ook geen andere kijk gekregen op de sport. Ik ben nog dezelfde Sjinkie.”

Fenna knikt instemmend vanaf de bank en kan dat als geen ander beoordelen: “We zijn al meer dan tien jaar samen. Ik was veertien en Sjinkie vijftien. Een echte jeugdliefde. Het kan, ha! Hij is heel zorgzaam naar Myrthe, doet het hartstikke goed.”

Garage
Bij de familie Knegt stond sport vroeger centraal. “Mijn jongere zus turnde veel en ik schaatste vanaf mijn negende. Mijn moeder reed de hele week op en neer naar Heerenveen. Ze ging ook altijd mee naar mijn wedstrijden, soms samen met mijn vader. Maar met hem knutselde ik meer aan auto's.”

Sjinkie groeide op in het huis waarin hij nog steeds woont. Sjinkie en Fenna kochten het van zijn ouders en verbouwden het. Zijn ouders verhuisden naar het appartement eronder, dat grenst aan de garage.

“Ik heb er nu alleen een oude Honda staan. De motor is stuk; ik heb een ander maar die moet er nog even in. Deze auto hou ik niet hoor, is voor de handel. Ik heb nog een Scirocco en twee oude Volkswagens uit 1967. Die staan ergens in een schuur twee kilometer verderop. Die Scirocco rijdt, die anderen niet. Als ik eraan wil klussen haal ik ze met een aanhanger op. Deze auto's zijn collectors items, je ziet ze niet veel. Als ik ze af heb, zijn het totaal andere auto's dan dat ze daarvoor waren. Het wordt iets van jezelf. Dat vind ik mooi. Een auto à la Sjinkie Knegt.”

Bij Philips in Drachten volgde Sjinkie een opleiding tot machinebankwerker. “Ik ben een van de weinigen in de buurt die aluminium kan lassen, dus daar heb ik veel werk aan. Als er wat moeten gebeuren, weten ze dat ze bij mij moeten zijn.”

Tekst gaat verder onder de foto

“Verder maak ik mijn eigen slijpblokken, rondingmeters om de kromming van je schaats te meten en de potjes, voor tussen de schoen en het mes. Voor mezelf maar ook voor teamgenoten en langebaanschaatsers. Maar ik verkoop ze niet aan buitenlanders, ha. Ik heb ze ook niet op voorraad, dus als ik een telefoontje krijg duurt het, als ze geluk hebben, anderhalf tot twee weken. Als ik doorwerk is een slijpblok binnen twee dagen klaar, maar als ik al vrij ben moet ik ook nog maar zin hebben om meteen aan de slag te gaan.”

“En dan maak ik ook nog tafels, ja. Mijn neef heeft een brillenzaak, daar heb ik er ook een voor gemaakt. Een hele grote met stalen poten. Hij wist wat zo'n tafel normaal kostte en ik had het voor de helft van de prijs gedaan. Vond-ie prima. Iedereen zegt tegen me hoeveel handel hierin zit, maar daar moet ik ook maar tijd voor hebben. Werken in de garage is voor mij rust. Ik zit nooit op de bank, lees nooit een boek en kijk heel soms tv. In de garage ben ik niet fysiek bezig, moet ik alleen maar een beetje nadenken.”

En wat vind jij van zijn 'man cave', Fenna?
Fenna: “Ha, nou ik zit nooit in zijn schuur. Hij heeft nu vier auto's en neemt elke klus aan, vindt alles leuk om te doen. Maar hij heeft weinig tijd. Soms komt hij weer aan met een nieuwe auto en dan zeg ik wel dat hij eerst de anderen moet afmaken. Maar dan roept hij: 'Deze is echt speciaal, die kom ik nooit meer tegen!'”
Sjinkie: “Als ik stop met schaatsen hoef ik in ieder geval niet na te denken over wat ik ga doen, ha!”
Fenna lacht: “Eigenlijk hebben we geen gemeenschappelijke hobby's. Ik volleybal, dat vindt Sjinkie wel leuk, maar niet geweldig. Maar we hebben het thuis ook nooit over shorttrack.”

Wat doen jullie dan samen?
Fenna: “We gaan regelmatig samen uit eten of naar de bios, maar nooit op vakantie.”
Sjinkie: “Nee, ik wil dat nooit want ik ben altijd al weg.”
Fenna: “Ha, dat is het enige waar we discussie over hebben. Ik ben altijd druk aan het werk in Leeuwarden en wil soms dan wel op vakantie!” Sjinkie houdt wijselijk zijn mond.

Dromen
Sjinkie is nu tien jaar professioneel shorttracker. Inmiddels schreef hij twee Europese titels op zijn naam, werd wereldkampioen op de relay en individueel. Alleen olympisch goud ontbreekt.

“Ik ben niet een persoon die dromen heeft. Ik heb geen sportheld en kijk niet naar anderen, wil gewoon hard schaatsen en er plezier in houden. Natuurlijk wil ik nog olympisch goud winnen, dat wil elke sporter. Op welke afstand maakt niet uit. Maar ook daarna wil ik door. Ik vind het nog veel te leuk. Winnen is ook gewoon het mooiste wat er is. Of dat nou met schaatsen is of een spelletje kaarten.”

Over twee weken verschijnt Sjinkie als titelverdediger aan de start van de EK shorttrack.

Heb jij als nuchtere Fries ooit last van zenuwen?
Sjinkie: “Nee, ik ben nooit zenuwachtig. Dat zal voor nu niet anders zijn. Ik ga altijd met dezelfde insteek naar een toernooi: zo hard mogelijk schaatsen en winnen.”
Fenna: “Ik ben op de tribune zenuwachtiger dan hijzelf, ja!”

En hoe is Sjinkie als hij verliest?
Fenna: “Als hij slecht heeft geschaatst is hij even chagrijnig maar na tien minuten is het ook wel klaar. Hij kan snel omschakelen.”
Sjinkie: “Gelukkig wel, ja, want ik verlies nog vaak genoeg!”

Delen: