Donyell Malen (20) is dé revelatie van het voetbalseizoen. De spits van PSV scoort erop los en luisterde zijn debuut voor het Nederlands elftal op met een belangrijke goal tegen Duitsland. We schotelden de rijzende ster een aantal namen voor
Mark van Bommel
“Hij heeft mij bij de selectie gehaald en me een basisplaats gegeven. Het is heel fijn om dagelijks met iemand te werken die bij heel grote clubs heeft gespeeld en belangrijk is geweest voor het Nederlands elftal op WK’s en EK’s. De trainer houdt me scherp. Hij wijst me erop dat ik elke dag m’n ding moet doen, zegt: ‘Of het nou goed gaat of slecht, blijf altijd hetzelfde doen, blijf keihard werken.’ Van zijn professionaliteit steek ik veel op.
De trainer heeft als speler altijd alles gedaan om te winnen, hij leefde voor het team en voor de sport. Die houding probeert hij ook op mij over te brengen. Ik vind die bezetenheid van hem mooi. En zijn grote schat aan ervaring gebruikt hij nu om mij te coachen, om mij beter te maken. Hij vertelt me hoe ik beter gebruik kan maken van de ruimtes in het veld, wijst me erop hoe ik nog dreigender kan zijn en waar ik het beste kan lopen.
Het is niet zo dat hij zijn joystick pakt en roept: ‘Zo moet je het doen.’ Hij laat me vrij, door veel met me te praten, pik ik dingen op. Mark van Bommel is heel belangrijk voor me.”
Oma Marian
Zij heeft mij leren voetballen als jochie van een jaar of drie. In de achtertuin van haar huis in Westerland in de kop van Noord-Holland schoot mijn oma de bal naar me en dan moest ik hem stoppen en weer terugschieten. Ik voetbalde volgens haar vaak op houten klompjes. Zelf herinner ik me er niet veel meer van, maar mijn oma praat er nog vaak over, vertelt graag vol trots dat zij aan de basis van m’n voetbalcarrière heeft gestaan.
Toen mijn vader en moeder uit elkaar gingen, woonde ik bij mijn moeder in Westerland. Ze werkte als taxichauffeur, draaide ook veel nachtdiensten. Ik kwam daarom vaak bij mijn oma, die op een minuutje lopen van ons huis woonde, sliep er ook geregeld en ze waste ook vaak m’n kleren. Toen ik bij Hollandia in Hoorn ging voetballen, bracht oma me ook geregeld naar de trainingen. Dus het klopt wel dat ze een belangrijke rol heeft gespeeld in m’n carrière.”
Ruud van Nistelrooy
“Ruud was vorig seizoen spitsentrainer en assistent-trainer en heeft veel tijd in me gestoken. Ik wilde vorig jaar al heel graag laten zien dat ik het niveau aankon. Op de training wilde ik me extra laten gelden. In mijn drang om me te bewijzen, wilde ik natuurlijk heel graag scoren. Dan probeerde ik de bal extreem hard binnen te knallen. Ruud van Nistelrooij zag dat ook, zag dat ik zó gretig was dat ik de bal vaak over of naast schoot.
Hij zei dan: ‘Als je in scoringspositie komt, is het beter om wat rustiger te schieten. Je schiet hard genoeg, maar plaats hem wat meer in het hoekje.’ Hij heeft me er constant op gewezen om koel te blijven als ik voor de goal kom, om effectief af te werken. Ik ben me daar bewust van geworden in de trainingen. Door er op te letten in de trainingen, wordt het uiteindelijk ook een automatisme in wedstrijden. En ja, als Ruud van Nistelrooij tegen je zegt hoe je de bal het beste kunt raken, dan krijg je natuurlijk wel tips van de meester wat scoren betreft.”
Mariska Manshanden
“Duizenden kilometers hebben mijn moeder en ik samen doorgebracht in de auto. Ze bracht me als ze kon naar de training of wedstrijden van Ajax, toen ik daar speelde in de jeugd. Telkens op en neer van Westerland naar Amsterdam. Dat zal ik nooit vergeten. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik heel jong was, maar het was gelukkig geen vechtscheiding. Mijn ouders bleven goed met elkaar omgaan. Ik heb een fijne jeugd gehad, ben niets tekortgekomen. Ontspannen, rustig, veel liefde.”
Ronald Koeman
“Ik vond het al heel bijzonder dat ik in augustus een mail kreeg dat ik in de voorselectie van het Nederlands elftal zat voor de EK-kwalificatiewedstrijden tegen Duitsland en Estland. Ik zat thuis met mijn vriendin Delisha toen ik te horen kreeg dat ik ook bij de uiteindelijke selectie zat, daarna heb ik meteen mijn oma, moeder en vader gebeld.
Bondscoach Ronald Koeman sprak meteen al een paar keer individueel met me toen ik voor het eerst bij het Nederlands elftal kwam. De eerste keer zei hij: ‘Je bent een goede speler, je moet alleen nog wat meer gaan scoren. Maar ik zie dat je er wel komt.’
In Hamburg mocht ik meteen invallen van de bonds- coach. Het werd een droomdebuut toen Georginio Wijnaldum mij de bal gaf, en ik de 3-2 kon maken tegen Duitsland. Ik had tijdens de warming-up al gezien waar mijn vriendin, moeder, vader en stiefmoeder zaten op de tribune. Toen ik scoorde, keek ik naar hen en ik zag ze juichen en op de banken staan. Ze waren bijna nog blijer dan ik. Ik raakte daar een beetje van slag door. Iedereen die ik liefheb zat bij elkaar op de tribune terwijl ik net een goal had gemaakt tijdens mijn debuut in Oranje. Ik sloeg mijn handen voor m’n ogen en voelde de tranen. Die foto is daarna in veel kranten verschenen.
Het was zo speciaal, net een jongensboek. Een paar dagen later tegen Estland mocht ik in de basis starten. Na de interlands speelden we met PSV tegen Vitesse en in die wedstrijd scoorde ik vijf keer. Of het door de woorden van de bondscoach kwam die had gezegd dat ik meer moest scoren? Nee, dat nou ook weer niet.”
Ronaldinho
“Absoluut mijn idool. Elk trucje wat hij deed, wilde ik ook leren. Door hem bleef ik maar met de bal in de weer en keek ik elke wedstrijd van Barcelona. Ik heb hem tegen Almeria ooit in het echt zien spelen in Camp Nou. De muur van mijn slaapkamer hing echt helemaal vol met plaatjes van Ronaldinho, die ik had geplastificeerd. Ik had trouwens nog een groot voorbeeld: de Braziliaanse Ronaldo. Die heeft natuurlijk ook hier bij PSV gespeeld. Hoe hij dribbelde, ongekend. Zo snel met de bal aan zijn voet en dat bewegen. Echt een sambavoetballer. Ik zou willen scoren zoals hij dat deed. Zo jammer dat zijn knie kapot ging, anders had hij de hele wereld nog veel meer versteld doen staan. Ronaldinho en Ronaldo waren echte supersterren.
Ik moet nu al wennen aan de aandacht die ik krijg op straat van de fans. Hoe moet het voor hen wel niet zijn geweest? Voor mij is alles natuurlijk nog nieuw, dit is pas mijn eerste seizoen waarin ik zo in de belangstelling sta. Vroeger kon ik gewoon rustig door de stad lopen, dat is nu anders. Het is niet dat ik bedolven word onder de aandacht, maar ik word vaak aangesproken of mensen willen met me op de foto. Ik weiger bijna nooit, ben een ontspannen jongen. Het hoort ook een beetje bij het vak van voetballer.
Ik vind in deze tijd dat je op Instagram ook best wat van jezelf mag laten zien. Dat hoort een beetje bij mijn generatie. Bijna elke jongen van mijn leeftijd heeft Insta. Ik deel af en toe wat als ik het leuk vind, moet er wel iets actiever in worden, vind ik zelf. Voor de fans is het leuk om hun helden te kunnen volgen. Ik had het als jochie ook geweldig gevonden als Ronaldinho een keer een inkijkje in zijn huis had gegeven of een nieuw trucje had laten zien dat hij thuis aan het oefenen was.”
‘Iedereen die ik liefheb zat bij elkaar op de tribune terwijl ik net een goal had gemaakt tijdens mijn debuut in Oranje. Ik sloeg mijn handen voor m’n ogen en voelde de tranen’
Robert Malen
“De voetbalgenen heb ik van mijn vader, hoewel mijn moeder vroeger ook heeft gevoetbald. Mijn vader voetbalde in Suriname op aardig niveau, heeft nog in het Surinaams jeugdelftal gespeeld. Na de scheiding van mijn ouders ging ik af en toe naar hem in Almere. Hij kwam wel heel vaak bij mijn wedstrijden kijken.
Na afloop belde ik hem, dan vroeg ik of hij dit of dat had gezien. Nog steeds spreek ik hem altijd na een wedstrijd. Als het niet bij me thuis of in het stadion is, dan over de telefoon. Voor voetbaladvies bel ik altijd met hem, dan vraag ik hem wat ik moet doen. Door mijn vader heb ik ook een band met Suriname. Mijn oma woont er ook nog. Mijn opa is vorig jaar overleden, dus ze is nu alleen. Ik ben er twee keer geweest: een keer toen ik drie was en op m’n zestiende. Het was mooi om te zien waar mijn roots liggen.
Ik heb mijn kleurtje niet voor niets en vind het interessant om over Suriname te lezen. Ik zou in de toekomst ook best wat willen betekenen voor het Surinaamse voetbal. Als ik kan helpen bij de ontwikkeling van het voetbal daar of als ik kan helpen dat voetballertjes daar de kansen krijgen die ze verdienen, dan doe ik dat graag.
Ik vind het belangrijk om maatschappelijk betrokken te zijn. Onlangs was ik met de PSV-Foundation mee om een kijkje te nemen bij het amputatievoetbal, dat is ook waar de club zich
aan heeft gecommitteerd. Toen ze me vroegen of ik mee wilde, zei ik meteen ja. Ik heb meegedaan met de jongens, heb met krukken gevoetbald. Ik vond het mooi om te zien dat mensen met één been zoveel plezier uit voetbal kunnen halen. En ze zijn ook nog echt goed, hoor. Of ik mijn eigen foundation op wil richten? Daar ben ik met mijn twintig jaar nog te jong voor, vind ik.”
Mohamed Ihattaren
“Ik kan heel goed opschieten met Mo. Hij is een heel aardige jongen en hoewel hij nog maar zeventien is, is hij een van de betere spelers met wie ik heb gespeeld. Echt een groot talent. Puur intuïtief vinden we elkaar in het veld. Mo is dominant aan de bal, als hij hem goed heeft liggen en ik vertrek, dan weet ik gewoon dat de kans groot is dat ik de bal precies goed aangespeeld krijg. Het lijkt wel of ik voel wat hij gaat doen en andersom is dat ook zo. Dat is zo fijn voetballen.
Mo gaat nu door een heel moeilijke periode door de dood van zijn vader. Ik probeer er voor hem te zijn. Ik zie hem eigenlijk alleen bij de club, maar zeg wel altijd tegen hem dat als hij met me wil praten of als er iets is, hij altijd bij mij terechtkan. Maar ik ben niet de enige die voor hem klaarstaat als hij daar behoefte aan heeft, dat is het geval bij iedereen binnen de club.
Het is zo zwaar voor Mo en dat zal het nog heel lang blijven. Natuurlijk hebben Mo en ik het weleens over de vraag of hij voor Nederland of voor Marokko zou moeten kiezen. Hij heeft me een paar keer gevraagd hoe het bij het Nederlands elftal was en dan vertelde ik dat ik het heel leuk vind bij Oranje, dat die boys me heel goed hebben opgevangen en dat het een heel fijn team is.
We hebben een jong team met een enorme toekomst, maar ik ga zijn keuze niet proberen te beïnvloeden. Hij zit niet te wachten op een mening van mij, denk ik, hij wil gewoon informatie hebben en die probeer ik hem te geven. Natuurlijk zie ik hem graag voor Oranje spelen, Mo is een goeie voetballer en ik heb een heel goede klik met hem in en buiten het veld, maar ik ga niet over zijn keuze. Als hij voor Marokko kiest, dan is het even goeie vrienden. Het is al moeilijk genoeg om zo’n lastige keuze te moeten maken.”
Memphis Depay
“Ik had bij Oranje vanaf het eerste moment goed contact met Memphis. Hij is best belangrijk voor me. Hij is een sterspeler, maar heeft altijd tijd voor anderen en wil graag helpen. Ving me goed op, hielp me meteen. In het veld staan we dichtbij elkaar en dan geeft hij aanwijzingen. Buiten het veld is hij heel ontspannen. Hij heeft natuurlijk een interessant traject bewandeld, heeft zich eerst in de kijker gespeeld bij PSV. Stond ook in de spits, scoorde veel. Hij groeide uit tot een leider. Zover ben ik nog lang niet. Ik ben niet echt een prater in het veld. Ik help wel, coach ook wel, maar ben geen schreeuwer. Met die leidersrol ben ik totaal nog niet bezig. Dat komt, denk ik, vanzelf.”
Steven Bergwijn
“De klik die ik met Mo heb, heb ik ook met Steven. Ik speel nu al iets langer met hem samen dan met Mo. Ik weet wat hij kan, hij weet wat ik kan. Wat ik mooi vind, is zijn energie en spelvreugde. Daar beïnvloedt hij mij ook weer door. Wat we ook gemeenschappelijk hebben, is dat we allebei in de jeugd van Ajax hebben gespeeld. Ik speelde met jongens als Justin Kluivert en Matthijs de Ligt, Steven zat in een net iets oudere lichting, bij jongens als Abdelhak
Nouri en Donny van de Beek. Op mijn zestiende ben ik bij Ajax vertrokken. Met Wim Jonk, toen de hoofd jeugdopleiding, heb ik destijds nog gesprekken gevoerd. Hij wilde graag dat ik bleef, zou dat ook aangeven bij de club, maar er gebeurde niet veel. Toen heb ik voor Arsenal gekozen.
Het is mooi om te zien dat jongens als Donny, Matthijs en Frenkie de Jong het vorig jaar met Ajax zo goed deden in de Champions League. Schitteren op dat toneel wil ik natuurlijk ook, dat inspireert. Maar bij mij speelt Ajax totaal geen rol meer. Ik heb mijn eigen plan en mijn eigen carrière.”
Justin Kluivert
“Ik ken Justin al sinds m’n negende. We hebben bij Ajax heel lang samengespeeld, logeerden ook bij elkaar. Totdat ik op m’n zestiende vertrok bij Ajax. We zijn nog altijd heel goede vrienden, hij is als een soort broer voor me. We hebben als kinderen samen zoveel mooie momenten meegemaakt. Daarom vond ik het ook mooi dat hij tijdens mijn Oranje-debuut ook bij het Nederlands elftal zat. Het is best bijzonder dat Justin, Matthijs en ik samen begonnen bij de F’jes van Ajax en dat we nu met z’n drieën bij Oranje zitten. Dat we die droom
met z’n drieën hebben waargemaakt, vind ik heel speciaal. Met Justin heb ik nog veel contact, meestal via WhatsApp. Toch vertellen we elkaar ook weer niet alles. Toen ik hem vorig jaar zomer tijdens mijn vakantie vroeg wat hij ging doen, antwoordde hij: ‘Ik ga naar Rome en ik ben morgen weer terug.’ Toen dacht ik: hij gaat gewoon naar AS Roma. Een paar dagen later werd duidelijk dat hij bij die club inderdaad een contract had getekend.”
Thierry Henry
Hij was bij Arsenal de assistent-trainer bij onder achttien. Het was heel mooi om af en toe met hem het veld te delen of met hem samen te spelen. Een hele aardige man van wie ik veel heb geleerd. Hij gaf me vaak simpele tips, maar waar ik heel veel aan had. Thierry vertelde dat als je met de bal je tegenstander opzoekt, je altijd naar de benen van je tegenstander moet kijken. Staat hij op zijn voorvoeten of op zijn hakken? Als hij op zijn hakken staat, kun je hem veel makkelijker passeren. Dat soort tips sloeg ik op. Hij was echt van de details.
Eddy Pepels, de masseur van PSV, heeft nog met hem gewerkt, toen Henry assistent was bij de Belgische nationale ploeg. Hij vroeg aan Eddy hoe het met me ging. De twee jaren bij Arsenal waren leerzaam. Ik heb er veel geleerd, ben in Londen een betere voetballer en sneller volwassen geworden. Ik heb dingen meegemaakt die niet altijd alleen maar leuk waren. Soms speelde ik niet en dan ineens moest ik als 16-jarige weer meedoen met onder 23. Nee, het was zeker niet makkelijk, maar het heeft me gevormd tot de voetballer die ik nu ben. Ik ben daar sterker geworden.
De mentaliteit in Engeland is ook anders en die heb ik nu ook een beetje meegenomen naar PSV. En het spel is ook anders, het gaat negentig minuten lang keihard voor- en achteruit. Box to box. Ze zeiden daar: ‘Football is a running game.’ Nou, dat heb ik gemerkt. Het leven in Londen vond ik leuk, hoewel ik door het vele trainen niet vaak in de stad kwam. In eerste instantie zat ik er met mijn moeder. Mijn vader kwam ook af en toe langs.
Op mijn zeventiende ben ik daar gaan samenwonen met mijn vriendin. We zijn heel snel zelfstandig geworden. Boodschappen doen, leren koken. Dingen die ik nooit had gedaan omdat ik bij mijn moeder woonde. Ik heb in Engeland ook leren autorijden, heb nog steeds een Engels rijbewijs.
Na twee jaar ben ik naar PSV gegaan, ik wilde namelijk meer aan voetballen toekomen. Het is heel mooi om te horen dat de fans van Arsenal nu roepen dat ik terug moet keren. Dat is eervol, maar wat kan ik er mee? Arsenal is nog steeds een heel mooie club, maar ik denk niet na over een terugkeer. Nu het zo goed gaat, word ik wel met meer clubs in verband gebracht. Maar dat gaat allemaal via mijn zaakwaarnemer Mino Raiola.
‘Het is heel mooi om te horen dat de fans van Arsenal nu roepen dat ik terug moet keren. Dat is eervol, maar wat kan ik er mee?’
Drake
“Een populaire Canadese rapper waar ik veel naar luister. Ik ben onlangs ook naar een concert van hem geweest, vind het een heel toffe artiest. Toen ik in Londen zat, werd mijn Engels ook beter, dus ging ik Drake ook beter verstaan. Ik begreep steeds beter wat zijn teksten inhielden. Soms zegt hij dingen waarvan ik denk: je hebt gewoon gelijk. Zijn teksten komen wel bij me binnen. Ik kan zelf niet zingen of rappen, ook al zou ik het misschien wel willen. Het is beter dat ik dat niemand aandoe. Mijn muzieksmaak is verder breed. Ook naar Nederlandstalige muziek luister ik. Mijn moeder had in de auto als ze me naar Ajax bracht altijd 100%NL aan staan. Guus Meeuwis, Ruth Jacott, ja, die muziek ken ik ook wel.”
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen?
Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.