Word abonnee
Meer

Overig

Dé sportmomenten van 2025: alles komt samen voor Joy Beune

Sinds Joy Beune overstapte naar Team IKO komt alles samen [...]
Sinds Joy Beune overstapte naar Team IKO komt alles samen voor de vrouw die van jongs af aan al werd bestempeld als supertalent. In 2024 werd ze wereldkampioen allround en ze pakte WK-goud op de 5000 meter en ploegenachtervolging. In 2025 ging ze door met winnen. Ze pakte in Hamar wereldtitels op de 1500 en 3000 meter én de ploegenachtervolging. Ook was er nog zilver bij de WK-allround, achter Antoinette Rijpma- de Jong. In het nieuwe seizoen lijkt Joy weer onverslaanbaar. Bij de wereldbekers is ze niet te kloppen. De vergelijkingen met een andere schaatsgrootheid zijn snel gemaakt... “Ireen was mijn grote voorbeeld toen ik jong was. Ze zei toen ik de overstap van de junioren naar de senioren maakte over mij iets als: ‘We kunnen allemaal wel inpakken, want er komt nu een groot talent aan...’ Het is niet zo dat de woorden van Ireen mij in de weg hebben gezeten, dat die voor te veel druk zorgden.” Lachend: “Laatst zei Ireen voor de grap: ‘Ik ben blij dat het wat langer heeft geduurd met jou, want daardoor kon ik gewoon nog mijn prijzen pakken." Als de WK afstanden van 2025 de generale repetitie was voor wat ons te wachten staat bij de Olympische Spelen in Milaan vanaf 6 februari, dan belooft dat nog wat. Kom maar op!

Atletiek

Dé sportmomenten van 2025: het Jessica Schilder-effect

2025 was voor Jessica Schilder een jaar om nooit te [...]
2025 was voor Jessica Schilder een jaar om nooit te vergeten. Ze stootte haar kogel nog nooit zover als dit jaar. Het leverde haar een goud op het WK outdoor, zilver op de EK en zilver op de WK indoor op. Ook werd ze door de atletiekbond verkozen tot atlete van het jaar. “Geweldig dat het zo goed gaat met de atletiek in Nederland. Dat ze mij bestempelen als ‘de Femke Bol van het kogelstoten’ vind ik een groot compliment. Of ze Femke straks de Jessica Schilder van de 400 meter hordenlopen moeten noemen? Nee, daar doen we Femke echt te kort mee. Ik heb al een paar keer op een poster gestaan van European Athletics. Ik, als kogelstootster, hoe mooi is dat? Bij de FBK Games en de EK indoor in Apeldoorn werd er echt even gewacht totdat ik mijn kogel had gestoten voordat het programma van de andere atletieknummers weer doorging. Ik wist: nu is alle aandacht op mij gericht. Het geeft enerzijds een kick, maar tegelijkertijd zorgt het voor extra druk. Bij de EK in Apeldoorn heb ik laten zien dat ik onder die druk heel goed kan presteren. Voor mijn gevoel zat heel Nederland, inclusief de koning, in de zaal en ik stootte beter dan ik ooit had gedaan. Wat ik ook echt heel leuk vind, is dat ik ook steeds meer jonge meiden naar Papendal zie komen om zich te concentreren op de werpnummers. Of dat het Jessica Schilder-effect is? Nou, dat weet ik niet, hoor. Maar die talenten help ik natuurlijk graag. Als ik zo’n meisje met een kogel in de hand zie, denk ik geregeld: dat is net een kleine Jessica, gaat zij op een dag mijn Nederlands record verbreken?”

Roeien

Dé sportmomenten van 2025: Roeien doe je zo

Op de WK in het Chinese Shanghai werd - na het ongekende [...]
Op de WK in het Chinese Shanghai werd - na het ongekende succes op de Spelen van 2024 - opnieuw Nederlandse roeigeschiedenis geschreven. Nooit eerder werden de Nederlandse mannen- en vrouwenacht wereldkampioen. Bovendien won voor het eerst in veertig jaar een land met beide ‘achten’ de wereldtitel, nadat dit in 1985 door de Sovjet-Unie was gepresteerd. De vrouwen sloegen als eerste toe. De boot met Linn van Aanholt, Nika Vos, Lisanne van der Lelij, Vera Sneijders, Hermijntje Drenth, Ilse Kolkman, Ymkje Clevering, Tinka Offereins en stuur Dieuwke Fetter won met overmacht. Twintig minuten later kon roeister Tinka haar geliefde Mick Makker in de armen vliegen, die samen met Eli Brouwer, Finn Florijn, Wibout Rustenburg, Jorn Salverda, Sander de Graaf, Pieter van Veen, Jan van der Bij en stuur Jonna de Vries de titel pakte. Laatstgenoemde stapte over van de in het verleden zo grote kwelgeest van de Holland Acht, Groot-Brittannië. Zij nam de plaats in van Dieuwke Fetter, die weer de mannenacht verruilde voor de vrouwenboot. Ook bijzonder: Diederik Simon, huidig coach van de Holland Acht, was in 1996 nog een van de roeiers tijdens de olympische gouden race van de mannenboot in Atlanta. Zijn toenmalige ploeggenoot was Ronald Florijn, vader van de huidige Holland Acht-roeier Finn Florijn. Kortom, het was een voorbeeld van: roeien, sturen én coachen doe je zo. Held van het Jaar 2025 2025 was een jaar vol nieuwe Helden, emotionele afscheidsmomenten en indrukwekkende verhalen van doorzetters die opstonden. De afgelopen elf maanden hebben Julie vol enthousiasme telkens weer jullie Held van de Maand gekozen: Angel Daleman, Jenning de Boo, Kimberley Bos, Virgil van Dijk, Daphne van Domselaar, Kees Smit, Thymen Arensman, Zoë Sedney, Jessica Schilder, Hetty van de Wouw en Femke Kok. Maar… we doen er nog een schepje bovenop! We hebben de lijst aangevuld met vijf wildcards: toppers die volgens ons absoluut niet mogen ontbreken: Mathieu van der Poel, Joy Beune, Joep Wennemars, Harrie Lavreysen en Femke Bol. Stem nu op jouw Held van het Jaar.

Zeilen

Dé sportmomenten van 2025: Afscheid Marit Bouwmeester

Marit Bouwmeester, de succesvolste zeilster ooit, nam [...]
Marit Bouwmeester, de succesvolste zeilster ooit, nam afscheid van de zeilsport.  De zeilster behoorde twintig jaar lang tot de top van de wereld. Ze won vier WK-titels, werd twee keer verkozen tot beste zeilster van het jaar (in 2017 en 2024) en won op vier achtereenvolgende Spelen medailles: zilver in Londen (2012), goud in Rio de Janeiro (2016), brons in Tokio (2021) en ze sloot af met goud in Parijs (2024). Op het olympisch zeilwater van Marseille was ze al voor de afsluitende medaillerace zeker van de winst. En dan te bedenken waar ze vandaan kwam: een week voor de Spelen stortte haar relatie in. Met gecombineerde tranen van geluk en verdriet kreeg ze haar gouden medaille omgereikt en luisterde ze naar het volkslied. Haar dochter Jessie Mae, die in april 2022 geboren werd, keek vrolijk toe. In november maakte Marit bekend definitief te stoppen. De ‘prijs van topsport’ die ze al die jaren heeft moeten betalen, werd haar te hoog. Haar dochtertje komt nu op de eerste plek. Maar van stilzitten kwam het nog niet: Marit lanceerde in het voorjaar al de Marit Bouwmeester Academy met als doel watersport toegankelijk te maken voor iedereen en bracht onlangs haar boek Winnen met je hoofd uit, in samenwerking met hoogleraar sportpsychologie Nico W. van Yperen.  

Atletiek

Dé sportmomenten van 2025: Femke Bol zwaait af met goud

 Femke Bol liep ook dit jaar als een gazelle over de [...]
 Femke Bol liep ook dit jaar als een gazelle over de atletiekbaan. Alle races op ‘haar’ 400 meter horden won ze. In de WK-finale in Tokio was ze oppermachtig. Ze won haar tweede wereldtitel op die discipline. Daarnaast won ze ook nog zilver op de gemengde 4x400 meter estafette en brons op de 4x400 meter estafette voor vrouwenteams. Vanwege die prestaties werd ze voor de derde keer gekozen als Europees atlete van het jaar.  In Femke – die dit jaar ook nog een huwelijksaanzoek kreeg van haar Belgische vriend Ben Broeders en een kinderboek met de titel ‘Go Femke! Team TOFF gaat ervoor!’ uitbracht - zit ook dat ze uitgedaagd wil blijven worden. Waar anderen in haar plaats nog jarenlang de medailles binnen zouden harken op de 400 meter horden, nam zij na het WK een drastisch besluit. Ze stopt met de 400 meter horden en gaat een ‘extra rondje zonder hindernissen’ rennen. Vanaf heden richt ze zich dus op de 800 meter, de afstand waarop Ellen van Langen in 1992 olympisch goud veroverde. De atletiekwereld was in rep en roer. Op haar 25ste begint ze aan een omscholingstraject. Of ze in haar tweede atletiekcarrière nou succesvol zal zijn of niet; de prijs voor de grootste durfal van in de sport gaat naar Femke Bol.

Handbal

Dione Housheer: in de schijnwerpers

Handbalster Dione Housheer is 26 en heeft nu al bereikt waar ze als jong meisje van droomde. Ze werd wereldkampioen met het Nederlands team in 2019 en won afgelopen seizoen de Champions League met haar Hongaarse club Györ. Hoog tijd om een van de nieuwe boegbeelden van Oranje beter te leren kennen in aanloop naar het WK handbal in Duitsland en Nederland (27 november - 14 december). Mijn looks “Ik ben kleurrijk. Dat komt door mijn rode haar, maar ook door mijn persoonlijkheid. Ik ben vrolijk en energiek, draag graag kleur. Je ziet wel iemand staan als je naar me kijkt. Ik was iets meer een buitenbeentje qua uiterlijk en viel daarom op. Vroeger op school trok ik aandacht vanwege mijn haar. En mijn huid is ook wat witter dan gemiddeld. Ik werd niet gepest, maar er werd wel over me gesproken en geregeld ‘ginger’, ‘vuurtoren’ of iets anders in die strekking naar me geroepen. Soms dacht ik: het was rustiger geweest als ik gewoon blond of donker haar had gehad. Toch raakten die opmerkingen me niet echt, ik was vroeger al mondig en riep altijd wel wat terug. En ik heb ook geregeld complimenten gekregen, hoor. Mensen zeiden ook: ‘Wat heb jij mooi haar, had ik dat maar.’ Mijn rode haar ervaar ik meer als positief dan negatief, ik zou niet anders willen.” Lachend: “Een voordeel is dat mijn oma mij altijd meteen herkende op tv, omdat ik als enige rood haar heb in het team. Ik ben trots op mijn lichaam en wat het aankan. Wij krijgen enorme klappen in het veld. Ik draag een knielap omdat ik vaak op mijn knie val, en twee enkelbraces, omdat ik beide enkelbanden vroeger heb afgescheurd. En ik moet extra aandacht aan mijn schouder besteden. Mijn hele linkerarm krijgt veel te verduren, ik haal er zoveel kracht uit bij een worp. Ik ben net 26, maar ik merk inmiddels wel dat het fysiek zwaarder wordt. Ik speel al een aantal jaren in de Champions League en het speelschema is intens. Vakantie of überhaupt een dag vrij hebben wij nauwelijks. Voorheen dacht ik: we hebben getraind, ik ben nu klaar. Tegenwoordig denk ik: na de training begint het pas, het is zaak zo snel mogelijk te herstellen door mid- del van goede fysiotherapie, massages en goede voeding. Dat onderschatten buitenstaanders weleens. Die denken: je handbalt een paar uur per dag, dat is het. Maar wat er allemaal bij komt kij- ken, is best veel.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Dione Housheer komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Atletiek

Abdi Nageeye: roeien tegen de stroom in

Abdi Nageeye (36) groeide de afgelopen jaren uit tot een wereldtopper. Hij won al drie marathons en olympisch zilver. Daarnaast scherpte hij dit jaar in Londen het nationaal record aan tot 2.04.20. De tijd van oogsten is nog niet voorbij. Nog lang niet zelfs. “Frank Sinatra zong: ‘I did it my way.’ Dat is niet voor niets mijn levenslied.” Op het gezicht van Abdi Nageeye lijkt een glimlach gebeiteld. Zelden is hij chagrijnig of boos. “Ik kijk altijd naar het positieve, negatieve dingen probeer ik zo snel mogelijk uit mijn systeem te krijgen. Dat is denk ik deels mijn karakter, maar dat heb ik met de jaren ook geleerd. Als topsporter moet je niet te veel zorgen hebben, rust in het hoofd is zo belangrijk,” vertelt Abdi terwijl hij een slok van zijn koffie neemt. Hij heeft net een uurtje hardgelopen door het Goffert Park, dat is het medicijn om vrolijk aan de dag te kunnen beginnen. Want doet hij dat niet, dan wordt hij onrustig, voelt hij zich een gekooide tijger. Kenia Abdi verblijft het grootste gedeelte van het jaar in Kenia, waar hij woont en traint met zijn vrouw en vijf kinderen. Hij is even in Nederland voor besprekingen met zijn in Nijmegen gevestigde managementbureau Global Sports Communication en reist daarna door naar Amerika voor een trainingskamp van zes weken. De laatste keer dat hij in actie kwam in wedstrijdverband was op 27 april, tijdens zijn debuut op de TCS London Marathon. Hij verbeterde zijn Nederlands record met 25 seconden tot 2.04.20, maar de tevredenheid overheerste niet meteen na af- loop. Tijdens het interview voor de camera van de NOS hoorde hij dat de fotofinish had uitgewezen dat hij niet derde, zoals eer- der werd geroepen, maar vierde was geworden. Weg podium. Bovendien vocht hij in de laatste kilometers tegen de kramp. Abdi schudt grinnikend zijn hoofd als hij terugdenkt aan Londen. “Voor mijn gevoel was ik de laatste acht kilometer aan het joggen. Toen ik zag dat ik een persoonlijk record had gelopen, was mijn eerste gedachte: dat klopt niet. Maar zonder die kramp had ik het Europees record van 2.03.36 én de derde plaats gepakt. Zeker weten. Mijn gevoelens wisselden voort- durend van teleurstelling naar blijdschap. Terug in het hotel, onder de douche, daalde alles pas in. Ik voelde geen verzuring en geen pijn, was eigenlijk ook helemaal niet moe. Amazing, toch? Nu, een paar maanden later, overheerst tevredenheid. Ik weet dat ik nog veel harder kan dan in Londen. Dat motiveert enorm. Ik ben 36, word nog elke keer beter. Crazy.” Rijpen Abdi ging de wereld over toen hij in 2021 olympisch zilver pakte achter ‘marathonkoning’ Eliud Kipchoge, zijn collega bij het NN Running Team. Maar dat hij ondertussen nog oog had voor zijn maatje en trainingsgenoot Bashir Abdi, net als hij geboren in Somalië en door de onrust aldaar gevlucht naar België, en hem met succes aanmoedigde het brons te pakken, gaf de medaille nog meer glans. Daarna won hij tot twee keer toe – in 2022 en 2024 – de NN Marathon Rotterdam. Op 3 november vorig jaar won Abdi de TCS New York City Marathon, die deel uitmaakt van de serie van zeven jaarlijkse World Marathon Majors, zeg maar de Grand Slam-toernooien van het marathonlopen. “Ik heb de afgelopen twee jaar veel veranderd aan mijn trainingen, heb mijn voeding aangepast en ik slaap meer. Hoe ouder ik word, des te makkelijker ik het vind om alles opzij te schuiven voor het hardlopen. Ik ben rustiger in mijn hoofd.” Abdi vertelt dat hij geregeld contact heeft met jonge marathonlopers. “Als ik de dingen hoor waar zij tegenaanlopen, denk ik vaak: herkenbaar, dat had ik tien jaar terug ook. Een marathonloper moet eerst rijpen, moet de nodige dingen hebben meegemaakt in het leven; verbroken relaties, de geboorte van kinderen. Met de levenservaring komt de rust. Althans, dat is bij mij het geval. Ik heb niet meer het gevoel dat ik dingen mis. Als ik een paar jaar terug naar Nederland ging, dan wilde ik van alles en vond ik het lastig om ook nog mijn training te doen. Nu niet meer. Ik hoef alleen maar een killer te zijn tijdens mijn trainingen. Doordat die onrust er niet meer is, is het makkelijker om me volledig te focussen op het hardlopen.” Van Abdi is bekend dat hij meteen na een marathon tot diep in de nacht op stap ging. Dat was voor hem de afsluiting van maandenlang volledig voor zijn sport leven en tegelijkertijd had hij het nodig om de batterij weer op te laden om aan de voor- bereiding op de volgende wedstrijd te beginnen. “Ook op dat vlak ben ik ouder en wijzer geworden,” zegt Abdi breed glimlachend. “Na de London Marathon sliep ik al om twaalf uur. Ik werd de volgende ochtend wakker en dacht meteen: ik ben zo blij dat ik niet uit ben geweest. De tijd van stappen is voorbij. Ik ben in Londen samen met Sifan Hassan, de mensen van ons management en de begeleiding uiteten geweest in een fantastisch restaurant. We hebben heerlijk gegeten en gekletst en daarna ben ik gaan slapen. Ik werd fris wakker en kon twee dagen later de training alweer oppakken. Daar haal ik meer voldoening uit dan een avond op stap.” Meer lezen? Sifan Hassan: 'Ik ben geen superwoman' Eliud Kipchoge: 'Hardlopen is het beste medicijn dat er is' Anne Luijten: 'Je zou haast in magie geloven'

Overig

Wie is de grootste: Merckx of Pogacar?

Tadej Pogačar lijkt [...]
Tadej Pogačar lijkt geboren om records te breken. Op zijn 26ste rijdt de Sloveen alsof hij het wielrennen opnieuw wil uitvinden. Nog nooit was één renner zó compleet, zó hongerig, zó dominant. Wie hem ziet koersen, begrijpt waarom de vergelijking met Eddy Merckx niet meer te vermijden is. Afgelopen seizoen won hij Luik-Bastenaken-Luik, Strade Bianche, de Ronde van Vlaanderen, de Tour de France, het WK én het EK. De grote koersen die nog ontbreken op zijn palmares? Milaan-San Remo, Parijs-Roubaix en de Vuelta – en zelfs die lijken slechts een kwestie van tijd. Dit weekend staat de laatste klassieker van 2025 op het programma: de Ronde van Lombardije. Een goed moment om met onze analisten te kijken naar de vraag die steeds luider klinkt: wie is nu écht de grootste wielrenner aller tijden? Eddy Merckx of Tadej Pogačar? Dumoulin: “De Vuelta zal in de toekomst zeker een doel voor hem worden en ik vermoed dat hij die volgend jaar zal willen rijden. En hij heeft ook al geroken dat het mogelijk is om Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix te winnen.” Steeds vaker wordt hij vergeleken met Eddy Merckx, de succesvolste wielrenner aller tijden. Bijnaam: de Kannibaal, omdat hij in de jaren zestig en zeventig altijd en overal won. Kroon: “Het schijnt Merckxiaans te zijn wat Pogacar doet, maar ik heb dat tijdperk niet bewust meegemaakt. Wat ik wel weet is dat het in mijn tijd langer duurde voordat ronderenners tot volle wasdom kwamen. Pogacar won zijn eerste Tour op zijn 21ste. Evenpoel won de Vuelta op zijn 22ste. Afgelopen Giro werd Juan Ayuso op zijn 22ste al gebombardeerd tot favoriet. Pogacar werd in 2020 op zijn twintigste meteen al derde in de Vuelta, zijn eerste grote ronde. In mijn tijd was dat onmogelijk. Dat gebeurde gewoon niet.” Kroon, 49 inmiddels, was prof tussen 1999 en 2014. “Er is nu meer kennis over voeding, materiaal en trainingsschema’s, maar ik denk dat het grootste verschil is dat ze op een veel jongere leeftijd al professional zijn in hun hele doen en laten dan in onze tijd. Sommige renners leven vandaag de dag op hun veertiende professioneler voor het wielrennen dan ik op mijn 28ste.” [caption id="attachment_21734" align="alignnone" width="2560"] Pogacar viert zijn wereldtitel met vriendin Urška Žigart[/caption] Clement: “Als ik het sec bekijk, dan is Pogacar de beste wielrenner aller tijden. Je kunt hem met Eddy Merckx blijven vergelijken, maar dat heeft geen enkele zin. Het is nu een heel andere tijd. Je kunt Max Verstappen toch ook niet vergelijken met coureurs uit de jaren zestig en zeventig? Ja, Merckx heeft de meeste wedstrijden ooit gewonnen, maar er bestaat toch geen twijfel over wie van de twee de betere atleet is?” Pogacar kan nog jaren mee. Hij won afgelopen jaar voor de vierde keer de Tour. Jacques Anquetil, Merckx, Bernard Hinault en Miguel Indurain zijn recordhouders nadat de zeven Tourzeges van Lance Armstrong wegens doping werden weggestreept. Zij wonnen de Ronde van Frankrijk vijf keer. Een kwestie van tijd voordat Pogacar dat record in zijn eentje in handen heeft? Kroon: “Het is heel simpel: er gaat een keer een einde aan komen. Ook bij Pogacar. En met een beetje geluk of pech – net hoe je het wil zien - duurt het nog tien jaar.” Het laatste woord is aan de 42-jarige Clement, van 2003 tot en met 2018 prof. “Ik heb nooit met Evenepoel, Vingegaard, Van der Poel, Pogacar en Van Aert in één peloton gefietst, en ik ben toch echt nog niet zo lang geleden gestopt. Wat ik daarmee wil zeggen: het kan snel gaan. Nu is Pogacar de koning, maar de volgende superrenner kan zomaar opstaan. Pogacar heeft het wielrennen naar een nieuw level gebracht, hij is de beste ooit gezien zijn fysieke capaciteiten. Zoals ik denk dat Mathieu van der Poel de beste klassiekerrenner ooit is wat fysieke capaciteiten betreft. Dat doet niets af aan het palmares van Merckx en Jan Raas en noem die mannen maar op. Ze rijden nu zoveel harder, de concurrentie is zoveel groter en er wordt dus zoveel meer van een atleet gevraagd. De evolutie stopt vandaag niet.” Meer lezen? Thymen Arensman: Op zoek naar balans Jonas Vingegaard: 'Ik ben hongeriger dan ooit' Mathieu van der Poel: 'Ik voel me toch ook oud worden'

Atletiek

Jessica Schilder: ‘Kogelstoten is weer eens wat anders, hè’

Met Jessica Schilder (26) heeft Nederland een wereldtopper [...]
Met Jessica Schilder (26) heeft Nederland een wereldtopper in het kogelstoten. Bij de WK in Tokio (13 – 21 september) geldt ze als kanshebber voor een medaille. We spreken haar over valangst, haar lichaam, daten, tatoeages, Volendam en de droom om op een dag de kogel voorbij de magische grens van 21 meter te stoten. Mijn naam “Bij de achternaam Schilder denken mensen meteen aan Volendam. En ja, daar kom ik ook vandaan. Vaak krijg ik de vraag of ik familie ben van zanger Nick Schilder of zangeres Anny Schilder. Dat is niet het geval. Volendam is natuurlijk bekend om de muziek die ervandaan komt en van de sport, vooral voetbal en handbal zijn er populair. Toen ik op mijn zevende met vriendinnen begon met atletiek werd al snel duidelijk dat de werponderdelen mij het best lagen.” Lachend: “Mijn ouders zijn harstikke trots op me, hoor, zijn mijn grootste fans, maar ze hadden misschien in eerste instantie liever gezien dat ik de nieuwe Dafne Schippers zou worden. In Volendam word ik helemaal omarmd. Kogelstoten is weer eens wat anders, hè? Ik kom trouwens niet heel vaak meer in Volendam, woon voor mijn sport op Papendal. Ik vind het altijd heerlijk als ik weer in Volendam ben. Niet dat ik per se op De Dijk wil rondlopen, want ik ben nooit van het uitgaan geweest, maar ik mis soms wel mijn familie en vrienden. Als ik het Volendamse dialect hoor, denk ik: ik ben weer thuis.” Mijn sport “Toen ik het kogelstoten bij de Olympische Spelen van 2012 op tv zag, moest ik huilen. Ik wist ineens: daar wil ik op een dag staan. Ik vond kogelstoten niet alleen leuk, ik kon er ook mijn frustraties in kwijt. Als ik baalde van school, raakte ik mijn irritaties kwijt door de kogel zo ver mogelijk weg te stoten. Anderen gingen in de puberteit als uitlaatklep op boksen of kickboksen, ik pakte de kogel. En het was natuurlijk ook fijn om te merken dat ik van jongs af aan verder stootte dan de rest, dat motiveerde enorm. Op mijn dertiende werd ik in het Olympisch Stadion Nederlands jeugd- kampioen, maar ik ben wel een tijdje een buitenbeentje geweest binnen de atletiek. Veel kogelstoters waren er niet in Nederland. De sport heeft ook lang een bepaald imago gehad. Bij hardlopers als Femke Bol en Lieke Klaver zien mensen hun lichamen en ze snappen meteen dat er heel veel training aan te pas komt om er zo uit te zien en zo goed te zijn. Ik heb een heel ander lichaam dan de sprintsters, moest veel vaker uitleggen wat ik moest doen en laten voor m’n sport. Veel van de kogelstoters waren ook nog eens heel groot en fors. De laatste jaren draait het bij kogelstoten steeds meer om de combinatie van kracht en souplesse. Er is een generatie opgestaan van meiden die wel sterk zijn, maar niet dik.” Mijn lichaam “Vriendinnen voelen zich altijd een stuk veiliger als ik erbij ben. Als we de stad ingaan, hoor ik vaak: ‘Jessica gaat voorop.’ Ik ervaar af en toe dat mensen geïntimideerd door mij raken. Ik val natuurlijk op, ben gespierder dan de meeste vrouwen, volg voor een gedeelte ook het krachtprogramma van de gewichtheffers. Hier op Papendal merk ik geregeld dat ik sterker ben dan veel mannen. Ik doe veel squats tijdens de krachttraining, kan meer dan tweehonderd kilo squatten. Ik ben wel atletisch, maar heb geen Lieke Klaver-lichaam. Heel mooi vind ik al die spieren niet, ik kijk soms liever niet in de spiegel. Het is een soort spagaat waarin ik zit, want ik heb die spieren nodig als ik goed wil zijn in mijn sport en mee wil doen aan de Olympische Spelen. Mijn grote doel is de beste van de wereld worden. Dat betekent dat ik nog gespierder moet worden, want dat is nodig als ik verder wil stoten. Ik moet accepteren dat dit lichaam erbij hoort, dat is een proces. De afgelopen jaren ben ik er steeds meer aan gaan wennen. Bij aankomst in Xiamen, waar de eerste Diamond League van dit jaar was, bleek dat mijn koffer niet aan was gekomen. Ik had in mijn handbagage een reservetenue, maar dat was een veel strakker pakje dan ik normaal gesproken draag. Noodgedwongen droeg ik voor het eerst geen losse kleding tijdens een wedstrijd. Het zat me niet in de weg, ik won en verbeterde mijn Nederlands record tot 20,47 meter. Ik kreeg na afloop zoveel complimenten over mijn kleding. Ook collega-atleten zeiden dat het me heel goed stond. Als ik nu ook foto’s zie van mezelf in strakkere kleding, dan denk ik: dat staat me best goed.” Meer lezen Dafne Schippers: 'Het was een rollercoaster' Femke Bol: 'Ik wist niet dat ik zo hard kon'

Atletiek

Armand Duplantis legt de lat steeds hoger

Het is een beeld dat de atletiekwereld inmiddels [...]
Het is een beeld dat de atletiekwereld inmiddels kent: een doodstil stadion dat Armand Duplantis ogenschijnlijk moeiteloos over een nieuwe recordhoogte ziet zweven. Polsstokhoogspringen was lange tijd een niche binnen de atletiek, maar dankzij de Amerikaanse Zweed kijken er plots miljoenen mensen naar. Zijn optredens zijn evenementen op zich geworden waarbij de vraag elke keer is of hij nóg hoger kan. Tijd voor ons om eens in zijn leven te duiken. Van knutselwerk naar wereldrecord Armand ‘Mondo’ Duplantis werd geboren op 10 november 1999 en groeide op in een sportief gezin in de Amerikaanse stad Lafayette. Zijn vader was polsstokhoogspringer voor de Verenigde Staten en zijn moeder, die Zweeds is, speelde volleybal en is een voormalig meerkamp-atlete. Aan goede genen geen gebrek . In de achtertuin van het ouderlijk huis bouwde zijn vader een polsstokinstallatie waar Armand als kind urenlang oefende. Zijn carrière werd een ware familieaangelegenheid. Vader Greg, die nog steeds zijn coach is, gaf hem tips en moeder Helena coachte hem op het gebied van fitness en kracht. Daarnaast keek de jonge Duplantis uren naar zijn favoriete polsstokhoogspringer: Renaud Lavillenie. Hij sprong op zijn achtste al hoger dan veel tieners en brak op 15-jarige leeftijd al meerdere jeugdwereldrecords. Ondanks dat hij opgroeide in de Verenigde Staten koos hij ervoor om op het internationale podium voor Zweden uit te komen. De familie bracht de zomers door in het thuisland van zijn moeder en daar merkte hij hoe belangrijk atletiek voor het land is. [caption id="attachment_21638" align="alignnone" width="2560"] Armand Duplantis verbreekt het wereldrecord en wint goud op de Spelen in Parijs[/caption] Vooruitblik op het WK Op vijftienjarige leeftijd sprong hij al hoger dan de meeste senioren. En toen hij in 2020 als 20-jarige het wereldrecord brak, werd duidelijk dat hij een zeldzaam talent was. Records verbreken deed hij inmiddels al meer dan twaalf keer, vaak maar met één centimeter ten opzichte van zijn vorige wereldrecord. Niet gek als je bedenkt dat hij per wereldrecord een ‘wereldecordbonus’ krijgt die kan oplopen tot 100.000 dollar. Op 12 augustus verbeterde hij, tijdens de Diamond League wedstrijd in Boedapast, voor het laatst zijn wereldrecord van 6,28 naar 6,29 meter. Het WK atletiek 2025 belooft opnieuw een podium te worden voor Duplantis. De concurrentie is er, maar eerlijk is eerlijk: niemand lijkt in de buurt te komen van zijn niveau. De vraag is niet zozeer of hij wint, maar hoeveel risico hij durft te nemen. Gaat hij opnieuw proberen zijn eigen wereldrecord aan te scherpen? Meer lezen? Sifan Hassan: 'Ik ben geen Super Woman' Femke Bol: 'Ik wist niet eens dat ik zo hard kon' Tim Montgomery: 'Ik wilde maar één ding: dood'