Word abonnee
Meer

Overig

Dé sportmomenten van 2025: alles komt samen voor Joy Beune

Sinds Joy Beune overstapte naar Team IKO komt alles samen [...]
Sinds Joy Beune overstapte naar Team IKO komt alles samen voor de vrouw die van jongs af aan al werd bestempeld als supertalent. In 2024 werd ze wereldkampioen allround en ze pakte WK-goud op de 5000 meter en ploegenachtervolging. In 2025 ging ze door met winnen. Ze pakte in Hamar wereldtitels op de 1500 en 3000 meter én de ploegenachtervolging. Ook was er nog zilver bij de WK-allround, achter Antoinette Rijpma- de Jong. In het nieuwe seizoen lijkt Joy weer onverslaanbaar. Bij de wereldbekers is ze niet te kloppen. De vergelijkingen met een andere schaatsgrootheid zijn snel gemaakt... “Ireen was mijn grote voorbeeld toen ik jong was. Ze zei toen ik de overstap van de junioren naar de senioren maakte over mij iets als: ‘We kunnen allemaal wel inpakken, want er komt nu een groot talent aan...’ Het is niet zo dat de woorden van Ireen mij in de weg hebben gezeten, dat die voor te veel druk zorgden.” Lachend: “Laatst zei Ireen voor de grap: ‘Ik ben blij dat het wat langer heeft geduurd met jou, want daardoor kon ik gewoon nog mijn prijzen pakken." Als de WK afstanden van 2025 de generale repetitie was voor wat ons te wachten staat bij de Olympische Spelen in Milaan vanaf 6 februari, dan belooft dat nog wat. Kom maar op!

Zeilen

Dé sportmomenten van 2025: Afscheid Marit Bouwmeester

Marit Bouwmeester, de succesvolste zeilster ooit, nam [...]
Marit Bouwmeester, de succesvolste zeilster ooit, nam afscheid van de zeilsport.  De zeilster behoorde twintig jaar lang tot de top van de wereld. Ze won vier WK-titels, werd twee keer verkozen tot beste zeilster van het jaar (in 2017 en 2024) en won op vier achtereenvolgende Spelen medailles: zilver in Londen (2012), goud in Rio de Janeiro (2016), brons in Tokio (2021) en ze sloot af met goud in Parijs (2024). Op het olympisch zeilwater van Marseille was ze al voor de afsluitende medaillerace zeker van de winst. En dan te bedenken waar ze vandaan kwam: een week voor de Spelen stortte haar relatie in. Met gecombineerde tranen van geluk en verdriet kreeg ze haar gouden medaille omgereikt en luisterde ze naar het volkslied. Haar dochter Jessie Mae, die in april 2022 geboren werd, keek vrolijk toe. In november maakte Marit bekend definitief te stoppen. De ‘prijs van topsport’ die ze al die jaren heeft moeten betalen, werd haar te hoog. Haar dochtertje komt nu op de eerste plek. Maar van stilzitten kwam het nog niet: Marit lanceerde in het voorjaar al de Marit Bouwmeester Academy met als doel watersport toegankelijk te maken voor iedereen en bracht onlangs haar boek Winnen met je hoofd uit, in samenwerking met hoogleraar sportpsychologie Nico W. van Yperen.  

Schaatsen

Dé sportmomenten van 2025: Joep Wennemars pakt wereldtitel

Joep Wennemars pakte in maart 2025 de wereldtitel op de [...]
Joep Wennemars pakte in maart 2025 de wereldtitel op de 1000 meter en trad definitief uit de schaduw van zijn vader. “De mooiste dag uit mijn schaatscarrière,” zei Joep in Helden. “Tot nu toen dan, hè.” Joep kwam van ver. In september 2024 werd hij nog geopereerd aan een scheur in zijn meniscus. “Ik had het hele seizoen te veel problemen gehad om zelfs maar bezig te zijn met het winnen van de wereldtitel op de 1000 meter. Ik was al blij dat ik bij de NK voor het eerst dat seizoen een goede race had gereden, waardoor ik überhaupt naar Hamar mocht. Ik was eigenlijk al bezig met doelen die voorbij dat WK lagen. Het ging het hele seizoen niet als ik had gehoopt, maar ik wist dat als ik mijn niveau kon laten zien, ze toch rekening met me moesten houden. In Hamar voelde ik: shit hé, ik voel voor het eerst in maanden dat ik echt klaar om een goede wedstrijd te rijden. Ik vertelde niemand wat ik voelde, hield dat echt voor mezelf.” Joep slaagde erin om op het moment suprême een uitstekende rit te schaatsen. Zijn vriendin Suzanne Schulting - drievoudig olympisch kampioen shorttrack, tegenwoordig uitkomend op de langebaan - keek zenuwachtig toe vanaf de tribune. “Ik ben in tijden niet zo blij en emotioneel geweest door een overwinning,” zei ze in Helden. Joep en Suzanne schitteren op de cover van het eindejaarsnummer in Helden, waarin ze terugblikken op een bewogen periode en voor het eerst vertellen over hun overgeslagen vonk. Held van het Jaar 2025 2025 was een jaar vol nieuwe Helden, emotionele afscheidsmomenten en indrukwekkende verhalen van doorzetters die opstonden. De afgelopen elf maanden hebben Julie vol enthousiasme telkens weer jullie Held van de Maand gekozen: Angel Daleman, Jenning de Boo, Kimberley Bos, Virgil van Dijk, Daphne van Domselaar, Kees Smit, Thymen Arensman, Zoë Sedney, Jessica Schilder, Hetty van de Wouw en Femke Kok. Maar… we doen er nog een schepje bovenop! We hebben de lijst aangevuld met vijf wildcards: toppers die volgens ons absoluut niet mogen ontbreken: Mathieu van der Poel, Joy Beune, Joep Wennemars, Harrie Lavreysen en Femke Bol. Stem nu op jouw Held van het Jaar.

Wielrennen

Dé sportmomenten van 2025: De dubbelslag van Thymen Arensman

Nederland is een nieuwe Tourheld rijker. Thymen Arensman [...]
Nederland is een nieuwe Tourheld rijker. Thymen Arensman maakte zijn debuut in de Ronde van Frankrijk en won meteen twee bergetappes. De 25-jarige renner van INEOS Grenadiers pakte na een solo van maar liefst 37 kilometer in de Pyreneeën - van Pau naar Luchon-Superbagnères - de winst in etappe 14. Vijf dagen later werd zijn naam opnieuw gescandeerd door honderden uitzinnige wielerfans. 23 jaar na de heroïsche zege van Michael Boogerd op La Plagne (in 2002) klom Arensman solo, staand op de pedalen en vechtend tegen de opkomende kramp in zijn benen, richting de top van de verregende Alpencol. Titelverdediger Pogacar en uitdager Jonas Vingegaard zaten hem op de hielen. Thymen knokte voor elke meter en perste het allerlaatste restje energie uit zijn lichaam. Het was precies genoeg. Twee seconden voor de sprintende Vingegaard en Pogacar kwam hij over de streep. Hoofdschuddend en met de handen voor zijn gezicht. Maar hoe mooi zijn etappezeges ook waren, de beste Nederlandse klimmer van het peloton wil niets liever dan voor het klassement in de grote ronden blijven gaan. “Mijn drive is er niet minder om geworden,” zei hij in het eindejaarsnummer van Helden. Held van het Jaar 2025 2025 was een jaar vol nieuwe Helden, emotionele afscheidsmomenten en indrukwekkende verhalen van doorzetters die opstonden. De afgelopen elf maanden hebben Julie vol enthousiasme telkens weer jullie Held van de Maand gekozen: Angel Daleman, Jenning de Boo, Kimberley Bos, Virgil van Dijk, Daphne van Domselaar, Kees Smit, Thymen Arensman, Zoë Sedney, Jessica Schilder, Hetty van de Wouw en Femke Kok. Maar… we doen er nog een schepje bovenop! We hebben de lijst aangevuld met vijf wildcards: toppers die volgens ons absoluut niet mogen ontbreken: Mathieu van der Poel, Joy Beune, Joep Wennemars, Harrie Lavreysen en Femke Bol. Stem nu op jouw Held van het Jaar.

Tennis

Diede de Groot: ‘Nog steeds zit in m’n hoofd dat ik in Parijs gefaald heb’

Als winnen went, went niet meer winnen dan ook? Rolstoeltennisster Diede de Groot (28) won tot vorige zomer 145 wedstrijden op rij en heeft 23 Grand Slams op haar ere- lijst, en zelfs een Golden Slam: alle Grand Slam-toernooien én paralympisch goud in hetzelfde jaar. Dat is alleen Steffi Graf ook ooit gelukt. Aan de succesreeks kwam een einde in Parijs; geen tweede paralympisch goud in het enkelspel. Gevolg: een tranenzee van dagen en - dan alleen nog in kleine kring bekend - een operatie die haar van de constante pijn in haar heup moest afhelpen. “Die pijn was heftig, ja; vooral in rust. Begin augustus, richting de Spelen, had ik een aantal nachten met maar twee of zelfs één uur slaap en dan raak je oververmoeid en overprikkeld. Trainingen heb ik daardoor moeten overslaan en ook heb ik me tijdens een middagdutje weleens verslapen en daardoor m’n training gemist. In die tijd heb ik af en toe slaapmiddelen genomen. Toch was de halve finale in het enkelspel in Parijs mijn beste wedstrijd van dat seizoen. Qua tennis gaf dat veel vertrouwen voor de dubbelfinale een dag later met m’n vaste dubbelpartner Aniek van Koot en de enkelspelfinale de dag daar- na. Twijfel was er wel vanwege die heup. Maar hét probleem in de dubbelfinale werd mijn service. Die liep totaal niet waardoor ik dacht: kan ik dat nu ineens echt niet meer? Dat ging zo in m’n hoofd zitten dat ik me ook al zorgen ging maken over m’n enkelspelfinale de volgende dag. Dat ik steeds mijn servicegame verloor, zorgde voor nog meer druk; helemaal omdat onze Japanse tegenstanders, Yui Kamiji en Manami Tanaka, heel vast waren. Mijn service is m’n hele carrière al m’n wapen óf m’n grootste knelpunt. Technisch is ’ie goed, maar op spannende momenten kan ik gaan twijfelen. Dat gebeurde toen. We verloren, geen prolongatie van de paralympische dubbeltitel. De volgende dag zou Yui Kamiji weer mijn tegenstander zijn in de finale. Die was natuurlijk met een veel beter gevoel gaan slapen dan ik. Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Diede de Groot komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Wielrennen

Thymen Arensman – De balans gevonden

Met twee heroïsche overwinningen in het hooggebergte groeide [...]
Met twee heroïsche overwinningen in het hooggebergte groeide Thymen Arensman (25) afgelopen zomer in de Tour de France uit tot nationale wielerheld. Een jaar nadat hij het plezier in het fietsen had verloren, wierp zijn nieuwe aanpak z'n vruchten af. Maar hoe mooi zijn etappezeges ook waren, de beste Nederlandse klimmer van het peloton wil niets liever dan voor het klassement in de grote ronden blijven gaan. “Mijn drive is er niet minder om geworden.” Thymen Arensman Met bewondering en verbazing keek de lange tiener naar geletruidrager Geraint Thomas en diens concurrenten Tom Dumoulin en Romain Bardet terwijl ze voorbij stoven. Zo hard had hij renners nog nooit een berg op zien fietsen. Het was juli 2018 en Thymen Arensman stond op de flanken van Alpe d'Huez. Zoals elke zomer was hij met zijn familie op kampeervakantie in Frankrijk en dus mocht een bezoekje aan de Tour de France niet ontbreken. Vier weken voordat hij – achter de toen nog compleet onbekende Tadej Pogacar – tweede zou worden in de Ronde van de Toekomst (de Tour voor belofterenners onder 23 jaar) stond de achttienjarige prof in spé als toeschouwer langs de weg. Zeven jaar later wemelde het op La Plagne, die andere ‘Nederlandse berg’ met dank aan de heroïsche ritzege van Michael Boogerd in 2002, opnieuw van de uitzinnige wielerfans. Ditmaal was het Thymen wiens naam werd gescandeerd. Staand op de pedalen en vechtend tegen de opkomende kramp in zijn benen klom hij richting de top van de verregende Alpencol. Titelverdediger Pogacar en uitdager Jonas Vingegaard zaten hem op de hielen. Twaalf kilometer eerder op de klim was hij ervan doorgegaan. Na zijn eerste versnelling hadden de twee meervoudige Tourwinnaars hem nog teruggehaald, maar Thymen had het er niet bij laten zitten en trok opnieuw ten aanval. Wie weet zouden ze naar elkaar gaan kijken, dacht hij. Dat gebeurde en Thymen reed alleen weg, maar zijn voorsprong bedroeg nooit meer dan dertig seconden. Het verschil werd in de slotkilometer steeds kleiner. Thymen knokte voor elke meter en perste het allerlaatste restje energie uit zijn lichaam. Het was precies genoeg. Twee seconden voor de sprintende Vingegaard en Pogacar kwam hij over de streep. Hoofdschuddend en met de handen voor zijn gezicht. Vijf dagen na zijn eerste overwinning op Superbagnères – na een solo van 37 kilometer – boekte hij op La Plagne zijn tweede ritzege van de ronde. En dat als debutant. Nederland was een nieuwe Tourheld rijker. Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Thymen Arensman komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Schaatsen

Patrick Roest – Op zoek naar antwoorden

Patrick Roest (29) was jarenlang de Nederlandse [...]
Patrick Roest (29) was jarenlang de Nederlandse troef op de lange afstanden. Vorig jaar ging het mis. Ineens kwam de schaatser van Team Reggeborgh niet meer vooruit. In aanloop naar de Winterspelen in Milaan zoekt hij naar zijn ‘oude vorm’. Olympisch goud, de enige prijs die hij nog niet won, zit nog niet in zijn hoofd. Eerst wil hij dat oude gevoel en niveau terugvinden, verteld Roest in Helden Magazine nummer 79. Patrick Roest Vraag hem wat hij voelt als hij lekker zijn rondjes kan schaatsen en met een glinstering in zijn ogen antwoordt hij: “Vrijheid. Als het lekker gaat, dan hoef ik niet na te denken. Dan gaat schaatsen bijna als vanzelf. Dat geeft zo’n kick.” Patrick Roest is even stil, de glimlach verdwijnt en een diepe zucht volgt. “Maar als je dat gevoel ineens kwijt bent, zoals me vorig seizoen gebeurde, dan ga je juist heel erg nadenken. Ik miste dat oude gevoel vreselijk, was ernaar op zoek en kon het maar niet vinden. Wat ik ook deed.” Patrick heeft een stoppelbaard van een paar dagen, draagt zijn witte lange kousen over zijn Team Reggeborgh-trainingsbroek. Jarenlang was hij Nederlands troef op de middellange en lange afstand én de motor van het Nederlandse team op de ploegenachtervolging. Hij veroverde onder andere drie wereldtitels allround, vier keer goud bij de WK afstanden en zeven Europese titels, waarvan twee allround. Bij de Spelen van 2018 won hij zilver op de 1500 meter en brons op de ploegenachtervolging, bij de Spelen van 2022 was het zilver op de 5000 en 10.000 meter. [caption id="attachment_21802" align="aligncenter" width="1333"] Patrick Roest[/caption] Van het ene op het andere moment veranderde Patrick een jaar geleden in een vermoeide en gekooide tijger. In zijn ‘tweede huis’ Thialf gaat hij terug in de tijd. Patrick had keihard getraind in de zomer van 2024, hoopte weer een beetje beter te zijn geworden. Zo was het altijd gegaan. Maar tijdens testen en trainingswedstrijdjes bleek hij juist minder goed dan in de aanloop naar andere seizoenen. “Ik was steeds moe en lusteloos, moest mezelf ’s ochtends echt uit bed slepen en mezelf echt aanmoedigen om op de fiets te stappen voor de fietstraining. Ik dacht toen nog: mijn vorm komt vast wel als de wedstrijden beginnen.” De eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen was de drie kilometer bij de NK Clubs namens STV Lekstreek. Drie jaar op rij was hij de beste geweest, maar in oktober 2024 was Marcel Bosker sneller. “Ik kreeg de bevestiging waar ik al voor vreesde: het zat niet goed. Een rondje schaatsen leek veel meer energie te kosten dan normaal.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het interview met Patrick Roest komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Schaatsen

Suzanne Schulting en Joep Wennemars: ‘Wij zitten op dezelfde golflengte’

Joep Wennemars (23) pakte in maart 2025 de wereldtitel op de 1000 meter en trad definitief uit de schaduw van zijn vader. Drievoudig olympisch kampioene Suzanne Schulting (28) begon aan een nieuw hoofdstuk, maakte de switch van shorttrack naar langebaanschaatsen én werd meteen wereldkampioen op de teamsprint. Bovendien sloeg de vonk over tussen de ploeggenoten bij Team Essent. Ze kijken voor het eerst samen terug op een bewogen periode. “De mooiste dag uit mijn schaatscarrière,” zegt Joep Wennemars als hij terugdenkt aan 15 maart 2025, de dag waarop hij in Hamar goud won op de 1000 meter bij de WK afstanden. “Tot nu toe dan, hè,” haast hij erbij te zeggen. Hij reed een baanrecord in Noorwegen, moest daarna nog lang wachten, maar zag dat zijn concurrenten zich een voor een stukbeten op zijn tijd van 1.08,05. Toen de laatste rit was geweest stond zijn naam nog steeds bovenaan, gevolgd door die van Jenning de Boo en Jordan Stolz. Een explosie van geluk volgde, het ongeloof was van zijn gezicht te scheppen. “Ik had het hele seizoen te veel problemen gehad om zelfs maar bezig te zijn met het winnen van de wereldtitel op de 1000 meter. Ik was al blij dat ik bij de NK voor het eerst dat seizoen een goede race had gereden, waardoor ik überhaupt naar Hamar mocht. Eigenlijk was ik al bezig met doelen die voorbij dat WK lagen. Het ging het hele seizoen niet als ik had gehoopt, maar ik wist dat als ik mijn niveau kon laten zien, ze toch rekening met me moesten houden. In Hamar voelde ik: shit hé, ik voel voor het eerst in maanden dat ik echt klaar om een goede wedstrijd te rijden. Ik vertelde niemand wat ik voelde, hield dat echt voor mezelf.” Joep slaagde erin om op het moment suprême een uitstekende rit te schaatsen. “Meteen na afloop zei ik tegen mezelf: op deze race valt weinig aan te merken. Maar wat mijn tijd - weliswaar een baanrecord - waard was, wist ik niet. Aan de wereldtitel dacht ik geen moment. Ik was blij en opgelucht dat ik had laten zien: hé, ik ben er nog! Ik kon sowieso met opgeheven hoofd naar huis.” Suzanne Schulting zag de race van haar vriend vanaf de tribune, zat naast vader Erben en moeder Renate Wennemars en vrienden van Joep. Als er iemand weet wat winnen is, dan is het Suzanne, maar ze wist niet waar ze het zoeken moest. “Ik was megazenuwachtig. Vreselijk. Het was veel erger dan wanneer ik zelf voor een belangrijke race op het ijs stond. Dan heb je het zelf onder controle en nu moest ik toekijken en maar hopen dat het goed zou gaan. Dat ik zo zenuwachtig was, kwam ook doordat ik wist dat Joep in goeden doen was. Ik had heel sterk het gevoel van: het zou vandaag zomaar allemaal op z’n plek kunnen vallen.” Ze kijkt naar Joep en zegt: “Ik heb niet tegen jou gezegd dat dat door m’n hoofd spookte, maar voelde echt aan alles: er kan iets bijzonders gebeuren.” Joep: “Vanaf het middenterrein zag ik jongens die normaal gesproken altijd bij mij in de buurt zitten ineens een seconde of meer langzamer rijden dan ik. Toen realiseerde ik me: ik heb echt een heel goede tijd neergezet.” Suzanne: “We zagen dat jij vanaf het middenterrein de tribunes af aan het speuren was, maar je kon ons niet vinden. Ondertussen werden wij steeds enthousiaster toen de een na de ander niet aan jouw tijd kwam.” Joep: “Toen ze ook in de laatste rit niet aan mijn tijd kwamen, was mijn eerste gedachte: holy fuck! Het kwam doordat ik het hele seizoen zo had geworsteld zo onverwachts. Echt onwerkelijk.” Suzanne: “Ik had nooit verwacht dat ik voor iemand anders zo zenuwachtig, blij en emotioneel kon zijn. Jouw moeder zei tegen me na de laatste rit: ‘Ga gewoon naar hem toe!’ Ik heb een lange sprint van de tribune naar het middenterrein getrokken.” Suzanne sprong Joep om zijn nek. Joep: “Zoveel dingen kwamen ineens bij elkaar. Toen ik jou zag, dacht ik: fuck it, nu mag even alles.” Helden Magazine nummer 79 Het eerste deel van het verhaal over Suzanne Schulting en Joep Wennemars komt uit Helden Magazine nummer 79. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine. Ben je al abonnee? Het interview en de complete editie zijn ook online te lezen in de app Mijn Magazines. Lekker lezen op je telefoon op tablet.

Overig

Wie is de grootste: Merckx of Pogacar?

Tadej Pogačar lijkt [...]
Tadej Pogačar lijkt geboren om records te breken. Op zijn 26ste rijdt de Sloveen alsof hij het wielrennen opnieuw wil uitvinden. Nog nooit was één renner zó compleet, zó hongerig, zó dominant. Wie hem ziet koersen, begrijpt waarom de vergelijking met Eddy Merckx niet meer te vermijden is. Afgelopen seizoen won hij Luik-Bastenaken-Luik, Strade Bianche, de Ronde van Vlaanderen, de Tour de France, het WK én het EK. De grote koersen die nog ontbreken op zijn palmares? Milaan-San Remo, Parijs-Roubaix en de Vuelta – en zelfs die lijken slechts een kwestie van tijd. Dit weekend staat de laatste klassieker van 2025 op het programma: de Ronde van Lombardije. Een goed moment om met onze analisten te kijken naar de vraag die steeds luider klinkt: wie is nu écht de grootste wielrenner aller tijden? Eddy Merckx of Tadej Pogačar? Dumoulin: “De Vuelta zal in de toekomst zeker een doel voor hem worden en ik vermoed dat hij die volgend jaar zal willen rijden. En hij heeft ook al geroken dat het mogelijk is om Milaan-San Remo en Parijs-Roubaix te winnen.” Steeds vaker wordt hij vergeleken met Eddy Merckx, de succesvolste wielrenner aller tijden. Bijnaam: de Kannibaal, omdat hij in de jaren zestig en zeventig altijd en overal won. Kroon: “Het schijnt Merckxiaans te zijn wat Pogacar doet, maar ik heb dat tijdperk niet bewust meegemaakt. Wat ik wel weet is dat het in mijn tijd langer duurde voordat ronderenners tot volle wasdom kwamen. Pogacar won zijn eerste Tour op zijn 21ste. Evenpoel won de Vuelta op zijn 22ste. Afgelopen Giro werd Juan Ayuso op zijn 22ste al gebombardeerd tot favoriet. Pogacar werd in 2020 op zijn twintigste meteen al derde in de Vuelta, zijn eerste grote ronde. In mijn tijd was dat onmogelijk. Dat gebeurde gewoon niet.” Kroon, 49 inmiddels, was prof tussen 1999 en 2014. “Er is nu meer kennis over voeding, materiaal en trainingsschema’s, maar ik denk dat het grootste verschil is dat ze op een veel jongere leeftijd al professional zijn in hun hele doen en laten dan in onze tijd. Sommige renners leven vandaag de dag op hun veertiende professioneler voor het wielrennen dan ik op mijn 28ste.” [caption id="attachment_21734" align="alignnone" width="2560"] Pogacar viert zijn wereldtitel met vriendin Urška Žigart[/caption] Clement: “Als ik het sec bekijk, dan is Pogacar de beste wielrenner aller tijden. Je kunt hem met Eddy Merckx blijven vergelijken, maar dat heeft geen enkele zin. Het is nu een heel andere tijd. Je kunt Max Verstappen toch ook niet vergelijken met coureurs uit de jaren zestig en zeventig? Ja, Merckx heeft de meeste wedstrijden ooit gewonnen, maar er bestaat toch geen twijfel over wie van de twee de betere atleet is?” Pogacar kan nog jaren mee. Hij won afgelopen jaar voor de vierde keer de Tour. Jacques Anquetil, Merckx, Bernard Hinault en Miguel Indurain zijn recordhouders nadat de zeven Tourzeges van Lance Armstrong wegens doping werden weggestreept. Zij wonnen de Ronde van Frankrijk vijf keer. Een kwestie van tijd voordat Pogacar dat record in zijn eentje in handen heeft? Kroon: “Het is heel simpel: er gaat een keer een einde aan komen. Ook bij Pogacar. En met een beetje geluk of pech – net hoe je het wil zien - duurt het nog tien jaar.” Het laatste woord is aan de 42-jarige Clement, van 2003 tot en met 2018 prof. “Ik heb nooit met Evenepoel, Vingegaard, Van der Poel, Pogacar en Van Aert in één peloton gefietst, en ik ben toch echt nog niet zo lang geleden gestopt. Wat ik daarmee wil zeggen: het kan snel gaan. Nu is Pogacar de koning, maar de volgende superrenner kan zomaar opstaan. Pogacar heeft het wielrennen naar een nieuw level gebracht, hij is de beste ooit gezien zijn fysieke capaciteiten. Zoals ik denk dat Mathieu van der Poel de beste klassiekerrenner ooit is wat fysieke capaciteiten betreft. Dat doet niets af aan het palmares van Merckx en Jan Raas en noem die mannen maar op. Ze rijden nu zoveel harder, de concurrentie is zoveel groter en er wordt dus zoveel meer van een atleet gevraagd. De evolutie stopt vandaag niet.” Meer lezen? Thymen Arensman: Op zoek naar balans Jonas Vingegaard: 'Ik ben hongeriger dan ooit' Mathieu van der Poel: 'Ik voel me toch ook oud worden'

Wielrennen

Lorena Wiebes: ‘Ik moet soms ook een bitch zijn’

Ze is een van de snelste vrouwen ter wereld. Lorena Wiebes [...]
Ze is een van de snelste vrouwen ter wereld. Lorena Wiebes werd al twee keer Europees kampioen, dit weekend kan daar een derde titel bij komen. We gaan in terug in de tijd om Lorena, toen nog sprintster van Team DSM, een aantal stellingen voor te leggen.  Ik ben de snelste vrouw ter wereld “Ik ben vrij snel, maar de snelste... Dat ga ik niet over mezelf roepen, dat laat ik aan anderen. Dat explosieve zit al van jongs af aan in me. Ik heb toen ik klein was acrobatische gym gedaan, dat heeft erg geholpen bij de ontwikkeling van mijn spieren en dus mijn explosiviteit. Met de verschillende specialisten ben ik aan het kijken hoe ik me als sprintster nog kan verbeteren. Ik ben bezig met krachttraining, maar ik kan ook weer niet te veel aan de gewichten hangen. Dat finetunen van mij als sprintster doen we vooral in de wintermaanden, tijdens het seizoen is het vooral zaak om de dingen waaraan ik heb gewerkt, te onderhouden.” Je wint vaak als het op een sprint uitdraait. Merk je dat er anders naar je wordt gekeken? “Ja, dat merk ik wel. Ik merk dat er meer respect is voor me in het peloton. In mijn eerste jaren moest ik echt vechten voor mijn plekje, nu laten ze me er veel makkelijker tussen. Tege­lijkertijd merk ik natuurlijk dat ze me niet graag naar de streep willen rijden. In koersen met een vlakke aankomst hoeven we met Team DSM niet op veel steun van andere ploegen te reke­nen als er een kopgroep weg is die teruggepakt moet worden. Maar goed, ik ben niet de eerste die dat meemaakt. Marianne Vos heeft dat ook gehad.” Zij was jouw grote voorbeeld, toch? “Ja, maar ik denk dat Marianne het grote voorbeeld was van alle fietsende meisjes van mijn leeftijd. Natuurlijk was het in het begin best gek om tegen Marianne en alle grote rensters die ik alleen kende van tv te moeten rijden.” Hoe zou jij jezelf typeren als sprintster? “Ik ben redelijk allround. Mijn voorkeur heeft een korte sprint, maar als het uitdraait op een lange sprint, dan kan ik dat ook. Ik ben iemand die haar eigen weg kan vinden in een sprint, heb niet per se een lead­out nodig. Natuurlijk is het veel makke­lijker als een ploeggenoot voor me rijdt, me uit de wind houdt en de weg voor me uitstippelt voordat ik aan m’n sprint begin, maar ik raak niet in paniek als dat niet zo is. Verder ben ik een faire sprinter, ik zal niet snel een kwak uitdelen.” Hoe bereid jij je voor op een koers waarvan je weet dat die kan uitdraaien op een massasprint? “Ik schrijf voor elke vlakke koers de finale hele­maal uit. Ik weet welke bochten belangrijk zijn, op welke plek in het peloton ik moet zitten in de laatste kilometers. Van mijn ploeggenoten heb ik precies in m’n hoofd wat ze moeten doen. Ieder heeft haar eigen taak. Met de ploegleider spreek ik alles ook nog door. Ik ben ook iemand die het woord neemt in de bus voor een koers. Dat deed ik voorheen niet. Dat laten horen wat ik wil, is ook wat ik als leerpunt heb meegekregen van de ploeg. Ik probeer steeds meer de leiding te nemen voor en tijdens een koers die mij ligt. Ik merk: als ik weet wat ik wil, dan krijgen de andere meiden van de ploeg ook ver­trouwen. In het begin was het best raar om wat te verlangen van meiden die al veel langer meedraaien in het wielrennen. Nu weet ik dat als ik win ze net zo blij zijn als ik en dat zij graag een bijdrage leveren.” Neem ons eens mee in een massasprint. “Het is zaak om scherp en rustig te blijven in de chaos. Ik let heel goed op, kijk heel goed om me heen. Ik ben voortdurend de steeds veranderende situatie in me op aan het nemen, zie alles. Goed zicht is dus heel belangrijk in een massasprint. Als ik niet in de goede positie zit, kijk ik heel goed of ik nog een gaatje zie waar ik in kan duiken. Dat zijn beslissingen die je in een split second moet nemen. En ja, dat is niet altijd zonder gevaar, maar ik doe het zonder erbij na te denken. Pas na de finish denk ik weleens: ik kwam wel heel dicht bij de hekken. Het lijkt alsof ik een knopje heb die ik om kan zetten in de laatste kilometers waardoor ik niets meer voel. Soms doen we nog een paar plaatselijke rondes. Een kort klimmetje dat een ronde eerder nog pijn deed, voel ik ineens niet meer in m’n benen als we op de meet afrijden. Het is me ook weleens gelukt om een sprint te winnen, terwijl ik kramp in mijn benen had. Op een of andere manier ga ik door de pijngrens heen als de finish in zicht is. Alsof ik immuun voor pijn ben. Maar na de finish voel ik de pijn in één klap, ben ik helemaal naar de klote.” Ook naast de fiets ben ik een vaatje buskruit “Nou, nee... Ik ben naast de fiets veel stiller, kijk eerst vaak de kat uit de boom voordat ik me ergens op m’n gemak voel. Van sprinters bestaat vaak het beeld dat het extraverte types zijn, dat ben ik niet. Op de fiets zeg ik wel waar het op staat. Ik moet mijn ploeggenoten ook hard toe kunnen spreken. Op die momenten zijn wij soms even geen vriendin­nen. Dat moet gewoon kunnen. Ik moet op de fiets soms ook een bitch zijn. Er zit natuurlijk wel een grens aan wat en wanneer je iets roept. In een volle finale kan ik geprikkeld reageren. Maar dat doe ik niet als we halverwege de koers zijn, hoor.” Van sprinters bestaat vaak het beeld dat het egocentrische types zijn. “Bij de mannen merk je ook wel echt een verschil tussen de sprinters en de overige renners. Bij de vrouwelijke sprinters is dat voor mijn gevoel minder. Je ziet die mannelijke sprinters ook altijd in de weer met kleding, ze zijn een beetje de patsers van het peloton. Maar goed, ik vind het ook belangrijk om goed gesoigneerd op de fiets te zitten. En ik houd ook wel van mooie dingen kopen. Met mijn geld heb ik ook de auto waarin ik nu rij, een Audi, gekocht. Ik geef ook wel toe dat ik bij het kopen van spullen naar het merk kijk. Stiekem kijk ik al naar een mooiere, duurdere Audi. Naast de fiets treed ik dus wat minder snel op de voorgrond, maar dat neemt niet weg dat ik soms pittig kan reageren en ook echt wel een mening heb. Ik laat me de kaas ook in het dagelijks leven niet van het brood eten.” Ik ben ook weleens bang op de fiets “In de sprint nooit. Maar er zijn momenten in de koers, vooral tijdens een afdaling, dat ik denk: dit is wel even een spannen­de situatie. Ik ben dan vooral bang omdat ik niet weet wat de rensters om mij heen op dat moment doen. Tijdens een massasprint lukt het mij om die gevoelens uit te schakelen. Neemt niet weg dat ik me realiseer dat het ook fout kan gaan. Zeker na de crash in de Ronde van Polen met Dylan Groenewegen en Fabio Jakobsen, twee jaar geleden, werd ik erg geconfronteerd met de risico’s. Dan zit wel even in je hoofd: zoals met Fabio kan het ook aflopen. Ik heb ook weleens momenten gehad dat ik de hekken in werd gereden, dat het niet veel scheelde of ik had ook een vreselijke klapper op m’n gezicht gemaakt...” Zijn je ouders vaak bezorgd? “Mijn moeder kijkt niet naar de laatste drie kilometer. Met de Simac Tour ben ik vorig jaar flink gevallen. Tijdens die etappekoers waren mijn ouders door Nederland aan het toeren met de camper. Ze stonden op de camping vlak bij de finish, hadden niet gezien dat er een grote valpartij was op vier kilo­meter van de streep. Ik was de eerste die viel, kreeg het halve peloton over me heen. De renners kwamen over de finish en ik was niet te zien. Mijn moeder is me tegemoet gaan lopen, wist dat het foute boel was. Ik kwam mijn moeder uiteindelijk tegen toen ik weer op de fiets zat, lag helemaal open. Ik ben nog gefinisht, maar daarna moest ik naar het ziekenhuis en moest ik afstappen. Gelukkig had ik niets gebroken.” Je denkt na zo’n crash niet: de volgende keer doe ik even rustig aan. “De eerste keer dat je weer op de fiets zit, ben je in het begin wel even wat banger om te vallen. Maar in de sprint lukt het me toch steeds weer om het knopje om te zetten. Na de val in de Simac Tour kon ik een maand niet fietsen door een hersenschudding. Dat is anders dan wat Fabio heeft meegemaakt, dat was next level. Als je zo’n val als Fabio meemaakt, kan ik me voorstellen dat het wel even duurt voor­ dat je weer vol vertrouwen durft te sprinten.” Je hebt dus wel al de nodige littekens. “Die heeft elke wielrenner. Ik zit ondertussen aardig vol met littekens, hoop altijd maar dat mijn tatoeages op mijn beide armen gespaard blijven. Tot nu toe is dat het geval geweest.” Ik wil net als mijn grote voorbeeld Marianne Vos ook olympisch kampioen op de baan worden “Ik heb baanambities, ja. Marianne kon in 2008 het fietsen op de baan, het veldrijden en het fietsen op de weg nog combineren. Ik weet niet in hoeverre dat in deze tijd nog mogelijk is. Binnen­kort ga ik het er ook met de ploeg over hebben wat mogelijk is. Ik heb een contract bij Team DSM omdat ik wegrenster ben. Het kan dus niet zo zijn dat mijn wegprogramma te lijden gaat krijgen onder mijn baanambities. De weg blijft ook absoluut op de eerste plaats staan, maar wie weet is het mogelijk om een uitstap naar de baan in te passen. Ik zou me op de baan willen richten op het omnium en wellicht de koppelkoers.” Helden Magazine Wil je geen geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.