Word abonnee
Meer

Honkbal

Duivelse dilemma’s – Kalian Sams

Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Basketbal

LeBron James – Familie man

LeBron James vierde op 30 december zijn veertigste verjaardag. Al zijn wensen als basketballer zijn uitgekomen. Hij won titels, brak records én speelde dit seizoen wedstrijden voor de LA Lakers met zijn twintigjarige zoon Bronny. Uniek in de NBA-historie. Hij kan met een gerust hart aan zijn pensioen gaan denken. Zou je denken. Tijd voor een familieportret in Helden Magazine nummer 75. LeBron James ‘Iedereen heeft medelijden met de zwakken, jaloezie moet je verdienen.’ Het is een van de oneliners die LeBron James in zijn telefoon heeft opgeslagen. Geregeld herhaalde hij de quote van acteur Arnold Schwarzenegger als zijn oudste zoon Bronny het even niet zag zitten op momenten dat hij alle schijnwerpers weer eens op zich gericht wist. Altijd was er de vraag: is hij goed genoeg om zelf naam te maken of heeft hij alle aandacht en miljoenencontracten te danken aan het feit dat zijn vader de beroemdste en volgens velen beste basketballer ooit is? Op 22 oktober 2024 gaf LeBron zijn zoon, die zeventien dagen eerder twintig was geworden, een peptalk op de bank. “Probeer zonder zorgen te spelen. Wees niet bang voor fouten. Doe gewoon je best,” vertelde hij tegen zijn zoon. Daarna stonden ze samen op, gejuich klonk in het Staples Center. Opnieuw waren de fans van de Los Angeles Lakers getuige van een historisch moment. Tijdens de eerste thuiswedstrijd van het seizoen, tegen Minnesota Timberwolves, stapten LeBron en Bronny met vier minuten te gaan in het tweede kwart samen het veld in. Ze waren de eerste vader en zoon die samen een officiële NBA-wedstrijd speelden. Daarmee kwam niet alleen de droom van Bronny uit, maar ook die van zijn negentien jaar oudere vader. LeBron: “Het moment waarop Bronny en ik samen het veld instapten is iets wat ik nooit zal vergeten. Het maakt niet uit hoe oud ik word en hoe erg mijn herinneringen zullen vervagen, dit zal ik altijd met me mee blijven dragen.” [caption id="attachment_20745" align="aligncenter" width="2560"] Bronny en LeBron James[/caption] LeBron won tijdens zijn loopbaan alles wat er te winnen viel, maar samen met zijn zoon spelen was iets waar hij hardop van droomde. “Ik heb het hier jaren over gehad en dat het nu zover is gekomen, is pretty cool en crazy. We hadden ook nog werk te doen toen we het veld instapten. We wilden er geen circus van maken, wilden niet dat het allemaal om ons zou draaien,” vertelde LeBron. Dat mislukte, want het nieuws ging razendsnel de wereld over. LeBron: 'Dat moment waarop Bronny en ik samen het veld instapten zal ik nooit vergeten. Ik heb het hier jaren over gehad en dat het nu zover is gekomen, is pretty cool en crazy. Op de tribune zaten Ken Griffey senior en Ken Griffey junior. Zij waren het eerste vader-en-zoon-duo in de Major League, honkbalden in 1990 en 1991 in totaal 51 wedstrijden samen voor de Seattle Mariners. Op 14 september 1990 sloegen ze zelfs een homerun in dezelfde wedstrijd. Bronny en LeBron stonden een kleine twee minuten samen in het veld. Bronny pakte een aanvallende rebound, miste een tip-in en zijn driepuntspoging ging mis. Toen hij terugkeerde naar de bank kreeg hij opnieuw een staande ovatie. Binnen de lijnen kwam hij daarna niet meer. De Lakers wonnen met 110-103. Bij het verlaten van de arena was er een knuffel van Savannah James voor haar echtgenoot en haar oudste zoon. Ook broer Bryce Maximus, drie jaar jonger dan LeBron ‘Bronny’ James junior, en zusje Zhuri Nova, die haar tiende verjaardag vierde op de dag dat haar broer debuteerde in de NBA, waren van de partij. Bronny: “Ik heb geprobeerd om me niet van de wijs te laten brengen door alles wat zich om mij heen afspeelde en het niet te verpesten.” De Uitverkorene LeBron was zeventien toen het toonaangevende sporttijdschrift Sports Illustrated hem op de cover knalde met daarbij in koeienletters ‘The Chosen One’. Het hele land was in 2002 in de ban van ‘De Uitverkorene’, die uitkwam voor St. Vincent-St.Mary High en overigens ook een talentvolle wide receiver was van het American footballteam van zijn school. De basketbalwedstrijden van het highschoolteam uit Akron, Ohio, waren een bezienswaardigheid waar beroemdheden op afkwamen. Een scheidsrechter werd geschorst omdat hij na een wedstrijd met LeBron op de foto ging. Er werd een dubbelganger geregeld, zodat LeBron via de achterdeur school of de training kon verlaten. LeBron en zijn ploeggenoten reisden per privéjet naar uitwedstrijden, verbleven in dure hotels en de leiding van St. Vincent-St. Mary High eiste een vergoeding van 15.000 dollar per uitduel, omdat zij immers met LeBron geld in het laatje brachten. Sportzender ESPN nam de omstreden beslissing een belangrijke wedstrijd van LeBron live uit te zenden op prime time. Dat een highschoolteam die eer kreeg was uniek. Er zaten 12.000 toeschouwers op de tribune om de speler met een armbandje met daarop ‘The Chosen One’ aan het werk te zien. En de vooraanstaande sportverslaggever Dick Vitale zei na afloop over LeBron: “He is the truth, the whole truth and nothing but the truth.” ‘De Uitverkorene’ bekende dat hij geregeld een jointje rookte om te ontsnappen aan alle aandacht en druk die hij als tiener op zijn schouders voelde. Er werd gedreigd met schorsingen toen LeBron voor zijn achttiende verjaardag een Hummer cadeau kreeg van zijn moeder. Die een lening had afgesloten om de auto te kunnen betalen. Ook nam hij twee sportshirts ter waarde van ruim achthonderd dollar aan in ruil voor een fotoshoot. In Amerika mogen amateursporters geen cadeaus ontvangen die een waarde van meer dan honderd dollar vertegenwoordigen. Het liep allemaal met een sisser af. LeBron besloot college over te slaan en zich meteen na highschool in te schrijven voor de jaarlijkse NBA-draft. In 2003 werd hij als eerste gekozen uit de vijver vol talenten door Cleveland Cavaliers. De ploeg uit de stad die op een steenworp afstand lag van zijn geboorteplaats Akron. En al jaren een laagvlieger was in de NBA. Nike was er als de kippen bij om LeBron op zijn achttiende een sponsordeal van negentig miljoen dollar voor te schotelen. Ook andere merken stonden in de rij om hem binnen te hengelen. Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het familieportret van LeBron James komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach.
LeBron James vierde op 30 december zijn veertigste verjaardag. Al zijn wensen als basketballer zijn uitgekomen. Hij won titels, brak records én speelde dit seizoen wedstrijden voor de LA Lakers met zijn twintigjarige zoon Bronny. Uniek in de NBA-historie. Hij kan met een gerust hart aan zijn pensioen gaan denken. Zou je denken. Tijd voor een familieportret in Helden Magazine nummer 75. LeBron James ‘Iedereen heeft medelijden met de zwakken, jaloezie moet je verdienen.’ Het is een van de oneliners die LeBron James in zijn telefoon heeft opgeslagen. Geregeld herhaalde hij de quote van acteur Arnold Schwarzenegger als zijn oudste zoon Bronny het even niet zag zitten op momenten dat hij alle schijnwerpers weer eens op zich gericht wist. Altijd was er de vraag: is hij goed genoeg om zelf naam te maken of heeft hij alle aandacht en miljoenencontracten te danken aan het feit dat zijn vader de beroemdste en volgens velen beste basketballer ooit is? Op 22 oktober 2024 gaf LeBron zijn zoon, die zeventien dagen eerder twintig was geworden, een peptalk op de bank. “Probeer zonder zorgen te spelen. Wees niet bang voor fouten. Doe gewoon je best,” vertelde hij tegen zijn zoon. Daarna stonden ze samen op, gejuich klonk in het Staples Center. Opnieuw waren de fans van de Los Angeles Lakers getuige van een historisch moment. Tijdens de eerste thuiswedstrijd van het seizoen, tegen Minnesota Timberwolves, stapten LeBron en Bronny met vier minuten te gaan in het tweede kwart samen het veld in. Ze waren de eerste vader en zoon die samen een officiële NBA-wedstrijd speelden. Daarmee kwam niet alleen de droom van Bronny uit, maar ook die van zijn negentien jaar oudere vader. LeBron: “Het moment waarop Bronny en ik samen het veld instapten is iets wat ik nooit zal vergeten. Het maakt niet uit hoe oud ik word en hoe erg mijn herinneringen zullen vervagen, dit zal ik altijd met me mee blijven dragen.” [caption id="attachment_20745" align="aligncenter" width="2560"] Bronny en LeBron James[/caption] LeBron won tijdens zijn loopbaan alles wat er te winnen viel, maar samen met zijn zoon spelen was iets waar hij hardop van droomde. “Ik heb het hier jaren over gehad en dat het nu zover is gekomen, is pretty cool en crazy. We hadden ook nog werk te doen toen we het veld instapten. We wilden er geen circus van maken, wilden niet dat het allemaal om ons zou draaien,” vertelde LeBron. Dat mislukte, want het nieuws ging razendsnel de wereld over. LeBron: 'Dat moment waarop Bronny en ik samen het veld instapten zal ik nooit vergeten. Ik heb het hier jaren over gehad en dat het nu zover is gekomen, is pretty cool en crazy. Op de tribune zaten Ken Griffey senior en Ken Griffey junior. Zij waren het eerste vader-en-zoon-duo in de Major League, honkbalden in 1990 en 1991 in totaal 51 wedstrijden samen voor de Seattle Mariners. Op 14 september 1990 sloegen ze zelfs een homerun in dezelfde wedstrijd. Bronny en LeBron stonden een kleine twee minuten samen in het veld. Bronny pakte een aanvallende rebound, miste een tip-in en zijn driepuntspoging ging mis. Toen hij terugkeerde naar de bank kreeg hij opnieuw een staande ovatie. Binnen de lijnen kwam hij daarna niet meer. De Lakers wonnen met 110-103. Bij het verlaten van de arena was er een knuffel van Savannah James voor haar echtgenoot en haar oudste zoon. Ook broer Bryce Maximus, drie jaar jonger dan LeBron ‘Bronny’ James junior, en zusje Zhuri Nova, die haar tiende verjaardag vierde op de dag dat haar broer debuteerde in de NBA, waren van de partij. Bronny: “Ik heb geprobeerd om me niet van de wijs te laten brengen door alles wat zich om mij heen afspeelde en het niet te verpesten.” De Uitverkorene LeBron was zeventien toen het toonaangevende sporttijdschrift Sports Illustrated hem op de cover knalde met daarbij in koeienletters ‘The Chosen One’. Het hele land was in 2002 in de ban van ‘De Uitverkorene’, die uitkwam voor St. Vincent-St.Mary High en overigens ook een talentvolle wide receiver was van het American footballteam van zijn school. De basketbalwedstrijden van het highschoolteam uit Akron, Ohio, waren een bezienswaardigheid waar beroemdheden op afkwamen. Een scheidsrechter werd geschorst omdat hij na een wedstrijd met LeBron op de foto ging. Er werd een dubbelganger geregeld, zodat LeBron via de achterdeur school of de training kon verlaten. LeBron en zijn ploeggenoten reisden per privéjet naar uitwedstrijden, verbleven in dure hotels en de leiding van St. Vincent-St. Mary High eiste een vergoeding van 15.000 dollar per uitduel, omdat zij immers met LeBron geld in het laatje brachten. Sportzender ESPN nam de omstreden beslissing een belangrijke wedstrijd van LeBron live uit te zenden op prime time. Dat een highschoolteam die eer kreeg was uniek. Er zaten 12.000 toeschouwers op de tribune om de speler met een armbandje met daarop ‘The Chosen One’ aan het werk te zien. En de vooraanstaande sportverslaggever Dick Vitale zei na afloop over LeBron: “He is the truth, the whole truth and nothing but the truth.” ‘De Uitverkorene’ bekende dat hij geregeld een jointje rookte om te ontsnappen aan alle aandacht en druk die hij als tiener op zijn schouders voelde. Er werd gedreigd met schorsingen toen LeBron voor zijn achttiende verjaardag een Hummer cadeau kreeg van zijn moeder. Die een lening had afgesloten om de auto te kunnen betalen. Ook nam hij twee sportshirts ter waarde van ruim achthonderd dollar aan in ruil voor een fotoshoot. In Amerika mogen amateursporters geen cadeaus ontvangen die een waarde van meer dan honderd dollar vertegenwoordigen. Het liep allemaal met een sisser af. LeBron besloot college over te slaan en zich meteen na highschool in te schrijven voor de jaarlijkse NBA-draft. In 2003 werd hij als eerste gekozen uit de vijver vol talenten door Cleveland Cavaliers. De ploeg uit de stad die op een steenworp afstand lag van zijn geboorteplaats Akron. En al jaren een laagvlieger was in de NBA. Nike was er als de kippen bij om LeBron op zijn achttiende een sponsordeal van negentig miljoen dollar voor te schotelen. Ook andere merken stonden in de rij om hem binnen te hengelen. Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het familieportret van LeBron James komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach.

Basketbal

Worthy de Jong: ‘Ik heb mezelf uitgevonden’

Hij is verantwoordelijk voor misschien wel het mooiste sportmoment van 2024. In de extra tijd van de finale tegen thuisland Frankrijk schoot Worthy de Jong (36) de Nederlandse 3x3-basketballers naar de olympische titel. Victoria Koblenko ging voor het dubbeldikke jubileumnummer langs bij de man van ‘Het Gouden Schot’. Worthy de Jong Je vader was een basketballer in Suriname en vernoemde jou naar de bekende NBA-speler James Worthy. Welke rol speelde je vader in de keuze om te gaan basketballen? “Ik ben geboren in Suriname, toen ik twee was, gingen we met het gezin naar Nederland. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zeven was. Mijn band met mijn vader veranderde daarna. Hij haalde me soms op, we basketbalden dan af en toe ook samen. Mijn vader was er eigenlijk meer een voorstander van dat ik ging voetballen, maar ik koos op m’n elfde voor basketbal en wilde natuurlijk beter worden dan mijn vader. Hij bracht me naar een net opgerichte club in Amsterdam-Zuidoost. Ik basketbalde vooral voor m’n plezier op dat moment, speelde ook geen competitie. Pas twee jaar later konden we ons als team inschrijven en competitie spelen. Toen werd ik echt verliefd.” Wat voor jongen was jij in die tijd? “Ik was geen straatjongen, geen hangjongere, speelde tot mijn achttiende nog verstoppertje. Ik was actief en atletisch, maar ook een lolbroek. Wat school betreft: ik lette niet altijd op, maar ben ook nooit blijven zitten. En wat mijn sport betreft: ik speelde eerst op pleintjes, vooral voor de lol, en moest bij de club ineens binnen structuren leren functioneren. Dat was wennen.” [caption id="attachment_20589" align="aligncenter" width="1707"] Worthy de Jong[/caption] Hoe liep het af met school? “Met minimale inspanning, omdat ik basketbal prioriteit gaf, heb ik het mbo-diploma retail gehaald. Ik bedacht: ik moet in elk geval een diploma halen voordat ik naar Amerika ga. Het is altijd mijn droom geweest om daarheen te gaan.” Hoe jaagde je die droom na als tiener? “Er waren heel veel obstakels. Om voet tussen de deur te krijgen in Amerika moest ik eerst mijn diploma’s laten vertalen. Het kostte allemaal veel geld om mijn basketbaldroom na te jagen. Mijn moeder heeft mij heel erg gesponsord. Ze zag er niet veel in, maar ik was enig kind en ze bracht dagelijks offers voor mijn droom. Ze heeft veel baantjes gehad, maakte onder meer huizen schoon. Soms moest ik mee om haar te helpen om nieuwe basketbalschoenen te kunnen bekostigen. Al die sportlessen, een busabonnement om naar school te gaan; mijn moeder heeft keihard gewerkt om het voor mij allemaal voor elkaar te krijgen.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Worthy de Jong is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Hij is verantwoordelijk voor misschien wel het mooiste sportmoment van 2024. In de extra tijd van de finale tegen thuisland Frankrijk schoot Worthy de Jong (36) de Nederlandse 3x3-basketballers naar de olympische titel. Victoria Koblenko ging voor het dubbeldikke jubileumnummer langs bij de man van ‘Het Gouden Schot’. Worthy de Jong Je vader was een basketballer in Suriname en vernoemde jou naar de bekende NBA-speler James Worthy. Welke rol speelde je vader in de keuze om te gaan basketballen? “Ik ben geboren in Suriname, toen ik twee was, gingen we met het gezin naar Nederland. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zeven was. Mijn band met mijn vader veranderde daarna. Hij haalde me soms op, we basketbalden dan af en toe ook samen. Mijn vader was er eigenlijk meer een voorstander van dat ik ging voetballen, maar ik koos op m’n elfde voor basketbal en wilde natuurlijk beter worden dan mijn vader. Hij bracht me naar een net opgerichte club in Amsterdam-Zuidoost. Ik basketbalde vooral voor m’n plezier op dat moment, speelde ook geen competitie. Pas twee jaar later konden we ons als team inschrijven en competitie spelen. Toen werd ik echt verliefd.” Wat voor jongen was jij in die tijd? “Ik was geen straatjongen, geen hangjongere, speelde tot mijn achttiende nog verstoppertje. Ik was actief en atletisch, maar ook een lolbroek. Wat school betreft: ik lette niet altijd op, maar ben ook nooit blijven zitten. En wat mijn sport betreft: ik speelde eerst op pleintjes, vooral voor de lol, en moest bij de club ineens binnen structuren leren functioneren. Dat was wennen.” [caption id="attachment_20589" align="aligncenter" width="1707"] Worthy de Jong[/caption] Hoe liep het af met school? “Met minimale inspanning, omdat ik basketbal prioriteit gaf, heb ik het mbo-diploma retail gehaald. Ik bedacht: ik moet in elk geval een diploma halen voordat ik naar Amerika ga. Het is altijd mijn droom geweest om daarheen te gaan.” Hoe jaagde je die droom na als tiener? “Er waren heel veel obstakels. Om voet tussen de deur te krijgen in Amerika moest ik eerst mijn diploma’s laten vertalen. Het kostte allemaal veel geld om mijn basketbaldroom na te jagen. Mijn moeder heeft mij heel erg gesponsord. Ze zag er niet veel in, maar ik was enig kind en ze bracht dagelijks offers voor mijn droom. Ze heeft veel baantjes gehad, maakte onder meer huizen schoon. Soms moest ik mee om haar te helpen om nieuwe basketbalschoenen te kunnen bekostigen. Al die sportlessen, een busabonnement om naar school te gaan; mijn moeder heeft keihard gewerkt om het voor mij allemaal voor elkaar te krijgen.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Worthy de Jong is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Shorttrackster Selma Poutsma wil ook een topper op de langebaan worden en vertelt dingen die je nog niet van haar wist. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Basketbal

Dinja en Joeri van Liere: Wereldveroveraars

Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
Dinja en Joeri van Liere Dinja en Joeri van Liere zijn een uniek duo. Dinja (33) deed als amazone mee aan de Olympische Spelen in Parijs, broer Joeri (38) maakt zich op voor de Paralympische Spelen als rolstoelbasketballer. Twee gezinsleden die in dezelfde maand deelnemen aan de Spelen; historie hebben ze sowieso al geschreven. Bij het domein van zijn zus, de stal in Uden, speelt Joeri met de honden, die de basketbal net zo interessant vinden als hij. “Het is heel mooi hier.” Hij kijkt naar ‘de bak’ waarin zus Dinja rijdt. Verderop in de wei staan de paarden. Dinja en Joeri groeiden samen met hun broer Twan op in het Zeeuwse Kapellen, waar Joeri nog altijd woont. De broers raakten in de ban van motorcross. “Ik croste al op mijn vierde, we waren elk weekend onderweg voor races. Jij was een crossmeisje, ging altijd mee toen je klein was, maar speelde dan met vriendinnetjes in de blubber en het zand.” Dinja: “Jullie toerden door Nederland, gingen zelfs naar Tsjechië voor het jeugd-EK. Ik vond het leuk, maakte veel mee.” Joeri: “We verbleven vaak op een camping. Elke maandag op school had ik een nieuw verhaal te vertellen, leuker dan dat van klasgenootjes.” Dinja: “Ik zat ook niet op dezelfde golflengte als mijn klasgenootjes.” Flits en surprise Waar haar broers in de ban waren van motorcrossen, werd Dinja al op jonge leeftijd verliefd op paarden. De sponsor van Joeri en Twan had dochters die paarden hadden. “Ik wilde nergens anders meer heen dan naar die paarden. Daarna kreeg ik van mijn opa mijn eerste pony: Flits, een springpony. Ik kreeg hetzelfde leven als mijn broers, maar dan in een andere wereld. Opa bracht Flits en mij overal naartoe. Het gaf me een gevoel van vrijheid, ik was niet aan één plek gehecht.” Lachend: “Het was het tegenovergestelde van een burgerlijk bestaan.” Na Flits kwam Surprise, ook een springpony. “Over hem had ik niks te vertellen, die ging gewoon stilstaan midden in het parcours. Mij werd geadviseerd om dressuur te gaan doen, zodat ik meer controle over de pony zou krijgen. Zo is het begonnen. Het mooie aan dressuur is dat als je een paard, dat iets minder kwaliteit heeft, netjes africht en er goed mee oefent, je heel veel ver kunt komen. Bij het springen ben je afhankelijk van een paard dat de kwaliteit heeft hoog te springen.” Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Dinja en Joeri van Liere komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker.  Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Zaalvoetbal

Heldenpraat met Saïd Bouzambou

Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.
Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Autosport

De vijf gezichten van Tom Coronel

Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Basketbal

Bo Kramer: ‘Rolmodel’

Bo Kramer (24) is een van de sterren van de Nederlandse rolstoelbasketbalvrouwen. De ploeg heeft de afgelopen jaren alles gewonnen wat er te winnen valt. In aanloop naar de European Para Championships in Rotterdam doet Bo haar verhaal. “Bij het WK in Dubai klonk vooraf al: Nederland zal wel winnen. We weten dat we heel goed zijn, maar het is telkens weer vet als het we het gewoon flikken. Met het winnen van de wereldtitel blijven we alle grote titels in handen houden: de paralympische titel, de Europese en de wereldtitel. En in Rotterdam Ahoy willen we bij de European Para Championships winnen en onze Europese titel prolongeren. Ik kwam bij het Nederlands team in 2014. Twee jaar later was ik erbij in Rio tijdens de Paralympics. Dat was het laatste grote toernooi dat we niet wonnen, het werd brons. Ik werd in Rio achttien jaar, had als doel om de beste rolstoelbasketbalster van de wereld te worden. Ik ben er heel trots op dat ik hardop kan zeggen dat ik inmiddels bij de beste speelsters hoor. En het mooie is: er is nog ruimte voor verbetering.” “Aan mij zie je in het dagelijks leven niet dat ik rolstoelbasketbalster ben, want dan loop ik gewoon. Voor mijn sport ben ik afhankelijk van een rolstoel: springen, lange wandelingen maken en sprinten kan ik niet. Tot mijn elfde was ik aan het voetballen, ik had de droom om ooit bij Ajax te voetballen. Totdat ik last kreeg van mijn linkerknie. Er werden foto’s gemaakt, maar aan die knie zagen ze niets. Per toeval zagen ze op de röntgenfoto’s wel witte vlekken in de botten van mijn rechteronderbeen. Ik bleek een tumor van 18,5 centimeter te hebben, dat was zo’n beetje m’n hele scheenbeen. Botkanker, en dan ook nog een vorm die niet reageerde op chemotherapie. Ik heb de hele nacht gehuild na de diagnose. Ik dacht: ik heb kanker, ga dood. Al snel werd duidelijk dat het geen agressieve vorm van kanker was, dat ik kon genezen. Maar dan moest ik wel een heel zware operatie ondergaan. Ze hebben het kuitbeen uit mijn linkerbeen gehaald en dat op de plek van mijn rechterscheenbeen gezet. In mijn linkerbeen had ik na de transplantatie dus alleen nog een scheenbeen en in mijn rechterbeen had ik twee kuitbenen. Na de operatie moest ik negen maanden revalideren. Ik mocht in het begin helemaal niet bewegen en daarna heb ik beetje bij beetje opnieuw leren lopen. Ik was ineens afhankelijk van een rolstoel en dat was wennen. En vier dagen in de week zat ik bij de fysiotherapeut. De revalidatie heb ik niet als zwaar ervaren, toen ik wist dat ik kon genezen, heb ik de knop omgezet en tegen mezelf gezegd: let’s do this. Mijn grote doel: op een dag weer normaal kunnen lopen. Het enige wat ik heel vervelend vond, was dat ik nooit meer mocht voetballen, want dat deed ik tot de kanker werd ontdekt dagelijks. Nooit meer voetballen met mijn klasgenootjes op straat, de gedachte daaraan was mijn grootste struggle. Mijn ouders zeiden toen ik weer redelijk kon lopen: ‘Waarom ga je niet een paralympische sport doen?’ In het begin dacht ik: ik zit toch niet in een rolstoel? Mijn vader bleef tegen me zeggen: ‘Laten we gewoon eens gaan kijken.’ Ik stemde op een gegeven moment toe en ging met hem naar de paralympische talentendag waar ik meedeed aan een rolstoelbasketbalclinic. Ik was meteen verkocht, vond het heerlijk dat ik weer lekker kon sporten met mijn leeftijdgenoten, vergat alles om me heen. Als kind was ik dus al heel sportief. Op dansen na had ik voor heel veel dingen gevoel. En aan mijn ziekte heb ik een groot doorzettingsvermogen overgehouden, ik geef nooit op. Als ik ergens mijn zinnen op heb gezet, dan kan niemand me stoppen. Toen rolstoelbasketbal in mijn leven kwam, ben ik dag in dag uit keihard gaan trainen.” Helden Magazine 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bo Kramer komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.
Bo Kramer (24) is een van de sterren van de Nederlandse rolstoelbasketbalvrouwen. De ploeg heeft de afgelopen jaren alles gewonnen wat er te winnen valt. In aanloop naar de European Para Championships in Rotterdam doet Bo haar verhaal. “Bij het WK in Dubai klonk vooraf al: Nederland zal wel winnen. We weten dat we heel goed zijn, maar het is telkens weer vet als het we het gewoon flikken. Met het winnen van de wereldtitel blijven we alle grote titels in handen houden: de paralympische titel, de Europese en de wereldtitel. En in Rotterdam Ahoy willen we bij de European Para Championships winnen en onze Europese titel prolongeren. Ik kwam bij het Nederlands team in 2014. Twee jaar later was ik erbij in Rio tijdens de Paralympics. Dat was het laatste grote toernooi dat we niet wonnen, het werd brons. Ik werd in Rio achttien jaar, had als doel om de beste rolstoelbasketbalster van de wereld te worden. Ik ben er heel trots op dat ik hardop kan zeggen dat ik inmiddels bij de beste speelsters hoor. En het mooie is: er is nog ruimte voor verbetering.” “Aan mij zie je in het dagelijks leven niet dat ik rolstoelbasketbalster ben, want dan loop ik gewoon. Voor mijn sport ben ik afhankelijk van een rolstoel: springen, lange wandelingen maken en sprinten kan ik niet. Tot mijn elfde was ik aan het voetballen, ik had de droom om ooit bij Ajax te voetballen. Totdat ik last kreeg van mijn linkerknie. Er werden foto’s gemaakt, maar aan die knie zagen ze niets. Per toeval zagen ze op de röntgenfoto’s wel witte vlekken in de botten van mijn rechteronderbeen. Ik bleek een tumor van 18,5 centimeter te hebben, dat was zo’n beetje m’n hele scheenbeen. Botkanker, en dan ook nog een vorm die niet reageerde op chemotherapie. Ik heb de hele nacht gehuild na de diagnose. Ik dacht: ik heb kanker, ga dood. Al snel werd duidelijk dat het geen agressieve vorm van kanker was, dat ik kon genezen. Maar dan moest ik wel een heel zware operatie ondergaan. Ze hebben het kuitbeen uit mijn linkerbeen gehaald en dat op de plek van mijn rechterscheenbeen gezet. In mijn linkerbeen had ik na de transplantatie dus alleen nog een scheenbeen en in mijn rechterbeen had ik twee kuitbenen. Na de operatie moest ik negen maanden revalideren. Ik mocht in het begin helemaal niet bewegen en daarna heb ik beetje bij beetje opnieuw leren lopen. Ik was ineens afhankelijk van een rolstoel en dat was wennen. En vier dagen in de week zat ik bij de fysiotherapeut. De revalidatie heb ik niet als zwaar ervaren, toen ik wist dat ik kon genezen, heb ik de knop omgezet en tegen mezelf gezegd: let’s do this. Mijn grote doel: op een dag weer normaal kunnen lopen. Het enige wat ik heel vervelend vond, was dat ik nooit meer mocht voetballen, want dat deed ik tot de kanker werd ontdekt dagelijks. Nooit meer voetballen met mijn klasgenootjes op straat, de gedachte daaraan was mijn grootste struggle. Mijn ouders zeiden toen ik weer redelijk kon lopen: ‘Waarom ga je niet een paralympische sport doen?’ In het begin dacht ik: ik zit toch niet in een rolstoel? Mijn vader bleef tegen me zeggen: ‘Laten we gewoon eens gaan kijken.’ Ik stemde op een gegeven moment toe en ging met hem naar de paralympische talentendag waar ik meedeed aan een rolstoelbasketbalclinic. Ik was meteen verkocht, vond het heerlijk dat ik weer lekker kon sporten met mijn leeftijdgenoten, vergat alles om me heen. Als kind was ik dus al heel sportief. Op dansen na had ik voor heel veel dingen gevoel. En aan mijn ziekte heb ik een groot doorzettingsvermogen overgehouden, ik geef nooit op. Als ik ergens mijn zinnen op heb gezet, dan kan niemand me stoppen. Toen rolstoelbasketbal in mijn leven kwam, ben ik dag in dag uit keihard gaan trainen.” Helden Magazine 68 Het eerste gedeelte van het verhaal van Bo Kramer komt voort uit Helden Magazine nummer 68. Max Verstappen kleurt de wereld oranje. Max Verstappen is hard op weg om voor het derde jaar op rij de wereldtitel Formule 1 te pakken. In aanloop naar de Grand Prix van Zandvoort, die hij afgelopen twee jaar won, siert hij de cover van Helden. We volgden de coureur vanuit de paddock en zagen hoe moeilijk het is voor ploeggenoot Sergio Perez om staande te blijven in zijn schaduw. In de 68ste editie van Helden ook volop aandacht voor het nieuwe voetbalseizoen. Een gesprek met Mats Wieffer, dé ontdekking van vorig seizoen, over zijn doorbraak bij Feyenoord en Oranje. Maurice Steijn werd tot veler verrassing de nieuwe trainer van Ajax. Een groot interview met de man die na een teleurstellend seizoen voor nieuwe successen moet zorgen. Luuk de Jong is spits en aanvoerder van PSV, hij vertelt over bondscoach Ronald Koeman, oud-trainer Ruud van Nistelrooij, nieuwe trainer Peter Bosz, oud-ploeggenoot Xavi Simons en nieuwe teamgenoot Noa Lang. Ryan Gravenberch kende een lastig eerste seizoen bij Bayern München. Hij wil er dit seizoen staan en weer een vaste waarde voor Oranje worden. Verder in de nieuwe Helden. Atleten Lieke Klaver en Terrence Agard vormen een razendsnel koppel. Turners Loran de Munck en Casimir Schmidt zijn maatjes en tegenpolen. Laura Dijkema en Nika Daalderop over de hectiek van het leven als volleybalsters in den vreemde. Anne van Dam is de beste golfster van Nederland, ze vertelt over anger management, wonen in Amerika en de Big Green Egg Open. Hockeyster Laurien Leurink won met Oranje alles wat er te winnen viel. Mede door de ongeneeslijke ziekte van zus Marije zwaaide ze af. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 68! Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Kickboksen

Rico Verhoeven: ‘Je moet mij niet in een doosje willen stoppen’

Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Autosport

Jan Lammers: ‘Mister Zandvoort’

Wie aan Circuit Zandvoort denkt, denkt aan Jan Lammers. De voormalig Formule 1 coureur maakte er naam in de autosport. Tegenwoordig is hij Formule 1 analist van de NOS en sportief directeur van de Dutch Grand Prix. Wij spraken hem in aanloop naar het Nederlandse Formule 1 weekend (2-4 september). De slipschool “Dankzij mijn leermeester Rob Slotemaker ben ik op het circuit terechtgekomen. Op de technische school in Haarlem leerde ik twee jongens kennen die bij zijn slipschool werkten. Ik was twaalf en vond dat zo stoer, dat wilde ik ook wel, en dus ging ik bij het circuit rondhangen. Toen ik Rob op een middag tegenkwam, vroeg ik of hij een baantje voor me had. ‘Ga die jongens maar helpen met autowassen,’ zei hij. Er werkten meerdere kinderen. We gooiden afgewerkte olie op de grond, dat bezemden we uit en gooiden er vervolgens water overheen, zodat zijn cursisten konden slippen. En als ze klaar waren, wasten we de auto’s. Aan het einde van de dag nam Rob ons vaak mee naar een Chinees-Indisch restaurant. Rob had ook de sleutel van het hek van het circuit. In het donker gingen we geregeld de baan op, dan mochten we om de beurt rondjes rijden met de autootjes van de slipschool. Rob leerde me schakelen, remmen en sturen. Soms stak er in het donker ineens een duinkatje over. Dan stopten we en zochten we dat beestje. Als we hem vonden, dan brachten we hem de volgende dag naar de dierenarts. Eentje hebben we gehouden, dat werd Coco, de huiskat. In het weekend gingen we kijken bij belangrijke wedstrijden. Een kaartje hoefden we niet te kopen, Rob smokkelde ons het circuit op. Hij stopte met gemak vier kereltjes in zijn achterbak. In die tijd kocht je als toeschouwer sowieso nauwelijks een kaartje, je kroop gewoon onder het hek door of je klom het duin op. Hoe beter je bij Rob werkte, des te meer je met hem optrok en hoe meer hij je hielp. Rob vond het leuk om zijn kennis over te brengen op kinderen. Hij was zelf eigenlijk nog een groot kind. Soms mochten we mee naar Zuid-Frankrijk, of naar zijn boot in Monnickendam. Rob was een goede man. Dankzij Rob heb ik mijn debuut in de autosport gemaakt. Hij heeft mij en ook veel andere jongens leren racen. Ik nam het meteen serieus, dat vond hij leuk om te zien. Op mijn zestiende haalde ik mijn racelicentie, dat was ongebruikelijk, want officieel mocht dat pas als je achttien was. Toen ik mijn licentie had, mocht ik ’s avonds op het circuit geregeld testen. Op een avond stond Daan Pot, mijn buurjongen en goede vriend, op het rechte stuk mij op te wachten. Hij wilde mee . Ik zei: dat moet je eerst aan Rob vragen. ‘Die vindt het goed,’ zei Daan. Aan het eind van het rechte stuk zat ik stoer te vertellen dat je nog tot vijftig meter voor de Tarzanbocht kon remmen. Intussen zat ik nog maar op dertig meter. We vlogen over de kop. Een hoop kabaal, kapotte ramen, de gloednieuwe auto was total loss... Gelukkig zaten we in de riemen. Er was alleen een stukje glas op Daans hoofd terechtgekomen, het bloedde een beetje. Ik vroeg: ben je oké, Daan? Hij antwoordde met z’n Zandvoortse accent: ‘Jezus, dat was net een film!’ We liepen terug naar de slipschool en stonden te trillen van de zenuwen, want we moesten het Rob vertellen. Rob zag dat straaltje bloed over Daans neus lopen en vroeg: ‘Moet jij niet naar een dokter?’ ‘Nee, hoor,’ zei Daan zenuwachtig, ‘doe geen moeite, ik bloed hier wel dood.’ We schoten alle drie in de lach. Rob was heel erg boos, maar wat ook typisch Rob was: de volgende dag had hij een nieuwe auto besteld en daar mocht ik gewoon weer in rijden. Als een halve puber waardeerde ik die dingen natuurlijk nog niet zoals ik ze zou hebben moeten waarderen. Ik was erbij toen Rob op 16 september 1979 op vijftigjarige leeftijd crashte op het circuit en ter plekke overleed. Als 23-jarige kon ik zijn ongeluk niet zo snel opslaan en verwerken. De dood drong in die tijd ook nog niet echt tot me door. Die ijzige stilte na een crash is heel surrealistisch. Mensen durven niks te vragen of te zeggen wat ze denken. Ik stond aan de andere kant van het circuit en zag een doktersauto naar hem toe gaan. Rob was in de slip geraakt, op een official-auto gebotst, en bleek op slag dood. [caption id="attachment_18807" align="alignnone" width="2262"] 1973: Rob Slotemaker met de zestienjarige Jan Lammers[/caption] Op het moment van zijn ongeluk zat ik net in de Formule 1, een wereld waarin je jezelf flink overeind moet houden. Ik wist dat zoiets vreselijks kon gebeuren. De dag dat ik mijn Formule 1 contract tekende in Monza, had ik voor mijn neus gezien hoe een van de grootste racetalenten in die tijd, de Zweed Ronnie Peterson, die samen met Mario Andretti bij Lotus reed, overleed. Ik wist dus wel waar ik aan begonnen was. In die tijd ging je anders om met de dood. Ook om het voor jezelf werkbaar te maken. Als je met angst in de auto stapt, dan functioneer je niet meer. Gelukkig heeft Rob mij nog kunnen zien rijden in de Formule 1. Hij is in 1979 meegegaan naar Brazilië, waar ik mijn tweede race reed. Het is ontzettend jammer dat we hem niet langer mee hebben kunnen maken, maar iedereen die hem kende, zal zeggen: Rob was niet iemand om oud te worden. Hij zou nu 93 zijn geweest... Rob leeft voort in mij. Hij is een groot onderdeel van mijn leven, maar ik ben niet iemand die in het sentiment van het verleden blijft hangen.” De eerste keer “De eerste keer dat ik won op Zandvoort, was magisch. Ik was zestien en werd in de Simca van Rob Nederlands kampioen bij de toerwagens. Mijn eerste internationale overwinning in Zandvoort was het Europees kampioenschap in de Formule 3 in 1978, die heb ik nog steeds als enige Nederlander gewonnen. Twee keer reed ik ook een Formule 1-race op Zandvoort. In die tijd moest je je nog kwalificeren. In 1979 en 1982 lukte me dat wel, in 1980 niet. Ik werd op het circuit altijd onthaald als held, maar wel volgens de normen van die tijd: met veel enthousiasme, maar zonder poeha. Je had in die tijd De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, en drie autobladen, er was nog niet eens commerciële tv. De communicatie was primitief. Het allerleukste van op Zandvoort racen was dat mijn familie erbij was. Mijn ouders, vijf broers en zus waren enorm trots. Ze hebben mijn carrière nauwlettend gevolgd. Ik was de benjamin van de familie en als jongste was ik natuurlijk het verwende zeikertje, maar ik deed het wel heel goed. Mijn ouders hielden zielsveel van al hun kinderen, het was al moeilijk genoeg dat er veel aandacht naar mij uitging. [caption id="attachment_18808" align="alignnone" width="1954"] 14 oktober 1973: Jan Lammers nadat hij op zijn zestiende Nederlands kampioen is geworden.[/caption] Ik heb ze zoveel mogelijk mee laten genieten van mijn succes. Eén keer per jaar gingen we op wintersport, dan zaten we met zijn allen in mijn Renault Espace, en werd er heel hard meegezongen en gelachen als het nummer Ome Jan van Willeke Alberti gedraaid werd, met de tekst: ‘We gingen op vakantie van het geld van ome Jan.’ Tot op de dag van vandaag hebben we veel contact. Mijn ouders zijn overleden. Mijn oudste broer Ap is nu 82, we nemen hem nog geregeld mee naar de golfbaan.” De Hunserug “Op een doordeweeks testmoment van de Formule 1 stond ik op het circuit onderaan de Hunserug te kijken hoe Mario Andretti en Niki Lauda voorbijraasden. Ik was een jaar of zeventien. Op die plek kwamen de auto’s recht op me afrijden, ze reden vrij dicht langs me, om vervolgens langzaam uit zicht te verdwijnen. Het opkomen van die auto’s en het langzaam weer zien verdwijnen, en het opkomen en afsterven van het geluid was perfect, een meditatief moment. Op dat moment kroop de liefde voor de autosport onder mijn huid. Het was de eerste keer dat ik de overtuiging had dat ik later in de Formule 1 wilde rijden. Hoe we dat gaan doen, dat zie ik nog wel, dacht ik op dat moment, maar het gaat gebeuren. Ik was nooit fan van een bepaalde coureur, maar ik had veel respect voor de rijstijl van Mario Andretti en de mentaliteit van Niki Lauda. Naderhand heb ik Lauda leren kennen. Ik vond hem een echte Oostenrijker. Die zijn niet van de sweet talk, maar eerlijk en recht voor zijn raap. Uiteindelijk heb ik tegen veel goede coureurs gereden. Mannen als Jacques Villeneuve, Damon Hill, Heinz-Harald Frentzen, Johnny Herbert, Eddie Irvine en Rubens Barrichello. Er waren momenten dat ik sneller kon zijn dan die mannen. Er had veel meer in gezeten. Ik heb nooit de gelegenheid gekregen om te laten zien hoe goed ik was, maar ook nooit om te laten zien hoe slecht ik was. [caption id="attachment_18809" align="alignnone" width="2409"] 1973: Jan Lammers wordt gefeliciteerd door zijn moeder.[/caption] In de autosport draait het voor een groot deel om je materiaal, dat is wat het is. De Formule 1-auto’s van toen voelden sowieso al als een vrachtwagen vergeleken met de auto’s van nu, de koppeling voelde aan alsof je in een oude legertruck zat. Maar als ik bij een topteam als Ferrari had gereden, dan had ik absoluut een aantal GP’s kunnen winnen. En als je er één kunt winnen, kun je er ook meerdere winnen en wereldkampioen worden. ‘In 1982 had ik een afspraak met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve te vervangen. Op die dag brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan’ In 1982 had ik zelfs een afspraak staan met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve, de vader van Jacques, te vervangen. Op de dag dat ik in Detroit die afspraak met Ferrari had, brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan. Ik ben trots op een paar piekmomenten in de Formule 1, maar die voor het grote publiek niet zichtbaar waren. Zoals een vierde kwalificatietijd in Long Beach California, helaas ging na 200 meter in de race mijn aandrijfas kapot. In Zuid-Afrika lag ik derde na de start. De ronde erna wilde ik iemand eruit remmen voor P2, maar ik tikte hem zacht aan en stond vervolgens tien ronden lang in de pit. In Spanje lag ik op P6 en naderde halverwege de race P5, toen mijn remmen het begaven. Degene die ik wilde inhalen, Alan Jones, won de race. Maar dat zijn nu lulverhalen die het grote publiek toch allemaal niet weet. In 1992 maakte ik na tien jaar een comeback in de Formule 1, ik reed nog twee races. Die Formule 1-tijd was leuk om mee te maken, maar ik hecht misschien wel meer waarde aan andere overwinningen, zoals die van de 24 uur van Le Mans, waarin ik dertien van de 24 uur heb gereden en ook nog eens met een kapotte versnellingsbak.” De nieuwe klasse “Het Zandvoortse circuit raakte een beetje in het slop nadat Niki Lauda in 1985 de laatste GP Formule 1 won. Er werd natuurlijk wel geracet na die tijd, maar echte grote evenementen werden er niet meer gehouden. Dat veranderde in 2006, dankzij een nieuwe klasse, de A1 Grand Prix, die een jaar eerder in het leven was geroepen. Een paar mannen hadden vijfhonderd miljoen uitgetrokken om die klasse in de markt te zetten. Ik had de franchise van Nederland en twintig procent van de aandelen. Runde ons Team The Netherlands, met in het eerste seizoen Jos Verstappen als rijder en later Jeroen Bleekemolen en Robert Doornbos. Ik was te oud om te rijden, het was een klasse voor jong talent. Op 1 oktober 2006 werd de openingsrace van het seizoen in Zandvoort gehouden. Het was het mooiste en grootste evenement wat we tot op dat moment op het circuit hadden gehad. Het zat ramvol, er waren zeventigduizend toeschouwers, en ondanks de regen was iedereen blij en enthousiast. Jeroen Bleekemolen reed en werd onthaald als een grote held. Toenmalig premier Jan Peter Balkenende kwam hem nog een peptalk geven. Uiteindelijk eindigde Jeroen als vierde door een foute beslissing van mij anders had hij gewonnen. Het resultaat deed er niet toe, het was fantastisch dat er weer zo’n groot evenement in Zandvoort werd gehouden. De A1GP was een mooie klasse, maar heeft het uiteindelijk niet gehaald: er moest nog veel meer geld in gestopt worden en dat lukte niet. In 2010 hield ie op te bestaan.” De comeback “Ik ben er enorm trots op dat we de Champions League van de autosport weer naar Nederland hebben gehaald en dat alle autosportliefhebbers ervan kunnen meegenieten. Een paar jaar voor de daadwerkelijke terugkeer in 2020 gingen er in kleine kring stemmen op met het plan om de Formule 1 terug te halen naar Zandvoort. Prins Bernhard jr. belde mij als eerst. Ik wist van de lobby, maar heb er zelf niks mee te maken gehad. Eerlijk gezegd achtte ik het kansloos. De kans dat ik door de bliksem word getroffen is groter, zei ik. Dat de organisatie vervolgens mij als sportief directeur vroeg, vond ik een geweldige eer. Maar ik wilde geen sportief directeur zijn van een Grand Prix die nooit door is gegaan, toch een beetje chef lege dozen. Toen het eenmaal rond was, zette ook ik mijn handtekening. [caption id="attachment_18810" align="alignnone" width="2560"] 2021: Jan Lammers, Max Verstappen en Jos Verstappen in Zandvoort.[/caption] Het is geen geheim dat de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort allesbehalve makkelijk is geweest. We kregen te maken met veel stromingen. Zo sprong het circuit van Assen in onze zijspan, die wilde profiteren van onze lobby, en milieu- en natuurorganisaties protesteerden. We leven in een democratie dus je hebt nou eenmaal met veel verschillende standpunten te maken. Die moet je respecteren. We hebben goed naar iedereen geluisterd, onze vergunningen goed voorbereid en aan alle eisen voldaan. Tot op de dag van vandaag hebben we ook alle rechtszaken gewonnen. Op het moment dat op 5 september vorig jaar, nadat het evenement vanwege corona ook nog een jaar was uitgesteld, de eerste auto de pitstraat uitreed, had ik kippenvel. We hadden daar allemaal zo ontzettend naar uitgekeken. Het droomscenario kwam ook nog eens uit. Het was prachtig weer, alles verliep op rolletjes, er waren duizenden uitzinnige fans, en zij zagen ook nog eens Max Verstappen winnen en kans maken op het wereldkampioenschap. Voor mij kwam het ene na het andere too good to be true-moment uit de hemel gevallen. Dit jaar mag er een derde meer aan bezoekers naar binnen. Dat worden er ruim honderdtienduizend per dag. Onze grootste wens is dat alles veilig en goed verloopt en dat de toeschouwers enthousiast en gelukkig naar huis gaan, zelfs al komen ze blauwbekkend van de kou en regen de tribune af. En ja, natuurlijk hoop ik dat Max weer wint. Ik heb respect voor zijn vakmanschap en hoe hij zich als sportman manifesteert. In de volksmond ben ik waarschijnlijk zijn grootste fan, maar met het woord ‘fan’ heb ik een moeizame associatie. Het is een afkorting van fanatic, en betekent voor mij dat diegene niks negatiefs kan horen over zijn idool. Ik ben in die zin geen fan van Max, maar wel een van zijn grootste bewonderaars.” Zoon René “Na mijn carrière dacht ik: de geest is uit de fles, het zwarte gat zal wel komen. Toen kwam Max ineens uit de hoge hoed, een zeventienjarige Nederlander in de Formule 1. Mensen vroegen me wat ik daarvan vond, ineens werd mijn houdbaarheidsdatum met tien jaar verlengd. Alsof dat nog niet genoeg was, kwam de Dutch Grand Prix met zo’n mooie functie aanzetten. En nu heb ik ook nog een zoon met een groot talent, die hard op weg is om naam te maken. Of René de nieuwe Lewis Hamilton of Max Verstappen wordt, dat moeten we nog zien. Tot nu toe wijst alles erop dat hij wel wat kan. Zijn prestaties in de kartsport zijn goed, en hij is pas veertien. [caption id="attachment_18811" align="alignnone" width="2560"] Jan Lammers met zijn zoon Réne[/caption] Als René een fout maakt in een wedstrijd, kan ik daar twee dagen mee rondlopen. Ik word boos als ik zie dat hij zijn potentieel niet haalt. Ik ben zijn vader, maar ook coach en monteur geweest. René zit nu in een fabrieksteam met zes mannen die hem begeleiden. Thuis hebben we een simulator staan. Maar ik heb nog twee schatten van kinderen, hoor, daar ben ik net zo trots op. Mijn zoon van 24 woont ook in Zandvoort, en mijn dochter van 27 mis ik enorm, zij woont in Amerika en ik spreek haar elke dag. Maar ik kan niet ontkennen dat het een droom is om René ooit zijn debuut te zien maken in de Formule 1. En mocht hij ooit meedoen aan de Dutch Grand Prix, dan is het cirkeltje echt rond.” Helden Magazine 63 Het verhaal van Jan Lammers komt voort uit Helden Magazine 63. Naas het verhaal van Lammers, duiken we verder in de slipstream van Max Verstappen. Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Wie aan Circuit Zandvoort denkt, denkt aan Jan Lammers. De voormalig Formule 1 coureur maakte er naam in de autosport. Tegenwoordig is hij Formule 1 analist van de NOS en sportief directeur van de Dutch Grand Prix. Wij spraken hem in aanloop naar het Nederlandse Formule 1 weekend (2-4 september). De slipschool “Dankzij mijn leermeester Rob Slotemaker ben ik op het circuit terechtgekomen. Op de technische school in Haarlem leerde ik twee jongens kennen die bij zijn slipschool werkten. Ik was twaalf en vond dat zo stoer, dat wilde ik ook wel, en dus ging ik bij het circuit rondhangen. Toen ik Rob op een middag tegenkwam, vroeg ik of hij een baantje voor me had. ‘Ga die jongens maar helpen met autowassen,’ zei hij. Er werkten meerdere kinderen. We gooiden afgewerkte olie op de grond, dat bezemden we uit en gooiden er vervolgens water overheen, zodat zijn cursisten konden slippen. En als ze klaar waren, wasten we de auto’s. Aan het einde van de dag nam Rob ons vaak mee naar een Chinees-Indisch restaurant. Rob had ook de sleutel van het hek van het circuit. In het donker gingen we geregeld de baan op, dan mochten we om de beurt rondjes rijden met de autootjes van de slipschool. Rob leerde me schakelen, remmen en sturen. Soms stak er in het donker ineens een duinkatje over. Dan stopten we en zochten we dat beestje. Als we hem vonden, dan brachten we hem de volgende dag naar de dierenarts. Eentje hebben we gehouden, dat werd Coco, de huiskat. In het weekend gingen we kijken bij belangrijke wedstrijden. Een kaartje hoefden we niet te kopen, Rob smokkelde ons het circuit op. Hij stopte met gemak vier kereltjes in zijn achterbak. In die tijd kocht je als toeschouwer sowieso nauwelijks een kaartje, je kroop gewoon onder het hek door of je klom het duin op. Hoe beter je bij Rob werkte, des te meer je met hem optrok en hoe meer hij je hielp. Rob vond het leuk om zijn kennis over te brengen op kinderen. Hij was zelf eigenlijk nog een groot kind. Soms mochten we mee naar Zuid-Frankrijk, of naar zijn boot in Monnickendam. Rob was een goede man. Dankzij Rob heb ik mijn debuut in de autosport gemaakt. Hij heeft mij en ook veel andere jongens leren racen. Ik nam het meteen serieus, dat vond hij leuk om te zien. Op mijn zestiende haalde ik mijn racelicentie, dat was ongebruikelijk, want officieel mocht dat pas als je achttien was. Toen ik mijn licentie had, mocht ik ’s avonds op het circuit geregeld testen. Op een avond stond Daan Pot, mijn buurjongen en goede vriend, op het rechte stuk mij op te wachten. Hij wilde mee . Ik zei: dat moet je eerst aan Rob vragen. ‘Die vindt het goed,’ zei Daan. Aan het eind van het rechte stuk zat ik stoer te vertellen dat je nog tot vijftig meter voor de Tarzanbocht kon remmen. Intussen zat ik nog maar op dertig meter. We vlogen over de kop. Een hoop kabaal, kapotte ramen, de gloednieuwe auto was total loss... Gelukkig zaten we in de riemen. Er was alleen een stukje glas op Daans hoofd terechtgekomen, het bloedde een beetje. Ik vroeg: ben je oké, Daan? Hij antwoordde met z’n Zandvoortse accent: ‘Jezus, dat was net een film!’ We liepen terug naar de slipschool en stonden te trillen van de zenuwen, want we moesten het Rob vertellen. Rob zag dat straaltje bloed over Daans neus lopen en vroeg: ‘Moet jij niet naar een dokter?’ ‘Nee, hoor,’ zei Daan zenuwachtig, ‘doe geen moeite, ik bloed hier wel dood.’ We schoten alle drie in de lach. Rob was heel erg boos, maar wat ook typisch Rob was: de volgende dag had hij een nieuwe auto besteld en daar mocht ik gewoon weer in rijden. Als een halve puber waardeerde ik die dingen natuurlijk nog niet zoals ik ze zou hebben moeten waarderen. Ik was erbij toen Rob op 16 september 1979 op vijftigjarige leeftijd crashte op het circuit en ter plekke overleed. Als 23-jarige kon ik zijn ongeluk niet zo snel opslaan en verwerken. De dood drong in die tijd ook nog niet echt tot me door. Die ijzige stilte na een crash is heel surrealistisch. Mensen durven niks te vragen of te zeggen wat ze denken. Ik stond aan de andere kant van het circuit en zag een doktersauto naar hem toe gaan. Rob was in de slip geraakt, op een official-auto gebotst, en bleek op slag dood. [caption id="attachment_18807" align="alignnone" width="2262"] 1973: Rob Slotemaker met de zestienjarige Jan Lammers[/caption] Op het moment van zijn ongeluk zat ik net in de Formule 1, een wereld waarin je jezelf flink overeind moet houden. Ik wist dat zoiets vreselijks kon gebeuren. De dag dat ik mijn Formule 1 contract tekende in Monza, had ik voor mijn neus gezien hoe een van de grootste racetalenten in die tijd, de Zweed Ronnie Peterson, die samen met Mario Andretti bij Lotus reed, overleed. Ik wist dus wel waar ik aan begonnen was. In die tijd ging je anders om met de dood. Ook om het voor jezelf werkbaar te maken. Als je met angst in de auto stapt, dan functioneer je niet meer. Gelukkig heeft Rob mij nog kunnen zien rijden in de Formule 1. Hij is in 1979 meegegaan naar Brazilië, waar ik mijn tweede race reed. Het is ontzettend jammer dat we hem niet langer mee hebben kunnen maken, maar iedereen die hem kende, zal zeggen: Rob was niet iemand om oud te worden. Hij zou nu 93 zijn geweest... Rob leeft voort in mij. Hij is een groot onderdeel van mijn leven, maar ik ben niet iemand die in het sentiment van het verleden blijft hangen.” De eerste keer “De eerste keer dat ik won op Zandvoort, was magisch. Ik was zestien en werd in de Simca van Rob Nederlands kampioen bij de toerwagens. Mijn eerste internationale overwinning in Zandvoort was het Europees kampioenschap in de Formule 3 in 1978, die heb ik nog steeds als enige Nederlander gewonnen. Twee keer reed ik ook een Formule 1-race op Zandvoort. In die tijd moest je je nog kwalificeren. In 1979 en 1982 lukte me dat wel, in 1980 niet. Ik werd op het circuit altijd onthaald als held, maar wel volgens de normen van die tijd: met veel enthousiasme, maar zonder poeha. Je had in die tijd De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, en drie autobladen, er was nog niet eens commerciële tv. De communicatie was primitief. Het allerleukste van op Zandvoort racen was dat mijn familie erbij was. Mijn ouders, vijf broers en zus waren enorm trots. Ze hebben mijn carrière nauwlettend gevolgd. Ik was de benjamin van de familie en als jongste was ik natuurlijk het verwende zeikertje, maar ik deed het wel heel goed. Mijn ouders hielden zielsveel van al hun kinderen, het was al moeilijk genoeg dat er veel aandacht naar mij uitging. [caption id="attachment_18808" align="alignnone" width="1954"] 14 oktober 1973: Jan Lammers nadat hij op zijn zestiende Nederlands kampioen is geworden.[/caption] Ik heb ze zoveel mogelijk mee laten genieten van mijn succes. Eén keer per jaar gingen we op wintersport, dan zaten we met zijn allen in mijn Renault Espace, en werd er heel hard meegezongen en gelachen als het nummer Ome Jan van Willeke Alberti gedraaid werd, met de tekst: ‘We gingen op vakantie van het geld van ome Jan.’ Tot op de dag van vandaag hebben we veel contact. Mijn ouders zijn overleden. Mijn oudste broer Ap is nu 82, we nemen hem nog geregeld mee naar de golfbaan.” De Hunserug “Op een doordeweeks testmoment van de Formule 1 stond ik op het circuit onderaan de Hunserug te kijken hoe Mario Andretti en Niki Lauda voorbijraasden. Ik was een jaar of zeventien. Op die plek kwamen de auto’s recht op me afrijden, ze reden vrij dicht langs me, om vervolgens langzaam uit zicht te verdwijnen. Het opkomen van die auto’s en het langzaam weer zien verdwijnen, en het opkomen en afsterven van het geluid was perfect, een meditatief moment. Op dat moment kroop de liefde voor de autosport onder mijn huid. Het was de eerste keer dat ik de overtuiging had dat ik later in de Formule 1 wilde rijden. Hoe we dat gaan doen, dat zie ik nog wel, dacht ik op dat moment, maar het gaat gebeuren. Ik was nooit fan van een bepaalde coureur, maar ik had veel respect voor de rijstijl van Mario Andretti en de mentaliteit van Niki Lauda. Naderhand heb ik Lauda leren kennen. Ik vond hem een echte Oostenrijker. Die zijn niet van de sweet talk, maar eerlijk en recht voor zijn raap. Uiteindelijk heb ik tegen veel goede coureurs gereden. Mannen als Jacques Villeneuve, Damon Hill, Heinz-Harald Frentzen, Johnny Herbert, Eddie Irvine en Rubens Barrichello. Er waren momenten dat ik sneller kon zijn dan die mannen. Er had veel meer in gezeten. Ik heb nooit de gelegenheid gekregen om te laten zien hoe goed ik was, maar ook nooit om te laten zien hoe slecht ik was. [caption id="attachment_18809" align="alignnone" width="2409"] 1973: Jan Lammers wordt gefeliciteerd door zijn moeder.[/caption] In de autosport draait het voor een groot deel om je materiaal, dat is wat het is. De Formule 1-auto’s van toen voelden sowieso al als een vrachtwagen vergeleken met de auto’s van nu, de koppeling voelde aan alsof je in een oude legertruck zat. Maar als ik bij een topteam als Ferrari had gereden, dan had ik absoluut een aantal GP’s kunnen winnen. En als je er één kunt winnen, kun je er ook meerdere winnen en wereldkampioen worden. ‘In 1982 had ik een afspraak met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve te vervangen. Op die dag brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan’ In 1982 had ik zelfs een afspraak staan met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve, de vader van Jacques, te vervangen. Op de dag dat ik in Detroit die afspraak met Ferrari had, brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan. Ik ben trots op een paar piekmomenten in de Formule 1, maar die voor het grote publiek niet zichtbaar waren. Zoals een vierde kwalificatietijd in Long Beach California, helaas ging na 200 meter in de race mijn aandrijfas kapot. In Zuid-Afrika lag ik derde na de start. De ronde erna wilde ik iemand eruit remmen voor P2, maar ik tikte hem zacht aan en stond vervolgens tien ronden lang in de pit. In Spanje lag ik op P6 en naderde halverwege de race P5, toen mijn remmen het begaven. Degene die ik wilde inhalen, Alan Jones, won de race. Maar dat zijn nu lulverhalen die het grote publiek toch allemaal niet weet. In 1992 maakte ik na tien jaar een comeback in de Formule 1, ik reed nog twee races. Die Formule 1-tijd was leuk om mee te maken, maar ik hecht misschien wel meer waarde aan andere overwinningen, zoals die van de 24 uur van Le Mans, waarin ik dertien van de 24 uur heb gereden en ook nog eens met een kapotte versnellingsbak.” De nieuwe klasse “Het Zandvoortse circuit raakte een beetje in het slop nadat Niki Lauda in 1985 de laatste GP Formule 1 won. Er werd natuurlijk wel geracet na die tijd, maar echte grote evenementen werden er niet meer gehouden. Dat veranderde in 2006, dankzij een nieuwe klasse, de A1 Grand Prix, die een jaar eerder in het leven was geroepen. Een paar mannen hadden vijfhonderd miljoen uitgetrokken om die klasse in de markt te zetten. Ik had de franchise van Nederland en twintig procent van de aandelen. Runde ons Team The Netherlands, met in het eerste seizoen Jos Verstappen als rijder en later Jeroen Bleekemolen en Robert Doornbos. Ik was te oud om te rijden, het was een klasse voor jong talent. Op 1 oktober 2006 werd de openingsrace van het seizoen in Zandvoort gehouden. Het was het mooiste en grootste evenement wat we tot op dat moment op het circuit hadden gehad. Het zat ramvol, er waren zeventigduizend toeschouwers, en ondanks de regen was iedereen blij en enthousiast. Jeroen Bleekemolen reed en werd onthaald als een grote held. Toenmalig premier Jan Peter Balkenende kwam hem nog een peptalk geven. Uiteindelijk eindigde Jeroen als vierde door een foute beslissing van mij anders had hij gewonnen. Het resultaat deed er niet toe, het was fantastisch dat er weer zo’n groot evenement in Zandvoort werd gehouden. De A1GP was een mooie klasse, maar heeft het uiteindelijk niet gehaald: er moest nog veel meer geld in gestopt worden en dat lukte niet. In 2010 hield ie op te bestaan.” De comeback “Ik ben er enorm trots op dat we de Champions League van de autosport weer naar Nederland hebben gehaald en dat alle autosportliefhebbers ervan kunnen meegenieten. Een paar jaar voor de daadwerkelijke terugkeer in 2020 gingen er in kleine kring stemmen op met het plan om de Formule 1 terug te halen naar Zandvoort. Prins Bernhard jr. belde mij als eerst. Ik wist van de lobby, maar heb er zelf niks mee te maken gehad. Eerlijk gezegd achtte ik het kansloos. De kans dat ik door de bliksem word getroffen is groter, zei ik. Dat de organisatie vervolgens mij als sportief directeur vroeg, vond ik een geweldige eer. Maar ik wilde geen sportief directeur zijn van een Grand Prix die nooit door is gegaan, toch een beetje chef lege dozen. Toen het eenmaal rond was, zette ook ik mijn handtekening. [caption id="attachment_18810" align="alignnone" width="2560"] 2021: Jan Lammers, Max Verstappen en Jos Verstappen in Zandvoort.[/caption] Het is geen geheim dat de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort allesbehalve makkelijk is geweest. We kregen te maken met veel stromingen. Zo sprong het circuit van Assen in onze zijspan, die wilde profiteren van onze lobby, en milieu- en natuurorganisaties protesteerden. We leven in een democratie dus je hebt nou eenmaal met veel verschillende standpunten te maken. Die moet je respecteren. We hebben goed naar iedereen geluisterd, onze vergunningen goed voorbereid en aan alle eisen voldaan. Tot op de dag van vandaag hebben we ook alle rechtszaken gewonnen. Op het moment dat op 5 september vorig jaar, nadat het evenement vanwege corona ook nog een jaar was uitgesteld, de eerste auto de pitstraat uitreed, had ik kippenvel. We hadden daar allemaal zo ontzettend naar uitgekeken. Het droomscenario kwam ook nog eens uit. Het was prachtig weer, alles verliep op rolletjes, er waren duizenden uitzinnige fans, en zij zagen ook nog eens Max Verstappen winnen en kans maken op het wereldkampioenschap. Voor mij kwam het ene na het andere too good to be true-moment uit de hemel gevallen. Dit jaar mag er een derde meer aan bezoekers naar binnen. Dat worden er ruim honderdtienduizend per dag. Onze grootste wens is dat alles veilig en goed verloopt en dat de toeschouwers enthousiast en gelukkig naar huis gaan, zelfs al komen ze blauwbekkend van de kou en regen de tribune af. En ja, natuurlijk hoop ik dat Max weer wint. Ik heb respect voor zijn vakmanschap en hoe hij zich als sportman manifesteert. In de volksmond ben ik waarschijnlijk zijn grootste fan, maar met het woord ‘fan’ heb ik een moeizame associatie. Het is een afkorting van fanatic, en betekent voor mij dat diegene niks negatiefs kan horen over zijn idool. Ik ben in die zin geen fan van Max, maar wel een van zijn grootste bewonderaars.” Zoon René “Na mijn carrière dacht ik: de geest is uit de fles, het zwarte gat zal wel komen. Toen kwam Max ineens uit de hoge hoed, een zeventienjarige Nederlander in de Formule 1. Mensen vroegen me wat ik daarvan vond, ineens werd mijn houdbaarheidsdatum met tien jaar verlengd. Alsof dat nog niet genoeg was, kwam de Dutch Grand Prix met zo’n mooie functie aanzetten. En nu heb ik ook nog een zoon met een groot talent, die hard op weg is om naam te maken. Of René de nieuwe Lewis Hamilton of Max Verstappen wordt, dat moeten we nog zien. Tot nu toe wijst alles erop dat hij wel wat kan. Zijn prestaties in de kartsport zijn goed, en hij is pas veertien. [caption id="attachment_18811" align="alignnone" width="2560"] Jan Lammers met zijn zoon Réne[/caption] Als René een fout maakt in een wedstrijd, kan ik daar twee dagen mee rondlopen. Ik word boos als ik zie dat hij zijn potentieel niet haalt. Ik ben zijn vader, maar ook coach en monteur geweest. René zit nu in een fabrieksteam met zes mannen die hem begeleiden. Thuis hebben we een simulator staan. Maar ik heb nog twee schatten van kinderen, hoor, daar ben ik net zo trots op. Mijn zoon van 24 woont ook in Zandvoort, en mijn dochter van 27 mis ik enorm, zij woont in Amerika en ik spreek haar elke dag. Maar ik kan niet ontkennen dat het een droom is om René ooit zijn debuut te zien maken in de Formule 1. En mocht hij ooit meedoen aan de Dutch Grand Prix, dan is het cirkeltje echt rond.” Helden Magazine 63 Het verhaal van Jan Lammers komt voort uit Helden Magazine 63. Naas het verhaal van Lammers, duiken we verder in de slipstream van Max Verstappen. Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.