Word abonnee

Column

Column Jasper Boks: Een onaangepaste showman

door: Jasper Boks
2 september 2014

2 september 1952

Jimmy Connors viert vandaag zijn 62ste verjaardag. Benieuwd of er ex-collega’s zijn die de moeite nemen om hem te feliciteren.

“Na mijn laatste wedstrijd, bij de US Open van 2006, applaudisseerde iedereen voor me in de kleedkamer. Eén man klapte niet en leunde met zijn armen over elkaar tegen de muur. Connors,” vertelde Andre Agassi me eind 2009 toen hij Amsterdam aan deed om zijn autobiografie Open te promoten.

Agassi: 'Toen hij nog speelde, hebben we nooit een woord gewisseld. Ik ken Jimmy niet, heb hem maar een paar minuten gesproken in mijn leven'

Agassi keek als jochie tegen Jimmy Connors op. Vader Agassi bespande de rackets van Jimbo toen hij in Las Vegas was voor een toernooi. De destijds zevenjarige Agassi was er bij. Toen hij net prof was, tijdens de US Open van 1988, liep hij op Connors af om over die ontmoeting te praten. “Ik vroeg of hij mij nog kende. Hij zei van niet. Daarna keek hij alsof hij wilde zeggen: ‘En nou wegwezen!’ Toen hij nog speelde, hebben we nooit een woord gewisseld. Ik ken Jimmy niet, heb hem maar een paar minuten gesproken in mijn leven,” zei Agassi hoofdschudden in het Amstel Hotel. “Ik vind het knap dat Jimmy is wie hij is, dat hij nooit verandert.”

Agassi was geen uitzondering, Connors behandelde al zijn collega’s hetzelfde. Vrienden op de tour had hij bijna niet, wel vijanden te over. Van Arthur Ashe, John McEnroe, Björn Borg en Ivan Lendl moest hij ook niets hebben. Een tennispartij benaderde hij als een bokspartij. Alle middelen waren toegestaan om de tegenstander te verslaan. Hij deed aan trash talking, probeerde zijn tegenstander te intimideren, stond ze soms gewoon uit te lachen en hij probeerde het publiek aan zijn kant te krijgen.

Als hij niet was geweerd van Roland Garros, was de kans groot geweest dat hij na Rod Laver de tweede tennisser was geweest die een Grand Slam had gewonnen

Die over-zijn-lijk mentaliteit kreeg hij al in zijn jeugd mee van zijn oma Bertha en zijn moeder Gloria. Zij namen samen de tennisopleiding van Connors voor hun rekening. Hij werd keihard aangepakt. ‘Als ik een bal op z’n strot kon slaan, dan deed ik dat. Ook toen hij klein was. Dan zei ik: ‘Kijk Jimmy, zelfs je moeder schrikt daar niet voor terug.’

Pas op zijn zestiende wist hij zijn moeder voor het eerst te verslaan. Gloria bleef zijn hele carrière betrokken bij de tennisloopbaan van haar zoon.

Zijn dubbelhandige backhand, zijn return, maar bovenal zijn vechtlust waren zijn wapens. In 1974 was hij nagenoeg onverslaanbaar. Hij won de Australian Open, Wimbledon en de US Open. Als hij niet was geweerd van Roland Garros was de kans groot geweest dat hij na Rod Laver de tweede tennisser was geweest die een Grand Slam had gewonnen, dus winst van alle vier de Grand Slam-toernooien in één kalenderjaar.

Connors had besloten als enige prof geen lid te worden van de in 1972 opgerichte spelersvakbond ATP. Connors besloot met zijn manager Bill Riordan zelf toernooitjes te organiseren en hij sloot een contract met World Team Tennis. De ATP strafte hem door hem niet toe te laten tot Roland Garros. Connors spande daarop een rechtszaak aan tegen de ATP en diens voorzitter Arthur Ashe. En Connors, toch de nummer één van de wereld, boycotte Roland Garros op zijn beurt tot en met 1978.

Hij won in totaal acht Grand Slam-titels, maar Roland Garros won hij nooit. Hij nam het Ashe altijd kwalijk.

Tijdens de US Open vierde hij zijn 39ste verjaardag met een overwinning in de vierde ronde op de toen 24-jarige Aaron Krickstein in een bijna vijf uur durende wedstrijd

Connors was bezeten van de strijd op de baan. In 1991 baarde hij opzien door de halve finale van de US Open te bereiken. Tijdens het toernooi vierde hij zijn 39ste verjaardag. Dat deed hij met een overwinning in de vierde ronde op de toen 24-jarige Aaron Krickstein in een bijna vijf uur durende wedstrijd. In de vijfde set kwam hij terug van 5-2 achterstand om de laatste set in een tie-break te winnen. Vandaag 23 jaar strompelde hij als winnaar de baan af. Een ronde later versloeg hij 'onze' Paul Haarhuis. In die partij was Haarhuis aanvankelijk de bovenliggende speler, maar Connors haalde als altijd alle trucs uit om het momentum te keren. Het publiek kreeg hij achter zich en daardoor steeg hij weer boven zichzelf uit. Jim Courier klopte de moegestreden Connors uiteindelijk in de halve finales.

Iedereen had het in tijdens de US Open van 1991 over Connors. Hij stond weer volop in de schijnwerpers en genoot daar als altijd van. Want hij was een showman en een publieksspeler. Hij maakte geintjes op de baan, betrok het publiek erbij. Als het publiek hem aanmoedigde, steeg hij boven zichzelf uit.

De US Open was zijn favoriete toernooi, hij won het toernooi niet voor niets vijf keer. In New York houden ze van harde werkers en rebellen. In de avondpartijen gaf hij nog iets extra’s, dan zaten de fans speciaal voor hem op de tribune. Connors was er zelfs populairder dan New Yorker McEnroe, tot diens grote frustratie.

Connors kon zich op de baan als een hork gedragen. Hij kon zijn middelvinger opsteken naar een lijnrechter

Maar als de toeschouwers tegen hem waren, vond Connors dat juist ook heerlijk.

Want tegenstanders had hij ook. Voor hen was hij een boerenkinkel uit Belleville, Illinois. Connors kon zich op de baan als een hork gedragen. Hij kon zijn middelvinger opsteken naar een lijnrechter, vreselijk schelden en vloeken, obscene gebaren maken. Met zijn gedrag deed hij niet heel veel onder voor John McEnroe.

Connors was een opvallende verschijning. Op en naast de baan. Zijn liefdesleven werd breed uitgemeten. Hij begon een relatie met vrouwelijke collega Chris Evert in 1974. Een jaar later kwam een einde aan hun verhouding. De katholieke Evert was zwanger van Connors, maar koos zonder zijn medeweten voor een abortus, vertelde hij in zijn autobiografie The Outsider die in 2013 uitkwam. Evert was woedend op haar ex na deze biecht. Na Evert had hij een relatie met Miss World Marjorie Wallace, maar trouwde uiteindelijk met Playboy-model Patti McGuire, met wie hij nog altijd samen is en twee kinderen heeft.

Maar Connors was bovenal een groot tennisser. Hij won in zijn carrière 109 titels, het is een record dat nooit meer gebroken zal worden. In totaal boekte hij 1253 overwinningen als prof. Hij voerde de wereldranglijst 268 weken aan en sloot het jaar vijf maal af als nummer één van de wereld. Hij bleef prof tot zijn 44ste (!). In 1996 kwam een einde aan Circus Connors,

Vandaag viert hij zijn 62ste verjaardag. Benieuwd of er ex-collega’s zijn die de moeite nemen hem te feliciteren.

Delen: