Word abonnee

Column

Column Jasper Boks: Sociale Vos

door: Jasper Boks
29 juli 2014

29 juli 2012

Het peloton ging op Vossenjacht in Londen. Maar ze kregen de prooi niet te pakken. Precies twee jaar geleden pakte Marianne Vos olympisch goud in de wegwedstrijd. En dat vierde ze niet alleen.

Bekers. Door het hele huis stonden ze. In de slaapkamers, op de vensterbanken en op de rand van de open haard. Van porselein, brons, steen, glas of gewoon van kunststof. Sommige klein en mooi, andere kitscherige joekels van een meter. De collectie werd elke week groter, verzuchtten haar vader en moeder. Zoals ook de stapels met knipsels in de huiskamer, die lagen te wachten op plakboeken, dagelijks groeiden.

Het meest intrigeerden mij de zes tasjes van parfumerieketen Douglas die onder de trap stonden. ‘Die geurtjes zijn voor mijn ploeggenotes,’ zei Vos.

Aan de deur hingen twee regenboogtruien aan een hangertje, de één kreeg Marianne Vos na het winnen van de wereldtitel veldrijden en de ander had ze gewonnen bij het WK op de weg. Er hing ook nog een blauwe-gele trui met sterretjes die hoorde bij de Europese titel op de weg voor rensters tot 23 jaar. Verder lagen er nog her en der medailles.  Waar lag die gouden WK-medaille ook al weer? Na het verplaatsen van wat spullen haalde ze een blauw doosje tevoorschijn.

En dan waren er nog de cadeaus, waarmee ze werd overspoeld. De ene keer kwam ze thuis met een stofzuiger, dan weer met een wasmachine of radio. Maar het meest intrigeerden mij de zes tasjes van parfumerieketen Douglas die onder de trap stonden. Allemaal gewonnen tijdens Holland Ladies Tour, zei ze een beetje beschaamd. Ze had besloten die tasjes weg te geven. ‘Die geurtjes zijn voor mijn ploeggenotes,’ zei Vos. Vrienden en familie deelden in de feestvreugde, ze kon onmogelijk alles zelf houden. Bovendien vond ze het fijn om mensen te bedanken voor hun steun.

Het was september 2006 toen ik Marianne Vos voor het eerst interviewde, aan de tafel in de huiskamer, en ik stond er van te kijken dat zij met haar negentien jaar al oog had voor dat soort zaken. Een paar maanden later zat ik opnieuw bij de familie Vos thuis in Babyloniënbroek, in het officieuze Marianne Vos-museum. Omdat de toen twintigjarige Vos gewoon doorging met winnen, altijd en overal.

Klagen over haar ploeggenotes of het feit dat niet haar eigen coach, maar premier Jan Peter Balkenende in de volgauto zat? Nee, dat deed ze niet

In 2008 begon ze als topfavoriet aan de wegwedstrijd op de Spelen in Peking. Het was koud en het regende op het parkoers rond de Chinese Muur. De tengere Vos kwam veel te vroeg alleen te zitten, kreeg onvoldoende steun van haar ploeggenotes. Een groepje reed weg en Vos kon niet mee springen, ze finishte als zesde, als eerste van de achtervolgende groep.

Na afloop had ze onderkoelingsverschijnselen, meteen moest ze worden afgevoerd. Klagen over haar ploeggenotes of het feit dat niet haar eigen coach, maar premier Jan Peter Balkenende naast bondscoach Johan Lammerts in de volgauto zat? Nee, dat deed ze niet. ‘Joh, het was die dag niet voor mij weggelegd.’ Zij had het zelf niet goed gedaan. Dat vertelde ze in het Holland Heineken House in de Chinese hoofdstad, terwijl een gouden olympische plak om haar nek bungelde. Die had ze een dag eerder gewonnen met de puntenkoers, op de baan dus. Met een ronde voorsprong was ze over de streep gekomen. Afspreken voor een exclusief interview? ‘Geen probleem, ik kom wel naar het Heineken Huis,’ had ze gezegd. Voor de fotograaf poseerde ze met de gouden plak.

‘Als het lijkt dat ik alles win, is dat niet goed voor de sport. Vervelend ook voor de andere rensters. Er zijn genoeg wedstrijden die ik niet win. Maar dat ziet niemand’

Weer een jaar later zaten we tegenover elkaar bij een hotel in het oosten van het land, een dag voor de start van de Holland Ladies Tour en vlak voordat ze voor de tweede keer de wereldbeker veroverde. We hadden het over de situatie in het vrouwenwielrennen. Vos vertelde dat ze zich weleens bezwaard voelde tegenover haar ploeggenotes. Zij won immers en werd daar financieel beter van. Terwijl de meiden die zo hard voor haar werkten ernaast studeerden of nog een baan hadden naast het fietsen. Ze had het over de situatie in het vrouwenwielrennen, hoopte op meer aandacht op tv en in de kranten. ‘Als het lijkt dat ik alles win, is dat niet goed voor de sport. Vervelend ook voor de andere rensters. Er zijn genoeg wedstrijden die ik niet win. Maar dat ziet en leest niemand.’

Vos was 22 jaar toen ze vertelde dat ze een voorvechtster voor het vrouwenwielrennen wilde zijn. Ze vond dat ze dat moest doen, als beste renster van de wereld. En ze hield woord. Afgelopen zondag werd voor het eerst La Course gereden, een wedstrijd waar Vos zich lang hard voor heeft gemaakt. Een wedstrijd door Parijs, op hetzelfde parkoers waar de mannen een paar uur later de laatste etappe van de Tour de France verreden; het is een stap in de goede richting, het vrouwenwielrennen stond vol in de schijnwerpers.  In 150 landen werd La Course uitgezonden. Het was een doorslaand succes, wat navolging verdient. Wie er won? Vos natuurlijk. Maar niet alleen Vos won, eigenlijk won met haar het hele vrouwenwielrennen.

'De meiden hebben er alles aan gedaan om mij te helpen. Dan vind ik het normaal dat zij ook wat ontvangen. Zij hebben altijd aan mij gedacht, nu denk ik aan hen' 

Vandaag is het twee jaar geleden dat Vos haar mooiste titel won. In Londen liet ze er geen twijfel over bestaan wie de beste was. In de plenzende regen ging ze tijdens de beklimming van Box Hill, op veertig kilometer van de finish, op de pedalen staan. Samen met de Britse Lizzie Armitstead, Amerikaanse Shelley Olds en de Russische Olga Zabelinskaya reed ze weg. Olds viel weg na een lekke band, waarna de Amerikanen en Duitsers aan de kop van het peloton sleurden, maar de voorsprong bleef steeds zo’n halve minuut. De Vossenjacht mislukte. Op The Mall, nabij Buckingham Palace sprintte Vos de Britse Armitstead eruit en pakte het goud.

Ze kreeg na de finish zoenen van toen nog prins Willem-Alexander en prinses Maxima. Vier jaar na Peking was haar erelijst zo’n beetje compleet, op nog maar 25-jarige leeftijd. En wat meteen opviel was dat Marianne Vos nog geen steek was veranderd ondanks alle successen. Nee, ze had geen tasjes van de Douglas meegenomen naar Londen om haar ploeggenotes te bedanken. Maar Vos, die alle schijnwerpers op zich gericht wist, betrok Ellen van Dijk, Loes Gunnewijk en Annemiek van Vleuten in de festiviteiten. Zij hadden de koers voor Vos hard gemaakt, hadden het vooraf uitgedokterde tactisch plan perfect uitgevoerd en de koers gecontroleerd toen Vos gevlogen was.

Vos hamerde er zo op dat haar gouden medaille een teamprestatie was, ze nam haar ploeggenotes mee het podium tijdens de huldiging in het Holland Heineken House en ze werden als enige sporters zonder medailles in het zonnetje gezet in de Ridderzaal, na afloop van de Spelen. Vos deed bovendien haar best dat NOC*NSF de wegwedstrijd als een teamprestatie aan zou merken. Met succes. Daardoor kreeg Vos niet een medaillepremie van 30.000 euro voor haar gouden plak, het geld dat een olympische titel in een individuele sport opleverde. Vos, Van Dijk, Gunnewijk en Van Vleuten werden ieder getrakteerd op 15.000 euro, de beloning voor een gouden plak in een teamsport. ‘Als zij in mijn belang rijden, dan moeten we ook samen delen in de premie. De meiden hebben er alles aan gedaan om mij te helpen. Dan vind ik het normaal dat zij ook wat ontvangen. Zij hebben altijd aan mij gedacht, nu denk ik aan hen,’ aldus Vos.

Marianne Vos is 27 jaar, won zeven titels in het veldrijden, drie regenboogtruien op de weg, was twee keer de beste van de wereld op de baan en won twee maal olympisch goud op de Spelen. Maar ze zorgt er ook voor dat haar ploeggenotes en het hele vrouwenwielrennen mee profiteren. Als jaren bewijst ze dat een topsporter niet per se egoïstisch hoeft te zijn om heel veel succes te hebben.

Delen: