Word abonnee

Column

De val van Jan Ullrich

door: Jasper Boks
30 juni 2015

30 juni 2006
Jan Ullrich leek voorbestemd de Tour de France van 2006 te gaan winnen. Zijn rivaal Lance Armstrong was immers gestopt. Maar vlak voor de start kreeg de Duitser een startverbod, zijn naam dook op in Operación Puerto. Het betekende einde carrière voor Der Jan.

Jan Ullrich reed in 1996 zijn eerste Tour de France, werd meteen tweede achter kopman Bjarne Riis en won de witte trui. Een jaar later overvleugelde hij zijn kopman en reed in de gele trui Parijs binnen. Slechts 23 jaar was hij toen. Der Jan, opgevoed in het Oost-Duitse sportsysteem, zou nog jaren het peloton gaan geselen, was de verwachting.

Het liep anders. Na zijn Tourzege van 1997 at Ullrich te veel en hij stortte zich in het nachtleven. Allebei niet voor het eerst en niet voor het laatst. Na lange, zware inspanningen moest hij even ‘ontspannen’.

Gevolg: in 1998 moest hij in de aanloop naar de Tour flink op dieet. In de etappe naar Lex Deux Alpes kreeg hij hongerklop, kreeg acht minuten aan zijn broek en zag Marco Pantani de door tal van dopingzaken ontsierde Ronde van Frankrijk winnen. Ullrich werd tweede, won wel voor de derde keer de witte trui.

In 2000 en 2001 was Ullrich best of the rest

Op tv zag hij in 1999 de opmerkelijke herrijzenis van Lance Armstrong, die nog maar net hersteld van teelbalkanker de Tour won. Ullrich miste de Tour wegens een knieblessure, won dat jaar wel de Vuelta. Eenmaal fit bleek hij net niet opgewassen tegen de veel gestructureerdere en obsessievere Armstrong. In 2000 en 2001 was Ullrich best of the rest.

Een jaar later had Ullrich opnieuw last van zijn knie en hij kon het opnieuw niet laten de bloemetjes buiten te zetten. In mei werd hij met een slok op achter het stuur aangetroffen, wat hem zijn rijbewijs kostte. Een maand later werd er amfetamine in zijn bloed gevonden, het gevolg van twee XTC-pillen die hij had genomen, verklaarde Ullrich. Hij werd een half jaar geschorst. De Tour moest hij dus opnieuw op tv volgen.

In 2003 kwam Ullrich beter terug dan ooit. Het gat met Armstrong was kleiner dan ooit. Wegens ziekte in de eerste week – later bleek de teamarts een vervuilde naald te hebben gebruikt bij een infuus – verloor hij in de Alpen anderhalve minuut op Armstrong. Ullrich sloeg terug in de tijdrit, zag dat zijn rivaal moeite had met de hitte, pakte opnieuw tijd op Armstrong in de eerste Pyreneeënrit. Het gat tussen de twee was slechts veertig tellen. In de etappe naar Luz Ardiden werd Armstrong door een toeschouwer ten val gebracht. Ullrich besloot te wachten. Armstrong kwam terug bij de kopgroep en besloot niet veel later te demarreren. Ullrich verloor veertig seconden. Zijn laatste kans om Armstrong eindelijk te kloppen was tijdens de tijdrit op de voorlaatste dag. Ullrich viel op het kletsnatte wegdek over een oliespoor en verspeelde door zijn ‘ziekte’, sportiviteit en de val de Tourzege, hij eindigde op 71 tellen van Armstrong.

Dichter bij Armstrong kwam hij niet meer. In 2004 werd Ullrich slechts vierde. Een jaar later werd hij derde, nadat hij een dag voor de Tour tijdens de training door de achterruit van een plotseling remmende ploegleiderswagen was gevlogen tijdens de training. Minder dan een dag later werd hij tijdens de tijdrit ingehaald door de na hem gestarte Armstrong. In de bergen ging hij opnieuw onderuit, waardoor hij Armstrong, die zijn zevende Tourzege pakte, en Ivan Basso moest laten gaan.

In 2006 was het dé kans voor de 32-jarige Ullrich om zijn tweede Tourzege te pakken

Het tijdperk Armstrong was voorbij, hij stopte ermee. In 2006 was het dé kans voor de 32-jarige Ullrich om zijn tweede Tourzege te pakken. In aanloop naar de Tour, op 23 mei 2006, deed de Spaanse politie onder de codenaam Operación Puerto invallen in Madrid en maakte in de kliniek van sportarts Eufemiano Fuentes transfusiemateriaal en honderd ingevroren en gecodeerde bloedzakjes meester. Fuentes werd gearresteerd, was na zijn sportloopbaan – hij was hordeloper – aan de slag gegaan als ploegarts bij Once, Amaya en Kelme en zou zijn renners toen al hebben voorzien van epo en bloeddoping. Maar ook Liberty Seguros-ploegleider Manolo Saiz, Kelme-ploegleider Ignacio Labarta werden opgepakt.

De namen van Ivan Basso en Jan Ullrich, de nummers twee en drie van de Tour in 2005 werden al drie dagen later in verband gebracht met Fuentes. De renners, die op dat moment meededen aan de Giro, ontkenden.

De dopingzaak bleef de gemoederen de hele maand juni bezig houden. Een dag voor de Tourstart barstte het dopingschandaal in alle hevigheid los. Negen renners, onder wie Ullrich, Basso, Francisco Mancebo en Oscar Sevilla, kregen een startverbod wegens hun banden met Fuentes. De Astana-ploeg kon uiteindelijk niet starten omdat vijf van de negen renners – Joseba Beloki, Alberto Contador, Isidro Nozal, Allan Davis en Sergio Paulinho – opdoken in Operación Puerto.

Ullrich zat dus opnieuw thuis, kreeg tijdens de Tour zijn ontslagbrief van T-Mobile, zag Floyd Landis de Tour winnen, maar de eindzege later met terugwerkende kracht naar Oscar Pereiro Sio gaan wegens het gebruik van testosteron in de zeventiende etappe.

Op 3 augustus meldde VRT Nieuws dat de Duitse dopingexpert Werner Franke inzage had gehad in het dossier van de Spaanse politie over Ullrich: ‘Ik kan enkel zeggen dat het lang geleden is dat ik zoveel vuiligheid bijeen zag.’ Volgens Franke gaf Ullrich jaarlijks 35.000 euro aan dopingproducten uit. ‘Sommige personen in zijn entourage zijn echte duivels. Dat ze hem zulke producten hebben aangeraden en dat ze hem bij de Spaanse dokter Eufimiano Fuentes brachten!’

Op 22 juni 2013 gaf Ullrich in het Duitse tijdschrift Focus toe dat hij tijdens zijn carrière doping had gebruikt

Op 26 februari 2007 kondigde Der Jan het einde van zijn wielerloopbaan aan. Hij ontkende destijds nogmaals alle beschuldigingen. Pas op 9 februari 2012 werd hij schuldig bevonden aan bloeddoping en deelname aan het dopingprogramma van Fuentes. Hij bleek in totaal 80.000 euro te hebben overgemaakt aan de sportarts. Er ging een streep door al zijn na 1 mei 2005 behaalde resultaten, dus ook zijn derde plaats in de laatste Tour die hij volbracht. Op 22 juni 2013 gaf Ullrich in het Duitse tijdschrift Focus toe dat hij tijdens zijn carrière doping had gebruikt, vijf maanden eerder had zijn rivaal Armstrong bij Oprah Winfrey zijn bedrog opgebiecht.

Delen: