In 2011 vertrok Luis Suarez bij Ajax. De Uruguayaan verkaste naar Engeland en groeide bij Liverpool uit tot een wereldster. Hij is topscorer van Engeland en werd gekozen tot beste speler van de Premier League. Maar ook Ajax zit nog in zijn hart, vertelt Suarez in het dubbeldikke jubileumnummer van Helden Magazine.
“Ik heb altijd gezegd dat ik ooit terug wil naar Ajax,” zegt de 27-jarige Luis Suarez tegen Barbara Barend, die bij hem op bezoek was in Liverpool.
“Ha, ook als de trainer me niet wil, ga ik toch. Zeker weten! Ajax is voor mij een heel belangrijke stap geweest in mijn leven. Ten eerste zijn mijn vrouw Sofia en ik gek op Amsterdam en de manier van leven, het respect van en voor iedereen. We hadden een gelukkig leven, konden er heel rustig wonen en we wandelden veel door Amsterdam.”
'We hadden een gelukkig leven in Amsterdam'
Suarez kwam na een seizoen FC Groningen in 2007 bij Ajax terecht. Tot zijn vertrek in 2011 speelde hij 110 eredivisieduels voor de Amsterdammers, waarin hij 81 keer scoorde. Uiteindelijk vertrok hij voor 25 miljoen euro naar Liverpool.
“De organisatie binnen de club was geweldig, Ajax was de ideale club voor mij en heeft mij veel geleerd. Mijn tweebenigheid heb ik te danken aan Ajax, maar ook het spelen zonder bal en het leren denken als team. Weet je welke trainer me als aanvaller heel veel heeft bijgebracht? Adrie Koster, hij leerde me als aanvaller ook tactisch te denken, dat er meer was dan de bal. Martin Jol gaf me vooral zelfvertrouwen, ik was echt vereerd toen hij me aanvoerder maakte en voelde me ook verantwoordelijk.”
'Ik was echt geroerd bij het afscheid'
“Ik vond dat ik mijn aanvoerderschap elke wedstrijd moest waarmaken, dat ik elke wedstrijd een voorbeeld moest zijn voor mijn medespelers. Jol vond mijn manier van spelen leuk, hij genoot van de wijze waarop ik voetbal beleefde. En dat wilde hij belonen met het aanvoerderschap. Ik was ook echt geroerd bij het afscheid, ik voelde oprechte genegenheid. Ongelooflijk toch? Ik was blij met hen en zij met mij. Daarom denk ik dat ik ooit weer bij Ajax zal spelen. Omdat ik het wil.”