Word abonnee

Uit helden

Vos: ‘Ik voelde me zo nutteloos en lui’

door: Jasper Boks
21 juli 2016

Vanwege aanhoudend blessurleed fietste ze bijna een jaar lang geen wedstrijden; toch zullen de ogen deze zomer in Rio wederom gericht zijn op Marianne Vos. De 29-jarige wielrenster hoopt daar haar gouden medaille van Londen te prolongeren. In de Helden 29 deed Marianne uitgebreid haar verhaal.

Kijk naar haar palmares en het begint te duizelen: sinds 2004 won ze liefst dertien wereldtitels en tweemaal olympische goud. Alleskunner Marianne Vos schitterde op de weg, in het veld en op de baan. Elke dag van het jaar kon je haar bellen voor een wedstrijdje, nooit leverde ze half werk.

Een jaar geleden trok haar lichaam aan de noodrem. Non-functional overreaching luidde de diagnose. Het kwam erop neer dat na een tijdens het mountainbiken opgelopen gebroken rib, eind april, haar lijf niet langer herstelde van zware inspanningen. Marianne kreeg drie maanden volledige rust voorgeschreven en moest 2015 laten voor wat het was. 

Je noemde wielrennen jouw verslaving. Had je last van afkickverschijnselen toen je ineens niet meer mocht fietsen?
“En of ik moest afkicken! Vooral de competitie miste ik heel erg. Ik hunkerde er echt naar. Ik had door mijn fysieke staat ook kunnen denken: zoek het maar uit met je wielrennen. Ik vond het wel een goed teken dat ik de fiets ook vreselijk miste toen ik me niet goed voelde.”

'Mijn revalidatie bestond uit niets doen. De hele dag!'

Eens een adrenalinejunk…
“Maar ik wist dat het niet goed was om toe te geven aan mijn verslaving, moest van mijn fiets afblijven. In tegenstelling tot een rook- of alcoholverslaving mag ik nu gelukkig weer wielrennen.”

Je sprak van een mini zwart gat.
“Voorheen leefde ik van doel naar doel. Ineens moest ik rusten, was ik niet gewend, vond ik moeilijk. Lag ik een beetje op de bank. Of ik maakte een wandelingetje. Doordat het fysiek niet goed ging, kreeg ik het mentaal ook zwaar. Ik voelde me zo nutteloos en lui. Nadat ik was opgestaan, ging ik werken aan mijn herstel. En mijn revalidatie bestond uit niets doen. De hele dag!”

'Niemand kon er er iets aan doen dat ik niet mocht fietsen'

Werd je chagrijnig van het niksen?
“Natuurlijk werd ik daar niet blij van. Ik merkte het als ik er even uit moest, wilde mijn frustraties niet op een ander botvieren. Niemand kon er er iets aan doen dat ik niet mocht fietsen.”

Hoe vermaakte je je?
“Ik kwam de dagen wel door, hoor, had ook eens tijd voor andere dingen. Ik ben verhuisd, was druk met de inrichting. Was een prettige afleiding. Ik ben van een denker, zonder die afleiding was ik misschien wel gaan zitten malen. En ik had tijd om af te spreken met vriendinnen. Ik heb niet zo’n heel grote vriendengroep. Waarschijnlijk komt dat ook doordat ik altijd maar aan het fietsen was. Nu had ik wel alle tijd voor hen, was fijn.”

Het hele interview met Marianne Vos is te lezen in de Helden 29, maar natuurlijk ook via Blendle: klik hier.

Delen: