Word abonnee

Wielrennen

Demi Vollering: ‘Ik ben een killer’

Dirk-Jan van Dijk

Wielrennen

Demi Vollering: ‘Ik ben een killer’

door: Marlies van Cleeff
30 mei 2023
22 tot 27 minuten lezen

De ogen zijn gericht op Demi Vollering (26). In het voorjaar won ze Strade Bianche en vervolgens de befaamde hattrick Amstel Gold Race/Waalse Pijl/Luik-Bastenaken-Luik. Ook in La Vuelta Femenina liet ze zien de vrouw in vorm te zijn. De renster van SD Worx maakt zich nu op voor de Tour de France Femmes. We legden haar uitspraken voor die ze twee jaar eerder in Helden deed.

‘Het gaat nu allemaal heel goed, maar ik moet wel blijven presteren. Ik wil voorkomen dat ze van mij kunnen zeggen: die Demi was een eendagsvlieg.’

“Dat gevoel heb ik nog steeds een beetje,” zegt Demi Vollering lachend. “Ik wil nu ook niet stil komen vallen. Ik heb zo’n mooi voorjaar achter de rug, wil blijven winnen. Die eeuwige onzekerheid dat ik niet goed genoeg ben, maakt mij juist beter, ik moet van mezelf blijven presteren en doe daar alles voor.”

Strade Bianche was Demi’s eerste overwinning in het voorjaar. De koers eindigde in de straten van Siena in een eindsprint tussen Demi en haar Belgische ploeggenote Lotte Kopecky. “Ik weet dat ik een killer ben en het kan afmaken. Toen Lotte mij voorbijkwam, werd ik zo wild, ik dacht: dit geef ik niet meer weg.”

Daarna sloeg Demi toe in de Amstel Gold Race. Na tweede plaatsen in 2021 en 2022 won ze dit keer. Ze sprong op twee kilometer van de streep weg uit de kopgroep en kwam solo aan. “Ik wilde de Amstel Gold Race zo graag winnen, had dit plan in mijn hoofd en ging heel zelfverzekerd die wedstrijd in. Bij Strade was ik nog zoekende, nu was ik meer overtuigd van mezelf. Winnen geeft ook zo’n boost.”

Vervolgens de Waalse Pijl. Vorig jaar en in 2020 eindigde Demi als derde, dit jaar sloeg ze toe op de Muur van Hoei. “Ik wist niet zeker of die klim mij wel zou liggen, was iedere keer net niet goed genoeg geweest. Door mijn zenuwen werd die wedstrijd lastig. Ik had enorm last van mijn maag, kon niet goed eten. Maar mijn team reed zo goed, bleef vertrouwen in mij houden.

Vanaf de voorlaatste klim ging ik mijn eigen tempo rijden en waren de zenuwen weg. Op de laatste klim voelden mijn benen ook goed en ik dacht: ik rij mijn eigen tempo, als anderen over mij heen komen, dan is dat maar zo. Maar dat gebeurde niet.”

Een paar dagen later won ze het sluitstuk van het voorjaar: Luik-Bastenaken-Luik, die ze in 2021 ook al won. “Luik had nog meer lading gekregen omdat ik de hattrick kon voltooien. Van die gedachte werd ik onrustig. Ik kon niet slapen, lag op de wekker te wachten omdat die vroeg zou gaan.

Er zaten twee stemmetjes in mijn hoofd. De ene maakte zich zorgen en zei: ‘Wat als het niet lukt?’ De ander zei: ‘Rustig blijven liggen en ook al slaap je niet, dan rust je alsnog uit.’ Toch had ik de volgende dag heel veel zin om te koersen. Alle meiden vertrouwden erop dat ik het ging afmaken. Ik had het idee dat iedereen net wat gemotiveerder was dan normaal om die hattrick met de ploeg te voltooien.”

Eenmaal bij de laatste klim aangekomen, waren de zenuwen verdwenen. Alleen de Italiaanse Elisa Longo Borghini kon haar bijbenen, maar in de eindsprint maakte Demi het af. “Het was een enorme opluchting en bevestiging dat ik de goede weg in ben geslagen.”

Ook in La Vuelta liet Demi haar goede vorm zien. In de rode leiderstrui en met een etappezege op zak ging ze het weekend in, totdat een plaspauze in de voorlaatste rit verkeerd uitpakte. Titelverdedigster Annemiek van Vleuten ging in de aanval en pakte 1 minuut en 11 seconden voorsprong op Demi. Op de laatste dag wist Demi die nog bijna goed te maken. Ze schreef de bergetappe op haar naam, maar miste op negen seconde de eindzege. “Ik heb het idee dat ik nog steeds groei in mijn vorm,” zei ze na afloop.

Er kwam veel op Demi af na haar zegereeks. “Het is grappig om te zien dat mensen anders naar je kijken als je wint. Er wordt nu ineens naar mij geluisterd. Iedereen wil weten waarom ik zo goed ben. Voor mij was dat een minder grote verrassing. Ik ben een stuk sterker geworden, maar zit nu ook lekkerder in mijn vel in de ploeg, word nog meer gerespecteerd en de meiden begrijpen mij beter.”

In 2021 zette Demi zich op de kaart door Luik-Bastenaken-Luik en La Course te winnen. Vorig jaar werd er al veel van haar verwacht, maar werd ze nog geregeld tweede of derde. “In de voorjaarsklassiekers miste ik dat laatste stukje. Ik kreeg van de ploeg te horen dat ik een stap extra moest zetten in mijn trainingen.

Daar schrok ik heel erg van, het kwam best hard binnen, want voor mijn gevoel haalde ik alles eruit wat erin zat. Ik trok het me ook heel erg aan, want ik ben een harde werker en wilde niet dat mensen dachten dat ik achteroverleunde.” Anna van der Breggen, oud-wielrenster en ploegleidster van SD Worx, bood hulp.

“Anna is mijn trainingsschema’s gaan maken, dankzij haar ben ik anders gaan trainen. Dat heeft geholpen. Zelf had ik het idee dat ik vooral mentaal sterker en volwassener moest worden. Als je als kind in groep 3 zit en het gaat goed, zeg je niet zomaar: ga maar naar groep 5. Ik had het idee dat dat bij mij gebeurde vorig jaar, dat het te snel ging en ik kwam op met grote sprongen, maar ik sloeg te veel klassen over. Ik wilde te graag en was daar te geforceerd mee bezig.”

Via wielerbond KNWU kwam ze bij een mental coach terecht. Demi had er veel baat bij. “Ik wilde nog beter leren wie ik ben en wat ik wil. Onze gesprekken gingen niet alleen over mij als wielrenster, maar ook over wie Demi zonder fiets is. Ik ben gevoelig voor sfeer in een groep en voor meningen van anderen, wil niemand teleurstellen. Soms had ik het gevoel dat ik niet begrepen werd, dat mensen niet helemaal snapten hoe ik in elkaar zit. Ik leerde mezelf ook beter kennen.”

In aanloop naar de Tour de France van vorig jaar leerde Demi om te gaan met faalangst, wat haar eerder parten speelde. “Tijdens de trainingen beeldde ik me in hoe de etappes zouden verlopen en voelde ik me heel sterk. Maar als ik ’s avonds in mijn bed lag, dan kwam er een duiveltje, zag ik voor me hoe Annemiek van Vleuten bij mij wegreed. Ik werd gek van die gedachten en probeerde ze weg te wuiven, maar dat lukte niet. Ik wilde het zo graag en was zo bang dat het niet lukte.

Mijn mental coach zei: ‘Zodra je dat beeld voor je ziet, denk dan: en als dat gebeurt, wat dan nog? Dan rij je toch gewoon je eigen koers verder?’ Zo werd de lading minder groot en was het ook makkelijker om dat beeld uit mijn hoofd te zetten. Ik dacht niet meer aan Annemiek, maar aan mezelf, en maakte mijn eigen koers.”

Ook als persoon is Demi veranderd. “Ik ben rustiger geworden. Ik ben sterker geworden in mijn communicatie, ook in het uitspreken van mijn emoties. Dat vond ik voorheen lastig. Als ik iets wilde zeggen wat een emotionele lading had, kwamen meteen de tranen. Dan dacht ik: laat ik maar mijn mond houden, anders moet ik huilen en wordt het nog heftiger. Nu denk ik: misschien moet ik huilen, maar wat dan nog?”

Tegenwoordig wint ze wedstrijden dus niet alleen met haar benen. “Er valt op mentaal vlak zoveel te halen. Waarom zou je alleen je lichaam trainen als je hoofd zoveel sterker is dan we denken?”

Voorheen was ze nog weleens bang om te verliezen, zei ze al eerder in interviews, nu durft ze all in te gaan. “Ik vond het ook altijd lastig om te kiezen, omdat ik heel allround ben. Ik ben best een goede sprinter, maar kan ook goed klimmen, en ben er ook achter gekomen dat ik goed solo kan rijden. Eerder durfde ik nooit zo goed vol te gaan voor een ontsnapping, omdat ik dacht: stel dat het niet lukt, dan heb ik nog wat over voor mijn sprint of voor de laatste klim. Nu ga ik gewoon.”

‘Wat Anna allemaal heeft gewonnen, olympisch goud, wereldtitels, de Giro Rosa meerdere keren. Daar kan ik alleen maar van dromen.’

Lachend zegt Demi: “Ja, dat wordt voor mij nu allemaal ook steeds reëler.”
Anna van der Breggen was voor Demi de enige renster die er ook in slaagde de wielerhattrick Amstel Gold Race/Waalse Pijl/Luik-Bastenaken-Luik te voltooien. “Anna was er niet bij in Luik, maar appte me ’s avonds. Ze stuurde een felicitatiegifje, en meteen daarna dat ik mijn laatste gelletje te laat had genomen en dat ik veel risico had genomen. Ik had het laatste groepje voor de klim te ver weg laten rijden. Ik kan genieten van het commentaar van Anna, zit bij de ploeg om beter te worden, en die ruimte voor verbetering is er nog.”

Als wielrenster won Van der Breggen alles wat er te winnen viel, nadat ze eind 2021 stopte, werd ze Demi’s ploegleidster bij SD Worx en maakt ze dus haar trainingsschema’s. “Anna betekent veel voor mij, is heel belangrijk in de weg die ik in ben geslagen. Ik leer veel van haar, vooral op het gebied van trainen, maar zij laat mij ook groeien als renster en als persoon. In trainingen kon ik soms nog onzeker zijn, ik was gauw bang dat ik te weinig deed of juist te veel.

Ik vond het altijd spannend om dat zelf aan te voelen, had het idee dat ik daar te weinig verstand van had. Anna pusht mij en zegt altijd: ‘Er is geen trainer zo goed als jezelf, alleen jij kent jezelf het allerbest.’ Nu voel ik veel beter aan wat ik moet doen: een rondje minder omdat ik vermoeid ben of juist dat rondje extra.”

Voorheen maakte Stefan van Klink haar trainingsschema’s, de eerste trainer met wie ze ooit begon te werken bij haar voormalige ploeg SwaboLadies. “Ik wilde niet meteen volledig overstappen naar een andere trainingsleer, geregeld zie je bij sporters dat ze dan even stil komen te vallen omdat hun lichamen eraan moeten wennen. Anna heeft het langzaam overgenomen, voor de Tour de France van vorig jaar. Met Stefan deed ik meer all outtrainingen, met lange rust ertussen. Nu doe ik wat kortere, intensievere blokjes met een kortere rustperiode ertussen.”

Aangespoord door de ploegleiding maakte Demi deze winter ook meer uren op de racefiets. “Voorheen was ik bang dat ik in januari al mijn motivatie zou verliezen als ik in november al op de racefiets zou stappen. Eerder ging ik in die periode ook mountainbiken. Ik was bang dat het saai zou worden als ik alleen maar op de racefiets zat, maar dat was niet het geval. Toen het februari was, was ik zo gemotiveerd. Ik heb het er zelfs nog met mijn mental coach over gehad dat ik bang was dat ik te vroeg zou pieken, dat ik stil zou komen te vallen. Anna moest lachen toen ik het haar voorlegde, ze zei: ‘Dat kan helemaal niet, het zware trainingsblok moet nog komen.’”

Ook de nuchtere blik van Anna is fijn, vertelt Demi. “Voor de Waalse Pijl was ik onzeker over die Muur van Hoei. Ik vroeg Anna: kan ik vanmiddag nog even met jou zitten om de klim door te spreken, hoe ik die bochten moet aansnijden? Ze zei: ‘Dat weet je heus wel.’ Ik moet dan even gniffelen, want dat is ook zo. Toch kan Anna dat laatste stukje onzekerheid bij mij wegnemen.”

Haar succes heeft Demi ook te danken aan haar ploeggenoten bij SD Worx. Met Lotte Kopecky, de Belgische die dit jaar de Ronde van Vlaanderen won, en sprintster Lorena Wiebes zijn er meerdere kopvrouwen. “Aan het begin van het jaar moesten we van sportief manager Danny Stam een lijstje maken van de wedstrijden die we wilden winnen. De Amstel Gold Race stond op mijn lijstje. Strade Bianche en Ronde van Vlaanderen wilde ik graag als team winnen. In sommige wedstrijden is het duidelijk wie onze kopvrouw is, zoals bij de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken- Luik. Voor Strade Bianche lagen meerdere plannen klaar, voor Lotte en mij, net als bij de Amstel Gold Race.

Die samenwerking gaat goed. Lotte is ook rustig, zal nooit in een groep roepen: ‘Vandaag gaan we voor mij rijden.’ Maar eerder: ‘Ik wil Demi’s kansen niet wegnemen.’ We staan er hetzelfde in en genieten van elkaars successen. Ik raak ook geïnspireerd van Lorena en Lotte. Lorena is een heel lieve en sociale meid, maar zodra een wedstrijd begint, kan zij iedereen zo goed aansturen, dan is ze niet bang om te schreeuwen. Ik kan veel van haar leren wat dat betreft. Lotte heeft weer heel veel koersinzicht. Zij is heel rustig in de wedstrijd. Maar als het dan dreigt ‘op de kant’ te gaan, dan gaat ze. Zij is ook een heel technische renster. Als ik bij haar in het wiel zit en naar voren schuif, leer ik veel van haar.”

‘Als ik iets wilde zeggen wat een emotionele lading had, kwamen meteen de tranen. Dan dacht ik: laat ik maar mijn mond houden’

‘De weg die ik heb afgelegd om te komen waar ik nu ben, emotioneert me. Na een overwinning denk ik snel aan mijn ouders, broer en zusjes, opa’s en oma’s en natuurlijk Jan.’

“Na iedere overwinning ben ik enorm trots en besef ik wat ik ervoor heb gedaan al die jaren. Dat zou me nooit gelukt zijn zonder mijn familie en mijn verloofde Jan. Maar ik heb het ook aan mezelf te danken, hoor, ik wilde het altijd heel graag en ben gedisciplineerd. Ik ben opgegroeid met hard werken, het voelde nooit als een opgave.”

Demi is de oudste dochter uit een gezin met vier kinderen. Ze heeft een jongere broer, Jake, en twee zusjes, Nena en Bodine. Thuis in Berkel en Rodenrijs stond, en staat nog altijd, veel in het teken van de bloemkwekerij van haar vader en oom, waarin het draait om snijhortensia’s. Het harde werken is Demi met de paplepel ingegoten. “Als mijn zusjes, broertje of ik even niks aan het doen waren, zei mijn moeder: ‘Ga maar even onkruid wieden of vragen of je vader nog wat te doen heeft.’” Stilzitten gebeurde bij de familie Vollering thuis niet. Als Demi niet aan het werk was in de bloemkwekerij of later in bloemenwinkels, was ze aan het schaatsen of aan het wielrennen.

Voor de Spelen in Rio in 2016, amper zeven jaar geleden, had ze nog de droom om als schaatsster naar de Spelen te gaan. Pas op haar zestiende reed Demi haar eerste wedstrijden op de racefiets. In die tijd fietste ze twee keer in de week, meer niet. Haar schaatstrainer was de eerste die haar ook fietstraining gaf. Op haar twintigste koos Demi definitief voor de fiets, mede dankzij haar verloofde Jan de Voogd die ze in die periode leerde kennen en amateurwielrenner was. Hij merkte dat Demi snel herstelde na inspanningen en adviseerde haar vol voor het wielrennen te gaan. “Ik besloot om minder te werken en meer op mijn sport te focussen, maar dat was ook weleens lastig.

Dan ging ik tussen een training door uitrusten op de bank of even op bed liggen, maar de rest werkte gewoon hard door in de kas en snapte niet waarom ik niet meehielp. Toch hebben mijn ouders mij altijd vrijgelaten en gesteund in mijn keuze. Ze hadden ook kunnen zeggen: ga eens werken of studeren.” Haar familie volgt Demi op de voet. “Ze waren met zijn allen bij de Amstel Gold Race en in Luik waren mijn ouders en Jan erbij. Na de finish vloog ik mijn vader in zijn armen. Hij zei iets van: ‘Ongelofelijk Demi.’ En dat hij supertrots op me was. Dat maakte mij nog trotser. ’s Avonds hebben we met de hele familie de wedstrijd teruggekeken.”

Demi’s twintigjarige zusje Bodine is ook hard aan de weg aan het timmeren als wielrenster en zou graag in de voetsporen treden van Demi. “Ze heeft veel talent, maar heeft dit jaar nog niet veel geluk gehad.

Vorig jaar kwam ze in een training heel hard ten val, ze liep een scheurtje op in haar milt en mocht vijf dagen lang niet bewegen in het ziekenhuis. Ze heeft er lang van moeten herstellen, maar is nu weer op de goede weg. Het is ook lastig voor Bodine: mensen verwachten meteen dat ze ook goed zal worden. Gelukkig is mijn zusje een heel koele kikker en geeft daar niet zoveel om. Ze heeft de hele winter doorgetraind en is van club gewisseld en ze wilde naar Schijndel, maar eigenlijk was er geen plek voor haar in de wedstrijdselectie.

Ze vroeg mijn mening. Ik zei: ik denk dat je wedstrijden moet gaan rijden en voor een andere club moet kiezen. Een dag later kreeg ik een appje dat ze toch voor Schijndel koos. Bodine had te horen gekregen dat als ze goed haar best zou doen, ze zich in de wedstrijdselectie kon fietsen. Dat is haar gelukt. Ze is op trainingskamp geweest op Mallorca en dat ging heel goed. Ze vindt het leuk, wil graag een profcontract verdienen en ze wil graag naar de ploeg Parkhotel Valkenburg, daar ben ik ook begonnen als profrenster. Ik hoop dat het haar lukt.”

‘Jan helpt me zo goed, kan heel goed praten en is ook mijn manager. Hij is ook iemand die me motiveert, ik heb soms die schop onder mijn kont nodig. Dankzij Jan heb ik dus de stap gemaakt om echt voor het wielrennen te gaan.’

“Ik heb nog steeds weleens dagen dat ik die schop onder mijn kont nodig heb. Toen er zoveel op me afkwam in die week na Luik, had ik niet veel zin om op te fiets te stappen. Jan maakt dan mijn fiets klaar. Dan zie ik hem mijn banden oppompen en denk ik: oké, ik ga toch maar even.”

Jan is niet alleen haar partner, ook haar manager. “Als ik geen zin heb in sommige interviews, dan kan hij zeggen: Demi, dit is echt goed om te doen, ga gewoon.” Demi schoof zelfs aan bij Vandaag Inside. “Ik ken Roxane Knetemann goed, die er ook geregeld zit. Na Strade Bianche appten we, ik stuurde haar dat ik vond dat ze het zo leuk deed. Johan Derksen was altijd heel erg fan van Annemiek van Vleuten en had tegen Rox gezegd dat hij een opvolgster had gevonden, dat ik dat was. Ik zei zoiets van: ik hoop dat ik Johan al sneller fan van mij kan maken. Rox vroeg of ik een keer wilde komen. Jan regelde het toen verder en na Luik zat ik er aan de bar. Het was hartstikke leuk.”

‘Jan ging niet op een knie, want hij zat al op het picknickkleed. Toen haalde hij ineens een ring tevoorschijn’

Werk en privé lopen bij Jan en Demi dus door elkaar. “Soms is dat wel gek, maar hij doet het heel goed en ik vertrouw hem volledig. Jan wil het beste voor mij.”

In mei vorig jaar vroeg Jan haar ten huwelijk, toen ze in de Vogezen met hun campertje de verkenning aan het doen waren voor de Tour de France. “We hadden het weleens over trouwen gehad, toch zag ik het totaal niet aankomen. We stonden op de camping en het was een heel mooie avond. Onze hond Flo liep door het grasveld te huppelen. Jan ging niet op een knie, want hij zat al op het picknickkleed. Ik had net het eten voorbereid en kwam bij hem zitten. Toen haalde hij ineens een ring tevoorschijn.” Lachend: “En Flo had door dat het iets heel speciaals was, die kroop meteen tussen ons in.”

De bruiloft is nog niet gepland. “Misschien dat we wel in het buitenland willen trouwen, in Italië, in oktober, na het seizoen. We hebben geen haast. We willen het in onze stijl doen, een beetje festivalachtig, met tentjes buiten.”

Naast de manager van Demi is Jan ook afdelingshoofd van de OK in het ziekenhuis in Basel, Zwitserland. Daar wonen de twee inmiddels samen. Ze delen hun passie voor de natuur. “We hadden altijd de droom om een campertje om te bouwen, dat hebben we nu gedaan. We genieten ervan om daarmee de bergen in te rijden, te toerskiën of lekker te fietsen samen. Jan is een heel druk bijtje, ik pas wat dat betreft heel goed bij hem. Zijn moeder zei altijd: ‘Jij gaat nooit een vriendin vinden die net zo hard als jij kan lopen.’” Lachend: “Dat is hem toch gelukt.”

Als ik in een positie zit waarin het lastig is om nog te winnen, zeg ik tegen mezelf: het kan altijd nog, dat heeft Mathieu bewezen.’

“Mathieu van der Poel liet dat in 2019 al in de Amstel Gold Race zien. Annemiek van Vleuten is daar ook een voorbeeld van. Zij won het WK vorig jaar met een heel late uitval en een gebroken elleboog,” zegt Demi, “ik weet inmiddels ook dat de koers pas voorbij is op de finishlijn.”

De inmiddels veertigjarige Van Vleuten was vorig jaar de te kloppen vrouw. Ze won Luik-Bastenaken-Luik, vervolgens de Tour de France, de Giro én La Vuelta, en ze werd wereldkampioen. Demi won weliswaar de bergtrui in de Tour, maar werd tweede achter Van Vleuten. “Annemiek en ik zijn geen vriendinnen, we zijn niet dezelfde types, maar ik heb wel veel respect voor haar en ik denk dat ze dat voor mij ook heeft. Natuurlijk wilde ik haar dit jaar graag een keer verslaan.

Hoe ze vorig jaar in de rondte reed, was ongelooflijk, ze was verreweg de beste en van de beste wil je winnen. Dit voorjaar was ik extra gemotiveerd om van haar te winnen, ook omdat ze na dit jaar stopt. Anders zullen mensen altijd zeggen: ‘Leuk wat Demi heeft gewonnen, maar dat is makkelijk, want ze heeft niet meer tegen Annemiek gekoerst.’ Dat wilde ik voorkomen.”

Ze wordt ook geïnspireerd door Tadej Pogacar. “Ik kan enorm genieten van hem, hij rijdt zo relaxed rond. Het plezier straalt ervan af. De manier waarop Pogacar koerst en hoe hij is als persoon – zo relaxed en nuchter – dat vind ik inspirerend.”

Ik zou in de toekomst heel graag samen in Zwitserland willen gaan wonen. Het leven daar trekt mij net wat meer dan hier. De bergen, de schoonheid. De rust.’

“In januari vorig jaar ben ik officieel naar Zwitserland verhuisd. Jan en ik houden enorm van de bergen. We wonen net buiten Basel, maar komende winter verhuizen we terug naar Luzern. Jan heeft daar al eerder gewoond en gewerkt in het ziekenhuis, nu krijgt hij in datzelfde ziekenhuis een managementfunctie. Hij begint na het WK. We moeten op zoek naar een mooi huisje.”

Maar eerst volgen er nog een paar mooie wedstrijden, waaronder de Tour de France Femmes. “Vorig jaar hoopte ik al dat ik goed genoeg was om de Tour te winnen. Uiteindelijk was ik heel blij met mijn tweede plek en de bergtrui, maar ik hoop hem dit jaar te winnen. Ik ben nooit bang geweest om groot te durven dromen, wil ook graag een keer wereldkampioen worden en olympisch kampioen. En ik hoop dat ik in de tijdrit nog beter kan worden.”

Eén ding is zeker: haar overwinningen smaken naar meer. “Ik ben 26. In de trainingen maak ik nog steeds heel grote stappen, dat is een fijn gevoel.” Met het leven na haar wielercarrière is Demi nog niet bezig. Ooit wil ze graag kinderen. “Maar ik ben volgens mij niet het type dat tijdens haar carrière moeder wil worden, het lijkt me heel lastig om dan nog terug te keren als wielrenster. Dan zou ik eerder kiezen voor gravelbiken, hardlopen of trailrunnen in Zwitserland, want ik geniet ook heel erg van andere sporten. En toerskiën wordt volgens mij een olympische sport.” Lachend: “Dus wie weet.”

Helden Magazine editie 67

Het verhaal van Demi Vollering komt voort uit Helden Magazine nummer 67, het Sportzomerboek, waar Mathieu van der Poel de cover siert samen met Sifan Hassan, Quilindschy Hartman, Lieke Martens & Jackie Groenen.

De 67ste editie van Helden is een dubbeldik Sportzomerboek, waarin er volop aandacht is voor de Tour de France voor mannen en vrouwen, het WK voetbal, en het landskampioenschap van Feyenoord.

Verder in Helden 67 uitgebreide interviews met: alleskunner Sifan Hassan in aanloop naar de WK atletiek, baanwielrenner Roy van den Berg, hockeysters Sanne Koolen en Pien Sanders, zwemster Marrit Steenbergen is sterker dan ooit, Kiran Badloe over de metamorfose van windsurfer naar foiler, Botic van de Zandschulp op weg naar de absolute tennistop, coureur en analist Giedo van der Garde over Nyck de Vries en Jos en Max Verstappen, en nog veel meer inspirerende verhalen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine editie 67!

Wil je geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Abonneer je nu snel en ontvang de Helden Magazine op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Blijf daarnaast op de hoogte van het recentste sportnieuws en leuke winacties door je aan te melden op onze nieuwsbrief en volg ons op onze social mediakanalen.

Delen: