Word abonnee

Wielrennen

Leven na de val

Iris Planting

Wielrennen

Leven na de val

door: Marlies van Cleeff
22 juni 2017
14 tot 19 minuten lezen

Ze was op weg naar olympisch goud in Rio, tot die ene bocht in de laatste afdaling. Een smak tegen het asfalt. Annemiek van Vleuten (34) lag roerloos op de grond. Maar de hoofdrolspeelster van een van de meest indrukwekkende sportmomenten ooit is allang opgestaan. “Ik wil herinnerd worden als het meisje dat veerkracht toonde.”

“Het is hier nog een puinhoop, hoor,” verontschuldigt Annemiek van Vleuten zich als ze ons eind februari verwelkomt in haar huis in Wageningen. Voor het eerst in bijna vier maanden is de wielrenster weer een dag thuis. Van het WK in Qatar vloog ze naar Australië en Nieuw-Zeeland, om aansluitend op hoogtestage te gaan op Tenerife. Alleen als het echt moet, zit ze stil.

Tekst gaat verder onder de foto

Zoals na die gruwelijke val in de olympische wegwedstrijd in Rio, waarna Anna van der Breggen er in haar plaats met het goud vandoor ging. Annemiek bleef op het eerste gezicht levenloos op het asfalt liggen na haar val in de spekgladde afdaling. “Ik heb vaak moeten aanhoren: ‘Wat zag het er verschrikkelijk uit, ik dacht dat je dood was.’ Daar kan ik niet zoveel mee.” Ze wijst naar de muur, naar een actiefoto op canvas van haar tijdens de wegwedstrijd, met daarop een uitspraak van Winston Churchill. ‘Success is not nal, failure is not fatal: it is the courage to continue that counts.’ “Die heb ik van Marianne Vos gekregen.”
Over De Val praten vindt ze niet vervelend. “Maar ik heb er wel moeite mee als mensen me alleen de val willen laten zien en niet het gedeelte ervoor toen ik iedereen bergop loste. Ik was de beste die dag, reed de wedstrijd van m’n leven.”

Outback
“Die eerste week dat ik terug in Nederland was, mocht ik niks,” herinnert Annemiek zich. “Niet eens mijn telefoon en de tv aanraken. Dat was ook de enige week dat ik echt verdrietig was. Ik voelde me doelloos en diep ongelukkig. Totdat de dokter na die week zei: ‘Misschien kun je al wel voorzichtig trainen.’ Ik voelde me meteen beter, dacht aan het WK in Qatar.”

En dus vertrok ze op hoogtestage naar Italië met haar moeder, en baarde opzien door twee weken later alweer de Ronde van België te winnen. “Ik wist wel dat ik iemand was die niet bij de pakken neer zou gaan zitten, zo ben ik ook opgevoed door mijn ouders. Maar dat ik die knop zo kon omzetten en de draad kon oppakken, heeft me wel verbaasd.”
Nog geen twee dagen terug van het WK in Qatar vertrok Annemiek naar Australië. Met tien kilo bagage in een backpack en een fiets verbleef ze in drieënhalve maand tijd op 47 adressen in Australië en Nieuw-Zeeland. “Die reis stond los van het afgelopen jaar. Als ik wel die gouden medaille thuis had gehad, was ik ook gegaan. Anderhalf jaar geleden ging het uit met mijn vriend, daarvoor had ik telkens iemand om voor thuis te blijven. Dat had ik nu niet. Maar ik vond het niet erg dat ik alle terugblikken in december heb gemist. Even afstand nemen was wel lekker.” Duiken in Cairns, raften in Nieuw-Zeeland, (heel af en toe) luieren op het strand, op bezoek bij haar Australische ploeggenoten van Orica-Scott en slapen in backpackershostels tussen dronken mensen. “Het contrast met mijn wielerleven was groot. Ik was even Annemiek, gewoon een meisje uit Nederland. Alleen met fietskleding aan herkenden mensen me soms.”

En alleen op die momenten dwaalden haar gedachtes soms af naar de olympische weg- wedstrijd. Tijdens de Crocodile Trophy bijvoorbeeld, een achtdaagse mountainbike etappekoers in de Australische outback. “Ik won een paar etappes, maar ben ook twee keer verdwaald. Zat ik anderhalf uur zonder eten en water in de bloedhitte.”
In Nieuw-Zeeland etste ze zeven dagen lang met drie kilo bagage rond. “Ik had een broek en schoenen aan en waspoeder bij me. Als ik nog 150 kilometer te gaan had in de kou en met tegenwind, keek ik naar mijn snelheidsmeter en zag dat ik vijftien kilometer per uur reed en nog tien uur moest etsen. Maar ik wist ook dat mijn Airbnb van die avond daar lag. Gewoon doorgaan dus, hard doortrappen. Op zulke momenten voelde ik me eenzaam. En ja, dan dacht ik terug aan Rio. Wat als ik die bocht nou wel goed had genomen… Tja, als, dan…”

Als een van de hoofdgasten tijdens het Legends’ Dinner van de Tour Down Under ondervond ze pas echt hoeveel impact ‘haar’ wegwedstrijd heeft gehad: “Na mijn speech kwamen vrouwen huilend naar me toe. Helemaal ontroerd dat ze me levend zagen. Ze zijn daar zo sportminded, heel lief hoe mensen meeleefden. Ook omdat ik zelf weet hoe het is om die verschrikkelijke sportmomenten te zien. Ik weet nog goed dat Sven Kramer verkeerd wisselde op de 10 kilometer in Vancouver. Dat staat nog op m’n netvlies. Nu ben ík dus degene waar mensen emotioneel om zijn.”

‘Ik heb vaak moeten aanhoren: ‘wat zag het er verschrikkelijk uit, ik dacht dat je dood was.’ Daar kan ik niet zoveel mee’

En daar zit voor haar ook een keerzijde aan. “Door een spectaculaire val ben ik bekend geworden. Anna is met haar gouden medaille bijna minder bekend. Daar ben ik niet trots op. Maar wat sport mooi maakt, zijn juist wel die momenten. Waar ik wel trots op ben is dat veel mensen, ook collega-renners, respect voor me hebben geuit. Ik heb ze blijkbaar geïnspireerd, omdat ik niet ging huilen op mijn stoel, maar na vier weken de Ronde van België won. Op Tenerife kwam Vincenzo Nibali naar me toe. Hij viel in dezelfde bocht van de wegwedstrijd in Rio en brak zijn sleutelbeen. De hele Bahrain- Merida-ploeg kwam om me heen staan voor een foto van ons samen. Twee renners op weg naar goud, maar gevallen in dezelfde bocht.”

Pechvogel
De val zelf herinnert Annemiek zich niet. Het stuk voor de afdeling des te beter: “Ik voelde me die dag zo sterk. Ik zat tijdens die lange laatste klim bij de Amerikaanse Mara Abbott in het wiel, normaal laat ze mij alle hoeken van de berg zien. Toen dacht ik: kun je niet een beetje doorrijden? Achter me zag ik nog maar vier rensters. Anna zou aanvallen, ze was onze kopvrouw. Maar dat deed ze niet. Vijf kilometer voor de top vroeg ik haar of ze nog zou gaan aanvallen, anders zou ik het doen. ‘Ik kan niet,’ zei ze. Dus ging ik. Heel hard trappen, zei ik tegen mezelf. Ik keek om me heen, Abbott was ver achter me. Ik hoefde alleen nog maar te dalen, maar die afdaling was berucht. Ook omdat het donker was. Ik heb moeite met mijn pupillen, last van nachtblindheid. Daardoor vond ik het extra lastig. Ik voelde spetters, dacht: nu wordt het tricky. Ik was al bijna beneden, toen ging het mis. In het ziekenhuis werd ik wakker. Tussendoor ben ik nog bij bewustzijn geweest, maar dat weet ik niet meer. Chef-arts Cees-Rein van den Hoogenband stond naast m’n bed. ‘Je bent door de CT-scan geweest en alles is goed, je hebt alleen drie gebroken wervels en een hersen- schudding.’ Ik schrok daar niet van, want ik wist natuurlijk niet dat het er zo verschrikkelijk uit had gezien. Ik dacht: wat is er gebeurd, waarom heb ik de race niet uitgereden en waarom heb ik geen gouden medaille? Ik had ook geen pijn, was wel heel apathisch, gelaten. Mijn hersenschudding was toen ook op z’n hoogtepunt. Achteraf was ik pas blij dat ik er zo goed vanaf ben gekomen.”

De ontknoping van de wegwedstrijd kreeg Annemiek in het ziekenhuis te horen. In een spannende sprint was het ploeggenoot Anna van der Breggen die als eerste finishte. “Ik pakte mijn telefoon en stuurde haar een berichtje. ‘Gefeliciteerd lieverd,’ stond erin, maar die is altijd in mijn concepten blijven staan. Ik was zo moe, mocht dat ding ook helemaal niet gebruiken. Blijkbaar had ik geen bereik waardoor het ook nooit is verzonden.” Ze vervolgt: “Ik was zo teleurgesteld, maar kon het wel los zien van de prestatie van Anna. Het is mij niet gelukt, maar voor haar was het fantastisch. Hoewel het makkelijker was geweest als iemand uit Letland goud had gepakt, dan was ik er minder mee geconfronteerd. Anna heeft mij meteen een heel lief audiobericht gestuurd. Ze zat er ook mee in haar maag natuurlijk. Het was een moeilijke situatie voor ons beiden.

Twee dagen later heb ik de beelden teruggekeken met Marianne Vos. Ik was van het ziekenhuis verplaatst naar een hotel. Zij stond als eerste naast mijn bed, ik dacht dat ze alleen even op bezoek kwam, maar ze bleef bij me. We analyseerden de beelden. Het voelde niet alsof ik het was. En nog steeds niet. Er ligt daar een meisje tegen die stoeprand, en dat ben ik blijkbaar. Ik maakte een inschattingsfout en je zag me ook schrikken, die bocht liep zo ver door. Ik kneep te hard in m’n rem, waardoor mijn achterwiel blokkeerde.”

Oorbellen
Na haar diep ongelukkige week in Nederland, gaf de dokter toestemming voor een trip naar Italië.
“Fijn, want ik kon hier in Wageningen nog niet door de supermarkt lopen of ik werd al aangesproken. Het was ook heftig voor m’n moeder. Ze was thuis op de dag van de wegwedstrijd, ze was jarig op 7 augustus. Ze had visite over de vloer, ze waren ‘gezellig’ met zijn allen naar mijn wedstrijd aan het kijken. Maar ze heeft nooit verteld wat er door haar hoofd spookte op dat moment, haar emoties nooit echt met me gedeeld. Misschien heeft ze me dat wel willen besparen.”

Annemiek is stil en wordt emotioneel. De tranen rollen over haar wangen. “Ik weet hoe verschrikkelijk dit voor haar is geweest, dit wil je je moeder toch niet aandoen?” snikt ze, en wijst vervolgens naar de oorbellen die ze in heeft. “Deze droeg ik tijdens de wegwedstrijd, van mijn vader gekregen. Hij is in 2008 overleden aan kanker. In Italië zei ik tegen mijn moeder: ‘Nou, dat heeft ook weinig geluk gebracht, dat ik de oorbellen van papa in had.’ Maar zij dacht daar heel anders over: ‘Die hebben je leven gered.’ Verder heeft ze er nooit meer wat over gezegd.”

Tekst gaat verder onder de foto

Met haar handen veegt ze de tranen weg. “Daarom was het zo mooi dat we samen naar Italië zijn gegaan. Misschien wel om het leven te vieren.” En dus stapte ze weer op de fiets. “Dat doe ik het liefst. En het ging goed. Mijn moeder had dat als geen ander in de gaten: ‘Je bent lekker iedereen aan het inhalen, hè?’ zei ze.” Annemiek wijst op een fotoboekje, op een van de foto’s moedigt Ria van Vleuten haar dochter aan langs de weg. “Deze foto staat ook op mijn Instagram, is inmiddels de hele wereld overgegaan, mooi hè? Daarom was het ook zo mooi dat ik daarna meteen de Ronde van België won. Mijn moeder komt niet zo vaak bij wedstrijden kijken, maar stond toen aan de nish. In de sport zijn er altijd wel rottige momenten, maar daar konden we ook een mooi moment met elkaar vieren. Na de val gingen mensen er blijkbaar vanuit dat ik zou stoppen met wielrennen. Dan antwoordde mijn moeder meteen: ‘Nee hoor, Annemiek gaat wel door.’ Als je niet meer wil vallen, moet je niet meer gaan wielrennen.” Lachend: “Maar die in Rio was wel de slechtst getimede.”

Bier
Met 34 jaar is Annemiek een laatbloeier in het wielrennen, sinds 2011 is ze pas echt fulltime met haar sport bezig. Tot die tijd kreeg haar studie Animal Science voorrang. “Ik was een feestende student in Wageningen en tien kilo zwaarder. Elke dinsdag en donderdag dronk ik bier. Ik voetbalde erbij en genoot vol van mijn studentenleven. Toen raakte ik geblesseerd aan mijn knie en ben ik gaan etsen, in het laatste jaar van mijn studie. Marianne Vos zegt weleens: ‘Jij hebt al zoveel meegemaakt.’ Dat klopt, ik heb eerst een ander leven gehad, heb ongedwongen kunnen genieten. Dat is misschien ook de reden dat ik nog vrij fris ben, etsen speelde in mijn jeugd geen rol.”

In 2011 won Annemiek al drie wereldbekerwedstrijden en het eindklassement. In de jaren daarna werd ze tweemaal Nederlands kampioen tijdrijden en een keer nationaal kampioen op de weg. Ze won prologen, etappes en koersen. “Maar misschien kennen mensen me vooral als knecht van Marianne, zij stond meer in de schijnwerpers dan ik, hoewel we in die jaren voor mijn gevoel beiden kopvrouw waren. Zes jaar lang zijn we ploeggenoten geweest, maar op een gegeven moment dacht ik: misschien zijn we ook wel beste vriendinnen. Ik kan alles tegen haar zeggen. Tegelijkertijd zijn we heel verschillend. Marianne is heel competitief en wil altijd koste wat het kost winnen. Dat zorgde weleens voor wrijving. Daarom was het ook wel goed om uit haar ploeg te gaan. Maar ik heb superveel mooie momenten in wedstrijden met haar beleefd. Zoals haar gouden medaille in Londen. Maar misschien nog wel mooiere momenten buiten de sport. Toen Marianne het moeilijk had in de periode dat ze overtraind was, ben ik ook vaak bij haar langsgegaan. Ik herkende haar soms niet terug. Het is niet alleen winnen wat de sport zo mooi maakt.”
Na Rabobank-Liv vertrok Annemiek naar het Zwitserse Bigla Pro Cycling Team, en sinds 2016
rijdt ze voor de Australische ploeg Orica-Scott. “Dat bevalt goed. In Nederland nemen we dingen soms iets te serieus, in Australië hebben ze iets meer lol in het leven. Ik kan me nog een trainingskamp herinneren in Italië. ’s Ochtends hadden we snoeihard getraind en ’s middags stond er een beach recovery op het programma. Serieus, gaan we nu zwemmen en naar het strand, dacht ik? Ja hoor, beachballsetje erbij…”

Gunfactor
En hoewel Annemiek ‘al’ 34 is, heeft de olympische wegwedstrijd haar ook doen realise- ren dat ze nog lang niet klaar is met wielrennen. Haar eerste overwinning van het jaar, de Cadel Evans Great Ocean Road Race, heeft ze al te pakken. “Ik ga andere doelen stellen dan voorheen, voel me beter dan ooit. Ik wist dat ik mentaal sterk en tot veel in staat was, maar Rio heeft me dat helemaal doen inzien.”
En dat zag ook ploegleider Gene Bates. Hé, Annemiek kan klimmen, dacht de leiding ineens, zou de Giro niet wat voor haar zijn? “Ik twijfelde,
had één wedstrijd in mijn leven bergop iedereen gelost, maar daarvoor nog nooit. Dus is dat wel realistisch? Maar ik hou van uitdagingen en ga er een serieus doel van maken. Ik heb er dit jaar een aantal: winst in de Amstel Gold Race en de Ronde van Vlaanderen in het voorjaar, en in juli de Giro. En ik heb nóg een ultiem doel. Wereldkampioen worden, in de tijdrit of op de weg, in september in Noorwegen. Het triggert me omdat ik altijd dacht: dat kan ik niet. Nu denk ik: ik kan alles.”

‘Sven Kramer die verkeerd wisselde op de 10 kilometer in Vancouver. Dat staat nog op m’n netvlies. Nu ben ik dus degene waar mensen emotioneel om zijn’

Doelen en toekomstdromen heeft Annemiek genoeg. En sinds Rio heeft ze daar gratis een gunfactor bijgekregen. “Daar moet ik wel aan wennen, vind dat niet heel leuk. Soms hoor ik weleens: ‘Ah Annemiek, jij doet het in Tokio!’ De Olympische Spelen worden zo opgehemeld, die zijn bekend bij het grote publiek, maar tussendoor zijn er ook veel mooie wedstrijden. Mijn sportleven is niet alleen maar geslaagd na een olympische medaille in Tokio. Ik stel doelen, als ik die haal ben ik blij. Ik wilde top zijn in Rio. En dat was ik. In de Australische outback heb ik me weleens afgevraagd: zou ik gelukkiger zijn met die gouden medaille? Nee. Beroemd zijn heeft mij sowieso nooit getrokken. Ik wil gewoon mooie wedstrijden rijden en winnen. Of mensen me dan wel of niet kennen, maakt me niet uit. Liever niet zelfs.”

Toch beseft Annemiek dat ze ook altijd ‘het meisje van de val’ zal blijven. “Dat heb ik geaccepteerd, dat is onontkoombaar. Hoe ik het liefst herinnerd zou worden? Als het meisje dat op weg was naar goud, maar zo verschrikkelijk viel. Maar vooral als het meisje dat veerkracht toonde. Die vier weken na die verschrikkelijke val al een wedstrijd wist te winnen.”

Helden Magazine

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: