Schaatsen
Patrick Roest prolongeerde begin maart de wereldtitel allround. Daarnaast pakte de schaatser van Team Jumbo-Visma zilver op de 5 en 10 kilometer bij de WK afstanden. In aanloop naar het nieuwe schaatsseizoen leggen we de boerenzoon acht namen voor.
Michael Jackson
“Ik draag altijd zilveren handschoentjes tijdens wedstrijden, vandaar dat er geregeld gekscherend de vergelijking met Michael Jackson wordt gemaakt. Ik heb die handschoentjes op m’n dertiende toevallig een keer aangedaan omdat ik ze wel mooi vond en dat beviel. En zo is het een soort bijgeloof geworden dat ik ze moet dragen. Ik zou het zonde vinden als ik ze kwijtraak, ben er zuinig op. Dat ik die zilveren handschoenen draag, heeft verder niets met Michael Jackson te maken, want ik heb niet zo heel veel met zijn muziek. Die hand-
schoentjes draag ik ook absoluut niet om op te willen vallen. Ik ben helemaal niet van de blingbling.”
Jac Orie
“Hem een vaderfiguur noemen, vind ik wat overdreven, maar Jac is voor mij heel belangrijk. Sinds ik bijna vijf jaar geleden bij Jumbo-Visma kwam, heb ik grote stappen gemaakt en dat is voor een groot deel aan Jac te danken. Destijds was ik best een beetje bang voor de overstap. Ik kwam in de ploeg bij Sven Kramer, Wouter olde Heuvel, Kjeld Nuis en Douwe de Vries, mannen tegen wie ik opkeek. Het zijn wel allemaal ‘mannetjes’, maar als nieuweling werd ik meteen goed in de ploeg opgenomen. Ik heb in die periode fijne gesprekken met Jac gevoerd. Hij vertelde over zijn werkwijze, dat hij zijn sporters vaak test en dat de uitslagen van die testen bepalend zijn voor het trainingsprogramma dat iemand krijgt. Daardoor was het vrijwel uitgesloten dat ik me als jonge schaatser over de kop zou trainen.
Jac heeft mij er vooral op gewezen dat ik op bepaalde momenten mijn eigen koers moet varen. Als de grote mannen drie uur gaan fietsen, hoef ik er misschien maar twee te doen. Soms is dat natuurlijk vervelend, want dan denk ik: ik had liever even meegegaan. Maar deze aanpak heeft me wel gebracht waar ik nu ben. De kracht van Jac is ook zijn observatievermogen. Hij houdt iedereen goed in de gaten. Hij weet wanneer iemand iets te veel heeft gedaan of wanneer iemand er de kantjes vanaf loopt. Hij zal misschien niet zo snel vragen hoe je je voelt, maar als je moe bent, dan ziet hij het meteen. Jac onderscheidt zich vooral van andere coaches door zijn wetenschappelijke aanpak. Dat steeds weer meten van alles wat je kunt meten is voor mij belangrijk, omdat ik zelf nogal de neiging heb iets te veel te doen. Dan raak je overtraind en bij deze ploeg weet je dat dat niet snel gaat gebeuren, want daar zit Jac bovenop. Bij onze ploeg is meten echt weten. Dat is vooral in de zomer belangrijk, want dan vinden de zware trainingen plaats.
Je leert ook goed je rust te pakken, daardoor ben ik buiten de trainingen om soms gewoon lui. Uitrusten van de trainingen, beetje gamen, even kijken op YouTube. Wat mensen weleens vergeten is dat rust net zo belangrijk is als trainen. Een ideaal trainingskamp is voor mij: een goed trainingsschema, een goed bed en een perfecte wifi-verbinding. Ik slaap namelijk niet heel veel ’s middags en in je bed naar het plafond gaan liggen staren is een beetje saai. Dan ga ik liever online.”
Sven Kramer
“Ik zie Sven echt als mijn mentor, voel me zijn leerling. Hij heeft zich vanaf het eerste moment over mij ontfermd, komt altijd met zinnige adviezen. Hij is op en naast het ijs de belangrijkste steun binnen de ploeg. Sven vertelde me bijvoorbeeld dat het beter is om niet meteen na een race interviews te geven, maar dat pas te doen nadat m’n werk erop zit. Met dat soort dingen kan Sven heel streng zijn. Dan laat hij zien hoe professioneel en ervaren hij is. Ik ga bijna nooit tegen hem in, want achteraf blijkt altijd dat Sven gelijk heeft. Maar het meest steek ik van Sven op door gewoon met hem te schaatsen, te trainen en te kijken wat hij doet in de zomer.
Zonder Sven had ik niet bereikt wat ik nu heb bereikt, had ik niet de tijden gereden die ik heb gereden. Ik weet dat Sven vorig jaar na de kwalificaties voor de World Cup met een knipoog riep: ‘Ik heb hem iets te veel geleerd.’ Vond ik een mooi compliment. Wat ik ook mooi vond, was de tien kilometer op het WK allround in Calgary dit jaar. Ik stond eerste en Sven derde toen we het in de slotrit tegen elkaar op moesten nemen. Tussen ons in stond Sverre Lunde Pedersen. Ik voelde spanning voor die 10.000 meter en Sven wierp zich op als mijn gangmaker, bleef heel lang met me mee rijden. Voor mij ideaal. Zo mooi dat iemand met zijn status me wilde helpen. Hij gunde me die wereldtitel echt. Ik won in Calgary mijn tweede wereldtitel allround. Vaak word ik gezien als de opvolger van Sven, maar de ballast van die erfenis voel ik niet. Wat heeft Sven allemaal wel niet gewonnen? Niet normaal meer. Alleen al tien Europese en negen wereldtitels allround. Alleen daarom al heeft vergelijken geen zin.
Ik voel ook de druk niet dat ik Sven moet opvolgen als schaatspersonality. Voor mij is het nu nog best relaxed, ik kan nog redelijk vanuit de schaduw opereren. In de loop der jaren zal dat wel veranderen, maar daar zie ik niet tegenop. Ik blijf gewoon mezelf, laat me niet gek maken. Als mens ben ik totaal anders dan Sven. Ik vind het mooi om te zien hoe Sven altijd met veel flair en bravoure zijn mening verkondigt, dat past ook echt bij hem. Ik ben juist vrij rustig, vind ook dat bescheidenheid me past. Ik heb al wel wat prijzen gewonnen, maar sta nog maar aan het begin van mijn carrière.”
Ids Postma
“Ik weet dat Ids na zijn schaatscarrière de boerderij van zijn ouders heeft overgenomen. Hoe meer ik erover nadenk, des te mooier het me lijkt om dat ook te doen. Voor mijn vader en moeder vind ik het weleens vervelend als er weer eens kritiek op de boeren is. Dan gaat het weer over hoe boeren met dieren omgaan, een andere keer gaat het over de stikstof. Het boerenleven heeft me van jongs af aan getrokken. Het is hard werken, maar je bent veel buiten, lekker met je handen bezig en je bent eigen baas. Ik vind het nu al pure ontspanning als ik met een tractor over het land ga en me boer voel.
Ik heb geen opleiding gehad voor boer, probeer het zoveel mogelijk te leren door goed naar mijn vader te kijken en te luisteren. Een betere leermeester dan mijn vader is er niet, hij doet dit werk al vele jaren. Maar goed, voorlopig moet hij nog een tijdje in het bedrijf blijven zitten, want ik ben nog niet klaar met schaatsen. Hoewel het op de boerderij altijd hard werken is, stonden mijn vader Wim en moeder Bep altijd voor me klaar. Het was drie kwartier rijden naar de ijsbaan in Den Haag voor de trainingen met gewest Zuid-Holland, maar ze vonden het nooit een probleem om mijn zus en mij erheen te brengen. Dan moesten op de boerderij vrienden en buren invallen.”
‘Hoe meer ik erover nadenk, des te mooier het me lijkt om de boerderij van mijn ouders over te nemen’
Gunda Niemann
“Gunda is de moeder van mijn vriendin Victoria. Ik heb haar nooit in het echt zien schaatsen, maar weet natuurlijk wel dat ze heel goed was. Ze was de vrouwelijke Sven Kramer, ook zo’n pure winnaar, een killer. Aan tafel vertelt Gunda weleens over haar carrière, over hoe het in haar tijd ging en wat voor tijden ze destijds reed. Mijn ploeggenoot Douwe de Vries heeft me op YouTube beelden van Gunda laten zien. Hij vond dat ik dat moest zien. Gunda reed puur op kracht. Het zag er misschien iets minder mooi uit, maar het ging wel hard.
Ik heb Victoria ontmoet in Inzell, toen we daar waren op trainingskamp. Door de sport is het lastig om elkaar vaak te zien. Ik wil haar natuurlijk zo vaak mogelijk zien, maar we moeten het echt plannen, zeker in de winter. Tijdens het seizoen zal het contact dus veelal bestaan uit appen en bellen.
Wie weet komt ze op een dag bij mij op de boerderij in Lekkerkerk wonen. Zoals Anni Friesinger, jarenlang de concurrent van haar moeder, bij Ids Postma is gaan wonen. Victoria zegt dat ze het leuk vindt, maar heeft natuurlijk minder met het boerenleven dan ik. Zij is er niet mee opgegroeid. Misschien moet ik eens tegen haar zeggen dat ze contact op moet nemen met Anni Friesinger.”
Snollebollekes
“Mijn vrienden en ik zijn van de après-skimuziek. Bij ieder feest in de Lekstreek komen de Snollebollekes voorbij en dan gaat iedereen uit z’n dak. Ik ook. Ze zijn echt hot en trendy bij ons in de buurt. En trouwens ook in de sport, want ik hoorde ze ook voorbijkomen in de bus bij de wielrenners van Ineos en bij de OranjeLeeuwinnen. Ik vind het belangrijk om gezellige dingen te doen naast het schaatsen, buiten het seizoen is daar ruimte voor. Dan ga ik met vrienden op stap of naar een schuurfeest. Onze vriendengroep in Lekkerkerk is heel hecht. Ze zien me niet als Patrick Roest de wereldkampioen. Gelukkig niet. En ze noemen me ‘schuimpje’, dat is de bijnaam die ik bij mijn schaatsvereniging De Lekstreek ooit kreeg van mijn coach, omdat ik de jongste, kleinste en dunste van de groep was. In Lekkerkerk noemt iedereen me nog steeds zo.”
Chris Huizinga
“Chris en ik zijn onafscheidelijk, binnen de ploeg zien ze ons bijna als een Siamese tweeling. Het is fijn om een goede vriend te hebben binnen de ploeg, omdat we zo vaak met elkaar weg zijn. Met Chris praat ik over alle dingen die mannen bezighouden. Buiten het seizoen trekken we ook veel met elkaar op. Het komt voor dat Chris de hele avond uit z’n dak aan het gaan is op de Snollebollekes tijdens een feest in de Lekstreek, waar hij met mij naartoe is gegaan.”
Koning Willem-Alexander
“Ik heb de koning al verschillende keren ontmoet. Heel bijzonder is dat ik al twee keer samen met andere ‘bijzondere’ Nederlanders ben uitgenodigd voor een speciale lunch met de koning. Een geweldige eer. Ik kende de andere mensen trouwens niet, het waren allemaal professoren of mensen die vrijwilligerswerk hadden gedaan. De koning is een echte sportfan, hij kent alle feiten. Hij wist alles van het seizoen. Het is toch wel heel bijzonder dat hij naar schaatsen zit te kijken op tv en alles van m’n wedstrijden weet. Dat is heel goed voor de sport.
En wat mij vooraf raakte, was dat mijn 86-jarige oma zo onder de indruk was van het bezoek van haar kleinzoon aan de koning. Soms knijp ik mezelf weleens in de arm. Het gaat allemaal zo snel met me. Ik ben al twee keer wereldkampioen allround en heb op de Spelen een zilveren medaille op de 1500 meter en een bronzen plak op de achtervolging gewonnen. En ik ben dus al een paar keer in de gelegenheid geweest om de koning te ontmoeten. Allemaal dingen waarvan ik als kleine jongen droomde, zijn uitgekomen.”
Helden Magazine
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.