Atletiek
Dafne en Derek Schippers houden privé en zaken níét gescheiden. Ze zijn broer en zus, maar ook partners in crime. Sinds vijf jaar is Derek de manager van zijn sprintende zus en spindoctor van het ‘merk’ Dafne. In aanloop naar de Spelen in Tokio ging Helden op familiebezoek.
Je hoort vaak het advies privé en zaken gescheiden te houden.
Dafne: “Toen ik in 2015 de overstap maakte van de meerkamp naar de sprint en bij het WK meteen de wereldtitel op de 200 meter en zilver op de 100 meter pakte, stond ineens de hele wereld op de stoep. Ik had een Duitse manager en mede door de afstand liep de samenwerking niet zo soepel. Derek zag dat en toen we bij onze ouders zaten, zei hij ineens: ‘Ik heb er goed over nagedacht en ik zou het heel leuk vinden om jou te helpen.’ Hij had geen ervaring in de wereld van de topsport, maar ik dacht desondanks meteen: waarom niet?”
Derek: “We kunnen goed met elkaar overweg en ik ben een sportfanaat, heb op redelijk hoog niveau gevoetbald en volg veel sporten. Ik heb internationale betrekkingen gestudeerd, in het buitenland gezeten en daarna een commerciële functie gehad omdat ik merkte dat dat mij beter lag dan een overheidsomgeving. Ik was niet zo heel erg bang dat het niet zou werken tussen ons, maar het bleef natuurlijk een gok. Rond de Spelen van 2016 ben ik ingestapt en het heeft nooit gewrongen.”
Dafne: “We spraken af het een paar maanden te proberen, maar ik merkte al snel dat dit de beste keuze was die ik kon maken.”
Derek: “Ik vind het waanzinnig om dit samen met Dafne te doen en dit is ook voor mij een grote kans. Hoeveel mensen kunnen nou zeggen dat ze op zo’n hoog niveau kunnen instappen? Maar het is niet zo dat ik het heb gekregen van Dafne, ik moet me wel bewijzen. Er moet gewoon geld binnenkomen en de structuur en keuzes moeten wel professioneel zijn, zodat zij zich het allerbest kan focussen op haar sport. Het is ook gewoon een zakelijke overeenkomst.”
Dafne: “Het is zo fijn om iemand om me heen te hebben die ik blindelings vertrouw. Er komt ontzettend veel binnen en Derek weet dondersgoed wat ik wel en niet prettig vind omdat hij me door en door kent.”
Derek: “In het begin moest ik wel mijn weg zoeken, hoor. Er kwamen zo ongelooflijk veel mails en telefoontjes binnen per dag. Het was heel reactief. Ik was steeds aan het afwegen: met welke dingen val ik Dafne wel lastig en met welke niet?”
Dafne: “Als het nodig is, zeg jij me ook echt wel waar het op staat. Al doe jij dat wel altijd op een rustige, prettige manier. Het fijne is: ik hoef me niet in te houden bij m’n broer. Soms kunnen we ook lekker botsen en tegen elkaar zeuren.”
Derek: “Ik kan soms zeggen: ik weet dat je moe bent, maar dit moet gewoon gebeuren. Dat zijn momenten dat we soms even niet op één lijn zitten. Zulke discussies ga ik niet uit de weg, want dan doe ik m’n werk niet goed.”
Dafne: “Veel irritaties zijn er niet, hoor. Het is ook gewoon gezellig om samen de hele wereld over te gaan. We zijn door onze samenwerking nog dichter naar elkaar toegegroeid.”
Hoe was de band toen jullie nog thuis woonden?
Dafne: “Ik ben de jongste en moest altijd opboksen tegen Derek en mijn zus Sanne. Ik probeerde met Derek de strijd ook fysiek weleens aan te gaan. Zonder succes. We schelen ook bijna vier jaar. En richting mijn zus moest ik met woorden altijd mijn best doen om niet onder te sneeuwen.”
Derek: “Nou, jij kwam een eind, hoor. Bij ons thuis was iedereen behoorlijk mondig, dus moest Dafne ook al op jonge leeftijd haar mondje klaar hebben. Als jongste moet je toch van verder komen om mee te doen en te praten.”
Komt daar dat competitieve vandaan bij jou, Dafne?
Dafne: “Die strijd zit er bij ons thuis allemaal in. We willen allemaal graag winnen. Met discussies en sport.”
Derek: “Als wij een doel hebben, worden we heel erg fanatiek en kunnen we ook fel uit de hoek komen. Ik herken de houding van Dafne als ze op de baan staat. Dan straalt ze uit: niemand maakt mij iets, ik pak ze.”
Hoe zit jij op de tribune als Dafne in actie komt?
Derek: “Het went nooit. Als ik mijn zusje in actie zie, dan ben ik nog steeds heel erg zenuwachtig. Bij elke wedstrijd ben ik bloedfanatiek en schreeuw ik af en toe flink vanaf de tribune. Dan zie ik mensen naar me kijken en denken: wat is dat voor gek? Dat emotionele kan ik niet uitschakelen. Vroeger niet en nu niet.”
Schijnwerpers
In 2015 werd je in één klap een beroemdheid. Ben je daar zes jaar later al wat meer aan gewend?
Dafne: “Dat blijft een rare gewaarwording. Ik heb ook niet de persoonlijkheid om altijd op de voorgrond te willen treden. Ik heb de schijnwerpers nooit opgezocht. Dan is het wennen dat jouw naam ineens overal wordt genoemd en ook in verband wordt gebracht met de meest gekke verhalen. Dat hoort er blijkbaar bij. Eigenlijk wil ik dan heel hard roepen: dat klopt niet! Wennen zal het waarschijnlijk nooit, maar ik kan er steeds vaker om lachen als er een keer iets over me wordt geroepen wat niet klopt.”
Derek: “Jij hebt vaak niet eens meer door hoe mensen je nakijken. Ik blijf dat wel altijd zien en denk geregeld: hoe lekker zou het voor jou zijn als je gewoon weer even anoniem kon zijn? In het begin vond je al die aandacht best lastig, maar inmiddels trek je je er niet heel veel meer van aan.”
Heb jij weleens met Derek te doen?
Dafne, lachend: “Ik heb nu het geluk dat ik alles door kan schuiven naar Derek. Als ik een verzoek krijg, zeg ik altijd: ga maar naar mijn manager. Derek krijgt veel op z’n schouders. Al die berichtjes die hij binnenkrijgt; niet normaal. Hij heeft met de jaren geleerd dat hij af en toe ook gewoon ‘nee’ moet verkopen. Maar het lukt hem wel om dat op een vriendelijke manier te doen, dat siert hem. Maar dat ‘nee’ verkopen is wat wij allebei van huis uit moeilijk vinden.”
Derek: “Er zitten ook zoveel mooie verzoeken tussen. Vaak zitten er ook vragen tussen van goede doelen. Het blijft moeilijk om tegen heel mooie initiatieven ‘nee’ te zeggen, dat doet me echt wel wat. Met commerciële of mediaverzoeken afwijzen heb ik minder moeite. Dan kan ik superzakelijk zijn.”
Dafne: 'Ik blijf altijd dicht bij mezelf, dan kan ik ook niet veel verkeerd doen. Als mensen daar een mening over hebben is dat prima, maar dat is dan gewoon wie ik be'
Jij kreeg al snel de bijnaam ‘Chef Nee’ toen je met Dafne samen ging werken.
Derek, glimlachend: “Klopt. Mijn taak is om een afweging te maken waar we op in kunnen gaan in haar spaarzame tijd. We moeten steeds keuzes maken. Maar ik ben niet alleen maar de man die overal een streep door zet, hoor. Het grootste gedeelte van de tijd ben ik juist pro-actief bezig. Ik maak strategische keuzes, behartig commerciële belangen, sluit contracten af, doe onderhandelingen met sponsors en wedstrijdorganisaties. Ik ben heel bewust bezig met het merk Dafne en haar imago. Steeds stel ik de vraag: wat is goed voor Dafne?
Haar coaches zorgen ervoor dat ze het maximale uit haar sportieve kwaliteiten haalt en ik zorg ervoor dat we op andere vlakken het maximale eruit halen. Daarbij hoort bijvoorbeeld ook hoe Dafne zich op social media uit, daar denken we ook goed over na. Ook vind ik het belangrijk dat ze in samenwerkingen met sponsors actief betrokken is. Bijvoorbeeld als het gaat om bijdragen aan een actieve levensstijl en goede voeding. Voor Dafne is dat normaal, maar voor veel anderen geldt dat een stuk minder.”
Over social media gesproken: tal van sporters hebben aan gegeven moeite te hebben met de publieke druk en alle meningen die ze dagelijks over zich heen gestort krijgen. Het kan zelfs tot een burnout leiden. Snappen jullie dat?
Dafne knikt: “Ik vond de eerste keren dat ik negatieve reacties kreeg ook heel vervelend. Je kunt wel beredeneren dat ze misschien uit verveling zo’n reactie posten, maar die berichten doen je toch altijd wat. Maar ik weet ook: hoe ik ook mijn best doe, die negatieve reacties krijg ik toch. Het lukt me tegenwoordig redelijk om die reacties van me af te laten glijden. Maar ik ben natuurlijk geen robot, de ene dag lukt dat makkelijker dan de andere. Als ik een zware dag heb gehad, komen zulke reacties op social media veel harder binnen.”
Derek: “Twitter is in mijn ogen echt een stortplaats van negativiteit. Er zijn veel mensen die dat platform gebruiken om te zeuren of hun frustraties af te reageren. Wij hebben er heel bewust voor gekozen om wat minder aandacht aan Twitter te besteden. Instagram en Facebook zijn een ander verhaal. Mensen die Dafne volgen op die kanalen doen dat omdat ze echt geïnteresseerd zijn. We kunnen daarop ook meer mooie foto’s en video’s van trainingen kwijt. De volgers zijn ook veelal fans van Dafne, dus voor hen is het heel leuk dat ze Dafne in haar dagelijks leven kunnen volgen. Met het gevolg dat je daarop veel minder negatieve reacties krijgt. En begrijp me niet verkeerd: mensen mogen af en toe best kritisch zijn, maar het is wel fijn als dat met argumenten gebeurt.”
Dafne: “En laten we wel zijn: social media horen er in deze tijd ook bij. Tegen sponsors kun je als sporter niet zeggen: ‘Ik doe er geen social media bij.’ Derek en ik denken er ook goed over na wat we posten.”
Word jij kwaad als je zus wordt aangevallen op social media?
Derek: “Soms kan ik echt boos worden, maar tegelijkertijd realiseer ik me dan dat ik niet de persoon ben die daar iets van moet gaan zeggen. Dan wordt het er niet beter op. Wat kan ik doen tegen de meningen van mensen? Niets. Als een professionele organisatie of medium iets schrijft wat feitelijk niet klopt, dan trek ik wel aan de bel.”
Dafne: “Derek heeft wat social media betreft dezelfde ontwikkeling doorgemaakt als ik. Ik heb ook gemerkt dat jij je er in het begin veel drukker om maakte.”
Jij loopt alweer wat jaartjes rond in het gekkenhuis, Dafne.
Dafne, lachend: “Ja, en het verveelt geen moment. Ik heb meer meegemaakt dan de gemiddelde 28-jarige, schat ik zo in. Het is ook echt wel pittig geweest, maar het mooie gevoel overheerst.”
Elk woord dat je zegt, wordt gewogen en geanalyseerd. Gaat dat ten koste van de spontaniteit?
Dafne: “Ik denk wel wat langer na over dingen. Niet dat ik voorheen heel erg uitgesproken was, hoor. Maar ik hou er wel rekening mee hoe iets over kan komen. Ik blijf gewoon heel dicht bij mezelf, dan kan ik ook niet veel verkeerd doen. Als mensen daar een mening over hebben dan is dat prima, maar het is dan gewoon wie ik ben.”
Derek: “Ik vind dat je enorm bent gegroeid in hoe je je presenteert. Daarnaast is het gelukt om gewoon de spontane Dafne te blijven die ik van jongs af aan ken. Ik hoor geregeld van je dat je net na een wedstrijd letterlijk zwart voor de ogen ziet en bijna niet rechtop kan blijven staan, maar je moet wel meteen tegenover een kritische journalist gaan staan die, als je niet hebt gewonnen, meteen vraagt: ‘Waar lag het nou aan?’ En dan kom je bijna altijd met een eerlijk, goed verhaal. Ik vind het mega-knap dat je dat kan.”
Hoe vaak hebben jullie telefonisch contact?
Dafne: “Vaak, sowieso dagelijks. En dan gaat het lang niet altijd over ‘werk’. We bellen elkaar ook vaak genoeg als broer en zus. Dan stuurt Derek een filmpje van zijn zoontje. Of ik stuur een foto van m’n hond. Alleen tijdens trainingskampen hebben we minder contact, dan gooi ik vaak m’n telefoon aan de kant. Ik wil dan volledig gefocust zijn op mijn trainingen en daarna wil ik goed uitrusten. Dat weet Derek ook. Als er iets heel dringends is, dan appt hij me dat hij echt een antwoord ergens op wil hebben.”
Hoe leuk is Dafne als tante, Derek?
Derek: “Superleuk! Ze kan zo goed met kinderen omgaan, kan zo makkelijk op een natuurlijke manier de connectie maken met die kleintjes. Of het nou een baby is of een meisje of jongetje van een jaar of tien, dat maakt niet uit. Als er iemand is aan wie ik m’n zoontje van bijna twee een dag mee zou geven, dan is het zonder twijfel Dafne.”
Dafne: “Mijn zus heeft ook kinderen en ik vind die kids zo leuk. Afgelopen week was ik weer even aan het facetimen met het zoontje van Derek. Toen hij me zag, kwam meteen die glimlach tevoorschijn. Zo mooi om te merken dat hij me herkent. Dan smelt ik. Respons krijgen van kinderen vind ik het allermooiste wat er is, daar kan geen medaille tegenop.”
Jonkies
Veel Nederlandse atleten zijn afgelopen tijd internationaal doorgebroken op de loopnummers. Sifan Hassan en jij waren er al, maar daar zijn nu Nadine Visser op de 100 meter horden, Lieke Klaver op de 200 en 400 meter en Femke Bol op de 400 meter en de 400 meter horden bij gekomen. Ben jij je er bewust van dat je hen de ogen hebt geopend?
Dafne: “Jawel. Als we op trainingskamp zijn, dan gaat er ook vaak een groep junioren mee. Ik weet dat ze tegen me opkijken en misschien nog wel meer dan ik me soms realiseer. Geregeld denk ik: waarom zeggen ze niets tegen me? Ik merk dat er een drempel is en dat ik vaak degene moet zijn die het eerste stapje zet. Dat doe ik dan ook. Ik hoop dat het dan een stuk minder eng is om de volgende keer een praatje met me te maken. Daarnaast wil ik tijdens zo’n trainingskamp ook laten zien hoe professioneel ik met mijn sport omga, omdat ik hoop dat ze daar wat van kunnen leren.
Op het gebied van voeding laat ik zien wat ik eet en wat ik juist laat staan. Soms vragen ze me ook om tips rond een training. Ik vind het heel leuk om dan mijn ervaringen te delen, train soms ook mee met de junioren, zodat zij daar hopelijk ook wat van op kunnen steken. In die rol groei ik steeds een beetje meer.”
Derek: “En wat je zegt: alleen door haar prestaties is ze nu al een grote inspiratiebron voor veel atleten. Dafne heeft laten zien dat je in een mondiale sport als atletiek als Nederlandse ook de top kunt halen. Wij komen uit een heel normaal gezin, waren niet obsessief met sporten bezig. Met hard werken, een doel voor ogen hebben en plezier hebben in wat je doet, kun je met het nodige talent de top bereiken. Dat werkt heel motiverend voor andere Nederlandse atleten.”
Merk jij dat mensen groeien als je ze even een schouderklopje of een tip geeft?
Dafne: “Bij de jonkies merk ik dat. Doordat ik nu wat meer rust heb vanbinnen, kan ik beter om me heen kijken. Een paar jaar geleden had ik net de overstap van de meerkamp naar de sprint gemaakt en had m’n handen meer dan vol aan mezelf.” Geef je toppers als Nadine Visser en Femke Bol ook nog tips? Dafne: “Zij maken zelf deel uit van de wereldtop en weten dondersgoed dat ze hartstikke goed bezig zijn, dat hoef ik hen niet te vertellen. Neemt niet weg dat ik Femke weleens spreek over dingen die ik ook heb meegemaakt en zij nu voor het eerst.”
Femke Bol vertelde dat wat op haar grote indruk heeft gemaakt, is dat toen ze net bij de trainingsgroep kwam op Papendal jij meteen op haar afstapte en vertelde dat ze met vragen altijd bij jou aan kon kloppen.
Dafne: “Dat is het eerste wat ik tegen haar heb gezegd, inderdaad. Maar ik ben niet iemand die daarna telkens gaat zeggen hoe iemand het moet doen. Als iemand iets wil weten, dan kan hij of zij altijd naar me toe komen. Ik help graag. En wat Femke betreft: ik herken heel veel van mezelf in haar. Hoe zij de dingen benadert. Hoe ze is als mens. De snelle ontwikkeling die ze doormaakt. De belangstelling die er ineens volop is voor haar. Doordat ik dat allemaal herken, denk ik bij Femke geregeld: haar kan ik echt een beetje helpen. De vrijheid om als ze het nodig vindt op me af te stappen, voelt zij ook en dat vind ik heel leuk om te merken.”
In deze coronatijd is het belangrijk de jeugd te wijzen op voldoende beweging en gezond leven. Ben jij je ervan bewust dat jouw voorbeeldfunctie nog verder kan gaan dan alleen de atletiek?
Dafne: “Dat is het leuke van de samenwerking die ik heb met Campina, die heel erg bezig is om mensen te wijzen op het belang van goede voeding, lichamelijke en mentale gezondheid. Als ambassadeurs dragen Epke Zonderland en ik bij aan bewustwording hoe iedereen in deze tijd gezond kan leven en kan werken aan de fysieke gezondheid. Ook zijn we betrokken bij de ontwikkeling van gezonde producten. Hopelijk zorgen Epke en ik met behulp van Campina er ook voor dat mensen actief blijven en blijven bewegen. Het is ook zo makkelijk om in deze tijd een kind op de bank te zetten met de tv aan of een iPad in handen. Derek, Sanne en ik zijn opgegroeid met buiten spelen. Wij baalden als de lantaarnpalen aan gingen, want dat was altijd het sein dat we naar binnen moesten.”
Derek, jij hebt de afgelopen tijd gebruikt om jouw managementbureau First of All op te zetten, je begeleidt tegenwoordig meer sporters dan alleen Dafne.
Derek: “In de vijf jaar dat ik nu met Dafne werk, heb ik zoveel meegemaakt. Ik dacht al een tijdje: het is zonde als ik met de kennis die ik heb opgedaan niet nog een paar talentvolle sporters probeer te helpen. Met skater Keet Oldenbeuving kwam ik in contact. Ze pakte mij meteen toen ik haar op een podium zag en al zo gevat en stoer antwoorden gaf op vragen. Daar stond een meisje met een petje op die ook nog bijdehand uit de hoek kon komen. Vond ik zo leuk en knap. Ik hou van sporters die zelfvertrouwen hebben, een beetje eigenzinnig zijn en op hun gebied een beetje schijt aan de wereld hebben.
Nu help ik vooral sporters die zich in de extreme sports begeven. Ik vind dat visueel ook heel interessante sporten, het zijn sporten die populair zijn bij de jeugd, daar kun je in de toekomst heel veel mee. Het is ook een strategische keuze, want ik weet natuurlijk dat het IOC die sporten heeft omarmd. Ik ben ook samenwerkingen gestart met golfsurfster Eveline Hooft, skater Diego Broest en snowboarder Sam Vermaat.”
Derek: 'Bij elke wedstrijd van Dafne ben ik bloedfanatiek en schreeuw vanaf de tribune. Dan zie ik mensen naar me kijken en denken: wat is dat voor gek?'
Dafne: “Ik vind het goed dat Derek dit doet. Ik denk niet dat het saai wordt om met mij samen te werken, maar het werk wordt langzaamaan wel wat meer routine voor Derek. Het is alleen maar uitdagend om zo’n talent vanaf nul omhoog te helpen. Het is daarnaast goed dat Derek alvast verder kijkt, want mijn carrière zal niet eeuwig duren.”
Waar staat het ‘merk’ Dafne op dit moment?
Derek: “Het is best wel even zoeken geweest naar wat bij Dafne past. Ze is zowel een wereldtopper als de girl next door. Op de baan telt alleen het allerbeste, daar is ze een beest. Naast de baan is Dafne juist heel spontaan, toegankelijk en is ze Hollands nuchter. In de sponsoromgeving en hoe ze zich uit op social media is inmiddels goed zichtbaar dat ze twee in één is. Campina, Visa, Toyota, MBI en Adidas zijn merken die heel goed bij Dafne passen.”
Begin dit jaar werd de opmerkelijke overstap van Nike naar Adidas gemaakt. Wat zit daarachter?
Dafne: “Ik heb acht jaar lang bij Nike gezeten, maar merkte op het einde dat de rek een beetje uit de samenwerking was. Bij Adidas is alles weer nieuw en leuk, ik voel me heel erg welkom. Ik hoop dat ik met Adidas op een fijne en persoonlijke manier kan samenwerken tot het einde van mijn carrière.”
Ik las dat Nike best veel eisen stelde. Dafne moest midden in het seizoen naar Oregon voor wedstrijden, zelfs als dat slecht uitkwam voor de planning.
Derek: “Elke sponsor stelt eisen. Terecht. Het is allang niet meer zo dat sponsors zeggen: ‘Hier heb je een zak geld en doe er wat leuks mee.’ Een merk betaalt een sponsorbedrag om zichtbaar te zijn. Of dat nou in de media is, op social media of in wedstrijden. Voor de sportmerken is het belangrijk dat je presteert, daarom zitten in de contracten prestatiebonussen opgenomen. Het is niet zo dat Nike daar extreem in is. Het is ook niet raar dat sportmerken willen dat hun sporters meedoen aan wedstrijden waarbij ze al hun A-atleten op dezelfde plek kunnen krijgen. Begrijpelijk. Het enige lastige was dat Dafne voor die wedstrijd midden in het seizoen naar Oregon moest.”
Dafne: “Elk sportmerk heeft zijn eigen wedstrijd, die van Adidas is in Boston. De wedstrijd in Oregon was pittig, omdat ik een tijdsverschil van negen uur moest overbruggen. Dat was de reden waarom de meeste Europese atleten er niet zo blij mee waren.”
Toernooibeest
Bij het WK in 2019 kon je je wereldtitel op de 200 meter niet verdedigen door een liesblessure. Daarna kwam corona en waren er rugproblemen. Waar sta je nu?
Dafne: “Dat vind ik lastig in te schatten. Ik moet mijn informatie uit de trainingen halen en die gaan echt goed. Maar wat dat voor wedstrijden betekent, kan ik niet precies zeggen. Vorig jaar was er niet echt een doel om naartoe te werken en dat heb ik altijd wel nodig. Dit jaar is de druk van de Spelen er, dat motiveert enorm.”
Hoe is het met het lichaam?
Dafne: “Goed. Bij topsport is het normaal dat je altijd wel wat klachtjes hebt, pijnvrij ben je nooit. Ik ben heel blij met de progressie die ik het afgelopen jaar ook op fysiek gebied heb geboekt.”
Er is sinds de vorige Spelen heel wat gebeurd. Je begon in maart 2017 een samenwerking met coach Rana Reider, maar eind 2018 besloot je terug te keren bij jouw ‘oude’ coach Bart Bennema. Heb je het gevoel dat je nu verder bent dan tijdens de Spelen van 2016?
Dafne: “Weet ik niet. Ik merk wel dat ik in de trainingtijden loop die ik lange tijd niet heb gelopen. In aanloop naar de Spelen hoop ik die lijn in wedstrijden door te trekken. Als ik bij de eerste wedstrijden niet meteen toptijden loop, is er geen man overboord en hoeft niet iedereen meteen in paniek te raken. Dat hoort bij de opbouw, dit jaar staat alles in het teken van Tokio. Ik ben ook een enorm toernooibeest, kan tijdens wedstrijden net wat meer.”
Je zegt dat je tijden loopt die je lange tijd niet hebt gelopen. Is het de aanpak van Bart Bennema die het verschil maakt?
Dafne: “Bart kijkt heel erg naar de natuurlijke beweging van iemand, kijkt echt naar wat bij mij past. Het Amerikaanse systeem van Rana zat heel anders in elkaar. Hij werkte met een soort mal en daar probeerde hij mij in te krijgen.”
Derek: “Ik ben natuurlijk geen coach, maar ik denk niet dat je Dafne met te veel opdrachten moet opzadelen. Dat de aanpak van Bart werkt bij Dafne, is behoorlijk gebleken, denk ik zo. Bart is iets meer no-nonsense, coacht misschien iets meer vanuit boerenverstand. Het is makkelijk om het achteraf te zeggen, maar de tijd heeft uitgewezen dat die aanpak Dafne beter ligt.”
Dafne: “Het natuurlijke is mij best wel afgeleerd in die periode met Rana. We werkten aan een korte, krachtige pas. Ik moest anders lopen dan ik altijd gewend was. Terug bij Bart merk ik dat mijn passen weer steeds meer zijn hoe ik ze wil hebben. Het is dus: terug naar de aanpak en het gevoel van 2015 en 2016. Mijn paslengte is goed, ik kan mijn kracht daar weer echt in kwijt.”
Derek: “Vorig jaar waren er ook al aanwijzingen dat het de goede kant op gaat. Je liep een Europees record op de 150 meter. Die 16,56 was een waanzinnige tijd.”
Dafne: “Ik was vorig jaar nog veel meer aan het zoeken en toch liep ik die tijd. Ik denk dat ik nu alweer veel verder ben. Dus dat is hoopvol.”
Derek: “Ik merk aan alles: De ‘oude’ Dafne komt er weer aan.”
Derek: 'De geboorte van mijn zoontje is onvergetelijk natuurlijk, maar dat is die 21,63 op de 200 meter van Dafne ook. Die had ik voor geen goud willen missen'
De trainingen en de tijden van Dafne worden bekeken met een vergrootglas. Staan wij Nederlanders af en toe te weinig stil hoe bijzonder het is wat ze doet?
Derek: “In Nederland gaan we heel erg af op de laatste prestatie van een sporter. Als Dafne niet zo’n goede tijd loopt, wordt al snel de conclusie getrokken dat het niet goed gaat. Een momentopname wordt als norm gesteld. Dafne heeft echt wel de waardering en aandacht gekregen die ze verdient, hoor. Dat iemand uit Nederland zich heeft gevestigd in de mondiale sprinttop is uniek en daar krijgt ze de credits voor. Maar het is tegelijkertijd zo: voor je het weet, ben je afgeschreven en lopen we weer achter nieuwe kampioenen aan. In Amerika is het zo: eenmaal een held, altijd een held.”
Dafne: “Ik heb de afgelopen jaren niet mijn beste tijden gelopen, maar ik zit volgens mij nog steeds op een heel behoorlijk niveau en zit nog steeds bij de wereldtop. Als je dan ziet hoe snel er over wordt gestapt naar iemand die voor het eerst een medaille wint... Heel knap en mooi, begrijp me niet verkeerd. Ook fantastisch voor onze sport dat de aandacht verdeeld wordt over meerdere atleten. Maar ik hoor of lees dan over een ‘nieuwe Dafne Schippers’. Dan denk ik: hallo, ik ben er ook nog gewoon, hoor.”
Is dat voor jou de benzine om straks iedereen de mond te snoeren?
Dafne: “Het zou natuurlijk wel lekker zijn als ik straks mensen verbaasd kan doen staan.”
Wanneer kom jij met een tevreden gevoel terug uit Tokio?
Dafne: “Uiteindelijk ga ik altijd voor de gouden medaille. Maar laat ik beginnen met het neerzetten van mijn allerbeste optreden van de laatste tijd, en het liefst mijn beste prestatie ooit. Daar doe ik elke dag alles aan.”
Heb je stiekem een streeftijd voor de 100 en 200 meter in je hoofd zitten?
Dafne: “Laat ik eerst maar eens een paar wedstrijden gaan lopen om te kijken hoe mijn niveau is. Ik heb nooit gedacht dat ik 21,63 kon lopen in de WK-finale van 2015 op de 200 meter. Dat overkomt je als je ‘je beste ik’ bent. Daar strijd ik voor. Als ik geef wat ik in me heb, dan komt die toptijd vanzelf. Mijn leven is ingericht om op het juiste moment mijn beste ik te vinden en te laten zien.”
Derek: “Ik zat op de tribune toen Dafne die 21,63 liep. De sfeer in het stadion, die bizarre tijd. De geboorte van mijn zoontje is onvergetelijk natuurlijk, maar dat is die 21,63 van Dafne ook. Die had ik voor geen goud willen missen.”
Wat zijn de lessen van de Spelen in 2016 die je meeneemt naar Tokio?
Dafne: “Ik raakte destijds twee dagen voor de olympische finale op de 100 meter geblesseerd. De les die ik van Rio meeneem, is: zelfs met een blessure en zonder dat je je beste ik kan laten zien, zijn er toch nog mooie dingen mogelijk. Die zilveren medaille op de 200 meter is heel bijzonder als je weet waar ik vandaan moest komen.”
Huilen
Jullie vieren tijdens de Spelen ook dat jullie vijf jaar een team vormen. Wat zouden jullie tegen elkaar willen zeggen?
Dafne: “Ik zeg nooit met zoveel woorden dat ik hem dankbaar ben, maar hij weet het wel. De herinneringen die wij samen opdoen, zijn ook zo ontzettend gaaf. Wat ik mooi vind aan Derek is dat hij er altijd voor me is, in goede en slechte tijden. Hij geeft me ook altijd spontaan complimenten, het doet me heel veel als hij af en toe zegt: ‘Dat deed je echt goed.’ Maar Derek biedt me ook een schouder om even op uit te huilen als ik die nodig heb. Ik hoop dat we nog een paar jaar samen zo door kunnen gaan.”
Dafne: 'Respons krijgen van kinderen vind ik het allermooiste wat er is, daar kan geen medaille tegenop'
Derek: “Ik ben ontzettend trots op haar. Hoe zij dit allemaal in haar eentje doet; ga er maar aan staan. Ze heeft alles zelf uit moeten vinden, heeft het kunstje van niemand af kunnen kijken, omdat ze de eerste is die dit flikt. Ondertussen houdt ze gelijktijdig zoveel ballen in de lucht. Waanzinnig. Als ze lekker in haar vel blijft zitten, gaan we samen nog heel mooie dingen beleven. Let maar op, dan kan Dafne iedereen weer verbazen.”
Helden Magazine 57
Het verhaal van Dafne en Derek Schippers komt voort uit Helden Magazine 57. Het dubbeldik zomernummer staat volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio en het EK voetbal.
In Helden Magazine 57 lees je naast het interview van Schippers met haar broer Derek ook een interview met keepster en boegbeeld van de Nederlandse handbalsters: Tess Wester over trouwen, de liefde en het moederschap. Daarnaast ook een gesprek met en over Mathieu van der Poel, het fenomeen debuteert dit jaar in de Tour de France en rijdt een maand later de olympische mountainbikerace.
Met aanvoerder Georginio Wijnaldum, assistent-bondscoach Ruud van Nistelrooij, Denzelf Dumfries en Wout Weghorst blikken we uitgebreid vooruit op het EK. Hoe goed is daarnaast Frenkie de Jong? We vroegen het aan acht kenners. Verder in het EK-gedeelte een interview met Memphis Depay en John Bosman blikt terug op het EK van 1988.
Ook in Helden Magazine 57 staat er geen maat op Annemiek van Vleuten meer sinds haar dramatische val tijdens de Spelen in Rio. Praat Sifan Hassan over het geloof, de liefde, haar geheim, de toekomst en goede espresso. Bespreekt chef de mission van de Nederlandse olympische ploeg: Pieter van den Hoogenband de mensen die hem inspireren. Praat de stille kracht van de hockeysters: Eva de Goede over poseren voor Sports Illustrated en tafelvoetballen met Neymar én wint Marianne Vos minder vaak, maar is ze wel gelukkiger.
Verder praten we met de vier krachtpatsers van het baansprinten: Roy van den Berg, Matthijs Büchli, Jeffrey Hoogland en Harrie Lavreysen. Spreekt Vivianne Miedema openhartig over haar wens om ooit voor Feyenoord te spelen, zwaait Epke Zonderland in Tokio af, wist Arno Kamminga zelf lange tijd niet hoe goed hij was én pakten Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen in 2016 de eerste Nederlandse olympische medaille in het beachvolleybal. Victoria Koblenko stapte daarnaast met Nicolas Heiner in de boot én staat Sarina Wiegman in de ‘Leeuwinnen in het Rijks’ stil bij De serenade van Judith Leyster..
Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.