Tennis
Carlos Alcaraz is nog maar 21 jaar en nu al een fenomeen. Iedereen loopt met hem weg. Helden sprak de winnaar van het ABN AMRO Open exclusief in aanloop naar Roland Garros en Wimbledon, de toernooien die hij vorig jaar allebei won. “Ik leid een schitterend leven, maar moet voortdurend in mijn achterhoofd houden waar ik dat aan te danken heb.” Hij vertelt erover in Helden Magazine 76.
Waar hij speelt lopen volwassen mannen rond in mouwloze T-shirts en slepen toeschouwers Spaanse vlaggen mee de tribunes op. Na een onmogelijk punt of de specialiteit van het huis – de dropshot – is er altijd wel een fan die ‘vamos’ schreeuwt.
Begin februari was dat niet anders in Rotterdam, waar Carlos Alcaraz, dé tennisattractie van dit moment, zijn debuut maakte op de ABN AMRO Open en in Rotterdam Ahoy meteen de titel pakte. Hij toonde zijn emoties na een mooi punt, juichte naar het publiek, klapte voor een mooi punt van zijn tegenstander en lachte. Alles aan hem straalde uit: ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Door het Alcaraz-effect sneuvelde het bezoekersrecord van het ABN AMRO Open. Zoals overal waar hij verschijnt staan mensen in de rij om hem in het echt te zien.
Zelfs bij een training is het dringen geblazen om een plekje langs de baan te bemachtigen. En waar hij gaat, wordt hij gevolgd door een horde kinderen, die hopen met hem op de foto te kunnen of smachten naar een handtekening op een tennisbal van voetbalformaat. Alsof Alcaraz een eigentijdse rattenvanger van Hamelen is, die kinderen lokt met een tennisracket in plaats van een fluit.
Hij neemt de tijd voor zijn jonge fans in Rotterdam. Alcaraz vraagt aan een jongen wat zijn naam is en zet dan met een zwarte marker een handtekening en de naam van de jongen op een grote tennisbal. Daarna poseert hij nog even met een grote lach voor de foto die de moeder van de jongen maakt. Alcaraz aait hem tot twee keer toe over z’n bol. De jongen raapt al zijn moed bij elkaar als hij in zijn beste Engels vraagt wat Alcaraz voor hobby’s heeft naast het tennis. “Ik golf graag om m’n hoofd leeg te maken,” antwoord de tennisser die liefkozend Carlitos wordt genoemd, wat staat voor ‘kleine Carlos’.
Hij geeft aan dat hij nog niet zolang geleden zelf een van die kinderen was die op jacht was naar een handtekening of foto met een van zijn helden. “Dat doet me keer op keer beseffen dat het heel snel is gegaan met me. Ik was dolgelukkig toen ik een paar jaar geleden op de foto mocht met Rafael Nadal. En nu...”
Gouden generatie
De afgelopen twintig jaar werd het tennis gedomineerd door Roger Federer, Nadal en Novak Djokovic. Hoe hebben die mannen jou geïnspireerd?
“Zij zijn zo belangrijk voor mijn ontwikkeling geweest. Ik heb het geluk dat ik ben opgegroeid met de Gouden Generatie van het mannentennis. Zij hebben zo’n grote invloed op mij gehad toen ik begon, ik wilde zijn zoals zij. Ik heb helaas nooit een wedstrijd tegen Federer gespeeld, heb wel een keer met hem mogen trainen op Wimbledon toen ik daar meedeed aan het juniorentoernooi. Tegen Rafael, Novak en ook Andy Murray heb ik gelukkig nog een aantal keren gespeeld. Novak kom ik natuurlijk nog steeds tegen en ik vind het nog elke keer fantastisch om me te meten met een van de levende legendes van het tennis.”
Is jouw landgenoot Nadal een mentor voor jou geweest?
“Ja. En ik had het geluk dat ik Rafa al op jonge leeftijd ontmoette. Ik kan wel stellen dat ik het voor een groot deel aan hem te danken dat ik nu proftennisser ben. Ik heb veel geleerd van zijn toewijding, passie en de offers die hij bracht voor zijn sport. Rafael gaf nooit op, zag altijd nog mogelijkheden als hij achterstond. Dat zijn allemaal dingen die ik me heb geprobeerd eigen te maken en die mij de speler hebben gemaakt die ik nu ben. Maar waarom ik hem het meest bewonder is omdat hij alles heeft bereikt als tennisser, maar ondertussen wel een heel aardig en normaal mens is gebleven.”
Je postte een foto van jezelf met Nadal, toen je vijftien was, op social media toen hij bekendmaakte dat hij eind 2024 afscheid ging nemen bij de Davis Cup. Je dubbelde met hem op de Spelen in Parijs en vormde een team met hem in de Davis Cup-wedstrijd tegen Nederland, wat zijn laatste wedstrijd bleek te zijn. Hoe zwaar viel zijn afscheid jou?
“Het was mooi en verdrietig. Met Rafa dubbelen in Parijs was onbeschrijflijk mooi. Ik heb ook toen weer zoveel van hem geleerd, op en naast de baan. En daarna zijn afscheid in Malaga. Een heel emotioneel en moeilijk moment. Ik koester de momenten die ik met Rafael heb meegemaakt.”
Jannik Sinner en jij zijn de boegbeelden van een nieuwe generatie. Zijn jullie andere types dan de generatie Nadal, Djokovic, Federer?
“Dat denk ik wel, elke generatie is anders. Zo is het altijd geweest. Ik vind het heel lastig om me te vergelijken met die mannen voor ons... Dat moet ik eigenlijk ook niet willen. Ik heb zoveel bewondering voor Roger, Novak en Rafael, zij zijn de grootste kampioenen die het tennis heeft voortgebracht, hebben de sport twee decennia gedomineerd.”
Rivaliteit
Jarenlang werd het mannentennis gedomineerd door Federer, Nadal en Djokovic, de afgelopen twintig jaar winnaar van respectievelijk 20, 22 en 24 Grand Slam-titels. Afgelopen jaar waren het Jannik Sinner en Alcaraz die de belangrijkste titels verdeelden. Sinner won in 2024 de Australian Open en US Open, de ATP Finals, sloot het jaar af als nummer één van de wereld en pakte in januari bij de Australian Open zijn derde Grand Slam-titel. De twee jaar jongere Alcaraz, nummer drie van de wereld, won Roland Garros en Wimbledon en zette de teller op vier Majors.
Met Sinner versus Alcaraz is een nieuwe rivaliteit geboren. Patrick Mouratoglu, de beroemde Franse tennistrainer, stelde onlangs: ‘Sinner is dominant, maar er zijn meerdere redenen waarom ik hem niet boven Carlos Alcaraz plaats.’ Van hun tien onderlinge wedstrijden won Alcaraz er zes.
“Ik heb het filmpje van Mouratoglu gezien, maar ben het niet met hem eens,”stelt Alcaraz. “Jannik heeft bewezen dat hij op dit moment de beste is. Hij verloor het afgelopen jaar maar vier of vijf wedstrijden, dat is bizar. Ik weet dat mensen ons steeds met elkaar vergelijken en discussiëren wie de betere is. Sommigen zeggen dat Jannik beter is en anderen wijzen naar mij. Ik zeg: Jannik is absoluut de sterkste op dit moment. Hij wint bijna altijd, is altijd gefocust. Als Jannik een toernooi speelt, wint hij het of hij haalt in elk geval de finale.”
Sinner en jij zijn goede vrienden. Jij was vijftien toen je voor het eerst tegen hem speelde en je won. Is jullie band veranderd nu jullie ook rivalen zijn?
“Jannik en ik kennen elkaar al heel lang, we zijn samen opgegroeid in het tennis. We hebben nu een mooie rivaliteit. Op de baan, niet ernaast. En ik hoop dat we die strijd nog vele jaren blijven voeren op de baan. Wat Jannik zo goed maakt, is dat hij zo ongelooflijk compleet is. Ik ken hem goed, heb veel tegen hem gespeeld en heb zijn spel dus goed kunnen bestuderen. Ik kan nu wel met zekerheid stellen dat hij eigenlijk geen zwakke punten heeft en daarnaast is hij mentaal ook nog eens ijzersterk. Ik zie het keer op keer als een enorme uitdaging als ik hem tegenkom op de baan. Ik probeer telkens weer een strategie te bedenken waarvan ik hoop dat het werkt tegen Jannik. Ik probeer ook telkens weer andere dingen om hem te blijven verrassen en me zelf ook te blijven ontwikkelen.”
Hoe belangrijk is die rivaliteit voor het tennis en voor jou?
“Heel belangrijk. Een rivaliteit zorgt voor meer interesse van de fans. Wat tennis betreft zijn we door de jaren heen natuurlijk verwend met schitterende duels. Dat was ruim veertig jaar geleden al zo met Björn Borg en John McEnroe. Je had daarna de strijd tussen McEnroe en Ivan Lendl. En daarna die tussen Andre Agassi en Pete Sampras. En de afgelopen jaren was er eerst de strijd tussen Rafael Nadal en Roger Federer. En daar kwam daarna ook nog Novak Djokovic bij.
Dat de beste tennissers van de wereld rivalen zijn, zorgt ervoor dat het niveau van het tennis telkens weer omhooggaat. De mannen die ik net noemde, hebben elkaar naar een hoger niveau gepusht en daarmee het hele niveau van het tennis omhoog geholpen. Jannik en ik helpen elkaar ook naar een nog hoger niveau. Jannik dwingt mij om telkens in de spiegel te blijven kijken. Zijn succes maakt mij hongerig, want ik wil het nog beter doen dan hij. En ik weet zeker dat hij zo ook naar mij kijkt.”
In Rotterdam bleef een treffen tussen de twee uit. Sinner, winnaar van het ABN AMRO Open in 2024, trok zich terug na het winnen van de Australian Open wegens vermoeidheidsklachten. Alcaraz lachend: “Ik heb Jannik niet gemist in Rotterdam, hoor.”
Tranen
Alcaraz won in 2022 al de US Open en steeg daardoor naar de eerste plaats op de wereldranglijst. Met zijn negentien jaar en vier maanden was hij de jongste aanvoerder van de ranking in de historie van het mannentennis. In 2023 won hij Wimbledon door in de finale Djokovic te kloppen in vijf sets, op dat moment al een tijd ongeslagen op gras. Weer een jaar later kraakte hij de code van wat geldt als de lastigste opdracht in het tennis: in hetzelfde jaar Roland Garros en Wimbledon winnen. Hij was net 21
toen hem dat lukte, niemand had dat op een jongere leeftijd voor elkaar gekregen. Na die dubbelslag dook er op social media een video op van een twaalfjarige Alcaraz die vertelde dat hij op een dag hoopte Roland Garros en Wimbledon te winnen. Negen jaar later won hij ze achter elkaar. “Ik heb ook de statistieken gezien en van iedereen gehoord dat ik de jongste ben die Roland Garros en Wimbledon in hetzelfde jaar heeft gewonnen. Mijn carrière is op een fantastische manier van start gegaan, maar ik ben nog niet klaar. Ik moet mijn weg blijven vervolgen.”
Sta jij er weleens bij stil dat het heel bijzonder is wat je allemaal aan het doen bent?
“Ja, nou... Het is allemaal zo snel gegaan en daar ben ik trots op. Het is overweldigend, maar tegelijkertijd moet ik er niet te lang bij stilstaan wat ik al allemaal heb gepresteerd. Want het gevaar is dat ik dan mijn focus verlies. Ik moet me niet van de wijs laten brengen. Er gebeurt heel veel om me heen. Ik leid een schitterend leven, maar moet voortdurend in mijn achterhoofd houden waar ik dat aan te danken heb: keihard werken en elke dag bezig zijn mezelf te verbeteren. Ik moet vooruit, stilstaan bij wat is geweest helpt daar niet bij. Er komt een tijd waarop ik heel rustig terug kan kijken, maar dat duurt hopelijk nog een paar jaar.”
Alcaraz lacht vaak op de baan, maar afgelopen jaar zagen we hem ook voor het eerst in tranen. Na de olympische finale in het enkelspel, waarin Djokovic met twee keer 7-6 won, hield hij het niet droog. “Normaal gesproken slaag ik er altijd in om mijn niveau op te krikken op moeilijke momenten, maar in Parijs slaagde ik daar niet in. Ik voelde een heel andere druk dan ik gewend was. We spelen vier Grand Slam-toernooien per jaar en de Olympische Spelen zijn maar eens in de vier jaar. Bovendien legde ik mezelf extra druk op omdat ik omdat ik voor Spanje en de Spanjaarden speelde.
Iedereen in Spanje wilde dat ik het goud zou winnen, ik had het gevoel dat ze echt smachtten naar die olympische titel. Daardoor had ik het gevoel dat ik mensen teleur zou stellen als ik het goud niet won. Na de nederlaag werd ik emotioneel omdat ik het gevoel had dat ik de Spanjaarden niet trots had kunnen maken.”
Diezelfde Djokovic weerhield hem er ook van om dit jaar de enige Grand Slam- titel te winnen die hij nog niet won. De succesvolste tennisser aller tijden, 37 jaar inmiddels, versloeg Alcaraz in de kwartfinale in Melbourne. Tranen bleven achterwege na de teleurstelling, met een big smile stapte hij van de baan af. “Ik heb niet het gevoel dat ik een kans heb laten liggen in die wedstrijd tegen Novak. Weet je hoe ik dingen nu vaak bekijk? Ik heb hopelijk nog tien tot vijftien jaar te gaan als tennisser. Er komen nog genoeg kansen. Bij de Australian Open had ik het niveau om de titel te pakken, denk ik.
En als je dan een ongelooflijk goede speler als Novak tegenkomt, de moeilijkste tennisser die je maar kunt treffen, dan weet je dat je kunt verliezen, ook al ben je goed in vorm. Ik heb een hoog niveau gehaald en weer veel geleerd van die wedstrijd. Je moet niet te snel je hoofd laten hangen na een nederlaag, vroeg in het seizoen.”
Richard Krajicek noemde jou heel compleet. Hij ziet wel iets wat beter zou kunnen. Je zou volgens hem wat meer vrije punten kunnen pakken met jouw eerste service. Daardoor kun je wat meer energie sparen en kun je gedurende een seizoen constanter presteren.
“Wij hebben dezelfde conclusie getrokken als Richard. Ik ben bezig met mijn opslag, maar dat is helaas niet van de ene op de andere dag voor elkaar. En Richard heeft ook een punt dat het me kan helpen om wat krachten te sparen. Het seizoen is heel lang en zwaar en als ik wat meer gratis punten krijg met mijn opslag en je kijkt naar het aantal wedstrijden dat we jaarlijks spelen, dan kan dat grote impact hebben. Zeker bij de Grand Slam-toernooien is het cruciaal om in de eerste rondes zo weinig mogelijk energie te verspillen en daar helpt de eerste service zeker bij. Als je daardoor minder lang op de baan staat, kan de
tijd die je al op de baan hebt gestaan van doorslaggevend belang zijn in de laatste fase van het toernooi.”
Bij de ABN AMRO Open was er weer een primeur voor Alcaraz. Hij pakte zijn zeventiende toernooizege op het hoogste niveau, maar het was zijn eerste titel op een indoorbaan. “Dat maakte de titel extra speciaal natuurlijk.” Lachend: “Het werd ook wel tijd dat ik me tussen de betere spelers op indoorbanen zou nestelen. Er zijn veel spelers die beter op een indoorbaan uit de voeten kunnen dan ik. Dat zijn jongens met vlakken slagen en een heel goede opslag. De service is een heel belangrijk wapen op zulke banen. Dat ik heb weten te winnen in Rotterdam is heel goed voor mijn vertrouwen. Mentaal is het ook weer goed geweest voor me. Omdat ik op deze ondergrond moet blijven vechten, niet mijn hoofd moet laten hangen. Ik ben er nog niet. Het kan beter. Zeker als ik mijn opslag blijf verbeteren.”
Schaken
De Netflix-documentaire Carlos Alcaraz: My Way komt binnenkort uit. Je bent afgelopen jaar op de voet gevolgd door een cameraploeg. Was het af en toe ook lastig dat alles wat je deed werd vastgelegd?
“Totaal niet. Het was juist leuk om hen om me heen te hebben en het resultaat is schitterend. Ik heb ‘ja’ tegen het voorstel gezegd omdat het volgens mij interessant is voor de fans om dingen vanuit een ander perspectief te zien. Mensen zien ons op de baan staan als we een wedstrijd spelen, maar de mens die achter de tennisser op de baan schuilgaat, kennen ze vaak niet. Ik vond het mooi en belangrijk om te laten zien hoe mijn leven eruitziet, wat er voorafgaat aan een wedstrijd en wat er gebeurt nadat de laatste bal is geslagen. Ik wil laten zien wat ik meemaak tijdens toernooien, hoe mijn dagen eruitzien als ik geen toernooi speel en wat ik moet doen en laten om succesvol te zijn.”
Als voorbereiding op een wedstrijd ga jij geregeld een potje schaken, toch?
“Klopt. Schaken helpt mij om sneller te denken, om vooruit te denken. Het is goed om voor ik de baan op ga mijn hoofd al te laten werken. Tennis is eigenlijk ook een soort van schaken. Je moet steeds anticiperen op je tegenstander, je moet ook vooruit kunnen denken. Zo van: als ik nu een forehand sla in die hoek, dan trek ik het veld open, kan ik daarna die bal slaan. Los van observeren en strategisch denken, moet je zowel bij schaken als tennis voortdurend gefocust zijn. Wanneer je even de concentratie verliest kan een wedstrijd omkeren, achter het schaakbord en op de tennisbaan.”
Door social media kunnen mensen van alles roepen. Als jonge topsporter moet je je daar maar voor weten af te sluiten. Hoe ga je om met alle druk op en naast de baan?
“Druk is er zeker, maar tot op heden kan ik daar goed mee omgaan. Ik werk al een tijd met een psycholoog en daar heb ik veel baat bij. Dan moet je denken aan hoe om te gaan met hoge verwachtingen, met presteren onder grote druk. En ik heb gelukkig een geweldig team om me heen die me helpt om te gaan met alles wat afgelopen jaren is gebeurd.”
Het gaat je allemaal voor de wind op de baan. Wat zijn dingen waarover jij twijfelt?
“Ik twijfel nog weleens wat ik moet doen op de baan als het niet helemaal gaat zoals ik wil. Dan vraag ik me af of ik wel de goede dingen doe en of ik mijn gameplan niet moet aanpassen. Ik ben nog jong, weet nog lang niet alles.”
Juan Carlos Ferrero was in 2003 nummer één van de wereld en won dat jaar ook Roland Garros door in de finale ‘onze’ Martin Verkerk te verslaan. Hij is jouw coach sinds jouw vijftiende. Je noemt hem jouw ‘tweede vader’.
“Juan Carlos heeft alles zelf meegemaakt, weet precies wat ik op en naast de baan nodig heb. Hij kent me door en door. Die klik is er vanaf het eerste moment. Juan Carlos is fundamenteel voor mijn ontwikkeling geweest en dat is hij vandaag nog steeds.”
Jij hebt op je 21ste ook al een eigen foundation, die kansarme kinderen helpt. De stichting vraagt ook aandacht voor gelijke kansen voor elk kind. Jouw va- der gaf zijn droom om tennisprof te worden ooit op omdat de financiële middelen ontbraken. Zat dat in jouw achterhoofd toen je besloot de foundation op te richten?
“Dat heeft zeker meegespeeld. En als je daarnaast bekijkt hoeveel hulp ik van jongs af aan juist heb gekregen om mijn dromen waar te maken. Dat gun ik elk kind. Wij, mijn familie en ik, dachten er al een paar jaar over na om de foundation te beginnen en hopelijk kunnen we een verschil maken.”
Juan Carlos Ferrero, jouw foundation en jij hebben eind vorig jaar ook geld ingezameld voor de slachtoffers van de overstromingen in Valencia. Ben jij bezorgd over de wereld waarin we leven?
“Absoluut. Dat ik een professionele tennisser ben, betekent niet dat ik mijn ogen sluit voor de realiteit. Bij mij is het juist het tegenovergestelde. Ik maak me zorgen, ben me heel bewust van alle dingen die spelen. Of het nou het klimaat is, armoede, de oorlogen die gaande zijn. In mij zit heel sterk: ik wil helpen, doen wat ik kan.”
Voelt het voor jou als een verantwoordelijkheid om als rolmodel een verschil
te maken? De media en bedrijven luisteren naar wat jij te zeggen hebt.
“Het voelt voor mij niet als een verplichting. Ik ben gewoon mezelf, dat ben ik altijd. Ik doe dingen waar ik me goed bij voel.”
Iedereen kijkt naar jou, wil wat van jou. Het is vast een mooi, maar soms ook lastig leven dat je leidt. Denk jij weleens als je naar je drie broers kijkt: ik wou dat ik een dagje hun leven kon leiden?
“Dat zou wel heel ondankbaar zijn, toch? Ik doe de dingen waarvan ik hou. Ik reis over de hele wereld, doe mee aan de mooiste toernooien en heb de kans om fantastische mensen te ontmoeten. Mij hoor je niet klagen, hoor.”
Helden Magazine nummer 76
Het interview met Carlos Alcaraz komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’.
Voetbal
Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer.
Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax.
Nog veel meer sport
Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025?
Oud-honkballer Kalian Sams moest tijdens zijn loopbaan omgaan met racisme en een stalker. Hij doet zijn verhaal in het theater en hoopt jonge topsporters inzichten te geven. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.