Word abonnee
Meer

Voetbal

De opmerkelijke weg van Micky van de Ven

Amper vijf jaar geleden speelde Micky van de Ven (23) nog in de Keuken Kampioen Divisie, tegenwoordig is hij de snelste speler van de Premier League en van het Nederlands elftal. Afgelopen seizoen won hij met Tottenham Hotspur de Europa League. De eerste internationale prijs in 41 jaar. Vanavond kan daar een tweede bij komen als de club het opneemt tegen PSG voor de UEFA Super Cup. In Helden Magazine nummer 75 legden wij de razendsnelle verdediger van Tottenham Hotspur negen uitspraken voor. “Mijn teamgenoten maken er grappen over, zeggen: ‘Ja hoor, hij trekt weer een sprintje en het hele stadion zingt zijn naam.’ Micky van de Ven “Ik wilde hem gerust ieder weekend een tientje geven, maar op een gegeven moment moet hij ook zelf iets verdienen. Hij zei: 'Papa, ik ga echt niet in de supermarkt zitten. Bliep bliep, wilt u een bonnetje? Dat ga ik gewoon niet doen. Geef me nog een half jaar en dan beloof ik dat het goed komt.’” Marcel van de Ven, BNR The Friday Move, 5 november 2023. Lachend: “Ik heb deze uitspraak van mijn vader voorbij zien komen op social media. Als jongetje deed ik niet anders dan voetballen. Ik was altijd buiten, ook al goot het van de regen. Mijn moeder moest me naar binnen sleuren voor het avondeten. School was niet aan mij besteed en ik had ook geen trek in een bijbaan. Ik wilde zo graag slagen als profvoetballer.” Je begon bij WSV in Wormer. Bij AZ en Ajax werd jij als jeugdspeler afgewezen. Volendam wilde jou wel hebben, je doorliep er de jeugdopleiding. “Bij WSV hoorde ik van trainers en teamgenoten geregeld dat ik de beste van het team was. Leuk, maar dan moet je wel hopen dat er een profclub voorbijkomt. Ajax en AZ toonden interesse. AZ vond mij uiteindelijk niet goed genoeg en stuurde me weg, Ajax wilde me toch niet hebben. Ik begon te twijfelen. Was ik wel goed genoeg voor een profclub? Een jaar later kwam Volendam. In mijn eerste jaren bij Volendam dacht ik niet na over wat er allemaal kon gebeuren. Ik was gewoon lekker aan het voetballen, plezier aan het maken. Rond mijn zestiende stroomden veel gasten door naar Onder 19. Ik ook. Ik wist: dit is het moment dat ik me moet gaan onderscheiden. 'AZ vond mij niet goed genoeg en stuurde me weg, Ajax wilde me toch niet hebben. Ik begon te twijfelen. Was ik wel goed genoeg voor een profclub?' In Onder 19 speelde ik alles, ook al was ik eerstejaars. De trainer zei na iedere wedstrijd dat ik de beste van het veld was. Ik hoopte dat ik door mocht naar Onder 23, Jong Volendam, ook al was ik een jaar jonger dan de andere doorstromers. Maar dat gebeurde niet. Ook de trainer van het eerste elftal zei dat ik nog twee jongens voor me had en dat het lastig voor mij zou worden om ooit in het eerste te komen. Ondanks dat mijn ouders en zus mij steunden, dacht ik: wat doe ik hier nog? Ik voelde dat ik beter een stap terug kon doen naar de amateurs, om daarna hopelijk weer een nieuwe stap te maken. Dat voelde beter dan nog een jaar bij Onder 19 blijven zonder perspectief. Het was lastig om erin te blijven geloven.” [caption id="attachment_20748" align="aligncenter" width="1708"] Micky van de Ven[/caption] Jouw vader Marcel is een voormalig (undercover) politieman, jarenlang onderdeel geweest van de Unit Specialistische Operaties van de landelijke eenheid, en tegenwoordig bekend van Nederlandse tv-programma's als Ontvoerd en Hunted. Hij is ook een expert en spreker op het gebied van mentale kracht en weerbaarheid. Hoe hielp hij jou destijds? “Van jongs af aan helpt mijn vader mij op mentaal gebied. Eén keer heeft hij er in m’n jeugd een theorieboek bij gepakt. Hij legde uit dat er cirkels zijn. En als je in een bepaalde cirkel terechtkomt, je beter terug kan naar een andere om van daaruit weer verder te kunnen. Dat klinkt een beetje vaag, maar het hielp enorm. Mijn vader probeerde mij vaak dingen te laten inzien aan de hand van voorbeelden. Zo gingen we met zijn tweeën naar Ajax en zei hij: ‘Let op de spits en kijk hoe het publiek hem af loopt te snauwen. Maar moet je kijken wat ze doen als hij hard aan het werk is. Dan gaan mensen klappen. Het is een soort show.’ Mijn vader heeft mij laten inzien dat als je hard werkt, er altijd een beloning gaat komen. Een maand nadat ik met hem op de tribune bij Ajax had gezeten, werd de trainer van het eerste van Volendam eruit geknikkerd en Wim Jonk werd aangesteld. Toen begon het allemaal voor mij.”   “Natuurlijk zaten er ook nog fouten in zijn spel. En hij stond af en toe verkeerd. Maar ik zag iemand met een enorme snelheid en kracht. Hij durfde mensen uit te spelen. Hij heeft zoveel macht aan de bal, dat viel me meteen op en sprak me enorm aan.” Wim Jonk, NOS, 9 augustus 2023. “Dit ging over de eerste wedstrijd die hij van mij had gezien.” Wim Jonk zag het wel in jou zitten. Zijn voorgangers bij Volendam, Hans de Koning en Misha Salden, niet. “Ik noem nooit namen van trainers die mij links hebben laten liggen. Met Hans de Koning heb ik sowieso nooit contact gehad. Toen hij trainer van het eerste was, was ik nog heel jong. Toen Wim Jonk aangesteld was, zag ik hem bij een wedstrijd langs de lijn staan. Mijn vader had al gezegd: ‘Weet je wel wie er stond te kijken?’ Jonk stond er samen met Jasper van Leeuwen, die technisch directeur werd. Na die wedstrijd nam hij contact met mij op. Wim Jonk had goed contact met de nieuwe trainer van Jong Volendam, Johan Plat. Ik werd door hen meteen doorgeschoven naar Jong Volendam. Toen kreeg ik ook mijn eerste contract. Ze zeiden dat ik een potentiële speler van het eerste elftal was, maar dat ik eerst bij Jong Volendam moest laten zien of ik me staande kon houden. Ik werd meteen aanvoerder gemaakt en trainde ook geregeld met het eerste mee. Jonk kon op trainingen zien hoe ik ervoor stond. Ik heb zo’n tien wedstrijden bij Jong Volendam gespeeld, daarna sloot ik helemaal aan bij het eerste. Het jaar erna maakte Jonk mij aanvoerder van het eerste, ik was pas negentien. Zo zie je hoe snel iets kan veranderen. Ik heb het er weleens met mijn vader over. Hoe raar het is dat één trainer je kan maken of breken. Je kan door één persoon weggestuurd worden, terwijl je een heel groot talent bent. Ook op het niveau waarop ik nu speel, kun je inpakken als een trainer het niet in je ziet zitten. Hoe hard dat ook is.” Wim Jonk had ook kritiek, zei: ‘Soms was hij een beetje lui, het ging hem heel makkelijk af.’ Lachend: “Ja, ik was wel een luie voetballer. Bij Jong Volendam ging het echt goed. De spitsen van teams waartegen we speelden daagden mij niet meer uit. Daardoor ging ik wedstrijden anders in. Het ging me iets te makkelijk af. Ik had een nieuwe stap nodig. Gelukkig gaf Jonk mij de kans die te maken.” In 2019 debuteerde je in het eerste van Volendam. Ik las dat jij dat eerste jaar er meteen tien kilo aan spiermassa had bijgetraind. “Ik was altijd een lang, dun mannetje. Ik raakte op een gegeven moment geblesseerd aan mijn voet en kon mijn benen niet trainen, had loopgips. Ik ben toen flink mijn bovenlichaam gaan trainen in de gym. Ik werd zwaarder, groter. Dat hielp enorm in het veld. Ik werd minder makkelijk opzijgezet door een spits.” Je wordt veel geroemd om jouw snelheid. Was dat altijd al jouw sterkste punt? “Ja, vroeger was ik ook al snel. Rond mijn veertiende had ik veel last had van groeipijnen en was mijn snelheid even wat minder. Ik ben toen gewisseld van positie, van aanvaller naar verdediger. Dat is een goede zet geweest.” Jij vertrok in 2021 naar Wolfsburg. Wim Jonk is inmiddels assistent bij het Nederlands elftal. Hoe is jouw contact met hem? “Bij Volendam hadden wij een heel goede band. Ik zat vaak bij Jonk op kantoor te chillen, ook met zijn assistenten. Ik ging niet op een leuke manier weg bij Volendam. Daarna is de band met Wim Jonk minder geworden. Gelukkig is ons contact hersteld.” De club wilde jou niet voor een appel en ei laten gaan. Jij eiste contractontbinding via een arbitragezaak. Jij verloor die zaak, maar op de laatste dag dat de transfermarkt nog open was, werd je toch voor 8,5 miljoen euro overgenomen door VfL Wolfsburg. “Die periode heeft alles beschadigd tussen mij en Volendam, maar dat is niet iets wat nog speelt tussen Wim Jonk en mij. Hij heeft ook gezien dat Wolfsburg voor mij de goede keuze is geweest.” Je bent de speler die Volendam het meest heeft opgebracht in de clubgeschiedenis. Ben je daar trots op? “Volendam heeft veel voor me gedaan en heeft me de speler gemaakt die ik nu ben. Ik wilde ook dat de club goed aan mij zou verdienen. Het ging alleen over ongeloofwaardige bedragen. Zuur dat het zo is gelopen. Inmiddels vind ik het heel mooi dat zij zoveel geld voor mij hebben gekregen en ik de duurste speler in de geschiedenis van de club ben.” Toen jij van Wolfsburg naar Tottenham vertrok, in de zomer van 2023, kwam er weer een arbitragezaak aan te pas. Uiteindelijk kwam je met Volendam tot een schikking. Was dat een principekwestie voor jou? “Volendam verdiende veel geld aan mij. Ik had na mijn transfer naar Tottenham ook nog recht op geld. Bij Volendam zeiden ze dat ze die lettertjes in het contract anders hadden gelezen. Ik was niet bang om die arbitragezaak aan te spannen. Ik had een heel goede advocaat. Hij zei: ‘Dit kun je niet verliezen, het staat zwart op wit in jouw contract.’ Ik vond een tussenweg ook prima, wilde praten. Ik vond het echt niet erg om wat in te leveren, omdat de club financieel zo diep zat. Maar er moest wel íets komen, het ging om serieus geld. We zijn tot een goede oplossing gekomen.” “Micky stond al veel langer op de lijst hier. Over een paar jaar zou zo’n speler niet meer te betalen zijn voor een club als Wolfsburg. Ze gaan hier geen gekke bedragen meer betalen. Wolfsburg heeft tegen degradatie moeten vechten en is nu weer een paar jaar stabiel. Dat willen ze blijven.” Mark van Bommel, De Telegraaf, 18 september 2021. “Op Deadline Day ben ik naar Wolfsburg gegaan. Ik kon naar Feyenoord, PSV en Wolfsburg, drie mooie clubs. Wolfs had het jaar ervoor ook al interesse getoond. De club is altijd achter mij blijven staan, ook tijdens de arbitragezaak. Marcel Schäfer was technisch directeur, met hem heb ik nog steeds een heel goede band. Hij zei: ‘Mick, het maakt niet uit wat er gebeurt, wij willen jou hebben en gaan er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen.’ Ik twijfelde wel even, was negentien, dacht: ga ik de eredivisie overslaan om meteen naar de Bundesliga te gaan? Ik heb die dag een paar keer met Mark van Bommel gebeld. Hij wilde mij graag hebben, en zei inderdaad: ‘Over een paar jaar ben jij niet meer te betalen voor ons.’ Inmiddels geeft de club redelijk gekke bedragen uit voor spelers, maar in die tijd was dat nog niet zo. Van Bommel zei: ‘Als je nu naar Wolfsburg gaat en je slaagt niet meteen, dan kun je nog uitgeleend worden aan AZ, PSV of Feyenoord. Als alles misgaat, dan heb je nog een back-up. Maar stel dat je nu naar een van die clubs gaat en je haalt het niet... Dan speel je daarna bij RKC Waalwijk.’ Daar zat wat in, vond ik.” Feyenoord wilde jou hebben. Arne Slot was daar net trainer geworden en Sipke Hulshoff, die jij al kende van Volendam, werd zijn assistent. “Slot wilde mij als trainer van AZ al halen, na mijn eerste jaar in het eerste van Volendam. Volendam liet me toen niet gaan, maar dat accepteerde ik ook, hoor.” Slot is nu trainer van Liverpool. Ze staan bovenaan in de Premier League. Denk je weleens: als ik toen voor Feyenoord had gekozen, dan had ik nu misschien bij Liverpool gezeten? Lachend: “Nou, dat was heel toevallig geweest. Slot doet het heel goed. Liverpool is een fantastische ploeg. En Slot laat nu weer zien dat hij een heel goede trainer is. Elke speler die onder hem heeft gewerkt, is positief over hem. In die paar gesprekken die ik met hem heb gevoerd, had ik ook een goed gevoel bij hem. Hij snapt het spelletje heel goed.” Jij koos voor Wolfsburg, maar al na een paar maanden werd Van Bommel ontslagen. “Dat was heel jammer, maar ik dacht niet: dit zal ook voor mij wel het einde betekenen. Marcel Schäfer en Jörg Schmadtke, de sportief directeur, hadden in gesprekken aangegeven dat de hele club mij wilde hebben, niet alleen Mark van Bommel. Wolfburgs had zich al gemeld voordat Van Bommel trainer werd. Ik had na zijn ontslag dus niet het gevoel dat ik ook de klos was.” Hoeveel moeite heeft het gekost om te wennen aan het niveau van de Bundesliga? “De eerste maanden had ik het lastig. Niet alleen op het veld, ook erbuiten. Het was coronatijd. Sommige vrienden wilden zich niet laten vaccineren, dus konden niet naar mij toe komen. Ook mijn ouders konden niet komen kijken in het stadion. De eerste maanden speelde ik niet, zat ik vaak niet eens bij de selectie. De intensiteit op de trainingen was veel hoger dan ik gewend was en ik sprak geen Duits. Het was een zware periode. Na een tijdje begon ik me meer thuis te voelen en merkte ik dat ik op het veld meer zelfvertrouwen kreeg. Ik lag lekkerder in de groep, kreeg vrienden, begon de taal te leren. Toen voelde ik: ik kan dit niveau aan. Ik maakte ook mijn debuut en zag dat ik niet veel onderdeed voor die andere gasten.” Jij maakte je debuut op 6 november 2021. Een jaar later, onder trainer Niko Kovaç, brak je echt door. “Het hielp me vooral dat ik meer ervaring kreeg. Ik speelde tegen goede spitsen. In het begin dacht ik: poeh, het gaat wel rap. Ik werd vanzelf meegezogen in dat hoge tempo. Ik ging ook steeds meer van mezelf eisen. Na elke wedstrijd was ik echt kapot. Daardoor leerde ik ook mijn lichaam steeds beter kennen, ik wist wat en hoeveel ik moest eten voor een wedstrijd en wat ik moest doen om zo snel mogelijk te herstellen na een wedstrijd.” Al na twee jaar kwam Tottenham, niet de minste club. “Ik had een gesprek met trainer Ange Postecoglou gehad. Hij vertelde over zijn tactische plan en wat hij voor ogen had met de verdedigers. Hij vertelde over de historie van Spurs, dat er bijna nooit een prijs gewonnen wordt, en zei: ‘Ik ga daar verandering in brengen en wil dat jij onderdeel bent van mijn plan.’ En hij zei: ‘Als jij hierheen komt, stel ik je op.’ Ik was 22, kon naar een topclub in de Premier League en zou gaan spelen. Het was raar geweest als ik ‘nee’ had gezegd.” “We begrijpen elkaar goed, hij spreekt ook Duits. Ik houd van hem als speler en als mens. Hij is nog jong en wil zo snel mogelijk beter worden. Hij heeft de potentie om next level te worden. Ik werk graag met hem." Tottenham- aanvoerder Son Heung-min, Viaplay, 25 september 2023. “Deze komt van Son, toch? Hij is een voorbeeld voor iedereen. Hij is zo lief, zo warm. Hij denkt altijd aan anderen, vraagt steeds hoe het met je gaat. In het veld gaat hij voorop in de strijd. Inmiddels is hij 32, maar als je ziet hoeveel hij nog doet om fit te blijven... Hij geeft elke training honderd procent en is voortdurend bezig het team beter te maken. Iedereen van onze ploeg kijkt tegen Son op. Als Son spreekt, luisteren we.” Ook bij Tottenham lijkt het alsof jij je moeiteloos hebt aangepast. “Son heeft daar ook een rol ingespeeld, maar eigenlijk het hele team.” Wisten ze wel wie Micky van de Ven was toen jij in de zomer van 2023 na twee jaar Wolfsburg voor 40 miljoen naar Tottenham ging? Lachend: “Nee. Die gasten dachten: wie hebben ze nou weer binnengehaald? Maar zij keken ook naar het prijskaartje. Zij dachten: voor dat geld moet hij vast wel wat kunnen. Ik had het geluk dat ze me vanaf het eerste moment hielpen. Ik had drie dagen met de groep meegetraind, en startte de eerste wedstrijd van het seizoen meteen in de basis. Die gasten hebben me zoveel vertrouwen gegeven, zeiden: ‘Voetbal lekker, we weten dat je het kan.’ Cristian Romero kwam voor die wedstrijd naar mij toe en zei: ‘Ik zal je altijd helpen.’ Ook de trainer en assistent zeiden dat ik er klaar voor was en me geen zorgen hoefde te maken.” Dat klinkt als een droomstart. Iets dat iedere jonge voetballer die een transfer maakt naar een grote club wel zou willen. “Ik denk dat de meeste jongens die naar het buitenland gaan goed worden opgenomen in een team. Dat is het probleem niet. Maar een trainer stelt niet zo heel snel meteen een nieuwe speler op. Die wil vaak eerst kijken hoe iemand zich aanpast in de groep en op het veld. Ik had ook niet verwacht dat ik na drie dagen meteen zou starten.” “Micky kan linksback en links centraal achterin spelen. Hij heeft zijn snelheid en zijn voetbalkwaliteiten. Virgil van Dijk en Micky samen centraal, dat zou kunnen denk ik, maar we hebben het nog nooit kunnen zien.” Ronald Koeman, persconferentie Zeist, 7 oktober 2024. Hoe is jouw band met de bondscoach? “Prima, niet speciaal. Ik heb hem tijdens het EK meegemaakt en bij een paar interlandperiodes, maar ik heb niet zoveel met hem samengewerkt dat ik ook een hechte band met hem heb kunnen opbouwen.” Jij speelde je in de kijker tijdens het EK van vorige zomer, viel vier keer in voor Nathan Aké. Hoe kijk je terug op jouw eerste eindtoernooi? “Het was een jongensdroom die uitkwam. Ik blijf erbij dat ik meer had willen spelen, maar vier wedstrijden invallen is mooi, hoor. Tegen Polen was het maar een paar minuten, maar dat was wel mijn eerste EK-wedstrijd. In de achtste finale tegen Roemenië viel ik goed in, we wonnen met 3-0, en in de kwartfinale tegen Turkije die we met 2-1 wonnen, heb ik een belangrijke rol gespeeld.” Ronald Koeman vertelde onlangs in Helden dat zijn vrouw Bartina, die al geruime tijd ziek is, voorafgaand aan het EK op de intensive care lag. Hoe ontvingen jullie dat nieuws? “Hij vertelde ons dat het niet goed ging met zijn vrouw. Voor hem was dat natuurlijk heel zwaar. Wij hebben nooit aan de trainer gemerkt dat er iets speelde, hij wilde zijn gevoel niet bij ons neerleggen en de positieve vibe erin houden. Wij probeerden hem te helpen en steunen, maar konden als spelers ook niet heel veel voor hem doen op dat moment.” Na jouw debuut bij het Nederlands elftal op 13 oktober 2023 tegen Frankrijk (1-2 verlies), zei Joey Veerman: ‘Toch netjes hè, twee Volendammers in Oranje.’ Voelde jij dat ook zo? “Heel mooi. Hoewel, ik ben geen Volendammer en zo voel ik me ook niet... Ik kom uit Wormer. Ik heb ook nooit met Joey bij Volendam samengespeeld, hij zat al bij Heerenveen toen ik doorbrak. Maar op het EK heb ik een heel goede band met hem opgebouwd. We waren elke dag samen. Hij zat op mijn kamer of ik op die van hem. Met Jerdy Schouten en Bart Verbruggen ging ik ook veel om. Met Jerdy en Bart heb ik heel veel Playstation gespeeld. Met hen ben ik ook goed bevriend geraakt.” Tijdens het EK leerde heel Nederland jou kennen. “Ineens wist iedereen wie ik was. In de zomer ging ik een avondje uit met vrienden, toen merkte ik dat er veel naar me gekeken werd. Ik ben niet vaak in Nederland, dus verder merk ik er niet veel van.” Jij hebt kenbaar gemaakt dat je graag in het centrum zou staan met Virgil van Dijk. Zijn jullie het nieuwe gouden duo bij Oranje? “Ik zou het zeker niet erg vinden om naast Virgil te staan. Hij is een ongekend goede verdediger en doet het fantastisch bij Liverpool.” Wat leer jij van spelers als Virgil? “Heel veel. Als wij met Tottenham tegen Liverpool hebben gespeeld, dan geeft Virgil na afloop van de wedstrijd tips. Zo van: misschien had je het in die situatie ook zo kunnen doen. Maar ik leer vooral van hem door hem gewoon te zien spelen. Ook aan Daley Blind heb ik veel gehad. Hij heeft ons zo goed geholpen tijdens het EK. Hij weet precies wat hij tegen een speler moet zeggen. Op tactisch en technisch gebied. Ik hoorde Daley continu roepen als we ons tactisch moesten positioneren. Ik vond en vind het echt mooi dat wij nog de gelegenheid krijgen en hebben gekregen om van die jongens te leren.” Het volgende grote eindtoernooi is het WK in 2026. Staat dat omcirkeld in jouw agenda? “Daar moet ik wel bijzijn, hoor. Dat is mijn volgende grote doel.” “Ik verwacht niet dat iemand hem binnenkort zal inhalen. Ik zie op dit moment niemand die hem kan verslaan. Zijn snelheid... ik denk dat hij mee zou kunnen doen aan de finale van de 100 meter, en hij zou niet als laatste eindigen! Zo snel is hij." Ledley King, oud- aanvoerder Tottenham, BBC Sport ,11 juni 2024. “Zei Ledley King dit? Dat is leuk. Hij is een Spurs-legend en dit zijn mooie woorden. Ik weet niet of ik niet als laatste zou finishen in een finale op de 100 meter, hoor, die gasten zijn zo rap. Ik heb trouwens nooit op atletiek gezeten.” Tegen Manchester United, in september vorig jaar, zette je een indrukwekkende sprint in. Binnen acht seconden en acht balcontacten overbrugde je een afstand van zo'n 64 meter. Je gaf een voorzet op Brennan Johnson, hij scoorde al in de derde minuut. Jullie wonnen met 3-0. Is die rush jouw hoogtepunt tot nu toe dit seizoen? “Ik denk het wel. Die beelden zag ik na de wedstrijd overal voorbijkomen. Ik onderschepte de bal op driekwart van onze eigen helft. Ik zag ruimte en dacht: ik ga gewoon. Ik weet dat ik moeilijk bij te houden ben als ik eenmaal op snelheid lig. Toen ik omhoogkeek, zag ik nog een keer ruimte voor mij. Voor ik het wist, liep ik al in de zestien van United. Met onze buitenspelers trainen we veel op voorzetten. Ik wist dat ik hem bij de tweede paal moest geven, tussen de centrale verdediger en de keeper in, de gevaarlijkste voorzet die je kan geven. Op volle snelheid speelde ik de bal. Op Old Trafford loopt het veld een beetje af, ik gleed ervan af en kon niks van de goal zien. Ik hoorde alleen het uitvak juichen. Geweldig.” In een jaar tijd ben jij getransformeerd tot publiekslieveling van de Tottenham-fans. “Ik merk dat ik goed lig bij de fans, word ook geregeld toegezongen. Mijn teamgenoten maken er grappen over, zeggen: ‘Ja hoor, hij trekt weer een sprintje en het hele stadion zingt zijn naam.’ Ik ben in korte tijd een belangrijke speler geworden, werd ook geliefd omdat we het goed deden. Maar ze staan ook heel erg achter spelers als Romero, James Maddison en natuurlijk Son, jongens die elke week heel belangrijk zijn.” “Als een verdediger heel snel is, wordt hij een Rolls Royce genoemd. Ik weet niet waarom, maar dat is een van die voetbalclichés.” Gary Lineker, BBC Match of the Day, 3 februari 2024. Bij de BBC vragen ze zich af of jij wel te behouden bent voor Tottenham. “Ik heb het in Londen naar mijn zin en ik vind Tottenham een fantastische club. Ik heb als doel hier een prijs te winnen. De club en de fans verdienen dat. Het zegt genoeg dat mensen zeggen: ‘Bij Spurs pak je geen prijzen.’ Tottenham is zo’n grote club, het gaat een keer gebeuren en het is aan ons om iedereen de mond te snoeren. De Premier League winnen wordt lastig, maar we zitten ook nog in de FA Cup, de League Cup en de Europa League.” En als die prijs binnen is? “Iedere speler heeft een droomclub. Welke dat voor mij is, zal ik nooit hardop zeggen, want dan gaan mensen daar steeds over beginnen.” Wat zijn jouw doelen voor de komende vijf jaar? “Ik wil eindtoernooien spelen met het Nederlands elftal. En ik hoop dat ik een van de beste verdedigers van de wereld word.” “Ik dacht: die krijgt 80.000 euro per jaar of zo. Dat vond ik al heel knap." Albert Verlinde, BNR The Friday Move, 5 november 2023. Jij bent voor 40 miljoen van Wolfsburg naar Tottenham gegaan en jouw marktwaarde ligt volgens Transfermarkt nu op zo’n 55 miljoen. “Dat blijven absurde bedragen, maar ik ben er wel gewend aan geraakt. Je wordt er als speler in meegezogen.” In 2019 tekende je jouw eerste profcon- tract bij Volendam. Nu zit je op een ongetwijfeld riant salaris bij Tottenham. ‘Bliep bliep, wilt u een bonnetje,’ is niet nodig geweest. Lachend: “Ik was vroeger altijd bang dat als ik eindelijk het profvoetbal zou halen, er ineens een salarisplafond van 20.000 euro per jaar zou komen. Gelukkig is dat niet het geval.” Het is bij jou in een sneltreinvaart gegaan. Denk je er weleens aan terug dat je vijf jaar geleden nog in de Keuken Kampioen Divisie speelde? “Daar herinneren mijn familie en vrienden mij aan. Zij zeggen geregeld: ‘Mick, wat jij aan het neerzetten bent, is bizar.’”
Amper vijf jaar geleden speelde Micky van de Ven (23) nog in de Keuken Kampioen Divisie, tegenwoordig is hij de snelste speler van de Premier League en van het Nederlands elftal. Afgelopen seizoen won hij met Tottenham Hotspur de Europa League. De eerste internationale prijs in 41 jaar. Vanavond kan daar een tweede bij komen als de club het opneemt tegen PSG voor de UEFA Super Cup. In Helden Magazine nummer 75 legden wij de razendsnelle verdediger van Tottenham Hotspur negen uitspraken voor. “Mijn teamgenoten maken er grappen over, zeggen: ‘Ja hoor, hij trekt weer een sprintje en het hele stadion zingt zijn naam.’ Micky van de Ven “Ik wilde hem gerust ieder weekend een tientje geven, maar op een gegeven moment moet hij ook zelf iets verdienen. Hij zei: 'Papa, ik ga echt niet in de supermarkt zitten. Bliep bliep, wilt u een bonnetje? Dat ga ik gewoon niet doen. Geef me nog een half jaar en dan beloof ik dat het goed komt.’” Marcel van de Ven, BNR The Friday Move, 5 november 2023. Lachend: “Ik heb deze uitspraak van mijn vader voorbij zien komen op social media. Als jongetje deed ik niet anders dan voetballen. Ik was altijd buiten, ook al goot het van de regen. Mijn moeder moest me naar binnen sleuren voor het avondeten. School was niet aan mij besteed en ik had ook geen trek in een bijbaan. Ik wilde zo graag slagen als profvoetballer.” Je begon bij WSV in Wormer. Bij AZ en Ajax werd jij als jeugdspeler afgewezen. Volendam wilde jou wel hebben, je doorliep er de jeugdopleiding. “Bij WSV hoorde ik van trainers en teamgenoten geregeld dat ik de beste van het team was. Leuk, maar dan moet je wel hopen dat er een profclub voorbijkomt. Ajax en AZ toonden interesse. AZ vond mij uiteindelijk niet goed genoeg en stuurde me weg, Ajax wilde me toch niet hebben. Ik begon te twijfelen. Was ik wel goed genoeg voor een profclub? Een jaar later kwam Volendam. In mijn eerste jaren bij Volendam dacht ik niet na over wat er allemaal kon gebeuren. Ik was gewoon lekker aan het voetballen, plezier aan het maken. Rond mijn zestiende stroomden veel gasten door naar Onder 19. Ik ook. Ik wist: dit is het moment dat ik me moet gaan onderscheiden. 'AZ vond mij niet goed genoeg en stuurde me weg, Ajax wilde me toch niet hebben. Ik begon te twijfelen. Was ik wel goed genoeg voor een profclub?' In Onder 19 speelde ik alles, ook al was ik eerstejaars. De trainer zei na iedere wedstrijd dat ik de beste van het veld was. Ik hoopte dat ik door mocht naar Onder 23, Jong Volendam, ook al was ik een jaar jonger dan de andere doorstromers. Maar dat gebeurde niet. Ook de trainer van het eerste elftal zei dat ik nog twee jongens voor me had en dat het lastig voor mij zou worden om ooit in het eerste te komen. Ondanks dat mijn ouders en zus mij steunden, dacht ik: wat doe ik hier nog? Ik voelde dat ik beter een stap terug kon doen naar de amateurs, om daarna hopelijk weer een nieuwe stap te maken. Dat voelde beter dan nog een jaar bij Onder 19 blijven zonder perspectief. Het was lastig om erin te blijven geloven.” [caption id="attachment_20748" align="aligncenter" width="1708"] Micky van de Ven[/caption] Jouw vader Marcel is een voormalig (undercover) politieman, jarenlang onderdeel geweest van de Unit Specialistische Operaties van de landelijke eenheid, en tegenwoordig bekend van Nederlandse tv-programma's als Ontvoerd en Hunted. Hij is ook een expert en spreker op het gebied van mentale kracht en weerbaarheid. Hoe hielp hij jou destijds? “Van jongs af aan helpt mijn vader mij op mentaal gebied. Eén keer heeft hij er in m’n jeugd een theorieboek bij gepakt. Hij legde uit dat er cirkels zijn. En als je in een bepaalde cirkel terechtkomt, je beter terug kan naar een andere om van daaruit weer verder te kunnen. Dat klinkt een beetje vaag, maar het hielp enorm. Mijn vader probeerde mij vaak dingen te laten inzien aan de hand van voorbeelden. Zo gingen we met zijn tweeën naar Ajax en zei hij: ‘Let op de spits en kijk hoe het publiek hem af loopt te snauwen. Maar moet je kijken wat ze doen als hij hard aan het werk is. Dan gaan mensen klappen. Het is een soort show.’ Mijn vader heeft mij laten inzien dat als je hard werkt, er altijd een beloning gaat komen. Een maand nadat ik met hem op de tribune bij Ajax had gezeten, werd de trainer van het eerste van Volendam eruit geknikkerd en Wim Jonk werd aangesteld. Toen begon het allemaal voor mij.”   “Natuurlijk zaten er ook nog fouten in zijn spel. En hij stond af en toe verkeerd. Maar ik zag iemand met een enorme snelheid en kracht. Hij durfde mensen uit te spelen. Hij heeft zoveel macht aan de bal, dat viel me meteen op en sprak me enorm aan.” Wim Jonk, NOS, 9 augustus 2023. “Dit ging over de eerste wedstrijd die hij van mij had gezien.” Wim Jonk zag het wel in jou zitten. Zijn voorgangers bij Volendam, Hans de Koning en Misha Salden, niet. “Ik noem nooit namen van trainers die mij links hebben laten liggen. Met Hans de Koning heb ik sowieso nooit contact gehad. Toen hij trainer van het eerste was, was ik nog heel jong. Toen Wim Jonk aangesteld was, zag ik hem bij een wedstrijd langs de lijn staan. Mijn vader had al gezegd: ‘Weet je wel wie er stond te kijken?’ Jonk stond er samen met Jasper van Leeuwen, die technisch directeur werd. Na die wedstrijd nam hij contact met mij op. Wim Jonk had goed contact met de nieuwe trainer van Jong Volendam, Johan Plat. Ik werd door hen meteen doorgeschoven naar Jong Volendam. Toen kreeg ik ook mijn eerste contract. Ze zeiden dat ik een potentiële speler van het eerste elftal was, maar dat ik eerst bij Jong Volendam moest laten zien of ik me staande kon houden. Ik werd meteen aanvoerder gemaakt en trainde ook geregeld met het eerste mee. Jonk kon op trainingen zien hoe ik ervoor stond. Ik heb zo’n tien wedstrijden bij Jong Volendam gespeeld, daarna sloot ik helemaal aan bij het eerste. Het jaar erna maakte Jonk mij aanvoerder van het eerste, ik was pas negentien. Zo zie je hoe snel iets kan veranderen. Ik heb het er weleens met mijn vader over. Hoe raar het is dat één trainer je kan maken of breken. Je kan door één persoon weggestuurd worden, terwijl je een heel groot talent bent. Ook op het niveau waarop ik nu speel, kun je inpakken als een trainer het niet in je ziet zitten. Hoe hard dat ook is.” Wim Jonk had ook kritiek, zei: ‘Soms was hij een beetje lui, het ging hem heel makkelijk af.’ Lachend: “Ja, ik was wel een luie voetballer. Bij Jong Volendam ging het echt goed. De spitsen van teams waartegen we speelden daagden mij niet meer uit. Daardoor ging ik wedstrijden anders in. Het ging me iets te makkelijk af. Ik had een nieuwe stap nodig. Gelukkig gaf Jonk mij de kans die te maken.” In 2019 debuteerde je in het eerste van Volendam. Ik las dat jij dat eerste jaar er meteen tien kilo aan spiermassa had bijgetraind. “Ik was altijd een lang, dun mannetje. Ik raakte op een gegeven moment geblesseerd aan mijn voet en kon mijn benen niet trainen, had loopgips. Ik ben toen flink mijn bovenlichaam gaan trainen in de gym. Ik werd zwaarder, groter. Dat hielp enorm in het veld. Ik werd minder makkelijk opzijgezet door een spits.” Je wordt veel geroemd om jouw snelheid. Was dat altijd al jouw sterkste punt? “Ja, vroeger was ik ook al snel. Rond mijn veertiende had ik veel last had van groeipijnen en was mijn snelheid even wat minder. Ik ben toen gewisseld van positie, van aanvaller naar verdediger. Dat is een goede zet geweest.” Jij vertrok in 2021 naar Wolfsburg. Wim Jonk is inmiddels assistent bij het Nederlands elftal. Hoe is jouw contact met hem? “Bij Volendam hadden wij een heel goede band. Ik zat vaak bij Jonk op kantoor te chillen, ook met zijn assistenten. Ik ging niet op een leuke manier weg bij Volendam. Daarna is de band met Wim Jonk minder geworden. Gelukkig is ons contact hersteld.” De club wilde jou niet voor een appel en ei laten gaan. Jij eiste contractontbinding via een arbitragezaak. Jij verloor die zaak, maar op de laatste dag dat de transfermarkt nog open was, werd je toch voor 8,5 miljoen euro overgenomen door VfL Wolfsburg. “Die periode heeft alles beschadigd tussen mij en Volendam, maar dat is niet iets wat nog speelt tussen Wim Jonk en mij. Hij heeft ook gezien dat Wolfsburg voor mij de goede keuze is geweest.” Je bent de speler die Volendam het meest heeft opgebracht in de clubgeschiedenis. Ben je daar trots op? “Volendam heeft veel voor me gedaan en heeft me de speler gemaakt die ik nu ben. Ik wilde ook dat de club goed aan mij zou verdienen. Het ging alleen over ongeloofwaardige bedragen. Zuur dat het zo is gelopen. Inmiddels vind ik het heel mooi dat zij zoveel geld voor mij hebben gekregen en ik de duurste speler in de geschiedenis van de club ben.” Toen jij van Wolfsburg naar Tottenham vertrok, in de zomer van 2023, kwam er weer een arbitragezaak aan te pas. Uiteindelijk kwam je met Volendam tot een schikking. Was dat een principekwestie voor jou? “Volendam verdiende veel geld aan mij. Ik had na mijn transfer naar Tottenham ook nog recht op geld. Bij Volendam zeiden ze dat ze die lettertjes in het contract anders hadden gelezen. Ik was niet bang om die arbitragezaak aan te spannen. Ik had een heel goede advocaat. Hij zei: ‘Dit kun je niet verliezen, het staat zwart op wit in jouw contract.’ Ik vond een tussenweg ook prima, wilde praten. Ik vond het echt niet erg om wat in te leveren, omdat de club financieel zo diep zat. Maar er moest wel íets komen, het ging om serieus geld. We zijn tot een goede oplossing gekomen.” “Micky stond al veel langer op de lijst hier. Over een paar jaar zou zo’n speler niet meer te betalen zijn voor een club als Wolfsburg. Ze gaan hier geen gekke bedragen meer betalen. Wolfsburg heeft tegen degradatie moeten vechten en is nu weer een paar jaar stabiel. Dat willen ze blijven.” Mark van Bommel, De Telegraaf, 18 september 2021. “Op Deadline Day ben ik naar Wolfsburg gegaan. Ik kon naar Feyenoord, PSV en Wolfsburg, drie mooie clubs. Wolfs had het jaar ervoor ook al interesse getoond. De club is altijd achter mij blijven staan, ook tijdens de arbitragezaak. Marcel Schäfer was technisch directeur, met hem heb ik nog steeds een heel goede band. Hij zei: ‘Mick, het maakt niet uit wat er gebeurt, wij willen jou hebben en gaan er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen.’ Ik twijfelde wel even, was negentien, dacht: ga ik de eredivisie overslaan om meteen naar de Bundesliga te gaan? Ik heb die dag een paar keer met Mark van Bommel gebeld. Hij wilde mij graag hebben, en zei inderdaad: ‘Over een paar jaar ben jij niet meer te betalen voor ons.’ Inmiddels geeft de club redelijk gekke bedragen uit voor spelers, maar in die tijd was dat nog niet zo. Van Bommel zei: ‘Als je nu naar Wolfsburg gaat en je slaagt niet meteen, dan kun je nog uitgeleend worden aan AZ, PSV of Feyenoord. Als alles misgaat, dan heb je nog een back-up. Maar stel dat je nu naar een van die clubs gaat en je haalt het niet... Dan speel je daarna bij RKC Waalwijk.’ Daar zat wat in, vond ik.” Feyenoord wilde jou hebben. Arne Slot was daar net trainer geworden en Sipke Hulshoff, die jij al kende van Volendam, werd zijn assistent. “Slot wilde mij als trainer van AZ al halen, na mijn eerste jaar in het eerste van Volendam. Volendam liet me toen niet gaan, maar dat accepteerde ik ook, hoor.” Slot is nu trainer van Liverpool. Ze staan bovenaan in de Premier League. Denk je weleens: als ik toen voor Feyenoord had gekozen, dan had ik nu misschien bij Liverpool gezeten? Lachend: “Nou, dat was heel toevallig geweest. Slot doet het heel goed. Liverpool is een fantastische ploeg. En Slot laat nu weer zien dat hij een heel goede trainer is. Elke speler die onder hem heeft gewerkt, is positief over hem. In die paar gesprekken die ik met hem heb gevoerd, had ik ook een goed gevoel bij hem. Hij snapt het spelletje heel goed.” Jij koos voor Wolfsburg, maar al na een paar maanden werd Van Bommel ontslagen. “Dat was heel jammer, maar ik dacht niet: dit zal ook voor mij wel het einde betekenen. Marcel Schäfer en Jörg Schmadtke, de sportief directeur, hadden in gesprekken aangegeven dat de hele club mij wilde hebben, niet alleen Mark van Bommel. Wolfburgs had zich al gemeld voordat Van Bommel trainer werd. Ik had na zijn ontslag dus niet het gevoel dat ik ook de klos was.” Hoeveel moeite heeft het gekost om te wennen aan het niveau van de Bundesliga? “De eerste maanden had ik het lastig. Niet alleen op het veld, ook erbuiten. Het was coronatijd. Sommige vrienden wilden zich niet laten vaccineren, dus konden niet naar mij toe komen. Ook mijn ouders konden niet komen kijken in het stadion. De eerste maanden speelde ik niet, zat ik vaak niet eens bij de selectie. De intensiteit op de trainingen was veel hoger dan ik gewend was en ik sprak geen Duits. Het was een zware periode. Na een tijdje begon ik me meer thuis te voelen en merkte ik dat ik op het veld meer zelfvertrouwen kreeg. Ik lag lekkerder in de groep, kreeg vrienden, begon de taal te leren. Toen voelde ik: ik kan dit niveau aan. Ik maakte ook mijn debuut en zag dat ik niet veel onderdeed voor die andere gasten.” Jij maakte je debuut op 6 november 2021. Een jaar later, onder trainer Niko Kovaç, brak je echt door. “Het hielp me vooral dat ik meer ervaring kreeg. Ik speelde tegen goede spitsen. In het begin dacht ik: poeh, het gaat wel rap. Ik werd vanzelf meegezogen in dat hoge tempo. Ik ging ook steeds meer van mezelf eisen. Na elke wedstrijd was ik echt kapot. Daardoor leerde ik ook mijn lichaam steeds beter kennen, ik wist wat en hoeveel ik moest eten voor een wedstrijd en wat ik moest doen om zo snel mogelijk te herstellen na een wedstrijd.” Al na twee jaar kwam Tottenham, niet de minste club. “Ik had een gesprek met trainer Ange Postecoglou gehad. Hij vertelde over zijn tactische plan en wat hij voor ogen had met de verdedigers. Hij vertelde over de historie van Spurs, dat er bijna nooit een prijs gewonnen wordt, en zei: ‘Ik ga daar verandering in brengen en wil dat jij onderdeel bent van mijn plan.’ En hij zei: ‘Als jij hierheen komt, stel ik je op.’ Ik was 22, kon naar een topclub in de Premier League en zou gaan spelen. Het was raar geweest als ik ‘nee’ had gezegd.” “We begrijpen elkaar goed, hij spreekt ook Duits. Ik houd van hem als speler en als mens. Hij is nog jong en wil zo snel mogelijk beter worden. Hij heeft de potentie om next level te worden. Ik werk graag met hem." Tottenham- aanvoerder Son Heung-min, Viaplay, 25 september 2023. “Deze komt van Son, toch? Hij is een voorbeeld voor iedereen. Hij is zo lief, zo warm. Hij denkt altijd aan anderen, vraagt steeds hoe het met je gaat. In het veld gaat hij voorop in de strijd. Inmiddels is hij 32, maar als je ziet hoeveel hij nog doet om fit te blijven... Hij geeft elke training honderd procent en is voortdurend bezig het team beter te maken. Iedereen van onze ploeg kijkt tegen Son op. Als Son spreekt, luisteren we.” Ook bij Tottenham lijkt het alsof jij je moeiteloos hebt aangepast. “Son heeft daar ook een rol ingespeeld, maar eigenlijk het hele team.” Wisten ze wel wie Micky van de Ven was toen jij in de zomer van 2023 na twee jaar Wolfsburg voor 40 miljoen naar Tottenham ging? Lachend: “Nee. Die gasten dachten: wie hebben ze nou weer binnengehaald? Maar zij keken ook naar het prijskaartje. Zij dachten: voor dat geld moet hij vast wel wat kunnen. Ik had het geluk dat ze me vanaf het eerste moment hielpen. Ik had drie dagen met de groep meegetraind, en startte de eerste wedstrijd van het seizoen meteen in de basis. Die gasten hebben me zoveel vertrouwen gegeven, zeiden: ‘Voetbal lekker, we weten dat je het kan.’ Cristian Romero kwam voor die wedstrijd naar mij toe en zei: ‘Ik zal je altijd helpen.’ Ook de trainer en assistent zeiden dat ik er klaar voor was en me geen zorgen hoefde te maken.” Dat klinkt als een droomstart. Iets dat iedere jonge voetballer die een transfer maakt naar een grote club wel zou willen. “Ik denk dat de meeste jongens die naar het buitenland gaan goed worden opgenomen in een team. Dat is het probleem niet. Maar een trainer stelt niet zo heel snel meteen een nieuwe speler op. Die wil vaak eerst kijken hoe iemand zich aanpast in de groep en op het veld. Ik had ook niet verwacht dat ik na drie dagen meteen zou starten.” “Micky kan linksback en links centraal achterin spelen. Hij heeft zijn snelheid en zijn voetbalkwaliteiten. Virgil van Dijk en Micky samen centraal, dat zou kunnen denk ik, maar we hebben het nog nooit kunnen zien.” Ronald Koeman, persconferentie Zeist, 7 oktober 2024. Hoe is jouw band met de bondscoach? “Prima, niet speciaal. Ik heb hem tijdens het EK meegemaakt en bij een paar interlandperiodes, maar ik heb niet zoveel met hem samengewerkt dat ik ook een hechte band met hem heb kunnen opbouwen.” Jij speelde je in de kijker tijdens het EK van vorige zomer, viel vier keer in voor Nathan Aké. Hoe kijk je terug op jouw eerste eindtoernooi? “Het was een jongensdroom die uitkwam. Ik blijf erbij dat ik meer had willen spelen, maar vier wedstrijden invallen is mooi, hoor. Tegen Polen was het maar een paar minuten, maar dat was wel mijn eerste EK-wedstrijd. In de achtste finale tegen Roemenië viel ik goed in, we wonnen met 3-0, en in de kwartfinale tegen Turkije die we met 2-1 wonnen, heb ik een belangrijke rol gespeeld.” Ronald Koeman vertelde onlangs in Helden dat zijn vrouw Bartina, die al geruime tijd ziek is, voorafgaand aan het EK op de intensive care lag. Hoe ontvingen jullie dat nieuws? “Hij vertelde ons dat het niet goed ging met zijn vrouw. Voor hem was dat natuurlijk heel zwaar. Wij hebben nooit aan de trainer gemerkt dat er iets speelde, hij wilde zijn gevoel niet bij ons neerleggen en de positieve vibe erin houden. Wij probeerden hem te helpen en steunen, maar konden als spelers ook niet heel veel voor hem doen op dat moment.” Na jouw debuut bij het Nederlands elftal op 13 oktober 2023 tegen Frankrijk (1-2 verlies), zei Joey Veerman: ‘Toch netjes hè, twee Volendammers in Oranje.’ Voelde jij dat ook zo? “Heel mooi. Hoewel, ik ben geen Volendammer en zo voel ik me ook niet... Ik kom uit Wormer. Ik heb ook nooit met Joey bij Volendam samengespeeld, hij zat al bij Heerenveen toen ik doorbrak. Maar op het EK heb ik een heel goede band met hem opgebouwd. We waren elke dag samen. Hij zat op mijn kamer of ik op die van hem. Met Jerdy Schouten en Bart Verbruggen ging ik ook veel om. Met Jerdy en Bart heb ik heel veel Playstation gespeeld. Met hen ben ik ook goed bevriend geraakt.” Tijdens het EK leerde heel Nederland jou kennen. “Ineens wist iedereen wie ik was. In de zomer ging ik een avondje uit met vrienden, toen merkte ik dat er veel naar me gekeken werd. Ik ben niet vaak in Nederland, dus verder merk ik er niet veel van.” Jij hebt kenbaar gemaakt dat je graag in het centrum zou staan met Virgil van Dijk. Zijn jullie het nieuwe gouden duo bij Oranje? “Ik zou het zeker niet erg vinden om naast Virgil te staan. Hij is een ongekend goede verdediger en doet het fantastisch bij Liverpool.” Wat leer jij van spelers als Virgil? “Heel veel. Als wij met Tottenham tegen Liverpool hebben gespeeld, dan geeft Virgil na afloop van de wedstrijd tips. Zo van: misschien had je het in die situatie ook zo kunnen doen. Maar ik leer vooral van hem door hem gewoon te zien spelen. Ook aan Daley Blind heb ik veel gehad. Hij heeft ons zo goed geholpen tijdens het EK. Hij weet precies wat hij tegen een speler moet zeggen. Op tactisch en technisch gebied. Ik hoorde Daley continu roepen als we ons tactisch moesten positioneren. Ik vond en vind het echt mooi dat wij nog de gelegenheid krijgen en hebben gekregen om van die jongens te leren.” Het volgende grote eindtoernooi is het WK in 2026. Staat dat omcirkeld in jouw agenda? “Daar moet ik wel bijzijn, hoor. Dat is mijn volgende grote doel.” “Ik verwacht niet dat iemand hem binnenkort zal inhalen. Ik zie op dit moment niemand die hem kan verslaan. Zijn snelheid... ik denk dat hij mee zou kunnen doen aan de finale van de 100 meter, en hij zou niet als laatste eindigen! Zo snel is hij." Ledley King, oud- aanvoerder Tottenham, BBC Sport ,11 juni 2024. “Zei Ledley King dit? Dat is leuk. Hij is een Spurs-legend en dit zijn mooie woorden. Ik weet niet of ik niet als laatste zou finishen in een finale op de 100 meter, hoor, die gasten zijn zo rap. Ik heb trouwens nooit op atletiek gezeten.” Tegen Manchester United, in september vorig jaar, zette je een indrukwekkende sprint in. Binnen acht seconden en acht balcontacten overbrugde je een afstand van zo'n 64 meter. Je gaf een voorzet op Brennan Johnson, hij scoorde al in de derde minuut. Jullie wonnen met 3-0. Is die rush jouw hoogtepunt tot nu toe dit seizoen? “Ik denk het wel. Die beelden zag ik na de wedstrijd overal voorbijkomen. Ik onderschepte de bal op driekwart van onze eigen helft. Ik zag ruimte en dacht: ik ga gewoon. Ik weet dat ik moeilijk bij te houden ben als ik eenmaal op snelheid lig. Toen ik omhoogkeek, zag ik nog een keer ruimte voor mij. Voor ik het wist, liep ik al in de zestien van United. Met onze buitenspelers trainen we veel op voorzetten. Ik wist dat ik hem bij de tweede paal moest geven, tussen de centrale verdediger en de keeper in, de gevaarlijkste voorzet die je kan geven. Op volle snelheid speelde ik de bal. Op Old Trafford loopt het veld een beetje af, ik gleed ervan af en kon niks van de goal zien. Ik hoorde alleen het uitvak juichen. Geweldig.” In een jaar tijd ben jij getransformeerd tot publiekslieveling van de Tottenham-fans. “Ik merk dat ik goed lig bij de fans, word ook geregeld toegezongen. Mijn teamgenoten maken er grappen over, zeggen: ‘Ja hoor, hij trekt weer een sprintje en het hele stadion zingt zijn naam.’ Ik ben in korte tijd een belangrijke speler geworden, werd ook geliefd omdat we het goed deden. Maar ze staan ook heel erg achter spelers als Romero, James Maddison en natuurlijk Son, jongens die elke week heel belangrijk zijn.” “Als een verdediger heel snel is, wordt hij een Rolls Royce genoemd. Ik weet niet waarom, maar dat is een van die voetbalclichés.” Gary Lineker, BBC Match of the Day, 3 februari 2024. Bij de BBC vragen ze zich af of jij wel te behouden bent voor Tottenham. “Ik heb het in Londen naar mijn zin en ik vind Tottenham een fantastische club. Ik heb als doel hier een prijs te winnen. De club en de fans verdienen dat. Het zegt genoeg dat mensen zeggen: ‘Bij Spurs pak je geen prijzen.’ Tottenham is zo’n grote club, het gaat een keer gebeuren en het is aan ons om iedereen de mond te snoeren. De Premier League winnen wordt lastig, maar we zitten ook nog in de FA Cup, de League Cup en de Europa League.” En als die prijs binnen is? “Iedere speler heeft een droomclub. Welke dat voor mij is, zal ik nooit hardop zeggen, want dan gaan mensen daar steeds over beginnen.” Wat zijn jouw doelen voor de komende vijf jaar? “Ik wil eindtoernooien spelen met het Nederlands elftal. En ik hoop dat ik een van de beste verdedigers van de wereld word.” “Ik dacht: die krijgt 80.000 euro per jaar of zo. Dat vond ik al heel knap." Albert Verlinde, BNR The Friday Move, 5 november 2023. Jij bent voor 40 miljoen van Wolfsburg naar Tottenham gegaan en jouw marktwaarde ligt volgens Transfermarkt nu op zo’n 55 miljoen. “Dat blijven absurde bedragen, maar ik ben er wel gewend aan geraakt. Je wordt er als speler in meegezogen.” In 2019 tekende je jouw eerste profcon- tract bij Volendam. Nu zit je op een ongetwijfeld riant salaris bij Tottenham. ‘Bliep bliep, wilt u een bonnetje,’ is niet nodig geweest. Lachend: “Ik was vroeger altijd bang dat als ik eindelijk het profvoetbal zou halen, er ineens een salarisplafond van 20.000 euro per jaar zou komen. Gelukkig is dat niet het geval.” Het is bij jou in een sneltreinvaart gegaan. Denk je er weleens aan terug dat je vijf jaar geleden nog in de Keuken Kampioen Divisie speelde? “Daar herinneren mijn familie en vrienden mij aan. Zij zeggen geregeld: ‘Mick, wat jij aan het neerzetten bent, is bizar.’”

Schaatsen

Love Game met Jesper de Jong en Pien Hersman

Met tennisser Jesper de Jong (25) en schaatsster Pien Hersman (21) is er een nieuw topsportkoppel bij. Pien timmert hard aan de weg op de 500 meter, Jesper kwam dit jaar de top 100 van de wereldranglijst binnen. Tussen de tennistoernooien en voorbereidingen op het olympisch schaatsseizoen door nodigden wij hen uit voor een shoot in Helden Magazine 78. Pien: ''De komende negen jaar staat sport bij ons op de eerste plaats.'' Jesper de Jong en Pien Hersman “Vind je mijn make-up mooi?” vraagt Pien Hersman aan haar vriend Jesper de Jong als ze is opgemaakt voor de fotoshoot. Pien: “Jij zei laatst nog dat ik een meme-hoofd had…” Jesper schiet in de lach. “Als jij geen mascara op hebt, dan zie je er heel anders uit.” Pien: “Ik vraag ook weleens: zie je iets anders aan me? Dan heb ik bijvoorbeeld geen eyeliner op en zeg jij: ‘Je haar zit anders.’” Jesper: “Ik heb er geen verstand van, maar het is nu hartstikke mooi.” Lachend: “Maar als je een wedstrijd hebt, vind ik vaak dat jij ‘tv make-up’ opdoet.” Pien: “Ik kom ook op tv, dus vind het ook fijn om er een beetje goed uit te zien. En het is een ook een ritueel geworden, lekker lang make-uppen voor een wedstrijd.” Jesper: “Je ziet er ook goed uit zonder tv make-up.” Datingapp Ruim een half jaar geleden ontmoetten de twee elkaar. Jesper: “We hebben een tijdje geleden een video opgenomen met oud-tennisster Lexie Stevens voor haar serie Lexie Vraagt van KNLTB TV. Pien en ik hadden een verhaal verzonnen over hoe we elkaar hebben leren kennen. We zeiden dat ik in november in Alkmaar een huis aan het bezichtigen was en Pien toevallig in de buurt was omdat haar beste vriendin er woont. Ik zei dat ik ze had zien lopen, maar niet zeker wist of het Pien was. En dat ik later in een story op Instagram inderdaad had gezien dat Pien in Alkmaar was en ik haar daarna een berichtje had gestuurd. Iedereen geloofde het, maar er klopte niks van dat verhaal. We kwamen elkaar tegen op een datingapp.” Pien: “Jij kwam weleens in het nieuws, ik wist dus wel wie jij was. Maar ik had daar nooit speciale gedachten bij, of zo.” Jesper: “Schaatsers als Joy Beune en Kjeld Nuis kende ik natuurlijk wel van naam, maar jou nog niet. Ik volgde het schaatsen niet. Ik stuurde jou het eerste berichtje.” Pien: “Ik was met twee vrienden. Je komt op die app ook allemaal voetballers tegen, een vriend is voetbalfan en vroeg of hij even mocht kijken. Ik keek mee en we zagen Jesper voorbijkomen. Ik riep: hem wil ik liken. Een kwartier later stuurde je me al een berichtje.” Jesper: “Mijn openingszin was dat er een tennis- en schaats collab moest komen. Die hebben we dus ook gehad met Lexie. Eerst gingen we tennissen, daarna schaatsen.” Kun jij een beetje schaatsen? Jesper: “Nou, best aardig.” En Pien, kun jij een beetje tennissen? Jesper lachend: “Nee.” Pien lachend: “Ik heb vroeger een stuk of vijf tennislessen gehad. Ik was te sterk, sloeg alle ballen uit. Jij kon ook niet goed schaatsen, hoor, maar ik had verwacht dat je nog slechter zou zijn.” Jesper: “Ik had weleens geschaatst in mijn leven, maar pootje over kan ik alleen de verkeerde kant op, dus met de klok mee.” Wat vinden jullie zo leuk aan elkaar? Jesper: “Pien is zo spontaan, houdt haar mond niet. We lachen heel veel met elkaar. En daarnaast ben je ook nog eens heel knap en lief. Het is een feestje om met jou te zijn.” Pien: “Het klikte meteen. Bij de eerste date al merkte ik dat jij heel oprecht bent, je hebt een fijne energie waar ik me meteen veilig bij voelde. Je doet je niet anders voor, bent heel zorgzaam en betrokken. Je bent ook superlief en we hebben dezelfde sarcastische humor. Ik kan mezelf zijn. Je hebt gewoon een goed hart.” Lachend: “Oké dat zijn wel weer genoeg lieve woorden.” Ze vervolgt: “En we denken over veel dingen hetzelfde, ook over de toekomst.” Jesper: “Laatst zeiden we nog tegen elkaar: hoe zonde is het als je heel erg verliefd bent, maar anders denkt over de toekomst en daarom uit elkaar gaat? Niet dat we nu al met kinderen bezig zijn, hoor, maar we hebben het er wel over.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het duo-interview met Jesper de Jong en Pien Hersman komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Met tennisser Jesper de Jong (25) en schaatsster Pien Hersman (21) is er een nieuw topsportkoppel bij. Pien timmert hard aan de weg op de 500 meter, Jesper kwam dit jaar de top 100 van de wereldranglijst binnen. Tussen de tennistoernooien en voorbereidingen op het olympisch schaatsseizoen door nodigden wij hen uit voor een shoot in Helden Magazine 78. Pien: ''De komende negen jaar staat sport bij ons op de eerste plaats.'' Jesper de Jong en Pien Hersman “Vind je mijn make-up mooi?” vraagt Pien Hersman aan haar vriend Jesper de Jong als ze is opgemaakt voor de fotoshoot. Pien: “Jij zei laatst nog dat ik een meme-hoofd had…” Jesper schiet in de lach. “Als jij geen mascara op hebt, dan zie je er heel anders uit.” Pien: “Ik vraag ook weleens: zie je iets anders aan me? Dan heb ik bijvoorbeeld geen eyeliner op en zeg jij: ‘Je haar zit anders.’” Jesper: “Ik heb er geen verstand van, maar het is nu hartstikke mooi.” Lachend: “Maar als je een wedstrijd hebt, vind ik vaak dat jij ‘tv make-up’ opdoet.” Pien: “Ik kom ook op tv, dus vind het ook fijn om er een beetje goed uit te zien. En het is een ook een ritueel geworden, lekker lang make-uppen voor een wedstrijd.” Jesper: “Je ziet er ook goed uit zonder tv make-up.” Datingapp Ruim een half jaar geleden ontmoetten de twee elkaar. Jesper: “We hebben een tijdje geleden een video opgenomen met oud-tennisster Lexie Stevens voor haar serie Lexie Vraagt van KNLTB TV. Pien en ik hadden een verhaal verzonnen over hoe we elkaar hebben leren kennen. We zeiden dat ik in november in Alkmaar een huis aan het bezichtigen was en Pien toevallig in de buurt was omdat haar beste vriendin er woont. Ik zei dat ik ze had zien lopen, maar niet zeker wist of het Pien was. En dat ik later in een story op Instagram inderdaad had gezien dat Pien in Alkmaar was en ik haar daarna een berichtje had gestuurd. Iedereen geloofde het, maar er klopte niks van dat verhaal. We kwamen elkaar tegen op een datingapp.” Pien: “Jij kwam weleens in het nieuws, ik wist dus wel wie jij was. Maar ik had daar nooit speciale gedachten bij, of zo.” Jesper: “Schaatsers als Joy Beune en Kjeld Nuis kende ik natuurlijk wel van naam, maar jou nog niet. Ik volgde het schaatsen niet. Ik stuurde jou het eerste berichtje.” Pien: “Ik was met twee vrienden. Je komt op die app ook allemaal voetballers tegen, een vriend is voetbalfan en vroeg of hij even mocht kijken. Ik keek mee en we zagen Jesper voorbijkomen. Ik riep: hem wil ik liken. Een kwartier later stuurde je me al een berichtje.” Jesper: “Mijn openingszin was dat er een tennis- en schaats collab moest komen. Die hebben we dus ook gehad met Lexie. Eerst gingen we tennissen, daarna schaatsen.” Kun jij een beetje schaatsen? Jesper: “Nou, best aardig.” En Pien, kun jij een beetje tennissen? Jesper lachend: “Nee.” Pien lachend: “Ik heb vroeger een stuk of vijf tennislessen gehad. Ik was te sterk, sloeg alle ballen uit. Jij kon ook niet goed schaatsen, hoor, maar ik had verwacht dat je nog slechter zou zijn.” Jesper: “Ik had weleens geschaatst in mijn leven, maar pootje over kan ik alleen de verkeerde kant op, dus met de klok mee.” Wat vinden jullie zo leuk aan elkaar? Jesper: “Pien is zo spontaan, houdt haar mond niet. We lachen heel veel met elkaar. En daarnaast ben je ook nog eens heel knap en lief. Het is een feestje om met jou te zijn.” Pien: “Het klikte meteen. Bij de eerste date al merkte ik dat jij heel oprecht bent, je hebt een fijne energie waar ik me meteen veilig bij voelde. Je doet je niet anders voor, bent heel zorgzaam en betrokken. Je bent ook superlief en we hebben dezelfde sarcastische humor. Ik kan mezelf zijn. Je hebt gewoon een goed hart.” Lachend: “Oké dat zijn wel weer genoeg lieve woorden.” Ze vervolgt: “En we denken over veel dingen hetzelfde, ook over de toekomst.” Jesper: “Laatst zeiden we nog tegen elkaar: hoe zonde is het als je heel erg verliefd bent, maar anders denkt over de toekomst en daarom uit elkaar gaat? Niet dat we nu al met kinderen bezig zijn, hoor, maar we hebben het er wel over.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het duo-interview met Jesper de Jong en Pien Hersman komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Givairo Read: ‘Dit is pas het begin’

De ontwikkeling van Givairo Read (19) gaat in sneltreinvaart. Feyenoord kaapte hem twee jaar geleden weg bij Volendam om hem toe te voegen aan Onder 18. Een half jaar later maakte de rechtsback al zijn debuut in het eerste elftal en inmiddels is hij bijna niet meer weg te denken uit de basis. En o ja, hij werd deze zomer ook nog Europees kampioen met Oranje onder 19. “Je kan mij niet snel van mijn stuk brengen.” Voor Helden Magazine 78 zochten we hem op in De Kuip. Givairo Read Amsterdam-Zuid “Ik ben geboren in Amsterdam-West, in Bos en Lommer. Toen ik zes maanden oud was, verhuisde ik naar mijn vader in Suriname. Ik kan me niks herinneren van die tijd. Twee jaar later keerde ik met mijn vader terug naar Nederland. We verhuisden naar Holendrecht, de plek waar ik mijn hele jeugd heb doorgebracht en nog altijd woon.” Wat voor gezin zijn jullie? “Ik heb een oudere broer, Janairo van 25, en twee zusjes Kymorah en Hanaya, een tweeling van twaalf. We zijn een heel hecht gezin. We proberen zoveel mogelijk samen te doen en elkaar te betrekken bij de dingen die we doen. Als iemand iets heeft bereikt of iets goeds heeft gedaan, dan vieren we dat en zijn we trots op elkaar. Mijn ouders zijn niet alleen trots op mij omdat ik voetbal, maar net zo goed op mijn zusjes, die gaan nu naar de eerste klas van de middelbare school. Hartstikke spannend voor ze. Mijn broer woont ook nog thuis, het is lekker druk en gezellig. Hij rijdt me voor wedstrijden naar Rotterdam. Naar de trainingen rij ik gewoon zelf.” Hoe is jouw binding met Suriname? “Mijn ouders zijn allebei Surinaams. In 2023 was ik er voor het eerst weer sinds mijn babytijd. Ik voel me Surinaams, ben zo opgevoed, met de eetcultuur en de taal. Mijn ouders spreken vloeiend Surinaams, ik niet. Thuis praten we Surinaams en Nederlands door elkaar heen.” Draaide vroeger veel om voetbal thuis? “Ik was niet degene om wie alles draaide, maar voetbal was wel belangrijk, omdat mijn familie wist dat ik er wat van kon. Er werd dus extra aandacht aan besteed. Maar het was niet het belangrijkste in ons leven, hoor.” En was jij iedere dag buiten op een pleintje te vinden met een bal? “Ja, we hebben een Cruyff Court voor onze deur. Twintig meter lopen, dan waren we er. Ik was er altijd met mijn vader aan het voetballen. Ook weleens samen met mijn broer, maar hij speelde liever met zijn vrienden, ik mocht niet altijd met hem meedoen.” Kijken ze in de buurt nu weleens met scheve ogen naar de Amsterdammer die bij Feyenoord speelt? “Dat weet ik eigenlijk niet. Er worden geen gekke opmerkingen gemaakt. De mensen kennen me van vroeger, van met elkaar voetballen op het pleintje. Ik voel dat ze trots op me zijn.” Wanneer werd duidelijk dat jij talent had? “Bij Zeeburgia. Mijn vader en ooms zagen toen al dat ik het wel goed kon voor een jongetje dat net begon met voetballen. Mijn vader was vroeger ook een goede voetballer, heb ik van horen zeggen. Hij was prof in Suriname.” Op je elfde ging je naar Volendam. Dacht je weleens: joehoe, Ajax, waar blijven jullie? “Dat was best een logische stap geweest omdat we zo dicht bij de Arena en De Toekomst wonen, maar het is ook niet dat we dachten: Ajax is de enige club. Je hoopt als jonge voetballer dat je jezelf bij een profclub kan bewijzen. Uiteindelijk kwam Volendam, voor een jongen van elf was dat een mooie stap.” 'Het is ook niet dat we dachten: Ajax is de enige club. Uiteindelijk kwam Volendam, voor een jongen van elf was dat een mooie stap; Iets meer dan twee jaar geleden speelde je nog bij Jong Volendam… “Ja... Ik was een paar dagen geleden nog bij Volendam, ging Reno Becker, een goede vriend van me, ophalen na de training om wat te gaan doen samen. Hij speelt nog in Volendam onder 21. Alle mooie herinneringen kwamen weer naar boven toen ik daar was.” Vertel eens? “Ik ging elke dag met het ov en het busje van Volendam naar de club. ’s Ochtends vroeg ging ik eerst naar school, daarna moest ik twintig minuten met de bus naar IJburg. Daar werd ik opgehaald. ’s Avonds laat kwam ik thuis en moest ik nog huiswerk maken. School was niet mijn ding. Ik was wel braaf, ging er naartoe en deed wat moest, maar vond het niet leuk. Ik heb wel gewoon mijn VMBO-T-diploma gehaald. Bij Volendam had ik het heel erg naar mijn zin. Het laatste jaar bij Volendam hadden we echt een groot vriendenteam.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Givairo Read komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
De ontwikkeling van Givairo Read (19) gaat in sneltreinvaart. Feyenoord kaapte hem twee jaar geleden weg bij Volendam om hem toe te voegen aan Onder 18. Een half jaar later maakte de rechtsback al zijn debuut in het eerste elftal en inmiddels is hij bijna niet meer weg te denken uit de basis. En o ja, hij werd deze zomer ook nog Europees kampioen met Oranje onder 19. “Je kan mij niet snel van mijn stuk brengen.” Voor Helden Magazine 78 zochten we hem op in De Kuip. Givairo Read Amsterdam-Zuid “Ik ben geboren in Amsterdam-West, in Bos en Lommer. Toen ik zes maanden oud was, verhuisde ik naar mijn vader in Suriname. Ik kan me niks herinneren van die tijd. Twee jaar later keerde ik met mijn vader terug naar Nederland. We verhuisden naar Holendrecht, de plek waar ik mijn hele jeugd heb doorgebracht en nog altijd woon.” Wat voor gezin zijn jullie? “Ik heb een oudere broer, Janairo van 25, en twee zusjes Kymorah en Hanaya, een tweeling van twaalf. We zijn een heel hecht gezin. We proberen zoveel mogelijk samen te doen en elkaar te betrekken bij de dingen die we doen. Als iemand iets heeft bereikt of iets goeds heeft gedaan, dan vieren we dat en zijn we trots op elkaar. Mijn ouders zijn niet alleen trots op mij omdat ik voetbal, maar net zo goed op mijn zusjes, die gaan nu naar de eerste klas van de middelbare school. Hartstikke spannend voor ze. Mijn broer woont ook nog thuis, het is lekker druk en gezellig. Hij rijdt me voor wedstrijden naar Rotterdam. Naar de trainingen rij ik gewoon zelf.” Hoe is jouw binding met Suriname? “Mijn ouders zijn allebei Surinaams. In 2023 was ik er voor het eerst weer sinds mijn babytijd. Ik voel me Surinaams, ben zo opgevoed, met de eetcultuur en de taal. Mijn ouders spreken vloeiend Surinaams, ik niet. Thuis praten we Surinaams en Nederlands door elkaar heen.” Draaide vroeger veel om voetbal thuis? “Ik was niet degene om wie alles draaide, maar voetbal was wel belangrijk, omdat mijn familie wist dat ik er wat van kon. Er werd dus extra aandacht aan besteed. Maar het was niet het belangrijkste in ons leven, hoor.” En was jij iedere dag buiten op een pleintje te vinden met een bal? “Ja, we hebben een Cruyff Court voor onze deur. Twintig meter lopen, dan waren we er. Ik was er altijd met mijn vader aan het voetballen. Ook weleens samen met mijn broer, maar hij speelde liever met zijn vrienden, ik mocht niet altijd met hem meedoen.” Kijken ze in de buurt nu weleens met scheve ogen naar de Amsterdammer die bij Feyenoord speelt? “Dat weet ik eigenlijk niet. Er worden geen gekke opmerkingen gemaakt. De mensen kennen me van vroeger, van met elkaar voetballen op het pleintje. Ik voel dat ze trots op me zijn.” Wanneer werd duidelijk dat jij talent had? “Bij Zeeburgia. Mijn vader en ooms zagen toen al dat ik het wel goed kon voor een jongetje dat net begon met voetballen. Mijn vader was vroeger ook een goede voetballer, heb ik van horen zeggen. Hij was prof in Suriname.” Op je elfde ging je naar Volendam. Dacht je weleens: joehoe, Ajax, waar blijven jullie? “Dat was best een logische stap geweest omdat we zo dicht bij de Arena en De Toekomst wonen, maar het is ook niet dat we dachten: Ajax is de enige club. Je hoopt als jonge voetballer dat je jezelf bij een profclub kan bewijzen. Uiteindelijk kwam Volendam, voor een jongen van elf was dat een mooie stap.” 'Het is ook niet dat we dachten: Ajax is de enige club. Uiteindelijk kwam Volendam, voor een jongen van elf was dat een mooie stap; Iets meer dan twee jaar geleden speelde je nog bij Jong Volendam… “Ja... Ik was een paar dagen geleden nog bij Volendam, ging Reno Becker, een goede vriend van me, ophalen na de training om wat te gaan doen samen. Hij speelt nog in Volendam onder 21. Alle mooie herinneringen kwamen weer naar boven toen ik daar was.” Vertel eens? “Ik ging elke dag met het ov en het busje van Volendam naar de club. ’s Ochtends vroeg ging ik eerst naar school, daarna moest ik twintig minuten met de bus naar IJburg. Daar werd ik opgehaald. ’s Avonds laat kwam ik thuis en moest ik nog huiswerk maken. School was niet mijn ding. Ik was wel braaf, ging er naartoe en deed wat moest, maar vond het niet leuk. Ik heb wel gewoon mijn VMBO-T-diploma gehaald. Bij Volendam had ik het heel erg naar mijn zin. Het laatste jaar bij Volendam hadden we echt een groot vriendenteam.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Givairo Read komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Ryan Gravenberch: ‘We zijn van de hel naar de hemel gegaan’

Hij won met Liverpool de Premier League, werd gekozen als Talent van het Jaar én wordt vader. Hoe anders was de situatie een paar jaar geleden, toen Ryan Gravenberch (23) van sterspeler bij Ajax bankzitter werd bij Bayern München. Bij de opening van zijn Cruyff Court in Liverpool spraken we, voor Helden Magazine 78, met zijn ouders, broer, vriendin, ex-Liverpool-keeper Sander Westerveld en de hoofdpersoon zelf over zijn weg naar de top. “Ryan is een gouden jongen die op het veld verandert in een monster.” Ryan Gravenberch Broer Elgin Gravenberch en vriendin Cindy Peroti filmen vanaf de zijlijn bij de opening van het kersverse Cruyff Court op het Anfield Sport & Community Centre in Liverpool hoe Ryan Gravenberch wordt geïnterviewd op ‘zijn’ nieuwe veldje door Geraint Richards, projectmanager van Cruyff Courts in het Verenigd Koninkrijk. Ryan vertelt in het Engels dat de voetballer Johan Cruijff weliswaar van ver voor zijn tijd is, maar dat hij als kleine jongen altijd op Cruijff-veldjes heeft gespeeld en daar veel aan te danken heeft. Hij wil iets teruggeven aan de jeugd en is daarom ambassadeur van de Cruyff Foundation geworden. Sport is altijd belangrijk geweest in zijn leven en hij vindt het essentieel dat elk kind mee kan doen, hoe hun situatie ook is. Hij is trots dat hij via de Cruyff Foundation daaraan kan bijdragen. Elgin en Cindy kijken elkaar opgelucht aan: “Dat deed hij best goed.” Cindy legt uit: “Ryan vindt dit ongemakkelijk, want hij houdt helemaal niet van de belangstelling. Dat maakt hem ook zo’n mooi persoon.” Daarna wordt de naam van het veldje onthuld. Ryan laat de vlag zakken. Niet geheel verrassend staat er met de kenmerkende kleuren van de stichting - geel en blauw - op het bord: Cruyff Court Ryan Gravenberch. De hoofdrolspeler gaat met iedereen op de foto en komt stiften tekort voor alle handtekeningen die hij moet uitdelen. De familie Gravenberch is in groten getale aanwezig. Naast zijn ouders, broer en vriendin, zijn dat onder meer beide oma’s, een tante, een halfzus en een paar neven. Ook een vriendengroep van vader Ryan Gravenberch senior is er, zijn management en een handjevol media. “Mijn vrouw en ik proberen hem bewust te maken van het feit dat hij heel veel heeft gekregen en nu ook iets moet teruggeven,” zegt vader Ryan, “Ryan begrijpt dat gelukkig heel goed.” Ryan senior vervolgt: “Ik weet uit ervaring dat het leven je brengt waar je moet komen. Ryan heeft al veel meegemaakt. Als vader ben ik niet in paniek geweest toen het minder ging bij Bayern München. Natuurlijk voelde ik met Ryan mee. Maar ik heb altijd vertrouwen gehouden in hem als voetballer. Dat hebben mijn vrouw en ik ook altijd gezegd tegen hem: het komt wel goed. Dat hij naar Liverpool zou gaan en trainer Arne Slot op zijn pad zou komen, dat konden wij ook niet voorspellen. Nu hij zijn plaats gevonden heeft, moeten we eerlijk zijn: we zijn van de hel naar de hemel gegaan.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Ryan Gravenberch komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Hij won met Liverpool de Premier League, werd gekozen als Talent van het Jaar én wordt vader. Hoe anders was de situatie een paar jaar geleden, toen Ryan Gravenberch (23) van sterspeler bij Ajax bankzitter werd bij Bayern München. Bij de opening van zijn Cruyff Court in Liverpool spraken we, voor Helden Magazine 78, met zijn ouders, broer, vriendin, ex-Liverpool-keeper Sander Westerveld en de hoofdpersoon zelf over zijn weg naar de top. “Ryan is een gouden jongen die op het veld verandert in een monster.” Ryan Gravenberch Broer Elgin Gravenberch en vriendin Cindy Peroti filmen vanaf de zijlijn bij de opening van het kersverse Cruyff Court op het Anfield Sport & Community Centre in Liverpool hoe Ryan Gravenberch wordt geïnterviewd op ‘zijn’ nieuwe veldje door Geraint Richards, projectmanager van Cruyff Courts in het Verenigd Koninkrijk. Ryan vertelt in het Engels dat de voetballer Johan Cruijff weliswaar van ver voor zijn tijd is, maar dat hij als kleine jongen altijd op Cruijff-veldjes heeft gespeeld en daar veel aan te danken heeft. Hij wil iets teruggeven aan de jeugd en is daarom ambassadeur van de Cruyff Foundation geworden. Sport is altijd belangrijk geweest in zijn leven en hij vindt het essentieel dat elk kind mee kan doen, hoe hun situatie ook is. Hij is trots dat hij via de Cruyff Foundation daaraan kan bijdragen. Elgin en Cindy kijken elkaar opgelucht aan: “Dat deed hij best goed.” Cindy legt uit: “Ryan vindt dit ongemakkelijk, want hij houdt helemaal niet van de belangstelling. Dat maakt hem ook zo’n mooi persoon.” Daarna wordt de naam van het veldje onthuld. Ryan laat de vlag zakken. Niet geheel verrassend staat er met de kenmerkende kleuren van de stichting - geel en blauw - op het bord: Cruyff Court Ryan Gravenberch. De hoofdrolspeler gaat met iedereen op de foto en komt stiften tekort voor alle handtekeningen die hij moet uitdelen. De familie Gravenberch is in groten getale aanwezig. Naast zijn ouders, broer en vriendin, zijn dat onder meer beide oma’s, een tante, een halfzus en een paar neven. Ook een vriendengroep van vader Ryan Gravenberch senior is er, zijn management en een handjevol media. “Mijn vrouw en ik proberen hem bewust te maken van het feit dat hij heel veel heeft gekregen en nu ook iets moet teruggeven,” zegt vader Ryan, “Ryan begrijpt dat gelukkig heel goed.” Ryan senior vervolgt: “Ik weet uit ervaring dat het leven je brengt waar je moet komen. Ryan heeft al veel meegemaakt. Als vader ben ik niet in paniek geweest toen het minder ging bij Bayern München. Natuurlijk voelde ik met Ryan mee. Maar ik heb altijd vertrouwen gehouden in hem als voetballer. Dat hebben mijn vrouw en ik ook altijd gezegd tegen hem: het komt wel goed. Dat hij naar Liverpool zou gaan en trainer Arne Slot op zijn pad zou komen, dat konden wij ook niet voorspellen. Nu hij zijn plaats gevonden heeft, moeten we eerlijk zijn: we zijn van de hel naar de hemel gegaan.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Ryan Gravenberch komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Jorrel Hato: ‘Mijn tijd komt nog wel’

 Jorrel Hato Jorrel Hato maakte als zestienjarige zijn debuut in het eerste van Ajax. Hij werd niet alleen de jongste aanvoerder van de Amsterdammers ooit, maar ook van een Nederlandse club in Europa. Tevens debuteerde hij in Oranje. Afgelopen seizoen was hij een van de uitblinkers: Jorrel Hato. Linksback bij Ajax en Oranje, maar centraal achterin bij Jong Oranje. En dat op 19-jarige leeftijd. Aan zijn toch al krankzinnige seizoen voegde Jorrel afgelopen weekend een transfer naar Chelsea toe. Aan het begin van het seizoen spraken we de verdediger over Rotterdam-Zuid, zijn rijbewijs, de aanvoerdersband en zijn dromen. Jorrel en zijn lichaam “Ik ben best ijdel. Niet dat ik heel lang voor de spiegel sta, hoor. Mijn haar heb ik zo gedaan, in vijf minuten, maximaal tien. Maar ik vind het wel belangrijk om er goed uit te zien. Welke merken ik draag, maakt mij niet zoveel uit, maar ik wil wel leuke kleding aan. Of ik ook weleens Crocs draag zoals Brian Brobbey?” Lachend: “Nee, ik draag gewoon schoenen naar de club.” Ben je tevreden met jouw lichaam als je in de spiegel kijkt? “Voor nu wel, maar als ik uiteindelijk naar een grote club in Europa wil, moet ik ook sterker worden. Er kunnen nog wel wat spieren bij.” Je hebt een tatoeage op je linkerarm met een leeuw en een gladiator. Heeft die nog een speciale betekenis? “Nee, de leeuw is altijd mijn lievelingsdier geweest. Binnenkort komen er nog wel tatoeages bij, denk ik.” Jorrel en Rotterdam-Zuid Je bent opgegroeid in Rotterdam-Zuid. Hoorde je vanuit je slaapkamerraam de Kuip ontploffen als er was gescoord? “Ja, ik kon de Kuip horen.” Hoe zag jouw jeugd eruit? “Ik speelde veel op een Cruyff Court met jongens uit de buurt en met mijn broertje Elgyn. Hoewel hij vijf jaar jonger is, mocht hij altijd meedoen met ons.” Jouw vader is geboren op Curaçao, je moeder heeft Kaapverdische roots. Wat heb jij daarvan meegekregen? “Niet heel veel, ik ben gewoon Nederlands. Natuurlijk heb ik opa’s en oma’s aan beide kanten waar ik vaak kwam, maar verder heb ik niet veel invloeden van beide landen in mijn jeugd gevoeld. Op Kaapverdië ben ik maar twee keer geweest, op Curaçao een stuk vaker.” Je begon met voetballen bij De Zwervers in Rotterdam-Zuid, ging in 2015 – op je negende – naar Sparta. Hoe waren je eerste jaren in de jeugdopleiding? “Heel leuk. We hadden ook een goed team, deden altijd bovenin mee tegen Ajax, PSV, AZ, Feyenoord en waren niet veel minder dan die topclubs. Uiteindelijk kwam Ajax toen ik twaalf was. Mijn moeder kreeg een telefoontje. Ze vertelde me dat Ajax me wilde hebben. Als een club als Ajax komt, zeg je natuurlijk geen nee.” Jorrel en zijn trainers Als ik een trainer uit de jeugd moet noemen van wie ik veel heb geleerd, kies ik Frank Peereboom. Hij was mijn trainer bij Onder 18. Ik was zestien, hij maakte mij aanvoerder, daarna ben ik heel snel naar Jong Ajax doorgeschoven en vervolgens naar het eerste elftal. In dat jaar groeide ik in meerdere opzichten, maar ik denk dat ik van Frank dat stukje volwassenheid heb geleerd. Vanaf toen ging het heel snel.” In twee seizoenen bij het eerste elftal heb je al heel wat trainers meegemaakt. Alfred Schreuder, John Heitinga, Maurice Steijn, John van ’t Schip en nu de Italiaan Francesco Farioli. Wat heb je opgestoken van al die verschillende trainers? “Schreuder heb ik maar kort meegemaakt. Onder hem mocht ik debuteren in de beker. Heitinga kende ik al van Jong Ajax, bij hem speelde ik mezelf in de basis. En vorig jaar ben ik heel erg gegroeid onder Steijn en Van ’t Schip. Van alle trainers heb ik veel opgestoken.” Op 11 januari 2023 debuteerde je in de bekerwedstrijd tegen Den Bosch (2-0). Je was pas zestien. “Een dag van tevoren trainde ik mee. Ik hoorde dat ik bij de selectie zat. Ik liep warm in de 80ste minuut, verwachtte niet meer dat ik erin kwam, maar Schreuder riep me en haalde Owen Wijndal naar de kant. Op dat moment dacht ik niet zoveel, het was knop om en mijn ding doen, gewoon gaan. Na het fluitsignaal was ik blij en trots.” Heitinga liet jou een maand later debuteren in de eredivisie, tegen Cambuur (5-0). Hij was vorig seizoen assistent- trainer van West Ham United en nu van Liverpool. Heb jij nog weleens contact met hem? “Ja, ik heb hem in de eerste week van de voorbereiding een paar keer gezien. Op de club en op een toernooi. Zijn zoontje en mijn broertje spelen in hetzelfde team, in Onder 14. We kletsten over voetbal, over mij en even over hem.” Hoe kijk je terug op vorig seizoen? Met de club ging het niet goed, maar met jou wel. “Ik heb er een dubbel gevoel aan overgehouden. Op jonge leeftijd heb ik al best veel meegemaakt. In positieve, maar ook in negatieve zin. Tijdens het seizoen was ik me niet echt bewust van die positieve dingen, dat kwam later tijdens mijn vakantie. Toen pas kon ik er rustig over nadenken en besefte ik dat ik best een goed seizoen heb gehad.” Jij hebt nu weer een nieuwe trainer: Francesco Farioli. Wat is je eerste indruk van hem? “Ik ben heel blij met zijn komst. Het is weer helemaal anders dan vorige seizoenen. Het was de zwaarste voorbereiding die ik tot nu toe heb meegemaakt. Maar we hadden ook heel veel plezier, hoor. Deze trainer brengt extra energie tijdens de training. Daardoor krijgen wij ook extra energie en stralen we plezier uit. Ik denk dat dat de hele groep goed doet.” Farioli heeft jou een andere rol gegeven. Je staat niet meer centraal achterin, maar linksback en bent ook belangrijk in de opbouw. Wilde jij dat zelf ook of is dat op verzoek van de trainer? “Ik ben gecharmeerd van onze speelwijze onder de nieuwe trainer, vooral van de opbouw van achteruit. Dat is ook een van mijn kwaliteiten. Toch speel ik liever als centrale verdediger dan als linksback, dat vind ik beter bij mij passen. Op dit moment is dat de keuze van de trainer. Ik kom nu weer meer op het middenveld, dat is ook leuk.” Je sprak eerder uit dat jouw doel is de beste centrale verdediger van de wereld te worden. “Dat is nog steeds mijn doel.” Jorrel en zijn rijbewijs “Ik heb nu zo’n 22 lessen gehad en mag eindelijk afrijden, moet alleen nog wachten op de datum.” Tot de start van vorig seizoen ging je met de trein naar de Toekomst, daarna kreeg je een privéchauffeur. “Op een gegeven moment begonnen mensen mij te herkennen in de trein. Ik had daar niet veel problemen mee, maar in de auto op en neer naar Amsterdam was wel veel fijner dan met de trein.” En binnenkort ‘moet’ je dus zelf rijden. Lachend: “Aan de ene kant is dat wel jammer. Ik kan als bijrijder lekker chillen, muziek luisteren of ik scrol wat op mijn telefoon, maar aan de andere kant is het heel fijn dat ik binnenkort eindelijk zelf kan rijden. Ik ga deze zomer naar Amsterdam verhuizen, heb een huis gekocht dicht bij de Toekomst, dus ver hoef ik niet te rijden.” En je mag als achttienjarige meteen al niet de minste auto uitzoeken... Lachend: “Dat is waar.” Jorrel en de aanvoerdersband Je kreeg afgelopen seizoen voor het eerst de aanvoerdersband om, in november 2023. Tegen Almere City (2-2) werd Steven Bergwijn gewisseld. Jij werd de jongste aanvoerder ooit van Ajax in de eredivisie. “Een mooi moment. Stevie was afgelopen seizoen veel met mij bezig. Hij is iemand die graag op zichzelf is, maar als het nodig is, geeft hij het hele team kracht. In het veld geeft hij altijd gas, hij is een voorbeeld voor velen in ons team.” Een maand later was je aanvoerder tegen AEK Athene in de Europa League. Jullie wonnen met 3-1. Jij hoorde op de persconferentie jouw toenmalige trainer John van ’t Schip zeggen dat jij aanvoerder zou zijn. “Klopt. Daarna had hij het mij verteld op de training, zei: ‘Ik had het liever eerst tegen jou gezegd dan op de persconferentie, maar ik kreeg die vraag en moest er wel antwoord op geven.’ Ik vond het een grote eer dat hij mij aanvoerder maakte. Die wedstrijd was ook heel bijzonder. We moesten winnen om in Europa te blijven. Het was zo’n typische, leuke Europese avond waarin alles meezat. We speelden als team goed en ik deed dat ook. Het was een perfect debuut als aanvoerder.” Jij werd de jongste aanvoerder ooit van een Nederlandse club in Europa. “Ik las dat na afloop. Dat zijn mooie statistieken, die blijven voor altijd bij me.” Lachend: “Totdat iemand mij inhaalt, natuurlijk.” John van ’t Schip zei na die wedstrijd: ‘Jorrel is ook, ondanks zijn leeftijd, een volwassen man. Hoe hij zich presenteert, hoe hij traint en zich verzorgt. Hij is daarin absoluut een voorbeeld voor onze selectiespelers, maar ook voor de jongelingen in de opleiding.’ “Hij gelijk heeft gelijk denk ik. Ik krijg geregeld te horen dat ik volwassen ben voor mijn leeftijd en dat ik daarom een voorbeeld ben voor ploeggenoten, maar vooral voor de jongens in de jeugd. Ik blijf altijd rustig, probeer mijn werk goed te doen en ga er professioneel mee om.” Was het een doel van jou: eerste aanvoerder van Ajax worden? “Dat was het nooit echt, maar daarin ben ik van gedachten veranderd. Ik ben niet per se van nature een leider, maar ik heb het wel in me, denk ik. Ik probeer zoveel mogelijk met het team bezig te zijn, heb op dat vlak afgelopen seizoen ook grote stappen gemaakt. In het veld probeer ik de spelers te coachen en te sturen.” Wat moet je nog leren om een betere leider te worden? “Ik kan nog in heel veel opzichten groeien, zowel qua spel als persoonlijkheid, maar dat komt ook met de jaren.” Praat je er ook met mensen over, krijg je hulp? “Met de performancetrainer, de andere trainers, maar ook met de jongens bij Ajax. Oudere spelers als Stevie, Steven Berghuis en Remko Pasveer helpen daar ook bij. Met mijn ouders praat ik niet per se over voetbal en hoe ik daarin beter word, maar wel hoe ik als mens kan groeien.” Jorrel en de muziek “Ik luister graag naar Nederlandse, Engelse en Amerikaanse rap. Ik heb ook weleens contact met de mannen van Broederliefde.” Broederliefde bemiddelde tussen jou en de Kaapverdische bond. Jouw moeder komt van Kaapverdië, wat betekent dat jij ook voor dat land uit had kunnen komen. “Ik kreeg een berichtje van een van die gasten. De Kaapverdische bond had contact met hen gehad en vroeg hen mij te benaderen. De bond wilde graag met mij in gesprek, vlak voordat ik mijn debuut maakte voor het Nederlands elftal. Ik ben niet in gesprek gegaan met de bond, zei meteen dat mijn droom was om te spelen voor Oranje.” Bij je debuut op 21 november vorig jaar in het Nederlands elftal moest je volgens traditie een liedje zingen. Wat heb je gezongen? “Een stukje uit het liedje 100 Bottles van de Nederlandse rap- groep SFB.” Memphis Depay maakt zijn eigen rapmuziek, Lutsharel Geertruida verscheen ook in een rapnummer. Heb jij ook die ambitie? “Naar de liedjes van Memphis heb ik weleens geluisterd, maar ik heb niet de ambitie om zelf muziek te maken en uit te brengen. Ik kan trouwens ook niet goed dansen.” Jorrel en Oranje Hoe heb je naar het EK gekeken afgelopen zomer? “Thuis, met familie en vrienden.” Wat dacht je toen je het Nederlands elftal zag spelen? “Dat ik daar ook had willen staan. Ik ben al heel blij dat ik vorig seizoen mijn debuut heb mogen maken voor Oranje, mijn tijd komt nog wel. Ik ben niet ongeduldig, wacht rustig mijn kansen af.” Je dacht niet: pas op Virgil van Dijk, Jorrel Hato komt eraan? Lachend: “Nee, hoor. Ik kan niet anders dan knallen, en dan zien we wel hoe ver ik kom. Over twee jaar is er weer een WK. Het is mijn doel om daarbij te zijn.” In november 2023 debuteerde je uit tegen Gibraltar (0-6). Je kwam er in de tweede helft in voor Virgil van Dijk. “Het was een mooi moment. En ook even gek, om op het veld te staan tussen die grote spelers. Mijn vader en zaakwaarnemer zaten op de tribune. Liever had ik gedebuteerd tegen een betere tegenstander dan Gibraltar, maar ik zal het altijd blijven onthouden.” Ronald Koeman sprak lovend over jou na je debuut, hij zei in een persconferentie: ‘Jorrel is een jongen van zeventien die heel volwassen is in zijn voetbal en zijn gedrag. Ik ben meer dan tevreden. Je wil dat jonge spelers zich ontwikkelen aan de hand van een ervaren speler. Hij zit bij een club waar heel veel gebeurt en waar slechte resultaten behaald worden. Dan heb je ervaring naast je nodig, maar die heeft hij niet bij Ajax. Daarom is het extra knap dat hij zich staande houdt. Dat bewijst dat hij een heel groot talent is.’ “Ik wist niet dat de bondscoach dat heeft gezegd. Als hij zoiets zegt, dan is dat positief, toch?” Wat was je indruk van de bondscoach? “Ik heb hem maar anderhalve week meegemaakt, alles was nieuw, maar ik had een heel goede eerste indruk van hem, eigenlijk van de hele staf en spelersgroep. Ik werd door iedereen goed opgevangen. Met de bondscoach heb ik gesproken over mijn positie en de situatie bij Ajax destijds. We hadden zo’n standaard gesprekje, maar hij was wel heel begaan.” Jorrel en zijn dromen Jij tekende bij Ajax bij tot 2028. Hoe wil je afscheid nemen van de club? “Met prijzen, daarom heb ik bijgetekend. Ik wil prijzen winnen, iets achterlaten. Maar ik heb ook bijgetekend omdat ik nog maar anderhalf jaar in de eredivisie heb gespeeld. Voordat ik een stap naar het buitenland maak, kan ik hier nog veel leren. Ook als nu een heel grote club zich meldt, blijf ik gewoon bij Ajax.” Is het ook een droom om ooit samen met jouw broertje bij Ajax te spelen? Lachend: “Dan moet hij wel snel zijn. Het is absoluut een droom om ooit met hem samen te spelen en dan zien we wel waar dat is.” Als we het dan toch over dromen hebben: is er nog een bepaalde club waar je ooit graag wil spelen? “Nee, ik had nooit echt een droomclub, keek meer naar bepaalde spelers. Als klein jongetje vergaapte ik me aan Lionel Messi. Hij was mijn grote voorbeeld. Toen ik wat ouder was, keek ik naar Thiago Silva. Er zijn genoeg topclubs in de wereld. Als ik ooit een stap naar zo’n club kan maken, naar welke dan ook, dan is dat sowieso al heel mooi.” Helden Magazine nummer 73  Het interview met Jorrel Hato komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met Ian Maatsen. Hij had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
 Jorrel Hato Jorrel Hato maakte als zestienjarige zijn debuut in het eerste van Ajax. Hij werd niet alleen de jongste aanvoerder van de Amsterdammers ooit, maar ook van een Nederlandse club in Europa. Tevens debuteerde hij in Oranje. Afgelopen seizoen was hij een van de uitblinkers: Jorrel Hato. Linksback bij Ajax en Oranje, maar centraal achterin bij Jong Oranje. En dat op 19-jarige leeftijd. Aan zijn toch al krankzinnige seizoen voegde Jorrel afgelopen weekend een transfer naar Chelsea toe. Aan het begin van het seizoen spraken we de verdediger over Rotterdam-Zuid, zijn rijbewijs, de aanvoerdersband en zijn dromen. Jorrel en zijn lichaam “Ik ben best ijdel. Niet dat ik heel lang voor de spiegel sta, hoor. Mijn haar heb ik zo gedaan, in vijf minuten, maximaal tien. Maar ik vind het wel belangrijk om er goed uit te zien. Welke merken ik draag, maakt mij niet zoveel uit, maar ik wil wel leuke kleding aan. Of ik ook weleens Crocs draag zoals Brian Brobbey?” Lachend: “Nee, ik draag gewoon schoenen naar de club.” Ben je tevreden met jouw lichaam als je in de spiegel kijkt? “Voor nu wel, maar als ik uiteindelijk naar een grote club in Europa wil, moet ik ook sterker worden. Er kunnen nog wel wat spieren bij.” Je hebt een tatoeage op je linkerarm met een leeuw en een gladiator. Heeft die nog een speciale betekenis? “Nee, de leeuw is altijd mijn lievelingsdier geweest. Binnenkort komen er nog wel tatoeages bij, denk ik.” Jorrel en Rotterdam-Zuid Je bent opgegroeid in Rotterdam-Zuid. Hoorde je vanuit je slaapkamerraam de Kuip ontploffen als er was gescoord? “Ja, ik kon de Kuip horen.” Hoe zag jouw jeugd eruit? “Ik speelde veel op een Cruyff Court met jongens uit de buurt en met mijn broertje Elgyn. Hoewel hij vijf jaar jonger is, mocht hij altijd meedoen met ons.” Jouw vader is geboren op Curaçao, je moeder heeft Kaapverdische roots. Wat heb jij daarvan meegekregen? “Niet heel veel, ik ben gewoon Nederlands. Natuurlijk heb ik opa’s en oma’s aan beide kanten waar ik vaak kwam, maar verder heb ik niet veel invloeden van beide landen in mijn jeugd gevoeld. Op Kaapverdië ben ik maar twee keer geweest, op Curaçao een stuk vaker.” Je begon met voetballen bij De Zwervers in Rotterdam-Zuid, ging in 2015 – op je negende – naar Sparta. Hoe waren je eerste jaren in de jeugdopleiding? “Heel leuk. We hadden ook een goed team, deden altijd bovenin mee tegen Ajax, PSV, AZ, Feyenoord en waren niet veel minder dan die topclubs. Uiteindelijk kwam Ajax toen ik twaalf was. Mijn moeder kreeg een telefoontje. Ze vertelde me dat Ajax me wilde hebben. Als een club als Ajax komt, zeg je natuurlijk geen nee.” Jorrel en zijn trainers Als ik een trainer uit de jeugd moet noemen van wie ik veel heb geleerd, kies ik Frank Peereboom. Hij was mijn trainer bij Onder 18. Ik was zestien, hij maakte mij aanvoerder, daarna ben ik heel snel naar Jong Ajax doorgeschoven en vervolgens naar het eerste elftal. In dat jaar groeide ik in meerdere opzichten, maar ik denk dat ik van Frank dat stukje volwassenheid heb geleerd. Vanaf toen ging het heel snel.” In twee seizoenen bij het eerste elftal heb je al heel wat trainers meegemaakt. Alfred Schreuder, John Heitinga, Maurice Steijn, John van ’t Schip en nu de Italiaan Francesco Farioli. Wat heb je opgestoken van al die verschillende trainers? “Schreuder heb ik maar kort meegemaakt. Onder hem mocht ik debuteren in de beker. Heitinga kende ik al van Jong Ajax, bij hem speelde ik mezelf in de basis. En vorig jaar ben ik heel erg gegroeid onder Steijn en Van ’t Schip. Van alle trainers heb ik veel opgestoken.” Op 11 januari 2023 debuteerde je in de bekerwedstrijd tegen Den Bosch (2-0). Je was pas zestien. “Een dag van tevoren trainde ik mee. Ik hoorde dat ik bij de selectie zat. Ik liep warm in de 80ste minuut, verwachtte niet meer dat ik erin kwam, maar Schreuder riep me en haalde Owen Wijndal naar de kant. Op dat moment dacht ik niet zoveel, het was knop om en mijn ding doen, gewoon gaan. Na het fluitsignaal was ik blij en trots.” Heitinga liet jou een maand later debuteren in de eredivisie, tegen Cambuur (5-0). Hij was vorig seizoen assistent- trainer van West Ham United en nu van Liverpool. Heb jij nog weleens contact met hem? “Ja, ik heb hem in de eerste week van de voorbereiding een paar keer gezien. Op de club en op een toernooi. Zijn zoontje en mijn broertje spelen in hetzelfde team, in Onder 14. We kletsten over voetbal, over mij en even over hem.” Hoe kijk je terug op vorig seizoen? Met de club ging het niet goed, maar met jou wel. “Ik heb er een dubbel gevoel aan overgehouden. Op jonge leeftijd heb ik al best veel meegemaakt. In positieve, maar ook in negatieve zin. Tijdens het seizoen was ik me niet echt bewust van die positieve dingen, dat kwam later tijdens mijn vakantie. Toen pas kon ik er rustig over nadenken en besefte ik dat ik best een goed seizoen heb gehad.” Jij hebt nu weer een nieuwe trainer: Francesco Farioli. Wat is je eerste indruk van hem? “Ik ben heel blij met zijn komst. Het is weer helemaal anders dan vorige seizoenen. Het was de zwaarste voorbereiding die ik tot nu toe heb meegemaakt. Maar we hadden ook heel veel plezier, hoor. Deze trainer brengt extra energie tijdens de training. Daardoor krijgen wij ook extra energie en stralen we plezier uit. Ik denk dat dat de hele groep goed doet.” Farioli heeft jou een andere rol gegeven. Je staat niet meer centraal achterin, maar linksback en bent ook belangrijk in de opbouw. Wilde jij dat zelf ook of is dat op verzoek van de trainer? “Ik ben gecharmeerd van onze speelwijze onder de nieuwe trainer, vooral van de opbouw van achteruit. Dat is ook een van mijn kwaliteiten. Toch speel ik liever als centrale verdediger dan als linksback, dat vind ik beter bij mij passen. Op dit moment is dat de keuze van de trainer. Ik kom nu weer meer op het middenveld, dat is ook leuk.” Je sprak eerder uit dat jouw doel is de beste centrale verdediger van de wereld te worden. “Dat is nog steeds mijn doel.” Jorrel en zijn rijbewijs “Ik heb nu zo’n 22 lessen gehad en mag eindelijk afrijden, moet alleen nog wachten op de datum.” Tot de start van vorig seizoen ging je met de trein naar de Toekomst, daarna kreeg je een privéchauffeur. “Op een gegeven moment begonnen mensen mij te herkennen in de trein. Ik had daar niet veel problemen mee, maar in de auto op en neer naar Amsterdam was wel veel fijner dan met de trein.” En binnenkort ‘moet’ je dus zelf rijden. Lachend: “Aan de ene kant is dat wel jammer. Ik kan als bijrijder lekker chillen, muziek luisteren of ik scrol wat op mijn telefoon, maar aan de andere kant is het heel fijn dat ik binnenkort eindelijk zelf kan rijden. Ik ga deze zomer naar Amsterdam verhuizen, heb een huis gekocht dicht bij de Toekomst, dus ver hoef ik niet te rijden.” En je mag als achttienjarige meteen al niet de minste auto uitzoeken... Lachend: “Dat is waar.” Jorrel en de aanvoerdersband Je kreeg afgelopen seizoen voor het eerst de aanvoerdersband om, in november 2023. Tegen Almere City (2-2) werd Steven Bergwijn gewisseld. Jij werd de jongste aanvoerder ooit van Ajax in de eredivisie. “Een mooi moment. Stevie was afgelopen seizoen veel met mij bezig. Hij is iemand die graag op zichzelf is, maar als het nodig is, geeft hij het hele team kracht. In het veld geeft hij altijd gas, hij is een voorbeeld voor velen in ons team.” Een maand later was je aanvoerder tegen AEK Athene in de Europa League. Jullie wonnen met 3-1. Jij hoorde op de persconferentie jouw toenmalige trainer John van ’t Schip zeggen dat jij aanvoerder zou zijn. “Klopt. Daarna had hij het mij verteld op de training, zei: ‘Ik had het liever eerst tegen jou gezegd dan op de persconferentie, maar ik kreeg die vraag en moest er wel antwoord op geven.’ Ik vond het een grote eer dat hij mij aanvoerder maakte. Die wedstrijd was ook heel bijzonder. We moesten winnen om in Europa te blijven. Het was zo’n typische, leuke Europese avond waarin alles meezat. We speelden als team goed en ik deed dat ook. Het was een perfect debuut als aanvoerder.” Jij werd de jongste aanvoerder ooit van een Nederlandse club in Europa. “Ik las dat na afloop. Dat zijn mooie statistieken, die blijven voor altijd bij me.” Lachend: “Totdat iemand mij inhaalt, natuurlijk.” John van ’t Schip zei na die wedstrijd: ‘Jorrel is ook, ondanks zijn leeftijd, een volwassen man. Hoe hij zich presenteert, hoe hij traint en zich verzorgt. Hij is daarin absoluut een voorbeeld voor onze selectiespelers, maar ook voor de jongelingen in de opleiding.’ “Hij gelijk heeft gelijk denk ik. Ik krijg geregeld te horen dat ik volwassen ben voor mijn leeftijd en dat ik daarom een voorbeeld ben voor ploeggenoten, maar vooral voor de jongens in de jeugd. Ik blijf altijd rustig, probeer mijn werk goed te doen en ga er professioneel mee om.” Was het een doel van jou: eerste aanvoerder van Ajax worden? “Dat was het nooit echt, maar daarin ben ik van gedachten veranderd. Ik ben niet per se van nature een leider, maar ik heb het wel in me, denk ik. Ik probeer zoveel mogelijk met het team bezig te zijn, heb op dat vlak afgelopen seizoen ook grote stappen gemaakt. In het veld probeer ik de spelers te coachen en te sturen.” Wat moet je nog leren om een betere leider te worden? “Ik kan nog in heel veel opzichten groeien, zowel qua spel als persoonlijkheid, maar dat komt ook met de jaren.” Praat je er ook met mensen over, krijg je hulp? “Met de performancetrainer, de andere trainers, maar ook met de jongens bij Ajax. Oudere spelers als Stevie, Steven Berghuis en Remko Pasveer helpen daar ook bij. Met mijn ouders praat ik niet per se over voetbal en hoe ik daarin beter word, maar wel hoe ik als mens kan groeien.” Jorrel en de muziek “Ik luister graag naar Nederlandse, Engelse en Amerikaanse rap. Ik heb ook weleens contact met de mannen van Broederliefde.” Broederliefde bemiddelde tussen jou en de Kaapverdische bond. Jouw moeder komt van Kaapverdië, wat betekent dat jij ook voor dat land uit had kunnen komen. “Ik kreeg een berichtje van een van die gasten. De Kaapverdische bond had contact met hen gehad en vroeg hen mij te benaderen. De bond wilde graag met mij in gesprek, vlak voordat ik mijn debuut maakte voor het Nederlands elftal. Ik ben niet in gesprek gegaan met de bond, zei meteen dat mijn droom was om te spelen voor Oranje.” Bij je debuut op 21 november vorig jaar in het Nederlands elftal moest je volgens traditie een liedje zingen. Wat heb je gezongen? “Een stukje uit het liedje 100 Bottles van de Nederlandse rap- groep SFB.” Memphis Depay maakt zijn eigen rapmuziek, Lutsharel Geertruida verscheen ook in een rapnummer. Heb jij ook die ambitie? “Naar de liedjes van Memphis heb ik weleens geluisterd, maar ik heb niet de ambitie om zelf muziek te maken en uit te brengen. Ik kan trouwens ook niet goed dansen.” Jorrel en Oranje Hoe heb je naar het EK gekeken afgelopen zomer? “Thuis, met familie en vrienden.” Wat dacht je toen je het Nederlands elftal zag spelen? “Dat ik daar ook had willen staan. Ik ben al heel blij dat ik vorig seizoen mijn debuut heb mogen maken voor Oranje, mijn tijd komt nog wel. Ik ben niet ongeduldig, wacht rustig mijn kansen af.” Je dacht niet: pas op Virgil van Dijk, Jorrel Hato komt eraan? Lachend: “Nee, hoor. Ik kan niet anders dan knallen, en dan zien we wel hoe ver ik kom. Over twee jaar is er weer een WK. Het is mijn doel om daarbij te zijn.” In november 2023 debuteerde je uit tegen Gibraltar (0-6). Je kwam er in de tweede helft in voor Virgil van Dijk. “Het was een mooi moment. En ook even gek, om op het veld te staan tussen die grote spelers. Mijn vader en zaakwaarnemer zaten op de tribune. Liever had ik gedebuteerd tegen een betere tegenstander dan Gibraltar, maar ik zal het altijd blijven onthouden.” Ronald Koeman sprak lovend over jou na je debuut, hij zei in een persconferentie: ‘Jorrel is een jongen van zeventien die heel volwassen is in zijn voetbal en zijn gedrag. Ik ben meer dan tevreden. Je wil dat jonge spelers zich ontwikkelen aan de hand van een ervaren speler. Hij zit bij een club waar heel veel gebeurt en waar slechte resultaten behaald worden. Dan heb je ervaring naast je nodig, maar die heeft hij niet bij Ajax. Daarom is het extra knap dat hij zich staande houdt. Dat bewijst dat hij een heel groot talent is.’ “Ik wist niet dat de bondscoach dat heeft gezegd. Als hij zoiets zegt, dan is dat positief, toch?” Wat was je indruk van de bondscoach? “Ik heb hem maar anderhalve week meegemaakt, alles was nieuw, maar ik had een heel goede eerste indruk van hem, eigenlijk van de hele staf en spelersgroep. Ik werd door iedereen goed opgevangen. Met de bondscoach heb ik gesproken over mijn positie en de situatie bij Ajax destijds. We hadden zo’n standaard gesprekje, maar hij was wel heel begaan.” Jorrel en zijn dromen Jij tekende bij Ajax bij tot 2028. Hoe wil je afscheid nemen van de club? “Met prijzen, daarom heb ik bijgetekend. Ik wil prijzen winnen, iets achterlaten. Maar ik heb ook bijgetekend omdat ik nog maar anderhalf jaar in de eredivisie heb gespeeld. Voordat ik een stap naar het buitenland maak, kan ik hier nog veel leren. Ook als nu een heel grote club zich meldt, blijf ik gewoon bij Ajax.” Is het ook een droom om ooit samen met jouw broertje bij Ajax te spelen? Lachend: “Dan moet hij wel snel zijn. Het is absoluut een droom om ooit met hem samen te spelen en dan zien we wel waar dat is.” Als we het dan toch over dromen hebben: is er nog een bepaalde club waar je ooit graag wil spelen? “Nee, ik had nooit echt een droomclub, keek meer naar bepaalde spelers. Als klein jongetje vergaapte ik me aan Lionel Messi. Hij was mijn grote voorbeeld. Toen ik wat ouder was, keek ik naar Thiago Silva. Er zijn genoeg topclubs in de wereld. Als ik ooit een stap naar zo’n club kan maken, naar welke dan ook, dan is dat sowieso al heel mooi.” Helden Magazine nummer 73  Het interview met Jorrel Hato komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met Ian Maatsen. Hij had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Tour de France

Roxane Knetemann: ‘Die achternaam kleeft toch een beetje aan me’

Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Anna van der Breggen is terug: ‘Ze wil weten of ze het nóg beter kan’

Het gonste al in het peloton vóór het persbericht eruitging, ruim een jaar geleden. Anna van der Breggen maakt haar rentree. De voormalig olympisch kampioene, wereldkampioene, Giro-winnares en ploegleidster, stapte opnieuw op de fiets. In het tenue van SD Worx, tussen de rensters die ze eerder nog coachte. “Anna is nu 34, ze was best jong toen ze stopte,” zegt Roxane Knetemann. “Ze had álles al gewonnen, zag geen uitdaging meer en keek uit naar een ander leven. Maar als ploegleidster heeft ze het vrouwenwielrennen echt zien veranderen. Er zijn meer wedstrijden, het niveau ligt hoger, en de vijver met talent is veel groter. Dat heeft haar getriggerd.” Van der Breggen zelf gaf aan weer plezier te hebben in het trainen, in het werken naar een doel. Maar volgens Knetemann zit er meer achter. “Fysiek en tactisch was Anna zó goed toen ze stopte, dat ze op een gegeven moment dacht: misschien kan ik het nóg beter. Ze heeft de transformatie van het vrouwenwielrennen gezien en misschien gedacht: ik was eigenlijk af en toe best wel aan het prutsen, als ik het vergelijk met wat ik nu zie.” En dus maakt ze zich op voor haar eerste Tour de France Femmes als renster. In 2021 bestond de Tour nog niet in de huidige vorm. Nu ligt er een parcours dat Van der Breggen aanspreekt. “Ze zag ook nieuwe wedstrijden op de kalender verschijnen,” zegt Knetemann. “Dan denk je: die heb ik nooit gereden, hoe zou ik het daarin doen?” Of ze meteen mee kan met de top? Dat is nog even afwachten. “Wat Demi Vollering nu laat zien, dat is fysiek echt nog wel een niveau hoger dan waar Anna nu zit,” zegt Knetemann. “Maar Anna weet natuurlijk álles van Demi. Ze was haar trainster. Ze kent haar kracht én haar valkuilen. Dat is een voordeel.” Tegelijkertijd, benadrukt ze, is koers geen theorie. “Demi is bij haar nieuwe ploeg FDJ zichtbaar gegroeid. Fysiek en mentaal. Ze is geen andere renster geworden, maar ze heeft zich wél doorontwikkeld. En ik zou niet gek opkijken als ze daar bewust aan heeft gewerkt, juist omdat ze weet dat Anna alles van haar weet.” En dan is er nog de rol van Lotte Kopecky. Ploeggenoot van Van der Breggen bij SD Worx, maar zelf ook ambitieus richting het eindklassement. “Als zij de handen ineenslaan, kunnen ze samen echt een pain in the ass zijn voor Vollering.” Voor Knetemann is de Tour dit jaar interessanter dan ooit. “Wat kan Anna? Wat kan Demi met haar nieuwe ploeg? En hoe ver komt Kopecky? Ik weet het niet. Maar dat maakt het juist zo mooi.”
Het gonste al in het peloton vóór het persbericht eruitging, ruim een jaar geleden. Anna van der Breggen maakt haar rentree. De voormalig olympisch kampioene, wereldkampioene, Giro-winnares en ploegleidster, stapte opnieuw op de fiets. In het tenue van SD Worx, tussen de rensters die ze eerder nog coachte. “Anna is nu 34, ze was best jong toen ze stopte,” zegt Roxane Knetemann. “Ze had álles al gewonnen, zag geen uitdaging meer en keek uit naar een ander leven. Maar als ploegleidster heeft ze het vrouwenwielrennen echt zien veranderen. Er zijn meer wedstrijden, het niveau ligt hoger, en de vijver met talent is veel groter. Dat heeft haar getriggerd.” Van der Breggen zelf gaf aan weer plezier te hebben in het trainen, in het werken naar een doel. Maar volgens Knetemann zit er meer achter. “Fysiek en tactisch was Anna zó goed toen ze stopte, dat ze op een gegeven moment dacht: misschien kan ik het nóg beter. Ze heeft de transformatie van het vrouwenwielrennen gezien en misschien gedacht: ik was eigenlijk af en toe best wel aan het prutsen, als ik het vergelijk met wat ik nu zie.” En dus maakt ze zich op voor haar eerste Tour de France Femmes als renster. In 2021 bestond de Tour nog niet in de huidige vorm. Nu ligt er een parcours dat Van der Breggen aanspreekt. “Ze zag ook nieuwe wedstrijden op de kalender verschijnen,” zegt Knetemann. “Dan denk je: die heb ik nooit gereden, hoe zou ik het daarin doen?” Of ze meteen mee kan met de top? Dat is nog even afwachten. “Wat Demi Vollering nu laat zien, dat is fysiek echt nog wel een niveau hoger dan waar Anna nu zit,” zegt Knetemann. “Maar Anna weet natuurlijk álles van Demi. Ze was haar trainster. Ze kent haar kracht én haar valkuilen. Dat is een voordeel.” Tegelijkertijd, benadrukt ze, is koers geen theorie. “Demi is bij haar nieuwe ploeg FDJ zichtbaar gegroeid. Fysiek en mentaal. Ze is geen andere renster geworden, maar ze heeft zich wél doorontwikkeld. En ik zou niet gek opkijken als ze daar bewust aan heeft gewerkt, juist omdat ze weet dat Anna alles van haar weet.” En dan is er nog de rol van Lotte Kopecky. Ploeggenoot van Van der Breggen bij SD Worx, maar zelf ook ambitieus richting het eindklassement. “Als zij de handen ineenslaan, kunnen ze samen echt een pain in the ass zijn voor Vollering.” Voor Knetemann is de Tour dit jaar interessanter dan ooit. “Wat kan Anna? Wat kan Demi met haar nieuwe ploeg? En hoe ver komt Kopecky? Ik weet het niet. Maar dat maakt het juist zo mooi.”

Tour de France

Demi Vollering: klaar voor de Tour de France Femmes

Een jaar geleden reed Demi Vollering nog in het paars van SD Worx. Ze was de grote favoriete voor de eindwinst van de Tour de France Femmes, maar werd geklopt door de Poolse Katarzyna Niewiadoma. Het was tijd voor Demi om een nieuwe stap te zetten. Een frisse start. “Fysiek is Demi de beste van het peloton,” zegt Roxane Knetemann, voormalig ploeggenote en wieleranalist. “Maar als het tactisch niet klopt, dan zie je haar rare dingen doen. Dan gaat ze forceren, jagen, verliezen.” Knetemann weet waar ze het over heeft. Ze stond met Vollering aan het begin van haar carrière bij Parkhotel Valkenburg. Ze zag het meisje uit Pijnacker groeien tot het gezicht van het Nederlandse vrouwenwielrennen. En ook hoe dat gezicht in Nederland lang niet altijd met applaus werd begroet.Waarom wordt de ene topsporter met dezelfde kwaliteiten een ster en de ander niet? Dat is omdat je bij de ene wel een klik voelt en bij de ander niet. Ik denk dat Demi de gunfactor misschien een beetje kwijt is geraakt in Nederland. Bij Annemiek van Vleuten was die gunfactor juist heel groot. Dat komt door haar prestaties, maar ook door wat ze heeft meegemaakt en de manier waarop zij zich presenteerde in de media. Annemiek sloeg beter aan in Nederland, zij was de keizerin. En Demi werd de renster die aan de poten zaagde van de keizerin. Dat heeft ook een beetje in Demi’s nadeel gewerkt." “We zien op social media gebeuren dat Demi megageliefd is in het buitenland,” zegt Roxane. “Maar voor Nederlanders blaast ze misschien iets te hoog van de toren. Dat past niet bij onze ‘doe maar normaal’-mentaliteit. Daarom zijn wij hard voor haar. En als ze wint? Dan doen we er nog vaak wat lacherig over. Alsof het niet écht telt.” “Ik zag haar aan het begin van het seizoen al sterk rijden,” vertelt Roxane. “Ik appte haar. Ze antwoordde meteen: ‘Ik heb het echt naar mijn zin.’” Maar deze zomer is anders. Sinds januari rijdt Vollering voor FDJ–Suez, een Franse ploeg, een Franse omgeving, een frisse start. En vooral: een ploeg die volledig om haar heen gebouwd is. Geen gedeelde kopvrouwrol, geen tactische onduidelijkheid. "We zagen vorig jaar ook dat haar voormalig ploeggenoot Lotte Kopecky heel goed aardde in koersen waarin ze allebei voor de overwinning mochten gaan. Die tactiek bleek veel te vaag voor Demi. Zij heeft een ploeg met vijf rensters en een staf nodig die zich om haar heen bewegen. Dat gebeurt bij FDJ, daarom weet ik zeker dat ze er tot bloei komt", vertelde Knetemann.
Een jaar geleden reed Demi Vollering nog in het paars van SD Worx. Ze was de grote favoriete voor de eindwinst van de Tour de France Femmes, maar werd geklopt door de Poolse Katarzyna Niewiadoma. Het was tijd voor Demi om een nieuwe stap te zetten. Een frisse start. “Fysiek is Demi de beste van het peloton,” zegt Roxane Knetemann, voormalig ploeggenote en wieleranalist. “Maar als het tactisch niet klopt, dan zie je haar rare dingen doen. Dan gaat ze forceren, jagen, verliezen.” Knetemann weet waar ze het over heeft. Ze stond met Vollering aan het begin van haar carrière bij Parkhotel Valkenburg. Ze zag het meisje uit Pijnacker groeien tot het gezicht van het Nederlandse vrouwenwielrennen. En ook hoe dat gezicht in Nederland lang niet altijd met applaus werd begroet.Waarom wordt de ene topsporter met dezelfde kwaliteiten een ster en de ander niet? Dat is omdat je bij de ene wel een klik voelt en bij de ander niet. Ik denk dat Demi de gunfactor misschien een beetje kwijt is geraakt in Nederland. Bij Annemiek van Vleuten was die gunfactor juist heel groot. Dat komt door haar prestaties, maar ook door wat ze heeft meegemaakt en de manier waarop zij zich presenteerde in de media. Annemiek sloeg beter aan in Nederland, zij was de keizerin. En Demi werd de renster die aan de poten zaagde van de keizerin. Dat heeft ook een beetje in Demi’s nadeel gewerkt." “We zien op social media gebeuren dat Demi megageliefd is in het buitenland,” zegt Roxane. “Maar voor Nederlanders blaast ze misschien iets te hoog van de toren. Dat past niet bij onze ‘doe maar normaal’-mentaliteit. Daarom zijn wij hard voor haar. En als ze wint? Dan doen we er nog vaak wat lacherig over. Alsof het niet écht telt.” “Ik zag haar aan het begin van het seizoen al sterk rijden,” vertelt Roxane. “Ik appte haar. Ze antwoordde meteen: ‘Ik heb het echt naar mijn zin.’” Maar deze zomer is anders. Sinds januari rijdt Vollering voor FDJ–Suez, een Franse ploeg, een Franse omgeving, een frisse start. En vooral: een ploeg die volledig om haar heen gebouwd is. Geen gedeelde kopvrouwrol, geen tactische onduidelijkheid. "We zagen vorig jaar ook dat haar voormalig ploeggenoot Lotte Kopecky heel goed aardde in koersen waarin ze allebei voor de overwinning mochten gaan. Die tactiek bleek veel te vaag voor Demi. Zij heeft een ploeg met vijf rensters en een staf nodig die zich om haar heen bewegen. Dat gebeurt bij FDJ, daarom weet ik zeker dat ze er tot bloei komt", vertelde Knetemann.

Tour de France

Prognose etappe 21: Pogacar wint de slotrit in het geel

De kans is groot dat de slotetappe van de Tour niet eindigt in een massasprint op de Champs-Élysées. Het zou zomaar kunnen dat Tadej Pogacar zijn Tourzege nog meer kleur gaat geven door ook in Parijs en in het geel te winnen. Nadat de Tour vorig jaar vanwege de Olympische Spelen in Parijs niet eindigde op de Champs-Élysées, maar in Nice, is de finish nu gewoon weer traditiegetrouw in de Franse hoofdstad. Zoals gewoonlijk zullen de eerste kilometers van 132 kilometer lange 21ste etappe die van start gaan in Mentes-La-Ville, waarschijnlijk in een slakkengang worden afgewerkt en is er tijd om bij te kletsen of zelfs al fietsend te proosten met champagne. Toch is de slotrit extra het bekijken waard. Met nog vijftig kilometer te gaan wordt Parijs bereikt. Daarna volgen drie rondjes van zeven kilometer over de Champs-Élysées. Maar daarna gaat het ineens richting de Côte de la Butte Montmartre, een kasseiklim van 1,1 kilometer tegen 5,9 procent. De klim richting de Sacré-Coeur zat vorig jaar ook in de olympische wegrace. Het zorgde voor spektakel, mooie plaatjes en heel veel fans langs de kant. Dus besloot de Tourorganisatie de beklimming ook in de slotrit op te nemen. Niet één, maar drie keer, als onderdeel van een bijna zeventien kilometer lange omloop door Parijs. De laatste keer dat de top van de Côte de la Butte Montmartre wordt bereikt, is het nog maar zes kilometer naar de streep op de Champs-Élysées. Deze rit leek op het lijf van Mathieu van der Poel geschreven, maar hij moest helaas eerder deze Tour afstappen vanwege een longontsteking. De kans is dus groot dat er met een traditie wordt gebroken, dat de Tour de France van 2025 niet zal eindigen met een massasprint. De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Wout van Aert * Biniam Girmay
De kans is groot dat de slotetappe van de Tour niet eindigt in een massasprint op de Champs-Élysées. Het zou zomaar kunnen dat Tadej Pogacar zijn Tourzege nog meer kleur gaat geven door ook in Parijs en in het geel te winnen. Nadat de Tour vorig jaar vanwege de Olympische Spelen in Parijs niet eindigde op de Champs-Élysées, maar in Nice, is de finish nu gewoon weer traditiegetrouw in de Franse hoofdstad. Zoals gewoonlijk zullen de eerste kilometers van 132 kilometer lange 21ste etappe die van start gaan in Mentes-La-Ville, waarschijnlijk in een slakkengang worden afgewerkt en is er tijd om bij te kletsen of zelfs al fietsend te proosten met champagne. Toch is de slotrit extra het bekijken waard. Met nog vijftig kilometer te gaan wordt Parijs bereikt. Daarna volgen drie rondjes van zeven kilometer over de Champs-Élysées. Maar daarna gaat het ineens richting de Côte de la Butte Montmartre, een kasseiklim van 1,1 kilometer tegen 5,9 procent. De klim richting de Sacré-Coeur zat vorig jaar ook in de olympische wegrace. Het zorgde voor spektakel, mooie plaatjes en heel veel fans langs de kant. Dus besloot de Tourorganisatie de beklimming ook in de slotrit op te nemen. Niet één, maar drie keer, als onderdeel van een bijna zeventien kilometer lange omloop door Parijs. De laatste keer dat de top van de Côte de la Butte Montmartre wordt bereikt, is het nog maar zes kilometer naar de streep op de Champs-Élysées. Deze rit leek op het lijf van Mathieu van der Poel geschreven, maar hij moest helaas eerder deze Tour afstappen vanwege een longontsteking. De kans is dus groot dat er met een traditie wordt gebroken, dat de Tour de France van 2025 niet zal eindigen met een massasprint. De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Wout van Aert * Biniam Girmay

Tour de France

Prognose etappe 20: ‘redt’ Wout van Aert de Tour voor Visma-Lease a Bike?

De aanvallers krijgen ook nog een kans deze Tour. Het klassement is gemaakt, de strijd om de groene trui en bolletjestrui is gestreden. De kans is dus groot dat een groep vrijbuiters met klimmersbenen alle ruimte krijgt. Een ideale rit voor types als Quinn Simmons, Ben Healy of Wout van Aert. Rit 20, een heuveletappe van 185 kilometer die van Nantua naar Pontarlier gaat, is de een na laatste kans voor ploegen zonder etappewinst om de Tour nog te ‘redden’. Zoals Visma- Lease a Bike, die deze Tour nog geen overwinningen heeft geboekt. Wout van Aert is de aangewezen man om daar in de twintigste etappe verandering in aan te brengen. Hoewel de echte bergen achter de rug liggen, moet er wel flink geklommen worden. Het begint met de Col de la Croix de la Serra (11,8 kilometer tegen 4.2 procent), gevolgd door de Côte de Valin (5,6 kilometer à 4,4 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (4,4 kilometer tegen 4,3 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (3,7 kilometer à 8,8 procent) en Côte de Longeville (3,4 kilometer tegen 5,5 procent). Na de laatste beklimming is het nog ongeveer twintig kilometer naar de streep en de laatste kilometers zijn vlak. De laatste winnaar in Pontarlier was overigens Erik Dekker in 2001. Normaal gesproken was dit ook een rit geweest voor Thymen Arensman, maar hij zal het rustig aan doen na de schitterende overwinning op La Plagne, 23 na Michael Boogerd, en zijn tweede ritzege deze Tour. De kanshebbers van Helden *** Wout van Aert ** Quinn Simmons * Ben Healy
De aanvallers krijgen ook nog een kans deze Tour. Het klassement is gemaakt, de strijd om de groene trui en bolletjestrui is gestreden. De kans is dus groot dat een groep vrijbuiters met klimmersbenen alle ruimte krijgt. Een ideale rit voor types als Quinn Simmons, Ben Healy of Wout van Aert. Rit 20, een heuveletappe van 185 kilometer die van Nantua naar Pontarlier gaat, is de een na laatste kans voor ploegen zonder etappewinst om de Tour nog te ‘redden’. Zoals Visma- Lease a Bike, die deze Tour nog geen overwinningen heeft geboekt. Wout van Aert is de aangewezen man om daar in de twintigste etappe verandering in aan te brengen. Hoewel de echte bergen achter de rug liggen, moet er wel flink geklommen worden. Het begint met de Col de la Croix de la Serra (11,8 kilometer tegen 4.2 procent), gevolgd door de Côte de Valin (5,6 kilometer à 4,4 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (4,4 kilometer tegen 4,3 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (3,7 kilometer à 8,8 procent) en Côte de Longeville (3,4 kilometer tegen 5,5 procent). Na de laatste beklimming is het nog ongeveer twintig kilometer naar de streep en de laatste kilometers zijn vlak. De laatste winnaar in Pontarlier was overigens Erik Dekker in 2001. Normaal gesproken was dit ook een rit geweest voor Thymen Arensman, maar hij zal het rustig aan doen na de schitterende overwinning op La Plagne, 23 na Michael Boogerd, en zijn tweede ritzege deze Tour. De kanshebbers van Helden *** Wout van Aert ** Quinn Simmons * Ben Healy