Word abonnee

Shorttrack

‘Sjinkie dronk elke dag twee liter cola’

Dirk-Jan van Dijk

Shorttrack

‘Sjinkie dronk elke dag twee liter cola’

door: Robert Lobosco
13 maart 2018
14 tot 19 minuten lezen

Hij is het gezicht van het Nederlandse shorttrack. Sjinkie Knegt pakte vorig jaar de wereldtitel en werd Europees kampioen. We gingen in Friesland langs bij de Sportman van het Jaar.

Alsof je een scène uit een Kameleon-boek binnenwandelt, zo voelt het Friese dorpje Bantega. Zeshonderd mensen omringd door zesduizend koeien. Althans, volgens de laatste schatting van Joost Knegt, huisschilder van beroep en vader van Sjinkie, de shorttracker en metaalbewerker. De familie Knegt woont al drie generaties op het centrale punt in Bantega: de driesprong, die de Middenweg met de Bandsloot verbindt. “Mijn vader wilde de stad uit in 1963,” zegt Joost. “Ik was net geboren, mijn zus was vijf jaar en mijn vader wilde weg uit het drukke Hilversum. Dus sloeg hij De Telegraaf open en zag een huis te koop in Bantega. In die tijd duurde het nog een uurtje of drie om hier te komen vanuit het westen, dus het voelde echt als emigreren.”

Tekst gaat verder onder de foto

Het volledige verhaal lezen? Dat kan via Blendle door op onderstaande knop te klikken. 

[blendlebutton]

Op de driesprong is het enige café van het dorp gevestigd, lange tijd gerund door de oma van Sjinkie. Vanaf zijn achttiende betrok zijn vader het appartement schuin boven het café, samen met zijn broertje, die ook Sjinkie heette en tragisch genoeg op zijn achttiende met een brommer verongelukte. De naam is de Nederlandse uitvoering van Sjing Ting, zo heette de opa van Joost, in de jaren dertig een van de eerste immigranten uit China, eerst om pinda’s te verkopen en daarna een restaurant te openen.
“Er gebeurt niet veel in Bantega,” zegt Sjinkie. “Maar ik ben hier opgegroeid, ben echt een dorpsmens. Met vrienden van vroeger sleutel ik een paar avonden per week aan oude auto’s. Mijn vrienden, familie en kennissen heb ik allemaal hier.”
“We hebben helemaal niet de drang om naar de stad te gaan,” zegt Fenna, die Sjinkie op haar vijftiende ontmoette in De Pomp, het buurtcentrum van Bantega. “Zodra je Bantega binnenrijdt, zwaait iedereen.”
Joost: “Iedereen let op elkaar en past op elkaars spulletjes. Als iemand ’s avonds vergeet de lichten van de auto uit te zetten, komt de buurman even naar buiten om ze uit te doen.”
In Bantega is geen supermarkt. Op vrijdag komt een kaasboer langs de deuren, die ook worst en brood verkoopt. Een groenteboer komt ook wekelijks, net zoals de diepvriesman, die ingevroren vlees brengt. “Hartstikke handig,” zegt moeder Liesje. “En gezellig, want zo zie je de buren ook nog eens. Als je niet thuis bent, zetten ze de boodschappen voor de deur.”
Kim, de jongere zus van Sjinkie, komt binnen. Zij woont sinds anderhalf jaar in Echtenerbrug, op zes kilometer rijden van Bantega. Daar zit de bouwmarkt, waar Sjinkie en Joost geregeld komen. Ook Kim moet er niet aan denken om in een grote stad te wonen, hoewel ze Bantega te klein vindt. “Hier houdt iedereen je zo in de gaten, daar houd ik niet van.”
Sjinkie en Fenna namen in 2012 het huis van Joost en Lies over. Zij wonen nu boven, samen met hun dochtertje Myrthe van één jaar, terwijl de vader en moeder van Sjinkie het aangebouwde appartement naast de werkplaats huren.

GEDISKWALIFICEERD
Sjinkie was negen toen hij op jeugdschaatsen zat in de hal van de Heerenveense ijshockeyclub, eveneens thuisbasis van Shorttrack Club Thialf. Trainer van de shorttrackers was de Rus Kosta Poltavets, de huidige bondscoach van de Russische langebaanschaatsers. “Hij zag me en vroeg of ik wilde shorttracken. Ik viel veel, maar vond het leuk. Korte rondjes bevielen me goed en ik vond het ook mooi om met meerdere rijders gelijktijdig in de baan te zijn. Veel aantrekkelijker dan op een grote baan in je eentje een tijd neerzetten. Zeker voor kinderen. Je wilt de krachten meten, je wilt beter zijn dan de ander in een onderling gevecht. Tijd is niet belangrijk.”
In Sjinkies puberjaren moest Liesje vier avonden per week met haar zoon naar Heerenveen, Leeuwarden of Groningen.
Liesje: “Op zijn zestiende werd het makkelijker, toen kreeg hij een brommer en hoefden wij niet vier keer per week te rijden. Op maandag de sporttas naar Heerenveen brengen, want die kon hij niet dragen op de brommer, en vrijdags weer ophalen. Maar ik heb het voor die tijd nooit vervelend gevonden om een uur langs de baan te staan, hoor. Er was altijd wel iets te zien. De allereerste wedstrijd van Sjinkie herinner ik me nog goed, die was in Enschede. Sjinkie keek op de lijst en zag zijn naam niet staan. Bleek dat hij bij de meisjes op de lijst stond…”
Zus Kim was onder de pannen bij Irina Poltavets, de echtgenote van Kosta en wereldkampioen trampolinespringen. Zij gaf trampolinespringen bij de turners in Sportstad Heerenveen. Kim sportte veel toen ze jong was, ze begon net als Sjinkie met skeeleren. “Maar ik werd altijd tweede of derde, dus daar ben ik snel mee gestopt. Daarna heb ik nog geturnd en vier jaar trampoline gesprongen.”
Joost: “Als iets een verplichting wordt, dan vindt Kim het niks meer aan. Maar ze was wel goed, werd tweede bij de Friese kampioenschappen skeeleren.”
Kim: “Ik ging naar school, begon te roken en op een gegeven moment kwamen de jongens in beeld en dat vond ik interessanter. Sindsdien sport ik helemaal niet meer. Ik heb die discipline niet.”
Sjinkie: “Als het goed gaat, dan is het ook leuk natuurlijk. Als je nooit wint, is het niks aan.”
Het fanatisme spatte er bij Sjinkie al van jongs af aan vanaf. Het was niet altijd even gezellig tijdens wedstrijdweekenden, vooral niet als hij werd gediskwalificeerd. Sjinkie: “Ik heb een tijd gehad dat ik iedereen van de baan reed. Ik heb in die periode veel geleerd over hoe je moet inhalen. Nu maak ik soms acties waarvan mensen denken: dat kan helemaal niet. Maar waar ik vroeger nog iemand dwars doormidden reed, gaat het nu goed.”
Liesje: “Hij kon drie man in één bocht onderuit rijden.”
Joost: “Het was gewoon kegelen. Sjinkie is een keer gediskwalificeerd vanwege roekeloos rijgedrag. Dat komt verder nooit voor.”

Sjinkie: ‘Ik ben echt een dorpsmens. Met vrienden van vroeger sleutel ik een paar avonden per week aan oude auto’s’

ROLLERBANK
Sjinkie zat op de vmbo in Heerenveen. Hij koos hij voor de richting metaal, omdat hij ‘draaien en frezen’ zo leuk vond. Hij werd samen met zeven anderen geselecteerd om een leer-werk-traject te volgen bij Philips in Drachten, waar ze luxe scheerapparaten maakten. Op zijn achttiende ging hij om halfzes de deur uit en reed vijftig kilometer op de brommer naar Philips. Na twee uurtjes scheurde hij 25 kilometer naar Heerenveen, waar hij vanaf negen uur twee uurtjes schaatste. Dan weer terug naar Drachten, waar hij tot drie uur werkte en dan nog een keer naar Heerenveen om twee uur te trainen.
Sjinkie: “Gelukkig ging m’n brommer 110 kilometer per uur.”
Joost grinnikt, de familie Knegt houdt nu eenmaal van sleutelen. Een Alfa Romeo-motor in een oude Volkswagen Kever zetten, dat werk. “Onder die brommer hadden we een motorfietsblok gezet. Sjinkie is twee keer opgepakt en één keer is zijn kentekenbewijs ingenomen. Hij moest vaak op de rollerbank en dan hadden we de brommer zo geprepareerd en dichtgeknepen dat-ie niet harder dan 55 ging. Eenmaal op school bouwde hij alles weer om.”
Het was een hectische tijd, stelt Joost. “Volgens iemand op school was er geen kind die dit vol kon houden, maar Sjinkie lukte het.”
Sjinkie: “Na twee jaar kreeg ik een diploma en mocht ik met twee andere jongens bij Philips blijven. Daar heb ik nog twee jaar gewerkt. Ik vond shorttrack en werken met metaal even leuk, dus het kon niet anders dan op deze manier. Ik zie shorttrack niet als topsport, het is mijn werk en ik ben er goed in.”

Zijn sport staat op de eerste plaats, maar hij heeft ook nog tijd om aan oude auto’s te sleutelen of met metaal te werken. Door zijn werk bij Philips is Sjinkie een van de weinigen in de wijde omtrek die aluminium kan lassen, dus klussen zijn er altijd. Verder maakt hij hulpmiddelen voor shorttrackers, zoals slijpblokken. Die verkoopt hij alleen aan Nederlandse shorttrackers, want de concurrentie wil hij natuurlijk niet helpen.
Sjinkie is niet de enige met een eigen toko naast zijn ‘normale’ werk. Fenna werkt 31 uur als leidinggevende bij H&M in Leeuwarden, maar heeft daarnaast een webshop, Myracle, waarvoor ze baby- en kinderartikelen verzamelt en verkoopt.
Fenna: “Sinds november 2015 ben ik online en het gaat hartstikke goed. Ik moest het wel even bespreken bij H&M, maar het mocht. Mijn klantenkring bouw ik op via social media en ik probeer nu meer volgers te krijgen.”
Sjinkie springt ook geregeld bij. “Ik help best veel met artikelen op de foto zetten en pakketjes wegbrengen,” zegt Sjinkie.
Natuurlijk is hij een aantal maanden per jaar van huis: trainingskampen in de zomer, wekenlange trips naar toernooien in de rest van het jaar. “Als hij in Nederland is, traint hij ’s ochtends,” zegt Fenna, “tussen de middag komt hij naar huis en om half drie gaat hij weer trainen. Dan kan Sjinkie de pakketjes naar het postkantoor brengen. Toen we live gingen met de website, heeft Sjinkie het gedeeld met zijn volgers. Zo heb ik ook wat aan zijn bekendheid. Voor deze foto in Helden heb ik Myrthe natuurlijk iets van Myracle aangedaan.”

Tekst gaat verder onder de foto

PIPO
Tien jaar geleden lag het shorttrack in Nederland op z’n gat. Het moest anders. Alle regionale selecties werden op een hoop gegooid, waaruit de veertien besten werden geselecteerd voor het nationale team. Sjinkie kwam als zestienjarige bij de nationale selectie en maakte snel naam. “Vrienden van mij waren een paar jaartjes terug in de Dominicaanse Republiek en ze raakten aan de praat met een stel Canadezen, die vroeg waar ze vandaan kwamen. ‘Uit Nederland, maar dat kennen jullie vast niet,’ zeiden die maten van mij. Ze zeiden dat ze één iemand uit Nederland kenden en dat was Sjinkie Knegt. Bizar toch? Ik zat op dat moment bij de top twaalf van de wereld, reed leuk mee, maar stond nog niet vaak op het podium. Daaruit blijkt hoe populair shorttrack is in een land als Canada, waar alle wedstrijden live op tv worden uitgezonden. Shorttrack is veel meer een kijksport dan langebaanschaatsen. De wedstrijden en programma’s zijn lekker kort en zonder dweilpauzes, zodat mensen niet zes uur in een stadion hoeven te zitten.”
In de jeugd was Sjinkie veel beter dan de rest. Elk toernooi stond hij op het podium, mits hij niet werd gediskwalificeerd. Ook bij de senioren viel hij meteen op door zijn fanatisme.
Fenna: “Interviewers moeten hem niet meteen na een wedstrijd interviewen, want dan komen er rare woorden uit. Maar binnen tien minuten is het ook wel weer klaar.”
Joost: “Sjinkie is na een rit echt in de heat of the moment: deuren intrappen, scheidsrechters uitschelden voor pipo.”
Sjinkie: “Maar die man was ook gewoon een mietje, hij nam de regels niet serieus. Ik heb een keer samen met een collega een Duitse scheidsrechter verrot gescholden en daarna waren we beste vrienden for ever.”
Hij is op het ijs vaak een vaatje buskruit. Nadat hij ooit bij het NK een deur intrapte, kreeg hij al eens de bijnaam Kung Fu Knegt. In januari 2014 was hij zelfs even wereldnieuws toen Sjinkie bij het EK in Dresden met twee opgestoken middelvingers over de streep kwam en een trappende beweging maakte in de richting van zijn Russische concurrent Viktor Ahn. Sjinkie werd gediskwalificeerd, raakte zijn derde plaats kwijt.
Joost: “Sport is emotie en zulke dingen gebeuren af en toe. Als je Rintje Ritsma en Erben Wennemars op de man af zou vragen wat ze van die opgestoken middelvingers van Sjinkie net na de finish vonden, zouden ze zeggen: ‘Het kan niet, maar het gebeurt.’ Sjinkie werd dat hele weekend benadeeld, tot het laatst aan toe en op een gegeven moment ben je er dan klaar mee.”

COLA
Maar Sjinkie valt bovenal op door zijn prestaties. “Sjinkie hoeft er veel minder voor te doen dan zijn tegenstanders,” zegt Liesje. “Vroeger had hij overal lak aan. Hij mocht niet stappen op vrijdag als hij ’s zaterdags een wedstrijd had, maar dan ging hij gewoon naar De Pomp. En waar zijn teamgenoten zich druk maakten over diëten en gezonde voeding, lette hij nooit op wat hij at. Hij dronk elke dag twee liter cola.”
Sjinkie: “Als ik zes weken niet schaats en ik bind ze weer onder, dan heb ik na een dag of twee mijn slag weer te pakken, waar anderen twee weken nodig hebben. Op trainingen moet ik aanzienlijk meer rondjes doen dan m’n collega’s. Want als het voor mijn collega’s zwaar is, zit ik op zestig procent of zo.”
Na de Spelen van Vancouver in 2010 werd Jeroen Otter bondscoach en die samenwerking wierp voor Sjinkie meteen vruchten af. Sindsdien won hij twee wereldtitels, werd twee keer Europees kampioen, haalde brons bij de Spelen van Sochi in 2014 en won karrenvrachten wereldbekermedailles.
Sjinkie: “Opeens haalde ik wel de finale tijdens wereldbekerwedstrijden en als ik daar eenmaal stond, wist ik ook meteen een medaille te pakken. Tegen de toppers in de finale moet je anders schaatsen en het heeft een jaartje geduurd voor ik dat kon.”
Shorttrack is niet ongevaarlijk. Daar weet Sjinkie ook alles van. De familie Knegt zat op de tribune toen hij in februari 2016 tijdens een wereldbekerwedstrijd in Dordrecht een, zoals Joost het noemt, ‘dikke klapper’ maakte. Sjinkie ging onderuit en iemand viel met zijn knie tegen zijn borst. Met een zuurstofkapje op verliet hij per brancard het ijs. In het ziekenhuis kwamen een gekneusd hart, drie gebroken ribben, een scheur in zijn lever en een lichte klaplong aan het licht. “Ik was er zes weken uit en daarna was er niks meer aan de hand,” relativeert Sjinkie, “als je een gespierd bovenlichaam hebt, dan voel je je ribben bijna niet. Daar had ik bijna geen last van. En een lever voel je sowieso niet. Mijn seizoen was wel meteen voorbij, dat was jammer.”
Fenna: “Sjinkie is mentaal heel sterk. Hij heeft heus wel tegenslagen, dan is het even klagen, maar is het de volgende dag weer goed. Terwijl andere jongens de neiging hebben om in dat negatieve gevoel te blijven hangen.”

Tekst gaat verder onder de foto

NIEUWE SJINKIES
Vorig jaar werd hij verkozen tot Sportman van het Jaar. Uniek voor een shorttracker. Sjinkie heeft de absolute top gehaald, heeft zijn sport in ons land terug op de kaart gezet. Hij is bovendien iemand waarmee de jeugd zich kan identificeren, waardoor er over een paar jaar misschien weer nieuwe Sjinkies doorbreken.
Sjinkie: “Ik heb het idee dat het allemaal natuurlijk is gegaan. Ik rolde erin. Dat komt ook omdat ik al heel jong heel goed was, dan heb je eigenlijk geen keuze. En ik heb er nog genoeg plezier in, hoor. Tenzij ik er natuurlijk elke keer word afgereden, maar dat zie ik nog niet zo snel gebeuren. Sowieso in Nederland niet.”
Fenna: “Hij heeft altijd gezegd dat hij stopt zodra hij geen plezier meer heeft. Ook al zijn de Spelen het jaar erna. Als hij stopt, gaat-ie niet meer zo vaak naar de baan, dat weet ik zeker. Dan gaat hij lekker verder met zijn metaal.”

Helden Magazine

Krijg jij geen genoeg van alle inspirerende sportverhalen? Kies het abonnement dat bij jou past én wordt abonnee. Zo ontvang je telkens de nieuwste edities op je deurmat, voordat het sportblad in de supermarkten te vinden is. Wil je een Helden Magazine cadeau doen? Het is ook mogelijk om een abonnement cadeau te doen, deze abonnementen lopen automatisch af. Daarnaast zijn de recentste exemplaren ook gemakkelijk te bestellen via onze webshop.

Delen: