Word abonnee
Meer

Voetbal

Jorrel Hato: ‘Mijn tijd komt nog wel’

 Jorrel Hato Jorrel Hato maakte als zestienjarige zijn debuut in het eerste van Ajax. Hij werd niet alleen de jongste aanvoerder van de Amsterdammers ooit, maar ook van een Nederlandse club in Europa. Tevens debuteerde hij in Oranje. Afgelopen seizoen was hij een van de uitblinkers: Jorrel Hato. Linksback bij Ajax en Oranje, maar centraal achterin bij Jong Oranje. En dat op 19-jarige leeftijd. Aan zijn toch al krankzinnige seizoen voegde Jorrel afgelopen weekend een transfer naar Chelsea toe. Aan het begin van het seizoen spraken we de verdediger over Rotterdam-Zuid, zijn rijbewijs, de aanvoerdersband en zijn dromen. Jorrel en zijn lichaam “Ik ben best ijdel. Niet dat ik heel lang voor de spiegel sta, hoor. Mijn haar heb ik zo gedaan, in vijf minuten, maximaal tien. Maar ik vind het wel belangrijk om er goed uit te zien. Welke merken ik draag, maakt mij niet zoveel uit, maar ik wil wel leuke kleding aan. Of ik ook weleens Crocs draag zoals Brian Brobbey?” Lachend: “Nee, ik draag gewoon schoenen naar de club.” Ben je tevreden met jouw lichaam als je in de spiegel kijkt? “Voor nu wel, maar als ik uiteindelijk naar een grote club in Europa wil, moet ik ook sterker worden. Er kunnen nog wel wat spieren bij.” Je hebt een tatoeage op je linkerarm met een leeuw en een gladiator. Heeft die nog een speciale betekenis? “Nee, de leeuw is altijd mijn lievelingsdier geweest. Binnenkort komen er nog wel tatoeages bij, denk ik.” Jorrel en Rotterdam-Zuid Je bent opgegroeid in Rotterdam-Zuid. Hoorde je vanuit je slaapkamerraam de Kuip ontploffen als er was gescoord? “Ja, ik kon de Kuip horen.” Hoe zag jouw jeugd eruit? “Ik speelde veel op een Cruyff Court met jongens uit de buurt en met mijn broertje Elgyn. Hoewel hij vijf jaar jonger is, mocht hij altijd meedoen met ons.” Jouw vader is geboren op Curaçao, je moeder heeft Kaapverdische roots. Wat heb jij daarvan meegekregen? “Niet heel veel, ik ben gewoon Nederlands. Natuurlijk heb ik opa’s en oma’s aan beide kanten waar ik vaak kwam, maar verder heb ik niet veel invloeden van beide landen in mijn jeugd gevoeld. Op Kaapverdië ben ik maar twee keer geweest, op Curaçao een stuk vaker.” Je begon met voetballen bij De Zwervers in Rotterdam-Zuid, ging in 2015 – op je negende – naar Sparta. Hoe waren je eerste jaren in de jeugdopleiding? “Heel leuk. We hadden ook een goed team, deden altijd bovenin mee tegen Ajax, PSV, AZ, Feyenoord en waren niet veel minder dan die topclubs. Uiteindelijk kwam Ajax toen ik twaalf was. Mijn moeder kreeg een telefoontje. Ze vertelde me dat Ajax me wilde hebben. Als een club als Ajax komt, zeg je natuurlijk geen nee.” Jorrel en zijn trainers Als ik een trainer uit de jeugd moet noemen van wie ik veel heb geleerd, kies ik Frank Peereboom. Hij was mijn trainer bij Onder 18. Ik was zestien, hij maakte mij aanvoerder, daarna ben ik heel snel naar Jong Ajax doorgeschoven en vervolgens naar het eerste elftal. In dat jaar groeide ik in meerdere opzichten, maar ik denk dat ik van Frank dat stukje volwassenheid heb geleerd. Vanaf toen ging het heel snel.” In twee seizoenen bij het eerste elftal heb je al heel wat trainers meegemaakt. Alfred Schreuder, John Heitinga, Maurice Steijn, John van ’t Schip en nu de Italiaan Francesco Farioli. Wat heb je opgestoken van al die verschillende trainers? “Schreuder heb ik maar kort meegemaakt. Onder hem mocht ik debuteren in de beker. Heitinga kende ik al van Jong Ajax, bij hem speelde ik mezelf in de basis. En vorig jaar ben ik heel erg gegroeid onder Steijn en Van ’t Schip. Van alle trainers heb ik veel opgestoken.” Op 11 januari 2023 debuteerde je in de bekerwedstrijd tegen Den Bosch (2-0). Je was pas zestien. “Een dag van tevoren trainde ik mee. Ik hoorde dat ik bij de selectie zat. Ik liep warm in de 80ste minuut, verwachtte niet meer dat ik erin kwam, maar Schreuder riep me en haalde Owen Wijndal naar de kant. Op dat moment dacht ik niet zoveel, het was knop om en mijn ding doen, gewoon gaan. Na het fluitsignaal was ik blij en trots.” Heitinga liet jou een maand later debuteren in de eredivisie, tegen Cambuur (5-0). Hij was vorig seizoen assistent- trainer van West Ham United en nu van Liverpool. Heb jij nog weleens contact met hem? “Ja, ik heb hem in de eerste week van de voorbereiding een paar keer gezien. Op de club en op een toernooi. Zijn zoontje en mijn broertje spelen in hetzelfde team, in Onder 14. We kletsten over voetbal, over mij en even over hem.” Hoe kijk je terug op vorig seizoen? Met de club ging het niet goed, maar met jou wel. “Ik heb er een dubbel gevoel aan overgehouden. Op jonge leeftijd heb ik al best veel meegemaakt. In positieve, maar ook in negatieve zin. Tijdens het seizoen was ik me niet echt bewust van die positieve dingen, dat kwam later tijdens mijn vakantie. Toen pas kon ik er rustig over nadenken en besefte ik dat ik best een goed seizoen heb gehad.” Jij hebt nu weer een nieuwe trainer: Francesco Farioli. Wat is je eerste indruk van hem? “Ik ben heel blij met zijn komst. Het is weer helemaal anders dan vorige seizoenen. Het was de zwaarste voorbereiding die ik tot nu toe heb meegemaakt. Maar we hadden ook heel veel plezier, hoor. Deze trainer brengt extra energie tijdens de training. Daardoor krijgen wij ook extra energie en stralen we plezier uit. Ik denk dat dat de hele groep goed doet.” Farioli heeft jou een andere rol gegeven. Je staat niet meer centraal achterin, maar linksback en bent ook belangrijk in de opbouw. Wilde jij dat zelf ook of is dat op verzoek van de trainer? “Ik ben gecharmeerd van onze speelwijze onder de nieuwe trainer, vooral van de opbouw van achteruit. Dat is ook een van mijn kwaliteiten. Toch speel ik liever als centrale verdediger dan als linksback, dat vind ik beter bij mij passen. Op dit moment is dat de keuze van de trainer. Ik kom nu weer meer op het middenveld, dat is ook leuk.” Je sprak eerder uit dat jouw doel is de beste centrale verdediger van de wereld te worden. “Dat is nog steeds mijn doel.” Jorrel en zijn rijbewijs “Ik heb nu zo’n 22 lessen gehad en mag eindelijk afrijden, moet alleen nog wachten op de datum.” Tot de start van vorig seizoen ging je met de trein naar de Toekomst, daarna kreeg je een privéchauffeur. “Op een gegeven moment begonnen mensen mij te herkennen in de trein. Ik had daar niet veel problemen mee, maar in de auto op en neer naar Amsterdam was wel veel fijner dan met de trein.” En binnenkort ‘moet’ je dus zelf rijden. Lachend: “Aan de ene kant is dat wel jammer. Ik kan als bijrijder lekker chillen, muziek luisteren of ik scrol wat op mijn telefoon, maar aan de andere kant is het heel fijn dat ik binnenkort eindelijk zelf kan rijden. Ik ga deze zomer naar Amsterdam verhuizen, heb een huis gekocht dicht bij de Toekomst, dus ver hoef ik niet te rijden.” En je mag als achttienjarige meteen al niet de minste auto uitzoeken... Lachend: “Dat is waar.” Jorrel en de aanvoerdersband Je kreeg afgelopen seizoen voor het eerst de aanvoerdersband om, in november 2023. Tegen Almere City (2-2) werd Steven Bergwijn gewisseld. Jij werd de jongste aanvoerder ooit van Ajax in de eredivisie. “Een mooi moment. Stevie was afgelopen seizoen veel met mij bezig. Hij is iemand die graag op zichzelf is, maar als het nodig is, geeft hij het hele team kracht. In het veld geeft hij altijd gas, hij is een voorbeeld voor velen in ons team.” Een maand later was je aanvoerder tegen AEK Athene in de Europa League. Jullie wonnen met 3-1. Jij hoorde op de persconferentie jouw toenmalige trainer John van ’t Schip zeggen dat jij aanvoerder zou zijn. “Klopt. Daarna had hij het mij verteld op de training, zei: ‘Ik had het liever eerst tegen jou gezegd dan op de persconferentie, maar ik kreeg die vraag en moest er wel antwoord op geven.’ Ik vond het een grote eer dat hij mij aanvoerder maakte. Die wedstrijd was ook heel bijzonder. We moesten winnen om in Europa te blijven. Het was zo’n typische, leuke Europese avond waarin alles meezat. We speelden als team goed en ik deed dat ook. Het was een perfect debuut als aanvoerder.” Jij werd de jongste aanvoerder ooit van een Nederlandse club in Europa. “Ik las dat na afloop. Dat zijn mooie statistieken, die blijven voor altijd bij me.” Lachend: “Totdat iemand mij inhaalt, natuurlijk.” John van ’t Schip zei na die wedstrijd: ‘Jorrel is ook, ondanks zijn leeftijd, een volwassen man. Hoe hij zich presenteert, hoe hij traint en zich verzorgt. Hij is daarin absoluut een voorbeeld voor onze selectiespelers, maar ook voor de jongelingen in de opleiding.’ “Hij gelijk heeft gelijk denk ik. Ik krijg geregeld te horen dat ik volwassen ben voor mijn leeftijd en dat ik daarom een voorbeeld ben voor ploeggenoten, maar vooral voor de jongens in de jeugd. Ik blijf altijd rustig, probeer mijn werk goed te doen en ga er professioneel mee om.” Was het een doel van jou: eerste aanvoerder van Ajax worden? “Dat was het nooit echt, maar daarin ben ik van gedachten veranderd. Ik ben niet per se van nature een leider, maar ik heb het wel in me, denk ik. Ik probeer zoveel mogelijk met het team bezig te zijn, heb op dat vlak afgelopen seizoen ook grote stappen gemaakt. In het veld probeer ik de spelers te coachen en te sturen.” Wat moet je nog leren om een betere leider te worden? “Ik kan nog in heel veel opzichten groeien, zowel qua spel als persoonlijkheid, maar dat komt ook met de jaren.” Praat je er ook met mensen over, krijg je hulp? “Met de performancetrainer, de andere trainers, maar ook met de jongens bij Ajax. Oudere spelers als Stevie, Steven Berghuis en Remko Pasveer helpen daar ook bij. Met mijn ouders praat ik niet per se over voetbal en hoe ik daarin beter word, maar wel hoe ik als mens kan groeien.” Jorrel en de muziek “Ik luister graag naar Nederlandse, Engelse en Amerikaanse rap. Ik heb ook weleens contact met de mannen van Broederliefde.” Broederliefde bemiddelde tussen jou en de Kaapverdische bond. Jouw moeder komt van Kaapverdië, wat betekent dat jij ook voor dat land uit had kunnen komen. “Ik kreeg een berichtje van een van die gasten. De Kaapverdische bond had contact met hen gehad en vroeg hen mij te benaderen. De bond wilde graag met mij in gesprek, vlak voordat ik mijn debuut maakte voor het Nederlands elftal. Ik ben niet in gesprek gegaan met de bond, zei meteen dat mijn droom was om te spelen voor Oranje.” Bij je debuut op 21 november vorig jaar in het Nederlands elftal moest je volgens traditie een liedje zingen. Wat heb je gezongen? “Een stukje uit het liedje 100 Bottles van de Nederlandse rap- groep SFB.” Memphis Depay maakt zijn eigen rapmuziek, Lutsharel Geertruida verscheen ook in een rapnummer. Heb jij ook die ambitie? “Naar de liedjes van Memphis heb ik weleens geluisterd, maar ik heb niet de ambitie om zelf muziek te maken en uit te brengen. Ik kan trouwens ook niet goed dansen.” Jorrel en Oranje Hoe heb je naar het EK gekeken afgelopen zomer? “Thuis, met familie en vrienden.” Wat dacht je toen je het Nederlands elftal zag spelen? “Dat ik daar ook had willen staan. Ik ben al heel blij dat ik vorig seizoen mijn debuut heb mogen maken voor Oranje, mijn tijd komt nog wel. Ik ben niet ongeduldig, wacht rustig mijn kansen af.” Je dacht niet: pas op Virgil van Dijk, Jorrel Hato komt eraan? Lachend: “Nee, hoor. Ik kan niet anders dan knallen, en dan zien we wel hoe ver ik kom. Over twee jaar is er weer een WK. Het is mijn doel om daarbij te zijn.” In november 2023 debuteerde je uit tegen Gibraltar (0-6). Je kwam er in de tweede helft in voor Virgil van Dijk. “Het was een mooi moment. En ook even gek, om op het veld te staan tussen die grote spelers. Mijn vader en zaakwaarnemer zaten op de tribune. Liever had ik gedebuteerd tegen een betere tegenstander dan Gibraltar, maar ik zal het altijd blijven onthouden.” Ronald Koeman sprak lovend over jou na je debuut, hij zei in een persconferentie: ‘Jorrel is een jongen van zeventien die heel volwassen is in zijn voetbal en zijn gedrag. Ik ben meer dan tevreden. Je wil dat jonge spelers zich ontwikkelen aan de hand van een ervaren speler. Hij zit bij een club waar heel veel gebeurt en waar slechte resultaten behaald worden. Dan heb je ervaring naast je nodig, maar die heeft hij niet bij Ajax. Daarom is het extra knap dat hij zich staande houdt. Dat bewijst dat hij een heel groot talent is.’ “Ik wist niet dat de bondscoach dat heeft gezegd. Als hij zoiets zegt, dan is dat positief, toch?” Wat was je indruk van de bondscoach? “Ik heb hem maar anderhalve week meegemaakt, alles was nieuw, maar ik had een heel goede eerste indruk van hem, eigenlijk van de hele staf en spelersgroep. Ik werd door iedereen goed opgevangen. Met de bondscoach heb ik gesproken over mijn positie en de situatie bij Ajax destijds. We hadden zo’n standaard gesprekje, maar hij was wel heel begaan.” Jorrel en zijn dromen Jij tekende bij Ajax bij tot 2028. Hoe wil je afscheid nemen van de club? “Met prijzen, daarom heb ik bijgetekend. Ik wil prijzen winnen, iets achterlaten. Maar ik heb ook bijgetekend omdat ik nog maar anderhalf jaar in de eredivisie heb gespeeld. Voordat ik een stap naar het buitenland maak, kan ik hier nog veel leren. Ook als nu een heel grote club zich meldt, blijf ik gewoon bij Ajax.” Is het ook een droom om ooit samen met jouw broertje bij Ajax te spelen? Lachend: “Dan moet hij wel snel zijn. Het is absoluut een droom om ooit met hem samen te spelen en dan zien we wel waar dat is.” Als we het dan toch over dromen hebben: is er nog een bepaalde club waar je ooit graag wil spelen? “Nee, ik had nooit echt een droomclub, keek meer naar bepaalde spelers. Als klein jongetje vergaapte ik me aan Lionel Messi. Hij was mijn grote voorbeeld. Toen ik wat ouder was, keek ik naar Thiago Silva. Er zijn genoeg topclubs in de wereld. Als ik ooit een stap naar zo’n club kan maken, naar welke dan ook, dan is dat sowieso al heel mooi.” Helden Magazine nummer 73  Het interview met Jorrel Hato komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met Ian Maatsen. Hij had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 
 Jorrel Hato Jorrel Hato maakte als zestienjarige zijn debuut in het eerste van Ajax. Hij werd niet alleen de jongste aanvoerder van de Amsterdammers ooit, maar ook van een Nederlandse club in Europa. Tevens debuteerde hij in Oranje. Afgelopen seizoen was hij een van de uitblinkers: Jorrel Hato. Linksback bij Ajax en Oranje, maar centraal achterin bij Jong Oranje. En dat op 19-jarige leeftijd. Aan zijn toch al krankzinnige seizoen voegde Jorrel afgelopen weekend een transfer naar Chelsea toe. Aan het begin van het seizoen spraken we de verdediger over Rotterdam-Zuid, zijn rijbewijs, de aanvoerdersband en zijn dromen. Jorrel en zijn lichaam “Ik ben best ijdel. Niet dat ik heel lang voor de spiegel sta, hoor. Mijn haar heb ik zo gedaan, in vijf minuten, maximaal tien. Maar ik vind het wel belangrijk om er goed uit te zien. Welke merken ik draag, maakt mij niet zoveel uit, maar ik wil wel leuke kleding aan. Of ik ook weleens Crocs draag zoals Brian Brobbey?” Lachend: “Nee, ik draag gewoon schoenen naar de club.” Ben je tevreden met jouw lichaam als je in de spiegel kijkt? “Voor nu wel, maar als ik uiteindelijk naar een grote club in Europa wil, moet ik ook sterker worden. Er kunnen nog wel wat spieren bij.” Je hebt een tatoeage op je linkerarm met een leeuw en een gladiator. Heeft die nog een speciale betekenis? “Nee, de leeuw is altijd mijn lievelingsdier geweest. Binnenkort komen er nog wel tatoeages bij, denk ik.” Jorrel en Rotterdam-Zuid Je bent opgegroeid in Rotterdam-Zuid. Hoorde je vanuit je slaapkamerraam de Kuip ontploffen als er was gescoord? “Ja, ik kon de Kuip horen.” Hoe zag jouw jeugd eruit? “Ik speelde veel op een Cruyff Court met jongens uit de buurt en met mijn broertje Elgyn. Hoewel hij vijf jaar jonger is, mocht hij altijd meedoen met ons.” Jouw vader is geboren op Curaçao, je moeder heeft Kaapverdische roots. Wat heb jij daarvan meegekregen? “Niet heel veel, ik ben gewoon Nederlands. Natuurlijk heb ik opa’s en oma’s aan beide kanten waar ik vaak kwam, maar verder heb ik niet veel invloeden van beide landen in mijn jeugd gevoeld. Op Kaapverdië ben ik maar twee keer geweest, op Curaçao een stuk vaker.” Je begon met voetballen bij De Zwervers in Rotterdam-Zuid, ging in 2015 – op je negende – naar Sparta. Hoe waren je eerste jaren in de jeugdopleiding? “Heel leuk. We hadden ook een goed team, deden altijd bovenin mee tegen Ajax, PSV, AZ, Feyenoord en waren niet veel minder dan die topclubs. Uiteindelijk kwam Ajax toen ik twaalf was. Mijn moeder kreeg een telefoontje. Ze vertelde me dat Ajax me wilde hebben. Als een club als Ajax komt, zeg je natuurlijk geen nee.” Jorrel en zijn trainers Als ik een trainer uit de jeugd moet noemen van wie ik veel heb geleerd, kies ik Frank Peereboom. Hij was mijn trainer bij Onder 18. Ik was zestien, hij maakte mij aanvoerder, daarna ben ik heel snel naar Jong Ajax doorgeschoven en vervolgens naar het eerste elftal. In dat jaar groeide ik in meerdere opzichten, maar ik denk dat ik van Frank dat stukje volwassenheid heb geleerd. Vanaf toen ging het heel snel.” In twee seizoenen bij het eerste elftal heb je al heel wat trainers meegemaakt. Alfred Schreuder, John Heitinga, Maurice Steijn, John van ’t Schip en nu de Italiaan Francesco Farioli. Wat heb je opgestoken van al die verschillende trainers? “Schreuder heb ik maar kort meegemaakt. Onder hem mocht ik debuteren in de beker. Heitinga kende ik al van Jong Ajax, bij hem speelde ik mezelf in de basis. En vorig jaar ben ik heel erg gegroeid onder Steijn en Van ’t Schip. Van alle trainers heb ik veel opgestoken.” Op 11 januari 2023 debuteerde je in de bekerwedstrijd tegen Den Bosch (2-0). Je was pas zestien. “Een dag van tevoren trainde ik mee. Ik hoorde dat ik bij de selectie zat. Ik liep warm in de 80ste minuut, verwachtte niet meer dat ik erin kwam, maar Schreuder riep me en haalde Owen Wijndal naar de kant. Op dat moment dacht ik niet zoveel, het was knop om en mijn ding doen, gewoon gaan. Na het fluitsignaal was ik blij en trots.” Heitinga liet jou een maand later debuteren in de eredivisie, tegen Cambuur (5-0). Hij was vorig seizoen assistent- trainer van West Ham United en nu van Liverpool. Heb jij nog weleens contact met hem? “Ja, ik heb hem in de eerste week van de voorbereiding een paar keer gezien. Op de club en op een toernooi. Zijn zoontje en mijn broertje spelen in hetzelfde team, in Onder 14. We kletsten over voetbal, over mij en even over hem.” Hoe kijk je terug op vorig seizoen? Met de club ging het niet goed, maar met jou wel. “Ik heb er een dubbel gevoel aan overgehouden. Op jonge leeftijd heb ik al best veel meegemaakt. In positieve, maar ook in negatieve zin. Tijdens het seizoen was ik me niet echt bewust van die positieve dingen, dat kwam later tijdens mijn vakantie. Toen pas kon ik er rustig over nadenken en besefte ik dat ik best een goed seizoen heb gehad.” Jij hebt nu weer een nieuwe trainer: Francesco Farioli. Wat is je eerste indruk van hem? “Ik ben heel blij met zijn komst. Het is weer helemaal anders dan vorige seizoenen. Het was de zwaarste voorbereiding die ik tot nu toe heb meegemaakt. Maar we hadden ook heel veel plezier, hoor. Deze trainer brengt extra energie tijdens de training. Daardoor krijgen wij ook extra energie en stralen we plezier uit. Ik denk dat dat de hele groep goed doet.” Farioli heeft jou een andere rol gegeven. Je staat niet meer centraal achterin, maar linksback en bent ook belangrijk in de opbouw. Wilde jij dat zelf ook of is dat op verzoek van de trainer? “Ik ben gecharmeerd van onze speelwijze onder de nieuwe trainer, vooral van de opbouw van achteruit. Dat is ook een van mijn kwaliteiten. Toch speel ik liever als centrale verdediger dan als linksback, dat vind ik beter bij mij passen. Op dit moment is dat de keuze van de trainer. Ik kom nu weer meer op het middenveld, dat is ook leuk.” Je sprak eerder uit dat jouw doel is de beste centrale verdediger van de wereld te worden. “Dat is nog steeds mijn doel.” Jorrel en zijn rijbewijs “Ik heb nu zo’n 22 lessen gehad en mag eindelijk afrijden, moet alleen nog wachten op de datum.” Tot de start van vorig seizoen ging je met de trein naar de Toekomst, daarna kreeg je een privéchauffeur. “Op een gegeven moment begonnen mensen mij te herkennen in de trein. Ik had daar niet veel problemen mee, maar in de auto op en neer naar Amsterdam was wel veel fijner dan met de trein.” En binnenkort ‘moet’ je dus zelf rijden. Lachend: “Aan de ene kant is dat wel jammer. Ik kan als bijrijder lekker chillen, muziek luisteren of ik scrol wat op mijn telefoon, maar aan de andere kant is het heel fijn dat ik binnenkort eindelijk zelf kan rijden. Ik ga deze zomer naar Amsterdam verhuizen, heb een huis gekocht dicht bij de Toekomst, dus ver hoef ik niet te rijden.” En je mag als achttienjarige meteen al niet de minste auto uitzoeken... Lachend: “Dat is waar.” Jorrel en de aanvoerdersband Je kreeg afgelopen seizoen voor het eerst de aanvoerdersband om, in november 2023. Tegen Almere City (2-2) werd Steven Bergwijn gewisseld. Jij werd de jongste aanvoerder ooit van Ajax in de eredivisie. “Een mooi moment. Stevie was afgelopen seizoen veel met mij bezig. Hij is iemand die graag op zichzelf is, maar als het nodig is, geeft hij het hele team kracht. In het veld geeft hij altijd gas, hij is een voorbeeld voor velen in ons team.” Een maand later was je aanvoerder tegen AEK Athene in de Europa League. Jullie wonnen met 3-1. Jij hoorde op de persconferentie jouw toenmalige trainer John van ’t Schip zeggen dat jij aanvoerder zou zijn. “Klopt. Daarna had hij het mij verteld op de training, zei: ‘Ik had het liever eerst tegen jou gezegd dan op de persconferentie, maar ik kreeg die vraag en moest er wel antwoord op geven.’ Ik vond het een grote eer dat hij mij aanvoerder maakte. Die wedstrijd was ook heel bijzonder. We moesten winnen om in Europa te blijven. Het was zo’n typische, leuke Europese avond waarin alles meezat. We speelden als team goed en ik deed dat ook. Het was een perfect debuut als aanvoerder.” Jij werd de jongste aanvoerder ooit van een Nederlandse club in Europa. “Ik las dat na afloop. Dat zijn mooie statistieken, die blijven voor altijd bij me.” Lachend: “Totdat iemand mij inhaalt, natuurlijk.” John van ’t Schip zei na die wedstrijd: ‘Jorrel is ook, ondanks zijn leeftijd, een volwassen man. Hoe hij zich presenteert, hoe hij traint en zich verzorgt. Hij is daarin absoluut een voorbeeld voor onze selectiespelers, maar ook voor de jongelingen in de opleiding.’ “Hij gelijk heeft gelijk denk ik. Ik krijg geregeld te horen dat ik volwassen ben voor mijn leeftijd en dat ik daarom een voorbeeld ben voor ploeggenoten, maar vooral voor de jongens in de jeugd. Ik blijf altijd rustig, probeer mijn werk goed te doen en ga er professioneel mee om.” Was het een doel van jou: eerste aanvoerder van Ajax worden? “Dat was het nooit echt, maar daarin ben ik van gedachten veranderd. Ik ben niet per se van nature een leider, maar ik heb het wel in me, denk ik. Ik probeer zoveel mogelijk met het team bezig te zijn, heb op dat vlak afgelopen seizoen ook grote stappen gemaakt. In het veld probeer ik de spelers te coachen en te sturen.” Wat moet je nog leren om een betere leider te worden? “Ik kan nog in heel veel opzichten groeien, zowel qua spel als persoonlijkheid, maar dat komt ook met de jaren.” Praat je er ook met mensen over, krijg je hulp? “Met de performancetrainer, de andere trainers, maar ook met de jongens bij Ajax. Oudere spelers als Stevie, Steven Berghuis en Remko Pasveer helpen daar ook bij. Met mijn ouders praat ik niet per se over voetbal en hoe ik daarin beter word, maar wel hoe ik als mens kan groeien.” Jorrel en de muziek “Ik luister graag naar Nederlandse, Engelse en Amerikaanse rap. Ik heb ook weleens contact met de mannen van Broederliefde.” Broederliefde bemiddelde tussen jou en de Kaapverdische bond. Jouw moeder komt van Kaapverdië, wat betekent dat jij ook voor dat land uit had kunnen komen. “Ik kreeg een berichtje van een van die gasten. De Kaapverdische bond had contact met hen gehad en vroeg hen mij te benaderen. De bond wilde graag met mij in gesprek, vlak voordat ik mijn debuut maakte voor het Nederlands elftal. Ik ben niet in gesprek gegaan met de bond, zei meteen dat mijn droom was om te spelen voor Oranje.” Bij je debuut op 21 november vorig jaar in het Nederlands elftal moest je volgens traditie een liedje zingen. Wat heb je gezongen? “Een stukje uit het liedje 100 Bottles van de Nederlandse rap- groep SFB.” Memphis Depay maakt zijn eigen rapmuziek, Lutsharel Geertruida verscheen ook in een rapnummer. Heb jij ook die ambitie? “Naar de liedjes van Memphis heb ik weleens geluisterd, maar ik heb niet de ambitie om zelf muziek te maken en uit te brengen. Ik kan trouwens ook niet goed dansen.” Jorrel en Oranje Hoe heb je naar het EK gekeken afgelopen zomer? “Thuis, met familie en vrienden.” Wat dacht je toen je het Nederlands elftal zag spelen? “Dat ik daar ook had willen staan. Ik ben al heel blij dat ik vorig seizoen mijn debuut heb mogen maken voor Oranje, mijn tijd komt nog wel. Ik ben niet ongeduldig, wacht rustig mijn kansen af.” Je dacht niet: pas op Virgil van Dijk, Jorrel Hato komt eraan? Lachend: “Nee, hoor. Ik kan niet anders dan knallen, en dan zien we wel hoe ver ik kom. Over twee jaar is er weer een WK. Het is mijn doel om daarbij te zijn.” In november 2023 debuteerde je uit tegen Gibraltar (0-6). Je kwam er in de tweede helft in voor Virgil van Dijk. “Het was een mooi moment. En ook even gek, om op het veld te staan tussen die grote spelers. Mijn vader en zaakwaarnemer zaten op de tribune. Liever had ik gedebuteerd tegen een betere tegenstander dan Gibraltar, maar ik zal het altijd blijven onthouden.” Ronald Koeman sprak lovend over jou na je debuut, hij zei in een persconferentie: ‘Jorrel is een jongen van zeventien die heel volwassen is in zijn voetbal en zijn gedrag. Ik ben meer dan tevreden. Je wil dat jonge spelers zich ontwikkelen aan de hand van een ervaren speler. Hij zit bij een club waar heel veel gebeurt en waar slechte resultaten behaald worden. Dan heb je ervaring naast je nodig, maar die heeft hij niet bij Ajax. Daarom is het extra knap dat hij zich staande houdt. Dat bewijst dat hij een heel groot talent is.’ “Ik wist niet dat de bondscoach dat heeft gezegd. Als hij zoiets zegt, dan is dat positief, toch?” Wat was je indruk van de bondscoach? “Ik heb hem maar anderhalve week meegemaakt, alles was nieuw, maar ik had een heel goede eerste indruk van hem, eigenlijk van de hele staf en spelersgroep. Ik werd door iedereen goed opgevangen. Met de bondscoach heb ik gesproken over mijn positie en de situatie bij Ajax destijds. We hadden zo’n standaard gesprekje, maar hij was wel heel begaan.” Jorrel en zijn dromen Jij tekende bij Ajax bij tot 2028. Hoe wil je afscheid nemen van de club? “Met prijzen, daarom heb ik bijgetekend. Ik wil prijzen winnen, iets achterlaten. Maar ik heb ook bijgetekend omdat ik nog maar anderhalf jaar in de eredivisie heb gespeeld. Voordat ik een stap naar het buitenland maak, kan ik hier nog veel leren. Ook als nu een heel grote club zich meldt, blijf ik gewoon bij Ajax.” Is het ook een droom om ooit samen met jouw broertje bij Ajax te spelen? Lachend: “Dan moet hij wel snel zijn. Het is absoluut een droom om ooit met hem samen te spelen en dan zien we wel waar dat is.” Als we het dan toch over dromen hebben: is er nog een bepaalde club waar je ooit graag wil spelen? “Nee, ik had nooit echt een droomclub, keek meer naar bepaalde spelers. Als klein jongetje vergaapte ik me aan Lionel Messi. Hij was mijn grote voorbeeld. Toen ik wat ouder was, keek ik naar Thiago Silva. Er zijn genoeg topclubs in de wereld. Als ik ooit een stap naar zo’n club kan maken, naar welke dan ook, dan is dat sowieso al heel mooi.” Helden Magazine nummer 73  Het interview met Jorrel Hato komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met Ian Maatsen. Hij had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.   Nog meer Helden  Verder in deze editie van Helden: tennisser Jesper de Jong vertelt in aanloop naar de US Open onder andere over Carlos Alcaraz, Jannik Sinner, Tallon Griekspoor en zijn trouwste fan: zijn opa. Jelto Spijker is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo; hij is keeper en kwam op zijn zeventiende uit de kast. En nog veel meer! 

Tour de France

Roxane Knetemann: ‘Die achternaam kleeft toch een beetje aan me’

Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Roxane Knetemann (37) is sinds ze in 2019 stopte met wielrennen een graag geziene gast. Ze is wieleranalist en co-commentator van vrouwenkoersen bij de NOS, is geregeld te zien bij Vandaag Inside en ook andere tv-programma’s weten haar te vinden. In aanloop naar de Tour de France voor mannen en vrouwen leggen we haar stellingen voor in Helden Magazine nummer 77. “Ik kan beter lullen dan fietsen onder druk.” Roxane Knetemann Als ik Marianne Vos zie rijden, denk ik: zat ik ook nog maar op de fiets. “Nee. Ik kijk met heel veel bewondering naar Marianne, ze is mijn generatiegenoot en ploeggenoot bij Rabobank-Liv geweest. Ze is bijna 38, heeft de evolutie van haar sport de afgelopen twintig jaar meegemaakt. Er is meer geld in het vrouwenwielrennen, er zijn veel meer rensters, de top is breder, ploegen nemen de vrouwen veel serieuzer, er zijn betere training- en voedingsschema’s en er is een beter koersplan dan vroeger. Dat Marianne nu nog steeds meestrijdt om de overwinning, is dus bijzonder knap. Vorig jaar won ze Omloop het Nieuwsblad. Daarna won ze Dwars door Vlaanderen, haar 250e overwinning. Ik werd er emotioneel van, weet als geen ander dat ze niet alleen maar ups heeft gehad in haar carrière. Marianne is echt een koersdier. Ik was dat minder, maar sport nog wel iedere dag. Ik fiets nog zo’n twee keer per week en daarnaast loop ik hard. Sporten werkt therapeutisch voor mij. Ik sport wel op een andere manier dan vroeger, hoor. Ik hou het nu bij ‘comfortabel afzien’. Sinds drie jaar doe ik ook mee aan hardloopwedstrijdjes. Afgelopen winter heb ik de marathon van Valencia gelopen. Ik probeer het niet als een wedstrijd te zien, maar eerder als een uitdaging voor mezelf. Het is lastig om een nieuwe identiteit te vinden na de topsport. Fietsen was mijn passie, mijn grote liefde. En ik ga hier niet een verhaal ophangen dat het makkelijk is om te stoppen met je eerste liefde. Het is lastig om hetzelfde euforische gevoel in iets anders te vinden. Ik was 24 uur per dag topsporter en wat ben ik nu: wieleranalist of -commentator? Dat klinkt ook zo vaag. Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. 'Ik vraag me weleens af wat de zin van mijn bestaan nu is. Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen...' Wat voeg ik toe aan de wereld? Dan is het antwoord: ik praat over fietsen… Als ex-topsporter moet je hard aan het werk en je nieuwe leven omarmen. Als je dat doet, dan ga je ook de mooie dingen inzien van niet-topsporter zijn.” Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het interview met Roxane Knetemann komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Anna van der Breggen is terug: ‘Ze wil weten of ze het nóg beter kan’

Het gonste al in het peloton vóór het persbericht eruitging, ruim een jaar geleden. Anna van der Breggen maakt haar rentree. De voormalig olympisch kampioene, wereldkampioene, Giro-winnares en ploegleidster, stapte opnieuw op de fiets. In het tenue van SD Worx, tussen de rensters die ze eerder nog coachte. “Anna is nu 34, ze was best jong toen ze stopte,” zegt Roxane Knetemann. “Ze had álles al gewonnen, zag geen uitdaging meer en keek uit naar een ander leven. Maar als ploegleidster heeft ze het vrouwenwielrennen echt zien veranderen. Er zijn meer wedstrijden, het niveau ligt hoger, en de vijver met talent is veel groter. Dat heeft haar getriggerd.” Van der Breggen zelf gaf aan weer plezier te hebben in het trainen, in het werken naar een doel. Maar volgens Knetemann zit er meer achter. “Fysiek en tactisch was Anna zó goed toen ze stopte, dat ze op een gegeven moment dacht: misschien kan ik het nóg beter. Ze heeft de transformatie van het vrouwenwielrennen gezien en misschien gedacht: ik was eigenlijk af en toe best wel aan het prutsen, als ik het vergelijk met wat ik nu zie.” En dus maakt ze zich op voor haar eerste Tour de France Femmes als renster. In 2021 bestond de Tour nog niet in de huidige vorm. Nu ligt er een parcours dat Van der Breggen aanspreekt. “Ze zag ook nieuwe wedstrijden op de kalender verschijnen,” zegt Knetemann. “Dan denk je: die heb ik nooit gereden, hoe zou ik het daarin doen?” Of ze meteen mee kan met de top? Dat is nog even afwachten. “Wat Demi Vollering nu laat zien, dat is fysiek echt nog wel een niveau hoger dan waar Anna nu zit,” zegt Knetemann. “Maar Anna weet natuurlijk álles van Demi. Ze was haar trainster. Ze kent haar kracht én haar valkuilen. Dat is een voordeel.” Tegelijkertijd, benadrukt ze, is koers geen theorie. “Demi is bij haar nieuwe ploeg FDJ zichtbaar gegroeid. Fysiek en mentaal. Ze is geen andere renster geworden, maar ze heeft zich wél doorontwikkeld. En ik zou niet gek opkijken als ze daar bewust aan heeft gewerkt, juist omdat ze weet dat Anna alles van haar weet.” En dan is er nog de rol van Lotte Kopecky. Ploeggenoot van Van der Breggen bij SD Worx, maar zelf ook ambitieus richting het eindklassement. “Als zij de handen ineenslaan, kunnen ze samen echt een pain in the ass zijn voor Vollering.” Voor Knetemann is de Tour dit jaar interessanter dan ooit. “Wat kan Anna? Wat kan Demi met haar nieuwe ploeg? En hoe ver komt Kopecky? Ik weet het niet. Maar dat maakt het juist zo mooi.”
Het gonste al in het peloton vóór het persbericht eruitging, ruim een jaar geleden. Anna van der Breggen maakt haar rentree. De voormalig olympisch kampioene, wereldkampioene, Giro-winnares en ploegleidster, stapte opnieuw op de fiets. In het tenue van SD Worx, tussen de rensters die ze eerder nog coachte. “Anna is nu 34, ze was best jong toen ze stopte,” zegt Roxane Knetemann. “Ze had álles al gewonnen, zag geen uitdaging meer en keek uit naar een ander leven. Maar als ploegleidster heeft ze het vrouwenwielrennen echt zien veranderen. Er zijn meer wedstrijden, het niveau ligt hoger, en de vijver met talent is veel groter. Dat heeft haar getriggerd.” Van der Breggen zelf gaf aan weer plezier te hebben in het trainen, in het werken naar een doel. Maar volgens Knetemann zit er meer achter. “Fysiek en tactisch was Anna zó goed toen ze stopte, dat ze op een gegeven moment dacht: misschien kan ik het nóg beter. Ze heeft de transformatie van het vrouwenwielrennen gezien en misschien gedacht: ik was eigenlijk af en toe best wel aan het prutsen, als ik het vergelijk met wat ik nu zie.” En dus maakt ze zich op voor haar eerste Tour de France Femmes als renster. In 2021 bestond de Tour nog niet in de huidige vorm. Nu ligt er een parcours dat Van der Breggen aanspreekt. “Ze zag ook nieuwe wedstrijden op de kalender verschijnen,” zegt Knetemann. “Dan denk je: die heb ik nooit gereden, hoe zou ik het daarin doen?” Of ze meteen mee kan met de top? Dat is nog even afwachten. “Wat Demi Vollering nu laat zien, dat is fysiek echt nog wel een niveau hoger dan waar Anna nu zit,” zegt Knetemann. “Maar Anna weet natuurlijk álles van Demi. Ze was haar trainster. Ze kent haar kracht én haar valkuilen. Dat is een voordeel.” Tegelijkertijd, benadrukt ze, is koers geen theorie. “Demi is bij haar nieuwe ploeg FDJ zichtbaar gegroeid. Fysiek en mentaal. Ze is geen andere renster geworden, maar ze heeft zich wél doorontwikkeld. En ik zou niet gek opkijken als ze daar bewust aan heeft gewerkt, juist omdat ze weet dat Anna alles van haar weet.” En dan is er nog de rol van Lotte Kopecky. Ploeggenoot van Van der Breggen bij SD Worx, maar zelf ook ambitieus richting het eindklassement. “Als zij de handen ineenslaan, kunnen ze samen echt een pain in the ass zijn voor Vollering.” Voor Knetemann is de Tour dit jaar interessanter dan ooit. “Wat kan Anna? Wat kan Demi met haar nieuwe ploeg? En hoe ver komt Kopecky? Ik weet het niet. Maar dat maakt het juist zo mooi.”

Tour de France

Demi Vollering: klaar voor de Tour de France Femmes

Een jaar geleden reed Demi Vollering nog in het paars van SD Worx. Ze was de grote favoriete voor de eindwinst van de Tour de France Femmes, maar werd geklopt door de Poolse Katarzyna Niewiadoma. Het was tijd voor Demi om een nieuwe stap te zetten. Een frisse start. “Fysiek is Demi de beste van het peloton,” zegt Roxane Knetemann, voormalig ploeggenote en wieleranalist. “Maar als het tactisch niet klopt, dan zie je haar rare dingen doen. Dan gaat ze forceren, jagen, verliezen.” Knetemann weet waar ze het over heeft. Ze stond met Vollering aan het begin van haar carrière bij Parkhotel Valkenburg. Ze zag het meisje uit Pijnacker groeien tot het gezicht van het Nederlandse vrouwenwielrennen. En ook hoe dat gezicht in Nederland lang niet altijd met applaus werd begroet.Waarom wordt de ene topsporter met dezelfde kwaliteiten een ster en de ander niet? Dat is omdat je bij de ene wel een klik voelt en bij de ander niet. Ik denk dat Demi de gunfactor misschien een beetje kwijt is geraakt in Nederland. Bij Annemiek van Vleuten was die gunfactor juist heel groot. Dat komt door haar prestaties, maar ook door wat ze heeft meegemaakt en de manier waarop zij zich presenteerde in de media. Annemiek sloeg beter aan in Nederland, zij was de keizerin. En Demi werd de renster die aan de poten zaagde van de keizerin. Dat heeft ook een beetje in Demi’s nadeel gewerkt." “We zien op social media gebeuren dat Demi megageliefd is in het buitenland,” zegt Roxane. “Maar voor Nederlanders blaast ze misschien iets te hoog van de toren. Dat past niet bij onze ‘doe maar normaal’-mentaliteit. Daarom zijn wij hard voor haar. En als ze wint? Dan doen we er nog vaak wat lacherig over. Alsof het niet écht telt.” “Ik zag haar aan het begin van het seizoen al sterk rijden,” vertelt Roxane. “Ik appte haar. Ze antwoordde meteen: ‘Ik heb het echt naar mijn zin.’” Maar deze zomer is anders. Sinds januari rijdt Vollering voor FDJ–Suez, een Franse ploeg, een Franse omgeving, een frisse start. En vooral: een ploeg die volledig om haar heen gebouwd is. Geen gedeelde kopvrouwrol, geen tactische onduidelijkheid. "We zagen vorig jaar ook dat haar voormalig ploeggenoot Lotte Kopecky heel goed aardde in koersen waarin ze allebei voor de overwinning mochten gaan. Die tactiek bleek veel te vaag voor Demi. Zij heeft een ploeg met vijf rensters en een staf nodig die zich om haar heen bewegen. Dat gebeurt bij FDJ, daarom weet ik zeker dat ze er tot bloei komt", vertelde Knetemann.
Een jaar geleden reed Demi Vollering nog in het paars van SD Worx. Ze was de grote favoriete voor de eindwinst van de Tour de France Femmes, maar werd geklopt door de Poolse Katarzyna Niewiadoma. Het was tijd voor Demi om een nieuwe stap te zetten. Een frisse start. “Fysiek is Demi de beste van het peloton,” zegt Roxane Knetemann, voormalig ploeggenote en wieleranalist. “Maar als het tactisch niet klopt, dan zie je haar rare dingen doen. Dan gaat ze forceren, jagen, verliezen.” Knetemann weet waar ze het over heeft. Ze stond met Vollering aan het begin van haar carrière bij Parkhotel Valkenburg. Ze zag het meisje uit Pijnacker groeien tot het gezicht van het Nederlandse vrouwenwielrennen. En ook hoe dat gezicht in Nederland lang niet altijd met applaus werd begroet.Waarom wordt de ene topsporter met dezelfde kwaliteiten een ster en de ander niet? Dat is omdat je bij de ene wel een klik voelt en bij de ander niet. Ik denk dat Demi de gunfactor misschien een beetje kwijt is geraakt in Nederland. Bij Annemiek van Vleuten was die gunfactor juist heel groot. Dat komt door haar prestaties, maar ook door wat ze heeft meegemaakt en de manier waarop zij zich presenteerde in de media. Annemiek sloeg beter aan in Nederland, zij was de keizerin. En Demi werd de renster die aan de poten zaagde van de keizerin. Dat heeft ook een beetje in Demi’s nadeel gewerkt." “We zien op social media gebeuren dat Demi megageliefd is in het buitenland,” zegt Roxane. “Maar voor Nederlanders blaast ze misschien iets te hoog van de toren. Dat past niet bij onze ‘doe maar normaal’-mentaliteit. Daarom zijn wij hard voor haar. En als ze wint? Dan doen we er nog vaak wat lacherig over. Alsof het niet écht telt.” “Ik zag haar aan het begin van het seizoen al sterk rijden,” vertelt Roxane. “Ik appte haar. Ze antwoordde meteen: ‘Ik heb het echt naar mijn zin.’” Maar deze zomer is anders. Sinds januari rijdt Vollering voor FDJ–Suez, een Franse ploeg, een Franse omgeving, een frisse start. En vooral: een ploeg die volledig om haar heen gebouwd is. Geen gedeelde kopvrouwrol, geen tactische onduidelijkheid. "We zagen vorig jaar ook dat haar voormalig ploeggenoot Lotte Kopecky heel goed aardde in koersen waarin ze allebei voor de overwinning mochten gaan. Die tactiek bleek veel te vaag voor Demi. Zij heeft een ploeg met vijf rensters en een staf nodig die zich om haar heen bewegen. Dat gebeurt bij FDJ, daarom weet ik zeker dat ze er tot bloei komt", vertelde Knetemann.

Tour de France

Prognose etappe 21: Pogacar wint de slotrit in het geel

De kans is groot dat de slotetappe van de Tour niet eindigt in een massasprint op de Champs-Élysées. Het zou zomaar kunnen dat Tadej Pogacar zijn Tourzege nog meer kleur gaat geven door ook in Parijs en in het geel te winnen. Nadat de Tour vorig jaar vanwege de Olympische Spelen in Parijs niet eindigde op de Champs-Élysées, maar in Nice, is de finish nu gewoon weer traditiegetrouw in de Franse hoofdstad. Zoals gewoonlijk zullen de eerste kilometers van 132 kilometer lange 21ste etappe die van start gaan in Mentes-La-Ville, waarschijnlijk in een slakkengang worden afgewerkt en is er tijd om bij te kletsen of zelfs al fietsend te proosten met champagne. Toch is de slotrit extra het bekijken waard. Met nog vijftig kilometer te gaan wordt Parijs bereikt. Daarna volgen drie rondjes van zeven kilometer over de Champs-Élysées. Maar daarna gaat het ineens richting de Côte de la Butte Montmartre, een kasseiklim van 1,1 kilometer tegen 5,9 procent. De klim richting de Sacré-Coeur zat vorig jaar ook in de olympische wegrace. Het zorgde voor spektakel, mooie plaatjes en heel veel fans langs de kant. Dus besloot de Tourorganisatie de beklimming ook in de slotrit op te nemen. Niet één, maar drie keer, als onderdeel van een bijna zeventien kilometer lange omloop door Parijs. De laatste keer dat de top van de Côte de la Butte Montmartre wordt bereikt, is het nog maar zes kilometer naar de streep op de Champs-Élysées. Deze rit leek op het lijf van Mathieu van der Poel geschreven, maar hij moest helaas eerder deze Tour afstappen vanwege een longontsteking. De kans is dus groot dat er met een traditie wordt gebroken, dat de Tour de France van 2025 niet zal eindigen met een massasprint. De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Wout van Aert * Biniam Girmay
De kans is groot dat de slotetappe van de Tour niet eindigt in een massasprint op de Champs-Élysées. Het zou zomaar kunnen dat Tadej Pogacar zijn Tourzege nog meer kleur gaat geven door ook in Parijs en in het geel te winnen. Nadat de Tour vorig jaar vanwege de Olympische Spelen in Parijs niet eindigde op de Champs-Élysées, maar in Nice, is de finish nu gewoon weer traditiegetrouw in de Franse hoofdstad. Zoals gewoonlijk zullen de eerste kilometers van 132 kilometer lange 21ste etappe die van start gaan in Mentes-La-Ville, waarschijnlijk in een slakkengang worden afgewerkt en is er tijd om bij te kletsen of zelfs al fietsend te proosten met champagne. Toch is de slotrit extra het bekijken waard. Met nog vijftig kilometer te gaan wordt Parijs bereikt. Daarna volgen drie rondjes van zeven kilometer over de Champs-Élysées. Maar daarna gaat het ineens richting de Côte de la Butte Montmartre, een kasseiklim van 1,1 kilometer tegen 5,9 procent. De klim richting de Sacré-Coeur zat vorig jaar ook in de olympische wegrace. Het zorgde voor spektakel, mooie plaatjes en heel veel fans langs de kant. Dus besloot de Tourorganisatie de beklimming ook in de slotrit op te nemen. Niet één, maar drie keer, als onderdeel van een bijna zeventien kilometer lange omloop door Parijs. De laatste keer dat de top van de Côte de la Butte Montmartre wordt bereikt, is het nog maar zes kilometer naar de streep op de Champs-Élysées. Deze rit leek op het lijf van Mathieu van der Poel geschreven, maar hij moest helaas eerder deze Tour afstappen vanwege een longontsteking. De kans is dus groot dat er met een traditie wordt gebroken, dat de Tour de France van 2025 niet zal eindigen met een massasprint. De kanshebbers van Helden *** Tadej Pogacar ** Wout van Aert * Biniam Girmay

Tour de France

Prognose etappe 20: ‘redt’ Wout van Aert de Tour voor Visma-Lease a Bike?

De aanvallers krijgen ook nog een kans deze Tour. Het klassement is gemaakt, de strijd om de groene trui en bolletjestrui is gestreden. De kans is dus groot dat een groep vrijbuiters met klimmersbenen alle ruimte krijgt. Een ideale rit voor types als Quinn Simmons, Ben Healy of Wout van Aert. Rit 20, een heuveletappe van 185 kilometer die van Nantua naar Pontarlier gaat, is de een na laatste kans voor ploegen zonder etappewinst om de Tour nog te ‘redden’. Zoals Visma- Lease a Bike, die deze Tour nog geen overwinningen heeft geboekt. Wout van Aert is de aangewezen man om daar in de twintigste etappe verandering in aan te brengen. Hoewel de echte bergen achter de rug liggen, moet er wel flink geklommen worden. Het begint met de Col de la Croix de la Serra (11,8 kilometer tegen 4.2 procent), gevolgd door de Côte de Valin (5,6 kilometer à 4,4 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (4,4 kilometer tegen 4,3 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (3,7 kilometer à 8,8 procent) en Côte de Longeville (3,4 kilometer tegen 5,5 procent). Na de laatste beklimming is het nog ongeveer twintig kilometer naar de streep en de laatste kilometers zijn vlak. De laatste winnaar in Pontarlier was overigens Erik Dekker in 2001. Normaal gesproken was dit ook een rit geweest voor Thymen Arensman, maar hij zal het rustig aan doen na de schitterende overwinning op La Plagne, 23 na Michael Boogerd, en zijn tweede ritzege deze Tour. De kanshebbers van Helden *** Wout van Aert ** Quinn Simmons * Ben Healy
De aanvallers krijgen ook nog een kans deze Tour. Het klassement is gemaakt, de strijd om de groene trui en bolletjestrui is gestreden. De kans is dus groot dat een groep vrijbuiters met klimmersbenen alle ruimte krijgt. Een ideale rit voor types als Quinn Simmons, Ben Healy of Wout van Aert. Rit 20, een heuveletappe van 185 kilometer die van Nantua naar Pontarlier gaat, is de een na laatste kans voor ploegen zonder etappewinst om de Tour nog te ‘redden’. Zoals Visma- Lease a Bike, die deze Tour nog geen overwinningen heeft geboekt. Wout van Aert is de aangewezen man om daar in de twintigste etappe verandering in aan te brengen. Hoewel de echte bergen achter de rug liggen, moet er wel flink geklommen worden. Het begint met de Col de la Croix de la Serra (11,8 kilometer tegen 4.2 procent), gevolgd door de Côte de Valin (5,6 kilometer à 4,4 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (4,4 kilometer tegen 4,3 procent), de Côte de Chateau-de-Pres (3,7 kilometer à 8,8 procent) en Côte de Longeville (3,4 kilometer tegen 5,5 procent). Na de laatste beklimming is het nog ongeveer twintig kilometer naar de streep en de laatste kilometers zijn vlak. De laatste winnaar in Pontarlier was overigens Erik Dekker in 2001. Normaal gesproken was dit ook een rit geweest voor Thymen Arensman, maar hij zal het rustig aan doen na de schitterende overwinning op La Plagne, 23 na Michael Boogerd, en zijn tweede ritzege deze Tour. De kanshebbers van Helden *** Wout van Aert ** Quinn Simmons * Ben Healy

Tour de France

Prognose etappe 19: Arensman in de voetsporen van Boogerd

Michael Boogerd boekte in La Plagne de mooiste overwinning uit zijn carrière. Na een lange solo reed hij in 2002 in zijn eentje over de streep in het skidorp. Gaat Thymen Arensman hem dat 23 jaar na dato nadoen in La Plagne? De renner van Ineos kiest steeds de aanval in de bergetappes, won al een rit deze Tour en de kans is aannemelijk dat vluchters de ruimte krijgen omdat nummers één en twee Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard vooral naar elkaar kijken. De negentiende etappe – de tweede Alpenrit van de Tour de France van 2025 en de laatste bergetappe - is door een uitbraak van een besmettelijke dierziekte op het laatste moment ingekort van 130 naar 95 kilometer. Het vee met deze huidaandoening bevindt zich op de Col des Saisies (13,7 kilometer tegen 6,4 procent) die daardoor verboden gebied is geworden voor het peloton. De rit moest dus op de schop met het gevolg dat ook de Côte d’Héry-sur-Ugine (11,3 kilometer à 5,1 procent) uit het parkoers is gesloopt. Als gevolg daarvan gaat de etappe pas om half drie van start in Albertville en er zijn nog drie van de oorspronkelijke vijf beklimmingen over. De de Col du Pré (12,6 kilometer, gemiddeld stijgingspercentage van 7,7 procent, maar de laatste kilometer loopt 12 procent omhoog) is als eerste de beurt. Gevolgd door de Cormet de Roselend (5,9 kilometer klimmen tegen 6,3 procent). En daarna wacht de beklimming naar skidorp La Plagne. De slotklim is 19,1 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2 procent. Het is voor de klassementsrenners de laatste echte kans om nog op te schuiven in het algemeen klassement. Wil Jonas Vingegaard nog wat aan zijn achterstand van inmiddels 4 minuten en 26 seconden op gele truidrager Tadej Pogacar doen? In etappe 18 - de vreemd verlopen koninginnenrit met aankomst op Col de la Loze die werd gewonnen door Ben O’Connor - lukte dat niet. De strijd om de bolletjestrui is ook nog niet beslist. Ook die trui is in bezit van Pogacar en ook daarin is Vingegaard best of the rest. De spannendste strijd is die om de witte trui én de derde plek. Florian Lipowitz is op dit moment nog de beste jongere, zakte er in rit 18 op de slotklim doorheen, en heeft nog slechts 22 tellen voorsprong op Oscar Onley, kopman van het Nederlandse Team Picnic PostNL. De kanshebbers van Helden *** Thymen Arensman ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard
Michael Boogerd boekte in La Plagne de mooiste overwinning uit zijn carrière. Na een lange solo reed hij in 2002 in zijn eentje over de streep in het skidorp. Gaat Thymen Arensman hem dat 23 jaar na dato nadoen in La Plagne? De renner van Ineos kiest steeds de aanval in de bergetappes, won al een rit deze Tour en de kans is aannemelijk dat vluchters de ruimte krijgen omdat nummers één en twee Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard vooral naar elkaar kijken. De negentiende etappe – de tweede Alpenrit van de Tour de France van 2025 en de laatste bergetappe - is door een uitbraak van een besmettelijke dierziekte op het laatste moment ingekort van 130 naar 95 kilometer. Het vee met deze huidaandoening bevindt zich op de Col des Saisies (13,7 kilometer tegen 6,4 procent) die daardoor verboden gebied is geworden voor het peloton. De rit moest dus op de schop met het gevolg dat ook de Côte d’Héry-sur-Ugine (11,3 kilometer à 5,1 procent) uit het parkoers is gesloopt. Als gevolg daarvan gaat de etappe pas om half drie van start in Albertville en er zijn nog drie van de oorspronkelijke vijf beklimmingen over. De de Col du Pré (12,6 kilometer, gemiddeld stijgingspercentage van 7,7 procent, maar de laatste kilometer loopt 12 procent omhoog) is als eerste de beurt. Gevolgd door de Cormet de Roselend (5,9 kilometer klimmen tegen 6,3 procent). En daarna wacht de beklimming naar skidorp La Plagne. De slotklim is 19,1 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2 procent. Het is voor de klassementsrenners de laatste echte kans om nog op te schuiven in het algemeen klassement. Wil Jonas Vingegaard nog wat aan zijn achterstand van inmiddels 4 minuten en 26 seconden op gele truidrager Tadej Pogacar doen? In etappe 18 - de vreemd verlopen koninginnenrit met aankomst op Col de la Loze die werd gewonnen door Ben O’Connor - lukte dat niet. De strijd om de bolletjestrui is ook nog niet beslist. Ook die trui is in bezit van Pogacar en ook daarin is Vingegaard best of the rest. De spannendste strijd is die om de witte trui én de derde plek. Florian Lipowitz is op dit moment nog de beste jongere, zakte er in rit 18 op de slotklim doorheen, en heeft nog slechts 22 tellen voorsprong op Oscar Onley, kopman van het Nederlandse Team Picnic PostNL. De kanshebbers van Helden *** Thymen Arensman ** Tadej Pogacar * Jonas Vingegaard

Tour de France

Tadej Pogacar versus Jonas Vingegaard

Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Meer over de Tour lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Tadej Pogacar is op zijn 26ste al een legende, laat winnen er vaak uitzien als een fluitje van een cent. Hij won vorig jaar de Tour de France en gaat dit jaar op voor zijn vierde eindzege. Dan moet hij Jonas Vingegaard verslaan, de 28-jarige Deen klopte Pogi en won de Tour in 2022 en 2023 en werd in 2021 en 2024 tweede. De wielerwereld maakt zich op voor aflevering 5 van Het Duel. Wij blikken in Helden Magazine nummer 77 vooruit met wieleranalisten en oud-renners Stef Clement, Tom Dumoulin en Karsten Kroon. Tadej Pogacar “Wij zeiden tegen elkaar: what the fuck, die jongen kan wel heel hard fietsen,” herinnert Tom Dumoulin zich nog de eerste echte kennismaking met Tadej Pogacar. Het was in de Tour de France van 2020 dat ze elkaar troffen. De Sloveen debuteerde op zijn 21ste in de Tour, was een jaar eerder in zijn eerste grote ronde al derde geworden in de Vuelta. Dumoulin, onder andere winnaar van de Giro in 2017 en tweede in de Tour én Giro in 2018, had net de overstap gemaakt naar Jumbo-Visma en zijn ploeggenoot Primoz Roglic leek de Tour te gaan winnen. Tijdens de tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles op de voorlaatste dag verdedigde Roglic een voorsprong van 57 seconden op zijn negen jaar jongere landgenoot. Alles leek in kannen en kruiken. Dumoulin: “Pogacar was al gewaagd aan Primoz, maar die was bergop tot die tijdrit nog ietsje beter. Wij dachten: Primoz is een goede tijdrijder, op het einde van de tijdrit is er ook nog een klim en Primoz heeft een voorsprong van bijna een minuut. We rekenden ons al redelijk rijk. Maar Pogacar haalde snoeihard uit, versloeg Primoz en ook mij dik in die tijdrit.” Dumoulin: 'We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won in 2020. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan' De achterstand van 57 tellen op Roglic werd omgezet in een voorsprong van 59 seconden. Dumoulin werd die Tour zevende en was best of the rest op La Planche des Belles Filles. “We konden het echt niet geloven dat Pogacar toch nog de Tour won. Vijf jaar later kijken we er allang niet meer vanop dat hij dingen presteert die vooraf als onmogelijk beschouwd werden. Die Tour was het eerste bewijs dat, bij wijze van spreken, de nieuwe Merckx op was gestaan.” Jonas Vingegaard Een paar weken later trof Dumoulin in het door de coronapandemie op z’n kop gezette seizoen ook Jonas Vingegaard, die in de Vuelta zijn debuut maakte in een grote ronde namens Jumbo-Visma. Dumoulin stapte na zeven etappes vermoeid af, Vingegaard werd 46ste in het eindklassement als knecht van winnaar Roglic. Een jaar later debuteerde de Deen in de Tour en greep de tweede plek nadat kopman Roglic afstapte. “De Vuelta van 2020 heb ik uit mijn geheugen verdrongen, ik weet niet eens meer dat Jonas meedeed,” lacht Dumoulin, die in 2022 na elf jaar stopte als prof en tegenwoordig, op zijn 34ste, wieleranalist is bij de NOS. “De eerste keer dat Vingegaard me opviel, was tijdens de Ronde van Polen in 2019, het jaar voordat we ploeggenoten werden.” Vingegaard pakte in Polen zijn eerste profzege en maakte voor het eerst naam. “Op het trainingskamp in december 2019 sukkelde Jonas met een blessure en daardoor hebben we weinig samen getraind of wedstrijden gereden. Hij zat toen nog niet echt bij de A-ploeg. Jonas was een talent, maar had destijds veel last van de druk en spanning die hij zichzelf oplegde. Het was bij hem zo erg, heeft hij weleens aangegeven, dat hij bijna niet kon eten van de spanning. Hij heeft zich op dat vlak zo ongelooflijk ontwikkeld, is nu veel meer een koele kikker. Ik vind dat heel bijzonder en mooi om te zien.” Meer over de Tour lezen? Wil je meer lezen over de Tour en de etappes uitgebreid bekijken? Klik dan hier voor een uitgebreide Tour-gids vol met informatie over de verschillende etappes van deze editie. Helden Magazine nummer 77 Het eerste deel van het verhaal over Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard komt uit Helden Magazine nummer 77. Benieuwd naar het hele verhaal? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Tour de France

Prognose etappe 18: dé dag voor Vingegaard

Jonas Vingegaard heeft al een tijd lang de achttiende etappe in zijn hoofd als zíjn rit. De eerste Alpenrit eindigt op Col de la Loze. Het is niet alleen de koninginnenrit van de Tour van 2025, de kopman van Visma-Lease a Bike heeft ook heel goede herinneringen aan de klim. Als hij gele truidrager Tadej Pogacar, die een voorsprong van 4 minuten en 15 seconden op hem heeft, aan het wankelen wil brengen, moet het in deze etappe gebeuren. De 171 kilometer lange bergetappe gaat van start in Vif, in totaal taan 5500 hoogtemeters en drie lange beklimmingen op het programma. Te beginnen met de Col du Glandon (21,7 kilometer tegen gemiddeld 5,1 procent). Het probleem van de klim is dat hij zeer onregelmatig is: de ene keer gaat het heel stijl omhoog, daarna wordt het klimmen onderbroken door een korte afdaling. Daarna wacht de Col de Madeleine (19,2 kilometer tegen 7,9 procent). De finish ligt dus op de Col de la Loze (26,2 kilometer klimmen tegen gemiddeld 6,5 procent). Ook hiervoor geldt: de klim verloopt onregelmatig. De ene keer gaat het in dubbele cijfers omhoog, daarna vlakt het weer af. In de Tour van 2020 en die van 2023 werd de Col de la Loze ook aangedaan. In 2020 won Miguel Ángel Lopéz voor Primoz Roglic en Tadej Pogacar. Twee jaar geleden won Felix Gall de etappe. Jonas Vingegaard besliste tijdens de beklimming van de Col de la Loze de Tour door meer dan vijf minuten weg te rijden bij Pogacar. In 2020 en 2023 werd overigens de andere kant van de col beklommen, vandaag beklimmen de renners de berg aan de ‘makkelijkere’ kant. Vingegaard en zijn ploeg Visma-Lease a Bike – voorheen Jumbo-Visma - zullen deze etappe dus omcirkeld hebben. Vingegaard viel in rit 16, met aankomst op Mont-Ventoux al meerdere keren aan, maar kon Pogacar niet breken. De Col de la Loze is de enige beklimming deze Tour die tot ver boven de 2000 meter gaat (ruim 2300 meter). Dat is het terrein waarop de Deense kopman, winnaar van de Tour in 2022 en 2023, in het verleden vaak beter was dan Pogacar. Ook zal de gedachte teruggaan naar de elfde etappe van de Tour van 2022. Jumbo-Visma kwam met een meesterplan in die rit, die voerde over de Col du Télégraphe, Col du Galibier en eindigde op de Col du Granon van ruim 2400 meter. Pogacar werd die rit ‘uitgerookt’, werd bestookt met aanvallen. Vingegaard reed op de slotklim weg, pakte twee minuten, won zijn eerste Tour-etappe, greep het geel en stond de leiderstrui niet meer af die Tour. Deze etappe is iets minder zwaar dan die rit, Pogacar en Vingegaard zijn weer drie jaar ouder, de ploegen zijn niet meer hetzelfde, maar toch… De kanshebbers van Helden *** Jonas Vingegaard ** Tadej Pogacar * Florian Lipowitz [caption id="attachment_21490" align="alignnone" width="2560"]  [/caption]  
Jonas Vingegaard heeft al een tijd lang de achttiende etappe in zijn hoofd als zíjn rit. De eerste Alpenrit eindigt op Col de la Loze. Het is niet alleen de koninginnenrit van de Tour van 2025, de kopman van Visma-Lease a Bike heeft ook heel goede herinneringen aan de klim. Als hij gele truidrager Tadej Pogacar, die een voorsprong van 4 minuten en 15 seconden op hem heeft, aan het wankelen wil brengen, moet het in deze etappe gebeuren. De 171 kilometer lange bergetappe gaat van start in Vif, in totaal taan 5500 hoogtemeters en drie lange beklimmingen op het programma. Te beginnen met de Col du Glandon (21,7 kilometer tegen gemiddeld 5,1 procent). Het probleem van de klim is dat hij zeer onregelmatig is: de ene keer gaat het heel stijl omhoog, daarna wordt het klimmen onderbroken door een korte afdaling. Daarna wacht de Col de Madeleine (19,2 kilometer tegen 7,9 procent). De finish ligt dus op de Col de la Loze (26,2 kilometer klimmen tegen gemiddeld 6,5 procent). Ook hiervoor geldt: de klim verloopt onregelmatig. De ene keer gaat het in dubbele cijfers omhoog, daarna vlakt het weer af. In de Tour van 2020 en die van 2023 werd de Col de la Loze ook aangedaan. In 2020 won Miguel Ángel Lopéz voor Primoz Roglic en Tadej Pogacar. Twee jaar geleden won Felix Gall de etappe. Jonas Vingegaard besliste tijdens de beklimming van de Col de la Loze de Tour door meer dan vijf minuten weg te rijden bij Pogacar. In 2020 en 2023 werd overigens de andere kant van de col beklommen, vandaag beklimmen de renners de berg aan de ‘makkelijkere’ kant. Vingegaard en zijn ploeg Visma-Lease a Bike – voorheen Jumbo-Visma - zullen deze etappe dus omcirkeld hebben. Vingegaard viel in rit 16, met aankomst op Mont-Ventoux al meerdere keren aan, maar kon Pogacar niet breken. De Col de la Loze is de enige beklimming deze Tour die tot ver boven de 2000 meter gaat (ruim 2300 meter). Dat is het terrein waarop de Deense kopman, winnaar van de Tour in 2022 en 2023, in het verleden vaak beter was dan Pogacar. Ook zal de gedachte teruggaan naar de elfde etappe van de Tour van 2022. Jumbo-Visma kwam met een meesterplan in die rit, die voerde over de Col du Télégraphe, Col du Galibier en eindigde op de Col du Granon van ruim 2400 meter. Pogacar werd die rit ‘uitgerookt’, werd bestookt met aanvallen. Vingegaard reed op de slotklim weg, pakte twee minuten, won zijn eerste Tour-etappe, greep het geel en stond de leiderstrui niet meer af die Tour. Deze etappe is iets minder zwaar dan die rit, Pogacar en Vingegaard zijn weer drie jaar ouder, de ploegen zijn niet meer hetzelfde, maar toch… De kanshebbers van Helden *** Jonas Vingegaard ** Tadej Pogacar * Florian Lipowitz [caption id="attachment_21490" align="alignnone" width="2560"]  [/caption]  

Tour de France

Prognose etappe 17: Milan het groen, Merlier te ritzege

De sprinters komen er deze Tour de France bekaaid vanaf. De eerste etappe werd gewonnen door Jasper Philipsen, maar door waaiervorming misten de meeste sprinters de slag. Daarna waren er slechts drie echte massasprints: twee werden gewonnen door Tim Merlier en één door Jonathan Milan. In etappe 17, een vlakke rit van 161 kilometer van Bollène naar Valence, is het normaal gesproken weer aan de snelle mannen. Voor Milan dé kans om een belangrijke slag te slaan met het oog op de groene trui. Maar de snelste spurter lijkt Tim Merlier. De Col de Boutière (5,7 kilometer à 3,3 procent) en de Col de Tartaiguille (4,3 kilometer tegen 3,9 procent) zijn in de zeventiende rit niet onoverkomelijk voor de rappe mannen. De laatste beklimming ligt ook nog eens op veertig kilometer van de finish, dus tijd genoeg om eventuele schade te herstellen. Wat een sprintersfeestje kan verstieren is de wind, de rit gaat door de Rhônevallei en daar kan het flink tekeer gaan. Het kan dus ook zomaar een ‘waaieretappe' worden. Mocht Milan vandaag niet voldoende punten pakken voor de groene trui, dan zou het zomaar zo kunnen zijn dat Tadej Pogacar in Parijs zowel het geel, het groen als de bolletjestrui aan mag trekken. De enige die deze bijzondere hattrick voltooide, was Eddy Merckx in de Tour van 1969. De kanshebbers van Helden *** Tim Merlier ** Jonathan Milan * Biniam Girmay
De sprinters komen er deze Tour de France bekaaid vanaf. De eerste etappe werd gewonnen door Jasper Philipsen, maar door waaiervorming misten de meeste sprinters de slag. Daarna waren er slechts drie echte massasprints: twee werden gewonnen door Tim Merlier en één door Jonathan Milan. In etappe 17, een vlakke rit van 161 kilometer van Bollène naar Valence, is het normaal gesproken weer aan de snelle mannen. Voor Milan dé kans om een belangrijke slag te slaan met het oog op de groene trui. Maar de snelste spurter lijkt Tim Merlier. De Col de Boutière (5,7 kilometer à 3,3 procent) en de Col de Tartaiguille (4,3 kilometer tegen 3,9 procent) zijn in de zeventiende rit niet onoverkomelijk voor de rappe mannen. De laatste beklimming ligt ook nog eens op veertig kilometer van de finish, dus tijd genoeg om eventuele schade te herstellen. Wat een sprintersfeestje kan verstieren is de wind, de rit gaat door de Rhônevallei en daar kan het flink tekeer gaan. Het kan dus ook zomaar een ‘waaieretappe' worden. Mocht Milan vandaag niet voldoende punten pakken voor de groene trui, dan zou het zomaar zo kunnen zijn dat Tadej Pogacar in Parijs zowel het geel, het groen als de bolletjestrui aan mag trekken. De enige die deze bijzondere hattrick voltooide, was Eddy Merckx in de Tour van 1969. De kanshebbers van Helden *** Tim Merlier ** Jonathan Milan * Biniam Girmay