Word abonnee
Meer

Voetbal

Sherida Spitse: “Ik ben niet een type dat lang huilt”

Sherida Spitse (34) is al jaren een van de boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvoetbal. De aanvoerder van Ajax en de OranjeLeeuwinnen heeft een roerige periode achter de rug. Vooral privé. Afgelopen zomer deed ze haar verhaal in Helden Magazine nummer 76. En ze blikte alvast vooruit op haar toekomstige trainerscarrière. Sherida Spitse Het zijn privé roerige tijden voor je. “Inderdaad. Een scheiding kost alleen maar negatieve energie. Uiteindelijk weet ik waarom ik het heb besloten, maar dat het een lastige periode was en nog steeds is, kan ik niet ontkennen.” Jij trouwde in 2018 en jij kreeg met jouw ex-vrouw in 2017 zoon Jens en in 2020 dochter Mila. Ajax-tv heeft de documentaire ‘Special Sherida’ over je gemaakt waarin je heel eerlijk over je scheiding praat. Ik vind dat knap. “Ik kan heel makkelijk schakelen. In de docu zeg ik: onderweg gebeuren er genoeg dingen en uiteindelijk moet je zelf de weg vinden hoe je daar mee omgaat. Het was en is niet makkelijk, voor mijn ex-vrouw niet en voor mij niet. Ik heb de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, maar dat betekent niet dat ik de situatie zomaar achter me laat. Dat kan niet, we hebben twee kinderen samen, dus we moeten wel zorgen dat alles goed wordt geregeld en er structuur en duidelijkheid is. Daar zijn we nu mee bezig. Ik hoop dat het allemaal wat rustiger wordt, vooral voor onze kinderen.” "Ik heb de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, maar dat betekent niet dat ik de situatie zomaar achter me laat. Dat kan niet, we hebben twee kinderen samen" In jouw documentaire spelen je ouders ook een belangrijke rol. ‘‘Zij zijn mijn hele leven al heel belangrijk en nu het privé allemaal wat moeilijker gaat, zijn ze nog belangrijker. Ik voel niet alleen de steun van mijn ouders, maar ook van mijn zus. Ik deel heel veel met haar. Zij heeft soms uitspraken waarbij ik denk: zo sta ik ook in het leven. Mijn broertje steunt me ook wel, maar weer op een andere manier. Ik trek de laatste tijd weer meer naar mijn familie. En natuurlijk ben ik ook weleens bij mijn ouders op de bank geploft en in tranen uitgebarsten, terwijl ik me me de vraag stelde waarom het allemaal zo moest gaan. Maar bij ons thuis halen we uit elke tegenslag wel weer het positieve. Ik ben ook niet een type dat lang huilt. Het is me wel eens in de auto overkomen dat ik naar muziek luisterde en ineens vol schoot. Dat hoort bij de verwerking denk ik, want dan spreekt m’n hart. Het is ook niet dat ik dat in een grote groep ga huilen. Ik hou daar niet zo van, maar soms gebeurt het en dan is het wat het is.” Heb je nog contact met je schoonfamilie? “Nee. Ik vind het jammer, want dat had voor mij niet gehoeven. Er is helaas genoeg gebeurd waarop ik verder niet wil ingaan. Dat doe ik niet voor mijn kinderen en ik vind het niet netjes tegenover mijn ex. Ik had helaas niet gedacht dat het op zo’n manier zou gaan. Ik wil helemaal geen strijd, zo iemand ben ik niet.” Het valt me op dat jouw ogen zo sprankelen, ondanks wat je allemaal meemaakt naast het voetbal. “Ik zeg ook weleens: het is een wonder dat ik nog zo presteer met alles wat er gaande is. Natuurlijk spreek ik over wat ik naast het voetbal meemaak met mijn familie en ook met mensen binnen Ajax die ervan weten. Sharing is caring, het is belangrijk om het erover te hebben. Dat heb ik geleerd door de jaren heen. Ik was nooit zo’n prater over privézaken.” [caption id="attachment_20950" align="aligncenter" width="2030"] Sherida Spitse[/caption] Met wie binnen Ajax praat je? “Ik kan goed praten met Loïs Schenkel. Met Daphne Koster heb ik ook gesproken, ik weet dat ik altijd bij haar terecht kan en ook bij Tanya Bröring. Ik heb niks aan mensen die alleen maar zeggen: ‘Het is goed Sherida, jij hebt gelijk.’ Ik wil ook altijd mensen om me heen die tegen mij zeggen: ‘Sherida, wat jij nu doet is niet zo slim.’ Dat als ik op een bepaalde manier reageer, zij zeggen: ‘Je kunt ook op een andere manier reageren of je kunt ook op een andere toon praten, waardoor je misschien wel bij iemand iets losmaakt.’ Ik heb er wat aan als mensen mij tegenspreken en niet alleen maar met mij mee hobbelen als ik zeg wat ik vind. Ik weet wat ik wil, heb een mening en ik ben best direct, maar ik ben ook wel weer heel gevoelig, dus luister graag naar de meningen van anderen. Dan denk ik daarover na en vaak doe ik er uiteindelijk wat mee.” Wat voor moeder ben je op dit moment? “Een heel zorgzame moeder en af en toe is er tijd voor een dolletje. Ik geniet heel erg als ik de kinderen heb. Daarvoor was ik, al dan niet onbewust, af en toe wat chagrijnig omdat ik me niet helemaal happy voelde. Het is misschien gek om te zeggen, maar ik geniet nu meer dan vroeger. Dat gevoel van chagrijn heb ik niet meer.” Ben je een leukere moeder geworden na de scheiding? “Weet ik niet. Voor de scheiding was ik ook wel leuk, maar ik maakte niet voor niets de keuze om te stoppen met onze relatie. Ik was toch niet honderd procent gelukkig. Ik vond het geen makkelijk besluit, mede omdat we kinderen hebben. We hebben prima jaren gehad, maar ik merkte dat een aantal dingen na mijn besluit van mijn schouders afvielen en dat ik wellicht daardoor weer meer kan genieten.” Kun je de kinderen vaak genoeg zien met jouw drukke schema? “Ja, we hebben nu een regeling getroffen dat ik ze maandag en dinsdag zie en om het weekend. Eigenlijk wil ik toe naar fifty-fifty. Dat kan ik ook met Ajax regelen, dus dat zou uiteindelijk wel prettig zijn.” Guus Hiddink vertelde een keer over een gescheiden speler die zijn kinderen niet altijd kon zien. Hiddink zei na een training of wedstrijd meteen: ‘Hup wegwezen.’ Dan kon hij snel naar de kinderen toe. Soms mocht die speler ook wel eens een training skippen. “Dat herken ik wel. Ik heb een goede band met de coach en ook het team begrijpt mijn sitiuatie, ze helpen mij daarin en dat is heel fijn. Ik kan na de training op maandag en dinsdag meteen naar huis en de kinderen uit school halen. Het is prettig dat er wordt meegedacht, want uiteindelijk helpt dat ook op het voetbalveld, dat gaat samen.” Ben je nu alleen? “Ja, ik ben nog alleen en dat is voor nu helemaal goed. Ik wil eerst duidelijkheid en rust creëren voor mijn kinderen. Rust, dat is het belangrijkste woord.” Oneerbiedig gezegd zou je kunnen stellen dat Sherida in de nadagen van haar voetbalcarrière zit. Maar op het veld beweegt ze nog als een jonge hinde. “Ik zei laatst nog: hoe ouder ik word, des te fitter ik me voel. Ook al word ik in mei 35, zo oud voel ik me niet.” Hoe kan het dat je je zo fit voelt, zit dat ook in je hoofd? “Dat geloof ik zeker en ik ben ook een nuchtere Friezin, dus ik maak me ook niet zo snel druk om dingen. Ik wilde een tijdje terug toch nog een iets lager vetpercentage hebben. Ook al zag ik er fit uit, ik wilde met die paar procenten minder vet zorgen dat ik nog wat fitter was waardoor ik ook weer sneller herstelde van wedstrijden en trainingen. Ik ging daarmee aan de slag met mijn zwager Gerson, die helpt me ook met mijn voeding. Het programma NutriShape heeft me fitter gemaakt. En daardoor had ik begin 2024 een lager vetpercentage dan drie maanden daarvoor. Dat zijn die details waar ik continu mee bezig ben. Ik zie het altijd als een uitdaging om topfit te zijn, vind dat leuk. Een heel andere speler word ik niet meer, maar ik kan altijd nog een paar procenten beter worden in bijvoorbeeld het nemen van vrije trappen.” Je zou Sherida Spitse zomaar de Abe Lenstra van het vrouwenvoetbal kunnen noemen. Abe is geboren in Heerenveen, Sherida 25 kilometer verderop in Sneek. Net als Abe volgde ze geheel haar eigen pad. De op 29 mei 1990 geboren Sherida zag in dat ze bij Heerenveen de wereldtop niet zou halen. Ze volgde het pad van Lenstra en ging na vijf jaar Heerenveen naar FC Twente, de fusieclub die voortkwam uit SC Enschede en Enschedse Boys, de clubs waar Abe na Heerenveen voor speelde. Sherida groeide uit toe een van de succesvolste Nederlandse voetbalsters. Overal waar ze kwam, was er sportief succes. Ze won twee keer de Women’s BeNe League met FC Twente. Daarna vertrok ze naar LSK Kvinner in Noorwegen. Sherida had de primeur de eerste Nederlandse profspeelster te zijn voor wie een tranferbedrag werd betaald. Ze pakte in Noorwegen drie landstitels op rij. Ze keerde een jaartje terug bij Twente en ging toen weer terug naar Noorwegen. Ook met Valerenga werd ze Noors kampioen. In 2021 keerde ze terug naar Nederland, Sherida ging bij Ajax spelen, waarmee ze in 2022 de beker won en in 2023 de landstitel. Ook maakte ze de volledige bloeiperiode van het Nederlands team mee. Ze was erbij toen de OranjeLeeuwinnen in 2015 voor het eerst meededen aan het WK. Twee jaar later was ze van de partij toen in Utrecht de Europese titel werd veroverd. En in 2019 won ze WK-zilver. Teleurstelling was er ook. Door een knieblessure miste Sherida de Spelen van 2021 in Tokio. Legende Heb je al jong gedacht dat je ver kon komen? “Ik heb altijd gevoeld dat ik kwaliteiten had. Mensen die mij zagen als meisje van zes jaar oud zagen dat ook wel. Dat werd ook wel tegen mij gezegd. Ik werd uiteindelijk meteen geselecteerd voor de jeugselectie van ons district. Mijn droom was altijd het Nederlands elftal. Ik wist dat ik het zou gaan halen, maar niet op zo’n jonge leeftijd.” Het Nederlands elftal stelde toen jij jong was nog niet veel voor. “Klopt, maar toen ik ouder werd en Jong Oranje serieus werd genomen, voelde je al wel dat er iets stond te gebeuren. Ik ben toenmalige bondscoach Vera Pauw nog steeds heel erg dankbaar. Zij had mij gezien bij de districts- en de jeugdelftallen en heeft me meteen bij het Nederlands elftal gehaald. Ik was zestien toen ik debuteerde in 2006 en was erbij toen we in 2009 voor de eerste keer naar een EK gingen.” Wat voor een band had je met Vera Pauw? “Een heel goede. Het eerste wat ze tegen mij zei, was: ‘Jij staat nog niet in de boeken geschreven.’ Ik was zestien, dacht: wat zegt ze nou tegen mij? Mijn loopbaan stond nog in de kinderschoenen. Maar tegen mijn ouders zei ze: ‘Sherida heeft het in zich om een legende te worden.’ Dat het allemaal is uitgekomen, vind ik wel mooi voor Vera. Ik heb nog steeds goed contact met haar en zij zal altijd speciaal voor mij blijven, omdat zij degene is die mij als junior bij het Nederlands elftal heeft gehaald.” Voelde je geen druk toen Vera Pauw zei dat jij een legende kon worden? “Ik zag het eerder als groot vertrouwen dat ze in me uitsprak. Aan mij de taak om dat vertrouwen waar te maken. Bij het EK van 2009 zat ik op de bank, heb ik vooral heel veel warmgelopen. Ik was achttien, keek goed om me heen en moest mijn job doen. Uiteindelijk werd ik basisspeelster, maar ik voelde de opdracht om me wel te blijven ontwikkelen. Omdat het Nederlandse vrouwenvoetbal ook met sprongen vooruit ging. Ik ben er trots op dat ik er nu, bijna twintig jaar later, nog steeds bij zit, en dat ik binnenkort hopelijk 240 interlands op mijn naam heb staan. Ik vind het nog steeds heerlijk om op het veld te staan. Al jaren doe ik dit op topniveau, dag in dag uit, dus op een gegeven moment voel je ook wel dat het misschien tijd wordt voor wat anders. Maar nu nog niet. Ik ben er ook niet eentje die zegt: ik kap ermee, nu ik mezelf nog goed voel. Feit is wel dat ik niet meer de jongste ben en daarom kijk ik ook nog niet zover vooruit. Ik bekijk het per dag, zullen we maar zeggen. Het EK staat gepland en ik wil met Ajax kampioen worden, daar ligt mijn focus.” Snappen jouw kinderen dat mama een heel goede voetbalster is? “Ze hebben het wel door als wij op straat lopen. Dan willen kinderen op de foto met mij en Jens zegt ook weleens: ‘In de klas weten ze ook dat jij voetbalt.’ Dus ja, ze weten dat ik bekend ben. Over het algemeen vinden ze het oké, maar als ik bijvoorbeeld met ze op vakantie ben, vinden ze het soms vervelend, dan willen ze niet dat we continu gestoord worden. En tegelijkertijd vinden ze het ook wel stoer. Ze vinden het prachtig dat ze af en toe mee het veld op mogen lopen. Laatst liep Jens mee en een vorige keer Mila. Dat vinden ze dan wel weer bijzonder.” Zijn ze voetballertjes? “Mila zit op zwemles, die gaat bijna afzwemmen en daarna gaat ze voetballen. Jens zat eerst op BMX, maar zit nu ook op voetbal. Dus ja, ik heb twee voetballertjes. Wel leuk dat ik nu zelf bij Jens langs de lijn sta. Daar wonen de kinderen, dus dan moeten ze daar ook voetballen. Als ik geen kinderen had, dan was ik wel verhuisd. Ik heb verder niet zoveel in Emmen, heb daar ook niks opgebouwd. Geeft niet. Zolang de kinderen daar wonen, blijf ik daar ook. Ik wil ze zo vaak mogelijk zien en dat kan alleen als ik in Emmen woon. In Amsterdam-West heb ik ook een klein studiootje, maar het heen en weer rijden vind ik niet erg. Ik doe het al vier jaar. Het kost soms wel energie, maar dat heb ik er voor over.” Sherida zag de afgelopen jaren heel wat speelsters met wie ze in het Nederlands elftal speelde, afzwaaien. De aanvoerster maakt zich op voor het EK, dat van 2 tot en met 27 juli in Zwitserland wordt gespeeld. Tegen die tijd is ze 35. En onder bondscoach Andries Jonker was ze afgelopen tijd niet altijd meer verzekerd van een basisplaats. Hoe kijk je naar het Nederlands elftal met talenten als Wieke Kaptein en Esmee Brugts? “Ik zei van de week nog dat wij in de breedte zo zijn gegroeid. Dat is alleen maar goed voor het Nederlandse voetbal en voor het Nederlands elftal. Een aantal jaren geleden waren die talenten er niet. De komst van goede talenten betekent dat we een ontwikkeling doormaken waar ik alleen maar blij van word. Dat er concurrentie is, hoort er bij. Zoals we onlangs tegen Amerika speelden, de nummer één van de wereld, vond ik geweldig. Het was tik-tik-tik. Ik heb daar zo van genoten. Er zijn zoveel pure talenten op dit moment. Ik probeert die jonge meiden wat te helpen. Mooi is ook dat Lineth Beerensteyn na een iets mindere periode nu echt in vorm is en zo makkelijk scoort. We hebben echt een leuke groep met een goede combi van iets oudere, ervaren speelsters en jeugd. Als ik straks stop, dan hoop ik dat ze wat van mijn winnaarsmentaliteit meenemen. Want talent alleen is niet genoeg.” Bondscoach Zie jij jezelf ooit als bondscoach? “Jazeker, maar ik denk dat ik eerst een club moet trainen. Ik wil ook niet te snel. Als ik de trainerspapieren wil halen, helpt Ajax mij daarbij en kan ik binnen Ajax stage lopen. Het was mooi geweest als ik nu al de papieren had kunnen halen, maar dan had ik honderd procent aanwezig moeten zijn op de cursus en dat kan niet zolang ik speel. Ik vind de route die John Heitinga heeft doorlopen mooi, dat is voor mij een voorbeeld. Ook hoe hij omgaat met mensen, spreekt mij aan. Hij zei me dat ik altijd met hem mag meekijken. Dat is natuurlijk wel mooi. John kwam ook wel bij onze wedstrijden kijken.” Wat voor coach zul jij zijn? “Ik vind het heel belangrijk dat een team echt voor mij door het vuur wil gaan. Dat betekent dat ik een band moet opbouwen met de spelers, met de stafleden en een sfeer moet creëren waarin iedereen zich goed voelt. Natuurlijk heb ik ook een bepaalde filosofie hoe ik wil spelen: aanvallend, mooi.” Waarom moest je glimlachen om de vraag wat voor coach je wil zijn? “Ik denk dat ik een andere trainer word dan heel veel andere trainers, vind het belangrijk dat iedereen zich goed voelt en volgens mij wordt dat soms nog weleens vergeten. Het is  heel belangrijk is dat je, met name in het vrouwenvoetbal, beseft dat je met mensen werkt die druk ervaren en voor alles ‘mens’ zijn. Ik weet trouwens niet of ik in het vrouwenvoetbal wil werken, misschien wil ik wel in het mannenvoetbal werken. Beide opties houd ik open.” Je hebt veel coaches gehad, wie is jouw voorbeeld als trainer? “Ik vond Arjan Veurink met wie ik bij FC Twente heb gewerkt, een heel goede trainer. Ook toen hij assistent was bij het Nederlandse elftal. Als mens vond ik hem bovendien een fijne trainer. Ik kon heel goed met hem praten. Van Andries Jonker heb ik ook veel geleerd. Hij is heel direct. Ik hou daar wel van, dat past ook bij mij.” Heb je als speelster wel eens vervelende dingen meegemaakt met een trainer? “Nee, nooit eigenlijk, maar dat komt ook wel door wie ik ben, denk ik. Ik zou niet zomaar toelaten dat iemand mij kapot gaat maken, daarvoor heb ik een te sterk karakter. Nooit heb ik gekke dingen meegemaakt, niet in de jeugd en niet bij de senioren. Ik deed ook altijd wat een coach van mij vroeg. Dan is het ook niet zo heel moeilijk. Natuurlijk hebben we wel eens discussies, maar ook dan ging ik er niet met gestrekt been in. Dan dacht ik: als hij of zij dat zo wil, dan doe ik dat gewoon. Nee, ik heb niet één trainer van wie ik zeg: dat vond ik niks.” Hoe kijk jij aan tegen het vertrek na vorig seizoen van Suzanne Bakker, jouw coach bij Ajax? “Als de leiding een nieuwe weg wil inslaan, dan is dat zo. Natuurlijk heeft ze goede prestaties geleverd. We zijn vorig seizoen geen kampioen geworden, maar hebben het wel heel goed gedaan in de Champions League. Toch kon ik er wel in komen dat Ajax een nieuwe weg wilde inslaan.” Sherida zag de afgelopen jaren steeds meer van haar ploeggenoten en oud-ploeggenoten moeder worden. Shanice van der Sanden, Merel van Dongen, Stephanie van der Gragt en onlangs Lieke Martens en Kika van Es kan ieder moment bevallen. “Ik heb Lieke meteen een berichtje gestuurd na de bevalling. Stephanie heeft er twee, net als wij. Met alle speelsters die nu moeder zijn en met wie ik heb gespeeld, heb ik contact. Als ik Shanice spreek is het altijd goed” Wie zijn je vrienden in het voetbal? “Ik heb een aantal vrienden uit het voetbal. Shanice sowieso, Daniëlle van de Donk, Anouk Dekker en Sari van Veenendaal ook. Ik spreek ze niet elke dag, maar als ik ze spreek is het altijd goed.” Heb je nog ergens spijt van in je leven? “Ik heb van geen enkele beslissing in mijn leven spijt.” En waar ben je het meest trots op? “Op wat ik heb bereikt in het leven, maar vooral op mijn kids. Hoe ze zijn, hoe ze het doen. Ik ben ook trots om wie ik ben als persoon en dankbaar dat mijn ouders mij een lijf hebben gegeven waar ik continu mee aan de bak kon en kan.” Meer lezen? Daphne van Domselaar: 'Ze zeggen dat keepers een beetje gek zijn' Het vragenvuur van Veerle Buurman
Sherida Spitse (34) is al jaren een van de boegbeelden van het Nederlandse vrouwenvoetbal. De aanvoerder van Ajax en de OranjeLeeuwinnen heeft een roerige periode achter de rug. Vooral privé. Afgelopen zomer deed ze haar verhaal in Helden Magazine nummer 76. En ze blikte alvast vooruit op haar toekomstige trainerscarrière. Sherida Spitse Het zijn privé roerige tijden voor je. “Inderdaad. Een scheiding kost alleen maar negatieve energie. Uiteindelijk weet ik waarom ik het heb besloten, maar dat het een lastige periode was en nog steeds is, kan ik niet ontkennen.” Jij trouwde in 2018 en jij kreeg met jouw ex-vrouw in 2017 zoon Jens en in 2020 dochter Mila. Ajax-tv heeft de documentaire ‘Special Sherida’ over je gemaakt waarin je heel eerlijk over je scheiding praat. Ik vind dat knap. “Ik kan heel makkelijk schakelen. In de docu zeg ik: onderweg gebeuren er genoeg dingen en uiteindelijk moet je zelf de weg vinden hoe je daar mee omgaat. Het was en is niet makkelijk, voor mijn ex-vrouw niet en voor mij niet. Ik heb de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, maar dat betekent niet dat ik de situatie zomaar achter me laat. Dat kan niet, we hebben twee kinderen samen, dus we moeten wel zorgen dat alles goed wordt geregeld en er structuur en duidelijkheid is. Daar zijn we nu mee bezig. Ik hoop dat het allemaal wat rustiger wordt, vooral voor onze kinderen.” "Ik heb de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, maar dat betekent niet dat ik de situatie zomaar achter me laat. Dat kan niet, we hebben twee kinderen samen" In jouw documentaire spelen je ouders ook een belangrijke rol. ‘‘Zij zijn mijn hele leven al heel belangrijk en nu het privé allemaal wat moeilijker gaat, zijn ze nog belangrijker. Ik voel niet alleen de steun van mijn ouders, maar ook van mijn zus. Ik deel heel veel met haar. Zij heeft soms uitspraken waarbij ik denk: zo sta ik ook in het leven. Mijn broertje steunt me ook wel, maar weer op een andere manier. Ik trek de laatste tijd weer meer naar mijn familie. En natuurlijk ben ik ook weleens bij mijn ouders op de bank geploft en in tranen uitgebarsten, terwijl ik me me de vraag stelde waarom het allemaal zo moest gaan. Maar bij ons thuis halen we uit elke tegenslag wel weer het positieve. Ik ben ook niet een type dat lang huilt. Het is me wel eens in de auto overkomen dat ik naar muziek luisterde en ineens vol schoot. Dat hoort bij de verwerking denk ik, want dan spreekt m’n hart. Het is ook niet dat ik dat in een grote groep ga huilen. Ik hou daar niet zo van, maar soms gebeurt het en dan is het wat het is.” Heb je nog contact met je schoonfamilie? “Nee. Ik vind het jammer, want dat had voor mij niet gehoeven. Er is helaas genoeg gebeurd waarop ik verder niet wil ingaan. Dat doe ik niet voor mijn kinderen en ik vind het niet netjes tegenover mijn ex. Ik had helaas niet gedacht dat het op zo’n manier zou gaan. Ik wil helemaal geen strijd, zo iemand ben ik niet.” Het valt me op dat jouw ogen zo sprankelen, ondanks wat je allemaal meemaakt naast het voetbal. “Ik zeg ook weleens: het is een wonder dat ik nog zo presteer met alles wat er gaande is. Natuurlijk spreek ik over wat ik naast het voetbal meemaak met mijn familie en ook met mensen binnen Ajax die ervan weten. Sharing is caring, het is belangrijk om het erover te hebben. Dat heb ik geleerd door de jaren heen. Ik was nooit zo’n prater over privézaken.” [caption id="attachment_20950" align="aligncenter" width="2030"] Sherida Spitse[/caption] Met wie binnen Ajax praat je? “Ik kan goed praten met Loïs Schenkel. Met Daphne Koster heb ik ook gesproken, ik weet dat ik altijd bij haar terecht kan en ook bij Tanya Bröring. Ik heb niks aan mensen die alleen maar zeggen: ‘Het is goed Sherida, jij hebt gelijk.’ Ik wil ook altijd mensen om me heen die tegen mij zeggen: ‘Sherida, wat jij nu doet is niet zo slim.’ Dat als ik op een bepaalde manier reageer, zij zeggen: ‘Je kunt ook op een andere manier reageren of je kunt ook op een andere toon praten, waardoor je misschien wel bij iemand iets losmaakt.’ Ik heb er wat aan als mensen mij tegenspreken en niet alleen maar met mij mee hobbelen als ik zeg wat ik vind. Ik weet wat ik wil, heb een mening en ik ben best direct, maar ik ben ook wel weer heel gevoelig, dus luister graag naar de meningen van anderen. Dan denk ik daarover na en vaak doe ik er uiteindelijk wat mee.” Wat voor moeder ben je op dit moment? “Een heel zorgzame moeder en af en toe is er tijd voor een dolletje. Ik geniet heel erg als ik de kinderen heb. Daarvoor was ik, al dan niet onbewust, af en toe wat chagrijnig omdat ik me niet helemaal happy voelde. Het is misschien gek om te zeggen, maar ik geniet nu meer dan vroeger. Dat gevoel van chagrijn heb ik niet meer.” Ben je een leukere moeder geworden na de scheiding? “Weet ik niet. Voor de scheiding was ik ook wel leuk, maar ik maakte niet voor niets de keuze om te stoppen met onze relatie. Ik was toch niet honderd procent gelukkig. Ik vond het geen makkelijk besluit, mede omdat we kinderen hebben. We hebben prima jaren gehad, maar ik merkte dat een aantal dingen na mijn besluit van mijn schouders afvielen en dat ik wellicht daardoor weer meer kan genieten.” Kun je de kinderen vaak genoeg zien met jouw drukke schema? “Ja, we hebben nu een regeling getroffen dat ik ze maandag en dinsdag zie en om het weekend. Eigenlijk wil ik toe naar fifty-fifty. Dat kan ik ook met Ajax regelen, dus dat zou uiteindelijk wel prettig zijn.” Guus Hiddink vertelde een keer over een gescheiden speler die zijn kinderen niet altijd kon zien. Hiddink zei na een training of wedstrijd meteen: ‘Hup wegwezen.’ Dan kon hij snel naar de kinderen toe. Soms mocht die speler ook wel eens een training skippen. “Dat herken ik wel. Ik heb een goede band met de coach en ook het team begrijpt mijn sitiuatie, ze helpen mij daarin en dat is heel fijn. Ik kan na de training op maandag en dinsdag meteen naar huis en de kinderen uit school halen. Het is prettig dat er wordt meegedacht, want uiteindelijk helpt dat ook op het voetbalveld, dat gaat samen.” Ben je nu alleen? “Ja, ik ben nog alleen en dat is voor nu helemaal goed. Ik wil eerst duidelijkheid en rust creëren voor mijn kinderen. Rust, dat is het belangrijkste woord.” Oneerbiedig gezegd zou je kunnen stellen dat Sherida in de nadagen van haar voetbalcarrière zit. Maar op het veld beweegt ze nog als een jonge hinde. “Ik zei laatst nog: hoe ouder ik word, des te fitter ik me voel. Ook al word ik in mei 35, zo oud voel ik me niet.” Hoe kan het dat je je zo fit voelt, zit dat ook in je hoofd? “Dat geloof ik zeker en ik ben ook een nuchtere Friezin, dus ik maak me ook niet zo snel druk om dingen. Ik wilde een tijdje terug toch nog een iets lager vetpercentage hebben. Ook al zag ik er fit uit, ik wilde met die paar procenten minder vet zorgen dat ik nog wat fitter was waardoor ik ook weer sneller herstelde van wedstrijden en trainingen. Ik ging daarmee aan de slag met mijn zwager Gerson, die helpt me ook met mijn voeding. Het programma NutriShape heeft me fitter gemaakt. En daardoor had ik begin 2024 een lager vetpercentage dan drie maanden daarvoor. Dat zijn die details waar ik continu mee bezig ben. Ik zie het altijd als een uitdaging om topfit te zijn, vind dat leuk. Een heel andere speler word ik niet meer, maar ik kan altijd nog een paar procenten beter worden in bijvoorbeeld het nemen van vrije trappen.” Je zou Sherida Spitse zomaar de Abe Lenstra van het vrouwenvoetbal kunnen noemen. Abe is geboren in Heerenveen, Sherida 25 kilometer verderop in Sneek. Net als Abe volgde ze geheel haar eigen pad. De op 29 mei 1990 geboren Sherida zag in dat ze bij Heerenveen de wereldtop niet zou halen. Ze volgde het pad van Lenstra en ging na vijf jaar Heerenveen naar FC Twente, de fusieclub die voortkwam uit SC Enschede en Enschedse Boys, de clubs waar Abe na Heerenveen voor speelde. Sherida groeide uit toe een van de succesvolste Nederlandse voetbalsters. Overal waar ze kwam, was er sportief succes. Ze won twee keer de Women’s BeNe League met FC Twente. Daarna vertrok ze naar LSK Kvinner in Noorwegen. Sherida had de primeur de eerste Nederlandse profspeelster te zijn voor wie een tranferbedrag werd betaald. Ze pakte in Noorwegen drie landstitels op rij. Ze keerde een jaartje terug bij Twente en ging toen weer terug naar Noorwegen. Ook met Valerenga werd ze Noors kampioen. In 2021 keerde ze terug naar Nederland, Sherida ging bij Ajax spelen, waarmee ze in 2022 de beker won en in 2023 de landstitel. Ook maakte ze de volledige bloeiperiode van het Nederlands team mee. Ze was erbij toen de OranjeLeeuwinnen in 2015 voor het eerst meededen aan het WK. Twee jaar later was ze van de partij toen in Utrecht de Europese titel werd veroverd. En in 2019 won ze WK-zilver. Teleurstelling was er ook. Door een knieblessure miste Sherida de Spelen van 2021 in Tokio. Legende Heb je al jong gedacht dat je ver kon komen? “Ik heb altijd gevoeld dat ik kwaliteiten had. Mensen die mij zagen als meisje van zes jaar oud zagen dat ook wel. Dat werd ook wel tegen mij gezegd. Ik werd uiteindelijk meteen geselecteerd voor de jeugselectie van ons district. Mijn droom was altijd het Nederlands elftal. Ik wist dat ik het zou gaan halen, maar niet op zo’n jonge leeftijd.” Het Nederlands elftal stelde toen jij jong was nog niet veel voor. “Klopt, maar toen ik ouder werd en Jong Oranje serieus werd genomen, voelde je al wel dat er iets stond te gebeuren. Ik ben toenmalige bondscoach Vera Pauw nog steeds heel erg dankbaar. Zij had mij gezien bij de districts- en de jeugdelftallen en heeft me meteen bij het Nederlands elftal gehaald. Ik was zestien toen ik debuteerde in 2006 en was erbij toen we in 2009 voor de eerste keer naar een EK gingen.” Wat voor een band had je met Vera Pauw? “Een heel goede. Het eerste wat ze tegen mij zei, was: ‘Jij staat nog niet in de boeken geschreven.’ Ik was zestien, dacht: wat zegt ze nou tegen mij? Mijn loopbaan stond nog in de kinderschoenen. Maar tegen mijn ouders zei ze: ‘Sherida heeft het in zich om een legende te worden.’ Dat het allemaal is uitgekomen, vind ik wel mooi voor Vera. Ik heb nog steeds goed contact met haar en zij zal altijd speciaal voor mij blijven, omdat zij degene is die mij als junior bij het Nederlands elftal heeft gehaald.” Voelde je geen druk toen Vera Pauw zei dat jij een legende kon worden? “Ik zag het eerder als groot vertrouwen dat ze in me uitsprak. Aan mij de taak om dat vertrouwen waar te maken. Bij het EK van 2009 zat ik op de bank, heb ik vooral heel veel warmgelopen. Ik was achttien, keek goed om me heen en moest mijn job doen. Uiteindelijk werd ik basisspeelster, maar ik voelde de opdracht om me wel te blijven ontwikkelen. Omdat het Nederlandse vrouwenvoetbal ook met sprongen vooruit ging. Ik ben er trots op dat ik er nu, bijna twintig jaar later, nog steeds bij zit, en dat ik binnenkort hopelijk 240 interlands op mijn naam heb staan. Ik vind het nog steeds heerlijk om op het veld te staan. Al jaren doe ik dit op topniveau, dag in dag uit, dus op een gegeven moment voel je ook wel dat het misschien tijd wordt voor wat anders. Maar nu nog niet. Ik ben er ook niet eentje die zegt: ik kap ermee, nu ik mezelf nog goed voel. Feit is wel dat ik niet meer de jongste ben en daarom kijk ik ook nog niet zover vooruit. Ik bekijk het per dag, zullen we maar zeggen. Het EK staat gepland en ik wil met Ajax kampioen worden, daar ligt mijn focus.” Snappen jouw kinderen dat mama een heel goede voetbalster is? “Ze hebben het wel door als wij op straat lopen. Dan willen kinderen op de foto met mij en Jens zegt ook weleens: ‘In de klas weten ze ook dat jij voetbalt.’ Dus ja, ze weten dat ik bekend ben. Over het algemeen vinden ze het oké, maar als ik bijvoorbeeld met ze op vakantie ben, vinden ze het soms vervelend, dan willen ze niet dat we continu gestoord worden. En tegelijkertijd vinden ze het ook wel stoer. Ze vinden het prachtig dat ze af en toe mee het veld op mogen lopen. Laatst liep Jens mee en een vorige keer Mila. Dat vinden ze dan wel weer bijzonder.” Zijn ze voetballertjes? “Mila zit op zwemles, die gaat bijna afzwemmen en daarna gaat ze voetballen. Jens zat eerst op BMX, maar zit nu ook op voetbal. Dus ja, ik heb twee voetballertjes. Wel leuk dat ik nu zelf bij Jens langs de lijn sta. Daar wonen de kinderen, dus dan moeten ze daar ook voetballen. Als ik geen kinderen had, dan was ik wel verhuisd. Ik heb verder niet zoveel in Emmen, heb daar ook niks opgebouwd. Geeft niet. Zolang de kinderen daar wonen, blijf ik daar ook. Ik wil ze zo vaak mogelijk zien en dat kan alleen als ik in Emmen woon. In Amsterdam-West heb ik ook een klein studiootje, maar het heen en weer rijden vind ik niet erg. Ik doe het al vier jaar. Het kost soms wel energie, maar dat heb ik er voor over.” Sherida zag de afgelopen jaren heel wat speelsters met wie ze in het Nederlands elftal speelde, afzwaaien. De aanvoerster maakt zich op voor het EK, dat van 2 tot en met 27 juli in Zwitserland wordt gespeeld. Tegen die tijd is ze 35. En onder bondscoach Andries Jonker was ze afgelopen tijd niet altijd meer verzekerd van een basisplaats. Hoe kijk je naar het Nederlands elftal met talenten als Wieke Kaptein en Esmee Brugts? “Ik zei van de week nog dat wij in de breedte zo zijn gegroeid. Dat is alleen maar goed voor het Nederlandse voetbal en voor het Nederlands elftal. Een aantal jaren geleden waren die talenten er niet. De komst van goede talenten betekent dat we een ontwikkeling doormaken waar ik alleen maar blij van word. Dat er concurrentie is, hoort er bij. Zoals we onlangs tegen Amerika speelden, de nummer één van de wereld, vond ik geweldig. Het was tik-tik-tik. Ik heb daar zo van genoten. Er zijn zoveel pure talenten op dit moment. Ik probeert die jonge meiden wat te helpen. Mooi is ook dat Lineth Beerensteyn na een iets mindere periode nu echt in vorm is en zo makkelijk scoort. We hebben echt een leuke groep met een goede combi van iets oudere, ervaren speelsters en jeugd. Als ik straks stop, dan hoop ik dat ze wat van mijn winnaarsmentaliteit meenemen. Want talent alleen is niet genoeg.” Bondscoach Zie jij jezelf ooit als bondscoach? “Jazeker, maar ik denk dat ik eerst een club moet trainen. Ik wil ook niet te snel. Als ik de trainerspapieren wil halen, helpt Ajax mij daarbij en kan ik binnen Ajax stage lopen. Het was mooi geweest als ik nu al de papieren had kunnen halen, maar dan had ik honderd procent aanwezig moeten zijn op de cursus en dat kan niet zolang ik speel. Ik vind de route die John Heitinga heeft doorlopen mooi, dat is voor mij een voorbeeld. Ook hoe hij omgaat met mensen, spreekt mij aan. Hij zei me dat ik altijd met hem mag meekijken. Dat is natuurlijk wel mooi. John kwam ook wel bij onze wedstrijden kijken.” Wat voor coach zul jij zijn? “Ik vind het heel belangrijk dat een team echt voor mij door het vuur wil gaan. Dat betekent dat ik een band moet opbouwen met de spelers, met de stafleden en een sfeer moet creëren waarin iedereen zich goed voelt. Natuurlijk heb ik ook een bepaalde filosofie hoe ik wil spelen: aanvallend, mooi.” Waarom moest je glimlachen om de vraag wat voor coach je wil zijn? “Ik denk dat ik een andere trainer word dan heel veel andere trainers, vind het belangrijk dat iedereen zich goed voelt en volgens mij wordt dat soms nog weleens vergeten. Het is  heel belangrijk is dat je, met name in het vrouwenvoetbal, beseft dat je met mensen werkt die druk ervaren en voor alles ‘mens’ zijn. Ik weet trouwens niet of ik in het vrouwenvoetbal wil werken, misschien wil ik wel in het mannenvoetbal werken. Beide opties houd ik open.” Je hebt veel coaches gehad, wie is jouw voorbeeld als trainer? “Ik vond Arjan Veurink met wie ik bij FC Twente heb gewerkt, een heel goede trainer. Ook toen hij assistent was bij het Nederlandse elftal. Als mens vond ik hem bovendien een fijne trainer. Ik kon heel goed met hem praten. Van Andries Jonker heb ik ook veel geleerd. Hij is heel direct. Ik hou daar wel van, dat past ook bij mij.” Heb je als speelster wel eens vervelende dingen meegemaakt met een trainer? “Nee, nooit eigenlijk, maar dat komt ook wel door wie ik ben, denk ik. Ik zou niet zomaar toelaten dat iemand mij kapot gaat maken, daarvoor heb ik een te sterk karakter. Nooit heb ik gekke dingen meegemaakt, niet in de jeugd en niet bij de senioren. Ik deed ook altijd wat een coach van mij vroeg. Dan is het ook niet zo heel moeilijk. Natuurlijk hebben we wel eens discussies, maar ook dan ging ik er niet met gestrekt been in. Dan dacht ik: als hij of zij dat zo wil, dan doe ik dat gewoon. Nee, ik heb niet één trainer van wie ik zeg: dat vond ik niks.” Hoe kijk jij aan tegen het vertrek na vorig seizoen van Suzanne Bakker, jouw coach bij Ajax? “Als de leiding een nieuwe weg wil inslaan, dan is dat zo. Natuurlijk heeft ze goede prestaties geleverd. We zijn vorig seizoen geen kampioen geworden, maar hebben het wel heel goed gedaan in de Champions League. Toch kon ik er wel in komen dat Ajax een nieuwe weg wilde inslaan.” Sherida zag de afgelopen jaren steeds meer van haar ploeggenoten en oud-ploeggenoten moeder worden. Shanice van der Sanden, Merel van Dongen, Stephanie van der Gragt en onlangs Lieke Martens en Kika van Es kan ieder moment bevallen. “Ik heb Lieke meteen een berichtje gestuurd na de bevalling. Stephanie heeft er twee, net als wij. Met alle speelsters die nu moeder zijn en met wie ik heb gespeeld, heb ik contact. Als ik Shanice spreek is het altijd goed” Wie zijn je vrienden in het voetbal? “Ik heb een aantal vrienden uit het voetbal. Shanice sowieso, Daniëlle van de Donk, Anouk Dekker en Sari van Veenendaal ook. Ik spreek ze niet elke dag, maar als ik ze spreek is het altijd goed.” Heb je nog ergens spijt van in je leven? “Ik heb van geen enkele beslissing in mijn leven spijt.” En waar ben je het meest trots op? “Op wat ik heb bereikt in het leven, maar vooral op mijn kids. Hoe ze zijn, hoe ze het doen. Ik ben ook trots om wie ik ben als persoon en dankbaar dat mijn ouders mij een lijf hebben gegeven waar ik continu mee aan de bak kon en kan.” Meer lezen? Daphne van Domselaar: 'Ze zeggen dat keepers een beetje gek zijn' Het vragenvuur van Veerle Buurman

Voetbal

Jurriën en Quinten Timber: een onafscheidelijk duo

Quinten Timber beleefde een zomer vol pieken en dalen. Wekenlang leek zijn droomtransfer naar het buitenland binnen handbereik, maar op het laatste moment ketste de deal af. Alsof dat nog niet genoeg was, raakte hij door de transfersoap en zijn aflopende contract ook de aanvoerdersband bij Feyenoord kwijt. Voor #Helden78 spraken we met zijn tweelingbroer Jurriën over de bijzondere band die de broers hebben. Tweelingbroers Quinten en Jurriën waren vroeger onafscheidelijk; tot hun 21ste deelden ze een zolderkamer. Jurriën sliep aan de ene kant van de kamer, Quinten aan de andere. “We waren er zo aan gewend om een slaapkamer te delen, het was normaal voor ons. Misschien komt dat ook omdat we een tweeling zijn.” Lachend: “Als ik er nu aan terugdenk, is het best knap dat het zo lang goed ging.” Jurriën vervolgt: “Of ik die tijd weleens mis? Ik denk er geregeld aan terug. Het was een heel leuke tijd, maar ons leven nu is ook heel leuk en spannend, en onze band is nog steeds hetzelfde. Ik spreek Quin nog vaak genoeg. Net als mijn andere broers.” Quinten Timber werd in zijn eerste jaar bij Feyenoord meteen landskampioen en had een belangrijk aandeel in de titel. In 2024 won hij de beker, maar hij kreeg ook te maken met blessures. In februari van dit jaar raakte hij zwaar geblesseerd aan zijn knie, waardoor hij de rest van het seizoen miste. Inmiddels is hij weer fit. “Ik kijk al zijn wedstrijden. Quinten heeft pech gehad met blessures, maar ook al veel mooie momenten meegemaakt.” [caption id="attachment_21703" align="alignnone" width="2560"] De broers praten bij na de Klassieker in de Kuip (22 januari, 2023, 1-1)[/caption] Blessureleed Jurriën liep anderhalf jaar eerder zelf een zware kruisbandblessure op. “We hebben allemaal onze eigen struggles, maar als een van ons geblesseerd raakt, gaan we zo’n proces ook voor een gedeelte samen aan. We steunen elkaar, stellen simpele vragen als: hoe gaat het? Soms hebben we het erover en soms ook juist niet, dan zoeken we afleiding bij elkaar. Ook tijdens een zware periode moet je gewoon doorgaan met het leven. Het hoort bij het voetbal en maakt je sterker.” En toeval of niet: ook hun één jaar oudere broer Dylan kreeg te maken met een kruisbandblessure, dezelfde als Jurriën. “We hadden alle drie eigenlijk nooit last van echt grote blessures, tot twee jaar geleden. Toen ik net klaar was met revalideren van mijn kruisband, raakte Dylan geblesseerd. Een paar maanden later overkwam het Quinten. Hij had geen kruisbandblessure, maar wel een andere vervelende knieblessure. Ik geloof eigenlijk niet in toeval, maar dat dingen op mijn pad komen omdat ze zo moeten zijn. Ik probeer dit soort tegenslagen als opportunity te zien in plaats van te denken: waarom overkomt mij dit?” Heeft de tweeling de droom om ooit weer samen bij een club te spelen? “Dat zou heel mooi zijn. Met elkaar in een team, of tegen elkaar in dezelfde competitie. Toen ik nog bij Ajax zat en Quinten bij Feyenoord, was het ook heel leuk om tegen elkaar te spelen. Maar we volgen allebei ons eigen pad.” Meer lezen? De opmerkelijke weg van Micky van de Ven Nathan Aké: 'Alles is op z'n plek gevallen' Givairo Read: 'Dit is pas het begin'
Quinten Timber beleefde een zomer vol pieken en dalen. Wekenlang leek zijn droomtransfer naar het buitenland binnen handbereik, maar op het laatste moment ketste de deal af. Alsof dat nog niet genoeg was, raakte hij door de transfersoap en zijn aflopende contract ook de aanvoerdersband bij Feyenoord kwijt. Voor #Helden78 spraken we met zijn tweelingbroer Jurriën over de bijzondere band die de broers hebben. Tweelingbroers Quinten en Jurriën waren vroeger onafscheidelijk; tot hun 21ste deelden ze een zolderkamer. Jurriën sliep aan de ene kant van de kamer, Quinten aan de andere. “We waren er zo aan gewend om een slaapkamer te delen, het was normaal voor ons. Misschien komt dat ook omdat we een tweeling zijn.” Lachend: “Als ik er nu aan terugdenk, is het best knap dat het zo lang goed ging.” Jurriën vervolgt: “Of ik die tijd weleens mis? Ik denk er geregeld aan terug. Het was een heel leuke tijd, maar ons leven nu is ook heel leuk en spannend, en onze band is nog steeds hetzelfde. Ik spreek Quin nog vaak genoeg. Net als mijn andere broers.” Quinten Timber werd in zijn eerste jaar bij Feyenoord meteen landskampioen en had een belangrijk aandeel in de titel. In 2024 won hij de beker, maar hij kreeg ook te maken met blessures. In februari van dit jaar raakte hij zwaar geblesseerd aan zijn knie, waardoor hij de rest van het seizoen miste. Inmiddels is hij weer fit. “Ik kijk al zijn wedstrijden. Quinten heeft pech gehad met blessures, maar ook al veel mooie momenten meegemaakt.” [caption id="attachment_21703" align="alignnone" width="2560"] De broers praten bij na de Klassieker in de Kuip (22 januari, 2023, 1-1)[/caption] Blessureleed Jurriën liep anderhalf jaar eerder zelf een zware kruisbandblessure op. “We hebben allemaal onze eigen struggles, maar als een van ons geblesseerd raakt, gaan we zo’n proces ook voor een gedeelte samen aan. We steunen elkaar, stellen simpele vragen als: hoe gaat het? Soms hebben we het erover en soms ook juist niet, dan zoeken we afleiding bij elkaar. Ook tijdens een zware periode moet je gewoon doorgaan met het leven. Het hoort bij het voetbal en maakt je sterker.” En toeval of niet: ook hun één jaar oudere broer Dylan kreeg te maken met een kruisbandblessure, dezelfde als Jurriën. “We hadden alle drie eigenlijk nooit last van echt grote blessures, tot twee jaar geleden. Toen ik net klaar was met revalideren van mijn kruisband, raakte Dylan geblesseerd. Een paar maanden later overkwam het Quinten. Hij had geen kruisbandblessure, maar wel een andere vervelende knieblessure. Ik geloof eigenlijk niet in toeval, maar dat dingen op mijn pad komen omdat ze zo moeten zijn. Ik probeer dit soort tegenslagen als opportunity te zien in plaats van te denken: waarom overkomt mij dit?” Heeft de tweeling de droom om ooit weer samen bij een club te spelen? “Dat zou heel mooi zijn. Met elkaar in een team, of tegen elkaar in dezelfde competitie. Toen ik nog bij Ajax zat en Quinten bij Feyenoord, was het ook heel leuk om tegen elkaar te spelen. Maar we volgen allebei ons eigen pad.” Meer lezen? De opmerkelijke weg van Micky van de Ven Nathan Aké: 'Alles is op z'n plek gevallen' Givairo Read: 'Dit is pas het begin'

Voetbal

Wout Weghorst: ‘De stempel ‘rare gozer’ drukt op mij’

Wout Weghorst (32) speelde in de Duitse Bundesliga, de Engelse Premier League en de Turkse Süper Lig. Na het EK vorige zomer keerde hij terug in de eredivisie. De spits van Ajax werd – en wordt - bejubeld, maar tegelijkertijd verguisd. Ook voelde hij zich geregeld onbegrepen. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij en dat gaat ook nooit meer veranderen.” In Helden Magazine nummer 75 spraken we hem samen met zijn vriendin Nikki van Esch. Wout Weghorst Dochter Wies, geboren op 24 december, ligt vredig in een Maxi-Cosi te slapen. Daantje, de tweejarige dochter van Wout Weghorst en zijn vriendin Nikki van Esch, is ook thuis en roert in een kopje warme thee. Wout en Nikki zijn elkaars jeugdliefde en dertien jaar samen. Ze hebben vier dochters. Juul (6), Lucie (4), Daantje (2) en Wies. Wout: “Ik heb altijd gezegd dat we gaan trouwen als alle kinderen er zijn.” En is de familie Weghorst nu compleet? Wout kijkt Nikki aan: “Ik denk het wel. Ik heb altijd tegen jou gezegd dat ik graag een groot gezin wilde met allemaal meisjes. Ik heb altijd gevoeld dat ik vier dochters zou krijgen en heb dat ook altijd gezegd. Mijn vader zie ik nog zitten toen wij vertelden dat ook Wies een meisje was. Hij barstte in tranen uit en zei: ‘Dat meen je niet. Ik kan nu ook niet meer zeggen dat je geluk hebt, want ook dit heb je altijd gezegd.’” Nikki: “Ik had dat gevoel wat minder dan jij. Toen ik zwanger was van Wies, wilde ik wel graag dat ze een meisje zou zijn, maar vooral uit praktische overwegingen. We hadden alles al in huis voor nog een meisje. Ergens leek het me ook een beetje zielig als de vierde ineens een jongetje zou zijn. Dan zou hij er gratis drie moeders bij krijgen.” Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Wout: “Wij woonden allebei in Borne en gingen in Hengelo naar de middelbare school. We kwamen bij elkaar in de klas in 4 havo.” Lachend: “Je was meteen verliefd op mij.” Nikki lachend: “Ik had een verschrikkelijke hekel aan jou, vond jou een vervelend ventje.” Met een knipoog: “Daar hebben meer mensen last van.” Nikki: 'Ik had een verschrikkelijke hekel aan jou, vond jou een vervelend ventje.' Met een knipoog: 'Daar hebben meer mensen last van' Wout: “Ik was een uitslover. Op school deed ik altijd een beetje stoer, ik gedroeg me als een popie jopie. Omdat wij allebei in Borne woonden, en elke dag in Hengelo naar school moesten, gingen we op een gegeven moment steeds vaker samen fietsen, iedere dag samen naar school, twintig minuten heen en terug.” Nikki: “Ik leerde jou beter kennen en zag dat je ook een andere kant had.” Wout: “Met oud en nieuw hebben we voor het eerst gezoend. In die tijd gebeurde dat wel vaker, maar bij jou voelde het speciaal. Vervolgens liet je daarna twee weken niks van je horen, wat voelde als twee maanden. Ook na de vakantie, toen school weer begon, liet je weinig merken. Uiteindelijk besloot ik met een ander meisje af te spreken, dat vond je toch niet zo leuk.” Nikki: “We trokken weer naar elkaar toe. In het begin was het nog een beetje aan en uit, maar het voelde wel altijd als iets wat bijzonder was. Je speelde op dat moment bij NEO in het eerste. Ik stond op zaterdag weleens langs de lijn in Borne, maar het was niet bepaald mijn streven om met een voetballer te gaan,” zegt Nikki lachend. Wout: “Ik speelde ook gewoon bij de amateurs, ver weg van een serieuze voetbalcarrière.” Nikki: “Op zaterdagavond gingen we vaak met een grote vriendengroep stappen in Hengelo. Wij waren de enige uit Borne die meegingen. Jij wilde altijd om twee uur thuis zijn. Inmiddels speelde je bij DETO, dat was een niveau hoger, en je moest de volgende ochtend fris en fruitig op de club zijn, want je wist maar nooit wie er kwam kijken, zei je altijd. Jij riep standaard om half twee ’s nachts: ‘Als je met mee wil fietsen, dan moet je komen, want ik ga nu weg.’” Wout: “De rest van de groep lachte me uit.” Nikki: “Al jouw vrienden dronken bier, jij nam een ijsthee. Ze zeiden: ‘Je wordt nooit een professionele voetballer, kerel, je speelt bij DETO. Neem het nou niet zo serieus.’” [caption id="attachment_20742" align="aligncenter" width="1697"] Wout Weghorst[/caption] Stond jij als puber al zo sterk in je schoenen dat je dat niet vervelend vond? Wout lachend: “Ja, die geluiden zijn nooit veranderd, hè. Tuurlijk was dat niet altijd makkelijk, maar ik had heel sterk de overtuiging dat ik profvoetballer ging worden. Waar dat vandaan kwam, weet ik niet. Op een gegeven moment zeiden zelfs mijn ouders: ‘Wout, de kans is klein dat je nog profvoetballer gaat worden, misschien moet je ook over iets anders gaan nadenken.” Nikki: “We zijn officieel samen vanaf het moment dat jij bij Willem II in het belofteteam kwam.” Wat vond jij zo mooi aan Nikki? “Ik vond bij jou houvast. Bij jou voelde het anders dan bij andere meisjes, het was een gevoel van onvoorwaardelijkheid. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik echt geluk had met jou. Jij zei altijd: ‘Het komt wel goed met jou, ik geloof in ons.’ Ik wist toen: jou laat ik nooit meer gaan.” De buitenwereld zag een rebelse jongen. Nikki, zag jij dat het irritante jongetje uit de klas ook een goed hart had? Nikki: “Jij was ‘het’ gewoon voor mij. Jouw mooiste eigenschap is dat je heel goed weet wat je wil. Daar handel je ook naar.” Lachend: “Als vriend laat je nu weleens te wensen over, je koopt nooit bloemen voor me. Ik weet dat je heel veel van me houdt, maar je vindt het soms moeilijk om dat te tonen. Maar als vader ben je fantastisch. Jouw liefde voor de kinderen en mij is onvoorwaardelijk.” Jouw ouders gingen uit elkaar toen jij acht was. Voel jij daarom ook zo sterk dat jij Nikki en de kinderen juist nooit in de steek zal laten? Wout en Nikki worden emotioneel. Wout: “Dat onvoorwaardelijke gevoel heb ik in mijn jeugd weleens gemist en vond ik bij jou. Ik had het geluk dat jij in mij en ons geloofde. Jij bent de rots in de branding voor ons. Dat voel ik zeker sterk, ik zal mijn meiden nooit in de steek laten en er te allen tijde voor ze zijn. Soms voelt het een beetje dat ik nu als vader ook tegelijk het kind ben dat ik altijd heb willen zijn. Ik voel me vrij en kan de hele dag met de meisjes spelen, ik kan daar geen genoeg van krijgen.” Sperziebonen Na Willem II speelde je bij Emmen. Daarna volgde Heracles, waar je in 2014 jouw debuut maakte in de eredivisie. Na twee jaar volgde AZ. En in 2018 vertrok je naar Wolfsburg, waar je drieënhalfjaar speelde. In die tijd maakte ESPN een docu. Nikki, jij zei daarin: ‘Wout heeft een drive die zelfs topsporters niet hebben.’ Nikki: “Dat klopt. Alles draaide hier altijd om het voetbal. Sinds de kwartfinale tegen Argentinië op het WK van 2022 in Qatar heb jij iets meer rust. Voor die tijd, vooral in Duitsland bij Wolfsburg, trainde jij iedere dag minstens twee keer. Als er een training op het programma stond van de club, ging je zelf nog een keer. Zelfs op een vrije dag ging je nog trainen. Jij had daar al je eigen team om je heen, dat heb je nog steeds. Jouw eigen mental coach en fysio kwamen overal naartoe. Voor het EK van vorige zomer heb ik een jaar lang jouw eten moet afwegen, ik werd er schijtziek van. Op een gegeven moment dacht ik: het zijn sperzie- bonen, het maakt echt niet uit of je hier 300 gram of 400 gram van eet.” Waar komt dat extreme fanatisme bij jou vandaan? Wout: “In mijn hele carrière ben ik op zoek ge- weest naar het maximale. Als ik iets doe, doe ik het voor de volle honderd procent. Dat heb ik bij alles. In het voetbal of thuis als vader.” In januari 2022 vertrok je van Wolfsburg naar Burnley. Daar speelde je een half jaar. “Spelen in de Premier League was altijd een doel. Burnley en eigenaar Alan Pace wilden me heel graag hebben om de club te behouden voor de Premier League. Het was ruim een half jaar voor het WK. Louis van Gaal, toen bondscoach, was duidelijk toen ik hem om zijn mening vroeg. Hij zei: ‘Je moet op het hoogste niveau spelen.’ Ik wilde naar Burnley, uiteindelijk hebben we een oplossing gevonden dat bij degradatie ik verhuurd zou worden. Helaas gebeurde dit op de laatste speeldag. Vervolgens vertrok ik naar Besiktas.” In Istanbul speelde je weer een half jaar, tot het WK in Qatar volgde. “Ik heb nog nooit zoveel zin gehad in een wedstrijd als bij Besiktas. De thuiswedstrijden zorgden echt voor kippenvel. De beleving en passie van de Turken is geweldig. Als ik nu terugkijk, denk ik dat ik daar het meest heb genoten van het voetballer zijn. In Turkije kon en mocht ik mezelf zijn. Mijn passie voor voetbal en mijn beleving vonden ze daar niet zo gek. Daar hielden ze er juist van als ik het publiek opzweepte of juichte zoals ik soms juichen kan. Als voetballer klikte het heel goed, maar om er te leven is het wel een totaal andere cultuur met andere normen en waarden. Wij willen onze kinderen meegeven dat iedereen gelijk is. In Istanbul kon dat nog weleens anders zijn en dat gaf onze kinderen niet altijd het voorbeeld dat wij voor ogen hebben. Ik kon op een gegeven moment letterlijk niet meer zelf mijn kinderen naar school brengen, omdat ik overal aangeklampt werd. Dat vond ik, en vooral Nikki, weleens lastig.” Aura Je maakte jouw debuut voor het Nederlands elftal op 23 maart 2018 tegen Engeland, jullie verloren met 1-0. Ronald Koeman was bondscoach. ”Ik heb zo vaak geroepen: ik wil profvoetballer worden. Maar het Nederlands elftal? Dat heb ik nooit durven dromen, ik had echt nooit gedacht dat ik dat ooit zou halen.” Je speelde op dat moment bij AZ. “Toen de definitieve selectie bekend zou worden, om elf uur, zouden wij aan het trainen zijn en de trainer wilde de focus op de training hou- den. Ik zei tegen de dokter: ik moet het weten. Geef even een duimpje omhoog of omlaag, want ik kan niet trainen met de gedachte dat het al bekend is. Ik vergeet het nooit meer. De dokter kwam aanlopen, en deed zijn duim omhoog. Ik zakte op de grond en heb minutenlang gehuild. Wat was ik intens gelukkig en trots.” Lachend: “Die training werd niks meer.” Het duurde twee jaar voordat jij weer werd opgeroepen, door toenmalig bondscoach Frank de Boer. Heb jij daar met Ronald Koeman over gesproken, toen hij in januari 2023 voor de tweede keer bondscoach werd? “We hebben het daar kort over gehad. Ik merkte aan hem dat hij dat uitgesproken wilde hebben. In zijn eerste periode als bondscoach was Luuk de Jong zijn tweede spits, zijn pinchhitter. Memphis was zijn eerste spits; Koeman en hij hadden een speciale band, dat is bekend. Hoe goed ik ook presteerde, ik kon er weinig aan veranderen. Dat was ook wel wrang, want qua statistieken had ik nog nooit zo goed gepresteerd als in die periode bij Wolfsburg.” Hoe is jouw band nu met Ronald Koeman? “Die is prima, hoor. Hij waardeert mij en laat dat ook blijken.” Na het EK in 2021 werd De Boer opgevolgd door Louis van Gaal. Jij werd geselecteerd voor het WK in Qatar in 2022. Jij wist dat je vier meisjes kreeg, maar ook dat je zou scoren in de kwartfinale tegen Argentinië en een heldenrol zou vervullen. Wout knikt en kijkt Nikki aan: “Ik voelde het, hè.” Nikki: “De dag voor die kwartfinale tegen Argentinië appte je mij: ‘Het gaat gebeuren.’ Ik appte ’s avonds ook nog met jouw mental coach Lars Brouwer. Hij stuurde: ‘Wout gaat het doen vanavond, er gaat iets gebeuren.’ Mensen reageren dan een beetje lacherig, denken: het zal wel. Maar wij hadden dat gevoel alle drie zo sterk.” Wout: “Ik geloof in visualiseren. Mijn motto is: willen is kunnen.” Louis van Gaal had het altijd over imagineren, een beetje hetzelfde als visualiseren. Nikki: “Hij is een beetje jouw voetbalvader.” Is hij de beste trainer die je ooit hebt gehad? “Bij Wolfsburg vond ik Oliver Glasner ook een heel goede trainer. Op tactisch en voetbaltechnisch gebied vind ik hem de beste trainer die ik heb gehad. We werden vierde in de competitie, haalden de Champions League. Bij hem trainden we op bepaalde dingen die ook echt uitkwamen in de wedstrijd. Hij kon zo goed overbrengen wat hij voor ogen had. Maar als mens en hoe ik zelf ooit coach zou willen zijn als ik dat ooit zou worden, al betwijfel ik dat, vind ik Louis van Gaal de beste. Hij zag, voelde en zei alles. Onder hem moest iedereen iedere dag honderd procent leveren. Hij had zo’n aura om zich heen, zo’n charisma. Als hij maar in de buurt kwam, dan stond je al aan.” Had je ook een persoonlijke klik met Van Gaal? “Ja. Over mij wordt altijd gezegd: ‘Als Weghorst tweede spits is, dan is hij een moeilijke jongen voor een trainer.’ Ik ben onder Van Gaal nooit basisspeler geweest. Hij vroeg mij: ‘Ik zie hoe jij traint, maar ik hoor ook verhalen over hoe moeilijk jij bent. Is dat zo?’ Ik antwoordde: ik denk het niet en ik denk dat jij ook zal gaan vinden dat dat niet zo is. Na twee interlandperiodes zei hij: ‘Wout, zolang ik bondscoach ben, zal je er bij mij altijd bij zijn. Om hoe jij voor het voetbal leeft, traint en jouw positieve uitstraling en beleving. Jij bent daarin mijn nummer één voorbeeld. Maar,’ zei hij, ‘je zal nooit mijn eerste spits worden.’ Iedere keer weer zei ik: ik ga het wel proberen, trainer. ‘Dat mag,’ antwoordde Van Gaal dan, ‘maar het gaat niet veranderen.’ Hij is zo eerlijk geweest, heeft zo goed gecommuniceerd. Iets later, tijdens de voorbereiding op het WK, zei hij tegen me: ‘Ik denk ook dat jij voor ons het verschil kan gaan maken.’” In de kwartfinale tegen Argentinië werd jij in de 78e minuut gebracht bij een 2-0 achterstand. In de 83e minuut scoorde jij de 2-1. Diep in de blessuretijd was er die fameuze vrije trap waaruit jij de gelijkmaker scoorde en er een verlenging uit sleepte. Denk jij dat Louis van Gaal dat net als jij al aanvoelde? “Dat denk ik wel, maar meerderen had- den dat. Mede omdat we ook ons Plan B met Luuk de Jong en mij tot in perfectie getraind hebben. Daar hadden we veel vertrouwen in. Ik weet nog dat ik aan het warmlopen was en dat Frenkie de Jong naar de zijlijn liep in de zeventigste minuut. Hij keek mij aan en riep naar de dug-out, en dat is echt niks voor Frenkie om te doen: ‘Trainer, je moet nu wisselen. Wout moet erin!’ Dat kwam ook mede door mij, het is niet makkelijk geweest om altijd wissel te zijn, desondanks zei ik altijd: ‘Let op: mijn moment komt.’” [caption id="attachment_21669" align="alignnone" width="427"] Wout en zijn gezin[/caption] Kijk je die rake vrije trap nog weleens terug? “Je ziet het af en toe nog eens voorbijkomen. Laatst vroegen ouders van het schooltje van onze kinderen er toevallig nog naar. Die wilden weten hoe het was gegaan. Het idee van die vrije trap kwam van mezelf. Ik had hem al een keer op die manier raak geschoten bij Wolfsburg. Het was eigenlijk de bedoeling dat Memphis hem zou maken, zo hadden we er in de training op geoefend, maar Memphis was gewisseld. Het moest dan ook zo zijn. Als ik eraan terugdenk of foto’s zie en kijk naar mijn blik... ik ben gelovig, maar het voelde ook echt alsof iemand boven mij de touwtjes in handen had en alles voor mij deed. Ik heb die wedstrijd teruggekeken en niet één foute bal gespeeld, alles klopte en alles ging vanzelf. Dat gebeurt niet vaak in een carrière. Het was het ultieme.” Desondanks verloren jullie die kwartfinale op strafschoppen. Wout: “Zeker in het begin zat de teleurstel- ling diep. Het geloof groeide enorm binnen het team. Als we die penalty’s hadden ge- wonnen, stonden we in de halve finale tegen Kroatië. Die ‘wat als’ vraag zal ik voor altijd blijven houden. Maar zonder dat ik de wereldbeker had gewonnen, en daar was ik echt lang kapot van, heb ik na die wedstrijd sterk gevoeld: beter wordt het niet. Het was het hoogtepunt van mijn carrière. Alles kwam samen.” Na het WK maakte je een droomtransfer naar Manchester United. Toenmalige trainer Erik ten Hag haalde jou en liet jou veel spelen. Wout: “In een korte tijd had ik het WK gespeeld en een wereldtransfer gemaakt. Datgene waar ik mijn hele leven voor had gewerkt, had ik bereikt. De absolute top bereiken, het maximale eruit halen, was mijn ultieme doel als voetballer. Is er nog meer? dacht ik toen. Het antwoord was ‘nee’. Prachtig, toch?” Je hoort geregeld dat topsporters, bijvoorbeeld na het winnen van olympisch goud, teleurgesteld raken omdat ze dat geluksgevoel niet ervaren maar in plaats daarvan denken: was dit het nou? Wout wordt emotioneel: “Ik heb dat geluksgevoel wel ervaren. Dat halve jaar in Manchester heb ik als basisspeler misschien wel mijn beste wedstrijden gespeeld. Alleen, ik scoorde maar twee keer, dat knaagt nog wel aan me. Maar we hebben een goed half jaar gekend met het winnen van de League Cup, bereiken van de FA Cup-finale en een derde plek in de competitie. Daarin heb ik een groot aandeel gehad. Manchester United was in alles ‘de top’. Alles was groots, de club, de hele setting. En dan heb ik juist de neiging mij een beetje terug te trekken. Ik ben een uitgesproken jongen, maar kan ook onzeker zijn. Dat was in Manchester af en toe het geval. Je wordt ook geleefd. Die maanden vlogen voorbij, maar bovenal ben ik ontzettend trots en dankbaar dat ik het heb kunnen afdwingen om bij Manchester United te spelen. Het was een onvergetelijke ervaring, ik heb een droom geleefd.” Tijdens het EK van vorige zomer maakte jij in de openingswedstrijd tegen Polen weer het beslissende doelpunt. Jij kwam in de 81e minuut in het veld voor Memphis Depay en maakte amper twee minuten later de 2-1. Jij wist weer dat dit ging gebeuren, vertelde je na de wedstrijd. “Voor het EK begon zei ik tegen de trainer: ik voel me goed, ben er klaar voor. Dat was ook in de periode dat ik mijn eten afwoog. Ik had zelfs met een explosiviteitstrainer gewerkt, was in top shape. Ik zei tegen de bondscoach: geef mij maar een belangrijke rol, ik ben er klaar voor. En ja, ook in die wedstrijd had ik ‘het gevoel’. Het was een prachtige dag. Wat die dag ook zo bijzonder maakte, was de erkenning die ik daarna kreeg. Hoe ik werd toegezongen, was fantastisch. Dat EK was precies het beeld van hoe ik dat vroeger als jochie in mijn hoofd had. Iedereen in het oranje. Zoveel Nederlandse fans. En dan kreeg ik ook nog vanuit het hele land waardering. Ik voelde mij als voetballer massaal gesteund. Dat was mijn brandstof. Ik vrat die helemaal op, haalde er mijn motivatie uit. Heel lang had ik daarnaar gezocht, heel lang wilde ik dat. Uiteindelijk merk je: als je niet meer zoekt, omdat je accepteert en vrede hebt met jezelf, dan komt de waardering vanzelf naar je toe.” AUTHENTIEK Drie jaar geleden zei je in Helden: ‘Tegen mijn vriendin zeg ik weleens: hoelang ga ik dit nog volhouden? Het is het mooiste beroep van de wereld, maar mentaal ook heel zwaar.’ Wout: “Dat klopt. Ik heb weleens geprobeerd om er relaxter in te staan, de teugels te laten vieren. Maar dat werkt niet voor mij, dan begint het na een week al te kriebelen en voel ik me niet prettig. Die sterke overtuiging, dat fanatisme, heb ik nou eenmaal en zo sta ik in het leven. Dat heeft me ook al deze successen gebracht. Maar mentaal is het niet makkelijk en vraagt het veel van me.” Jouw sterke overtuiging en fanatisme worden niet altijd gewaardeerd. “Bepaalde dingen die bij mij horen, zullen nooit veranderen. Dat was vroeger al, toen ik door mijn vriendjes werd uitgelachen, en dat is nog steeds zo. Er is blijkbaar iets in mij, waardoor ik altijd in de schijnwerpers sta. Iedereen zegt altijd: ‘Wout vraagt om aandacht, hij wil in de schijnwerpers staan.’ Dat is niet waar. Wel op basis van mijn prestaties, maar niet op basis van het ‘anders’ zijn. Ik weet inmiddels ook waarom dat zo is. Ik ben puur en uitgesproken, authentiek. Dat is iets wat mensen triggert en meningen oproept, maar ik heb nu meer schijt aan wat iemand van mij vindt. Ik ben blij dat ik zo ben en kan zijn. En mijn drang naar presteren zal ik altijd hebben.” Wat vind je ervan dat jij geregeld de pispaal bent in de media? “Wat er over mij wordt gezegd en geschreven in de media is niet altijd makkelijk. Ik word er nog steeds weleens verdrietig van. Veel makkelijker dan over mijn rug punten scoren door journalisten of wie dan ook, wordt het niet. De stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, dat gaat nooit meer veranderen.” Wout: 'Wat er over mij wordt gezegd in de media is niet altijd makkelijk. Ik word er nog steeds weleens verdrietig van.' Ben je daardoor mentaal harder geworden? “In het begin van mijn carrière had ik een heel erge bewijsdrang. Ik wilde iedereen laten zien dat ik het kon, dat ik de beste was en het ging maken. Zoals in de tijd bij Wolfsburg en ik niet werd opgeroepen voor het Nederlands elftal. Dat was zo’n trigger voor mij. Dat kostte heel veel energie omdat het niet de goede motivatie was. Dan wordt het mentaal heel zwaar. Die enorme bewijsdrang veranderde langzaam. Ik wilde het daarna vooral bewijzen voor mezelf. Gaandeweg werd ook dat minder en begon ik me te realiseren wat ik allemaal had bereikt. Ik reageer nu meer vanuit trots en dankbaarheid dan vanuit bewijsdrang.” Heb jij die mentale veranderding te danken aan jouw mental coach? “Mijn mental coach Lars Brouwer mag absoluut weleens genoemd worden. Hij heeft mij zo enorm geholpen, vooral in mijn tijd bij Wolfsburg. Hij is een goede vriend geworden. In mijn eerste jaren als profvoetballer wist ik wel waar ik last van had, maar ik kon het niet omzetten. Van Lars heb ik geleerd om naar mijn eigen motivatie en gevoel te luisteren en dat wat de buitenwereld van mij verwacht los te laten. Daardoor doen alle negatieve reacties mij nu ook minder. Natuurlijk voel ik me soms rot en is het niet leuk om te lezen dat ik een irritant mannetje ben, lastig in de kleedkamer, noem maar op. Ik weet zelf wel beter. Ik laat me niet meer beïnvloeden door die meningen, dat heeft me veel opgeleverd. Als mens, maar ook als voetballer. Ik denk dat heel veel mensen dat diep van binnen graag zouden willen. Altijd naar je gevoel luisteren en niet naar meningen van anderen, is ook moeilijk. Ik ben misschien ook een confronterende spiegel voor mensen.” Voel jij je vaak onbegrepen? “Ja, maar ik zie het een beetje als twee werelden. De ene wereld is de buitenwereld. De media en social media, dat is voor mij een beetje een fake wereld. In die wereld voel ik me onbegrepen. De andere wereld is die van mezelf en de kleine kring om mij heen, de ‘real life wereld’, om het zo maar te noemen.” Doet het jouw familie pijn hoe jij soms wordt weggezet in de media? “Ja, voor Nikki, en ook mijn ouders is het niet leuk. Toen ik afgelopen zomer de transfer maakte naar Ajax, was het weer raak. Ik had Twente verloochend... Het is zo oneerlijk hoe dat verhaal is neergezet. Dat is het enige dat ik nog heel lastig vind. Onrecht.” FILOSOFIE Na Manchester United speelde je een jaar in de Bundesliga bij Hoffenheim. Je wilde daarna terug naar Nederland. In de media werd jouw komst naar FC Twente al ruimschoots besproken, het werd Ajax en dat werd jou door Twente-supporters niet in dank afgenomen. Vertel eens over dat hele proces? “Ik heb er eigenlijk nog nooit wat over gezegd. Ik heb me gefocust op Ajax en was blij met mijn prachtige transfer, naar historisch gezien de grootste club van Nederland. Maar ik wil er best wat over zeggen. Zoals bekend heb ik met Twente en de verantwoordelijke mensen meerdere gesprekken gevoerd in de zomer. Uiteindelijk bleek gaandeweg de transferperiode dat het voor Twente financieel niet mogelijk was om mij te halen. Ik heb het over de transfersom, niet over mijn salaris. Ik weet ook wel dat ik minder in Nederland zou verdienen dan in het buitenland. Geld is nooit mijn drijfveer geweest en zal het nooit zijn. Maar Twente heeft letterlijk tegen mij gezegd: ‘Wout, het gaat ons nu niet lukken en wij gaan verder kijken.’ Op dat moment konden ze Sam Lammers krijgen. Dat begreep ik. Ik heb Arnold Bruggink en Jan Streuer, de technische leiding bij Twente, ook eerlijk en open over de interesse van Ajax en andere clubs verteld. Uiteindelijk kreeg ik tijdens de gesprekken die ik voerde met Ajax en de doelstellingen die zij hadden het gevoel dat dit voor mij en mijn gezin de juiste stap was. Het verhaal sprak me aan en ik wilde graag terug naar Nederland voor mijn gezin. Ajax wilde weer het Ajax van voorheen worden, terug naar de glorietijden, terug naar de top, kampioen worden en Champions League voetbal spelen. En ze hadden spelers nodig die er vol voor wilden gaan. Bij Ajax voelde ik veel vertrouwen en ik kreeg iedere keer te horen: ‘Zo’n type als jij hebben wij nodig.’ Ze wilden me koste wat het kost binnen halen en we hebben er allebei alles aan gedaan het uiteindelijk te realiseren.” Je wordt geregeld toegezongen in de ArenA. Bij de fans ben je geliefd. “Daar gaat het uiteindelijk ook om. Dat schaar ik weer onder de ‘echte’ wereld. Daarom zijn mijn ervaringen tot nu toe heel positief. Zoals hoe de supporters reageerden toen ik voor het eerst in het stadion kwam. Mijn eerste doelpunt in de Arena, de winnende tegen FC Groningen. Dat was supergaaf en daar ben ik ze heel dankbaar voor. Ik focus me daarop; op de mensen in mijn directe omgeving, voor wie ik werk en voetbal, voor de club en supporters.” BARBIES Het geloof speelt ook een belangrijke rol in jouw leven. Wout knikt: “Ik heb mijn steun erin gevonden. Het geloof voelt voor mij ook als iets onvoorwaardelijks, als iets waar ik altijd op kan terugvallen. Ik ben er niet mee opgegroeid, maar ben er later mee in aanraking gekomen. Nu deel ik het met Nikki. De kinderen laten we er ook kennis mee maken. Soms zitten we aan tafel en bidden we even. En soms liggen we in bed en bidden we. Ik heb een bijbeltje waarin ik elke dag lees.” Hoe kijk jij naar de wereld waarin wij leven? Wout is stil, lacht even en kijkt bedenkelijk. Jij hebt je ook weleens uitgesproken over het feit dat je het lastig vindt dat we allemaal deel uitmaken van een bepaald systeem in Nederland en dat we daarin worden geacht mee te gaan. Zoals hoe het onderwijs geregeld is. Wout knikt: “Dat klopt. Het schoolsysteem is daar inderdaad een voorbeeld van. Ik ben me vanwege het ouderschap hierin gaan verdiepen, omdat ik mijn kinderen de best mogelijke toekomst wil bieden. Ik ben niet tegen het Nederlandse schoolsysteem, maar ik ben er ook niet voor. School zie ik als een verlengstuk van de opvoeding thuis. En hoe ik onze kinderen opvoed, past voor ons niet bij het huidige systeem. Ik ben tijdens het verdiepen en de zoektocht naar ‘andere’ opties dan het reguliere onderwijs in aanraking gekomen met holistisch onderwijs, waar de kinderen veel buiten in de natuur zijn en spelenderwijs leren. De laatste twee jaar ben ik druk bezig om mijn eigen school op te richten. Vanuit de overtuigingen en waarden waarin ik geloof. Ik geloof zeker niet in alleen maar vrijheid. Er mogen ook regels en structuur zijn, dat is juist fijn en helpend. Maar ik geloof wel dat kinderen zich in vrijheid moeten kunnen ontwikkelen en dat ze hun eigen creativiteit moeten kunnen gebruiken. Mijn oudste is heel creatief. Ze maakt allerlei kleertjes van ballonnen of wc-papier voor haar Barbies. Dat vind ik een mooie kwaliteit. Als blijkt dat ze dat heel leuk blijft vinden, wil ik dat ze daarvoor op school de ruimte krijgt. In het traditionele schoolsysteem doet dat er niet toe, worden daar geen cijfers voor gegeven, maar wordt er gekeken of je goed kan leren, kan rekenen en lezen. Dat vind ik een beperkte blik. Wout: 'Ik ben niet tegen het Nederlandse schoolsysteem, maar ik ben er ook niet voor. Hoe ik onze kinderen opvoed past niet bij het huidige system' Mensen vragen ons vervolgens geregeld: ‘Wil je dan niet dat je kinderen leren lezen of schrijven?’ Natuurlijk wel, en dat gaan ze allemaal met heel veel individuele aandacht ook doen. Je zal verbaasd staan wat mijn kleine van zes jaar al kan. Ze kan heel aardig lezen en schrijven en rekensommetjes maken vindt ze heel leuk. Met onze andere dochter doe ik andere dingen thuis, zij is een heel zorgzaam type met een enorm groot hart. Zij doet graag dingen samen, in plaats van individueel. Ieder kind wordt puur geboren, is authentiek. Ik vind het superbelangrijk dat mijn kinderen zich op hun eigen manier kunnen blijven ontwikkelen. Wij gaan uit van de motivatie van ons kind en niet van wat wij ze opdragen. Ik denk niet dat dat een rare gedachte is. En als mensen dat wel raar vinden, dan is dat prima. Maar dit is onze overtuiging.” Heb jij soms het gevoel dat je niet helemaal past in onze maatschappij? “Ik voelde vroeger al dat ik anders was dan doorsnee en dat is nog steeds zo. Ik denk dat Nikki en ik sowieso een andere overtuiging hebben dan veel anderen in onze maatschappij.” DIERTJES Je bent 32, hebt nog een contract bij Ajax tot de zomer van 2026. Dan wordt ook het WK gehouden in de Verenigde Staten, Canada en Mexico. “Ik heb een keer een visioen gehad over een wereldbeker.” Lachend: “Dus er ligt nog wat in het verschiet. In 2022 had ik echt het gevoel dat we wereldkampioen zouden worden. Hadden we die penalty’s gewonnen, dan hadden we ook van Kroatië kunnen winnen in de halve finale. Op het EK van vorige zomer waren we er dichtbij. We verloren zo nipt van Engeland in de halve finale. We blijven gaan voor de ultieme prijs, in mijn ogen het mooiste wat er is met en voor je land.” Je weet inmiddels dat jouw visioenen vaak kloppen. Gaat dit dan nog een keer gebeuren? Lachend: “Laten we het hopen, ik wil graag bij het komende WK zijn. Het is mijn laatste kans, daar gaan we wederom alles voor doen.” Je keerde heel bewust terug naar Nederland met jouw gezin. Wat wil je nog? “Ik wil graag prijzen winnen met Ajax. Kampioen worden. Maar ik wil bovenal gelukkig zijn en voldoening halen uit wat ik nu doe.” Zie jij jezelf de komende jaren nog gewoon doorgaan als voetballer? “Zolang ik er plezier in hou en het goed kan combineren met de meisjes, blijf ik doorgaan. Het enige wat ik soms moeilijk vind, is dat ik veel van huis ben. Dat valt me steeds zwaarder. Zodra ik voel dat het ten koste van mijn dochters gaat, dan stop ik. Mijn carrière als voetballer heeft altijd op de eerste plaats gestaan. Voor het voetbal moest alles wijken. Die tijd is nu voorbij. Nu moet alles wijken voor mijn gezin.” En stel dat er toch nog een mooie club in de Premier League voorbijkomt? Nikki lachend: “Nou, die zijn er altijd wel, hoor. In de zomer hadden we ook naar het buitenland gekund en dat zal volgend jaar ook wel zo zijn.” Wout: “We hebben heel bewust voor Nederland gekozen.” Zie je jezelf nog bij FC Twente eindigen? Wout: “Ondanks alle negativiteit na mijn transfer naar Ajax vorige zomer, heb ik nog steeds dat sterke gevoel bij Twente, dat is niet veranderd.” Denk je al na over het leven na het voetbal? Zouden jullie weer terug willen naar het buitenland? “We hebben op zoveel plekken gewoond, maar Nederland voelt wel als ons land. Ik zou ook heel graag met alle kinderen willen reizen. Met zijn allen een paar maanden in een camper. Op den duur zouden wij graag op een mooie plek in Twente willen wonen waar wij zelfvoorzienend kunnen leven. Met Nikki, de meisjes en een hele hoop diertjes.” Helden Magazine editie 75 Het interview met Wout Weghorst komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Meer lezen? Kenneth Taylor: 'Het leven gaat gewoon weer door, hoor' Jorrel Hato: 'Mijn tijd komt nog wel' De wederopstanding van Frenkie de Jong
Wout Weghorst (32) speelde in de Duitse Bundesliga, de Engelse Premier League en de Turkse Süper Lig. Na het EK vorige zomer keerde hij terug in de eredivisie. De spits van Ajax werd – en wordt - bejubeld, maar tegelijkertijd verguisd. Ook voelde hij zich geregeld onbegrepen. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij en dat gaat ook nooit meer veranderen.” In Helden Magazine nummer 75 spraken we hem samen met zijn vriendin Nikki van Esch. Wout Weghorst Dochter Wies, geboren op 24 december, ligt vredig in een Maxi-Cosi te slapen. Daantje, de tweejarige dochter van Wout Weghorst en zijn vriendin Nikki van Esch, is ook thuis en roert in een kopje warme thee. Wout en Nikki zijn elkaars jeugdliefde en dertien jaar samen. Ze hebben vier dochters. Juul (6), Lucie (4), Daantje (2) en Wies. Wout: “Ik heb altijd gezegd dat we gaan trouwen als alle kinderen er zijn.” En is de familie Weghorst nu compleet? Wout kijkt Nikki aan: “Ik denk het wel. Ik heb altijd tegen jou gezegd dat ik graag een groot gezin wilde met allemaal meisjes. Ik heb altijd gevoeld dat ik vier dochters zou krijgen en heb dat ook altijd gezegd. Mijn vader zie ik nog zitten toen wij vertelden dat ook Wies een meisje was. Hij barstte in tranen uit en zei: ‘Dat meen je niet. Ik kan nu ook niet meer zeggen dat je geluk hebt, want ook dit heb je altijd gezegd.’” Nikki: “Ik had dat gevoel wat minder dan jij. Toen ik zwanger was van Wies, wilde ik wel graag dat ze een meisje zou zijn, maar vooral uit praktische overwegingen. We hadden alles al in huis voor nog een meisje. Ergens leek het me ook een beetje zielig als de vierde ineens een jongetje zou zijn. Dan zou hij er gratis drie moeders bij krijgen.” Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Wout: “Wij woonden allebei in Borne en gingen in Hengelo naar de middelbare school. We kwamen bij elkaar in de klas in 4 havo.” Lachend: “Je was meteen verliefd op mij.” Nikki lachend: “Ik had een verschrikkelijke hekel aan jou, vond jou een vervelend ventje.” Met een knipoog: “Daar hebben meer mensen last van.” Nikki: 'Ik had een verschrikkelijke hekel aan jou, vond jou een vervelend ventje.' Met een knipoog: 'Daar hebben meer mensen last van' Wout: “Ik was een uitslover. Op school deed ik altijd een beetje stoer, ik gedroeg me als een popie jopie. Omdat wij allebei in Borne woonden, en elke dag in Hengelo naar school moesten, gingen we op een gegeven moment steeds vaker samen fietsen, iedere dag samen naar school, twintig minuten heen en terug.” Nikki: “Ik leerde jou beter kennen en zag dat je ook een andere kant had.” Wout: “Met oud en nieuw hebben we voor het eerst gezoend. In die tijd gebeurde dat wel vaker, maar bij jou voelde het speciaal. Vervolgens liet je daarna twee weken niks van je horen, wat voelde als twee maanden. Ook na de vakantie, toen school weer begon, liet je weinig merken. Uiteindelijk besloot ik met een ander meisje af te spreken, dat vond je toch niet zo leuk.” Nikki: “We trokken weer naar elkaar toe. In het begin was het nog een beetje aan en uit, maar het voelde wel altijd als iets wat bijzonder was. Je speelde op dat moment bij NEO in het eerste. Ik stond op zaterdag weleens langs de lijn in Borne, maar het was niet bepaald mijn streven om met een voetballer te gaan,” zegt Nikki lachend. Wout: “Ik speelde ook gewoon bij de amateurs, ver weg van een serieuze voetbalcarrière.” Nikki: “Op zaterdagavond gingen we vaak met een grote vriendengroep stappen in Hengelo. Wij waren de enige uit Borne die meegingen. Jij wilde altijd om twee uur thuis zijn. Inmiddels speelde je bij DETO, dat was een niveau hoger, en je moest de volgende ochtend fris en fruitig op de club zijn, want je wist maar nooit wie er kwam kijken, zei je altijd. Jij riep standaard om half twee ’s nachts: ‘Als je met mee wil fietsen, dan moet je komen, want ik ga nu weg.’” Wout: “De rest van de groep lachte me uit.” Nikki: “Al jouw vrienden dronken bier, jij nam een ijsthee. Ze zeiden: ‘Je wordt nooit een professionele voetballer, kerel, je speelt bij DETO. Neem het nou niet zo serieus.’” [caption id="attachment_20742" align="aligncenter" width="1697"] Wout Weghorst[/caption] Stond jij als puber al zo sterk in je schoenen dat je dat niet vervelend vond? Wout lachend: “Ja, die geluiden zijn nooit veranderd, hè. Tuurlijk was dat niet altijd makkelijk, maar ik had heel sterk de overtuiging dat ik profvoetballer ging worden. Waar dat vandaan kwam, weet ik niet. Op een gegeven moment zeiden zelfs mijn ouders: ‘Wout, de kans is klein dat je nog profvoetballer gaat worden, misschien moet je ook over iets anders gaan nadenken.” Nikki: “We zijn officieel samen vanaf het moment dat jij bij Willem II in het belofteteam kwam.” Wat vond jij zo mooi aan Nikki? “Ik vond bij jou houvast. Bij jou voelde het anders dan bij andere meisjes, het was een gevoel van onvoorwaardelijkheid. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik echt geluk had met jou. Jij zei altijd: ‘Het komt wel goed met jou, ik geloof in ons.’ Ik wist toen: jou laat ik nooit meer gaan.” De buitenwereld zag een rebelse jongen. Nikki, zag jij dat het irritante jongetje uit de klas ook een goed hart had? Nikki: “Jij was ‘het’ gewoon voor mij. Jouw mooiste eigenschap is dat je heel goed weet wat je wil. Daar handel je ook naar.” Lachend: “Als vriend laat je nu weleens te wensen over, je koopt nooit bloemen voor me. Ik weet dat je heel veel van me houdt, maar je vindt het soms moeilijk om dat te tonen. Maar als vader ben je fantastisch. Jouw liefde voor de kinderen en mij is onvoorwaardelijk.” Jouw ouders gingen uit elkaar toen jij acht was. Voel jij daarom ook zo sterk dat jij Nikki en de kinderen juist nooit in de steek zal laten? Wout en Nikki worden emotioneel. Wout: “Dat onvoorwaardelijke gevoel heb ik in mijn jeugd weleens gemist en vond ik bij jou. Ik had het geluk dat jij in mij en ons geloofde. Jij bent de rots in de branding voor ons. Dat voel ik zeker sterk, ik zal mijn meiden nooit in de steek laten en er te allen tijde voor ze zijn. Soms voelt het een beetje dat ik nu als vader ook tegelijk het kind ben dat ik altijd heb willen zijn. Ik voel me vrij en kan de hele dag met de meisjes spelen, ik kan daar geen genoeg van krijgen.” Sperziebonen Na Willem II speelde je bij Emmen. Daarna volgde Heracles, waar je in 2014 jouw debuut maakte in de eredivisie. Na twee jaar volgde AZ. En in 2018 vertrok je naar Wolfsburg, waar je drieënhalfjaar speelde. In die tijd maakte ESPN een docu. Nikki, jij zei daarin: ‘Wout heeft een drive die zelfs topsporters niet hebben.’ Nikki: “Dat klopt. Alles draaide hier altijd om het voetbal. Sinds de kwartfinale tegen Argentinië op het WK van 2022 in Qatar heb jij iets meer rust. Voor die tijd, vooral in Duitsland bij Wolfsburg, trainde jij iedere dag minstens twee keer. Als er een training op het programma stond van de club, ging je zelf nog een keer. Zelfs op een vrije dag ging je nog trainen. Jij had daar al je eigen team om je heen, dat heb je nog steeds. Jouw eigen mental coach en fysio kwamen overal naartoe. Voor het EK van vorige zomer heb ik een jaar lang jouw eten moet afwegen, ik werd er schijtziek van. Op een gegeven moment dacht ik: het zijn sperzie- bonen, het maakt echt niet uit of je hier 300 gram of 400 gram van eet.” Waar komt dat extreme fanatisme bij jou vandaan? Wout: “In mijn hele carrière ben ik op zoek ge- weest naar het maximale. Als ik iets doe, doe ik het voor de volle honderd procent. Dat heb ik bij alles. In het voetbal of thuis als vader.” In januari 2022 vertrok je van Wolfsburg naar Burnley. Daar speelde je een half jaar. “Spelen in de Premier League was altijd een doel. Burnley en eigenaar Alan Pace wilden me heel graag hebben om de club te behouden voor de Premier League. Het was ruim een half jaar voor het WK. Louis van Gaal, toen bondscoach, was duidelijk toen ik hem om zijn mening vroeg. Hij zei: ‘Je moet op het hoogste niveau spelen.’ Ik wilde naar Burnley, uiteindelijk hebben we een oplossing gevonden dat bij degradatie ik verhuurd zou worden. Helaas gebeurde dit op de laatste speeldag. Vervolgens vertrok ik naar Besiktas.” In Istanbul speelde je weer een half jaar, tot het WK in Qatar volgde. “Ik heb nog nooit zoveel zin gehad in een wedstrijd als bij Besiktas. De thuiswedstrijden zorgden echt voor kippenvel. De beleving en passie van de Turken is geweldig. Als ik nu terugkijk, denk ik dat ik daar het meest heb genoten van het voetballer zijn. In Turkije kon en mocht ik mezelf zijn. Mijn passie voor voetbal en mijn beleving vonden ze daar niet zo gek. Daar hielden ze er juist van als ik het publiek opzweepte of juichte zoals ik soms juichen kan. Als voetballer klikte het heel goed, maar om er te leven is het wel een totaal andere cultuur met andere normen en waarden. Wij willen onze kinderen meegeven dat iedereen gelijk is. In Istanbul kon dat nog weleens anders zijn en dat gaf onze kinderen niet altijd het voorbeeld dat wij voor ogen hebben. Ik kon op een gegeven moment letterlijk niet meer zelf mijn kinderen naar school brengen, omdat ik overal aangeklampt werd. Dat vond ik, en vooral Nikki, weleens lastig.” Aura Je maakte jouw debuut voor het Nederlands elftal op 23 maart 2018 tegen Engeland, jullie verloren met 1-0. Ronald Koeman was bondscoach. ”Ik heb zo vaak geroepen: ik wil profvoetballer worden. Maar het Nederlands elftal? Dat heb ik nooit durven dromen, ik had echt nooit gedacht dat ik dat ooit zou halen.” Je speelde op dat moment bij AZ. “Toen de definitieve selectie bekend zou worden, om elf uur, zouden wij aan het trainen zijn en de trainer wilde de focus op de training hou- den. Ik zei tegen de dokter: ik moet het weten. Geef even een duimpje omhoog of omlaag, want ik kan niet trainen met de gedachte dat het al bekend is. Ik vergeet het nooit meer. De dokter kwam aanlopen, en deed zijn duim omhoog. Ik zakte op de grond en heb minutenlang gehuild. Wat was ik intens gelukkig en trots.” Lachend: “Die training werd niks meer.” Het duurde twee jaar voordat jij weer werd opgeroepen, door toenmalig bondscoach Frank de Boer. Heb jij daar met Ronald Koeman over gesproken, toen hij in januari 2023 voor de tweede keer bondscoach werd? “We hebben het daar kort over gehad. Ik merkte aan hem dat hij dat uitgesproken wilde hebben. In zijn eerste periode als bondscoach was Luuk de Jong zijn tweede spits, zijn pinchhitter. Memphis was zijn eerste spits; Koeman en hij hadden een speciale band, dat is bekend. Hoe goed ik ook presteerde, ik kon er weinig aan veranderen. Dat was ook wel wrang, want qua statistieken had ik nog nooit zo goed gepresteerd als in die periode bij Wolfsburg.” Hoe is jouw band nu met Ronald Koeman? “Die is prima, hoor. Hij waardeert mij en laat dat ook blijken.” Na het EK in 2021 werd De Boer opgevolgd door Louis van Gaal. Jij werd geselecteerd voor het WK in Qatar in 2022. Jij wist dat je vier meisjes kreeg, maar ook dat je zou scoren in de kwartfinale tegen Argentinië en een heldenrol zou vervullen. Wout knikt en kijkt Nikki aan: “Ik voelde het, hè.” Nikki: “De dag voor die kwartfinale tegen Argentinië appte je mij: ‘Het gaat gebeuren.’ Ik appte ’s avonds ook nog met jouw mental coach Lars Brouwer. Hij stuurde: ‘Wout gaat het doen vanavond, er gaat iets gebeuren.’ Mensen reageren dan een beetje lacherig, denken: het zal wel. Maar wij hadden dat gevoel alle drie zo sterk.” Wout: “Ik geloof in visualiseren. Mijn motto is: willen is kunnen.” Louis van Gaal had het altijd over imagineren, een beetje hetzelfde als visualiseren. Nikki: “Hij is een beetje jouw voetbalvader.” Is hij de beste trainer die je ooit hebt gehad? “Bij Wolfsburg vond ik Oliver Glasner ook een heel goede trainer. Op tactisch en voetbaltechnisch gebied vind ik hem de beste trainer die ik heb gehad. We werden vierde in de competitie, haalden de Champions League. Bij hem trainden we op bepaalde dingen die ook echt uitkwamen in de wedstrijd. Hij kon zo goed overbrengen wat hij voor ogen had. Maar als mens en hoe ik zelf ooit coach zou willen zijn als ik dat ooit zou worden, al betwijfel ik dat, vind ik Louis van Gaal de beste. Hij zag, voelde en zei alles. Onder hem moest iedereen iedere dag honderd procent leveren. Hij had zo’n aura om zich heen, zo’n charisma. Als hij maar in de buurt kwam, dan stond je al aan.” Had je ook een persoonlijke klik met Van Gaal? “Ja. Over mij wordt altijd gezegd: ‘Als Weghorst tweede spits is, dan is hij een moeilijke jongen voor een trainer.’ Ik ben onder Van Gaal nooit basisspeler geweest. Hij vroeg mij: ‘Ik zie hoe jij traint, maar ik hoor ook verhalen over hoe moeilijk jij bent. Is dat zo?’ Ik antwoordde: ik denk het niet en ik denk dat jij ook zal gaan vinden dat dat niet zo is. Na twee interlandperiodes zei hij: ‘Wout, zolang ik bondscoach ben, zal je er bij mij altijd bij zijn. Om hoe jij voor het voetbal leeft, traint en jouw positieve uitstraling en beleving. Jij bent daarin mijn nummer één voorbeeld. Maar,’ zei hij, ‘je zal nooit mijn eerste spits worden.’ Iedere keer weer zei ik: ik ga het wel proberen, trainer. ‘Dat mag,’ antwoordde Van Gaal dan, ‘maar het gaat niet veranderen.’ Hij is zo eerlijk geweest, heeft zo goed gecommuniceerd. Iets later, tijdens de voorbereiding op het WK, zei hij tegen me: ‘Ik denk ook dat jij voor ons het verschil kan gaan maken.’” In de kwartfinale tegen Argentinië werd jij in de 78e minuut gebracht bij een 2-0 achterstand. In de 83e minuut scoorde jij de 2-1. Diep in de blessuretijd was er die fameuze vrije trap waaruit jij de gelijkmaker scoorde en er een verlenging uit sleepte. Denk jij dat Louis van Gaal dat net als jij al aanvoelde? “Dat denk ik wel, maar meerderen had- den dat. Mede omdat we ook ons Plan B met Luuk de Jong en mij tot in perfectie getraind hebben. Daar hadden we veel vertrouwen in. Ik weet nog dat ik aan het warmlopen was en dat Frenkie de Jong naar de zijlijn liep in de zeventigste minuut. Hij keek mij aan en riep naar de dug-out, en dat is echt niks voor Frenkie om te doen: ‘Trainer, je moet nu wisselen. Wout moet erin!’ Dat kwam ook mede door mij, het is niet makkelijk geweest om altijd wissel te zijn, desondanks zei ik altijd: ‘Let op: mijn moment komt.’” [caption id="attachment_21669" align="alignnone" width="427"] Wout en zijn gezin[/caption] Kijk je die rake vrije trap nog weleens terug? “Je ziet het af en toe nog eens voorbijkomen. Laatst vroegen ouders van het schooltje van onze kinderen er toevallig nog naar. Die wilden weten hoe het was gegaan. Het idee van die vrije trap kwam van mezelf. Ik had hem al een keer op die manier raak geschoten bij Wolfsburg. Het was eigenlijk de bedoeling dat Memphis hem zou maken, zo hadden we er in de training op geoefend, maar Memphis was gewisseld. Het moest dan ook zo zijn. Als ik eraan terugdenk of foto’s zie en kijk naar mijn blik... ik ben gelovig, maar het voelde ook echt alsof iemand boven mij de touwtjes in handen had en alles voor mij deed. Ik heb die wedstrijd teruggekeken en niet één foute bal gespeeld, alles klopte en alles ging vanzelf. Dat gebeurt niet vaak in een carrière. Het was het ultieme.” Desondanks verloren jullie die kwartfinale op strafschoppen. Wout: “Zeker in het begin zat de teleurstel- ling diep. Het geloof groeide enorm binnen het team. Als we die penalty’s hadden ge- wonnen, stonden we in de halve finale tegen Kroatië. Die ‘wat als’ vraag zal ik voor altijd blijven houden. Maar zonder dat ik de wereldbeker had gewonnen, en daar was ik echt lang kapot van, heb ik na die wedstrijd sterk gevoeld: beter wordt het niet. Het was het hoogtepunt van mijn carrière. Alles kwam samen.” Na het WK maakte je een droomtransfer naar Manchester United. Toenmalige trainer Erik ten Hag haalde jou en liet jou veel spelen. Wout: “In een korte tijd had ik het WK gespeeld en een wereldtransfer gemaakt. Datgene waar ik mijn hele leven voor had gewerkt, had ik bereikt. De absolute top bereiken, het maximale eruit halen, was mijn ultieme doel als voetballer. Is er nog meer? dacht ik toen. Het antwoord was ‘nee’. Prachtig, toch?” Je hoort geregeld dat topsporters, bijvoorbeeld na het winnen van olympisch goud, teleurgesteld raken omdat ze dat geluksgevoel niet ervaren maar in plaats daarvan denken: was dit het nou? Wout wordt emotioneel: “Ik heb dat geluksgevoel wel ervaren. Dat halve jaar in Manchester heb ik als basisspeler misschien wel mijn beste wedstrijden gespeeld. Alleen, ik scoorde maar twee keer, dat knaagt nog wel aan me. Maar we hebben een goed half jaar gekend met het winnen van de League Cup, bereiken van de FA Cup-finale en een derde plek in de competitie. Daarin heb ik een groot aandeel gehad. Manchester United was in alles ‘de top’. Alles was groots, de club, de hele setting. En dan heb ik juist de neiging mij een beetje terug te trekken. Ik ben een uitgesproken jongen, maar kan ook onzeker zijn. Dat was in Manchester af en toe het geval. Je wordt ook geleefd. Die maanden vlogen voorbij, maar bovenal ben ik ontzettend trots en dankbaar dat ik het heb kunnen afdwingen om bij Manchester United te spelen. Het was een onvergetelijke ervaring, ik heb een droom geleefd.” Tijdens het EK van vorige zomer maakte jij in de openingswedstrijd tegen Polen weer het beslissende doelpunt. Jij kwam in de 81e minuut in het veld voor Memphis Depay en maakte amper twee minuten later de 2-1. Jij wist weer dat dit ging gebeuren, vertelde je na de wedstrijd. “Voor het EK begon zei ik tegen de trainer: ik voel me goed, ben er klaar voor. Dat was ook in de periode dat ik mijn eten afwoog. Ik had zelfs met een explosiviteitstrainer gewerkt, was in top shape. Ik zei tegen de bondscoach: geef mij maar een belangrijke rol, ik ben er klaar voor. En ja, ook in die wedstrijd had ik ‘het gevoel’. Het was een prachtige dag. Wat die dag ook zo bijzonder maakte, was de erkenning die ik daarna kreeg. Hoe ik werd toegezongen, was fantastisch. Dat EK was precies het beeld van hoe ik dat vroeger als jochie in mijn hoofd had. Iedereen in het oranje. Zoveel Nederlandse fans. En dan kreeg ik ook nog vanuit het hele land waardering. Ik voelde mij als voetballer massaal gesteund. Dat was mijn brandstof. Ik vrat die helemaal op, haalde er mijn motivatie uit. Heel lang had ik daarnaar gezocht, heel lang wilde ik dat. Uiteindelijk merk je: als je niet meer zoekt, omdat je accepteert en vrede hebt met jezelf, dan komt de waardering vanzelf naar je toe.” AUTHENTIEK Drie jaar geleden zei je in Helden: ‘Tegen mijn vriendin zeg ik weleens: hoelang ga ik dit nog volhouden? Het is het mooiste beroep van de wereld, maar mentaal ook heel zwaar.’ Wout: “Dat klopt. Ik heb weleens geprobeerd om er relaxter in te staan, de teugels te laten vieren. Maar dat werkt niet voor mij, dan begint het na een week al te kriebelen en voel ik me niet prettig. Die sterke overtuiging, dat fanatisme, heb ik nou eenmaal en zo sta ik in het leven. Dat heeft me ook al deze successen gebracht. Maar mentaal is het niet makkelijk en vraagt het veel van me.” Jouw sterke overtuiging en fanatisme worden niet altijd gewaardeerd. “Bepaalde dingen die bij mij horen, zullen nooit veranderen. Dat was vroeger al, toen ik door mijn vriendjes werd uitgelachen, en dat is nog steeds zo. Er is blijkbaar iets in mij, waardoor ik altijd in de schijnwerpers sta. Iedereen zegt altijd: ‘Wout vraagt om aandacht, hij wil in de schijnwerpers staan.’ Dat is niet waar. Wel op basis van mijn prestaties, maar niet op basis van het ‘anders’ zijn. Ik weet inmiddels ook waarom dat zo is. Ik ben puur en uitgesproken, authentiek. Dat is iets wat mensen triggert en meningen oproept, maar ik heb nu meer schijt aan wat iemand van mij vindt. Ik ben blij dat ik zo ben en kan zijn. En mijn drang naar presteren zal ik altijd hebben.” Wat vind je ervan dat jij geregeld de pispaal bent in de media? “Wat er over mij wordt gezegd en geschreven in de media is niet altijd makkelijk. Ik word er nog steeds weleens verdrietig van. Veel makkelijker dan over mijn rug punten scoren door journalisten of wie dan ook, wordt het niet. De stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, dat gaat nooit meer veranderen.” Wout: 'Wat er over mij wordt gezegd in de media is niet altijd makkelijk. Ik word er nog steeds weleens verdrietig van.' Ben je daardoor mentaal harder geworden? “In het begin van mijn carrière had ik een heel erge bewijsdrang. Ik wilde iedereen laten zien dat ik het kon, dat ik de beste was en het ging maken. Zoals in de tijd bij Wolfsburg en ik niet werd opgeroepen voor het Nederlands elftal. Dat was zo’n trigger voor mij. Dat kostte heel veel energie omdat het niet de goede motivatie was. Dan wordt het mentaal heel zwaar. Die enorme bewijsdrang veranderde langzaam. Ik wilde het daarna vooral bewijzen voor mezelf. Gaandeweg werd ook dat minder en begon ik me te realiseren wat ik allemaal had bereikt. Ik reageer nu meer vanuit trots en dankbaarheid dan vanuit bewijsdrang.” Heb jij die mentale veranderding te danken aan jouw mental coach? “Mijn mental coach Lars Brouwer mag absoluut weleens genoemd worden. Hij heeft mij zo enorm geholpen, vooral in mijn tijd bij Wolfsburg. Hij is een goede vriend geworden. In mijn eerste jaren als profvoetballer wist ik wel waar ik last van had, maar ik kon het niet omzetten. Van Lars heb ik geleerd om naar mijn eigen motivatie en gevoel te luisteren en dat wat de buitenwereld van mij verwacht los te laten. Daardoor doen alle negatieve reacties mij nu ook minder. Natuurlijk voel ik me soms rot en is het niet leuk om te lezen dat ik een irritant mannetje ben, lastig in de kleedkamer, noem maar op. Ik weet zelf wel beter. Ik laat me niet meer beïnvloeden door die meningen, dat heeft me veel opgeleverd. Als mens, maar ook als voetballer. Ik denk dat heel veel mensen dat diep van binnen graag zouden willen. Altijd naar je gevoel luisteren en niet naar meningen van anderen, is ook moeilijk. Ik ben misschien ook een confronterende spiegel voor mensen.” Voel jij je vaak onbegrepen? “Ja, maar ik zie het een beetje als twee werelden. De ene wereld is de buitenwereld. De media en social media, dat is voor mij een beetje een fake wereld. In die wereld voel ik me onbegrepen. De andere wereld is die van mezelf en de kleine kring om mij heen, de ‘real life wereld’, om het zo maar te noemen.” Doet het jouw familie pijn hoe jij soms wordt weggezet in de media? “Ja, voor Nikki, en ook mijn ouders is het niet leuk. Toen ik afgelopen zomer de transfer maakte naar Ajax, was het weer raak. Ik had Twente verloochend... Het is zo oneerlijk hoe dat verhaal is neergezet. Dat is het enige dat ik nog heel lastig vind. Onrecht.” FILOSOFIE Na Manchester United speelde je een jaar in de Bundesliga bij Hoffenheim. Je wilde daarna terug naar Nederland. In de media werd jouw komst naar FC Twente al ruimschoots besproken, het werd Ajax en dat werd jou door Twente-supporters niet in dank afgenomen. Vertel eens over dat hele proces? “Ik heb er eigenlijk nog nooit wat over gezegd. Ik heb me gefocust op Ajax en was blij met mijn prachtige transfer, naar historisch gezien de grootste club van Nederland. Maar ik wil er best wat over zeggen. Zoals bekend heb ik met Twente en de verantwoordelijke mensen meerdere gesprekken gevoerd in de zomer. Uiteindelijk bleek gaandeweg de transferperiode dat het voor Twente financieel niet mogelijk was om mij te halen. Ik heb het over de transfersom, niet over mijn salaris. Ik weet ook wel dat ik minder in Nederland zou verdienen dan in het buitenland. Geld is nooit mijn drijfveer geweest en zal het nooit zijn. Maar Twente heeft letterlijk tegen mij gezegd: ‘Wout, het gaat ons nu niet lukken en wij gaan verder kijken.’ Op dat moment konden ze Sam Lammers krijgen. Dat begreep ik. Ik heb Arnold Bruggink en Jan Streuer, de technische leiding bij Twente, ook eerlijk en open over de interesse van Ajax en andere clubs verteld. Uiteindelijk kreeg ik tijdens de gesprekken die ik voerde met Ajax en de doelstellingen die zij hadden het gevoel dat dit voor mij en mijn gezin de juiste stap was. Het verhaal sprak me aan en ik wilde graag terug naar Nederland voor mijn gezin. Ajax wilde weer het Ajax van voorheen worden, terug naar de glorietijden, terug naar de top, kampioen worden en Champions League voetbal spelen. En ze hadden spelers nodig die er vol voor wilden gaan. Bij Ajax voelde ik veel vertrouwen en ik kreeg iedere keer te horen: ‘Zo’n type als jij hebben wij nodig.’ Ze wilden me koste wat het kost binnen halen en we hebben er allebei alles aan gedaan het uiteindelijk te realiseren.” Je wordt geregeld toegezongen in de ArenA. Bij de fans ben je geliefd. “Daar gaat het uiteindelijk ook om. Dat schaar ik weer onder de ‘echte’ wereld. Daarom zijn mijn ervaringen tot nu toe heel positief. Zoals hoe de supporters reageerden toen ik voor het eerst in het stadion kwam. Mijn eerste doelpunt in de Arena, de winnende tegen FC Groningen. Dat was supergaaf en daar ben ik ze heel dankbaar voor. Ik focus me daarop; op de mensen in mijn directe omgeving, voor wie ik werk en voetbal, voor de club en supporters.” BARBIES Het geloof speelt ook een belangrijke rol in jouw leven. Wout knikt: “Ik heb mijn steun erin gevonden. Het geloof voelt voor mij ook als iets onvoorwaardelijks, als iets waar ik altijd op kan terugvallen. Ik ben er niet mee opgegroeid, maar ben er later mee in aanraking gekomen. Nu deel ik het met Nikki. De kinderen laten we er ook kennis mee maken. Soms zitten we aan tafel en bidden we even. En soms liggen we in bed en bidden we. Ik heb een bijbeltje waarin ik elke dag lees.” Hoe kijk jij naar de wereld waarin wij leven? Wout is stil, lacht even en kijkt bedenkelijk. Jij hebt je ook weleens uitgesproken over het feit dat je het lastig vindt dat we allemaal deel uitmaken van een bepaald systeem in Nederland en dat we daarin worden geacht mee te gaan. Zoals hoe het onderwijs geregeld is. Wout knikt: “Dat klopt. Het schoolsysteem is daar inderdaad een voorbeeld van. Ik ben me vanwege het ouderschap hierin gaan verdiepen, omdat ik mijn kinderen de best mogelijke toekomst wil bieden. Ik ben niet tegen het Nederlandse schoolsysteem, maar ik ben er ook niet voor. School zie ik als een verlengstuk van de opvoeding thuis. En hoe ik onze kinderen opvoed, past voor ons niet bij het huidige systeem. Ik ben tijdens het verdiepen en de zoektocht naar ‘andere’ opties dan het reguliere onderwijs in aanraking gekomen met holistisch onderwijs, waar de kinderen veel buiten in de natuur zijn en spelenderwijs leren. De laatste twee jaar ben ik druk bezig om mijn eigen school op te richten. Vanuit de overtuigingen en waarden waarin ik geloof. Ik geloof zeker niet in alleen maar vrijheid. Er mogen ook regels en structuur zijn, dat is juist fijn en helpend. Maar ik geloof wel dat kinderen zich in vrijheid moeten kunnen ontwikkelen en dat ze hun eigen creativiteit moeten kunnen gebruiken. Mijn oudste is heel creatief. Ze maakt allerlei kleertjes van ballonnen of wc-papier voor haar Barbies. Dat vind ik een mooie kwaliteit. Als blijkt dat ze dat heel leuk blijft vinden, wil ik dat ze daarvoor op school de ruimte krijgt. In het traditionele schoolsysteem doet dat er niet toe, worden daar geen cijfers voor gegeven, maar wordt er gekeken of je goed kan leren, kan rekenen en lezen. Dat vind ik een beperkte blik. Wout: 'Ik ben niet tegen het Nederlandse schoolsysteem, maar ik ben er ook niet voor. Hoe ik onze kinderen opvoed past niet bij het huidige system' Mensen vragen ons vervolgens geregeld: ‘Wil je dan niet dat je kinderen leren lezen of schrijven?’ Natuurlijk wel, en dat gaan ze allemaal met heel veel individuele aandacht ook doen. Je zal verbaasd staan wat mijn kleine van zes jaar al kan. Ze kan heel aardig lezen en schrijven en rekensommetjes maken vindt ze heel leuk. Met onze andere dochter doe ik andere dingen thuis, zij is een heel zorgzaam type met een enorm groot hart. Zij doet graag dingen samen, in plaats van individueel. Ieder kind wordt puur geboren, is authentiek. Ik vind het superbelangrijk dat mijn kinderen zich op hun eigen manier kunnen blijven ontwikkelen. Wij gaan uit van de motivatie van ons kind en niet van wat wij ze opdragen. Ik denk niet dat dat een rare gedachte is. En als mensen dat wel raar vinden, dan is dat prima. Maar dit is onze overtuiging.” Heb jij soms het gevoel dat je niet helemaal past in onze maatschappij? “Ik voelde vroeger al dat ik anders was dan doorsnee en dat is nog steeds zo. Ik denk dat Nikki en ik sowieso een andere overtuiging hebben dan veel anderen in onze maatschappij.” DIERTJES Je bent 32, hebt nog een contract bij Ajax tot de zomer van 2026. Dan wordt ook het WK gehouden in de Verenigde Staten, Canada en Mexico. “Ik heb een keer een visioen gehad over een wereldbeker.” Lachend: “Dus er ligt nog wat in het verschiet. In 2022 had ik echt het gevoel dat we wereldkampioen zouden worden. Hadden we die penalty’s gewonnen, dan hadden we ook van Kroatië kunnen winnen in de halve finale. Op het EK van vorige zomer waren we er dichtbij. We verloren zo nipt van Engeland in de halve finale. We blijven gaan voor de ultieme prijs, in mijn ogen het mooiste wat er is met en voor je land.” Je weet inmiddels dat jouw visioenen vaak kloppen. Gaat dit dan nog een keer gebeuren? Lachend: “Laten we het hopen, ik wil graag bij het komende WK zijn. Het is mijn laatste kans, daar gaan we wederom alles voor doen.” Je keerde heel bewust terug naar Nederland met jouw gezin. Wat wil je nog? “Ik wil graag prijzen winnen met Ajax. Kampioen worden. Maar ik wil bovenal gelukkig zijn en voldoening halen uit wat ik nu doe.” Zie jij jezelf de komende jaren nog gewoon doorgaan als voetballer? “Zolang ik er plezier in hou en het goed kan combineren met de meisjes, blijf ik doorgaan. Het enige wat ik soms moeilijk vind, is dat ik veel van huis ben. Dat valt me steeds zwaarder. Zodra ik voel dat het ten koste van mijn dochters gaat, dan stop ik. Mijn carrière als voetballer heeft altijd op de eerste plaats gestaan. Voor het voetbal moest alles wijken. Die tijd is nu voorbij. Nu moet alles wijken voor mijn gezin.” En stel dat er toch nog een mooie club in de Premier League voorbijkomt? Nikki lachend: “Nou, die zijn er altijd wel, hoor. In de zomer hadden we ook naar het buitenland gekund en dat zal volgend jaar ook wel zo zijn.” Wout: “We hebben heel bewust voor Nederland gekozen.” Zie je jezelf nog bij FC Twente eindigen? Wout: “Ondanks alle negativiteit na mijn transfer naar Ajax vorige zomer, heb ik nog steeds dat sterke gevoel bij Twente, dat is niet veranderd.” Denk je al na over het leven na het voetbal? Zouden jullie weer terug willen naar het buitenland? “We hebben op zoveel plekken gewoond, maar Nederland voelt wel als ons land. Ik zou ook heel graag met alle kinderen willen reizen. Met zijn allen een paar maanden in een camper. Op den duur zouden wij graag op een mooie plek in Twente willen wonen waar wij zelfvoorzienend kunnen leven. Met Nikki, de meisjes en een hele hoop diertjes.” Helden Magazine editie 75 Het interview met Wout Weghorst komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Meer lezen? Kenneth Taylor: 'Het leven gaat gewoon weer door, hoor' Jorrel Hato: 'Mijn tijd komt nog wel' De wederopstanding van Frenkie de Jong

Voetbal

Jurriën Timber: ‘Als hij praat, luistert iedereen’

Jurriën Timber (24) maakte in 2023 een droomtransfer van Ajax naar Arsenal, maar liep in de allereerste Premier League-wedstrijd een zware kruisbandblessure op. Weg seizoen. In zijn tweede jaar in Londen speelde hij als vanouds. Zijn ploeg eindigde als tweede in de Premier League en haalde de halve finale van de Champions League. De international is klaar voor een nieuw seizoen én het WK volgende zomer. Johan Cruijff “Ik heb Johan Cruijff niet zien voetballen en ook niet als trainer meegemaakt, maar bij Ajax groeit iedere jonge voetballer op met zijn filosofie. De voetbalfilosofie van de club en de manier waarop ze willen spelen, komt grotendeels van hem. Als kind kreeg ik heel veel over Cruijff mee. Hij heeft zijn legacy achtergelaten in Amsterdam en wereldwijd.” Jurriën Timber mocht deze zomer op Curaçao zijn eigen Cruyff Court openen. Als prijs voor het feit dat hij in 2022 was gekozen als Talent van het Jaar – en tegelijkertijd Speler van het Jaar - van de Eredivisie. Dat hij beide prijzen won in één seizoen was voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal. “Toen ik een paar jaar geleden die prijs in ontvangst nam, dacht ik: leuk, ik krijg een veldje op mijn naam. Ik besefte nog niet dat het zo speciaal zou zijn. Dat het ook nog op Curaçao was, maakte het extra bijzonder. De community daar kan heel goed een Cruyff Court gebruiken. Het voelt goed om iets terug te geven aan de plek waar mijn moeder is geboren en getogen en waar nog steeds heel veel familie van ons woont. Mijn broers Quinten en Dylan waren nog aan het revalideren van blessures, die waren helaas niet bij de opening, maar mijn oudere broers Shamier en Christopher waren er wel. Mijn moeder en oma waren er ook, en veel tantes, neven en nichten die daar nog wonen. Bijzonder om hen bij de opening te hebben en mooi om ze allemaal zo trots te zien.” Jurriën en zijn tweelingbroer Quinten Timber zijn niet geboren op Curaçao, maar in Utrecht. “Met zowel Utrecht als Curaçao voel ik veel verbondenheid. Op Curaçao liggen mijn roots. Het voelt als thuis, ondanks dat ik er nooit heb gewoond.” Moeder Marilyn “Mijn moeder heeft zoveel gedaan voor mij en mijn broers. Ze heeft uit liefde heel veel gelaten om ons op te kunnen voeden. En ze heeft altijd voor ons gebeden, in goede, maar ook in moeilijkere tijden. Ik zal haar voor altijd dankbaar zijn. Ze geniet van ons. Dat maakt ons blij.” Jurriën en Quinten groeiden op in de Bokkenbuurt in Utrecht, met oudere broers Christopher (35) - tevens zaakwaarnemer van de jongens -, Shamier (33) en Dylan (25). Zes jaar waren de jongens toen ze de Utrechtse club DVSU verruilden voor de jeugdopleiding van Feyenoord. Ook Dylan maakte de overstap, maar hield het na een paar jaar voor gezien en keerde terug naar Utrecht. Quinten en Jurriën voetbalden bij Feyenoord tot hun twaalfde, daarna maakten ze de overstap naar de jeugdopleiding van Ajax. Het is ook niet makkelijk voor haar om iedere keer heen en weer naar Londen te vliegen, toch komt ze geregeld en anders kijkt ze mijn wedstrijden op tv. We zijn nog steeds heel close met het gezin. “Iedere ochtend gingen we naar school in Utrecht. Zo’n drie keer per week bracht mijn moeder of een van mijn broers ons na school naar Rotterdam en haalde ons in de avond op. In het weekend brachten ze ons ook weer naar Feyenoord. Tussendoor waren ze aan het werk. Later werden we met een busje opgehaald om naar Feyenoord te gaan.” De familie Timber was een heel hecht gezin, zegt Jurriën. “Het is niet altijd even makkelijk geweest vroeger, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat we ook maar iets tekortkwamen. Ook mijn oudere broers hebben vol liefde voor ons gezorgd en ons opgevoed. Door hun harde werken hebben wij gekregen wat we nodig hadden.” Moeder Marilyn is de grootste fan van haar voetballende zonen. “Voordat wij voetbalden, had ze er niet zoveel mee. Op het moment dat zij drie of vier keer week wedstrijden ging kijken van ons drieën, begon ze fan te worden.” Dylan speelt inmiddels bij VVV Venlo, Quinten sinds 2022 bij Feyenoord, Jurriën bij Arsenal. Mijn moeder probeert alles te kijken, maar het is niet mogelijk om fysiek overal bij aanwezig te zijn. Het is ook niet makkelijk voor haar om iedere keer heen en weer naar Londen te vliegen, toch komt ze geregeld en anders kijkt ze mijn wedstrijden op tv. We zijn nog steeds heel close met het gezin. We proberen elkaar zo vaak mogelijk te zien en in de zomers gaan we met elkaar op vakantie.” [caption id="attachment_21605" align="alignnone" width="1080"] Jurriën voor de wedstrijd tegen West Ham United.[/caption] Virgil van Dijk “Virgil is écht de grote leider van het Nederlands elftal. Ik vind hem een van de beste spelers ter wereld, kan veel van hem le- ren; van zijn spel, maar ook hoe hij is als mens. Als je met hem traint, zie je zijn klasse. Hij is bij Liverpool ook teruggekomen na een zware kruisbandblessure en daarna weer op topniveau gekomen. Als Virgil praat, luistert iedereen. Hij geeft het perfecte voorbeeld als sportman; in hoe hij zich voorbereid op belangrijke wedstrijden en wat hij eist van zijn medespelers. Hij is in alles een leider. Virgil heeft mij ook veel adviezen gegeven voordat ik naar Londen kwam, we spraken over Engeland en de Premier League. Als we met Arsenal tegen Liverpool spelen, spreken we elkaar altijd wat langer. En als ik iets te vragen heb of zijn advies wil, dan app ik hem. We hebben een heel goede band.” Helden Magazine 78 Het eerste gedeelte van het verhaal over Jurriën Timber komt uit Helden Magazine 78. Wil je meer lezen? Abonneer je nu op Helden , schrijf je in voor de nieuwsbrief of haal het magazine in de winkel! Meer lezen? Ryan Gravenberch: van de hel naar de hemel Givairo Read: 'Dit is pas het begin' 
Jurriën Timber (24) maakte in 2023 een droomtransfer van Ajax naar Arsenal, maar liep in de allereerste Premier League-wedstrijd een zware kruisbandblessure op. Weg seizoen. In zijn tweede jaar in Londen speelde hij als vanouds. Zijn ploeg eindigde als tweede in de Premier League en haalde de halve finale van de Champions League. De international is klaar voor een nieuw seizoen én het WK volgende zomer. Johan Cruijff “Ik heb Johan Cruijff niet zien voetballen en ook niet als trainer meegemaakt, maar bij Ajax groeit iedere jonge voetballer op met zijn filosofie. De voetbalfilosofie van de club en de manier waarop ze willen spelen, komt grotendeels van hem. Als kind kreeg ik heel veel over Cruijff mee. Hij heeft zijn legacy achtergelaten in Amsterdam en wereldwijd.” Jurriën Timber mocht deze zomer op Curaçao zijn eigen Cruyff Court openen. Als prijs voor het feit dat hij in 2022 was gekozen als Talent van het Jaar – en tegelijkertijd Speler van het Jaar - van de Eredivisie. Dat hij beide prijzen won in één seizoen was voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse voetbal. “Toen ik een paar jaar geleden die prijs in ontvangst nam, dacht ik: leuk, ik krijg een veldje op mijn naam. Ik besefte nog niet dat het zo speciaal zou zijn. Dat het ook nog op Curaçao was, maakte het extra bijzonder. De community daar kan heel goed een Cruyff Court gebruiken. Het voelt goed om iets terug te geven aan de plek waar mijn moeder is geboren en getogen en waar nog steeds heel veel familie van ons woont. Mijn broers Quinten en Dylan waren nog aan het revalideren van blessures, die waren helaas niet bij de opening, maar mijn oudere broers Shamier en Christopher waren er wel. Mijn moeder en oma waren er ook, en veel tantes, neven en nichten die daar nog wonen. Bijzonder om hen bij de opening te hebben en mooi om ze allemaal zo trots te zien.” Jurriën en zijn tweelingbroer Quinten Timber zijn niet geboren op Curaçao, maar in Utrecht. “Met zowel Utrecht als Curaçao voel ik veel verbondenheid. Op Curaçao liggen mijn roots. Het voelt als thuis, ondanks dat ik er nooit heb gewoond.” Moeder Marilyn “Mijn moeder heeft zoveel gedaan voor mij en mijn broers. Ze heeft uit liefde heel veel gelaten om ons op te kunnen voeden. En ze heeft altijd voor ons gebeden, in goede, maar ook in moeilijkere tijden. Ik zal haar voor altijd dankbaar zijn. Ze geniet van ons. Dat maakt ons blij.” Jurriën en Quinten groeiden op in de Bokkenbuurt in Utrecht, met oudere broers Christopher (35) - tevens zaakwaarnemer van de jongens -, Shamier (33) en Dylan (25). Zes jaar waren de jongens toen ze de Utrechtse club DVSU verruilden voor de jeugdopleiding van Feyenoord. Ook Dylan maakte de overstap, maar hield het na een paar jaar voor gezien en keerde terug naar Utrecht. Quinten en Jurriën voetbalden bij Feyenoord tot hun twaalfde, daarna maakten ze de overstap naar de jeugdopleiding van Ajax. Het is ook niet makkelijk voor haar om iedere keer heen en weer naar Londen te vliegen, toch komt ze geregeld en anders kijkt ze mijn wedstrijden op tv. We zijn nog steeds heel close met het gezin. “Iedere ochtend gingen we naar school in Utrecht. Zo’n drie keer per week bracht mijn moeder of een van mijn broers ons na school naar Rotterdam en haalde ons in de avond op. In het weekend brachten ze ons ook weer naar Feyenoord. Tussendoor waren ze aan het werk. Later werden we met een busje opgehaald om naar Feyenoord te gaan.” De familie Timber was een heel hecht gezin, zegt Jurriën. “Het is niet altijd even makkelijk geweest vroeger, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat we ook maar iets tekortkwamen. Ook mijn oudere broers hebben vol liefde voor ons gezorgd en ons opgevoed. Door hun harde werken hebben wij gekregen wat we nodig hadden.” Moeder Marilyn is de grootste fan van haar voetballende zonen. “Voordat wij voetbalden, had ze er niet zoveel mee. Op het moment dat zij drie of vier keer week wedstrijden ging kijken van ons drieën, begon ze fan te worden.” Dylan speelt inmiddels bij VVV Venlo, Quinten sinds 2022 bij Feyenoord, Jurriën bij Arsenal. Mijn moeder probeert alles te kijken, maar het is niet mogelijk om fysiek overal bij aanwezig te zijn. Het is ook niet makkelijk voor haar om iedere keer heen en weer naar Londen te vliegen, toch komt ze geregeld en anders kijkt ze mijn wedstrijden op tv. We zijn nog steeds heel close met het gezin. We proberen elkaar zo vaak mogelijk te zien en in de zomers gaan we met elkaar op vakantie.” [caption id="attachment_21605" align="alignnone" width="1080"] Jurriën voor de wedstrijd tegen West Ham United.[/caption] Virgil van Dijk “Virgil is écht de grote leider van het Nederlands elftal. Ik vind hem een van de beste spelers ter wereld, kan veel van hem le- ren; van zijn spel, maar ook hoe hij is als mens. Als je met hem traint, zie je zijn klasse. Hij is bij Liverpool ook teruggekomen na een zware kruisbandblessure en daarna weer op topniveau gekomen. Als Virgil praat, luistert iedereen. Hij geeft het perfecte voorbeeld als sportman; in hoe hij zich voorbereid op belangrijke wedstrijden en wat hij eist van zijn medespelers. Hij is in alles een leider. Virgil heeft mij ook veel adviezen gegeven voordat ik naar Londen kwam, we spraken over Engeland en de Premier League. Als we met Arsenal tegen Liverpool spelen, spreken we elkaar altijd wat langer. En als ik iets te vragen heb of zijn advies wil, dan app ik hem. We hebben een heel goede band.” Helden Magazine 78 Het eerste gedeelte van het verhaal over Jurriën Timber komt uit Helden Magazine 78. Wil je meer lezen? Abonneer je nu op Helden , schrijf je in voor de nieuwsbrief of haal het magazine in de winkel! Meer lezen? Ryan Gravenberch: van de hel naar de hemel Givairo Read: 'Dit is pas het begin' 

Voetbal

Sem Steijn: ‘Nou dat zorgde wel voor kippenvel’

Sem Steijn (23) stond als jonge voetballer van ADO Den Haag niet te boek als groot talent. Inmiddels is de middenvelder een van de smaakmakers van FC Twente en hard op weg topscorer van de eredivisie te worden. Een gesprek in Helden Magazine nummer 76 over zijn achternaam, vader Maurice, Ruud van Nistelrooij, Jari Litmanen en Ronald Koeman. Sem Steijn Je gaat als een trein bij FC Twente. Er moet veel gebeuren wil jij geen topscorer van de eredivisie worden. Heeft bondscoach Ronald Koeman je al gebeld? Lachend: “Nee, nog niet. Ik zat wel een keer dichtbij, oktober vorig jaar. Meneer Koeman zei dat hij erover na had gedacht om mij op te roepen voor het Nederlands elftal. Nou, dat zorgde wel even voor kippenvel. Vanaf het moment dat ik in het tweede elftal van ADO zat, werd het Nederlands elftal halen een groot doel. Ik probeer er niet te veel aan te denken. Ik heb er ook nog nooit bijgezeten, dus wil er niet te veel op hopen.” De concurrentie is groot op het middenveld van Oranje met concurrenten als Ryan Gravenberch, Tijjani Reijnders en Xavi Simons. Let jij extra op dat soort spelers? “Ik kijk heel graag naar Ryan. Hij werkt net als ik met Patrick Woerst, een individuele coach die zich focust op het bewustzijn van spelers. Van Patrick krijg ik geregeld beelden van Ryan te zien. Ik kan echt van zijn spel genieten. Patrick en ik zijn nu bezig met de zogenaamde no touch-turn; dan laat je de bal met je meelopen en je draait, zonder dat je de bal aanraakt en snelheid verliest. Dat kan Ryan als geen ander. Ik probeer dat ook toe te passen in wedstrijden en steeds vaker lukt het. Maar ik kijk ook graag naar Phil Foden en ik ben altijd een groot fan van Lionel Messi geweest.” Jouw vader Maurice Steijn, huidig trainer van Sparta, vergeleek jou eerder in Helden met Jari Litmanen en zei dat jij qua type voetballer een echte Ajax-speler bent. “Onze zaakwaarnemer Rodger Linse en mijn vader zeggen al heel lang dat Jari Litmanen en ik gelijkenissen vertonen. Rodger zei dat al toen ik nog een klein ventje was. Ik probeerde beelden van hem te vinden. Op YouTube had ik wel wat gezien, maar daar stond niet heel veel op. Na lang zoeken kwam ik op een andere site terecht, Footballia.net, waar je heel veel oude wedstrijden kunt terugkijken. "Zaakwaarnemer Rodger Linse en mijn vader zeggen al heel lang dat ik op Jari Litmanen lijk. Ik heb veel wedstrijden van hem teruggekeken en zag wel gelijkenissen" Ik heb veel wedstrijden van Litmanen teruggekeken en zag inderdaad wel gelijkenissen, bij het diep lopen bijvoorbeeld. “Ik snap dus wat Roger en mijn vader bedoelen, maar Jari Litmanen staat nog een trapje hoger op de trede dan Sem Steijn, hoor.” Heb je hem weleens ontmoet? “Nee, dat zou ik graag een keer willen. Ik zou dolgraag een keer met hem het veld oplopen.” Blonde vrouwen Hoe was jij als jongetje? “Een druk baasje, altijd in de weer met een bal. Als klein kind moesten mijn ouders de boel voor mij barricaderen. Ik klom continu op tafel om van alles te pakken. En ik liep dus altijd met een bal rond, van Beertje Paddington. Toevallig vertelde mijn moeder daar laatst over en liet een foto zien.” Op je tiende werd je opgenomen in de jeugdopleiding van ADO Den Haag. Wanneer had jij door dat je beter was dan andere kinderen? “Ik heb eerst bij GDA gespeeld in Den Haag en bij KMD in Wateringen. Daar werd ik gescout, we gingen met het hele gezin naar ADO. Op straat merkte ik dat kindjes bij mij in het team wilden. Ik mocht vaak met oudere jongens meedoen, omdat ik dingen met de bal deed die zij nog niet konden. Mijn vrienden hadden geen PlayStation of speelden er niet mee, wij waren altijd buiten. Laatst ben ik met mijn vriendengroep teruggegaan naar het pleintje om te voetballen. Ik werd herkend, maar er waren maar weinig kinderen op straat, dus we konden gewoon ons potje afmaken.” Over jou werd lang gezegd dat je niet een megatalent was. “Dat klopt, mensen hadden altijd twijfels over mij. Mijn achternaam speelde ook nog een rol. Ik heb altijd goals gemaakt, hoor, was elk jaar topscorer van de jeugdelftallen waarin ik speelde, maar was toch nooit het grote talent.” Was jouw achternaam een lust of een last? “Mijn achternaam voelde geregeld als een last, maar daardoor wilde ik juist aan mensen laten zien dat ik het eerste van ADO kon halen. Ik haalde er motivatie uit. Ik wilde laten zien dat ik beter was dan iedereen dacht. Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader.” "Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader" Hoe ging jouw vader daar mee om? “Mijn ouders vonden het heel leuk voor me dat ik het goed deed. Ze waren er trots op dat ik bij ADO mocht voetballen. Ze zijn altijd het hele land doorgereisd om bij mij te kijken en dat doen ze nog steeds.” Jouw vader was trainer bij ADO Den Haag, VVV-Venlo, Al-Wahda in Abu Dhabi, NAC, Sparta, Ajax, en is nu weer trainer bij Sparta. Heeft hij daar tijd voor? “Als Sparta en Twente niet tegelijk spelen, dan komt hij kijken.” Toen jouw vader in 2014 hoofdtrainer werd in Venlo, bleef jij met jouw moeder Priscilla en zus Biba achter in Den Haag. “Ik zat toen nog in de jeugdopleiding bij ADO en op school. Biba zat ook op school. Mijn vader reed drie jaar lang op en neer of sliep in hotels.” In Helden vertelde hij dat het gezin ook een moeilijke tijd heeft gehad. In jouw jeugd overleed jouw opa, de vader van jouw moeder, aan zelfdoding. Jij en jouw zus werden daar pas jaren later van op de hoogte gesteld. “Ik was heel jong toen dat gebeurde. In eerste instantie hebben mijn ouders ons inderdaad niks verteld. Jaren later vertelde mijn moeder het, ik was een jaar of twaalf. Ik kan me niet herinneren dat ik dat op dat moment als heel lastig heb ervaren. Ik was erg jong, maar voor mijn ouders en vooral voor mijn moeder blijft het een heel groot litteken.” In 2018 tekende je jouw eerste profcontract, bij ADO. Jouw vader had verlengd bij VVV en jij werd verhuurd aan die club. Jullie verhuisden naar Venlo, het gezin was herenigd en je vader werd jouw trainer. Hoe was het dat jouw vader ook je trainer was? “Ik heb een heel goede band met mijn vader en we kregen de kans om samen iedere dag op het veld te staan. Het was aan de ene kant dus heel mooi. Maar het was niet alleen maar rooskleurig. Ik was zestien, twijfelde ook veel in die tijd. Nam mijn vader mij er niet alleen bij omdat ik zijn zoon was? Was ik wel goed genoeg? Ik worstelde met die gevoelens. Soms zorgde dat voor aparte of vervelende situaties.” Wat voor situaties waren dat? “Het was niet zo dat ploeggenoten of anderen het vervelend von- den dat wij vader en zoon waren, hoor. Ik zat vooral mezelf in de weg. Maar ik kon het op voetbalgebied heel goed aan.” En thuis bespraken jullie samen nog een keer de training of wedstrijd? “In de jeugd deden we dat al. Dan had hij dingen gezien en bespraken we die na afloop. Ik had een soort privécoach, we spraken altijd over voetbal. Dat doen we nog steeds. We bellen na iedere wedstrijd en bespreken wat ik kan verbeteren.” Jouw vader heeft jou laten debuteren in de beker, op 25 september 2018 tegen Westlandia en in de eredivisie drie maan- den later tegen Feyenoord. Er zijn weinig spelers die kunnen zeggen dat ze onder hun vader hun debuut hebben gemaakt. “Daar staan we eigenlijk niet zo bij stil. We denken weleens aan die periode terug, hoor, hoe mooi het was om samen op het veld te staan. Net als dat we het nog geregeld hebben over het halve jaar daarna, toen we naar Al-Wahda gingen in Abu Dhabi. Een groot avontuur. Mijn vader en ik leefden twee maanden samen in een hotel, trainden iedere dag met elkaar, deden alles samen. Na twee maanden kwamen de dames. Zij vonden het er ook leuk, voor Biba was het wel lastig. Ze voelden zich er wel vrij. Ze hoefden alleen een hoofddoek te dragen in de moskee. Mannen keken op straat wel geregeld op, omdat ze er niet zo vaak blonde vrouwen zien. Maar de mensen waren er heel respectvol, het respect was wederzijds.” 'Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader.' Jouw vader werd daar na drie speelrondes al ontslagen... “Tja, dat kan gebeuren. Dat weet je als je daar heen gaat.” Jullie keerden weer terug naar Den Haag. Jij speelde er nog tweeënhalf seizoen, voordat je in 2022 een transfer maakte naar Twente. Voelde het moment dat jij het eerste haalde een beetje als een lange neus naar iedereen die aan jou twijfelde in de jeugd? “Mijn laatste seizoen bij ADO maakte ik mijn debuut in het eerste, vanaf dat moment mocht ik alles spelen. Die lange neus kwam pas toen ik mijn contract naar Twente had verdiend.” Had jij met jouw vader een stappenplan klaarliggen? “Niet echt. Al wist ik heel sterk dat als Twente zou komen, ik daarvoor wilde gaan. Er waren meerdere clubs die zich hadden gemeld, maar ik wilde op Twente wachten. Ik was nog nooit in de Grolsch Veste geweest, maar had een heel sterk gevoel bij de club. Ik wist dat Twente een fanatieke aanhang had. En de stap van ADO naar Twente leek mij een goede.” Xavi en Iniesta Ron Jans was op dat moment trainer bij FC Twente en haalde jou. “Het eerste jaar was een aanpassingsjaar. Ik heb dat jaar heel veel geleerd.” Er werd jou in die tijd verteld dat je jouw kijkgedrag in het veld moest verbeteren. “Ik heb er gesprekken over gevoerd met de trainer en ik ben er op vrije dagen ook mee aan de slag gegaan met Jeffrey de Visscher, de assistent-trainer, hoor. Maar ik wilde en zocht meer begeleiding. Ik was ook altijd al in het kijkgedrag geïnteresseerd, keek met verbazing naar middenvelders als Xavi en Andrés Iniesta. Ik snapte nooit hoe het kon dat ze zoveel tijd overhielden op het veld.” En toen kwam dat verlossende filmpje op het Jeugdjournaal... “Op het Jeugdjournaal zag ik een filmpje van iemand die in dat kijkgedrag gespecialiseerd was, die grote voetballers daarmee hielp. Er stond alleen geen naam bij. Ik kwam erachter dat het om Patrick Woerst ging, en benaderde hem. Hij begon met het analyseren van mijn wedstrijden om bepaalde patronen te achterhalen. Patrick kijkt naar mijn gedrag voordat de bal onderweg is, op het moment dat de bal onderweg is en hoe mijn body positioning daarbij is. Sta ik ingedraaid waardoor ik tegenstanders beter kan zien? Voordat de bal naar mij wordt gespeeld, kan ik kijken waar de ruimtes zijn. Maar ik kan ook nog een keer over mijn schouder kijken als de bal wordt gespeeld. Klopt de situatie dan nog? Dat kun je heel makkelijk trainen door bijvoorbeeld een tennisbal tegen de muur te gooien, weg te kijken, en weer te vangen. We bespreken al mijn wedstrijden, hebben wekelijks contact. Inmiddels train ik al twee jaar met hem.” Andere bekende voetballers als Ryan Gravenberch, Lutsharel Geertruida en Denzel Dumfries, trainen ook met hem en zijn ook lovend. Vragen ploeggenoten jou nooit om zijn nummer? “Nee.” Hoe vinden jouw trainers bij Twente het dat jij met hem traint? “Ze zijn ervan op de hoogte en vinden het prima. Die denken waarschijnlijk: Sem wordt er beter van, dus doe maar.” Naast Patrick Woerst riep je ook de hulp in van Ruud van Nistelrooij. Hoe kwam dat tot stand? “Ruud en ik hebben dezelfde zaakwaarnemer. Als kind keek ik daardoor altijd al naar Ruud en mijn vader zei ook altijd: ‘Let op de trap van Van Nistelrooij.’ Het was eigenlijk Ruuds idee. Hij had gezegd: ‘Ik heb een kwartiertje met Sem nodig.’ Dat hoefde je mij geen twee keer te zeggen. Ik heb twee keer met Ruud getraind, voordat hij in november vorig jaar trainer van Manchester United werd. Hij rolde een paar ballen naar me toe, keek gedetailleerd naar mijn trap, en gaf tips.” Heb je nu nog weleens contact met hem? “Af en toe. Hij appte me in februari nog voor de wedstrijd tegen Heerenveen, die in 3-3 eindigde. Hij schreef dat hij ging kijken en wenste me succes. En in mei vorig jaar kwam hij kijken tegen Volendam. Het werd 7-2 en ik scoorde drie keer. Er is een leuk shot dat hij met mijn vader op de tribune stond te juichen en ze elkaar een knuffel gaven.” Jij komt in het veld, maar ook erbuiten, heel steady over. Heb jij nu nog weleens twijfels, ervaar jij weleens druk? “Eigenlijk nooit. Ik ben nooit zenuwachtig voor een wedstrijd. Een van de weinige keren dat ik dat wel was, was in de Europa League, uit tegen Manchester United in september vorig jaar.” Moet je dan tien keer naar de wc voordat je het veld op gaat? Lachend: “Dat moet ik sowieso. Ik was in de bus ernaartoe meer gespannen dan normaal. Gelukkig was het snel over. Eén keer eerder heb ik dat gehad, bij mijn debuut in de Grolsch Veste. O ja, en voor mijn schoolexamen.” Heb je dat wel gehaald? “Ja, na de mavo ben ik gestopt, omdat we naar Abu Dhabi gingen. Ik had niet zoveel moeite met school, was geen vervelende leerling. Ik wilde het gewoon halen, zodat ik ervan af was. Ik was ook daarin best gedreven. En na de mavo wist ik: ik ga slagen als voetballer.” Je klinkt een beetje als de ideale schoonzoon... Lachend: “Nou, dat ben ik niet, hoor.” Wat is jouw rauwe randje dan? “Ik kan soms misschien wat opvliegerig zijn.” Botte dingen Analisten spreken lovend over jou. Ibrahim Afellay riep in december al dat jij de beste speler was van de eerste seizoenshelft. Pierre van Hooijdonk zei dat jij de beste traptechniek hebt van de hele eredivisie. Maar er is ook kritiek geweest op jouw voet- ballend vermogen. Krijg jij die commentaren mee? “Ik kijk er niet bewust naar, maar krijg het wel mee. Ik hoor en zie het voorbijkomen als er iets over mij is gezegd, op Instagram bijvoorbeeld.” Veel voetballers hebben een beetje een haat-liefdeverhouding met de aandacht die ze krijgen. Hoe is dat bij jou? “Ik heb ook weleens momenten gehad dat ik mijn Instagram eraf heb gegooid omdat ik er even geen zin meer in had. Ik hoef niet in de spotlights te staan. Of het nou positief of negatief is wat er gezegd wordt, ik heb liever dat er over anderen gesproken wordt dan over mij.” Ben je terughoudender geworden door de periode waarin jouw vader trainer was van Ajax, van juli 2023 tot zijn ontslag eind oktober 2023, en er als gezin veel op jullie af kwam? “Misschien een beetje. Ik was als voetballer al redelijk bekend, omdat het goed ging bij Twente. Maar voor Biba veranderde er veel. Zij ging in een dag van tweeduizend volgers op Instagram naar dertigduizend en kwam ineens op allerlei sites te staan. Het gezin werd wat bekender en daar zaten we allemaal niet op te wachten.” Toenmalig technisch directeur Sven Mislintat en jouw vader lagen niet op één lijn. Jouw vader kreeg met spelers te maken waar hij niet per se voor gekozen had. Zien jullie het als pure pech dat het niet is gelukt? “Als trainer kan het altijd fout gaan bij een club. Mijn vader is daar heel reëel in. Bij Ajax is het alleen niet op zijn manier fout gegaan, niet op de manier hoe hij dingen voor zich zag. Als hij de spelers had gekregen die hij wilde hebben en het was dan niet gelukt, dan had hij daar vrede mee kunnen hebben. Nu niet. Ik had het er ook wel moeilijk mee.” Werd jij daarmee geholpen door de club? “Ik had het zelf in die periode niet eens door dat ik er zo erg mee bezig was. Bij de club hadden mensen het wel door, soms werd er gezegd: ‘Sem, kom even mee en ga eens even zitten.’ Dat was heel fijn. Ook ploeggenoten toonden veel begrip.” Wat raakte jou het meest? “Dat er zulke botten dingen werden gezegd en geschreven in de media. Ik belde hem elke dag, wist wat er gaande was en wat wel en niet klopte.” Is het binnen het gezin nog een pijnlijk dossier? “Het was een droom dat mijn vader trainer werd van Ajax. Het is doodzone als je bedenkt hoe mooi het had kunnen worden. Maar het is allang afgesloten voor ons. Mijn vader gunt Ajax het beste en andersom ook. Onlangs was hij met mijn moeder twee dagen in Amsterdam. Dan komen mensen het terras af om met hem op de foto te gaan. Hij heeft nog steeds een warm gevoel bij Amsterdam en de club. Ook als hij in het stadion komt, wordt er leuk op hem gereageerd.” Meer lezen? Givairo Read: 'Dit is pas het begin' Bart Nieuwkoop: 'Ik wil ook gewoon voetballen'
Sem Steijn (23) stond als jonge voetballer van ADO Den Haag niet te boek als groot talent. Inmiddels is de middenvelder een van de smaakmakers van FC Twente en hard op weg topscorer van de eredivisie te worden. Een gesprek in Helden Magazine nummer 76 over zijn achternaam, vader Maurice, Ruud van Nistelrooij, Jari Litmanen en Ronald Koeman. Sem Steijn Je gaat als een trein bij FC Twente. Er moet veel gebeuren wil jij geen topscorer van de eredivisie worden. Heeft bondscoach Ronald Koeman je al gebeld? Lachend: “Nee, nog niet. Ik zat wel een keer dichtbij, oktober vorig jaar. Meneer Koeman zei dat hij erover na had gedacht om mij op te roepen voor het Nederlands elftal. Nou, dat zorgde wel even voor kippenvel. Vanaf het moment dat ik in het tweede elftal van ADO zat, werd het Nederlands elftal halen een groot doel. Ik probeer er niet te veel aan te denken. Ik heb er ook nog nooit bijgezeten, dus wil er niet te veel op hopen.” De concurrentie is groot op het middenveld van Oranje met concurrenten als Ryan Gravenberch, Tijjani Reijnders en Xavi Simons. Let jij extra op dat soort spelers? “Ik kijk heel graag naar Ryan. Hij werkt net als ik met Patrick Woerst, een individuele coach die zich focust op het bewustzijn van spelers. Van Patrick krijg ik geregeld beelden van Ryan te zien. Ik kan echt van zijn spel genieten. Patrick en ik zijn nu bezig met de zogenaamde no touch-turn; dan laat je de bal met je meelopen en je draait, zonder dat je de bal aanraakt en snelheid verliest. Dat kan Ryan als geen ander. Ik probeer dat ook toe te passen in wedstrijden en steeds vaker lukt het. Maar ik kijk ook graag naar Phil Foden en ik ben altijd een groot fan van Lionel Messi geweest.” Jouw vader Maurice Steijn, huidig trainer van Sparta, vergeleek jou eerder in Helden met Jari Litmanen en zei dat jij qua type voetballer een echte Ajax-speler bent. “Onze zaakwaarnemer Rodger Linse en mijn vader zeggen al heel lang dat Jari Litmanen en ik gelijkenissen vertonen. Rodger zei dat al toen ik nog een klein ventje was. Ik probeerde beelden van hem te vinden. Op YouTube had ik wel wat gezien, maar daar stond niet heel veel op. Na lang zoeken kwam ik op een andere site terecht, Footballia.net, waar je heel veel oude wedstrijden kunt terugkijken. "Zaakwaarnemer Rodger Linse en mijn vader zeggen al heel lang dat ik op Jari Litmanen lijk. Ik heb veel wedstrijden van hem teruggekeken en zag wel gelijkenissen" Ik heb veel wedstrijden van Litmanen teruggekeken en zag inderdaad wel gelijkenissen, bij het diep lopen bijvoorbeeld. “Ik snap dus wat Roger en mijn vader bedoelen, maar Jari Litmanen staat nog een trapje hoger op de trede dan Sem Steijn, hoor.” Heb je hem weleens ontmoet? “Nee, dat zou ik graag een keer willen. Ik zou dolgraag een keer met hem het veld oplopen.” Blonde vrouwen Hoe was jij als jongetje? “Een druk baasje, altijd in de weer met een bal. Als klein kind moesten mijn ouders de boel voor mij barricaderen. Ik klom continu op tafel om van alles te pakken. En ik liep dus altijd met een bal rond, van Beertje Paddington. Toevallig vertelde mijn moeder daar laatst over en liet een foto zien.” Op je tiende werd je opgenomen in de jeugdopleiding van ADO Den Haag. Wanneer had jij door dat je beter was dan andere kinderen? “Ik heb eerst bij GDA gespeeld in Den Haag en bij KMD in Wateringen. Daar werd ik gescout, we gingen met het hele gezin naar ADO. Op straat merkte ik dat kindjes bij mij in het team wilden. Ik mocht vaak met oudere jongens meedoen, omdat ik dingen met de bal deed die zij nog niet konden. Mijn vrienden hadden geen PlayStation of speelden er niet mee, wij waren altijd buiten. Laatst ben ik met mijn vriendengroep teruggegaan naar het pleintje om te voetballen. Ik werd herkend, maar er waren maar weinig kinderen op straat, dus we konden gewoon ons potje afmaken.” Over jou werd lang gezegd dat je niet een megatalent was. “Dat klopt, mensen hadden altijd twijfels over mij. Mijn achternaam speelde ook nog een rol. Ik heb altijd goals gemaakt, hoor, was elk jaar topscorer van de jeugdelftallen waarin ik speelde, maar was toch nooit het grote talent.” Was jouw achternaam een lust of een last? “Mijn achternaam voelde geregeld als een last, maar daardoor wilde ik juist aan mensen laten zien dat ik het eerste van ADO kon halen. Ik haalde er motivatie uit. Ik wilde laten zien dat ik beter was dan iedereen dacht. Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader.” "Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader" Hoe ging jouw vader daar mee om? “Mijn ouders vonden het heel leuk voor me dat ik het goed deed. Ze waren er trots op dat ik bij ADO mocht voetballen. Ze zijn altijd het hele land doorgereisd om bij mij te kijken en dat doen ze nog steeds.” Jouw vader was trainer bij ADO Den Haag, VVV-Venlo, Al-Wahda in Abu Dhabi, NAC, Sparta, Ajax, en is nu weer trainer bij Sparta. Heeft hij daar tijd voor? “Als Sparta en Twente niet tegelijk spelen, dan komt hij kijken.” Toen jouw vader in 2014 hoofdtrainer werd in Venlo, bleef jij met jouw moeder Priscilla en zus Biba achter in Den Haag. “Ik zat toen nog in de jeugdopleiding bij ADO en op school. Biba zat ook op school. Mijn vader reed drie jaar lang op en neer of sliep in hotels.” In Helden vertelde hij dat het gezin ook een moeilijke tijd heeft gehad. In jouw jeugd overleed jouw opa, de vader van jouw moeder, aan zelfdoding. Jij en jouw zus werden daar pas jaren later van op de hoogte gesteld. “Ik was heel jong toen dat gebeurde. In eerste instantie hebben mijn ouders ons inderdaad niks verteld. Jaren later vertelde mijn moeder het, ik was een jaar of twaalf. Ik kan me niet herinneren dat ik dat op dat moment als heel lastig heb ervaren. Ik was erg jong, maar voor mijn ouders en vooral voor mijn moeder blijft het een heel groot litteken.” In 2018 tekende je jouw eerste profcontract, bij ADO. Jouw vader had verlengd bij VVV en jij werd verhuurd aan die club. Jullie verhuisden naar Venlo, het gezin was herenigd en je vader werd jouw trainer. Hoe was het dat jouw vader ook je trainer was? “Ik heb een heel goede band met mijn vader en we kregen de kans om samen iedere dag op het veld te staan. Het was aan de ene kant dus heel mooi. Maar het was niet alleen maar rooskleurig. Ik was zestien, twijfelde ook veel in die tijd. Nam mijn vader mij er niet alleen bij omdat ik zijn zoon was? Was ik wel goed genoeg? Ik worstelde met die gevoelens. Soms zorgde dat voor aparte of vervelende situaties.” Wat voor situaties waren dat? “Het was niet zo dat ploeggenoten of anderen het vervelend von- den dat wij vader en zoon waren, hoor. Ik zat vooral mezelf in de weg. Maar ik kon het op voetbalgebied heel goed aan.” En thuis bespraken jullie samen nog een keer de training of wedstrijd? “In de jeugd deden we dat al. Dan had hij dingen gezien en bespraken we die na afloop. Ik had een soort privécoach, we spraken altijd over voetbal. Dat doen we nog steeds. We bellen na iedere wedstrijd en bespreken wat ik kan verbeteren.” Jouw vader heeft jou laten debuteren in de beker, op 25 september 2018 tegen Westlandia en in de eredivisie drie maan- den later tegen Feyenoord. Er zijn weinig spelers die kunnen zeggen dat ze onder hun vader hun debuut hebben gemaakt. “Daar staan we eigenlijk niet zo bij stil. We denken weleens aan die periode terug, hoor, hoe mooi het was om samen op het veld te staan. Net als dat we het nog geregeld hebben over het halve jaar daarna, toen we naar Al-Wahda gingen in Abu Dhabi. Een groot avontuur. Mijn vader en ik leefden twee maanden samen in een hotel, trainden iedere dag met elkaar, deden alles samen. Na twee maanden kwamen de dames. Zij vonden het er ook leuk, voor Biba was het wel lastig. Ze voelden zich er wel vrij. Ze hoefden alleen een hoofddoek te dragen in de moskee. Mannen keken op straat wel geregeld op, omdat ze er niet zo vaak blonde vrouwen zien. Maar de mensen waren er heel respectvol, het respect was wederzijds.” 'Er werd geregeld gesmoesd: waarom speelt die jongen bij ADO? Er waren geluiden dat ik alleen maar opgenomen was in de jeugdopleiding vanwege mijn vader.' Jouw vader werd daar na drie speelrondes al ontslagen... “Tja, dat kan gebeuren. Dat weet je als je daar heen gaat.” Jullie keerden weer terug naar Den Haag. Jij speelde er nog tweeënhalf seizoen, voordat je in 2022 een transfer maakte naar Twente. Voelde het moment dat jij het eerste haalde een beetje als een lange neus naar iedereen die aan jou twijfelde in de jeugd? “Mijn laatste seizoen bij ADO maakte ik mijn debuut in het eerste, vanaf dat moment mocht ik alles spelen. Die lange neus kwam pas toen ik mijn contract naar Twente had verdiend.” Had jij met jouw vader een stappenplan klaarliggen? “Niet echt. Al wist ik heel sterk dat als Twente zou komen, ik daarvoor wilde gaan. Er waren meerdere clubs die zich hadden gemeld, maar ik wilde op Twente wachten. Ik was nog nooit in de Grolsch Veste geweest, maar had een heel sterk gevoel bij de club. Ik wist dat Twente een fanatieke aanhang had. En de stap van ADO naar Twente leek mij een goede.” Xavi en Iniesta Ron Jans was op dat moment trainer bij FC Twente en haalde jou. “Het eerste jaar was een aanpassingsjaar. Ik heb dat jaar heel veel geleerd.” Er werd jou in die tijd verteld dat je jouw kijkgedrag in het veld moest verbeteren. “Ik heb er gesprekken over gevoerd met de trainer en ik ben er op vrije dagen ook mee aan de slag gegaan met Jeffrey de Visscher, de assistent-trainer, hoor. Maar ik wilde en zocht meer begeleiding. Ik was ook altijd al in het kijkgedrag geïnteresseerd, keek met verbazing naar middenvelders als Xavi en Andrés Iniesta. Ik snapte nooit hoe het kon dat ze zoveel tijd overhielden op het veld.” En toen kwam dat verlossende filmpje op het Jeugdjournaal... “Op het Jeugdjournaal zag ik een filmpje van iemand die in dat kijkgedrag gespecialiseerd was, die grote voetballers daarmee hielp. Er stond alleen geen naam bij. Ik kwam erachter dat het om Patrick Woerst ging, en benaderde hem. Hij begon met het analyseren van mijn wedstrijden om bepaalde patronen te achterhalen. Patrick kijkt naar mijn gedrag voordat de bal onderweg is, op het moment dat de bal onderweg is en hoe mijn body positioning daarbij is. Sta ik ingedraaid waardoor ik tegenstanders beter kan zien? Voordat de bal naar mij wordt gespeeld, kan ik kijken waar de ruimtes zijn. Maar ik kan ook nog een keer over mijn schouder kijken als de bal wordt gespeeld. Klopt de situatie dan nog? Dat kun je heel makkelijk trainen door bijvoorbeeld een tennisbal tegen de muur te gooien, weg te kijken, en weer te vangen. We bespreken al mijn wedstrijden, hebben wekelijks contact. Inmiddels train ik al twee jaar met hem.” Andere bekende voetballers als Ryan Gravenberch, Lutsharel Geertruida en Denzel Dumfries, trainen ook met hem en zijn ook lovend. Vragen ploeggenoten jou nooit om zijn nummer? “Nee.” Hoe vinden jouw trainers bij Twente het dat jij met hem traint? “Ze zijn ervan op de hoogte en vinden het prima. Die denken waarschijnlijk: Sem wordt er beter van, dus doe maar.” Naast Patrick Woerst riep je ook de hulp in van Ruud van Nistelrooij. Hoe kwam dat tot stand? “Ruud en ik hebben dezelfde zaakwaarnemer. Als kind keek ik daardoor altijd al naar Ruud en mijn vader zei ook altijd: ‘Let op de trap van Van Nistelrooij.’ Het was eigenlijk Ruuds idee. Hij had gezegd: ‘Ik heb een kwartiertje met Sem nodig.’ Dat hoefde je mij geen twee keer te zeggen. Ik heb twee keer met Ruud getraind, voordat hij in november vorig jaar trainer van Manchester United werd. Hij rolde een paar ballen naar me toe, keek gedetailleerd naar mijn trap, en gaf tips.” Heb je nu nog weleens contact met hem? “Af en toe. Hij appte me in februari nog voor de wedstrijd tegen Heerenveen, die in 3-3 eindigde. Hij schreef dat hij ging kijken en wenste me succes. En in mei vorig jaar kwam hij kijken tegen Volendam. Het werd 7-2 en ik scoorde drie keer. Er is een leuk shot dat hij met mijn vader op de tribune stond te juichen en ze elkaar een knuffel gaven.” Jij komt in het veld, maar ook erbuiten, heel steady over. Heb jij nu nog weleens twijfels, ervaar jij weleens druk? “Eigenlijk nooit. Ik ben nooit zenuwachtig voor een wedstrijd. Een van de weinige keren dat ik dat wel was, was in de Europa League, uit tegen Manchester United in september vorig jaar.” Moet je dan tien keer naar de wc voordat je het veld op gaat? Lachend: “Dat moet ik sowieso. Ik was in de bus ernaartoe meer gespannen dan normaal. Gelukkig was het snel over. Eén keer eerder heb ik dat gehad, bij mijn debuut in de Grolsch Veste. O ja, en voor mijn schoolexamen.” Heb je dat wel gehaald? “Ja, na de mavo ben ik gestopt, omdat we naar Abu Dhabi gingen. Ik had niet zoveel moeite met school, was geen vervelende leerling. Ik wilde het gewoon halen, zodat ik ervan af was. Ik was ook daarin best gedreven. En na de mavo wist ik: ik ga slagen als voetballer.” Je klinkt een beetje als de ideale schoonzoon... Lachend: “Nou, dat ben ik niet, hoor.” Wat is jouw rauwe randje dan? “Ik kan soms misschien wat opvliegerig zijn.” Botte dingen Analisten spreken lovend over jou. Ibrahim Afellay riep in december al dat jij de beste speler was van de eerste seizoenshelft. Pierre van Hooijdonk zei dat jij de beste traptechniek hebt van de hele eredivisie. Maar er is ook kritiek geweest op jouw voet- ballend vermogen. Krijg jij die commentaren mee? “Ik kijk er niet bewust naar, maar krijg het wel mee. Ik hoor en zie het voorbijkomen als er iets over mij is gezegd, op Instagram bijvoorbeeld.” Veel voetballers hebben een beetje een haat-liefdeverhouding met de aandacht die ze krijgen. Hoe is dat bij jou? “Ik heb ook weleens momenten gehad dat ik mijn Instagram eraf heb gegooid omdat ik er even geen zin meer in had. Ik hoef niet in de spotlights te staan. Of het nou positief of negatief is wat er gezegd wordt, ik heb liever dat er over anderen gesproken wordt dan over mij.” Ben je terughoudender geworden door de periode waarin jouw vader trainer was van Ajax, van juli 2023 tot zijn ontslag eind oktober 2023, en er als gezin veel op jullie af kwam? “Misschien een beetje. Ik was als voetballer al redelijk bekend, omdat het goed ging bij Twente. Maar voor Biba veranderde er veel. Zij ging in een dag van tweeduizend volgers op Instagram naar dertigduizend en kwam ineens op allerlei sites te staan. Het gezin werd wat bekender en daar zaten we allemaal niet op te wachten.” Toenmalig technisch directeur Sven Mislintat en jouw vader lagen niet op één lijn. Jouw vader kreeg met spelers te maken waar hij niet per se voor gekozen had. Zien jullie het als pure pech dat het niet is gelukt? “Als trainer kan het altijd fout gaan bij een club. Mijn vader is daar heel reëel in. Bij Ajax is het alleen niet op zijn manier fout gegaan, niet op de manier hoe hij dingen voor zich zag. Als hij de spelers had gekregen die hij wilde hebben en het was dan niet gelukt, dan had hij daar vrede mee kunnen hebben. Nu niet. Ik had het er ook wel moeilijk mee.” Werd jij daarmee geholpen door de club? “Ik had het zelf in die periode niet eens door dat ik er zo erg mee bezig was. Bij de club hadden mensen het wel door, soms werd er gezegd: ‘Sem, kom even mee en ga eens even zitten.’ Dat was heel fijn. Ook ploeggenoten toonden veel begrip.” Wat raakte jou het meest? “Dat er zulke botten dingen werden gezegd en geschreven in de media. Ik belde hem elke dag, wist wat er gaande was en wat wel en niet klopte.” Is het binnen het gezin nog een pijnlijk dossier? “Het was een droom dat mijn vader trainer werd van Ajax. Het is doodzone als je bedenkt hoe mooi het had kunnen worden. Maar het is allang afgesloten voor ons. Mijn vader gunt Ajax het beste en andersom ook. Onlangs was hij met mijn moeder twee dagen in Amsterdam. Dan komen mensen het terras af om met hem op de foto te gaan. Hij heeft nog steeds een warm gevoel bij Amsterdam en de club. Ook als hij in het stadion komt, wordt er leuk op hem gereageerd.” Meer lezen? Givairo Read: 'Dit is pas het begin' Bart Nieuwkoop: 'Ik wil ook gewoon voetballen'

Voetbal

Tijjani Reijnders – van de Aldi naar de Premier League

Tijjani Reijnders Tijjani Reijnders kende een droomdebuut voor Manchester City. De middenvelder maakte afgelopen zomer de overstap naar Manchester City vanuit AC Milan. Dat hij nu wordt gezien als de opvolger van Kevin De Bruyne is opmerkelijk voor wie zijn loopbaan van dichtbij heeft gevolgd. Van vakkenvullen bij de Aldi naar de absolute wereldtop, het is een zeldzaam traject. Voor Helden Magazine nummer 72 gingen we een jaar geleden bij de middenvelder, zijn vrouw Marina, zoon Xavién en hondje Messi op bezoek in Milaan. [caption id="attachment_20097" align="alignnone" width="1562"] Tijjani Reijnders met hondje Messi[/caption] Een slinger met wenskaarten hangt in de woonkamer van het huis van Tijjani en Marina Reijnders in Milaan. Op 28 februari 2024 werd zoontje Xavién geboren. Marina pakt een jasje dat hij aan moet tijdens de fotoshoot. “Ti heeft dit jasje gekocht. Gaaf, toch?” Lachend: “Wij horen weleens dat wij Xavién kleden als een volwassen man.” Tijjani: “In zijn paspoort staat als geboorteplaats heel mooi ‘Milaan’. En over de naam hoefden we niet lang te denken. We vonden Xavi mooi.” Marina vult aan: “Maar je had natuurlijk al Xavi Simons, en zo.” Tijjani: “Mijn zusje heet Syane. Toen had jij het idee om het aan elkaar te plakken.” Marina: “Jij bent een heel betrokken vader. Ik geef borstvoeding, maar ook als Xavién midden in de nacht wakker wordt, vraag jij of je kan helpen, zijn luier kan verschonen. Het is een heel rustig ventje, ik denk ook omdat Tijjani en ik allebei rustig zijn.” Tijjani: “Ik doe alles voor Xavién, dat doet iedere vader voor zijn kind, toch? Na een wedstrijd ben ik in euforie of teleurgesteld. Het klinkt cliché, maar als ik hem daarna weer zie, vergeet ik alles.” Tijjani en Marina leerden elkaar zesenhalf jaar geleden kennen. Tijjani: “Via Instagram. Ik zag jou voorbijkomen en ging je volgen.” Marina: “We waren allebei negentien. Ik woonde in Hengelo, jij in Zwolle.” Tijjani: “Ik speelde nog bij FC Twente en zat op school in Enschede. Veel mensen die jij kende, kende ik ook, maar wij kenden elkaar nog niet.” Marina: “Dat is de reden waarom ik jou terug ging volgen op Instagram. Ik dacht: waarschijnlijk heb ik jou ergens een keer gezien, maar ik was niet van plan een move te maken.” Tijjani: “Ik dacht meteen: wat een mooie vrouw, die wil ik aan de haak slaan. Tegen vrienden had ik al gezegd dat ik een meisje had gezien dat ik heel leuk vond. Wij raakten aan de praat via Instagram. Onze eerste date was in Zwolle. We zijn in een tentje in de stad een drankje gaan drinken.” Marina: “Van de thee die we hadden besteld, hebben we geen slok genomen. Die werd koud omdat we zoveel aan het praten waren. Toen jij naar huis ging, dacht ik: je bent eigenlijk best wel leuk. In het begin zei ik nog tegen jou: leuk dat je voetbalt, maar ik ga niet bij een wedstrijd van jou zitten. Na een half jaar zeiden jouw ouders tegen mij: ‘Marina, vandaag ga je met ons mee naar een wedstrijd van Tijjani.’ Ik vond het altijd een beetje spannend, dacht: dan gaat iedereen van alles van mij vinden als ‘vriendin van’. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo’n stereotype voetbalvrouw.” Marina: 'Ik vond het een beetje spannend om zijn wedstrijden te kijken. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo'n stereotype voetbalvrouw.' Tijjani: “In coronatijd zijn we gaan samenwonen en in 2022 zijn we getrouwd.” Marina: “Ik wilde eerst mijn studie detailhandel afmaken in Hengelo. Daarna ben ik in Amsterdam verder gaan studeren. Ik wilde verloskundige worden, maar die opleiding duurt minimaal vier jaar, terwijl ik niet wist hoelang we in Nederland zouden blijven. Ik ben toen kraamverzorgster geworden en bevallingsassistent.” Tijjani: “Toen ik tijdelijk bij RKC speelde, vroeg ik jou ten huwelijk. We waren een dag vrij en gingen naar Rotterdam. Ik had al de hele dag die ring op zak. We gingen wat eten. Ik zei: laten we even naar het terras gaan en draai je even om, dan maak ik een foto van je. Toen jij je weer omdraaide, zat ik op een knie.” Marina: “Ik had niks in de gaten, hoewel je vlak daarvoor bij een juwelier had gevraagd welke ring ik mooi vond. We zijn op 6 juni 2022 getrouwd, toen alle coronamaatregelen waren vervallen.” Tijjani: “Dat is nog een mooi verhaal. We zouden op 28 mei trouwen, maar we kwamen met AZ in de play-off terecht. We waren bij mijn ouders thuis en hadden het erover. Ik zei nog: nee joh, we redden Europees voetbal wel zonder play-offs.” Marina: “Jij zei: ‘We zijn elk jaar in de top vier beland, dus dat gaat dit jaar ook wel lukken.’” Tijjani, lachend: “Net dat jaar gebeurde het niet. Een maand van tevoren zei mijn vader: ‘Ti, je moet het wel echt om gaan zetten, want je kan niet het risico nemen dat je op jullie huwelijksdag of een dag erna een play-offwedstrijd moet spelen.’” Marina: “Alles was al vastgelegd. Je had nog gevraagd of je de wedstrijd kon afzeggen.” Tijjani: “Natuurlijk kon dat niet, dat wilde ik ook niet. Uiteindelijk kon ik juist door die wedstrijd het seizoen erop een grote stap maken. We speelden tegen Vitesse, wonnen met 6-1, en ik scoorde twee keer.” Marina: “Gelukkig konden alle leveranciers en de locatie de datum verschuiven. We hadden tegen de gasten gezegd: ‘We laten jullie twee weken van tevoren weten of het 28 mei of 6 juni wordt. Alle mensen die voor ons belangrijk zijn, waren er.” Derde helft Tijjani groeide op in Zwolle, met vader Martin, moeder Angelina en zijn twee jaar jongere broertje Eliano, die bij PEC Zwolle speelt. Dertien jaar later werd zusje Syane geboren. “Eliano en ik waren altijd aan het voetballen, op het Cruyff Court in de buurt met buurjongens of voor ons huis. Op de muur van ons huis tekenden we een doel. Mijn ouders werden soms gek van het gebonk.” Tijjani was niet alleen goed in voetbal. “Bij Twente kregen we ook iedere week les in judo en turnen. De judoleraar vertelde weleens aan de trainer dat mijn motoriek heel goed was, dat als ik een oefening zag, ik hem meteen kon nadoen. Maar voetbal stond op één, hoor.” De hele familie Reijnders ademt sport. “Ik deed alles met Eliano samen. We hebben een heel hechte band. Syane is een stuk jonger, wordt dit jaar twaalf, en is het prinsesje van de familie. Zij danst heel goed, hiphop en ballet.” Marina: “Zij zit op het Lucia Marthas Institute for Performing Arts, is ook heel talentvol. Jouw vader is profvoetballer geweest en jouw moeder had een zwarte band in karate.” Tijjani knikt: “Mooi, hè. Mijn opa was karateleraar.” Moeder Angelina is Moluks. Een cultuur waarin familie op de eerste plaats staat. Tijjani: “Dat hebben wij thuis heel erg meegekregen en proberen wij ook in stand te houden.” Marina: “Mijn ouders zijn allebei Irakees, voor ons geldt hetzelfde.” Tijjani: “Die kleine is een mooie mix.” Marina: “Wij vierden Kerst, verjaardagen en Pasen met de hele familie. Mijn tantes en ooms kwamen ook naar jouw ouders. Wij zijn nu één grote hechte familie. Soms gaan onze moeders samen op pad. Ze sliepen hier samen in het stapelbed toen Xavién was geboren.” Ook normen en waarden werden van jongs af aan bijgebracht. Tijjani: “Bij ons thuis is het belangrijk dat we altijd beleefd zijn. Mijn vader zegt nog steeds dat we nooit mogen neerkijken op andere mensen. Ook al heb je iets moois bereikt, je mag je nooit groter voelen dan een ander. Mijn vader was streng met voetbal, mijn moeder met school.” Lachend: “School is helaas iets minder gegaan. Ik heb mijn vmbo TL, maar mijn mbo-opleiding heb ik nooit afgemaakt.” Marina: “Aan de telefoon zei je dan dat je jouw eindverslag aan het maken was. Later kwamen we erachter dat je aan het gamen was. Je moeder was gebeld door de docenten, met de mededeling dat je weer niet geslaagd was.” Tijjani, lachend: “Mijn vader zei altijd: ‘Als je slaagt op het voetbalveld, maakt school niet meer uit.’” Tot de D1 zat Tijjani op de voetbalschool van PEC Zwolle, daarna nam FC Twente hem over, samen met Eliano. De broers speelden vier jaar samen bij FC Twente. “Ik kreeg pas heel laat een groeispurt. Ik zou bij Twente van B1 naar A1 gaan, maar Eliano en ik waren het een beetje zat. Iedere ochtend werden we om zes uur in Zwolle opgehaald met het busje om naar Enschede te rijden, om half acht ’s avonds kwamen we pas thuis. Mijn vader vroeg of we verder wilden bij Twente, maar wij zagen het niet meer zitten. We hadden alleen op zondag vrij en dan waren we altijd moe. Eliano en ik hadden er geen plezier meer in. Mijn vader wilde ook dat wij ons goed voelden, wil het beste voor ons.” Vader Martin had een vooruitgedacht stappenplan in zijn hoofd voor zijn jongens. Van Twente deden ze een stap ‘terug’. Ze trainden mee bij PEC, maar speelden de wedstrijden bij de amateurs van CSV’28. “Mijn vader was daar hoofdtrainer en zei: ‘Dan gaan jullie maar lekker onder mij voetballen en maak ik jullie wel beter.’ Het was een heel andere competitie en een heel ander niveau, maar we hebben dat jaar veel geleerd. Bij de amateurs moest ik echt niet in een duel komen, dan kreeg ik een doodschop.” Tijjani en Eliano werden een soort regionale attractie. Twee jonge –Tijjani was zeventien, Eliano vijftien – fysiek nog niet volgroeide jongens, maar technisch begaafd. “We hadden een jong team, de gemiddelde leeftijd was 23, en dat kwam alleen maar omdat er ook een speler bij zat van 35. Elke keer als we bij een club kwamen, hoorden we: ‘We spelen vandaag tegen A1.’ Na de wedstrijd zeiden ze: ‘Jeetje, die jongens kunnen wel ballen.’ Dat seizoen vonden we ons plezier terug. Het team was leuk. En het was ook weleens leuk om te zien hoe het er bij de amateurs aan toeging. Dan kwamen we bij een club en speelden we midden in een weiland. En we maakten de derde helft mee. Wij dronken niet, zaten netjes aan een AA’tje of colaatje in de kantine.” Marina: “Jij zegt altijd dat het jouw beste en leukste jaar was.” Tijjani knikt. “Het was mijn leukste seizoen in het voetbal. Maar vorig seizoen met AZ was ook wel heel mooi, hoor.” Dennis Bergkamp Na dat jaar werden de broers ingelijfd door PEC. Eliano speelt er nog altijd. Tijjani maakte er zijn debuut in het eerste en vertrok daarna naar AZ. Eén ding is zeker: zonder vader Martin – ook zijn zaakwaarnemer – had Tijjani nu niet bij AC Milan gespeeld. “Misschien is het gek om te zeggen, maar mijn vader is de beste trainer met wie ik ooit heb gewerkt. Hij is mijn personal trainer, van hem heb ik het meest geleerd. Hij had destijds zijn eigen voetbalschool, Top Player, was techniektrainer. Als mijn vader in de jeugd kwam kijken, dan keek ik eerder naar hem voor aanwijzingen dan naar de trainer.” Marina: “Nog steeds doe je dat.” Tijjani: “Als hij op de tribune in San Siro zit, dan kijk ik altijd omhoog. Hij zegt altijd: ‘Ik behoed jullie voor de fouten die ik vroeger maakte.’ Hij speelde als laatste bij FC Zwolle, maar vond het leven buiten het voetbal ook heel erg leuk. Mijn vader denkt dat hij verder had kunnen komen als hij er meer voor had geleefd. Daarom was hij zo streng voor ons.” Voor en na iedere wedstrijd hebben Tijjani en zijn vader contact. “Meteen na de wedstrijd appen we en in de auto naar huis bellen we. Hij ziet iedere minuut van Eliano en mij. En als hij niet live kan kijken, kijkt hij de wedstrijden terug. Laatst vond hij dat ik te statisch was. Ik dacht: laat maar, ik heb er even geen zin in. Later in die week belde ik hem, ik zei: je gelooft het nooit, de trainer kwam naar me toe en zei precies wat jij ook zei. Of er een toptrainer in hem had gezeten? Het had me niks verbaasd als hij een goede eredivisietrainer was geworden. Maar hij vindt het leuker om iedere wedstrijd van ons te kunnen kijken.” Een van Martins belangrijkste lessen in het voetbal was dat Tijjani en Eliano zich moesten onderscheiden. Daarvoor werden zelfs weddenschappen afgesloten. Tijjani, lachend: “Dat begon een paar jaar geleden. Hij zegt altijd: ‘Als speler moet je opvallen. Er zijn heel veel voetballers die hetzelfde kunnen, jij moet je onderscheiden, dan pas kun je de volgende stap maken.’ Hij vond dat we te weinig schoten en stelde een weddenschap voor. Als wij twee keer in een wedstrijd binnen de palen zouden schieten, dan kregen we vijftig euro. Zo niet, dan moesten wij hem vijftig euro geven. Met het geld dat we in het potje hadden verzameld, gingen we met de hele familie wat leuks doen.” Marina: “Nu schiet je iedere wedstrijd op doel, dus zijn jullie ermee gestopt.” Tijjani, lachend: “Laatst zei hij: ‘Oké jongens, nu weten jullie het wel.’” Ook andere spelers werden erbij gehaald om van te leren. “Hij liet me filmpjes zien van Dennis Bergkamp; hoe hij de bal schoot. Maar vooral beelden van Kevin De Bruyne. De Bruyne heeft veel loopvermogen en is net als ik een box-to-box-speler, iemand die het hele veld beslaat. Ik keek veel filmpjes van hem op YouTube. Als ik een wedstrijd van Manchester City kijk, focus ik me alleen op Kevin De Bruyne; op zijn loopacties, passes en zijn kijkgedrag. Ik heb nog nooit tegen hem gespeeld, maar aankomende zomer hebben we met Milan een trainingskamp in Amerika. Dan spelen we een oefenwedstrijd tegen City. Ik kijk daar nu al naar uit.” AZ lijfde Tijjani in 2017 in, Eliano bleef bij PEC. “Ik had niet meer talent dan Eliano, hoor. Er was ook een periode bij PEC dat hij iedere wedstrijd in het eerste opgesteld stond en scoorde, en ik wisselspeler was. Wij willen allebei het beste voor elkaar. Je ziet hoe snel het bij mij is gegaan. Het zal mij niks verbazen als het bij hem ook gaat gebeuren.” Van zijn vader mocht Tijjani bij AZ zijn eerste profsalaris verbrassen. Tijjani, lachend: “Ik heb er een rugtas van gekocht.” Marina, lachend: “Ja, en die heb je al heel snel weer weggedaan. En AirPods. Die waren toen net in.” Tijjani: “Maar bij AZ begon voor mij ook voor het eerst het ‘echte’ leven, ik moest ook huur en boodschappen betalen. Ik moest op mijn geld letten.” Ook dat kregen ze van huis uit mee. Als speler van PEC werkte hij zelfs een jaar bij de Aldi. “Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik ook wist hoe het normale werkende leven was. Ik werkte bij de Aldi met mijn twee beste vrienden. Leuk, hoor, lekker geinen met elkaar.” Lachend: “Het werk was alleen minder. Ik wist vrij snel: ik wil echt voetballer worden. Maar met zevenhonderd euro in de maand was ik ook heel blij, net zo gelukkig als nu.” Lange neus Bij AZ moest Tijjani geduld hebben. “Het verschil met de eerste divisie met PEC en de eredivisie was groot. Het seizoen voordat ik doorbrak, twijfelde ik geregeld of ik bij AZ verder wilde, ik zag geen kansen. In coronatijd werd ik een half jaar verhuurd aan RKC, het jaar erna deden Jordy Clasie en Fredrik Midtsjø het heel goed op het middenveld.” Marina: “Jij scoorde als wisselspeler eens twee keer en ik dacht: nu moet hij wel zijn kans krijgen in de basis. Dat gebeurde toch niet. Vond ik vervelend.” Tijjani: “Het was soms frustrerend. Mijn vader en ik vroegen een gesprek aan met de toenmalige trainer Pascal Jansen en technisch directeur Max Huiberts om hun plannen met mij te horen. Als Midtsjø weg zou gaan, kon ik me laten zien, maar als hij bleef, dan zou ik verder kijken.”Midtsjø vertrok in de zomer van 2022 naar Galatasaray en Tijjani kreeg zijn kans. “Gelukkig ben ik gebleven, ik kon doorbreken.” Trainer Pascal Jansen en ook assistent Khalid Boulahrouz gingen met Tijjani aan de slag. Hij veroverde een basisplaats en werd een van de uitblinkers op het middenveld bij AZ. “Er drukte altijd dat stempel op mij: Tijjani verdedigt niet goed, hij onderschept te weinig ballen. Uiteindelijk eindigde ik in de top van de spelers met de meeste balonderscheppingen.” Marina: “Als iemand iets zegt op tv, dan wordt dat meteen nagepraat.” Tijjani: “Dat is nou eenmaal hoe het werkt, elke voetballer heeft daar last van.” Marina: “Jij bent heel creatief, en daardoor leg je ook risico’s in jouw spel. Sommige trainers vonden dat misschien spannend. Ik vond kritiek op jou soms lastig. Je vader zei altijd: ‘Marina, laat ze maar lekker praten, niet op ingaan.’ Ik moest soms wel mijn best doen om mijn mond te houden.” Lachend: “Ik heb eens op de tribune gezeten toen jij wat minder speelde. Een vrouw achter ons bleef maar doorzeuren over jou, riep: ‘Wanneer wordt hij gewisseld?’ Dat ging maar door. Je vader draaide zich om en riep: ‘Kunnen ze jou niet lekker wisselen?’ Nu zou Martin zoiets echt niet meer zeggen.” Ook kreeg Tijjani geregeld te horen dat hij te lief was in het veld. Tijjani knikt: “Boulah vond ook dat ik wel wat gemener mocht zijn. Hij zag het in mij zitten, wilde me altijd helpen. Mijn band met Pascal Jansen was ook heel goed. Natuurlijk hebben we weleens recht tegenover elkaar gestaan, dat hoort erbij. Toen ik wegging bij AZ heb ik hem uitgenodigd om een keer naar San Siro te komen. Die afspraak staat nog.” En dan was er nog het stempel van laatbloeier. “In Nederland hoor ik dat geregeld.” Marina: “Je moet even dat verhaal vertellen over Indonesië.” Tijjani: “Indonesië toonde interesse, ze wilden mij bij het nationaal team hebben. Mijn vader, broertje en ik zeiden: ‘Dat gaan we niet doen, wij zien nog steeds kans om voor het grote Oranje te spelen.’ Sommige mensen om me heen, ook vrienden, zeiden: ‘Weet je het zeker, je bent al 23. Denk je echt dat jou dat nog lukt?’” Marina: “Dat is ook het stempel dat op het Nederlands elftal drukt. Om door te kunnen breken bij Oranje, moet je op jonge leeftijd zogenaamd al je debuut maken.” Tijjani: “Uiteindelijk kon ik een lange neus trekken naar iedereen.” Zlatan Ibrahimovic “Wij waren op Zanzibar op vakantie toen mijn vader me belde: ‘AC Milan heeft interesse, maar ik weet niet of ik het geloof.’ Ik dacht ook: dat zal wel niet zo zijn. Er wordt zo vaak door een zaakwaarnemer of iemand anders iets gezegd over een club die interesse heeft. Meestal is het gebakken lucht,” vertelt Tijjani over zijn transfer naar Milan vorige zomer. “Maar later belde mijn vader weer. ‘We hebben binnenkort een gesprek met de trainer en technisch directeur.’ Ik rende meteen naar jou toe, was heel blij, maar ook vol ongeloof.” Marina: “We gingen er zo van uit dat het nep was. Je verwacht dat gewoon niet voor iemand van AZ.” Tijjani: “Het werd concreet. Ik wist ook wel dat er scouts op de tribune hadden gezeten tijdens het seizoen. Ons doel was om een mooie transfer te maken; 25 is een leeftijd dat je een stap moet maken, maar wij hadden de Europese subtop verwacht en niet de top.” Daarna volgden uiteraard de reacties. “Onze familie en vriendengroep reageerden heel enthousiast. Die zeiden: ‘Daar hoef je niet over na te denken, dat moet je sowieso doen.’ Ook hoorde ik de andere reacties, dat het een te grote stap zou zijn en ik sowieso op de bank terecht zou komen. Ik werd gehaald als basisspeler, maar ik moest het natuurlijk wel laten zien. vertrouwen heb ik er altijd in gehad.” Marina: “Als jij iets negatiefs over jezelf leest, wil jij juist het tegendeel bewijzen. Jij raakt er extra gemotiveerd door.” Tijjani, lachend: “Ja, nu is het allemaal veel te positief. Je kan mij beter de grond in boren. Dan ben ik extra gedreven.” Bij AC Milan had Tijjani een droomstart, hij paste zich moeiteloos aan. “Ik voelde me meteen thuis. Het is altijd spannend, je weet niet waar je terechtkomt, spreekt de taal niet. Maar mensen op de club staan 24/7 voor ons klaar. Als we vragen hebben, kunnen we bij hen terecht in de groepsapp. Zij hielpen ons met de verhuizing, het vinden van een huis; met alles. Ook veel spelers waren heel behulpzaam. Olivier Giroud vertelde me in welke wijken we konden kijken om te wonen. Het levendige gedeelte ten noorden van het centrum, waar we nu wonen, of als we wat meer rust wilden, wat verder weg. Denzel Dumfries en Stefan de Vrij die bij Inter spelen helpen ons ook. En Davy Klaassen woonde met zijn vrouw om de hoek. Omdat alles om ons heen goed geregeld was, hoefde ik me alleen te focussen op voetbal.” Lachend: “Of ik mijn eerste salaris van Milan ook heb verbrast? Nee, dat heb ik netjes op een spaarrekening gezet.” Italiaanse media spraken geregeld lovend over zijn optredens, waarin hij ook scoorde en geregeld assists gaf. Hij werd zelfs uitgeroepen tot revelatie van het seizoen in de Serie A. Maar de landstitel was voor aartsrivaal Internazionale. En in de Europa League werd AC Milan in de kwartfinale uitgeschakeld door AS Roma. “Voor mij was het een heel goed seizoen, ik heb me goed kunnen ontwikkelen, ben completer geworden als speler. Italië staat bekend om het verdedigen en ook om het fysieke spel, daarontwikkel ik me ook in. Het enige smetje is dat ik niet mijn eerste prijs heb kunnen pakken, daar baal ik van.” Zijn familie zat geregeld op de tribune. Marina: “De vroege wedstrijden heb ik meegepakt in het stadion. We hebben ook het geluk dat we in een familieskybox kunnen zitten. Dat hebben ze heel goed geregeld hier.” Tijjani: “Mijn vader was er elke maand. Eliano is ook al drie keer langsgekomen.” Het leven in Milaan bevalt het koppel. “Ik word herkend op straat. Soms vragen ze om een foto, maar nooit op een vervelende manier. Als ik de hond uitlaat, rijdt er geregeld iemand langs die dan heel hard ‘Reijnders’ roept. Maar als ik met de kleine loop, dan respecteren ze dat en laten ze ons met rust.” Marina: “Soms wordt er geroepen: ‘Ik ben voor Inter, maar toch wil ik op de foto met je.’ We waren onlangs een paar dagen in Rome, wilden een foto maken bij de Trevifontein. Nou, mensen stonden in de rij om een foto van jou te maken. Als je eenmaal herkend wordt, dan komen er meer mensen op je af. Soms vind ik het een eng gezicht als er zoveel mensen op je afkomen.” Tijjani: “De Italianen zijn echt voetbalgek, de sport is hier zoveel groter dan in Nederland.” AC Milan is ook niet de minste club. In het verleden speelden er grootheden als Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard. “Dat zijn legendes bij de club. Clarence Seedorf ook. In het begin werd ik er nog weleens op aangesproken. Er hangen foto’s van hen op Milanello, ons trainingscomplex.” Ook de Zweed Zlatan Ibrahimovic, die van 2001 tot 2004 bij Ajax speelde, is er een grootheid. Hem komt Tijjani geregeld tegen. “Iedere keer als we elkaar zien, zegt hij: ‘Alles goed?’ Dat zinnetje kent hij nog uit zijn tijd bij Ajax. Soms hebben we het over voetbal, over Nederland en hoe hij de periode bij Ajax heeft beleefd. Hij vertelde me over de stadions in Nederland en hoe de sfeer in zijn tijd was. Je merkt goed dat hij een grootheid is in Milan. Twee jaar geleden heeft hij nog de scudetto gewonnen. Als hij het veld opkomt voor een wedstrijd en de camera wordt op hem gericht, dan juicht het hele stadion. Die legendarische sologoal die hij bij Ajax maakte tegen NAC in 2004 kan ik me nog herinneren. Mijn vader keek Studio Sport en riep: ‘Ti, je moet nu komen kijken!’” Tranen In mei 2023 zat Tijjani al bij de selectie van het Nederlands elftal, een paar maanden later maakte hij zijn debuut, op 7 september 2023 thuis tegen Griekenland (3-0). Marina: “Ik heb nooit gehad dat ik emotioneel werd als ik jou zag spelen, maar toen je jouw debuut maakte voor Oranje, had ik tranen in mijn ogen. Ik was zo trots. Je hebt zoveel bereikt in korte tijd. En van wedstrijdspanning word jij alleen maar beter. Jij hebt ook altijd zin in een wedstrijd, zegt altijd dat je niet kan wachten tot het weer negen uur is.” Een maand later maakte Tijjani zijn basisdebuut, op 13 oktober tegen Frankrijk (1-2). “Tijdens het Wilhelmus dacht ik aan vroeger, aan hoe ik voor de tv stond en het volkslied meezong. Ik keek graag naar Wesley Sneijder, Robin van Persie en Arjen Robben. Ineens stond ik er zelf.” Ook zijn status binnen het Nederlands elftal is veranderd, beaamt Tijjani. “De eerste keer kwam ik als jongen van AZ binnen, daarna als speler van AC Milan. De jongens vonden die stap ook fantastisch. Dan merk je ook hoe groot die club is, sommigen zeiden: ‘Nou, dat is een club waar ik ook ooit wel wil spelen.’” Met bondscoach Ronald Koeman heeft Tijjani een goede band. “Hij is een stuk rustiger dan mijn Italiaanse trainer. Vanaf het begin heeft hij mij de kans gegeven en gelukkig heb ik het kunnen laten zien. Ik heb veel respect voor hem en voor wat hij heeft bereikt. Soms vertelt hij over zijn eigen ervaringen, over het EK in 1988 in Duitsland dat hij won.” Barista-café Het leven lacht Tijjani en Marina toe. Tijjani: “De stap naar de subtop hebben we overgeslagen. Ik zou het niet erg vinden om mijn carrière hier te eindigen.” Marina heeft haar carrière even on hold gezet. “Ze hebben hier geen kraamverzorgsters, hier helpt familie vooral bij pasgeboren baby’s. Ik help soms meiden van ploeggenoten van Ti of van andere voetbalvrouwen die zwanger zijn. Dan denk ik wel: ik mis mijn werk.” Tijjani: “Ik zei al eerder tegen jou: je kan dat hier ook opzetten.” Marina: “Daar heb ik over nagedacht, maar het probleem is dat ik niet weet hoelang we hier blijven wonen. Jouw vader zei: ‘Je moet je dromen nu uitdenken en over een paar jaar kun je die uitvoeren.’ Als ik jou niet had, dan had ik nu gewerkt. Dat heb ik altijd gedaan. Nu ben ik een soort tourgids in Milaan voor iedereen die langskomt.” Lachend: “De Duomo heb ik genoeg gezien, daar ga ik niet meer naartoe.” Die dromen worden langzaam uitgestippeld. Marina: “Als jij met pensioen gaat, ben je misschien 35...” Tijjani: “Ik hoop iets ouder.” Marina: “Dan willen we graag samen een barista-café openen. Een cafeetje waar je lekker koffie kunt drinken. We nemen dan natuurlijk de Italiaanse invloeden mee. Of we zetten het in Italië op. Want stel: we zitten hier over vijf jaar nog en het bevalt zo goed, dan blijven we misschien wel hier.” Voordat het barista-café geopend wordt, staat er eerst wat anders op het programma. Tijjani: “Ja, ik wil eerst nog even wat prijzen winnen als voetballer, hoor. En de ultieme droom is om weer met mijn broertje te kunnen spelen. Tegen elkaar is goed, maar ik hoop natuurlijk met elkaar.” Meer lezen? Nathan Aké: 'Alles is op z'n plek gevallen.' Koning Kevin de Bruyne zit nog steeds op zijn troon. Virgil is de beste.
Tijjani Reijnders Tijjani Reijnders kende een droomdebuut voor Manchester City. De middenvelder maakte afgelopen zomer de overstap naar Manchester City vanuit AC Milan. Dat hij nu wordt gezien als de opvolger van Kevin De Bruyne is opmerkelijk voor wie zijn loopbaan van dichtbij heeft gevolgd. Van vakkenvullen bij de Aldi naar de absolute wereldtop, het is een zeldzaam traject. Voor Helden Magazine nummer 72 gingen we een jaar geleden bij de middenvelder, zijn vrouw Marina, zoon Xavién en hondje Messi op bezoek in Milaan. [caption id="attachment_20097" align="alignnone" width="1562"] Tijjani Reijnders met hondje Messi[/caption] Een slinger met wenskaarten hangt in de woonkamer van het huis van Tijjani en Marina Reijnders in Milaan. Op 28 februari 2024 werd zoontje Xavién geboren. Marina pakt een jasje dat hij aan moet tijdens de fotoshoot. “Ti heeft dit jasje gekocht. Gaaf, toch?” Lachend: “Wij horen weleens dat wij Xavién kleden als een volwassen man.” Tijjani: “In zijn paspoort staat als geboorteplaats heel mooi ‘Milaan’. En over de naam hoefden we niet lang te denken. We vonden Xavi mooi.” Marina vult aan: “Maar je had natuurlijk al Xavi Simons, en zo.” Tijjani: “Mijn zusje heet Syane. Toen had jij het idee om het aan elkaar te plakken.” Marina: “Jij bent een heel betrokken vader. Ik geef borstvoeding, maar ook als Xavién midden in de nacht wakker wordt, vraag jij of je kan helpen, zijn luier kan verschonen. Het is een heel rustig ventje, ik denk ook omdat Tijjani en ik allebei rustig zijn.” Tijjani: “Ik doe alles voor Xavién, dat doet iedere vader voor zijn kind, toch? Na een wedstrijd ben ik in euforie of teleurgesteld. Het klinkt cliché, maar als ik hem daarna weer zie, vergeet ik alles.” Tijjani en Marina leerden elkaar zesenhalf jaar geleden kennen. Tijjani: “Via Instagram. Ik zag jou voorbijkomen en ging je volgen.” Marina: “We waren allebei negentien. Ik woonde in Hengelo, jij in Zwolle.” Tijjani: “Ik speelde nog bij FC Twente en zat op school in Enschede. Veel mensen die jij kende, kende ik ook, maar wij kenden elkaar nog niet.” Marina: “Dat is de reden waarom ik jou terug ging volgen op Instagram. Ik dacht: waarschijnlijk heb ik jou ergens een keer gezien, maar ik was niet van plan een move te maken.” Tijjani: “Ik dacht meteen: wat een mooie vrouw, die wil ik aan de haak slaan. Tegen vrienden had ik al gezegd dat ik een meisje had gezien dat ik heel leuk vond. Wij raakten aan de praat via Instagram. Onze eerste date was in Zwolle. We zijn in een tentje in de stad een drankje gaan drinken.” Marina: “Van de thee die we hadden besteld, hebben we geen slok genomen. Die werd koud omdat we zoveel aan het praten waren. Toen jij naar huis ging, dacht ik: je bent eigenlijk best wel leuk. In het begin zei ik nog tegen jou: leuk dat je voetbalt, maar ik ga niet bij een wedstrijd van jou zitten. Na een half jaar zeiden jouw ouders tegen mij: ‘Marina, vandaag ga je met ons mee naar een wedstrijd van Tijjani.’ Ik vond het altijd een beetje spannend, dacht: dan gaat iedereen van alles van mij vinden als ‘vriendin van’. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo’n stereotype voetbalvrouw.” Marina: 'Ik vond het een beetje spannend om zijn wedstrijden te kijken. Ik was bang dat mensen me gingen zien als zo'n stereotype voetbalvrouw.' Tijjani: “In coronatijd zijn we gaan samenwonen en in 2022 zijn we getrouwd.” Marina: “Ik wilde eerst mijn studie detailhandel afmaken in Hengelo. Daarna ben ik in Amsterdam verder gaan studeren. Ik wilde verloskundige worden, maar die opleiding duurt minimaal vier jaar, terwijl ik niet wist hoelang we in Nederland zouden blijven. Ik ben toen kraamverzorgster geworden en bevallingsassistent.” Tijjani: “Toen ik tijdelijk bij RKC speelde, vroeg ik jou ten huwelijk. We waren een dag vrij en gingen naar Rotterdam. Ik had al de hele dag die ring op zak. We gingen wat eten. Ik zei: laten we even naar het terras gaan en draai je even om, dan maak ik een foto van je. Toen jij je weer omdraaide, zat ik op een knie.” Marina: “Ik had niks in de gaten, hoewel je vlak daarvoor bij een juwelier had gevraagd welke ring ik mooi vond. We zijn op 6 juni 2022 getrouwd, toen alle coronamaatregelen waren vervallen.” Tijjani: “Dat is nog een mooi verhaal. We zouden op 28 mei trouwen, maar we kwamen met AZ in de play-off terecht. We waren bij mijn ouders thuis en hadden het erover. Ik zei nog: nee joh, we redden Europees voetbal wel zonder play-offs.” Marina: “Jij zei: ‘We zijn elk jaar in de top vier beland, dus dat gaat dit jaar ook wel lukken.’” Tijjani, lachend: “Net dat jaar gebeurde het niet. Een maand van tevoren zei mijn vader: ‘Ti, je moet het wel echt om gaan zetten, want je kan niet het risico nemen dat je op jullie huwelijksdag of een dag erna een play-offwedstrijd moet spelen.’” Marina: “Alles was al vastgelegd. Je had nog gevraagd of je de wedstrijd kon afzeggen.” Tijjani: “Natuurlijk kon dat niet, dat wilde ik ook niet. Uiteindelijk kon ik juist door die wedstrijd het seizoen erop een grote stap maken. We speelden tegen Vitesse, wonnen met 6-1, en ik scoorde twee keer.” Marina: “Gelukkig konden alle leveranciers en de locatie de datum verschuiven. We hadden tegen de gasten gezegd: ‘We laten jullie twee weken van tevoren weten of het 28 mei of 6 juni wordt. Alle mensen die voor ons belangrijk zijn, waren er.” Derde helft Tijjani groeide op in Zwolle, met vader Martin, moeder Angelina en zijn twee jaar jongere broertje Eliano, die bij PEC Zwolle speelt. Dertien jaar later werd zusje Syane geboren. “Eliano en ik waren altijd aan het voetballen, op het Cruyff Court in de buurt met buurjongens of voor ons huis. Op de muur van ons huis tekenden we een doel. Mijn ouders werden soms gek van het gebonk.” Tijjani was niet alleen goed in voetbal. “Bij Twente kregen we ook iedere week les in judo en turnen. De judoleraar vertelde weleens aan de trainer dat mijn motoriek heel goed was, dat als ik een oefening zag, ik hem meteen kon nadoen. Maar voetbal stond op één, hoor.” De hele familie Reijnders ademt sport. “Ik deed alles met Eliano samen. We hebben een heel hechte band. Syane is een stuk jonger, wordt dit jaar twaalf, en is het prinsesje van de familie. Zij danst heel goed, hiphop en ballet.” Marina: “Zij zit op het Lucia Marthas Institute for Performing Arts, is ook heel talentvol. Jouw vader is profvoetballer geweest en jouw moeder had een zwarte band in karate.” Tijjani knikt: “Mooi, hè. Mijn opa was karateleraar.” Moeder Angelina is Moluks. Een cultuur waarin familie op de eerste plaats staat. Tijjani: “Dat hebben wij thuis heel erg meegekregen en proberen wij ook in stand te houden.” Marina: “Mijn ouders zijn allebei Irakees, voor ons geldt hetzelfde.” Tijjani: “Die kleine is een mooie mix.” Marina: “Wij vierden Kerst, verjaardagen en Pasen met de hele familie. Mijn tantes en ooms kwamen ook naar jouw ouders. Wij zijn nu één grote hechte familie. Soms gaan onze moeders samen op pad. Ze sliepen hier samen in het stapelbed toen Xavién was geboren.” Ook normen en waarden werden van jongs af aan bijgebracht. Tijjani: “Bij ons thuis is het belangrijk dat we altijd beleefd zijn. Mijn vader zegt nog steeds dat we nooit mogen neerkijken op andere mensen. Ook al heb je iets moois bereikt, je mag je nooit groter voelen dan een ander. Mijn vader was streng met voetbal, mijn moeder met school.” Lachend: “School is helaas iets minder gegaan. Ik heb mijn vmbo TL, maar mijn mbo-opleiding heb ik nooit afgemaakt.” Marina: “Aan de telefoon zei je dan dat je jouw eindverslag aan het maken was. Later kwamen we erachter dat je aan het gamen was. Je moeder was gebeld door de docenten, met de mededeling dat je weer niet geslaagd was.” Tijjani, lachend: “Mijn vader zei altijd: ‘Als je slaagt op het voetbalveld, maakt school niet meer uit.’” Tot de D1 zat Tijjani op de voetbalschool van PEC Zwolle, daarna nam FC Twente hem over, samen met Eliano. De broers speelden vier jaar samen bij FC Twente. “Ik kreeg pas heel laat een groeispurt. Ik zou bij Twente van B1 naar A1 gaan, maar Eliano en ik waren het een beetje zat. Iedere ochtend werden we om zes uur in Zwolle opgehaald met het busje om naar Enschede te rijden, om half acht ’s avonds kwamen we pas thuis. Mijn vader vroeg of we verder wilden bij Twente, maar wij zagen het niet meer zitten. We hadden alleen op zondag vrij en dan waren we altijd moe. Eliano en ik hadden er geen plezier meer in. Mijn vader wilde ook dat wij ons goed voelden, wil het beste voor ons.” Vader Martin had een vooruitgedacht stappenplan in zijn hoofd voor zijn jongens. Van Twente deden ze een stap ‘terug’. Ze trainden mee bij PEC, maar speelden de wedstrijden bij de amateurs van CSV’28. “Mijn vader was daar hoofdtrainer en zei: ‘Dan gaan jullie maar lekker onder mij voetballen en maak ik jullie wel beter.’ Het was een heel andere competitie en een heel ander niveau, maar we hebben dat jaar veel geleerd. Bij de amateurs moest ik echt niet in een duel komen, dan kreeg ik een doodschop.” Tijjani en Eliano werden een soort regionale attractie. Twee jonge –Tijjani was zeventien, Eliano vijftien – fysiek nog niet volgroeide jongens, maar technisch begaafd. “We hadden een jong team, de gemiddelde leeftijd was 23, en dat kwam alleen maar omdat er ook een speler bij zat van 35. Elke keer als we bij een club kwamen, hoorden we: ‘We spelen vandaag tegen A1.’ Na de wedstrijd zeiden ze: ‘Jeetje, die jongens kunnen wel ballen.’ Dat seizoen vonden we ons plezier terug. Het team was leuk. En het was ook weleens leuk om te zien hoe het er bij de amateurs aan toeging. Dan kwamen we bij een club en speelden we midden in een weiland. En we maakten de derde helft mee. Wij dronken niet, zaten netjes aan een AA’tje of colaatje in de kantine.” Marina: “Jij zegt altijd dat het jouw beste en leukste jaar was.” Tijjani knikt. “Het was mijn leukste seizoen in het voetbal. Maar vorig seizoen met AZ was ook wel heel mooi, hoor.” Dennis Bergkamp Na dat jaar werden de broers ingelijfd door PEC. Eliano speelt er nog altijd. Tijjani maakte er zijn debuut in het eerste en vertrok daarna naar AZ. Eén ding is zeker: zonder vader Martin – ook zijn zaakwaarnemer – had Tijjani nu niet bij AC Milan gespeeld. “Misschien is het gek om te zeggen, maar mijn vader is de beste trainer met wie ik ooit heb gewerkt. Hij is mijn personal trainer, van hem heb ik het meest geleerd. Hij had destijds zijn eigen voetbalschool, Top Player, was techniektrainer. Als mijn vader in de jeugd kwam kijken, dan keek ik eerder naar hem voor aanwijzingen dan naar de trainer.” Marina: “Nog steeds doe je dat.” Tijjani: “Als hij op de tribune in San Siro zit, dan kijk ik altijd omhoog. Hij zegt altijd: ‘Ik behoed jullie voor de fouten die ik vroeger maakte.’ Hij speelde als laatste bij FC Zwolle, maar vond het leven buiten het voetbal ook heel erg leuk. Mijn vader denkt dat hij verder had kunnen komen als hij er meer voor had geleefd. Daarom was hij zo streng voor ons.” Voor en na iedere wedstrijd hebben Tijjani en zijn vader contact. “Meteen na de wedstrijd appen we en in de auto naar huis bellen we. Hij ziet iedere minuut van Eliano en mij. En als hij niet live kan kijken, kijkt hij de wedstrijden terug. Laatst vond hij dat ik te statisch was. Ik dacht: laat maar, ik heb er even geen zin in. Later in die week belde ik hem, ik zei: je gelooft het nooit, de trainer kwam naar me toe en zei precies wat jij ook zei. Of er een toptrainer in hem had gezeten? Het had me niks verbaasd als hij een goede eredivisietrainer was geworden. Maar hij vindt het leuker om iedere wedstrijd van ons te kunnen kijken.” Een van Martins belangrijkste lessen in het voetbal was dat Tijjani en Eliano zich moesten onderscheiden. Daarvoor werden zelfs weddenschappen afgesloten. Tijjani, lachend: “Dat begon een paar jaar geleden. Hij zegt altijd: ‘Als speler moet je opvallen. Er zijn heel veel voetballers die hetzelfde kunnen, jij moet je onderscheiden, dan pas kun je de volgende stap maken.’ Hij vond dat we te weinig schoten en stelde een weddenschap voor. Als wij twee keer in een wedstrijd binnen de palen zouden schieten, dan kregen we vijftig euro. Zo niet, dan moesten wij hem vijftig euro geven. Met het geld dat we in het potje hadden verzameld, gingen we met de hele familie wat leuks doen.” Marina: “Nu schiet je iedere wedstrijd op doel, dus zijn jullie ermee gestopt.” Tijjani, lachend: “Laatst zei hij: ‘Oké jongens, nu weten jullie het wel.’” Ook andere spelers werden erbij gehaald om van te leren. “Hij liet me filmpjes zien van Dennis Bergkamp; hoe hij de bal schoot. Maar vooral beelden van Kevin De Bruyne. De Bruyne heeft veel loopvermogen en is net als ik een box-to-box-speler, iemand die het hele veld beslaat. Ik keek veel filmpjes van hem op YouTube. Als ik een wedstrijd van Manchester City kijk, focus ik me alleen op Kevin De Bruyne; op zijn loopacties, passes en zijn kijkgedrag. Ik heb nog nooit tegen hem gespeeld, maar aankomende zomer hebben we met Milan een trainingskamp in Amerika. Dan spelen we een oefenwedstrijd tegen City. Ik kijk daar nu al naar uit.” AZ lijfde Tijjani in 2017 in, Eliano bleef bij PEC. “Ik had niet meer talent dan Eliano, hoor. Er was ook een periode bij PEC dat hij iedere wedstrijd in het eerste opgesteld stond en scoorde, en ik wisselspeler was. Wij willen allebei het beste voor elkaar. Je ziet hoe snel het bij mij is gegaan. Het zal mij niks verbazen als het bij hem ook gaat gebeuren.” Van zijn vader mocht Tijjani bij AZ zijn eerste profsalaris verbrassen. Tijjani, lachend: “Ik heb er een rugtas van gekocht.” Marina, lachend: “Ja, en die heb je al heel snel weer weggedaan. En AirPods. Die waren toen net in.” Tijjani: “Maar bij AZ begon voor mij ook voor het eerst het ‘echte’ leven, ik moest ook huur en boodschappen betalen. Ik moest op mijn geld letten.” Ook dat kregen ze van huis uit mee. Als speler van PEC werkte hij zelfs een jaar bij de Aldi. “Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik ook wist hoe het normale werkende leven was. Ik werkte bij de Aldi met mijn twee beste vrienden. Leuk, hoor, lekker geinen met elkaar.” Lachend: “Het werk was alleen minder. Ik wist vrij snel: ik wil echt voetballer worden. Maar met zevenhonderd euro in de maand was ik ook heel blij, net zo gelukkig als nu.” Lange neus Bij AZ moest Tijjani geduld hebben. “Het verschil met de eerste divisie met PEC en de eredivisie was groot. Het seizoen voordat ik doorbrak, twijfelde ik geregeld of ik bij AZ verder wilde, ik zag geen kansen. In coronatijd werd ik een half jaar verhuurd aan RKC, het jaar erna deden Jordy Clasie en Fredrik Midtsjø het heel goed op het middenveld.” Marina: “Jij scoorde als wisselspeler eens twee keer en ik dacht: nu moet hij wel zijn kans krijgen in de basis. Dat gebeurde toch niet. Vond ik vervelend.” Tijjani: “Het was soms frustrerend. Mijn vader en ik vroegen een gesprek aan met de toenmalige trainer Pascal Jansen en technisch directeur Max Huiberts om hun plannen met mij te horen. Als Midtsjø weg zou gaan, kon ik me laten zien, maar als hij bleef, dan zou ik verder kijken.”Midtsjø vertrok in de zomer van 2022 naar Galatasaray en Tijjani kreeg zijn kans. “Gelukkig ben ik gebleven, ik kon doorbreken.” Trainer Pascal Jansen en ook assistent Khalid Boulahrouz gingen met Tijjani aan de slag. Hij veroverde een basisplaats en werd een van de uitblinkers op het middenveld bij AZ. “Er drukte altijd dat stempel op mij: Tijjani verdedigt niet goed, hij onderschept te weinig ballen. Uiteindelijk eindigde ik in de top van de spelers met de meeste balonderscheppingen.” Marina: “Als iemand iets zegt op tv, dan wordt dat meteen nagepraat.” Tijjani: “Dat is nou eenmaal hoe het werkt, elke voetballer heeft daar last van.” Marina: “Jij bent heel creatief, en daardoor leg je ook risico’s in jouw spel. Sommige trainers vonden dat misschien spannend. Ik vond kritiek op jou soms lastig. Je vader zei altijd: ‘Marina, laat ze maar lekker praten, niet op ingaan.’ Ik moest soms wel mijn best doen om mijn mond te houden.” Lachend: “Ik heb eens op de tribune gezeten toen jij wat minder speelde. Een vrouw achter ons bleef maar doorzeuren over jou, riep: ‘Wanneer wordt hij gewisseld?’ Dat ging maar door. Je vader draaide zich om en riep: ‘Kunnen ze jou niet lekker wisselen?’ Nu zou Martin zoiets echt niet meer zeggen.” Ook kreeg Tijjani geregeld te horen dat hij te lief was in het veld. Tijjani knikt: “Boulah vond ook dat ik wel wat gemener mocht zijn. Hij zag het in mij zitten, wilde me altijd helpen. Mijn band met Pascal Jansen was ook heel goed. Natuurlijk hebben we weleens recht tegenover elkaar gestaan, dat hoort erbij. Toen ik wegging bij AZ heb ik hem uitgenodigd om een keer naar San Siro te komen. Die afspraak staat nog.” En dan was er nog het stempel van laatbloeier. “In Nederland hoor ik dat geregeld.” Marina: “Je moet even dat verhaal vertellen over Indonesië.” Tijjani: “Indonesië toonde interesse, ze wilden mij bij het nationaal team hebben. Mijn vader, broertje en ik zeiden: ‘Dat gaan we niet doen, wij zien nog steeds kans om voor het grote Oranje te spelen.’ Sommige mensen om me heen, ook vrienden, zeiden: ‘Weet je het zeker, je bent al 23. Denk je echt dat jou dat nog lukt?’” Marina: “Dat is ook het stempel dat op het Nederlands elftal drukt. Om door te kunnen breken bij Oranje, moet je op jonge leeftijd zogenaamd al je debuut maken.” Tijjani: “Uiteindelijk kon ik een lange neus trekken naar iedereen.” Zlatan Ibrahimovic “Wij waren op Zanzibar op vakantie toen mijn vader me belde: ‘AC Milan heeft interesse, maar ik weet niet of ik het geloof.’ Ik dacht ook: dat zal wel niet zo zijn. Er wordt zo vaak door een zaakwaarnemer of iemand anders iets gezegd over een club die interesse heeft. Meestal is het gebakken lucht,” vertelt Tijjani over zijn transfer naar Milan vorige zomer. “Maar later belde mijn vader weer. ‘We hebben binnenkort een gesprek met de trainer en technisch directeur.’ Ik rende meteen naar jou toe, was heel blij, maar ook vol ongeloof.” Marina: “We gingen er zo van uit dat het nep was. Je verwacht dat gewoon niet voor iemand van AZ.” Tijjani: “Het werd concreet. Ik wist ook wel dat er scouts op de tribune hadden gezeten tijdens het seizoen. Ons doel was om een mooie transfer te maken; 25 is een leeftijd dat je een stap moet maken, maar wij hadden de Europese subtop verwacht en niet de top.” Daarna volgden uiteraard de reacties. “Onze familie en vriendengroep reageerden heel enthousiast. Die zeiden: ‘Daar hoef je niet over na te denken, dat moet je sowieso doen.’ Ook hoorde ik de andere reacties, dat het een te grote stap zou zijn en ik sowieso op de bank terecht zou komen. Ik werd gehaald als basisspeler, maar ik moest het natuurlijk wel laten zien. vertrouwen heb ik er altijd in gehad.” Marina: “Als jij iets negatiefs over jezelf leest, wil jij juist het tegendeel bewijzen. Jij raakt er extra gemotiveerd door.” Tijjani, lachend: “Ja, nu is het allemaal veel te positief. Je kan mij beter de grond in boren. Dan ben ik extra gedreven.” Bij AC Milan had Tijjani een droomstart, hij paste zich moeiteloos aan. “Ik voelde me meteen thuis. Het is altijd spannend, je weet niet waar je terechtkomt, spreekt de taal niet. Maar mensen op de club staan 24/7 voor ons klaar. Als we vragen hebben, kunnen we bij hen terecht in de groepsapp. Zij hielpen ons met de verhuizing, het vinden van een huis; met alles. Ook veel spelers waren heel behulpzaam. Olivier Giroud vertelde me in welke wijken we konden kijken om te wonen. Het levendige gedeelte ten noorden van het centrum, waar we nu wonen, of als we wat meer rust wilden, wat verder weg. Denzel Dumfries en Stefan de Vrij die bij Inter spelen helpen ons ook. En Davy Klaassen woonde met zijn vrouw om de hoek. Omdat alles om ons heen goed geregeld was, hoefde ik me alleen te focussen op voetbal.” Lachend: “Of ik mijn eerste salaris van Milan ook heb verbrast? Nee, dat heb ik netjes op een spaarrekening gezet.” Italiaanse media spraken geregeld lovend over zijn optredens, waarin hij ook scoorde en geregeld assists gaf. Hij werd zelfs uitgeroepen tot revelatie van het seizoen in de Serie A. Maar de landstitel was voor aartsrivaal Internazionale. En in de Europa League werd AC Milan in de kwartfinale uitgeschakeld door AS Roma. “Voor mij was het een heel goed seizoen, ik heb me goed kunnen ontwikkelen, ben completer geworden als speler. Italië staat bekend om het verdedigen en ook om het fysieke spel, daarontwikkel ik me ook in. Het enige smetje is dat ik niet mijn eerste prijs heb kunnen pakken, daar baal ik van.” Zijn familie zat geregeld op de tribune. Marina: “De vroege wedstrijden heb ik meegepakt in het stadion. We hebben ook het geluk dat we in een familieskybox kunnen zitten. Dat hebben ze heel goed geregeld hier.” Tijjani: “Mijn vader was er elke maand. Eliano is ook al drie keer langsgekomen.” Het leven in Milaan bevalt het koppel. “Ik word herkend op straat. Soms vragen ze om een foto, maar nooit op een vervelende manier. Als ik de hond uitlaat, rijdt er geregeld iemand langs die dan heel hard ‘Reijnders’ roept. Maar als ik met de kleine loop, dan respecteren ze dat en laten ze ons met rust.” Marina: “Soms wordt er geroepen: ‘Ik ben voor Inter, maar toch wil ik op de foto met je.’ We waren onlangs een paar dagen in Rome, wilden een foto maken bij de Trevifontein. Nou, mensen stonden in de rij om een foto van jou te maken. Als je eenmaal herkend wordt, dan komen er meer mensen op je af. Soms vind ik het een eng gezicht als er zoveel mensen op je afkomen.” Tijjani: “De Italianen zijn echt voetbalgek, de sport is hier zoveel groter dan in Nederland.” AC Milan is ook niet de minste club. In het verleden speelden er grootheden als Marco van Basten, Ruud Gullit en Frank Rijkaard. “Dat zijn legendes bij de club. Clarence Seedorf ook. In het begin werd ik er nog weleens op aangesproken. Er hangen foto’s van hen op Milanello, ons trainingscomplex.” Ook de Zweed Zlatan Ibrahimovic, die van 2001 tot 2004 bij Ajax speelde, is er een grootheid. Hem komt Tijjani geregeld tegen. “Iedere keer als we elkaar zien, zegt hij: ‘Alles goed?’ Dat zinnetje kent hij nog uit zijn tijd bij Ajax. Soms hebben we het over voetbal, over Nederland en hoe hij de periode bij Ajax heeft beleefd. Hij vertelde me over de stadions in Nederland en hoe de sfeer in zijn tijd was. Je merkt goed dat hij een grootheid is in Milan. Twee jaar geleden heeft hij nog de scudetto gewonnen. Als hij het veld opkomt voor een wedstrijd en de camera wordt op hem gericht, dan juicht het hele stadion. Die legendarische sologoal die hij bij Ajax maakte tegen NAC in 2004 kan ik me nog herinneren. Mijn vader keek Studio Sport en riep: ‘Ti, je moet nu komen kijken!’” Tranen In mei 2023 zat Tijjani al bij de selectie van het Nederlands elftal, een paar maanden later maakte hij zijn debuut, op 7 september 2023 thuis tegen Griekenland (3-0). Marina: “Ik heb nooit gehad dat ik emotioneel werd als ik jou zag spelen, maar toen je jouw debuut maakte voor Oranje, had ik tranen in mijn ogen. Ik was zo trots. Je hebt zoveel bereikt in korte tijd. En van wedstrijdspanning word jij alleen maar beter. Jij hebt ook altijd zin in een wedstrijd, zegt altijd dat je niet kan wachten tot het weer negen uur is.” Een maand later maakte Tijjani zijn basisdebuut, op 13 oktober tegen Frankrijk (1-2). “Tijdens het Wilhelmus dacht ik aan vroeger, aan hoe ik voor de tv stond en het volkslied meezong. Ik keek graag naar Wesley Sneijder, Robin van Persie en Arjen Robben. Ineens stond ik er zelf.” Ook zijn status binnen het Nederlands elftal is veranderd, beaamt Tijjani. “De eerste keer kwam ik als jongen van AZ binnen, daarna als speler van AC Milan. De jongens vonden die stap ook fantastisch. Dan merk je ook hoe groot die club is, sommigen zeiden: ‘Nou, dat is een club waar ik ook ooit wel wil spelen.’” Met bondscoach Ronald Koeman heeft Tijjani een goede band. “Hij is een stuk rustiger dan mijn Italiaanse trainer. Vanaf het begin heeft hij mij de kans gegeven en gelukkig heb ik het kunnen laten zien. Ik heb veel respect voor hem en voor wat hij heeft bereikt. Soms vertelt hij over zijn eigen ervaringen, over het EK in 1988 in Duitsland dat hij won.” Barista-café Het leven lacht Tijjani en Marina toe. Tijjani: “De stap naar de subtop hebben we overgeslagen. Ik zou het niet erg vinden om mijn carrière hier te eindigen.” Marina heeft haar carrière even on hold gezet. “Ze hebben hier geen kraamverzorgsters, hier helpt familie vooral bij pasgeboren baby’s. Ik help soms meiden van ploeggenoten van Ti of van andere voetbalvrouwen die zwanger zijn. Dan denk ik wel: ik mis mijn werk.” Tijjani: “Ik zei al eerder tegen jou: je kan dat hier ook opzetten.” Marina: “Daar heb ik over nagedacht, maar het probleem is dat ik niet weet hoelang we hier blijven wonen. Jouw vader zei: ‘Je moet je dromen nu uitdenken en over een paar jaar kun je die uitvoeren.’ Als ik jou niet had, dan had ik nu gewerkt. Dat heb ik altijd gedaan. Nu ben ik een soort tourgids in Milaan voor iedereen die langskomt.” Lachend: “De Duomo heb ik genoeg gezien, daar ga ik niet meer naartoe.” Die dromen worden langzaam uitgestippeld. Marina: “Als jij met pensioen gaat, ben je misschien 35...” Tijjani: “Ik hoop iets ouder.” Marina: “Dan willen we graag samen een barista-café openen. Een cafeetje waar je lekker koffie kunt drinken. We nemen dan natuurlijk de Italiaanse invloeden mee. Of we zetten het in Italië op. Want stel: we zitten hier over vijf jaar nog en het bevalt zo goed, dan blijven we misschien wel hier.” Voordat het barista-café geopend wordt, staat er eerst wat anders op het programma. Tijjani: “Ja, ik wil eerst nog even wat prijzen winnen als voetballer, hoor. En de ultieme droom is om weer met mijn broertje te kunnen spelen. Tegen elkaar is goed, maar ik hoop natuurlijk met elkaar.” Meer lezen? Nathan Aké: 'Alles is op z'n plek gevallen.' Koning Kevin de Bruyne zit nog steeds op zijn troon. Virgil is de beste.

Voetbal

Foeke Booy: ‘Dat beeld in het mortuarium… ik raak het niet kwijt’

Dankzij een 1-0 overwinning op Ajax was het op zondag 27 november 2005 groot feest in Utrecht. Twee dagen later was die euforie omgeslagen in diepe rauw. Centrale verdediger David di Tommaso, een maand eerder 26 geworden, overleed die dinsdagochtend aan een hartstilstand. De Fransman, bezig aan zijn tweede jaar in Utrechtse dienst, was in zijn debuutseizoen uitgeroepen tot ‘beste speler’ en had DiTo als koosnaam verworven. Foeke Booy, destijds trainer-coach van FC Utrecht en nu technisch beleidsmedewerker van Almere City FC, vertelt in Helden 78 hoe hij dat drama als mens en als coach verwerkt heeft. “We zaten nog in de euforie van de overwinning op Ajax, waarin het team fantastisch had gespeeld. Ook David. Uit betrouwbare bron wisten we dat Ajax hem met interesse volgde en die belangstelling zal naar aanleiding van die wedstrijd alleen maar gegroeid zijn. Hij was ook een fantastische speler, heel open en met een geweldige mentaliteit. Hij en zeker ook zijn vrouw Audrey deden enorm hun best om zo snel en goed mogelijk te integreren en zaten op taalles. De dag na de wedstrijddag is er vooral een om te herstellen en vanwege de vaste vrije dinsdag zijn we die maandag met een extra vrolijk ‘tot woensdag’ uit elkaar gegaan. Dinsdagochtend werd ik rond zeven uur, half acht gebeld door Marianne Werdler, die onder meer onze buitenlandse spelers begeleidde, goed contact had met David di Tomasso en Audrey en ook bij hen in de buurt woonde. Marianne was normaal gesproken heel rustig, maar toen hoorde ik paniek in haar stem. Ze vertelde dat Audrey haar gebeld had, dat het niet goed ging met David, dat hij gereanimeerd werd en een ambulance onderweg was. Ik heb geprobeerd haar te kalmeren en meteen Frank van Hellemondt, onze clubarts, gebeld. Die belde een half uur later terug en bevestigde Mariannes verhaal dat David gereanimeerd werd en per ambulance onderweg was naar het ziekenhuis. Onwezenlijk. Ik dacht: wat gebeurt hier? We hadden ook nooit iets aan David gemerkt. Iedereen bij Utrecht werd door Frank al getest volgens het strengste UEFA-protocol. Niet veel later belde Frank weer, toen vanuit het ziekenhuis. Hij zei: ‘Foeke, David is overleden.’ Wat? Dan ben je met stomheid geslagen. In de ver- te hoorde ik mijn vrouw vragen wat er was. Ik heb geprobeerd me te vermannen, heb daarna onze teammanager, John van Erve, de directie en mijn staf gebeld. We spraken af om naar het ziekenhuis te gaan, om Audrey te ondersteunen. Dat was mijn grootste zorg, want zij was natuurlijk compleet overstuur.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Foeke Booy over David di Tomasso komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Dankzij een 1-0 overwinning op Ajax was het op zondag 27 november 2005 groot feest in Utrecht. Twee dagen later was die euforie omgeslagen in diepe rauw. Centrale verdediger David di Tommaso, een maand eerder 26 geworden, overleed die dinsdagochtend aan een hartstilstand. De Fransman, bezig aan zijn tweede jaar in Utrechtse dienst, was in zijn debuutseizoen uitgeroepen tot ‘beste speler’ en had DiTo als koosnaam verworven. Foeke Booy, destijds trainer-coach van FC Utrecht en nu technisch beleidsmedewerker van Almere City FC, vertelt in Helden 78 hoe hij dat drama als mens en als coach verwerkt heeft. “We zaten nog in de euforie van de overwinning op Ajax, waarin het team fantastisch had gespeeld. Ook David. Uit betrouwbare bron wisten we dat Ajax hem met interesse volgde en die belangstelling zal naar aanleiding van die wedstrijd alleen maar gegroeid zijn. Hij was ook een fantastische speler, heel open en met een geweldige mentaliteit. Hij en zeker ook zijn vrouw Audrey deden enorm hun best om zo snel en goed mogelijk te integreren en zaten op taalles. De dag na de wedstrijddag is er vooral een om te herstellen en vanwege de vaste vrije dinsdag zijn we die maandag met een extra vrolijk ‘tot woensdag’ uit elkaar gegaan. Dinsdagochtend werd ik rond zeven uur, half acht gebeld door Marianne Werdler, die onder meer onze buitenlandse spelers begeleidde, goed contact had met David di Tomasso en Audrey en ook bij hen in de buurt woonde. Marianne was normaal gesproken heel rustig, maar toen hoorde ik paniek in haar stem. Ze vertelde dat Audrey haar gebeld had, dat het niet goed ging met David, dat hij gereanimeerd werd en een ambulance onderweg was. Ik heb geprobeerd haar te kalmeren en meteen Frank van Hellemondt, onze clubarts, gebeld. Die belde een half uur later terug en bevestigde Mariannes verhaal dat David gereanimeerd werd en per ambulance onderweg was naar het ziekenhuis. Onwezenlijk. Ik dacht: wat gebeurt hier? We hadden ook nooit iets aan David gemerkt. Iedereen bij Utrecht werd door Frank al getest volgens het strengste UEFA-protocol. Niet veel later belde Frank weer, toen vanuit het ziekenhuis. Hij zei: ‘Foeke, David is overleden.’ Wat? Dan ben je met stomheid geslagen. In de ver- te hoorde ik mijn vrouw vragen wat er was. Ik heb geprobeerd me te vermannen, heb daarna onze teammanager, John van Erve, de directie en mijn staf gebeld. We spraken af om naar het ziekenhuis te gaan, om Audrey te ondersteunen. Dat was mijn grootste zorg, want zij was natuurlijk compleet overstuur.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Foeke Booy over David di Tomasso komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

De opmerkelijke weg van Micky van de Ven

Amper vijf jaar geleden speelde Micky van de Ven (23) nog in de Keuken Kampioen Divisie, tegenwoordig is hij de snelste speler van de Premier League en van het Nederlands elftal. Afgelopen seizoen won hij met Tottenham Hotspur de Europa League. De eerste internationale prijs in 41 jaar. Vanavond kan daar een tweede bij komen als de club het opneemt tegen PSG voor de UEFA Super Cup. In Helden Magazine nummer 75 legden wij de razendsnelle verdediger van Tottenham Hotspur negen uitspraken voor. “Mijn teamgenoten maken er grappen over, zeggen: ‘Ja hoor, hij trekt weer een sprintje en het hele stadion zingt zijn naam.’ Micky van de Ven “Ik wilde hem gerust ieder weekend een tientje geven, maar op een gegeven moment moet hij ook zelf iets verdienen. Hij zei: 'Papa, ik ga echt niet in de supermarkt zitten. Bliep bliep, wilt u een bonnetje? Dat ga ik gewoon niet doen. Geef me nog een half jaar en dan beloof ik dat het goed komt.’” Marcel van de Ven, BNR The Friday Move, 5 november 2023. Lachend: “Ik heb deze uitspraak van mijn vader voorbij zien komen op social media. Als jongetje deed ik niet anders dan voetballen. Ik was altijd buiten, ook al goot het van de regen. Mijn moeder moest me naar binnen sleuren voor het avondeten. School was niet aan mij besteed en ik had ook geen trek in een bijbaan. Ik wilde zo graag slagen als profvoetballer.” Je begon bij WSV in Wormer. Bij AZ en Ajax werd jij als jeugdspeler afgewezen. Volendam wilde jou wel hebben, je doorliep er de jeugdopleiding. “Bij WSV hoorde ik van trainers en teamgenoten geregeld dat ik de beste van het team was. Leuk, maar dan moet je wel hopen dat er een profclub voorbijkomt. Ajax en AZ toonden interesse. AZ vond mij uiteindelijk niet goed genoeg en stuurde me weg, Ajax wilde me toch niet hebben. Ik begon te twijfelen. Was ik wel goed genoeg voor een profclub? Een jaar later kwam Volendam. In mijn eerste jaren bij Volendam dacht ik niet na over wat er allemaal kon gebeuren. Ik was gewoon lekker aan het voetballen, plezier aan het maken. Rond mijn zestiende stroomden veel gasten door naar Onder 19. Ik ook. Ik wist: dit is het moment dat ik me moet gaan onderscheiden. 'AZ vond mij niet goed genoeg en stuurde me weg, Ajax wilde me toch niet hebben. Ik begon te twijfelen. Was ik wel goed genoeg voor een profclub?' In Onder 19 speelde ik alles, ook al was ik eerstejaars. De trainer zei na iedere wedstrijd dat ik de beste van het veld was. Ik hoopte dat ik door mocht naar Onder 23, Jong Volendam, ook al was ik een jaar jonger dan de andere doorstromers. Maar dat gebeurde niet. Ook de trainer van het eerste elftal zei dat ik nog twee jongens voor me had en dat het lastig voor mij zou worden om ooit in het eerste te komen. Ondanks dat mijn ouders en zus mij steunden, dacht ik: wat doe ik hier nog? Ik voelde dat ik beter een stap terug kon doen naar de amateurs, om daarna hopelijk weer een nieuwe stap te maken. Dat voelde beter dan nog een jaar bij Onder 19 blijven zonder perspectief. Het was lastig om erin te blijven geloven.” [caption id="attachment_20748" align="aligncenter" width="1708"] Micky van de Ven[/caption] Jouw vader Marcel is een voormalig (undercover) politieman, jarenlang onderdeel geweest van de Unit Specialistische Operaties van de landelijke eenheid, en tegenwoordig bekend van Nederlandse tv-programma's als Ontvoerd en Hunted. Hij is ook een expert en spreker op het gebied van mentale kracht en weerbaarheid. Hoe hielp hij jou destijds? “Van jongs af aan helpt mijn vader mij op mentaal gebied. Eén keer heeft hij er in m’n jeugd een theorieboek bij gepakt. Hij legde uit dat er cirkels zijn. En als je in een bepaalde cirkel terechtkomt, je beter terug kan naar een andere om van daaruit weer verder te kunnen. Dat klinkt een beetje vaag, maar het hielp enorm. Mijn vader probeerde mij vaak dingen te laten inzien aan de hand van voorbeelden. Zo gingen we met zijn tweeën naar Ajax en zei hij: ‘Let op de spits en kijk hoe het publiek hem af loopt te snauwen. Maar moet je kijken wat ze doen als hij hard aan het werk is. Dan gaan mensen klappen. Het is een soort show.’ Mijn vader heeft mij laten inzien dat als je hard werkt, er altijd een beloning gaat komen. Een maand nadat ik met hem op de tribune bij Ajax had gezeten, werd de trainer van het eerste van Volendam eruit geknikkerd en Wim Jonk werd aangesteld. Toen begon het allemaal voor mij.”   “Natuurlijk zaten er ook nog fouten in zijn spel. En hij stond af en toe verkeerd. Maar ik zag iemand met een enorme snelheid en kracht. Hij durfde mensen uit te spelen. Hij heeft zoveel macht aan de bal, dat viel me meteen op en sprak me enorm aan.” Wim Jonk, NOS, 9 augustus 2023. “Dit ging over de eerste wedstrijd die hij van mij had gezien.” Wim Jonk zag het wel in jou zitten. Zijn voorgangers bij Volendam, Hans de Koning en Misha Salden, niet. “Ik noem nooit namen van trainers die mij links hebben laten liggen. Met Hans de Koning heb ik sowieso nooit contact gehad. Toen hij trainer van het eerste was, was ik nog heel jong. Toen Wim Jonk aangesteld was, zag ik hem bij een wedstrijd langs de lijn staan. Mijn vader had al gezegd: ‘Weet je wel wie er stond te kijken?’ Jonk stond er samen met Jasper van Leeuwen, die technisch directeur werd. Na die wedstrijd nam hij contact met mij op. Wim Jonk had goed contact met de nieuwe trainer van Jong Volendam, Johan Plat. Ik werd door hen meteen doorgeschoven naar Jong Volendam. Toen kreeg ik ook mijn eerste contract. Ze zeiden dat ik een potentiële speler van het eerste elftal was, maar dat ik eerst bij Jong Volendam moest laten zien of ik me staande kon houden. Ik werd meteen aanvoerder gemaakt en trainde ook geregeld met het eerste mee. Jonk kon op trainingen zien hoe ik ervoor stond. Ik heb zo’n tien wedstrijden bij Jong Volendam gespeeld, daarna sloot ik helemaal aan bij het eerste. Het jaar erna maakte Jonk mij aanvoerder van het eerste, ik was pas negentien. Zo zie je hoe snel iets kan veranderen. Ik heb het er weleens met mijn vader over. Hoe raar het is dat één trainer je kan maken of breken. Je kan door één persoon weggestuurd worden, terwijl je een heel groot talent bent. Ook op het niveau waarop ik nu speel, kun je inpakken als een trainer het niet in je ziet zitten. Hoe hard dat ook is.” Wim Jonk had ook kritiek, zei: ‘Soms was hij een beetje lui, het ging hem heel makkelijk af.’ Lachend: “Ja, ik was wel een luie voetballer. Bij Jong Volendam ging het echt goed. De spitsen van teams waartegen we speelden daagden mij niet meer uit. Daardoor ging ik wedstrijden anders in. Het ging me iets te makkelijk af. Ik had een nieuwe stap nodig. Gelukkig gaf Jonk mij de kans die te maken.” In 2019 debuteerde je in het eerste van Volendam. Ik las dat jij dat eerste jaar er meteen tien kilo aan spiermassa had bijgetraind. “Ik was altijd een lang, dun mannetje. Ik raakte op een gegeven moment geblesseerd aan mijn voet en kon mijn benen niet trainen, had loopgips. Ik ben toen flink mijn bovenlichaam gaan trainen in de gym. Ik werd zwaarder, groter. Dat hielp enorm in het veld. Ik werd minder makkelijk opzijgezet door een spits.” Je wordt veel geroemd om jouw snelheid. Was dat altijd al jouw sterkste punt? “Ja, vroeger was ik ook al snel. Rond mijn veertiende had ik veel last had van groeipijnen en was mijn snelheid even wat minder. Ik ben toen gewisseld van positie, van aanvaller naar verdediger. Dat is een goede zet geweest.” Jij vertrok in 2021 naar Wolfsburg. Wim Jonk is inmiddels assistent bij het Nederlands elftal. Hoe is jouw contact met hem? “Bij Volendam hadden wij een heel goede band. Ik zat vaak bij Jonk op kantoor te chillen, ook met zijn assistenten. Ik ging niet op een leuke manier weg bij Volendam. Daarna is de band met Wim Jonk minder geworden. Gelukkig is ons contact hersteld.” De club wilde jou niet voor een appel en ei laten gaan. Jij eiste contractontbinding via een arbitragezaak. Jij verloor die zaak, maar op de laatste dag dat de transfermarkt nog open was, werd je toch voor 8,5 miljoen euro overgenomen door VfL Wolfsburg. “Die periode heeft alles beschadigd tussen mij en Volendam, maar dat is niet iets wat nog speelt tussen Wim Jonk en mij. Hij heeft ook gezien dat Wolfsburg voor mij de goede keuze is geweest.” Je bent de speler die Volendam het meest heeft opgebracht in de clubgeschiedenis. Ben je daar trots op? “Volendam heeft veel voor me gedaan en heeft me de speler gemaakt die ik nu ben. Ik wilde ook dat de club goed aan mij zou verdienen. Het ging alleen over ongeloofwaardige bedragen. Zuur dat het zo is gelopen. Inmiddels vind ik het heel mooi dat zij zoveel geld voor mij hebben gekregen en ik de duurste speler in de geschiedenis van de club ben.” Toen jij van Wolfsburg naar Tottenham vertrok, in de zomer van 2023, kwam er weer een arbitragezaak aan te pas. Uiteindelijk kwam je met Volendam tot een schikking. Was dat een principekwestie voor jou? “Volendam verdiende veel geld aan mij. Ik had na mijn transfer naar Tottenham ook nog recht op geld. Bij Volendam zeiden ze dat ze die lettertjes in het contract anders hadden gelezen. Ik was niet bang om die arbitragezaak aan te spannen. Ik had een heel goede advocaat. Hij zei: ‘Dit kun je niet verliezen, het staat zwart op wit in jouw contract.’ Ik vond een tussenweg ook prima, wilde praten. Ik vond het echt niet erg om wat in te leveren, omdat de club financieel zo diep zat. Maar er moest wel íets komen, het ging om serieus geld. We zijn tot een goede oplossing gekomen.” “Micky stond al veel langer op de lijst hier. Over een paar jaar zou zo’n speler niet meer te betalen zijn voor een club als Wolfsburg. Ze gaan hier geen gekke bedragen meer betalen. Wolfsburg heeft tegen degradatie moeten vechten en is nu weer een paar jaar stabiel. Dat willen ze blijven.” Mark van Bommel, De Telegraaf, 18 september 2021. “Op Deadline Day ben ik naar Wolfsburg gegaan. Ik kon naar Feyenoord, PSV en Wolfsburg, drie mooie clubs. Wolfs had het jaar ervoor ook al interesse getoond. De club is altijd achter mij blijven staan, ook tijdens de arbitragezaak. Marcel Schäfer was technisch directeur, met hem heb ik nog steeds een heel goede band. Hij zei: ‘Mick, het maakt niet uit wat er gebeurt, wij willen jou hebben en gaan er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen.’ Ik twijfelde wel even, was negentien, dacht: ga ik de eredivisie overslaan om meteen naar de Bundesliga te gaan? Ik heb die dag een paar keer met Mark van Bommel gebeld. Hij wilde mij graag hebben, en zei inderdaad: ‘Over een paar jaar ben jij niet meer te betalen voor ons.’ Inmiddels geeft de club redelijk gekke bedragen uit voor spelers, maar in die tijd was dat nog niet zo. Van Bommel zei: ‘Als je nu naar Wolfsburg gaat en je slaagt niet meteen, dan kun je nog uitgeleend worden aan AZ, PSV of Feyenoord. Als alles misgaat, dan heb je nog een back-up. Maar stel dat je nu naar een van die clubs gaat en je haalt het niet... Dan speel je daarna bij RKC Waalwijk.’ Daar zat wat in, vond ik.” Feyenoord wilde jou hebben. Arne Slot was daar net trainer geworden en Sipke Hulshoff, die jij al kende van Volendam, werd zijn assistent. “Slot wilde mij als trainer van AZ al halen, na mijn eerste jaar in het eerste van Volendam. Volendam liet me toen niet gaan, maar dat accepteerde ik ook, hoor.” Slot is nu trainer van Liverpool. Ze staan bovenaan in de Premier League. Denk je weleens: als ik toen voor Feyenoord had gekozen, dan had ik nu misschien bij Liverpool gezeten? Lachend: “Nou, dat was heel toevallig geweest. Slot doet het heel goed. Liverpool is een fantastische ploeg. En Slot laat nu weer zien dat hij een heel goede trainer is. Elke speler die onder hem heeft gewerkt, is positief over hem. In die paar gesprekken die ik met hem heb gevoerd, had ik ook een goed gevoel bij hem. Hij snapt het spelletje heel goed.” Jij koos voor Wolfsburg, maar al na een paar maanden werd Van Bommel ontslagen. “Dat was heel jammer, maar ik dacht niet: dit zal ook voor mij wel het einde betekenen. Marcel Schäfer en Jörg Schmadtke, de sportief directeur, hadden in gesprekken aangegeven dat de hele club mij wilde hebben, niet alleen Mark van Bommel. Wolfburgs had zich al gemeld voordat Van Bommel trainer werd. Ik had na zijn ontslag dus niet het gevoel dat ik ook de klos was.” Hoeveel moeite heeft het gekost om te wennen aan het niveau van de Bundesliga? “De eerste maanden had ik het lastig. Niet alleen op het veld, ook erbuiten. Het was coronatijd. Sommige vrienden wilden zich niet laten vaccineren, dus konden niet naar mij toe komen. Ook mijn ouders konden niet komen kijken in het stadion. De eerste maanden speelde ik niet, zat ik vaak niet eens bij de selectie. De intensiteit op de trainingen was veel hoger dan ik gewend was en ik sprak geen Duits. Het was een zware periode. Na een tijdje begon ik me meer thuis te voelen en merkte ik dat ik op het veld meer zelfvertrouwen kreeg. Ik lag lekkerder in de groep, kreeg vrienden, begon de taal te leren. Toen voelde ik: ik kan dit niveau aan. Ik maakte ook mijn debuut en zag dat ik niet veel onderdeed voor die andere gasten.” Jij maakte je debuut op 6 november 2021. Een jaar later, onder trainer Niko Kovaç, brak je echt door. “Het hielp me vooral dat ik meer ervaring kreeg. Ik speelde tegen goede spitsen. In het begin dacht ik: poeh, het gaat wel rap. Ik werd vanzelf meegezogen in dat hoge tempo. Ik ging ook steeds meer van mezelf eisen. Na elke wedstrijd was ik echt kapot. Daardoor leerde ik ook mijn lichaam steeds beter kennen, ik wist wat en hoeveel ik moest eten voor een wedstrijd en wat ik moest doen om zo snel mogelijk te herstellen na een wedstrijd.” Al na twee jaar kwam Tottenham, niet de minste club. “Ik had een gesprek met trainer Ange Postecoglou gehad. Hij vertelde over zijn tactische plan en wat hij voor ogen had met de verdedigers. Hij vertelde over de historie van Spurs, dat er bijna nooit een prijs gewonnen wordt, en zei: ‘Ik ga daar verandering in brengen en wil dat jij onderdeel bent van mijn plan.’ En hij zei: ‘Als jij hierheen komt, stel ik je op.’ Ik was 22, kon naar een topclub in de Premier League en zou gaan spelen. Het was raar geweest als ik ‘nee’ had gezegd.” “We begrijpen elkaar goed, hij spreekt ook Duits. Ik houd van hem als speler en als mens. Hij is nog jong en wil zo snel mogelijk beter worden. Hij heeft de potentie om next level te worden. Ik werk graag met hem." Tottenham- aanvoerder Son Heung-min, Viaplay, 25 september 2023. “Deze komt van Son, toch? Hij is een voorbeeld voor iedereen. Hij is zo lief, zo warm. Hij denkt altijd aan anderen, vraagt steeds hoe het met je gaat. In het veld gaat hij voorop in de strijd. Inmiddels is hij 32, maar als je ziet hoeveel hij nog doet om fit te blijven... Hij geeft elke training honderd procent en is voortdurend bezig het team beter te maken. Iedereen van onze ploeg kijkt tegen Son op. Als Son spreekt, luisteren we.” Ook bij Tottenham lijkt het alsof jij je moeiteloos hebt aangepast. “Son heeft daar ook een rol ingespeeld, maar eigenlijk het hele team.” Wisten ze wel wie Micky van de Ven was toen jij in de zomer van 2023 na twee jaar Wolfsburg voor 40 miljoen naar Tottenham ging? Lachend: “Nee. Die gasten dachten: wie hebben ze nou weer binnengehaald? Maar zij keken ook naar het prijskaartje. Zij dachten: voor dat geld moet hij vast wel wat kunnen. Ik had het geluk dat ze me vanaf het eerste moment hielpen. Ik had drie dagen met de groep meegetraind, en startte de eerste wedstrijd van het seizoen meteen in de basis. Die gasten hebben me zoveel vertrouwen gegeven, zeiden: ‘Voetbal lekker, we weten dat je het kan.’ Cristian Romero kwam voor die wedstrijd naar mij toe en zei: ‘Ik zal je altijd helpen.’ Ook de trainer en assistent zeiden dat ik er klaar voor was en me geen zorgen hoefde te maken.” Dat klinkt als een droomstart. Iets dat iedere jonge voetballer die een transfer maakt naar een grote club wel zou willen. “Ik denk dat de meeste jongens die naar het buitenland gaan goed worden opgenomen in een team. Dat is het probleem niet. Maar een trainer stelt niet zo heel snel meteen een nieuwe speler op. Die wil vaak eerst kijken hoe iemand zich aanpast in de groep en op het veld. Ik had ook niet verwacht dat ik na drie dagen meteen zou starten.” “Micky kan linksback en links centraal achterin spelen. Hij heeft zijn snelheid en zijn voetbalkwaliteiten. Virgil van Dijk en Micky samen centraal, dat zou kunnen denk ik, maar we hebben het nog nooit kunnen zien.” Ronald Koeman, persconferentie Zeist, 7 oktober 2024. Hoe is jouw band met de bondscoach? “Prima, niet speciaal. Ik heb hem tijdens het EK meegemaakt en bij een paar interlandperiodes, maar ik heb niet zoveel met hem samengewerkt dat ik ook een hechte band met hem heb kunnen opbouwen.” Jij speelde je in de kijker tijdens het EK van vorige zomer, viel vier keer in voor Nathan Aké. Hoe kijk je terug op jouw eerste eindtoernooi? “Het was een jongensdroom die uitkwam. Ik blijf erbij dat ik meer had willen spelen, maar vier wedstrijden invallen is mooi, hoor. Tegen Polen was het maar een paar minuten, maar dat was wel mijn eerste EK-wedstrijd. In de achtste finale tegen Roemenië viel ik goed in, we wonnen met 3-0, en in de kwartfinale tegen Turkije die we met 2-1 wonnen, heb ik een belangrijke rol gespeeld.” Ronald Koeman vertelde onlangs in Helden dat zijn vrouw Bartina, die al geruime tijd ziek is, voorafgaand aan het EK op de intensive care lag. Hoe ontvingen jullie dat nieuws? “Hij vertelde ons dat het niet goed ging met zijn vrouw. Voor hem was dat natuurlijk heel zwaar. Wij hebben nooit aan de trainer gemerkt dat er iets speelde, hij wilde zijn gevoel niet bij ons neerleggen en de positieve vibe erin houden. Wij probeerden hem te helpen en steunen, maar konden als spelers ook niet heel veel voor hem doen op dat moment.” Na jouw debuut bij het Nederlands elftal op 13 oktober 2023 tegen Frankrijk (1-2 verlies), zei Joey Veerman: ‘Toch netjes hè, twee Volendammers in Oranje.’ Voelde jij dat ook zo? “Heel mooi. Hoewel, ik ben geen Volendammer en zo voel ik me ook niet... Ik kom uit Wormer. Ik heb ook nooit met Joey bij Volendam samengespeeld, hij zat al bij Heerenveen toen ik doorbrak. Maar op het EK heb ik een heel goede band met hem opgebouwd. We waren elke dag samen. Hij zat op mijn kamer of ik op die van hem. Met Jerdy Schouten en Bart Verbruggen ging ik ook veel om. Met Jerdy en Bart heb ik heel veel Playstation gespeeld. Met hen ben ik ook goed bevriend geraakt.” Tijdens het EK leerde heel Nederland jou kennen. “Ineens wist iedereen wie ik was. In de zomer ging ik een avondje uit met vrienden, toen merkte ik dat er veel naar me gekeken werd. Ik ben niet vaak in Nederland, dus verder merk ik er niet veel van.” Jij hebt kenbaar gemaakt dat je graag in het centrum zou staan met Virgil van Dijk. Zijn jullie het nieuwe gouden duo bij Oranje? “Ik zou het zeker niet erg vinden om naast Virgil te staan. Hij is een ongekend goede verdediger en doet het fantastisch bij Liverpool.” Wat leer jij van spelers als Virgil? “Heel veel. Als wij met Tottenham tegen Liverpool hebben gespeeld, dan geeft Virgil na afloop van de wedstrijd tips. Zo van: misschien had je het in die situatie ook zo kunnen doen. Maar ik leer vooral van hem door hem gewoon te zien spelen. Ook aan Daley Blind heb ik veel gehad. Hij heeft ons zo goed geholpen tijdens het EK. Hij weet precies wat hij tegen een speler moet zeggen. Op tactisch en technisch gebied. Ik hoorde Daley continu roepen als we ons tactisch moesten positioneren. Ik vond en vind het echt mooi dat wij nog de gelegenheid krijgen en hebben gekregen om van die jongens te leren.” Het volgende grote eindtoernooi is het WK in 2026. Staat dat omcirkeld in jouw agenda? “Daar moet ik wel bijzijn, hoor. Dat is mijn volgende grote doel.” “Ik verwacht niet dat iemand hem binnenkort zal inhalen. Ik zie op dit moment niemand die hem kan verslaan. Zijn snelheid... ik denk dat hij mee zou kunnen doen aan de finale van de 100 meter, en hij zou niet als laatste eindigen! Zo snel is hij." Ledley King, oud- aanvoerder Tottenham, BBC Sport ,11 juni 2024. “Zei Ledley King dit? Dat is leuk. Hij is een Spurs-legend en dit zijn mooie woorden. Ik weet niet of ik niet als laatste zou finishen in een finale op de 100 meter, hoor, die gasten zijn zo rap. Ik heb trouwens nooit op atletiek gezeten.” Tegen Manchester United, in september vorig jaar, zette je een indrukwekkende sprint in. Binnen acht seconden en acht balcontacten overbrugde je een afstand van zo'n 64 meter. Je gaf een voorzet op Brennan Johnson, hij scoorde al in de derde minuut. Jullie wonnen met 3-0. Is die rush jouw hoogtepunt tot nu toe dit seizoen? “Ik denk het wel. Die beelden zag ik na de wedstrijd overal voorbijkomen. Ik onderschepte de bal op driekwart van onze eigen helft. Ik zag ruimte en dacht: ik ga gewoon. Ik weet dat ik moeilijk bij te houden ben als ik eenmaal op snelheid lig. Toen ik omhoogkeek, zag ik nog een keer ruimte voor mij. Voor ik het wist, liep ik al in de zestien van United. Met onze buitenspelers trainen we veel op voorzetten. Ik wist dat ik hem bij de tweede paal moest geven, tussen de centrale verdediger en de keeper in, de gevaarlijkste voorzet die je kan geven. Op volle snelheid speelde ik de bal. Op Old Trafford loopt het veld een beetje af, ik gleed ervan af en kon niks van de goal zien. Ik hoorde alleen het uitvak juichen. Geweldig.” In een jaar tijd ben jij getransformeerd tot publiekslieveling van de Tottenham-fans. “Ik merk dat ik goed lig bij de fans, word ook geregeld toegezongen. Mijn teamgenoten maken er grappen over, zeggen: ‘Ja hoor, hij trekt weer een sprintje en het hele stadion zingt zijn naam.’ Ik ben in korte tijd een belangrijke speler geworden, werd ook geliefd omdat we het goed deden. Maar ze staan ook heel erg achter spelers als Romero, James Maddison en natuurlijk Son, jongens die elke week heel belangrijk zijn.” “Als een verdediger heel snel is, wordt hij een Rolls Royce genoemd. Ik weet niet waarom, maar dat is een van die voetbalclichés.” Gary Lineker, BBC Match of the Day, 3 februari 2024. Bij de BBC vragen ze zich af of jij wel te behouden bent voor Tottenham. “Ik heb het in Londen naar mijn zin en ik vind Tottenham een fantastische club. Ik heb als doel hier een prijs te winnen. De club en de fans verdienen dat. Het zegt genoeg dat mensen zeggen: ‘Bij Spurs pak je geen prijzen.’ Tottenham is zo’n grote club, het gaat een keer gebeuren en het is aan ons om iedereen de mond te snoeren. De Premier League winnen wordt lastig, maar we zitten ook nog in de FA Cup, de League Cup en de Europa League.” En als die prijs binnen is? “Iedere speler heeft een droomclub. Welke dat voor mij is, zal ik nooit hardop zeggen, want dan gaan mensen daar steeds over beginnen.” Wat zijn jouw doelen voor de komende vijf jaar? “Ik wil eindtoernooien spelen met het Nederlands elftal. En ik hoop dat ik een van de beste verdedigers van de wereld word.” “Ik dacht: die krijgt 80.000 euro per jaar of zo. Dat vond ik al heel knap." Albert Verlinde, BNR The Friday Move, 5 november 2023. Jij bent voor 40 miljoen van Wolfsburg naar Tottenham gegaan en jouw marktwaarde ligt volgens Transfermarkt nu op zo’n 55 miljoen. “Dat blijven absurde bedragen, maar ik ben er wel gewend aan geraakt. Je wordt er als speler in meegezogen.” In 2019 tekende je jouw eerste profcon- tract bij Volendam. Nu zit je op een ongetwijfeld riant salaris bij Tottenham. ‘Bliep bliep, wilt u een bonnetje,’ is niet nodig geweest. Lachend: “Ik was vroeger altijd bang dat als ik eindelijk het profvoetbal zou halen, er ineens een salarisplafond van 20.000 euro per jaar zou komen. Gelukkig is dat niet het geval.” Het is bij jou in een sneltreinvaart gegaan. Denk je er weleens aan terug dat je vijf jaar geleden nog in de Keuken Kampioen Divisie speelde? “Daar herinneren mijn familie en vrienden mij aan. Zij zeggen geregeld: ‘Mick, wat jij aan het neerzetten bent, is bizar.’”
Amper vijf jaar geleden speelde Micky van de Ven (23) nog in de Keuken Kampioen Divisie, tegenwoordig is hij de snelste speler van de Premier League en van het Nederlands elftal. Afgelopen seizoen won hij met Tottenham Hotspur de Europa League. De eerste internationale prijs in 41 jaar. Vanavond kan daar een tweede bij komen als de club het opneemt tegen PSG voor de UEFA Super Cup. In Helden Magazine nummer 75 legden wij de razendsnelle verdediger van Tottenham Hotspur negen uitspraken voor. “Mijn teamgenoten maken er grappen over, zeggen: ‘Ja hoor, hij trekt weer een sprintje en het hele stadion zingt zijn naam.’ Micky van de Ven “Ik wilde hem gerust ieder weekend een tientje geven, maar op een gegeven moment moet hij ook zelf iets verdienen. Hij zei: 'Papa, ik ga echt niet in de supermarkt zitten. Bliep bliep, wilt u een bonnetje? Dat ga ik gewoon niet doen. Geef me nog een half jaar en dan beloof ik dat het goed komt.’” Marcel van de Ven, BNR The Friday Move, 5 november 2023. Lachend: “Ik heb deze uitspraak van mijn vader voorbij zien komen op social media. Als jongetje deed ik niet anders dan voetballen. Ik was altijd buiten, ook al goot het van de regen. Mijn moeder moest me naar binnen sleuren voor het avondeten. School was niet aan mij besteed en ik had ook geen trek in een bijbaan. Ik wilde zo graag slagen als profvoetballer.” Je begon bij WSV in Wormer. Bij AZ en Ajax werd jij als jeugdspeler afgewezen. Volendam wilde jou wel hebben, je doorliep er de jeugdopleiding. “Bij WSV hoorde ik van trainers en teamgenoten geregeld dat ik de beste van het team was. Leuk, maar dan moet je wel hopen dat er een profclub voorbijkomt. Ajax en AZ toonden interesse. AZ vond mij uiteindelijk niet goed genoeg en stuurde me weg, Ajax wilde me toch niet hebben. Ik begon te twijfelen. Was ik wel goed genoeg voor een profclub? Een jaar later kwam Volendam. In mijn eerste jaren bij Volendam dacht ik niet na over wat er allemaal kon gebeuren. Ik was gewoon lekker aan het voetballen, plezier aan het maken. Rond mijn zestiende stroomden veel gasten door naar Onder 19. Ik ook. Ik wist: dit is het moment dat ik me moet gaan onderscheiden. 'AZ vond mij niet goed genoeg en stuurde me weg, Ajax wilde me toch niet hebben. Ik begon te twijfelen. Was ik wel goed genoeg voor een profclub?' In Onder 19 speelde ik alles, ook al was ik eerstejaars. De trainer zei na iedere wedstrijd dat ik de beste van het veld was. Ik hoopte dat ik door mocht naar Onder 23, Jong Volendam, ook al was ik een jaar jonger dan de andere doorstromers. Maar dat gebeurde niet. Ook de trainer van het eerste elftal zei dat ik nog twee jongens voor me had en dat het lastig voor mij zou worden om ooit in het eerste te komen. Ondanks dat mijn ouders en zus mij steunden, dacht ik: wat doe ik hier nog? Ik voelde dat ik beter een stap terug kon doen naar de amateurs, om daarna hopelijk weer een nieuwe stap te maken. Dat voelde beter dan nog een jaar bij Onder 19 blijven zonder perspectief. Het was lastig om erin te blijven geloven.” [caption id="attachment_20748" align="aligncenter" width="1708"] Micky van de Ven[/caption] Jouw vader Marcel is een voormalig (undercover) politieman, jarenlang onderdeel geweest van de Unit Specialistische Operaties van de landelijke eenheid, en tegenwoordig bekend van Nederlandse tv-programma's als Ontvoerd en Hunted. Hij is ook een expert en spreker op het gebied van mentale kracht en weerbaarheid. Hoe hielp hij jou destijds? “Van jongs af aan helpt mijn vader mij op mentaal gebied. Eén keer heeft hij er in m’n jeugd een theorieboek bij gepakt. Hij legde uit dat er cirkels zijn. En als je in een bepaalde cirkel terechtkomt, je beter terug kan naar een andere om van daaruit weer verder te kunnen. Dat klinkt een beetje vaag, maar het hielp enorm. Mijn vader probeerde mij vaak dingen te laten inzien aan de hand van voorbeelden. Zo gingen we met zijn tweeën naar Ajax en zei hij: ‘Let op de spits en kijk hoe het publiek hem af loopt te snauwen. Maar moet je kijken wat ze doen als hij hard aan het werk is. Dan gaan mensen klappen. Het is een soort show.’ Mijn vader heeft mij laten inzien dat als je hard werkt, er altijd een beloning gaat komen. Een maand nadat ik met hem op de tribune bij Ajax had gezeten, werd de trainer van het eerste van Volendam eruit geknikkerd en Wim Jonk werd aangesteld. Toen begon het allemaal voor mij.”   “Natuurlijk zaten er ook nog fouten in zijn spel. En hij stond af en toe verkeerd. Maar ik zag iemand met een enorme snelheid en kracht. Hij durfde mensen uit te spelen. Hij heeft zoveel macht aan de bal, dat viel me meteen op en sprak me enorm aan.” Wim Jonk, NOS, 9 augustus 2023. “Dit ging over de eerste wedstrijd die hij van mij had gezien.” Wim Jonk zag het wel in jou zitten. Zijn voorgangers bij Volendam, Hans de Koning en Misha Salden, niet. “Ik noem nooit namen van trainers die mij links hebben laten liggen. Met Hans de Koning heb ik sowieso nooit contact gehad. Toen hij trainer van het eerste was, was ik nog heel jong. Toen Wim Jonk aangesteld was, zag ik hem bij een wedstrijd langs de lijn staan. Mijn vader had al gezegd: ‘Weet je wel wie er stond te kijken?’ Jonk stond er samen met Jasper van Leeuwen, die technisch directeur werd. Na die wedstrijd nam hij contact met mij op. Wim Jonk had goed contact met de nieuwe trainer van Jong Volendam, Johan Plat. Ik werd door hen meteen doorgeschoven naar Jong Volendam. Toen kreeg ik ook mijn eerste contract. Ze zeiden dat ik een potentiële speler van het eerste elftal was, maar dat ik eerst bij Jong Volendam moest laten zien of ik me staande kon houden. Ik werd meteen aanvoerder gemaakt en trainde ook geregeld met het eerste mee. Jonk kon op trainingen zien hoe ik ervoor stond. Ik heb zo’n tien wedstrijden bij Jong Volendam gespeeld, daarna sloot ik helemaal aan bij het eerste. Het jaar erna maakte Jonk mij aanvoerder van het eerste, ik was pas negentien. Zo zie je hoe snel iets kan veranderen. Ik heb het er weleens met mijn vader over. Hoe raar het is dat één trainer je kan maken of breken. Je kan door één persoon weggestuurd worden, terwijl je een heel groot talent bent. Ook op het niveau waarop ik nu speel, kun je inpakken als een trainer het niet in je ziet zitten. Hoe hard dat ook is.” Wim Jonk had ook kritiek, zei: ‘Soms was hij een beetje lui, het ging hem heel makkelijk af.’ Lachend: “Ja, ik was wel een luie voetballer. Bij Jong Volendam ging het echt goed. De spitsen van teams waartegen we speelden daagden mij niet meer uit. Daardoor ging ik wedstrijden anders in. Het ging me iets te makkelijk af. Ik had een nieuwe stap nodig. Gelukkig gaf Jonk mij de kans die te maken.” In 2019 debuteerde je in het eerste van Volendam. Ik las dat jij dat eerste jaar er meteen tien kilo aan spiermassa had bijgetraind. “Ik was altijd een lang, dun mannetje. Ik raakte op een gegeven moment geblesseerd aan mijn voet en kon mijn benen niet trainen, had loopgips. Ik ben toen flink mijn bovenlichaam gaan trainen in de gym. Ik werd zwaarder, groter. Dat hielp enorm in het veld. Ik werd minder makkelijk opzijgezet door een spits.” Je wordt veel geroemd om jouw snelheid. Was dat altijd al jouw sterkste punt? “Ja, vroeger was ik ook al snel. Rond mijn veertiende had ik veel last had van groeipijnen en was mijn snelheid even wat minder. Ik ben toen gewisseld van positie, van aanvaller naar verdediger. Dat is een goede zet geweest.” Jij vertrok in 2021 naar Wolfsburg. Wim Jonk is inmiddels assistent bij het Nederlands elftal. Hoe is jouw contact met hem? “Bij Volendam hadden wij een heel goede band. Ik zat vaak bij Jonk op kantoor te chillen, ook met zijn assistenten. Ik ging niet op een leuke manier weg bij Volendam. Daarna is de band met Wim Jonk minder geworden. Gelukkig is ons contact hersteld.” De club wilde jou niet voor een appel en ei laten gaan. Jij eiste contractontbinding via een arbitragezaak. Jij verloor die zaak, maar op de laatste dag dat de transfermarkt nog open was, werd je toch voor 8,5 miljoen euro overgenomen door VfL Wolfsburg. “Die periode heeft alles beschadigd tussen mij en Volendam, maar dat is niet iets wat nog speelt tussen Wim Jonk en mij. Hij heeft ook gezien dat Wolfsburg voor mij de goede keuze is geweest.” Je bent de speler die Volendam het meest heeft opgebracht in de clubgeschiedenis. Ben je daar trots op? “Volendam heeft veel voor me gedaan en heeft me de speler gemaakt die ik nu ben. Ik wilde ook dat de club goed aan mij zou verdienen. Het ging alleen over ongeloofwaardige bedragen. Zuur dat het zo is gelopen. Inmiddels vind ik het heel mooi dat zij zoveel geld voor mij hebben gekregen en ik de duurste speler in de geschiedenis van de club ben.” Toen jij van Wolfsburg naar Tottenham vertrok, in de zomer van 2023, kwam er weer een arbitragezaak aan te pas. Uiteindelijk kwam je met Volendam tot een schikking. Was dat een principekwestie voor jou? “Volendam verdiende veel geld aan mij. Ik had na mijn transfer naar Tottenham ook nog recht op geld. Bij Volendam zeiden ze dat ze die lettertjes in het contract anders hadden gelezen. Ik was niet bang om die arbitragezaak aan te spannen. Ik had een heel goede advocaat. Hij zei: ‘Dit kun je niet verliezen, het staat zwart op wit in jouw contract.’ Ik vond een tussenweg ook prima, wilde praten. Ik vond het echt niet erg om wat in te leveren, omdat de club financieel zo diep zat. Maar er moest wel íets komen, het ging om serieus geld. We zijn tot een goede oplossing gekomen.” “Micky stond al veel langer op de lijst hier. Over een paar jaar zou zo’n speler niet meer te betalen zijn voor een club als Wolfsburg. Ze gaan hier geen gekke bedragen meer betalen. Wolfsburg heeft tegen degradatie moeten vechten en is nu weer een paar jaar stabiel. Dat willen ze blijven.” Mark van Bommel, De Telegraaf, 18 september 2021. “Op Deadline Day ben ik naar Wolfsburg gegaan. Ik kon naar Feyenoord, PSV en Wolfsburg, drie mooie clubs. Wolfs had het jaar ervoor ook al interesse getoond. De club is altijd achter mij blijven staan, ook tijdens de arbitragezaak. Marcel Schäfer was technisch directeur, met hem heb ik nog steeds een heel goede band. Hij zei: ‘Mick, het maakt niet uit wat er gebeurt, wij willen jou hebben en gaan er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen.’ Ik twijfelde wel even, was negentien, dacht: ga ik de eredivisie overslaan om meteen naar de Bundesliga te gaan? Ik heb die dag een paar keer met Mark van Bommel gebeld. Hij wilde mij graag hebben, en zei inderdaad: ‘Over een paar jaar ben jij niet meer te betalen voor ons.’ Inmiddels geeft de club redelijk gekke bedragen uit voor spelers, maar in die tijd was dat nog niet zo. Van Bommel zei: ‘Als je nu naar Wolfsburg gaat en je slaagt niet meteen, dan kun je nog uitgeleend worden aan AZ, PSV of Feyenoord. Als alles misgaat, dan heb je nog een back-up. Maar stel dat je nu naar een van die clubs gaat en je haalt het niet... Dan speel je daarna bij RKC Waalwijk.’ Daar zat wat in, vond ik.” Feyenoord wilde jou hebben. Arne Slot was daar net trainer geworden en Sipke Hulshoff, die jij al kende van Volendam, werd zijn assistent. “Slot wilde mij als trainer van AZ al halen, na mijn eerste jaar in het eerste van Volendam. Volendam liet me toen niet gaan, maar dat accepteerde ik ook, hoor.” Slot is nu trainer van Liverpool. Ze staan bovenaan in de Premier League. Denk je weleens: als ik toen voor Feyenoord had gekozen, dan had ik nu misschien bij Liverpool gezeten? Lachend: “Nou, dat was heel toevallig geweest. Slot doet het heel goed. Liverpool is een fantastische ploeg. En Slot laat nu weer zien dat hij een heel goede trainer is. Elke speler die onder hem heeft gewerkt, is positief over hem. In die paar gesprekken die ik met hem heb gevoerd, had ik ook een goed gevoel bij hem. Hij snapt het spelletje heel goed.” Jij koos voor Wolfsburg, maar al na een paar maanden werd Van Bommel ontslagen. “Dat was heel jammer, maar ik dacht niet: dit zal ook voor mij wel het einde betekenen. Marcel Schäfer en Jörg Schmadtke, de sportief directeur, hadden in gesprekken aangegeven dat de hele club mij wilde hebben, niet alleen Mark van Bommel. Wolfburgs had zich al gemeld voordat Van Bommel trainer werd. Ik had na zijn ontslag dus niet het gevoel dat ik ook de klos was.” Hoeveel moeite heeft het gekost om te wennen aan het niveau van de Bundesliga? “De eerste maanden had ik het lastig. Niet alleen op het veld, ook erbuiten. Het was coronatijd. Sommige vrienden wilden zich niet laten vaccineren, dus konden niet naar mij toe komen. Ook mijn ouders konden niet komen kijken in het stadion. De eerste maanden speelde ik niet, zat ik vaak niet eens bij de selectie. De intensiteit op de trainingen was veel hoger dan ik gewend was en ik sprak geen Duits. Het was een zware periode. Na een tijdje begon ik me meer thuis te voelen en merkte ik dat ik op het veld meer zelfvertrouwen kreeg. Ik lag lekkerder in de groep, kreeg vrienden, begon de taal te leren. Toen voelde ik: ik kan dit niveau aan. Ik maakte ook mijn debuut en zag dat ik niet veel onderdeed voor die andere gasten.” Jij maakte je debuut op 6 november 2021. Een jaar later, onder trainer Niko Kovaç, brak je echt door. “Het hielp me vooral dat ik meer ervaring kreeg. Ik speelde tegen goede spitsen. In het begin dacht ik: poeh, het gaat wel rap. Ik werd vanzelf meegezogen in dat hoge tempo. Ik ging ook steeds meer van mezelf eisen. Na elke wedstrijd was ik echt kapot. Daardoor leerde ik ook mijn lichaam steeds beter kennen, ik wist wat en hoeveel ik moest eten voor een wedstrijd en wat ik moest doen om zo snel mogelijk te herstellen na een wedstrijd.” Al na twee jaar kwam Tottenham, niet de minste club. “Ik had een gesprek met trainer Ange Postecoglou gehad. Hij vertelde over zijn tactische plan en wat hij voor ogen had met de verdedigers. Hij vertelde over de historie van Spurs, dat er bijna nooit een prijs gewonnen wordt, en zei: ‘Ik ga daar verandering in brengen en wil dat jij onderdeel bent van mijn plan.’ En hij zei: ‘Als jij hierheen komt, stel ik je op.’ Ik was 22, kon naar een topclub in de Premier League en zou gaan spelen. Het was raar geweest als ik ‘nee’ had gezegd.” “We begrijpen elkaar goed, hij spreekt ook Duits. Ik houd van hem als speler en als mens. Hij is nog jong en wil zo snel mogelijk beter worden. Hij heeft de potentie om next level te worden. Ik werk graag met hem." Tottenham- aanvoerder Son Heung-min, Viaplay, 25 september 2023. “Deze komt van Son, toch? Hij is een voorbeeld voor iedereen. Hij is zo lief, zo warm. Hij denkt altijd aan anderen, vraagt steeds hoe het met je gaat. In het veld gaat hij voorop in de strijd. Inmiddels is hij 32, maar als je ziet hoeveel hij nog doet om fit te blijven... Hij geeft elke training honderd procent en is voortdurend bezig het team beter te maken. Iedereen van onze ploeg kijkt tegen Son op. Als Son spreekt, luisteren we.” Ook bij Tottenham lijkt het alsof jij je moeiteloos hebt aangepast. “Son heeft daar ook een rol ingespeeld, maar eigenlijk het hele team.” Wisten ze wel wie Micky van de Ven was toen jij in de zomer van 2023 na twee jaar Wolfsburg voor 40 miljoen naar Tottenham ging? Lachend: “Nee. Die gasten dachten: wie hebben ze nou weer binnengehaald? Maar zij keken ook naar het prijskaartje. Zij dachten: voor dat geld moet hij vast wel wat kunnen. Ik had het geluk dat ze me vanaf het eerste moment hielpen. Ik had drie dagen met de groep meegetraind, en startte de eerste wedstrijd van het seizoen meteen in de basis. Die gasten hebben me zoveel vertrouwen gegeven, zeiden: ‘Voetbal lekker, we weten dat je het kan.’ Cristian Romero kwam voor die wedstrijd naar mij toe en zei: ‘Ik zal je altijd helpen.’ Ook de trainer en assistent zeiden dat ik er klaar voor was en me geen zorgen hoefde te maken.” Dat klinkt als een droomstart. Iets dat iedere jonge voetballer die een transfer maakt naar een grote club wel zou willen. “Ik denk dat de meeste jongens die naar het buitenland gaan goed worden opgenomen in een team. Dat is het probleem niet. Maar een trainer stelt niet zo heel snel meteen een nieuwe speler op. Die wil vaak eerst kijken hoe iemand zich aanpast in de groep en op het veld. Ik had ook niet verwacht dat ik na drie dagen meteen zou starten.” “Micky kan linksback en links centraal achterin spelen. Hij heeft zijn snelheid en zijn voetbalkwaliteiten. Virgil van Dijk en Micky samen centraal, dat zou kunnen denk ik, maar we hebben het nog nooit kunnen zien.” Ronald Koeman, persconferentie Zeist, 7 oktober 2024. Hoe is jouw band met de bondscoach? “Prima, niet speciaal. Ik heb hem tijdens het EK meegemaakt en bij een paar interlandperiodes, maar ik heb niet zoveel met hem samengewerkt dat ik ook een hechte band met hem heb kunnen opbouwen.” Jij speelde je in de kijker tijdens het EK van vorige zomer, viel vier keer in voor Nathan Aké. Hoe kijk je terug op jouw eerste eindtoernooi? “Het was een jongensdroom die uitkwam. Ik blijf erbij dat ik meer had willen spelen, maar vier wedstrijden invallen is mooi, hoor. Tegen Polen was het maar een paar minuten, maar dat was wel mijn eerste EK-wedstrijd. In de achtste finale tegen Roemenië viel ik goed in, we wonnen met 3-0, en in de kwartfinale tegen Turkije die we met 2-1 wonnen, heb ik een belangrijke rol gespeeld.” Ronald Koeman vertelde onlangs in Helden dat zijn vrouw Bartina, die al geruime tijd ziek is, voorafgaand aan het EK op de intensive care lag. Hoe ontvingen jullie dat nieuws? “Hij vertelde ons dat het niet goed ging met zijn vrouw. Voor hem was dat natuurlijk heel zwaar. Wij hebben nooit aan de trainer gemerkt dat er iets speelde, hij wilde zijn gevoel niet bij ons neerleggen en de positieve vibe erin houden. Wij probeerden hem te helpen en steunen, maar konden als spelers ook niet heel veel voor hem doen op dat moment.” Na jouw debuut bij het Nederlands elftal op 13 oktober 2023 tegen Frankrijk (1-2 verlies), zei Joey Veerman: ‘Toch netjes hè, twee Volendammers in Oranje.’ Voelde jij dat ook zo? “Heel mooi. Hoewel, ik ben geen Volendammer en zo voel ik me ook niet... Ik kom uit Wormer. Ik heb ook nooit met Joey bij Volendam samengespeeld, hij zat al bij Heerenveen toen ik doorbrak. Maar op het EK heb ik een heel goede band met hem opgebouwd. We waren elke dag samen. Hij zat op mijn kamer of ik op die van hem. Met Jerdy Schouten en Bart Verbruggen ging ik ook veel om. Met Jerdy en Bart heb ik heel veel Playstation gespeeld. Met hen ben ik ook goed bevriend geraakt.” Tijdens het EK leerde heel Nederland jou kennen. “Ineens wist iedereen wie ik was. In de zomer ging ik een avondje uit met vrienden, toen merkte ik dat er veel naar me gekeken werd. Ik ben niet vaak in Nederland, dus verder merk ik er niet veel van.” Jij hebt kenbaar gemaakt dat je graag in het centrum zou staan met Virgil van Dijk. Zijn jullie het nieuwe gouden duo bij Oranje? “Ik zou het zeker niet erg vinden om naast Virgil te staan. Hij is een ongekend goede verdediger en doet het fantastisch bij Liverpool.” Wat leer jij van spelers als Virgil? “Heel veel. Als wij met Tottenham tegen Liverpool hebben gespeeld, dan geeft Virgil na afloop van de wedstrijd tips. Zo van: misschien had je het in die situatie ook zo kunnen doen. Maar ik leer vooral van hem door hem gewoon te zien spelen. Ook aan Daley Blind heb ik veel gehad. Hij heeft ons zo goed geholpen tijdens het EK. Hij weet precies wat hij tegen een speler moet zeggen. Op tactisch en technisch gebied. Ik hoorde Daley continu roepen als we ons tactisch moesten positioneren. Ik vond en vind het echt mooi dat wij nog de gelegenheid krijgen en hebben gekregen om van die jongens te leren.” Het volgende grote eindtoernooi is het WK in 2026. Staat dat omcirkeld in jouw agenda? “Daar moet ik wel bijzijn, hoor. Dat is mijn volgende grote doel.” “Ik verwacht niet dat iemand hem binnenkort zal inhalen. Ik zie op dit moment niemand die hem kan verslaan. Zijn snelheid... ik denk dat hij mee zou kunnen doen aan de finale van de 100 meter, en hij zou niet als laatste eindigen! Zo snel is hij." Ledley King, oud- aanvoerder Tottenham, BBC Sport ,11 juni 2024. “Zei Ledley King dit? Dat is leuk. Hij is een Spurs-legend en dit zijn mooie woorden. Ik weet niet of ik niet als laatste zou finishen in een finale op de 100 meter, hoor, die gasten zijn zo rap. Ik heb trouwens nooit op atletiek gezeten.” Tegen Manchester United, in september vorig jaar, zette je een indrukwekkende sprint in. Binnen acht seconden en acht balcontacten overbrugde je een afstand van zo'n 64 meter. Je gaf een voorzet op Brennan Johnson, hij scoorde al in de derde minuut. Jullie wonnen met 3-0. Is die rush jouw hoogtepunt tot nu toe dit seizoen? “Ik denk het wel. Die beelden zag ik na de wedstrijd overal voorbijkomen. Ik onderschepte de bal op driekwart van onze eigen helft. Ik zag ruimte en dacht: ik ga gewoon. Ik weet dat ik moeilijk bij te houden ben als ik eenmaal op snelheid lig. Toen ik omhoogkeek, zag ik nog een keer ruimte voor mij. Voor ik het wist, liep ik al in de zestien van United. Met onze buitenspelers trainen we veel op voorzetten. Ik wist dat ik hem bij de tweede paal moest geven, tussen de centrale verdediger en de keeper in, de gevaarlijkste voorzet die je kan geven. Op volle snelheid speelde ik de bal. Op Old Trafford loopt het veld een beetje af, ik gleed ervan af en kon niks van de goal zien. Ik hoorde alleen het uitvak juichen. Geweldig.” In een jaar tijd ben jij getransformeerd tot publiekslieveling van de Tottenham-fans. “Ik merk dat ik goed lig bij de fans, word ook geregeld toegezongen. Mijn teamgenoten maken er grappen over, zeggen: ‘Ja hoor, hij trekt weer een sprintje en het hele stadion zingt zijn naam.’ Ik ben in korte tijd een belangrijke speler geworden, werd ook geliefd omdat we het goed deden. Maar ze staan ook heel erg achter spelers als Romero, James Maddison en natuurlijk Son, jongens die elke week heel belangrijk zijn.” “Als een verdediger heel snel is, wordt hij een Rolls Royce genoemd. Ik weet niet waarom, maar dat is een van die voetbalclichés.” Gary Lineker, BBC Match of the Day, 3 februari 2024. Bij de BBC vragen ze zich af of jij wel te behouden bent voor Tottenham. “Ik heb het in Londen naar mijn zin en ik vind Tottenham een fantastische club. Ik heb als doel hier een prijs te winnen. De club en de fans verdienen dat. Het zegt genoeg dat mensen zeggen: ‘Bij Spurs pak je geen prijzen.’ Tottenham is zo’n grote club, het gaat een keer gebeuren en het is aan ons om iedereen de mond te snoeren. De Premier League winnen wordt lastig, maar we zitten ook nog in de FA Cup, de League Cup en de Europa League.” En als die prijs binnen is? “Iedere speler heeft een droomclub. Welke dat voor mij is, zal ik nooit hardop zeggen, want dan gaan mensen daar steeds over beginnen.” Wat zijn jouw doelen voor de komende vijf jaar? “Ik wil eindtoernooien spelen met het Nederlands elftal. En ik hoop dat ik een van de beste verdedigers van de wereld word.” “Ik dacht: die krijgt 80.000 euro per jaar of zo. Dat vond ik al heel knap." Albert Verlinde, BNR The Friday Move, 5 november 2023. Jij bent voor 40 miljoen van Wolfsburg naar Tottenham gegaan en jouw marktwaarde ligt volgens Transfermarkt nu op zo’n 55 miljoen. “Dat blijven absurde bedragen, maar ik ben er wel gewend aan geraakt. Je wordt er als speler in meegezogen.” In 2019 tekende je jouw eerste profcon- tract bij Volendam. Nu zit je op een ongetwijfeld riant salaris bij Tottenham. ‘Bliep bliep, wilt u een bonnetje,’ is niet nodig geweest. Lachend: “Ik was vroeger altijd bang dat als ik eindelijk het profvoetbal zou halen, er ineens een salarisplafond van 20.000 euro per jaar zou komen. Gelukkig is dat niet het geval.” Het is bij jou in een sneltreinvaart gegaan. Denk je er weleens aan terug dat je vijf jaar geleden nog in de Keuken Kampioen Divisie speelde? “Daar herinneren mijn familie en vrienden mij aan. Zij zeggen geregeld: ‘Mick, wat jij aan het neerzetten bent, is bizar.’”

MMA

Reinier de Ridder: ‘Het is veel meer dan elkaar de hersens inslaan’

Reinier de Ridder (34) is na Rico Verhoeven het nieuwe Nederlandse vechtsportende exportproduct. Hij veroverde twee wereldtitels in Mixed Martial Arts bij ONE en maakte eind vorig jaar de overstap naar UFC. De vader van twee jonge kinderen is hard bezig Amerika te veroveren. Een gesprek in Helden Magazine 78 over het vaderschap, het imago van zijn sport en Gucci-slippers. “Ik ben een lieve vader.” Reinier de Ridder Voor zijn vrouw blijft het elke keer weer spannend. Als haar man in actie komt, staat de televisie aan, maar ernaar kijken durft ze amper. Zodra de bel klinkt, werpt ze snel een blik om te zien of Reinier nog heel is. Ook zijn moeder hield haar hart vast als haar zoon moest vechten. “Ik snap heel goed dat het voor hen heftig is om te zien,” zegt Reinier de Ridder, die excelleert in misschien wel de bruutste sport ter wereld: Mixed Martial Arts, oftewel kooivechten. Zijn vader is zijn grootste fan, mist geen moment van de vechtsportcarrière van zijn zoon. Voor zijn zoon van zes en dochter van vier is het beter dat ze papa niet aan het werk zien. “Er is altijd een risico dat ik schade oploop. En als ik win, zien ze hoe ik iemand anders aftakel. Geen van beide wil ik dat ze meemaken.” Naar wedstrijden gaan ze dus niet, maar ze weten dondersgoed wat hun vader doet. In de sportschool zijn ze geregeld te vinden. En sinds Reinier in Nederland steeds bekender wordt, merken zij dat ook. “Laatst hoorde ik ze spelen en riepen ze ineens ‘RdR, RdR, RdR’, mijn bijnaam.” 'Er is altijd een risico dat ik schade oploop in een gevecht. En als ik win, zien ze hoe ik iemand anders aftakel. Geen van beide wil ik dat mijn kinderen meemaken' Thuis wordt er intussen ook al wat afgevochten. “Mijn zoontje is nu al aan het schaduwboksen, trapt tegen de bokszak, stoeit met zijn neefjes. Het zou me niets verbazen als hij straks in mijn voetsporen treedt. Aan de ene kant prachtig, aan de andere kant ook spannend. Mijn dochter is wat minder fanatiek, maar ik vind het wel belangrijk dat ook zij zich leert verdedigen. Vechtsport is niet alleen fysiek. Je leert er mentaal zoveel van. Je bouwt zelfvertrouwen op, wordt er weerbaar door. Dat gun ik ze allebei.” Ego Reinier stapte in november vorig jaar over naar UFC, de grootste vechtsportorganisatie ter wereld. Bij zijn debuut versloeg hij de Amerikaan Gerald Meerschaert en was de eerste Nederlander in acht jaar tijd die een overwinning boekte in het hoofdprogramma van de UFC. Ook de twee daaropvolgende gevechten won hij op indrukwekkende wijze. Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Reinier de Ridder komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
Reinier de Ridder (34) is na Rico Verhoeven het nieuwe Nederlandse vechtsportende exportproduct. Hij veroverde twee wereldtitels in Mixed Martial Arts bij ONE en maakte eind vorig jaar de overstap naar UFC. De vader van twee jonge kinderen is hard bezig Amerika te veroveren. Een gesprek in Helden Magazine 78 over het vaderschap, het imago van zijn sport en Gucci-slippers. “Ik ben een lieve vader.” Reinier de Ridder Voor zijn vrouw blijft het elke keer weer spannend. Als haar man in actie komt, staat de televisie aan, maar ernaar kijken durft ze amper. Zodra de bel klinkt, werpt ze snel een blik om te zien of Reinier nog heel is. Ook zijn moeder hield haar hart vast als haar zoon moest vechten. “Ik snap heel goed dat het voor hen heftig is om te zien,” zegt Reinier de Ridder, die excelleert in misschien wel de bruutste sport ter wereld: Mixed Martial Arts, oftewel kooivechten. Zijn vader is zijn grootste fan, mist geen moment van de vechtsportcarrière van zijn zoon. Voor zijn zoon van zes en dochter van vier is het beter dat ze papa niet aan het werk zien. “Er is altijd een risico dat ik schade oploop. En als ik win, zien ze hoe ik iemand anders aftakel. Geen van beide wil ik dat ze meemaken.” Naar wedstrijden gaan ze dus niet, maar ze weten dondersgoed wat hun vader doet. In de sportschool zijn ze geregeld te vinden. En sinds Reinier in Nederland steeds bekender wordt, merken zij dat ook. “Laatst hoorde ik ze spelen en riepen ze ineens ‘RdR, RdR, RdR’, mijn bijnaam.” 'Er is altijd een risico dat ik schade oploop in een gevecht. En als ik win, zien ze hoe ik iemand anders aftakel. Geen van beide wil ik dat mijn kinderen meemaken' Thuis wordt er intussen ook al wat afgevochten. “Mijn zoontje is nu al aan het schaduwboksen, trapt tegen de bokszak, stoeit met zijn neefjes. Het zou me niets verbazen als hij straks in mijn voetsporen treedt. Aan de ene kant prachtig, aan de andere kant ook spannend. Mijn dochter is wat minder fanatiek, maar ik vind het wel belangrijk dat ook zij zich leert verdedigen. Vechtsport is niet alleen fysiek. Je leert er mentaal zoveel van. Je bouwt zelfvertrouwen op, wordt er weerbaar door. Dat gun ik ze allebei.” Ego Reinier stapte in november vorig jaar over naar UFC, de grootste vechtsportorganisatie ter wereld. Bij zijn debuut versloeg hij de Amerikaan Gerald Meerschaert en was de eerste Nederlander in acht jaar tijd die een overwinning boekte in het hoofdprogramma van de UFC. Ook de twee daaropvolgende gevechten won hij op indrukwekkende wijze. Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Reinier de Ridder komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.

Voetbal

Givairo Read: ‘Dit is pas het begin’

De ontwikkeling van Givairo Read (19) gaat in sneltreinvaart. Feyenoord kaapte hem twee jaar geleden weg bij Volendam om hem toe te voegen aan Onder 18. Een half jaar later maakte de rechtsback al zijn debuut in het eerste elftal en inmiddels is hij bijna niet meer weg te denken uit de basis. En o ja, hij werd deze zomer ook nog Europees kampioen met Oranje onder 19. “Je kan mij niet snel van mijn stuk brengen.” Voor Helden Magazine 78 zochten we hem op in De Kuip. Givairo Read Amsterdam-Zuid “Ik ben geboren in Amsterdam-West, in Bos en Lommer. Toen ik zes maanden oud was, verhuisde ik naar mijn vader in Suriname. Ik kan me niks herinneren van die tijd. Twee jaar later keerde ik met mijn vader terug naar Nederland. We verhuisden naar Holendrecht, de plek waar ik mijn hele jeugd heb doorgebracht en nog altijd woon.” Wat voor gezin zijn jullie? “Ik heb een oudere broer, Janairo van 25, en twee zusjes Kymorah en Hanaya, een tweeling van twaalf. We zijn een heel hecht gezin. We proberen zoveel mogelijk samen te doen en elkaar te betrekken bij de dingen die we doen. Als iemand iets heeft bereikt of iets goeds heeft gedaan, dan vieren we dat en zijn we trots op elkaar. Mijn ouders zijn niet alleen trots op mij omdat ik voetbal, maar net zo goed op mijn zusjes, die gaan nu naar de eerste klas van de middelbare school. Hartstikke spannend voor ze. Mijn broer woont ook nog thuis, het is lekker druk en gezellig. Hij rijdt me voor wedstrijden naar Rotterdam. Naar de trainingen rij ik gewoon zelf.” Hoe is jouw binding met Suriname? “Mijn ouders zijn allebei Surinaams. In 2023 was ik er voor het eerst weer sinds mijn babytijd. Ik voel me Surinaams, ben zo opgevoed, met de eetcultuur en de taal. Mijn ouders spreken vloeiend Surinaams, ik niet. Thuis praten we Surinaams en Nederlands door elkaar heen.” Draaide vroeger veel om voetbal thuis? “Ik was niet degene om wie alles draaide, maar voetbal was wel belangrijk, omdat mijn familie wist dat ik er wat van kon. Er werd dus extra aandacht aan besteed. Maar het was niet het belangrijkste in ons leven, hoor.” En was jij iedere dag buiten op een pleintje te vinden met een bal? “Ja, we hebben een Cruyff Court voor onze deur. Twintig meter lopen, dan waren we er. Ik was er altijd met mijn vader aan het voetballen. Ook weleens samen met mijn broer, maar hij speelde liever met zijn vrienden, ik mocht niet altijd met hem meedoen.” Kijken ze in de buurt nu weleens met scheve ogen naar de Amsterdammer die bij Feyenoord speelt? “Dat weet ik eigenlijk niet. Er worden geen gekke opmerkingen gemaakt. De mensen kennen me van vroeger, van met elkaar voetballen op het pleintje. Ik voel dat ze trots op me zijn.” Wanneer werd duidelijk dat jij talent had? “Bij Zeeburgia. Mijn vader en ooms zagen toen al dat ik het wel goed kon voor een jongetje dat net begon met voetballen. Mijn vader was vroeger ook een goede voetballer, heb ik van horen zeggen. Hij was prof in Suriname.” Op je elfde ging je naar Volendam. Dacht je weleens: joehoe, Ajax, waar blijven jullie? “Dat was best een logische stap geweest omdat we zo dicht bij de Arena en De Toekomst wonen, maar het is ook niet dat we dachten: Ajax is de enige club. Je hoopt als jonge voetballer dat je jezelf bij een profclub kan bewijzen. Uiteindelijk kwam Volendam, voor een jongen van elf was dat een mooie stap.” 'Het is ook niet dat we dachten: Ajax is de enige club. Uiteindelijk kwam Volendam, voor een jongen van elf was dat een mooie stap; Iets meer dan twee jaar geleden speelde je nog bij Jong Volendam… “Ja... Ik was een paar dagen geleden nog bij Volendam, ging Reno Becker, een goede vriend van me, ophalen na de training om wat te gaan doen samen. Hij speelt nog in Volendam onder 21. Alle mooie herinneringen kwamen weer naar boven toen ik daar was.” Vertel eens? “Ik ging elke dag met het ov en het busje van Volendam naar de club. ’s Ochtends vroeg ging ik eerst naar school, daarna moest ik twintig minuten met de bus naar IJburg. Daar werd ik opgehaald. ’s Avonds laat kwam ik thuis en moest ik nog huiswerk maken. School was niet mijn ding. Ik was wel braaf, ging er naartoe en deed wat moest, maar vond het niet leuk. Ik heb wel gewoon mijn VMBO-T-diploma gehaald. Bij Volendam had ik het heel erg naar mijn zin. Het laatste jaar bij Volendam hadden we echt een groot vriendenteam.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Givairo Read komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.
De ontwikkeling van Givairo Read (19) gaat in sneltreinvaart. Feyenoord kaapte hem twee jaar geleden weg bij Volendam om hem toe te voegen aan Onder 18. Een half jaar later maakte de rechtsback al zijn debuut in het eerste elftal en inmiddels is hij bijna niet meer weg te denken uit de basis. En o ja, hij werd deze zomer ook nog Europees kampioen met Oranje onder 19. “Je kan mij niet snel van mijn stuk brengen.” Voor Helden Magazine 78 zochten we hem op in De Kuip. Givairo Read Amsterdam-Zuid “Ik ben geboren in Amsterdam-West, in Bos en Lommer. Toen ik zes maanden oud was, verhuisde ik naar mijn vader in Suriname. Ik kan me niks herinneren van die tijd. Twee jaar later keerde ik met mijn vader terug naar Nederland. We verhuisden naar Holendrecht, de plek waar ik mijn hele jeugd heb doorgebracht en nog altijd woon.” Wat voor gezin zijn jullie? “Ik heb een oudere broer, Janairo van 25, en twee zusjes Kymorah en Hanaya, een tweeling van twaalf. We zijn een heel hecht gezin. We proberen zoveel mogelijk samen te doen en elkaar te betrekken bij de dingen die we doen. Als iemand iets heeft bereikt of iets goeds heeft gedaan, dan vieren we dat en zijn we trots op elkaar. Mijn ouders zijn niet alleen trots op mij omdat ik voetbal, maar net zo goed op mijn zusjes, die gaan nu naar de eerste klas van de middelbare school. Hartstikke spannend voor ze. Mijn broer woont ook nog thuis, het is lekker druk en gezellig. Hij rijdt me voor wedstrijden naar Rotterdam. Naar de trainingen rij ik gewoon zelf.” Hoe is jouw binding met Suriname? “Mijn ouders zijn allebei Surinaams. In 2023 was ik er voor het eerst weer sinds mijn babytijd. Ik voel me Surinaams, ben zo opgevoed, met de eetcultuur en de taal. Mijn ouders spreken vloeiend Surinaams, ik niet. Thuis praten we Surinaams en Nederlands door elkaar heen.” Draaide vroeger veel om voetbal thuis? “Ik was niet degene om wie alles draaide, maar voetbal was wel belangrijk, omdat mijn familie wist dat ik er wat van kon. Er werd dus extra aandacht aan besteed. Maar het was niet het belangrijkste in ons leven, hoor.” En was jij iedere dag buiten op een pleintje te vinden met een bal? “Ja, we hebben een Cruyff Court voor onze deur. Twintig meter lopen, dan waren we er. Ik was er altijd met mijn vader aan het voetballen. Ook weleens samen met mijn broer, maar hij speelde liever met zijn vrienden, ik mocht niet altijd met hem meedoen.” Kijken ze in de buurt nu weleens met scheve ogen naar de Amsterdammer die bij Feyenoord speelt? “Dat weet ik eigenlijk niet. Er worden geen gekke opmerkingen gemaakt. De mensen kennen me van vroeger, van met elkaar voetballen op het pleintje. Ik voel dat ze trots op me zijn.” Wanneer werd duidelijk dat jij talent had? “Bij Zeeburgia. Mijn vader en ooms zagen toen al dat ik het wel goed kon voor een jongetje dat net begon met voetballen. Mijn vader was vroeger ook een goede voetballer, heb ik van horen zeggen. Hij was prof in Suriname.” Op je elfde ging je naar Volendam. Dacht je weleens: joehoe, Ajax, waar blijven jullie? “Dat was best een logische stap geweest omdat we zo dicht bij de Arena en De Toekomst wonen, maar het is ook niet dat we dachten: Ajax is de enige club. Je hoopt als jonge voetballer dat je jezelf bij een profclub kan bewijzen. Uiteindelijk kwam Volendam, voor een jongen van elf was dat een mooie stap.” 'Het is ook niet dat we dachten: Ajax is de enige club. Uiteindelijk kwam Volendam, voor een jongen van elf was dat een mooie stap; Iets meer dan twee jaar geleden speelde je nog bij Jong Volendam… “Ja... Ik was een paar dagen geleden nog bij Volendam, ging Reno Becker, een goede vriend van me, ophalen na de training om wat te gaan doen samen. Hij speelt nog in Volendam onder 21. Alle mooie herinneringen kwamen weer naar boven toen ik daar was.” Vertel eens? “Ik ging elke dag met het ov en het busje van Volendam naar de club. ’s Ochtends vroeg ging ik eerst naar school, daarna moest ik twintig minuten met de bus naar IJburg. Daar werd ik opgehaald. ’s Avonds laat kwam ik thuis en moest ik nog huiswerk maken. School was niet mijn ding. Ik was wel braaf, ging er naartoe en deed wat moest, maar vond het niet leuk. Ik heb wel gewoon mijn VMBO-T-diploma gehaald. Bij Volendam had ik het heel erg naar mijn zin. Het laatste jaar bij Volendam hadden we echt een groot vriendenteam.” Helden Magazine nummer 78 Het eerste deel van het interview met Givairo Read komt uit Helden Magazine nummer 78. Benieuwd naar het hele interview? Bestel het magazine nu met gratis verzending binnen Nederland via onze webshop. Nooit meer een verhaal missen? Word abonnee en bespaar maar liefst €15,- met een jaarabonnement op Helden Magazine.