Word abonnee
Meer

Honkbal

Duivelse dilemma’s – Kalian Sams

Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Schaatsen

Angel Daleman – Sportvrouw met vleugels

Angel Daleman is shorttracker én langebaanschaatsster, won als junior al meerdere wereldtitels en herschrijft de recordboeken. Uit handen van haar voorbeeld en mentor Ireen Wüst kreeg het zeventienjarige multitalent in december de award die hoort bij de titel Talent van het Jaar. Voor Helden Magazine nummer 75 gingen we langs bij de alleskunner. Angel: “Ik stap van het ene in het andere warme bad.” Angel Daleman Jouw vader en moeder hebben jou op 25 maart 2007 Angel genoemd. Ben jij zo’n engel? “Mijn vader en moeder hebben mij Angel genoemd door het nummer Angels van Robbie Williams. Ik heb een zes jaar oudere zus, Luna, en een drie jaar oudere broer, Jayden en ze vonden het wel toepasselijk om mij als jongste Angel te noemen. Toen ik heel jong was, was ik niet bepaald een engeltje, eerder een terrorkind. Ik wilde altijd mijn zin hebben. Mijn broer en zus waren zelfs een beetje bang voor mij, want als het niet ging zoals ik wilde, begon ik keihard te gillen.” Lachend: “Ze hadden zich vooraf zoveel voorgesteld van een zusje. Mijn zus dacht: ik heb straks een levende Baby Born Pop. Mijn broer leek het ook leuk om niet alleen een oudere, maar ook een jongere zus te hebben. Toen ik negen maanden was, liep ik al. En het werd toen snel minder leuk voor hen dat ik deel uitmaakte van het gezin. Als ik met mijn zus naast mijn moeder liep, dan moest en zou ik in het midden, want het was míjn mama. Mijn broer en zus konden mij af en toe wel achter het behang plakken.” Hoe is jullie band nu? “Heel goed. Ze vinden het leuk om samen met mijn ouders te komen kijken. Zeker als ik in Thialf moet rijden, zijn ze erbij. Maar denk nou niet dat ze me ineens als een of andere prinses behandelen. Thuis ben ik gewoon de jongste en heb ik niet zoveel te vertellen.” Jouw moeder Bellina en vader Emile hebben tatoeages. Jij hebt er op je zeventiende ook meerdere. Is dat een ‘Dalemanhandelsmerk’? “Mijn ouders, tantes, zus; iedereen had tatoeages en ik wilde dat ook graag. Ik heb er nu negen en achter bijna alle tatoeages die ik heb, zit een verhaal. Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m’n veertiende; een roos, die ik in mijn zij heb laten zetten. Op het takje van de bloem staat ‘Brave’ getatoeëerd. Die eerste tatoeage is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: ‘Moet dat nou, kind?’ Achteraf vond ze het heel leuk. 'Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m'n veertiende. Die eerste is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: 'Moet dat nou, kind?" Later heb ik ook een tatoeage met de tekst ‘Family’ laten zetten, omdat mijn familie alles voor me betekent. Ik heb een hartje op mijn linker pink laten zetten, net als mijn zus en tantes Melanie en Maureen de Lange. Op mijn ruggengraat heb ik een tatoeage laten zetten met de tekst ‘She flies by her own wings’. Dat vond ik een toepasselijke tattoo omdat ik Angel heet. Ik heb ook nog een tatoeage met ‘Live your dream’. Ik heb op dit moment nog geen tatoeage die puur gerelateerd is aan de sport. Mijn tantes Melanie en Maureen, de tweelingzussen van mijn moeder die als shorttrackers ooit naar de Spelen gingen, willen samen met mij nog een tattoo van de olympische ringen laten zetten. Mijn tantes zeiden: ‘Als jij erin slaagt om je te kwalificeren voor de Spelen, dan gaan we alle drie die tatoeage laten zetten.’ Het zou mooi zijn als dat volgend jaar al kan.” [caption id="attachment_20744" align="aligncenter" width="2560"] Angel Daleman[/caption] SCHAATSVIRUS Het schaatsvirus zit in de familie. Melanie en Maureen de Lange deden mee aan de Winterspelen van Nagano, in 1998, en jouw opa John de Lange reed in 1985, 1986 en 1997 de Elfstedentocht. “Thuis ging het vaak over Melanie en Maureen. Pas veel later werd het mij duidelijk dat opa mee had gedaan aan de Elfstedentocht. Mijn opa was voorzitter van de skeelerbaan in Leiderdorp. In de winter werd die onder water gezet voor het geval het zou gaan vriezen. Ik was twee toen ik met de hele familie op het ijs te vinden was op schaatsjes met dubbele ijzers. Ik had het virus meteen te pakken, ging al snel op skeelers door de huiskamer. Mijn opa was lange tijd mijn trainer, begeleidde mij en mijn zus, die toen ook nog schaatste, tot m’n twaalfde. Opa zag dat ik talent had, maar hij liet dat niet erg blijken, vond het belangrijk dat ik met beide benen op de grond bleef staan. Toen skeeleren, schaatsen en shorttracken steeds serieuzer werden, begonnen Melanie en Maureen hun ervaringen met mij te delen. Ze gaven mij adviezen. Als ik het even niet meer weet, klop ik nog steeds bij hen aan om te vragen of ze nog tips hebben. Mijn tantes komen ook vaak kijken. Grappig dat ze op de tribune ook de familie Velzeboer tegenkomen. Maureen en Melanie kennen natuurlijk Monique, Simone en Marc Velzeboer nog uit de tijd dat ze zelf op het ijs stonden. En nu nemen Xandra en Michelle Velzeboer en ik het stokje over.” Wanneer realiseerde jij je voor het eerst: ik ben beter dan veel van mijn leeftijdgenoten? “Ik won op jonge leeftijd al vaak, maar het besef kwam echt toen ik bij het KTT, het talententeam shorttrack, mocht aansluiten. Normaal gesproken mocht dat vanaf je veertiende of vijftiende en ik was twaalf. Toen ik niet veel later ook nog eens wedstrijden begon te winnen in een hogere leeftijdscategorie, wist ik helemaal dat het heel goed ging.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Angel Daleman komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard meer aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Angel Daleman is shorttracker én langebaanschaatsster, won als junior al meerdere wereldtitels en herschrijft de recordboeken. Uit handen van haar voorbeeld en mentor Ireen Wüst kreeg het zeventienjarige multitalent in december de award die hoort bij de titel Talent van het Jaar. Voor Helden Magazine nummer 75 gingen we langs bij de alleskunner. Angel: “Ik stap van het ene in het andere warme bad.” Angel Daleman Jouw vader en moeder hebben jou op 25 maart 2007 Angel genoemd. Ben jij zo’n engel? “Mijn vader en moeder hebben mij Angel genoemd door het nummer Angels van Robbie Williams. Ik heb een zes jaar oudere zus, Luna, en een drie jaar oudere broer, Jayden en ze vonden het wel toepasselijk om mij als jongste Angel te noemen. Toen ik heel jong was, was ik niet bepaald een engeltje, eerder een terrorkind. Ik wilde altijd mijn zin hebben. Mijn broer en zus waren zelfs een beetje bang voor mij, want als het niet ging zoals ik wilde, begon ik keihard te gillen.” Lachend: “Ze hadden zich vooraf zoveel voorgesteld van een zusje. Mijn zus dacht: ik heb straks een levende Baby Born Pop. Mijn broer leek het ook leuk om niet alleen een oudere, maar ook een jongere zus te hebben. Toen ik negen maanden was, liep ik al. En het werd toen snel minder leuk voor hen dat ik deel uitmaakte van het gezin. Als ik met mijn zus naast mijn moeder liep, dan moest en zou ik in het midden, want het was míjn mama. Mijn broer en zus konden mij af en toe wel achter het behang plakken.” Hoe is jullie band nu? “Heel goed. Ze vinden het leuk om samen met mijn ouders te komen kijken. Zeker als ik in Thialf moet rijden, zijn ze erbij. Maar denk nou niet dat ze me ineens als een of andere prinses behandelen. Thuis ben ik gewoon de jongste en heb ik niet zoveel te vertellen.” Jouw moeder Bellina en vader Emile hebben tatoeages. Jij hebt er op je zeventiende ook meerdere. Is dat een ‘Dalemanhandelsmerk’? “Mijn ouders, tantes, zus; iedereen had tatoeages en ik wilde dat ook graag. Ik heb er nu negen en achter bijna alle tatoeages die ik heb, zit een verhaal. Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m’n veertiende; een roos, die ik in mijn zij heb laten zetten. Op het takje van de bloem staat ‘Brave’ getatoeëerd. Die eerste tatoeage is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: ‘Moet dat nou, kind?’ Achteraf vond ze het heel leuk. 'Mijn eerste tattoo liet ik zetten op m'n veertiende. Die eerste is een eerbetoon aan mijn oma, die Roos heet. De eerste reactie van oma was: 'Moet dat nou, kind?" Later heb ik ook een tatoeage met de tekst ‘Family’ laten zetten, omdat mijn familie alles voor me betekent. Ik heb een hartje op mijn linker pink laten zetten, net als mijn zus en tantes Melanie en Maureen de Lange. Op mijn ruggengraat heb ik een tatoeage laten zetten met de tekst ‘She flies by her own wings’. Dat vond ik een toepasselijke tattoo omdat ik Angel heet. Ik heb ook nog een tatoeage met ‘Live your dream’. Ik heb op dit moment nog geen tatoeage die puur gerelateerd is aan de sport. Mijn tantes Melanie en Maureen, de tweelingzussen van mijn moeder die als shorttrackers ooit naar de Spelen gingen, willen samen met mij nog een tattoo van de olympische ringen laten zetten. Mijn tantes zeiden: ‘Als jij erin slaagt om je te kwalificeren voor de Spelen, dan gaan we alle drie die tatoeage laten zetten.’ Het zou mooi zijn als dat volgend jaar al kan.” [caption id="attachment_20744" align="aligncenter" width="2560"] Angel Daleman[/caption] SCHAATSVIRUS Het schaatsvirus zit in de familie. Melanie en Maureen de Lange deden mee aan de Winterspelen van Nagano, in 1998, en jouw opa John de Lange reed in 1985, 1986 en 1997 de Elfstedentocht. “Thuis ging het vaak over Melanie en Maureen. Pas veel later werd het mij duidelijk dat opa mee had gedaan aan de Elfstedentocht. Mijn opa was voorzitter van de skeelerbaan in Leiderdorp. In de winter werd die onder water gezet voor het geval het zou gaan vriezen. Ik was twee toen ik met de hele familie op het ijs te vinden was op schaatsjes met dubbele ijzers. Ik had het virus meteen te pakken, ging al snel op skeelers door de huiskamer. Mijn opa was lange tijd mijn trainer, begeleidde mij en mijn zus, die toen ook nog schaatste, tot m’n twaalfde. Opa zag dat ik talent had, maar hij liet dat niet erg blijken, vond het belangrijk dat ik met beide benen op de grond bleef staan. Toen skeeleren, schaatsen en shorttracken steeds serieuzer werden, begonnen Melanie en Maureen hun ervaringen met mij te delen. Ze gaven mij adviezen. Als ik het even niet meer weet, klop ik nog steeds bij hen aan om te vragen of ze nog tips hebben. Mijn tantes komen ook vaak kijken. Grappig dat ze op de tribune ook de familie Velzeboer tegenkomen. Maureen en Melanie kennen natuurlijk Monique, Simone en Marc Velzeboer nog uit de tijd dat ze zelf op het ijs stonden. En nu nemen Xandra en Michelle Velzeboer en ik het stokje over.” Wanneer realiseerde jij je voor het eerst: ik ben beter dan veel van mijn leeftijdgenoten? “Ik won op jonge leeftijd al vaak, maar het besef kwam echt toen ik bij het KTT, het talententeam shorttrack, mocht aansluiten. Normaal gesproken mocht dat vanaf je veertiende of vijftiende en ik was twaalf. Toen ik niet veel later ook nog eens wedstrijden begon te winnen in een hogere leeftijdscategorie, wist ik helemaal dat het heel goed ging.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Angel Daleman komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard meer aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. Paralympisch snowboarders Lisa Bunschoten en Chris Vos zijn sinds deze zomer trotse ouders van dochter Jane. “Ons goud ligt in de Maxi-Cosi,” zeggen ze met een glimlach. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Snowboarden

Lisa Bunschoten en Chris Vos: ‘Ons goud ligt in de Maxi-Cosi’

Paralympisch snowboarders Chris Vos (26) en Lisa Bunschoten (29) zijn anderhalf jaar geleden getrouwd. In juni vorig jaar werden ze ouders van dochter Jane Joanne. In aanloop naar het WK parasnowboard in Canada (4-10 maart) gingen we voor Helden Magazine nummer 75 bij het stel op bezoek, dat aast op de enige titel die ze allebei nog niet hebben gewonnen: paralympisch goud. Chris Vos en Lisa Bunschoten Chris Vos en Lisa Bunschoten stappen uit een vol bepakte auto met skikoffer op het dak. Lisa draagt de Maxi-Cosi met daarin de op 18 juli geboren Jane. Ook hond Riley springt uit de auto. We ontmoeten elkaar bij het ouderlijk huis van Chris in Noordbeemster, waar Chris is opgegroeid en waar Lisa en Chris in juni 2023 zijn getrouwd. Chris lachend: “We lijken soms wel een verhuisbedrijf, vooral als we op trainingskamp gaan. Gelukkig hebben we een grote auto.” Lisa: “In het voorseizoen ben ik nog thuisgebleven. Nu gaan we samen de bergen in en gaat Jane met ons mee.” Chris: “En onze moeders gaan mee naar de belangrijkste wedstrijden en passen op haar.” Lisa: “Ik heb altijd voor ogen gehad dat ik zo snel mogelijk wilde terugkeren na mijn zwangerschap.” Chris: “Jouw focus ligt nog op je herstel. Ik heb het ook rustig aan gedaan in de zomer, na de geboorte van Jane, maar heb wel doorgetraind en geprobeerd fit te blijven. In september ben ik weer naar de gletsjer in Zwitserland gegaan.” Lisa: “Jane was toen twee maanden oud, ik moest het thuis alleen doen. Het was pittig, maar ik kreeg veel hulp van onze ouders.” Chris: “We proberen het af te wisselen, ook ’s nachts. De ene keer ga jij eruit, de andere keer ik. Als ik moet trainen de volgende dag en jij niet, dan zorgen we er wel voor dat ik uitgerust ben, dan kan ik ervoor kiezen om in een andere kamer te slapen.” Lisa: “Van tevoren zeiden veel mensen: ‘Oh, ben je zwanger, dan is het zeker wel gedaan met het snowboarden?’ Als ik vertelde dat ik nog door wilde gaan met mijn sport, vroegen ze: ‘Hoe gaan jullie dat doen dan?’ Hoe we het precies moeten invullen, dat weten we ook nog niet. Niks is onmogelijk, we zien het als een uitdaging.” [caption id="attachment_20747" align="aligncenter" width="1707"] Lisa Bunschoten en Chris Vos[/caption] Chris, Lisa is gestructureerder dan jij, zei je in Helden twee jaar geleden. Hoe is dat nu met Jane erbij? Chris lachend: “Ik ben nog steeds niet heel gestructureerd, maar ik zal Jane niet zo snel ergens vergeten, hoor. Het gaat een beetje vanzelf. Van de een op andere dag heb je geen slaap meer. Blijkbaar maakt dat niet uit. Zonder slaap kan ik blijkbaar ook trainen.” Lisa knikt: “Voordat Jane er was, wist ik niet dat ik zoveel kon met zo weinig slaap.” Jullie hebben Zwitserland als trainingsbasis tegenwoordig… Chris: “Lisa, Dean van Kooij en ik kregen vorig jaar de kans om ons in te kopen bij het Zwitserse team. Dat hebben we gedaan. In Nederland hebben we niet genoeg expertise en een te klein team om het professioneel aan te pakken. We hebben nu een goede waxman, goede coaches en fysio’s die ons ondersteunen.” Lisa: “Toen ik 26 weken zwanger was, stond ik nog op mijn snowboard. We hadden ons net aangesloten bij het Zwitserse team, dus ik dacht wel: ze zien me al aankomen… Ze hebben me heel erg de kans gegeven, ik ben lang mee blijven doen, in de sneeuw blijven staan en heb geholpen met coachen. In Nederland kreeg ik wel wat begeleiding tijdens mijn zwangerschap, maar voor mijn trainer op Papendal was het ook de eerste keer dat hij een zwangere atleet begeleidde. Er is nog niet zoveel geregeld voor zwangere sporters.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Lisa Bunschoten en Chris Vos komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!
Paralympisch snowboarders Chris Vos (26) en Lisa Bunschoten (29) zijn anderhalf jaar geleden getrouwd. In juni vorig jaar werden ze ouders van dochter Jane Joanne. In aanloop naar het WK parasnowboard in Canada (4-10 maart) gingen we voor Helden Magazine nummer 75 bij het stel op bezoek, dat aast op de enige titel die ze allebei nog niet hebben gewonnen: paralympisch goud. Chris Vos en Lisa Bunschoten Chris Vos en Lisa Bunschoten stappen uit een vol bepakte auto met skikoffer op het dak. Lisa draagt de Maxi-Cosi met daarin de op 18 juli geboren Jane. Ook hond Riley springt uit de auto. We ontmoeten elkaar bij het ouderlijk huis van Chris in Noordbeemster, waar Chris is opgegroeid en waar Lisa en Chris in juni 2023 zijn getrouwd. Chris lachend: “We lijken soms wel een verhuisbedrijf, vooral als we op trainingskamp gaan. Gelukkig hebben we een grote auto.” Lisa: “In het voorseizoen ben ik nog thuisgebleven. Nu gaan we samen de bergen in en gaat Jane met ons mee.” Chris: “En onze moeders gaan mee naar de belangrijkste wedstrijden en passen op haar.” Lisa: “Ik heb altijd voor ogen gehad dat ik zo snel mogelijk wilde terugkeren na mijn zwangerschap.” Chris: “Jouw focus ligt nog op je herstel. Ik heb het ook rustig aan gedaan in de zomer, na de geboorte van Jane, maar heb wel doorgetraind en geprobeerd fit te blijven. In september ben ik weer naar de gletsjer in Zwitserland gegaan.” Lisa: “Jane was toen twee maanden oud, ik moest het thuis alleen doen. Het was pittig, maar ik kreeg veel hulp van onze ouders.” Chris: “We proberen het af te wisselen, ook ’s nachts. De ene keer ga jij eruit, de andere keer ik. Als ik moet trainen de volgende dag en jij niet, dan zorgen we er wel voor dat ik uitgerust ben, dan kan ik ervoor kiezen om in een andere kamer te slapen.” Lisa: “Van tevoren zeiden veel mensen: ‘Oh, ben je zwanger, dan is het zeker wel gedaan met het snowboarden?’ Als ik vertelde dat ik nog door wilde gaan met mijn sport, vroegen ze: ‘Hoe gaan jullie dat doen dan?’ Hoe we het precies moeten invullen, dat weten we ook nog niet. Niks is onmogelijk, we zien het als een uitdaging.” [caption id="attachment_20747" align="aligncenter" width="1707"] Lisa Bunschoten en Chris Vos[/caption] Chris, Lisa is gestructureerder dan jij, zei je in Helden twee jaar geleden. Hoe is dat nu met Jane erbij? Chris lachend: “Ik ben nog steeds niet heel gestructureerd, maar ik zal Jane niet zo snel ergens vergeten, hoor. Het gaat een beetje vanzelf. Van de een op andere dag heb je geen slaap meer. Blijkbaar maakt dat niet uit. Zonder slaap kan ik blijkbaar ook trainen.” Lisa knikt: “Voordat Jane er was, wist ik niet dat ik zoveel kon met zo weinig slaap.” Jullie hebben Zwitserland als trainingsbasis tegenwoordig… Chris: “Lisa, Dean van Kooij en ik kregen vorig jaar de kans om ons in te kopen bij het Zwitserse team. Dat hebben we gedaan. In Nederland hebben we niet genoeg expertise en een te klein team om het professioneel aan te pakken. We hebben nu een goede waxman, goede coaches en fysio’s die ons ondersteunen.” Lisa: “Toen ik 26 weken zwanger was, stond ik nog op mijn snowboard. We hadden ons net aangesloten bij het Zwitserse team, dus ik dacht wel: ze zien me al aankomen… Ze hebben me heel erg de kans gegeven, ik ben lang mee blijven doen, in de sneeuw blijven staan en heb geholpen met coachen. In Nederland kreeg ik wel wat begeleiding tijdens mijn zwangerschap, maar voor mijn trainer op Papendal was het ook de eerste keer dat hij een zwangere atleet begeleidde. Er is nog niet zoveel geregeld voor zwangere sporters.” Helden Magazine editie 75 Het eerste deel van het interview met Lisa Bunschoten en Chris Vos komt uit Helden Magazine nummer 75. Voor de eerste editie van 2025 maakte Frits Barend een rondje langs de velden. Hij merkte dat iedereen lyrisch is over de trainer van Liverpool, Arne Slot. “Ik vind Arne fantastisch,” aldus Guus Hiddink. Voetbal Maar Slot is niet de enige Nederlander die schittert in de Premier League. Micky van de Ven, een paar jaar geleden nog speler bij FC Volendam, is nu een publiekslieveling bij Tottenham Hotspur. Hij deelt zijn verhaal over de weg naar de top. Ook spraken we met Wout Weghorst, voormalig speler van Burnley en Manchester United. De huidige spits van Ajax roept zowel bewondering als kritiek op. “Het stempel ‘rare gozer’ drukt op mij, en dat gaat ook nooit meer veranderen,” vertelt Weghorst openhartig. Schaatsen In deze wintereditie is er uiteraard ook aandacht voor schaatsen. Jenning de Boo en Kjeld Nuis zijn niet alleen ploeggenoten, maar ook goede vrienden. Tijd voor een uitgebreid dubbelinterview met het razendsnelle duo. Daarnaast zetten we Angel Daleman in de spotlight. Ze is slechts zeventien jaar, maar blinkt al uit als zowel shorttracker als langebaanschaatsster. Iedereen loopt met haar weg. In een interview praat Angel over haar mentor Ireen Wüst, haar tatoeages en de moeilijke keuzes die ze moet maken. Tennis Naast schaatsen lees je ook een bijzonder interview met Wesley Koolhof. Tijdens de Davis Cup, eind vorig jaar, nam hij afscheid van het professionele tennis. Als voormalig nummer één van de wereld in het dubbelspel kijkt hij terug op een indrukwekkende carrière. Hij vertelt openhartig over het gemis van een rol in de historische finale tegen Italië. Het mannentennis kent daarnaast een nieuwe rivaliteit die de sportwereld in zijn greep houdt. Richard Krajicek, toernooidirecteur van het ABN AMRO Open, laat zijn licht schijnen op de opkomst van Jannik Sinner en Carlos Alcaraz. Beide jonge tennissterren komen dit jaar naar Rotterdam en lijken de komende jaren het mannentennis te gaan domineren. Verder in Helden 75 Ook gingen we langs bij wielertalent Yuli van der Molen. Bij haar werd een jaar geleden de ziekte van Hodgkin ontdekt. Na een zware periode vol behandelingen is ze nu terug in het peloton. Achter de schermen speelt haar oom, oud-wielrenner Niki Terpstra, een belangrijke rol als mentor. Samen vertellen ze over haar indrukwekkende comeback. LeBron James en zijn zoon Bronny vormen een historisch duo in de NBA bij de Los Angeles Lakers. In dit familieportret krijg je een uniek inkijkje in hun leven. En nog veel meer inspirerende verhalen!

Schaatsen

Heldenpraat met Selma Poutsma

Ze werd met de Nederlandse relayploeg olympisch kampioen in 2022 en veroverde in maart bij de WK in Rotterdam voor de vierde keer de wereldtitel op de aflossing. Maar Selma Poutsma (25) kijkt ook verder dan het shorttracken, heeft de overstap gemaakt naar Team Essent en wil ook schitteren als langebaanschaatsster. Helden onderwerpt haar in het dubbeldikke jubileumnummer aan een vragenvuur. Selma Poutsma Als ik niet zou schaatsen, zou ik deze sport beoefenen. “Ballet. Ik wilde vroeger ballerina worden en heb rond mijn twaalfde ook even op ballet gezeten. Ik ben helemaal niet lenig of elegant, dus ik had het ook niet ver geschopt als ballerina, maar ik vind het nog steeds leuk om naar te kijken. Als gezin is het traditie om elk jaar met elkaar naar het Nationale Opera & Ballet-theater te gaan. Helaas kan ik er niet altijd bij zijn, omdat ik vaak wedstrijden heb. De voorstellingen die ik heb gezien, vond ik geweldig.” Tattoo of piercing. “Mag ik ze ook allebei níét kiezen? Een piercing of tatoeage vind ik bij anderen heel vet, maar bij mezelf passen ze niet zo. Als ik dan écht een keuze zou moeten maken, zou ik voor een neuspiercing gaan.” Het Wilhelmus of de Marseillaise. “De Marseillaise is een prachtig volkslied. Ik vond het dan ook geweldig dat die voor mij heeft geklonken toen ik Frans kampioen werd. Maar ik kies toch voor het Wilhelmus. Dat is mijn volkslied. Ik voel me helemaal op m’n plek in Nederland en zou hier ook nooit meer weg willen. In Frankrijk heb ik vier jaar gewoond, tussen 2014 en 2018, en daar de middelbare school afgerond. Ik kwam in Frankrijk terecht door een trainingsstage die we daar hadden met een groep junioren. Ik kreeg de vraag of ik er een jaar wilde trainen. Dat wilde ik wel. [caption id="attachment_20588" align="aligncenter" width="2500"] Selma Poutsma[/caption] Ik ben er uiteindelijk veel langer gebleven en kwam ook voor de Franse shorttrackploeg uit. Ik heb World Cupwedstrijden voor Frankrijk gereden en er was even sprake van dat ik, als ik me zou weten te kwalificeren, ook voor Frankrijk op de Olympische Spelen uit zou komen. Uiteindelijk ben ik blij dat het niet gebeurd is. In 2018 keerde ik terug naar Nederland en in 2022 kon ik ‘gewoon’ voor Nederland uitkomen op de Spelen en goud pakken.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Selma Poutsma is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!
Ze werd met de Nederlandse relayploeg olympisch kampioen in 2022 en veroverde in maart bij de WK in Rotterdam voor de vierde keer de wereldtitel op de aflossing. Maar Selma Poutsma (25) kijkt ook verder dan het shorttracken, heeft de overstap gemaakt naar Team Essent en wil ook schitteren als langebaanschaatsster. Helden onderwerpt haar in het dubbeldikke jubileumnummer aan een vragenvuur. Selma Poutsma Als ik niet zou schaatsen, zou ik deze sport beoefenen. “Ballet. Ik wilde vroeger ballerina worden en heb rond mijn twaalfde ook even op ballet gezeten. Ik ben helemaal niet lenig of elegant, dus ik had het ook niet ver geschopt als ballerina, maar ik vind het nog steeds leuk om naar te kijken. Als gezin is het traditie om elk jaar met elkaar naar het Nationale Opera & Ballet-theater te gaan. Helaas kan ik er niet altijd bij zijn, omdat ik vaak wedstrijden heb. De voorstellingen die ik heb gezien, vond ik geweldig.” Tattoo of piercing. “Mag ik ze ook allebei níét kiezen? Een piercing of tatoeage vind ik bij anderen heel vet, maar bij mezelf passen ze niet zo. Als ik dan écht een keuze zou moeten maken, zou ik voor een neuspiercing gaan.” Het Wilhelmus of de Marseillaise. “De Marseillaise is een prachtig volkslied. Ik vond het dan ook geweldig dat die voor mij heeft geklonken toen ik Frans kampioen werd. Maar ik kies toch voor het Wilhelmus. Dat is mijn volkslied. Ik voel me helemaal op m’n plek in Nederland en zou hier ook nooit meer weg willen. In Frankrijk heb ik vier jaar gewoond, tussen 2014 en 2018, en daar de middelbare school afgerond. Ik kwam in Frankrijk terecht door een trainingsstage die we daar hadden met een groep junioren. Ik kreeg de vraag of ik er een jaar wilde trainen. Dat wilde ik wel. [caption id="attachment_20588" align="aligncenter" width="2500"] Selma Poutsma[/caption] Ik ben er uiteindelijk veel langer gebleven en kwam ook voor de Franse shorttrackploeg uit. Ik heb World Cupwedstrijden voor Frankrijk gereden en er was even sprake van dat ik, als ik me zou weten te kwalificeren, ook voor Frankrijk op de Olympische Spelen uit zou komen. Uiteindelijk ben ik blij dat het niet gebeurd is. In 2018 keerde ik terug naar Nederland en in 2022 kon ik ‘gewoon’ voor Nederland uitkomen op de Spelen en goud pakken.” Helden Magazine nummer 74 Het eerste deel van het interview met Selma Poutsma is afkomstig uit Helden Magazine nummer 74. In het dubbeldikke jubileumnummer wordt uitgebreid teruggeblikt op het waanzinnige sportjaar 2024. Ronald Koeman siert de cover van deze 180 pagina’s tellende editie. De bondscoach spreekt zich uit over de ziekte van zijn vrouw Bartina, de kritiek van analisten op spelers en op ‘zijn’ Oranje, de overvolle agenda, Memphis Depay en zijn rol als opa. Olympische Spelen Sportman van het Jaar Harrie Lavreysen komt aan het woord en tal van intimi verklaren het succes van de baanrenner die dit jaar drie keer olympisch goud en drie wereldtitels won. Ook powervrouwen Marit Bouwmeester en Sharon van Rouwendaal, allebei winnares van goud in Parijs en GOAT (Greatest Of All Time) in hun sport, doen hun verhaal. Nieuwe held Worthy de Jong, beroemd om het gouden schot waarmee hij de 3x3 basketballers de titel bezorgde, spreekt af met Victoria Koblenko. De gouden roeiers van de dubbelvier, Finn Florijn, Lennart van Lierop, Koen Metsemakers en Tone Wieten, komen samen voor een reünie op de Bosbaan. Hockeykeeper Pirmin Blaak bezorgde de Nederlandse hockeyers eindelijk weer goud, maar hij heeft er veel voor moeten opofferen. Over powervrouwen gesproken: wat te denken van Marianne Vos? Op haar 37ste behaalde de wielrenster olympisch zilver in Parijs en verzekerde zich van de wereldtitel op gravel. Puck Pieterse was op weg naar zilver op de mountainbike in Parijs. Toen reed ze lek. Vierde. Daarna pakte ze wel de wereldtitel in het veldrijden en ze werd wereldkampioen onder 23. Ze doet haar verhaal in de rubriek De Dag Dat Alles Misging. Sportjaar 2024 2024 was ook het jaar van de doorbraak van Joy Beune. Lang stond ze te boek als de vriendin van Kjeld Nuis, maar dit jaar groeide ze uit tot de nieuwe schaatskoningin. Ze won wereldtitels op de ploegenachtervolging en 5000 meter én werd glansrijk wereldkampioen allround. Tijd voor een schitterende shoot. En wat te denken van Jerdy Schouten? Hij veroverde de landstitel met PSV, werd binnen no time een onmisbare schakel voor de ploeg van Peter Bosz en het Nederlands elftal. Ook werden hij en zijn vrouw Kirsten ouders van Gioia. “Ik heb het toch maar mooi geflikt.” Verder: Edwin en Annemarie van der Sar vertellen over het noodlot dat hen allebei trof: een hersenbloeding. Annemarie kreeg die in 2009, Edwin vorig jaar, vlak nadat hij opstapte bij Ajax. Edwin: “Mij is wel honderdduizend keer gevraagd of het door de stress is gekomen en of er een oorzaak te vinden was. Ik weet het niet.” Jorn, Inger en Kay zijn broers en zus én ze zijn alle drie handbalinternational. De weg naar de top ging niet altijd over rozen. Een portret van de nieuwe Lionel Messi: zijn naam is Lamine Yamal, zeventien jaar, nu al ster van Barcelona en EK-winnaar Spanje. Maar ook punt van discussie vanwege zijn afkomst. En nog veel meer!

Zaalvoetbal

Heldenpraat met Saïd Bouzambou

Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.
Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Shorttrack

Xandra en Michelle Velzeboer: ‘Bij ons is dat filter weg’

Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Xandra heeft een olympische titel en al zes wereldtitels, waarvan drie individueel. Michelle, denk jij: als zij het kan, dan moet ik het misschien ook kunnen? Michelle, lachend: “We hebben natuurlijk wel dezelfde genen, hè. En onze manier van schaatsen lijkt ook erg op elkaar, wat techniek betreft. Er zijn best wel wat gelijkenissen. Dus ja... Er zijn ook verschillen. Ik denk dat ik wat minder sterk dan Xan ben, heb minder trainingsjaren in mijn bagage doordat ik jonger ben. Er zijn ook nog technische dingen die beter kunnen. Ik loop wat achter, heb nog wat tijd nodig.” Xandra: “Onze vader focuste van jongs af aan heel erg op onze techniek. Hij zei vaak: ‘Sterk word je vanzelf als je gewoon boterhammen eet.’ Wij waren altijd heel klein en door hard te trainen word je vanzelf sterker.” Zien jullie elkaar, nu jullie allebei de puberteit voorbij zijn, ook als beste vriendinnen? Xandra: “Ja. Maar bij vriendinnen heb je soms nog dat je even bedenkt: moet ik dat wel zeggen?” Michelle knikt: “Klopt, bij ons is dat filter weg. Wij zeggen alles tegen elkaar.” Jullie zijn huisgenoten. En tegelijkertijd woont Dennis Visser, de vriend van Xandra, ook nog bij jullie. Hoe gaat dat thuis? Xandra, lachend: “Ja Mies, hoe is dat?” Michelle: “Ik ben naarmate ik ouder word wel wat meer op mezelf. Ga ik ’s avonds op mijn kamer een serietje kijken en laat ik Dennis en Xan lekker met z’n tweetjes beneden. Ik hoef daar niet de hele tijd bij te zijn. En tegelijkertijd vind ik het heel fijn dat ik niet alleen hoef te wonen.” Xandra: “Jij hebt nu ook een vriendje, Bas, hij woont nog bij zijn ouders in Heerenveen en bij hem ben je ook veel.” Jullie studeerden ook allebei Life Science & Technolog y in Groningen, maar zijn allebei geswitcht. Hoe dat zo? Xandra: “We zijn allebei overgestapt naar de Open Universiteit. Het was lastig om het trainingsschema in te passen in de opleiding Life Science & Technology. Ik doe nu milieu- & natuurwetenschappen. Veel van die opleiding is online, dat is fijner. Mies, jij kan zelfs je tentamens zelf inplannen, hè?” Michelle knikt: “Ik ben geswitcht naar een studie psychologie.” WIJ VOELEN DE PLICHT OM DE EER VAN ONZE ACHTERNAAM HOOG TE HOUDEN Xandra: “Nee, wij vinden het alleen maar mooi dat we in de familie allemaal dezelfde passie hebben. We hebben ook nog gehockeyd, dat is de sport die onze moeder tot voor kort heeft gedaan.” Michelle: “Wij zijn van jongs af aan voor de lol gaan schaatsen. Niets moest.” Xandra: “Ik ging het ijs op met ijshockeyschaatsjes. Er is nog een grappig filmpje dat jij op van die roze kunstschaatsjes het ijs op ging, Mies. Pap had de puntjes eraf laten slijpen, dat vond hij maar onzin. En jij ging alsnog pirouetjes draaien. Ondertussen wilde ik alleen maar zo hard mogelijk.” Michelle, lachend: “Er was echt een duidelijk contrast. Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat vroeger ook op ballet. Ik was veel meer een meisje- meisje dan jij, Xan. Ik vond jurkjes ook leuk. Jij was meer van de stoere dingen.” Xandra: “Jij kon ook goed dansen. Nou, daar heb ik echt geen talent voor. Dramatisch gewoon.” Maar was het echt nooit vervelend dat jullie door de achternaam automatisch de schijnwerpers op jullie gericht kregen? Michelle: “Toen we jong waren, heb ik nooit het idee gehad dat mensen anders naar me keken omdat ik een Velzeboer ben of dat ze zeiden: met die achternaam van jou zal je wel heel goed worden. Nu we allebei op hoog niveau aan shorttrack doen, wordt in interviews natuurlijk ook vaak naar onze familie gevraagd.” Xandra: “Wij vonden het juist wel cool dat onze familie het zo goed had gedaan.” Michelle: “Ik heb nooit gedacht: als ik het nu niet goed doe, dan zullen ze zeggen dat ik de naam Velzeboer niet waard ben. Ik zou het eerder als een belemmering ervaren dat mensen mij zien als ‘het zusje van’. Dat is dan vooral een druk die ik mezelf opleg, hoor. Als ik zie wat Xan al heeft bereikt en hoe hard ze gaat, dan kan het zo zijn dat ik hetgeen zij al heeft bereikt, mezelf als doel ga stellen. Nu is dat nog niet het geval, omdat ik weet dat ik nog tijd nodig heb. Xan is nu vooral een motivatie om alles eruit te halen. Maar ik denk ook weleens: misschien word ik wel nooit zo goed als zij.” Xandra: “Ik snap wel wat jij zegt, hoor. Toen ik net de overstap van de junioren had gemaakt, had ik dat met Suzanne Schulting. Zij reed zoveel harder dan ik, dat ik dacht: jeetje, hoe ga ik ooit dat gat met haar dichten? Hoewel ik nog niet van haar niveau was, kon het wel gebeuren dat ik me met Suzanne vergeleek. En ik kan me voorstellen dat het extra lastig is als je een gat moet overbruggen met iemand die ook nog eens je zus is.” Hebben jullie het daar ook over met de familie? Jullie vader Marc had immers ook een broer, Alexander, tegen wie hij op moest boksen op het ijs. Jullie tantes Monique en Simone waren ook concurrenten. Xandra: “Ik heb het daar eigenlijk nog nooit met hen over gehad. Jij wel, Mies?” Michelle: “Nee. Ik heb wel een keer met Monique gebeld toen ik na aan het denken was over een studie. Toen ik bij Life Science & Technology uitkwam, dacht ik: we schaatsen al allebei, wonen ook samen en als ik nu ook dezelfde studie ga doen, dan ben ik echt zo’n na-aper, iemand die geen eigen mening heeft en alleen maar haar zus nadoet. Monique herkende wat ik voelde. Simone ging ook geneeskunde studeren, Monique vond dat ook leuk, maar besloot die opleiding niet te gaan volgen omdat ze niet hetzelfde wilde doen als haar zus. Monique vertelde dat ze daar spijt van had gehad, zei dat ik mijn hart moest volgen.” Bij de eerste wereldbeker die jullie samen reden, eind 2022, wonnen jullie de relay en mochten jullie bij elkaar de gouden medaille omhangen. Hoe werd dat ontvangen binnen de familie? Xandra: “Dat vond iedereen heel leuk. Er wordt altijd heel veel gereageerd op de familieapp. Die liefde voor shorttrack is nooit verdwenen. Toen wij nog heel klein waren, gingen we ook altijd al met de hele familie kijken bij shorttrackwedstrijden in Nederland.” De gevaren van het shorttrack zijn ook bekend binnen de familie. Simone heeft zware blessures gehad en Monique kwam in 1993 zo ongelukkig ten val dat ze een dwarslaesie opliep. Wordt er in de familieapp ook op gehamerd dat jullie voorzichtig moeten doen? Michelle: “Nee, nooit.” Xandra: “Onze vader heeft wel een speciale nekbeschermer, een soort col van snijvast materiaal, bedacht. De sport is ook veel veiliger dan in hun tijd. We rijden in pakken van – normaal gesproken – snijvast materiaal, trainen met een vrijstaande boarding. De kussens bewegen mee als je erin knalt, waardoor de impact veel minder is. We weten dat er altijd risico’s zijn: je kunt hard vallen en de messen waarmee wij schaatsen zijn heel scherp en dun. Als je bang bent aangelegd, moet je sowieso niet aan deze sport beginnen.” Dat zagen we begin november, Xandra, toen jij Suzanne Schulting met je schaats raakte bij een val tijdens de training. Het gevolg: een heel diepe snijwond in haar rug. Xandra: “Het was een heel grote wond, dat was erg schrikken. Heel vervelend, gelukkig liep het ondanks alles met een sisser af voor Suzanne. Dit blijft helaas het risico van het vak. Ik liet Suus meteen weten dat ik het heel erg rot voor haar vond. Zij stuurde ook dat ik er niks aan kon doen. Het was gelukkig meteen goed tussen ons.” Michelle: “Dat soort dingen zorgen ervoor dat je je altijd bewust bent van de gevaren. Ik ben bij de World Cup in Seoul ook hard gevallen, waardoor ik een tijdje niet kon trainen door een blessure aan mijn bovenbeen. Dat is weer een realitycheck dat we aan een gevaarlijke sport doen.” MOVE OVER SJINKIE KNEGT EN SUZANNE SCHULTING. HET IS NU ONZE BEURT OM DE SHORTTRACKPLOEG BIJ DE HAND TE NEMEN Michelle, lachend: “Daar zijn wij niet mee bezig, hoor. Maar de ploeg is wel heel erg verjongd de laatste tijd.” Is er sprake van een generatiekloof? Michelle: “Helemaal niet. Yara van Kerkhof is meer dan tien jaar ouder dan wij, maar met haar klikt het net zo goed als met Suzanne of Selma Poutsma die weer jonger zijn.” Xandra: “Toen ik erbij kwam, had je nog wel wat ouderen erbij en die zijn afgelopen tijd gestopt. Daardoor verandert de dynamiek binnen een trainingsgroep altijd een beetje, maar niet zodanig dat het ineens zo is dat je twee groepen krijgt.” Tijdens relays lijkt het altijd heel gezellig te zijn tussen jullie. Er wordt natuurlijk ook heel vaak gewonnen. Maar is het ook zo dat de een z’n dood de ander z’n brood is? Xandra: “De sfeer is bijna altijd goed.” Michelle: “En ondertussen is er altijd concurrentie.” Xandra: “Op de 500 meter is die concurrentiestrijd wel een dingetje, want die willen we allemaal rijden. In een wereldbekerwedstrijd kunnen er maar drie per land een 500 meter rijden. Uitzondering is als die afstand twee keer wordt gereden in een weekend, dan kan iedereen hem rijden. Selma, Suzanne, Yara, Michelle en ik kunnen er allemaal heel goed op uit de voeten. Het niveau is op die afstand zo hoog, het wordt bij EK’s en WK’s spannend wie die afstand mag rijden.” Michelle: “Het lullige is: als je als nummer vier in Nederland net buiten de boot valt voor de 500 meter, heb je wel het niveau om mee te doen om de medailles als je voor een ander land uit zou komen. Er is concurrentie om de startplekken, maar er is onderling geen haat en nijd.” Merken jullie dat als je in een rood- wit-blauw pak het ijs opkomen, short- trackers uit andere landen denken: o jee, daar heb je de Nederlanders? Michelle: “Ik zie het niet aan hun gezichten, hoor. Misschien dat ze het onbewust denken. Ik denk wel dat ze naar jou anders kijken, Xan. Jij hebt natuurlijk twee individuele wereldtitels op de 500 en 1000 meter.” Xandra: “Op de 500 meter merk ik dat wel. En nu ook op de 1000 meter.” Michelle: “Ik had ook niet verwacht dat je vorig jaar de wereldtitel op de 1000 meter zou pakken.” Xandra: “In het olympisch jaar was ik ook al goed op de 1000 meter, maar toen kon ik nog niet echt om de winst strijden. Die laatste stap heb ik vorig seizoen gezet. Toen ik bij de WK aan de start van de 1000 meter stond, dacht ik: deze ga ik gewoon winnen.” Michelle: “Je had daarvoor al de titel op de 500 meter gepakt, daar haalde je natuurlijk ook veel vertrouwen uit.” Xandra: “Die 500 meter was het doel, ik was regerend wereldkampioen en had het wereldrecord op die afstand. Toen het lukte om die titel nog een keer te winnen, was het grote doel bereikt. Daardoor kon ik met iets meer ontspanning die 1000 meter rijden.” De 1000 meter is ook het territorium van Suzanne Schulting, die daarop jarenlang onverslaanbaar was en ook twee olympische titels pakte. Xandra: “Ja... Ik werd jarenlang, vanaf de junioren al, gezien als een sprinter. Jeroen Otter zei altijd al: ‘Ik vind dat je jezelf tekortdoet als jij je alleen focust op de 500 meter.’ Ik weet nog dat ik in het olympisch jaar een keer een World Cup niet mocht rijden op de 500 meter. Daar was ik echt kwaad om. Jeroen zei toen: ‘Je rijdt ook een goede 1000 en 1500 meter, ik zie niet in waarom jouw kansen op een medaille nu ineens weg zijn.’ Hij heeft gelijk gekregen dat in mij meer schuilt dan een sprinter.” Wat zei Suzanne tegen jou? Xandra: “We hebben elkaar daarna niet echt gesproken. Logisch, want die 1000 meter was voor haar echt niet leuk. Ik snapte haar teleurstelling, ze hoefde daarna niet meteen iets tegen mij te zeggen. Uiteindelijk feliciteerde ze me wel gewoon, hoor. De ene keer zijn we teamgenoten en de andere keer zijn we concurrenten. Wij snappen allemaal heel goed van elkaar dat iemand ook af en toe ruimte nodig heeft bij een teleurstelling.” Na die 1000 meter op de WK werd duidelijk dat Suzanne te veel van zichzelf had geëist. Jaar in jaar uit had ze geen kruimel laten liggen. Heeft het jullie doen beseffen dat shorttrack ook mentaal een heel intensieve sport is? Xandra: “Ik ben niet echt geschrokken, wij wisten allebei al hoe zwaar topsport mentaal is. Je ziet ook geregeld dat iemand besluit er een seizoen uit te stappen om zich weer op te laden.” Michelle: “De Canadese Kim Boutin heeft even rust genomen en de Italiaanse Arianna Fontana heeft dat al vaker gedaan. Vooral in Nederland zien wij dat als iets dat niet normaal is.” Xandra: “Die wedstrijden vragen ge- woon heel veel van je. En tijdens een weekend kan heel veel gebeuren. Als het niet goed gaat, moet je jezelf weer opladen. Dat is mentaal heel intensief. In onze sport moet je meteen weer door, dat kost zoveel energie.” Michelle: “Dat is het zwaarste van onze sport: tien minuten na een teleurstel- ling moet je alweer door, moet je het een plekje hebben gegeven.” Hebben jullie weleens gesprekken met een mental coach? Michelle knikt: “Ik heb weleens met een psycholoog gesproken.” Xandra: “Ik was eerst de shorttracker die onbevangen kon jagen en de situatie is wel iets anders nu er meer op mij wordt gelet. Ik voel meer druk. Er wordt meer naar me gekeken, maar ik verwacht ook meer van mezelf. Ik praat sinds dit jaar ook met een mental coach over dit soort dingen. Ik kan me al druk maken om de afstanden die ik tijdens een World Cup ga rijden. Keuzestress. Of ik kan na een overwinning op de 500 meter al zenuwachtig zijn over de volgende wedstrijd. Ik mag er wel wat relaxter in staan en wat meer genieten van een overwinning. Het is niet normaal om steeds te winnen.” NIELS KERSTHOLT IS DE BESTE BONDSCOACH DIE WE OOIT HEBBEN GEHAD Michelle: “Niels is de enige bondscoach die ik heb gehad. De samenwerking met hem verloopt heel soepel. En het is heel fijn dat Annie Sarrat zijn assistent is, dat er ook een vrouwelijke coach in de staf zit.” Xandra: “Niels en Annie zijn het ook niet altijd met elkaar eens. Dat is goed, daardoor worden dingen vanuit meerdere kanten bekeken. De staf vult elkaar goed aan.” Heb je nog weleens contact met jullie voormalig bondscoach Jeroen Otter? Xandra: “Heel af en toe. Dan gaat het over dagelijkse dingen, we bespreken geen trainingsinhoudelijke zaken.” Onder Otter waren jullie al heel succesvol. Die lijn is doorgezet. Borduurt Kerstholt voort op het succes van Otter of heeft hij echt een andere werkwijze? Xandra: “Niels drukt zijn eigen stempel op de ploeg, maar het is natuurlijk wel zo dat het niveau al op deze hoogte was gebracht.” Michelle: “In trainingen heb je veel aan teamgenoten. Als zij niet hard schaatsen, dan houdt het op.” Xandra: “Bepaalde trainingsvormen die wij fijn vinden, komen deels nog uit de tijd van Jeroen. Maar dat is ook logisch, denk ik.” Hebben jullie onder Kerstholt meer inspraak dan onder Otter? Xandra: “Ze hebben totaal andere karakters. Niels zegt dat zelf ook. Hij is minder autoritair dan Jeroen.” Gebruiken jullie je vader ook als klankbord? Xandra: “Absoluut. Samen met Niels en Dennis.” Michelle: “Het is heel fijn dat we iemand hebben die zo dicht bij ons staat en precies snapt wat je bedoelt. Als je een ouder hebt die totaal niet in de sport zit, is het toch heel anders. Die kan dan zeggen ‘het komt wel goed’, maar dan denk je toch: wat weet jij er nou van?” Xandra knikt: “Van papa nemen wij het wel aan.” WIJ TROUWEN LATER ALLEBEI OP DE IJSBAAN Michelle, lachend: “Nou, trouwen op de ijsbaan... dat niet.” Xandra: “Maar ik wil wel een groot feest.” Jullie geliefden zijn allebei shorttrackers. Xandra, jij bent al jaren samen met voormalig shorttracker Dennis Visser, die in 2017 wereldkampioen met de relayploeg werd. Xandra: “Ik ben vier jaar samen met Dennis. Het is heel fijn dat hij ook op hoog niveau heeft geschaatst. Ik kan heel goed met hem over shorttrack praten. Dennis kijkt geregeld mijn trainingen terug en geeft dan feedback.” Michelle, jij bent samen met talent Bas van der Valk. Hoe is die liefde opgebloeid? Michelle: “Sinds september hebben we een relatie. Bas zit in het KNSB Talent Team Noord en woont ook in Heerenveen. Ik ken hem al langer, wij zijn nog teamgenoten geweest. Afgelopen zomer ontmoetten we elkaar weer op een feestje. Toen sloeg de vonk over.” Kijkt Bas ook jouw trainingen terug om van jou te leren? Michelle, lachend: “Hij heeft weleens gezegd dat wij zijn voorbeelden zijn op technisch gebied.” Xandra: “Wat een compliment! Bas doet het zelf ook heel goed.” En jullie ouders vinden het vast ook goed nieuws dat jullie allebei met een shorttracker thuis zijn gekomen? Michelle, lachend: “Ik denk niet dat dat een vereiste was, hoor.” Xandra: “Gelukkig vallen ze in de smaak.” Als het ooit zover is dat jullie gaan trouwen, vragen jullie de ander dan meteen als getuige? Michelle: “Dat denk ik wel.” Xandra knikt: “Andersom ook.” Michelle, lachend: “Dat mag ik hopen, ja!” ZONDER GOUD IS MIJN WK IN ROTTERDAM NIET GESLAAGD Xandra: “Absoluut.” Michelle: “Als wij geen goud op de relay winnen, zijn we op zijn zachtst gezegd niet blij.” Hoe tof is het om samen die relay te rijden? Michelle: “Heel leuk. Voor de relay voel ik altijd net wat minder spanning dan voor individuele races, omdat ik weet dat ik het niet alleen hoef te doen en veel vertrouwen heb in de rest van het team.” Xandra: “Als er iemand een misser maakt, dan kan iemand anders het oplossen. We weten dat we een heel goed team hebben.” Michelle, wat zijn op de individuele afstanden jouw doelen? Michelle: “Ik weet nog niet of ik ook in- dividueel mag rijden op de WK. Suzanne Schulting komt terug en de anderen, Xandra, Selma en Yara, zijn supergoed. Het is wel mijn doel om een individuele afstand te rijden. En als ik er dan sta, wil ik het goed doen. Een B-finale rijden en die winnen zou voor mij al heel goed zijn.” Xandra, wanneer ben jij tevreden? Xandra: “Ik wil de wereldtitels op de 500 en 1000 meter winnen. Ik las in de zomer een uitspraak van de Poolse tennisster Iga Swiatek. Ze zei dat ze het verdedigen van een titel zo stom vond klinken. Dat het niet om verdedigen gaat, maar om winnen. Dat vond ik mooi. Ik wil heel graag weer winnen. Het lijkt me heel vet om dat in Ahoy te doen.” Michelle: “Met onze hele familie op de tribune.” OP DE SPELEN IN 2026 HEEFT DE HELE WERELD HET OVER DE ZUSJES VELZEBOER Xandra: “Dat zou mooi zijn.” Michelle, lachend: “Dat is het doel. Het zou mooi zijn om de broertjes Shaolin Sándor Liu en Shaoang Liu, die heel groot zijn in de shorttrackwereld, van het vrouwenshorttrack te zijn. Maar het olympisch seizoen is nog ver weg.” Milaan is op dit moment gewoon een modestad voor jullie? Xandra: “Ik ben er nu al meer mee bezig dan in aanloop naar de Spelen in Beijing. Dat jaar reed ik al veel A-finales in de wereldbekers, maar was geen favoriet. Nu heb ik daar een heel ander gevoel bij.” Michelle: “Jij hebt al olympisch goud gewonnen met de relay, dat wil ik ook. Die gouden medaille van Xan heb ik wel even omgehangen. Daardoor zitten de Spelen meer in mijn hoofd dan als ik Xandra niet als zus had gehad.” Xandra: “Nu ik twee keer wereldkampioen ben geworden op de 500 meter, weet ik dat ik aan de top sta. De vraag is dan hoe ik daar ook blijf. Selma Poutsma heeft een grote stap gemaakt, haar kom ik nu ook in de finales tegen. Suzanne Schulting is er straks weer bij. Mijn andere concurrenten worden ook steeds beter. Ik moet dus ook steeds beter worden, zodat ik in Milaan hopelijk de meest complete schaatsster ben.” Hebben jullie al weleens gefantaseerd over die olympische titel en wat jullie dan samen gaan doen? Xandra, lachend: “Nee.” Michelle: “We weten alleen dat we na de Spelen op wintersport willen.” KIJK NAAR JENNING DE BOO EN JORIEN TER MORS; SHORTTRACK IS DE BESTE BASIS VOOR DE 500, 1000 EN 1500 METER LANGEBAAN Michelle: “Daar ben ik het mee eens. Hoewel... ik heb geen verstand van langebaanschaatsen.” Jenning de Boo won de nationale titel op de 500 en 1000 meter langebaan, de Europese titel op de 500 meter, en komt uit het shorttracken. Hoe kijken jullie naar zijn prestaties? Michelle: “Het is heel knap wat hij heeft gedaan, het is niet zo dat iedere shorttracker dat zomaar kan. Maar Jenning was vroeger ook al heel goed op de langebaan. Ik heb nog bij hem in het team gezeten, we zijn nog samen naar de Jeugd Olympische Spelen geweest. Hij is wereldkampioen junioren op de 500 meter shorttrack geworden, maar vond de langebaan leuker.” Xandra: “Hij heeft met shorttrack een goede basis gehad. Je ziet dat hij het verschil in de bochten maakt.” Xandra vertelde eerder in Helden dat ze een hekel heeft aan de langebaan. Hoe zit dat bij jou, Michelle? Michelle: “Ik ben er zelf ook niet goed in. Wij hebben vroeger nooit op klapschaatsen gereden of überhaupt op de langebaan geschaatst.” Xandra: “Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar ik haal er nog steeds geen plezier uit. Nee, voor mij geen langebaan, hoor.” Met dank aan Parkhotel Tjardaa, Oranjewoud. Helden Magazine 70 Het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Xandra en Michelle Velzeboer zijn zusjes, shorttrackers en huisgenoten. De een, Xandra, heeft op haar 22ste al zes wereldtitels en olympisch goud op zak. De ander, Michelle, is twintig en klopt hard op de deur. We leggen hen acht stellingen voor in aanloop naar de WK in Ahoy (15-17 maart), waar ze samen goud hopen te winnen op de relay. Het is dat we allebei aan shorttrack doen, maar verder zijn we tegenpolen Xandra: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen vind ik een te groot woord.” Michelle: “Ik denk dat jij van jongs af aan wat zelfverzekerder bent dan ik, Xan. En jij bent ook wat overheersender.” Xandra, lachend: “Ik weet niet of dat echt zo is, of dat jij dat gevoel gewoon hebt. Ik zoek jou minder snel op als ik ergens mee zit dan jij mij, deel het dan eerder met mijn vriend Dennis of onze ouders. Terwijl jij juist eerder bij mij aanklopt, Mies. Niet lullig bedoeld, maar ik vraag jou niet zo snel om advies en denk ook dat ik dat minder snel aan zou nemen. Ik ben toch anderhalf jaar ouder en dus de ‘grote’ zus...” Michelle: “Dat snap ik ook, hoor. Ik denk ook niet dat ik jou goed genoeg kan helpen met dingen waar jij tegenaan loopt.” Ben jij ook een beetje de beschermende grote zus voor Michelle? Xandra: “Nou, als Mies zich ergens zorgen om maakt, dan kan ik me er weer zorgen om maken dat zij ergens mee zit. Ik heb dan het gevoel dat ik iets op moet lossen voor haar.” Is jullie band veranderd met de jaren? Michelle: “Niet heel erg. We konden toen we nog thuis bij onze ouders woonden soms wel echt ruzie hebben en dat gebeurt soms nog weleens. Dan kan het er pittig aan toegaan. We beoefenen dezelfde sport, trainen samen, wonen bij elkaar en voorheen volgden we ook nog dezelfde studie. We zagen elkaar dus zo’n beetje dag en nacht, dat kan ook weleens voor irritatie zorgen.” Xandra: “De emmer kan af en toe overlopen en dan komt alles er in één keer uit. Daarna kunnen we weer een tijdje vooruit.” Michelle: “Op het ijs hebben we nooit echt ruzie.” Xandra: “De anderen hebben het in elk geval niet door. Als jij er even niet lekker in zit, dan ga ik niet zeggen: wat vervelend voor je. Nee, dan roep ik juist: kom op, niet zeuren, doorgaan! Dan reageer ik eerder een beetje bozig.” Michelle: “En op zo’n moment denk en zeg ik: jij hebt makkelijk praten, bij jou gaat het altijd goed.” Xandra: “Ik kan tegelijkertijd weleens ergens onzeker over doen en dan zeg jij: ‘Dat slaat echt nergens op dat je daar onzeker over bent. Je rijdt gewoon goed.’” Is er ook weleens sprake van een concurrentiestrijd tussen jullie? Xandra: “Nou, ik ben heel competitief. Vroeger wilde ik echt niet dat Mies ergens beter in was dan ik.” Michelle, lachend: “Dat is tegenwoordig nog niet veel anders, hoor.” Michelle: ‘Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat ook op ballet. Ik was veel meer een meisje-meisje dan jij, Xan. Jij was van de stoere dingen’ Xandra: “Doordat we anderhalf jaar in leeftijd verschillen, zaten we het ene jaar in dezelfde leeftijdscategorie en het andere jaar niet. In de jaren dat we het tegen elkaar op moesten nemen, zeiden andere ouders geregeld tegen mij: ‘Nou, pas maar op, want je zusje komt eraan. Ze gaat je straks verslaan.’ Vreselijk als mensen dat zeiden. Nu sta ik er anders in. Ik vind het juist heel vet als we samen A-finales rijden, dat hebben we al een paar keer gedaan. Hoe mooi is het dat we samen aan de start staan en allebei wereldkampioen kunnen worden?” Xandra heeft een olympische titel en al zes wereldtitels, waarvan drie individueel. Michelle, denk jij: als zij het kan, dan moet ik het misschien ook kunnen? Michelle, lachend: “We hebben natuurlijk wel dezelfde genen, hè. En onze manier van schaatsen lijkt ook erg op elkaar, wat techniek betreft. Er zijn best wel wat gelijkenissen. Dus ja... Er zijn ook verschillen. Ik denk dat ik wat minder sterk dan Xan ben, heb minder trainingsjaren in mijn bagage doordat ik jonger ben. Er zijn ook nog technische dingen die beter kunnen. Ik loop wat achter, heb nog wat tijd nodig.” Xandra: “Onze vader focuste van jongs af aan heel erg op onze techniek. Hij zei vaak: ‘Sterk word je vanzelf als je gewoon boterhammen eet.’ Wij waren altijd heel klein en door hard te trainen word je vanzelf sterker.” Zien jullie elkaar, nu jullie allebei de puberteit voorbij zijn, ook als beste vriendinnen? Xandra: “Ja. Maar bij vriendinnen heb je soms nog dat je even bedenkt: moet ik dat wel zeggen?” Michelle knikt: “Klopt, bij ons is dat filter weg. Wij zeggen alles tegen elkaar.” Jullie zijn huisgenoten. En tegelijkertijd woont Dennis Visser, de vriend van Xandra, ook nog bij jullie. Hoe gaat dat thuis? Xandra, lachend: “Ja Mies, hoe is dat?” Michelle: “Ik ben naarmate ik ouder word wel wat meer op mezelf. Ga ik ’s avonds op mijn kamer een serietje kijken en laat ik Dennis en Xan lekker met z’n tweetjes beneden. Ik hoef daar niet de hele tijd bij te zijn. En tegelijkertijd vind ik het heel fijn dat ik niet alleen hoef te wonen.” Xandra: “Jij hebt nu ook een vriendje, Bas, hij woont nog bij zijn ouders in Heerenveen en bij hem ben je ook veel.” Jullie studeerden ook allebei Life Science & Technolog y in Groningen, maar zijn allebei geswitcht. Hoe dat zo? Xandra: “We zijn allebei overgestapt naar de Open Universiteit. Het was lastig om het trainingsschema in te passen in de opleiding Life Science & Technology. Ik doe nu milieu- & natuurwetenschappen. Veel van die opleiding is online, dat is fijner. Mies, jij kan zelfs je tentamens zelf inplannen, hè?” Michelle knikt: “Ik ben geswitcht naar een studie psychologie.” WIJ VOELEN DE PLICHT OM DE EER VAN ONZE ACHTERNAAM HOOG TE HOUDEN Xandra: “Nee, wij vinden het alleen maar mooi dat we in de familie allemaal dezelfde passie hebben. We hebben ook nog gehockeyd, dat is de sport die onze moeder tot voor kort heeft gedaan.” Michelle: “Wij zijn van jongs af aan voor de lol gaan schaatsen. Niets moest.” Xandra: “Ik ging het ijs op met ijshockeyschaatsjes. Er is nog een grappig filmpje dat jij op van die roze kunstschaatsjes het ijs op ging, Mies. Pap had de puntjes eraf laten slijpen, dat vond hij maar onzin. En jij ging alsnog pirouetjes draaien. Ondertussen wilde ik alleen maar zo hard mogelijk.” Michelle, lachend: “Er was echt een duidelijk contrast. Ik was alleen maar op één been aan het zwieren, zat vroeger ook op ballet. Ik was veel meer een meisje- meisje dan jij, Xan. Ik vond jurkjes ook leuk. Jij was meer van de stoere dingen.” Xandra: “Jij kon ook goed dansen. Nou, daar heb ik echt geen talent voor. Dramatisch gewoon.” Maar was het echt nooit vervelend dat jullie door de achternaam automatisch de schijnwerpers op jullie gericht kregen? Michelle: “Toen we jong waren, heb ik nooit het idee gehad dat mensen anders naar me keken omdat ik een Velzeboer ben of dat ze zeiden: met die achternaam van jou zal je wel heel goed worden. Nu we allebei op hoog niveau aan shorttrack doen, wordt in interviews natuurlijk ook vaak naar onze familie gevraagd.” Xandra: “Wij vonden het juist wel cool dat onze familie het zo goed had gedaan.” Michelle: “Ik heb nooit gedacht: als ik het nu niet goed doe, dan zullen ze zeggen dat ik de naam Velzeboer niet waard ben. Ik zou het eerder als een belemmering ervaren dat mensen mij zien als ‘het zusje van’. Dat is dan vooral een druk die ik mezelf opleg, hoor. Als ik zie wat Xan al heeft bereikt en hoe hard ze gaat, dan kan het zo zijn dat ik hetgeen zij al heeft bereikt, mezelf als doel ga stellen. Nu is dat nog niet het geval, omdat ik weet dat ik nog tijd nodig heb. Xan is nu vooral een motivatie om alles eruit te halen. Maar ik denk ook weleens: misschien word ik wel nooit zo goed als zij.” Xandra: “Ik snap wel wat jij zegt, hoor. Toen ik net de overstap van de junioren had gemaakt, had ik dat met Suzanne Schulting. Zij reed zoveel harder dan ik, dat ik dacht: jeetje, hoe ga ik ooit dat gat met haar dichten? Hoewel ik nog niet van haar niveau was, kon het wel gebeuren dat ik me met Suzanne vergeleek. En ik kan me voorstellen dat het extra lastig is als je een gat moet overbruggen met iemand die ook nog eens je zus is.” Hebben jullie het daar ook over met de familie? Jullie vader Marc had immers ook een broer, Alexander, tegen wie hij op moest boksen op het ijs. Jullie tantes Monique en Simone waren ook concurrenten. Xandra: “Ik heb het daar eigenlijk nog nooit met hen over gehad. Jij wel, Mies?” Michelle: “Nee. Ik heb wel een keer met Monique gebeld toen ik na aan het denken was over een studie. Toen ik bij Life Science & Technology uitkwam, dacht ik: we schaatsen al allebei, wonen ook samen en als ik nu ook dezelfde studie ga doen, dan ben ik echt zo’n na-aper, iemand die geen eigen mening heeft en alleen maar haar zus nadoet. Monique herkende wat ik voelde. Simone ging ook geneeskunde studeren, Monique vond dat ook leuk, maar besloot die opleiding niet te gaan volgen omdat ze niet hetzelfde wilde doen als haar zus. Monique vertelde dat ze daar spijt van had gehad, zei dat ik mijn hart moest volgen.” Bij de eerste wereldbeker die jullie samen reden, eind 2022, wonnen jullie de relay en mochten jullie bij elkaar de gouden medaille omhangen. Hoe werd dat ontvangen binnen de familie? Xandra: “Dat vond iedereen heel leuk. Er wordt altijd heel veel gereageerd op de familieapp. Die liefde voor shorttrack is nooit verdwenen. Toen wij nog heel klein waren, gingen we ook altijd al met de hele familie kijken bij shorttrackwedstrijden in Nederland.” De gevaren van het shorttrack zijn ook bekend binnen de familie. Simone heeft zware blessures gehad en Monique kwam in 1993 zo ongelukkig ten val dat ze een dwarslaesie opliep. Wordt er in de familieapp ook op gehamerd dat jullie voorzichtig moeten doen? Michelle: “Nee, nooit.” Xandra: “Onze vader heeft wel een speciale nekbeschermer, een soort col van snijvast materiaal, bedacht. De sport is ook veel veiliger dan in hun tijd. We rijden in pakken van – normaal gesproken – snijvast materiaal, trainen met een vrijstaande boarding. De kussens bewegen mee als je erin knalt, waardoor de impact veel minder is. We weten dat er altijd risico’s zijn: je kunt hard vallen en de messen waarmee wij schaatsen zijn heel scherp en dun. Als je bang bent aangelegd, moet je sowieso niet aan deze sport beginnen.” Dat zagen we begin november, Xandra, toen jij Suzanne Schulting met je schaats raakte bij een val tijdens de training. Het gevolg: een heel diepe snijwond in haar rug. Xandra: “Het was een heel grote wond, dat was erg schrikken. Heel vervelend, gelukkig liep het ondanks alles met een sisser af voor Suzanne. Dit blijft helaas het risico van het vak. Ik liet Suus meteen weten dat ik het heel erg rot voor haar vond. Zij stuurde ook dat ik er niks aan kon doen. Het was gelukkig meteen goed tussen ons.” Michelle: “Dat soort dingen zorgen ervoor dat je je altijd bewust bent van de gevaren. Ik ben bij de World Cup in Seoul ook hard gevallen, waardoor ik een tijdje niet kon trainen door een blessure aan mijn bovenbeen. Dat is weer een realitycheck dat we aan een gevaarlijke sport doen.” MOVE OVER SJINKIE KNEGT EN SUZANNE SCHULTING. HET IS NU ONZE BEURT OM DE SHORTTRACKPLOEG BIJ DE HAND TE NEMEN Michelle, lachend: “Daar zijn wij niet mee bezig, hoor. Maar de ploeg is wel heel erg verjongd de laatste tijd.” Is er sprake van een generatiekloof? Michelle: “Helemaal niet. Yara van Kerkhof is meer dan tien jaar ouder dan wij, maar met haar klikt het net zo goed als met Suzanne of Selma Poutsma die weer jonger zijn.” Xandra: “Toen ik erbij kwam, had je nog wel wat ouderen erbij en die zijn afgelopen tijd gestopt. Daardoor verandert de dynamiek binnen een trainingsgroep altijd een beetje, maar niet zodanig dat het ineens zo is dat je twee groepen krijgt.” Tijdens relays lijkt het altijd heel gezellig te zijn tussen jullie. Er wordt natuurlijk ook heel vaak gewonnen. Maar is het ook zo dat de een z’n dood de ander z’n brood is? Xandra: “De sfeer is bijna altijd goed.” Michelle: “En ondertussen is er altijd concurrentie.” Xandra: “Op de 500 meter is die concurrentiestrijd wel een dingetje, want die willen we allemaal rijden. In een wereldbekerwedstrijd kunnen er maar drie per land een 500 meter rijden. Uitzondering is als die afstand twee keer wordt gereden in een weekend, dan kan iedereen hem rijden. Selma, Suzanne, Yara, Michelle en ik kunnen er allemaal heel goed op uit de voeten. Het niveau is op die afstand zo hoog, het wordt bij EK’s en WK’s spannend wie die afstand mag rijden.” Michelle: “Het lullige is: als je als nummer vier in Nederland net buiten de boot valt voor de 500 meter, heb je wel het niveau om mee te doen om de medailles als je voor een ander land uit zou komen. Er is concurrentie om de startplekken, maar er is onderling geen haat en nijd.” Merken jullie dat als je in een rood- wit-blauw pak het ijs opkomen, short- trackers uit andere landen denken: o jee, daar heb je de Nederlanders? Michelle: “Ik zie het niet aan hun gezichten, hoor. Misschien dat ze het onbewust denken. Ik denk wel dat ze naar jou anders kijken, Xan. Jij hebt natuurlijk twee individuele wereldtitels op de 500 en 1000 meter.” Xandra: “Op de 500 meter merk ik dat wel. En nu ook op de 1000 meter.” Michelle: “Ik had ook niet verwacht dat je vorig jaar de wereldtitel op de 1000 meter zou pakken.” Xandra: “In het olympisch jaar was ik ook al goed op de 1000 meter, maar toen kon ik nog niet echt om de winst strijden. Die laatste stap heb ik vorig seizoen gezet. Toen ik bij de WK aan de start van de 1000 meter stond, dacht ik: deze ga ik gewoon winnen.” Michelle: “Je had daarvoor al de titel op de 500 meter gepakt, daar haalde je natuurlijk ook veel vertrouwen uit.” Xandra: “Die 500 meter was het doel, ik was regerend wereldkampioen en had het wereldrecord op die afstand. Toen het lukte om die titel nog een keer te winnen, was het grote doel bereikt. Daardoor kon ik met iets meer ontspanning die 1000 meter rijden.” De 1000 meter is ook het territorium van Suzanne Schulting, die daarop jarenlang onverslaanbaar was en ook twee olympische titels pakte. Xandra: “Ja... Ik werd jarenlang, vanaf de junioren al, gezien als een sprinter. Jeroen Otter zei altijd al: ‘Ik vind dat je jezelf tekortdoet als jij je alleen focust op de 500 meter.’ Ik weet nog dat ik in het olympisch jaar een keer een World Cup niet mocht rijden op de 500 meter. Daar was ik echt kwaad om. Jeroen zei toen: ‘Je rijdt ook een goede 1000 en 1500 meter, ik zie niet in waarom jouw kansen op een medaille nu ineens weg zijn.’ Hij heeft gelijk gekregen dat in mij meer schuilt dan een sprinter.” Wat zei Suzanne tegen jou? Xandra: “We hebben elkaar daarna niet echt gesproken. Logisch, want die 1000 meter was voor haar echt niet leuk. Ik snapte haar teleurstelling, ze hoefde daarna niet meteen iets tegen mij te zeggen. Uiteindelijk feliciteerde ze me wel gewoon, hoor. De ene keer zijn we teamgenoten en de andere keer zijn we concurrenten. Wij snappen allemaal heel goed van elkaar dat iemand ook af en toe ruimte nodig heeft bij een teleurstelling.” Na die 1000 meter op de WK werd duidelijk dat Suzanne te veel van zichzelf had geëist. Jaar in jaar uit had ze geen kruimel laten liggen. Heeft het jullie doen beseffen dat shorttrack ook mentaal een heel intensieve sport is? Xandra: “Ik ben niet echt geschrokken, wij wisten allebei al hoe zwaar topsport mentaal is. Je ziet ook geregeld dat iemand besluit er een seizoen uit te stappen om zich weer op te laden.” Michelle: “De Canadese Kim Boutin heeft even rust genomen en de Italiaanse Arianna Fontana heeft dat al vaker gedaan. Vooral in Nederland zien wij dat als iets dat niet normaal is.” Xandra: “Die wedstrijden vragen ge- woon heel veel van je. En tijdens een weekend kan heel veel gebeuren. Als het niet goed gaat, moet je jezelf weer opladen. Dat is mentaal heel intensief. In onze sport moet je meteen weer door, dat kost zoveel energie.” Michelle: “Dat is het zwaarste van onze sport: tien minuten na een teleurstel- ling moet je alweer door, moet je het een plekje hebben gegeven.” Hebben jullie weleens gesprekken met een mental coach? Michelle knikt: “Ik heb weleens met een psycholoog gesproken.” Xandra: “Ik was eerst de shorttracker die onbevangen kon jagen en de situatie is wel iets anders nu er meer op mij wordt gelet. Ik voel meer druk. Er wordt meer naar me gekeken, maar ik verwacht ook meer van mezelf. Ik praat sinds dit jaar ook met een mental coach over dit soort dingen. Ik kan me al druk maken om de afstanden die ik tijdens een World Cup ga rijden. Keuzestress. Of ik kan na een overwinning op de 500 meter al zenuwachtig zijn over de volgende wedstrijd. Ik mag er wel wat relaxter in staan en wat meer genieten van een overwinning. Het is niet normaal om steeds te winnen.” NIELS KERSTHOLT IS DE BESTE BONDSCOACH DIE WE OOIT HEBBEN GEHAD Michelle: “Niels is de enige bondscoach die ik heb gehad. De samenwerking met hem verloopt heel soepel. En het is heel fijn dat Annie Sarrat zijn assistent is, dat er ook een vrouwelijke coach in de staf zit.” Xandra: “Niels en Annie zijn het ook niet altijd met elkaar eens. Dat is goed, daardoor worden dingen vanuit meerdere kanten bekeken. De staf vult elkaar goed aan.” Heb je nog weleens contact met jullie voormalig bondscoach Jeroen Otter? Xandra: “Heel af en toe. Dan gaat het over dagelijkse dingen, we bespreken geen trainingsinhoudelijke zaken.” Onder Otter waren jullie al heel succesvol. Die lijn is doorgezet. Borduurt Kerstholt voort op het succes van Otter of heeft hij echt een andere werkwijze? Xandra: “Niels drukt zijn eigen stempel op de ploeg, maar het is natuurlijk wel zo dat het niveau al op deze hoogte was gebracht.” Michelle: “In trainingen heb je veel aan teamgenoten. Als zij niet hard schaatsen, dan houdt het op.” Xandra: “Bepaalde trainingsvormen die wij fijn vinden, komen deels nog uit de tijd van Jeroen. Maar dat is ook logisch, denk ik.” Hebben jullie onder Kerstholt meer inspraak dan onder Otter? Xandra: “Ze hebben totaal andere karakters. Niels zegt dat zelf ook. Hij is minder autoritair dan Jeroen.” Gebruiken jullie je vader ook als klankbord? Xandra: “Absoluut. Samen met Niels en Dennis.” Michelle: “Het is heel fijn dat we iemand hebben die zo dicht bij ons staat en precies snapt wat je bedoelt. Als je een ouder hebt die totaal niet in de sport zit, is het toch heel anders. Die kan dan zeggen ‘het komt wel goed’, maar dan denk je toch: wat weet jij er nou van?” Xandra knikt: “Van papa nemen wij het wel aan.” WIJ TROUWEN LATER ALLEBEI OP DE IJSBAAN Michelle, lachend: “Nou, trouwen op de ijsbaan... dat niet.” Xandra: “Maar ik wil wel een groot feest.” Jullie geliefden zijn allebei shorttrackers. Xandra, jij bent al jaren samen met voormalig shorttracker Dennis Visser, die in 2017 wereldkampioen met de relayploeg werd. Xandra: “Ik ben vier jaar samen met Dennis. Het is heel fijn dat hij ook op hoog niveau heeft geschaatst. Ik kan heel goed met hem over shorttrack praten. Dennis kijkt geregeld mijn trainingen terug en geeft dan feedback.” Michelle, jij bent samen met talent Bas van der Valk. Hoe is die liefde opgebloeid? Michelle: “Sinds september hebben we een relatie. Bas zit in het KNSB Talent Team Noord en woont ook in Heerenveen. Ik ken hem al langer, wij zijn nog teamgenoten geweest. Afgelopen zomer ontmoetten we elkaar weer op een feestje. Toen sloeg de vonk over.” Kijkt Bas ook jouw trainingen terug om van jou te leren? Michelle, lachend: “Hij heeft weleens gezegd dat wij zijn voorbeelden zijn op technisch gebied.” Xandra: “Wat een compliment! Bas doet het zelf ook heel goed.” En jullie ouders vinden het vast ook goed nieuws dat jullie allebei met een shorttracker thuis zijn gekomen? Michelle, lachend: “Ik denk niet dat dat een vereiste was, hoor.” Xandra: “Gelukkig vallen ze in de smaak.” Als het ooit zover is dat jullie gaan trouwen, vragen jullie de ander dan meteen als getuige? Michelle: “Dat denk ik wel.” Xandra knikt: “Andersom ook.” Michelle, lachend: “Dat mag ik hopen, ja!” ZONDER GOUD IS MIJN WK IN ROTTERDAM NIET GESLAAGD Xandra: “Absoluut.” Michelle: “Als wij geen goud op de relay winnen, zijn we op zijn zachtst gezegd niet blij.” Hoe tof is het om samen die relay te rijden? Michelle: “Heel leuk. Voor de relay voel ik altijd net wat minder spanning dan voor individuele races, omdat ik weet dat ik het niet alleen hoef te doen en veel vertrouwen heb in de rest van het team.” Xandra: “Als er iemand een misser maakt, dan kan iemand anders het oplossen. We weten dat we een heel goed team hebben.” Michelle, wat zijn op de individuele afstanden jouw doelen? Michelle: “Ik weet nog niet of ik ook in- dividueel mag rijden op de WK. Suzanne Schulting komt terug en de anderen, Xandra, Selma en Yara, zijn supergoed. Het is wel mijn doel om een individuele afstand te rijden. En als ik er dan sta, wil ik het goed doen. Een B-finale rijden en die winnen zou voor mij al heel goed zijn.” Xandra, wanneer ben jij tevreden? Xandra: “Ik wil de wereldtitels op de 500 en 1000 meter winnen. Ik las in de zomer een uitspraak van de Poolse tennisster Iga Swiatek. Ze zei dat ze het verdedigen van een titel zo stom vond klinken. Dat het niet om verdedigen gaat, maar om winnen. Dat vond ik mooi. Ik wil heel graag weer winnen. Het lijkt me heel vet om dat in Ahoy te doen.” Michelle: “Met onze hele familie op de tribune.” OP DE SPELEN IN 2026 HEEFT DE HELE WERELD HET OVER DE ZUSJES VELZEBOER Xandra: “Dat zou mooi zijn.” Michelle, lachend: “Dat is het doel. Het zou mooi zijn om de broertjes Shaolin Sándor Liu en Shaoang Liu, die heel groot zijn in de shorttrackwereld, van het vrouwenshorttrack te zijn. Maar het olympisch seizoen is nog ver weg.” Milaan is op dit moment gewoon een modestad voor jullie? Xandra: “Ik ben er nu al meer mee bezig dan in aanloop naar de Spelen in Beijing. Dat jaar reed ik al veel A-finales in de wereldbekers, maar was geen favoriet. Nu heb ik daar een heel ander gevoel bij.” Michelle: “Jij hebt al olympisch goud gewonnen met de relay, dat wil ik ook. Die gouden medaille van Xan heb ik wel even omgehangen. Daardoor zitten de Spelen meer in mijn hoofd dan als ik Xandra niet als zus had gehad.” Xandra: “Nu ik twee keer wereldkampioen ben geworden op de 500 meter, weet ik dat ik aan de top sta. De vraag is dan hoe ik daar ook blijf. Selma Poutsma heeft een grote stap gemaakt, haar kom ik nu ook in de finales tegen. Suzanne Schulting is er straks weer bij. Mijn andere concurrenten worden ook steeds beter. Ik moet dus ook steeds beter worden, zodat ik in Milaan hopelijk de meest complete schaatsster ben.” Hebben jullie al weleens gefantaseerd over die olympische titel en wat jullie dan samen gaan doen? Xandra, lachend: “Nee.” Michelle: “We weten alleen dat we na de Spelen op wintersport willen.” KIJK NAAR JENNING DE BOO EN JORIEN TER MORS; SHORTTRACK IS DE BESTE BASIS VOOR DE 500, 1000 EN 1500 METER LANGEBAAN Michelle: “Daar ben ik het mee eens. Hoewel... ik heb geen verstand van langebaanschaatsen.” Jenning de Boo won de nationale titel op de 500 en 1000 meter langebaan, de Europese titel op de 500 meter, en komt uit het shorttracken. Hoe kijken jullie naar zijn prestaties? Michelle: “Het is heel knap wat hij heeft gedaan, het is niet zo dat iedere shorttracker dat zomaar kan. Maar Jenning was vroeger ook al heel goed op de langebaan. Ik heb nog bij hem in het team gezeten, we zijn nog samen naar de Jeugd Olympische Spelen geweest. Hij is wereldkampioen junioren op de 500 meter shorttrack geworden, maar vond de langebaan leuker.” Xandra: “Hij heeft met shorttrack een goede basis gehad. Je ziet dat hij het verschil in de bochten maakt.” Xandra vertelde eerder in Helden dat ze een hekel heeft aan de langebaan. Hoe zit dat bij jou, Michelle? Michelle: “Ik ben er zelf ook niet goed in. Wij hebben vroeger nooit op klapschaatsen gereden of überhaupt op de langebaan geschaatst.” Xandra: “Inmiddels ben ik er iets beter in geworden, maar ik haal er nog steeds geen plezier uit. Nee, voor mij geen langebaan, hoor.” Met dank aan Parkhotel Tjardaa, Oranjewoud. Helden Magazine 70 Het interview met Xandra en Michelle Velzeboer komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Shorttrack

Jens van’t Wout: ‘Naast schaatsen kan ik helemaal niets’

Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Meditaties Was er na schaatsen nog meer moois het afgelopen jaar? “Ik leef voor het schaatsen, doe daarnaast niet zoveel. Nou... Ik heb net mijn motorrijbewijs gehaald. Eigenlijk keek ik altijd naar auto’s, maar mijn pa heeft me overtuigd dat ik een motor moest kopen. Die heb ik nu net helemaal uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet. Dat is wel een grote hobby geworden. O ja, en er zijn wat tatoeages bijgekomen. Het Japanse teken voor ‘leven in het nu’ staat vers op m’n onderarm getatoeëerd. Die heeft oud-shorttracker Dylan Hoogerwerf gezet. Vorig jaar werd jou in Helden gevraagd wie je een heel mooie vrouw vond en toen fluisterde je broer Melle je in dat je moest roepen: ‘My future girlfriend.’ Wat als ik je nu dezelfde vraag stel? “Dan zeg ik: Zoë! Sinds 27 september heb ik een relatie met shorttrackster Zoë Deltrap.” Handig, een vriendin die ook in de nationale selectie zit. “Ja, ik heb geen groot sociaal leven. En er is veel begrip als ik hard moet trainen, omdat Zoë precies weet wat erbij komt kijken om een goede shorttracker te zijn. We trainen twee keer per dag van maandag tot en met zaterdag. Zoë werkt ook heel hard, maar helaas heeft ze een hernia gekregen afgelopen zomer.” Jullie zijn als gezin toen je jong was eerst naar Canada verhuisd en daarna weer terug naar Nederland. Voor de sport zijn je broer en jij nu in de buurt van Heerenveen gaan wonen. Is de band met je ouders veranderd? “We zijn als gezin superclose. We knuffelen wat af met z’n vieren. Ik luister altijd naar ze, omdat ze gewoon veel meer ervaring hebben en er heel veel dingen gebeurden toen we in Nederland kwamen wonen. Mijn vader is bijvoorbeeld altijd bezig met gevoelens en energieën. Als ik ergens last van heb, dan probeert hij het altijd met energie te verhelpen. Meditaties en ademhaling, dat is helemaal zijn ding. Zijn migraines zorgden ervoor dat hij ging zoeken naar allerlei out of the box- manieren om dat te verhelpen. Hij is ook gek op sport, dus eigenlijk heb ik thuis mijn eigen mental coach.” Wat een luxe. “Ja, mijn opa, mijn vaders vader, vond dat mijn vader het allemaal zelf moest uitzoeken en daarom heeft hij besloten om het bij ons over een andere boeg te gooien. Hij is heel erg betrokken bij Melle en mij. Ik ben nu met hem meditaties aan het testen en allerlei ademhalingstechnieken.” Jij bent heel close met je broer. Vorig jaar worstelde hij met blessures en ook door dit seizoen heeft hij vanwege een knieblessure een streep moeten zetten. “Het jaar van de Spelen, 2022, gingen we samen de wereld nog over. Daarna kreeg Melle de ene na de andere heftige rugblessure. Alle binnenbanden hadden scheurtjes, waardoor hij de Spelen moest missen. Afgelopen seizoen was hij weer aan het opbouwen, hij kwam weer in het team voor de World Cups. In Duitsland werd hij door iemand onderuit geschaatst met gekneusde ribben tot gevolg. Dit seizoen ging hij weer onderuit door toedoen van een ander en nu is zijn pees in de knie ontstoken. Hij komt elke keer heel sterk terug, maar heeft ook erg veel pech gehad. Hij is zeker nog niet klaar met schaatsen. Eigenlijk richten we ons nu op de Spelen van 2026 in Milaan, dan willen we samen op het ijs staan.” Welke gegevens worden er bijgehouden om jouw prestaties te monitoren? “We hebben in het team een embedded scientist, Bjorn de Laat, die alles bijhoudt en vooral analyseert. Het varieert van de slaap tot hoeveel je naar een telefoonscherm kijkt. We maken ook een aantal keer per jaar een DEXA-bodyscan om spiermassa te monitoren en er zijn elke maand bloedafnames om tekorten in de gaten te houden.” Kijkt een diëtist ondertussen ook naar bijvoorbeeld intoleranties bij voeding? “Zeker. Mijn broer is allergisch voor gluten. Ik heb vooralsnog nergens last van.” Nou ja, je schaatste de laatste tijd met een aangepaste schaats en moest je bij de EK al na één afstand terugtrekken. “In ben in de World Cup geraakt door een Koreaan. Mijn enkel is herstellende van ingescheurde pezen. Ik kom gewoon niet in de schaatsen omdat mijn enkel nog zo gezwollen is. Ik richt me op 15 maart, dan moet ik er staan bij de WK in Ahoy. Er is kans op WK-goud. Ik heb dit seizoen al goud op de 1000 meter, maar het is ook lastig om in eigen land te rijden, natuurlijk.” Waarom? “Er is gewoon meer druk om te presteren als je in eigen land schaatst. Vorig jaar was de WK in Zuid-Korea en toen zag je de Koreaanse shorttrackers zoveel gekke, domme fouten maken. Natuurlijk vind ik het leuk om in Nederland te schaatsen, maar het is ook een beetje spannend.” Taalachterstand Je hebt tot je twaalfde in Canada gewoond waar je aan ijshockey deed. Dat is in Nederland geen nationale sport. Hoe zijn jullie begonnen met shorttracken? “Vroeger vond ik sport vreselijk. Naast schaatsen kan ik ook helemaal niets. In Canada doe je meestal veel sporten: atletiek, basketbal, tennis, voetballen en natuurlijk ook de nationale sport ijshockey. Daarmee zijn Melle en ik gestopt omdat we eigenlijk ook iets te klein voor die sport waren, vergeleken met Canadese jongens. We hadden vaak blessures. We wilden overstappen van ijshockey naar een ‘veiligere’ sport. Dat werd shorttracken. Als je mijn gezicht ziet, dan snap je dat dat een grote misvatting was.” Je doelt op het ongeluk waarbij je een schaats in je gezicht kreeg waardoor je nu de trotse drager bent van een prachtig litteken, wat tegelijkertijd een trademark is geworden. Lachend: “Ja... Je gelooft het misschien niet, maar pas gedurende mijn tweede jaar in Nederland begon ik pas interesse te krijgen voor sport. Melle vond shorttracken meteen heel leuk en ik deed gewoon mee. Ik had er niet bepaald een doel mee. Pas toen ik dertien was en met een team ging schaatsen, begon ik het leuk te vinden. Op een gegeven moment kwam er een coach uit Amerika die een jeugdteam ging samenstellen en zij vond dat Melle en ik talent hadden. Toen zijn we vijf keer per week gaan trainen.” Jij sprak nauwelijks Nederlands toen jullie net weer hier woonden. Hoe zagen de schoolweken eruit? “In Almere moesten we vaak nablijven omdat we met Nederlands echt achterbleven. We hebben een school gevonden in Almere waar we het vwo konden doen in het Engels. Daarna gingen we toch weer naar een andere school en moesten we overstappen naar de havo door de taalachterstand. We zijn geëindigd op het vmbo in Amsterdam omdat we onze sport er ook nog bijhadden. Later heb ik toch nog de havo gedaan omdat ik toen al veel beter Nederlands sprak. Ik kan best goed leren.” Wat vond de leerplichtambtenaar van getalenteerde jonge sporters als jullie? “De school in Amsterdam had twee top- sportmanagers. We zaten in de klas met veel jongens die bij Ajax voetbalden. De mentaliteit was: kom wanneer je kan. Maar het belangrijkste was dat onze ouders zeiden: ‘Je kunt altijd nog studeren, maar je kan nu schaatsen.’ Ik hoor weleens van andere sporters dat ze er verplicht iets naast moeten doen van hun ouders, maar dat lijkt me vreselijk. Hoe kun je je optimaal concentreren op een wedstrijd als je weet dat er nog een toetsweek aan komt? Mijn vader is twee keer gevraagd voor Ajax toen hij jong was, maar dat mocht niet van zijn vader. Daarom wilde hij het graag anders doen met zijn kinderen.” En hoe was het shorttracken te combineren met school? “Twee jaar lang werden we om vijf uur ’s ochtends wakker, gingen we met de bus van Almere naar Amsterdam en daarvandaan met de coach naar Utrecht om te trainen. Vervolgens weer terug met de coach naar Amsterdam om naar school te gaan en daarna voor de tweede training weer naar Utrecht en terug naar Amsterdam met onze coach om vandaar terug te gaan naar ons huis in Almere.” Het had natuurlijk impact op het hele gezin. Als jullie om vijf uur naast je bed stonden, betekende dat vast dat jullie moeder er ook uit moest om het ontbijt klaar te maken. “Ja, mijn ouders zeiden eigenlijk meteen: ‘We doen dit gewoon.’ Toen het beter was om voor onze sport te verhuizen naar Friesland, zodat we in Thialf kon- den trainen, besloten ze meteen in actie te komen. Binnen een jaar maakte Melle al de overstap naar het nationale team en ik binnen drie jaar.” SCHEVE SITUATIE Jij hoort nu bij de wereldtop in het shorttracken en hebt bij spelers van Ajax in de klas gezeten. Een voetballer die een contract tekent bij een club en een shorttracker die bij de nationale selectie komt; daar zit een verschil tussen wat de financiën betreft. “Ja, het is soms oneerlijk verdeeld. Kijk, zij zijn natuurlijk vaker op tv, dus ik snap dat ze meer verdienen, maar als je het vergelijkt met hoeveel wij moeten trainen, dan is het evenwicht ver te zoeken. Het is ook per land verschillend. Shorttrackers in China worden weer veel beter betaald dan wij in Nederland. In deze sport kom je er gewoon niet mee weg als je een beetje talent hebt. Bij ons zitten er mensen in het nationale team die niet betaald worden. Dat gebeurt pas als je bij de top acht van de wereld hoort.” Je bent 22 en verdient al drie jaar je geld met shorttracken. Je moet dus blijven presteren om de A-status van NOC*NSF te behouden. De jongens met wie je traint en in een team rijdt, zijn ook je concurrenten. Hoe bepaalt dat de sfeer in het team? “Aan de oppervlakte lijkt het natuurlijk allemaal koek en ei, maar de verschillen zijn enorm. Soms ben je 24 of 25 en moet je in een bejaardenflat wonen die je ouders betalen om deze sport te kunnen blijven doen. Slechts vijf van de twaalf shorttrackers van het nationale team worden betaald bij de mannen. Dat is natuurlijk een rare, scheve situatie.” Wat is jouw ultieme droom? “Samen met Melle naar de Spelen en dan olympisch kampioen worden. Dat kan samen op de relay, maar natuurlijk ook individueel. Wie er van ons eerste wordt, maakt me in dat geval niet uit.” Dat is nou broederliefde. Maar maakt het je echt niet uit? “Nou... ik denk dat ik zelfs liever heb dat Melle eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee, ik kon hem nauwelijks bijhouden. Hij schaatste ook altijd op kop, was sterker dan ik. En dat hij nu worstelt met die blessures en de Spelen moest missen... Daarom gun ik hem die gouden plak.” Met dank aan Uitgerust voor Zaken, Heerenveen. Helden Magazine 70 Het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Jens van ’t Wout (22) is het boegbeeld van een nieuwe generatie mannelijke shorttrackers. Victoria Koblenko trok naar Heerenveen om kennis te maken in aanloop naar de WK shorttrack (15-17 maart) in Rotterdam. “Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen.” Een jaar geleden stond je met je broer Melle in Helden. Toen gold je nog een beetje als het grote, opkomende talent. Inmiddels zijn we onder andere drie Europese titels en een wereldtitel verder. Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? “Mijn eerste gouden medaille bij de World Cup in Salt Lake City. Ik won de 1500 meter en die overwinning had ik helemaal niet aan zien komen. Het jaar ervoor was ik niet eens in de buurt van een medaille gekomen. Ik won ineens aan het begin van vorig seizoen met een dikke voorsprong. Een dag later won ik ook meteen goud op mijn ‘slechtste’ afstand: de 500 meter.” Heb je al een verklaring voor waarom je ineens wel won? “Ervaring. Ik heb mezelf echt eerst moeten leren kennen om vertrouwen te kunnen halen uit mezelf. Als shorttracker moest ik in heel veel dingen vertrouwen krijgen: dat ik op kop kon rijden, dat ik niet te moe werd of dat ik ingehaald werd aan het einde en dat ik lang genoeg kon wachten voordat ik tot aanvallen overging. Stuk voor stuk zaken die heel grote impact hebben op het ijs. Eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer: ik moet niet te veel denken, maar gewoon doen. Doen wat m’n lichaam wil doen: gewoon schaatsen.” ‘Gewoon’ schaatsen? Jij haalt er goud mee, dus zo gewoon is het niet. “Wat ik bedoel is dat je op je instinct af moet gaan als shorttracker.” ‘Ik denk dat ik zelfs liever heb dat mijn broer eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee’ Veel sporters hoor ik altijd over ‘in een flow komen’. Kun jij mij uitleggen hoe je dat doet? “Ik focus me op het moment. Dat is nu een automatisme geworden, maar voorheen deed ik dat minder. Ik moet niet te veel vooruitdenken. De opdracht is heel simpel: ik moet naar de eerste plek, maar hoe ga ik dat doen? Dat is vaak niet te plannen. Het is een schakel van kleine kettingreacties. Plannen heeft daarom ook niet zoveel zin. Hoe het gaat verlopen? Geen idee. Als je je daaraan kunt overgeven, ben je al een heel eind. Je moet je als shorttracker over kunnen geven aan het nu.” Meditaties Was er na schaatsen nog meer moois het afgelopen jaar? “Ik leef voor het schaatsen, doe daarnaast niet zoveel. Nou... Ik heb net mijn motorrijbewijs gehaald. Eigenlijk keek ik altijd naar auto’s, maar mijn pa heeft me overtuigd dat ik een motor moest kopen. Die heb ik nu net helemaal uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet. Dat is wel een grote hobby geworden. O ja, en er zijn wat tatoeages bijgekomen. Het Japanse teken voor ‘leven in het nu’ staat vers op m’n onderarm getatoeëerd. Die heeft oud-shorttracker Dylan Hoogerwerf gezet. Vorig jaar werd jou in Helden gevraagd wie je een heel mooie vrouw vond en toen fluisterde je broer Melle je in dat je moest roepen: ‘My future girlfriend.’ Wat als ik je nu dezelfde vraag stel? “Dan zeg ik: Zoë! Sinds 27 september heb ik een relatie met shorttrackster Zoë Deltrap.” Handig, een vriendin die ook in de nationale selectie zit. “Ja, ik heb geen groot sociaal leven. En er is veel begrip als ik hard moet trainen, omdat Zoë precies weet wat erbij komt kijken om een goede shorttracker te zijn. We trainen twee keer per dag van maandag tot en met zaterdag. Zoë werkt ook heel hard, maar helaas heeft ze een hernia gekregen afgelopen zomer.” Jullie zijn als gezin toen je jong was eerst naar Canada verhuisd en daarna weer terug naar Nederland. Voor de sport zijn je broer en jij nu in de buurt van Heerenveen gaan wonen. Is de band met je ouders veranderd? “We zijn als gezin superclose. We knuffelen wat af met z’n vieren. Ik luister altijd naar ze, omdat ze gewoon veel meer ervaring hebben en er heel veel dingen gebeurden toen we in Nederland kwamen wonen. Mijn vader is bijvoorbeeld altijd bezig met gevoelens en energieën. Als ik ergens last van heb, dan probeert hij het altijd met energie te verhelpen. Meditaties en ademhaling, dat is helemaal zijn ding. Zijn migraines zorgden ervoor dat hij ging zoeken naar allerlei out of the box- manieren om dat te verhelpen. Hij is ook gek op sport, dus eigenlijk heb ik thuis mijn eigen mental coach.” Wat een luxe. “Ja, mijn opa, mijn vaders vader, vond dat mijn vader het allemaal zelf moest uitzoeken en daarom heeft hij besloten om het bij ons over een andere boeg te gooien. Hij is heel erg betrokken bij Melle en mij. Ik ben nu met hem meditaties aan het testen en allerlei ademhalingstechnieken.” Jij bent heel close met je broer. Vorig jaar worstelde hij met blessures en ook door dit seizoen heeft hij vanwege een knieblessure een streep moeten zetten. “Het jaar van de Spelen, 2022, gingen we samen de wereld nog over. Daarna kreeg Melle de ene na de andere heftige rugblessure. Alle binnenbanden hadden scheurtjes, waardoor hij de Spelen moest missen. Afgelopen seizoen was hij weer aan het opbouwen, hij kwam weer in het team voor de World Cups. In Duitsland werd hij door iemand onderuit geschaatst met gekneusde ribben tot gevolg. Dit seizoen ging hij weer onderuit door toedoen van een ander en nu is zijn pees in de knie ontstoken. Hij komt elke keer heel sterk terug, maar heeft ook erg veel pech gehad. Hij is zeker nog niet klaar met schaatsen. Eigenlijk richten we ons nu op de Spelen van 2026 in Milaan, dan willen we samen op het ijs staan.” Welke gegevens worden er bijgehouden om jouw prestaties te monitoren? “We hebben in het team een embedded scientist, Bjorn de Laat, die alles bijhoudt en vooral analyseert. Het varieert van de slaap tot hoeveel je naar een telefoonscherm kijkt. We maken ook een aantal keer per jaar een DEXA-bodyscan om spiermassa te monitoren en er zijn elke maand bloedafnames om tekorten in de gaten te houden.” Kijkt een diëtist ondertussen ook naar bijvoorbeeld intoleranties bij voeding? “Zeker. Mijn broer is allergisch voor gluten. Ik heb vooralsnog nergens last van.” Nou ja, je schaatste de laatste tijd met een aangepaste schaats en moest je bij de EK al na één afstand terugtrekken. “In ben in de World Cup geraakt door een Koreaan. Mijn enkel is herstellende van ingescheurde pezen. Ik kom gewoon niet in de schaatsen omdat mijn enkel nog zo gezwollen is. Ik richt me op 15 maart, dan moet ik er staan bij de WK in Ahoy. Er is kans op WK-goud. Ik heb dit seizoen al goud op de 1000 meter, maar het is ook lastig om in eigen land te rijden, natuurlijk.” Waarom? “Er is gewoon meer druk om te presteren als je in eigen land schaatst. Vorig jaar was de WK in Zuid-Korea en toen zag je de Koreaanse shorttrackers zoveel gekke, domme fouten maken. Natuurlijk vind ik het leuk om in Nederland te schaatsen, maar het is ook een beetje spannend.” Taalachterstand Je hebt tot je twaalfde in Canada gewoond waar je aan ijshockey deed. Dat is in Nederland geen nationale sport. Hoe zijn jullie begonnen met shorttracken? “Vroeger vond ik sport vreselijk. Naast schaatsen kan ik ook helemaal niets. In Canada doe je meestal veel sporten: atletiek, basketbal, tennis, voetballen en natuurlijk ook de nationale sport ijshockey. Daarmee zijn Melle en ik gestopt omdat we eigenlijk ook iets te klein voor die sport waren, vergeleken met Canadese jongens. We hadden vaak blessures. We wilden overstappen van ijshockey naar een ‘veiligere’ sport. Dat werd shorttracken. Als je mijn gezicht ziet, dan snap je dat dat een grote misvatting was.” Je doelt op het ongeluk waarbij je een schaats in je gezicht kreeg waardoor je nu de trotse drager bent van een prachtig litteken, wat tegelijkertijd een trademark is geworden. Lachend: “Ja... Je gelooft het misschien niet, maar pas gedurende mijn tweede jaar in Nederland begon ik pas interesse te krijgen voor sport. Melle vond shorttracken meteen heel leuk en ik deed gewoon mee. Ik had er niet bepaald een doel mee. Pas toen ik dertien was en met een team ging schaatsen, begon ik het leuk te vinden. Op een gegeven moment kwam er een coach uit Amerika die een jeugdteam ging samenstellen en zij vond dat Melle en ik talent hadden. Toen zijn we vijf keer per week gaan trainen.” Jij sprak nauwelijks Nederlands toen jullie net weer hier woonden. Hoe zagen de schoolweken eruit? “In Almere moesten we vaak nablijven omdat we met Nederlands echt achterbleven. We hebben een school gevonden in Almere waar we het vwo konden doen in het Engels. Daarna gingen we toch weer naar een andere school en moesten we overstappen naar de havo door de taalachterstand. We zijn geëindigd op het vmbo in Amsterdam omdat we onze sport er ook nog bijhadden. Later heb ik toch nog de havo gedaan omdat ik toen al veel beter Nederlands sprak. Ik kan best goed leren.” Wat vond de leerplichtambtenaar van getalenteerde jonge sporters als jullie? “De school in Amsterdam had twee top- sportmanagers. We zaten in de klas met veel jongens die bij Ajax voetbalden. De mentaliteit was: kom wanneer je kan. Maar het belangrijkste was dat onze ouders zeiden: ‘Je kunt altijd nog studeren, maar je kan nu schaatsen.’ Ik hoor weleens van andere sporters dat ze er verplicht iets naast moeten doen van hun ouders, maar dat lijkt me vreselijk. Hoe kun je je optimaal concentreren op een wedstrijd als je weet dat er nog een toetsweek aan komt? Mijn vader is twee keer gevraagd voor Ajax toen hij jong was, maar dat mocht niet van zijn vader. Daarom wilde hij het graag anders doen met zijn kinderen.” En hoe was het shorttracken te combineren met school? “Twee jaar lang werden we om vijf uur ’s ochtends wakker, gingen we met de bus van Almere naar Amsterdam en daarvandaan met de coach naar Utrecht om te trainen. Vervolgens weer terug met de coach naar Amsterdam om naar school te gaan en daarna voor de tweede training weer naar Utrecht en terug naar Amsterdam met onze coach om vandaar terug te gaan naar ons huis in Almere.” Het had natuurlijk impact op het hele gezin. Als jullie om vijf uur naast je bed stonden, betekende dat vast dat jullie moeder er ook uit moest om het ontbijt klaar te maken. “Ja, mijn ouders zeiden eigenlijk meteen: ‘We doen dit gewoon.’ Toen het beter was om voor onze sport te verhuizen naar Friesland, zodat we in Thialf kon- den trainen, besloten ze meteen in actie te komen. Binnen een jaar maakte Melle al de overstap naar het nationale team en ik binnen drie jaar.” SCHEVE SITUATIE Jij hoort nu bij de wereldtop in het shorttracken en hebt bij spelers van Ajax in de klas gezeten. Een voetballer die een contract tekent bij een club en een shorttracker die bij de nationale selectie komt; daar zit een verschil tussen wat de financiën betreft. “Ja, het is soms oneerlijk verdeeld. Kijk, zij zijn natuurlijk vaker op tv, dus ik snap dat ze meer verdienen, maar als je het vergelijkt met hoeveel wij moeten trainen, dan is het evenwicht ver te zoeken. Het is ook per land verschillend. Shorttrackers in China worden weer veel beter betaald dan wij in Nederland. In deze sport kom je er gewoon niet mee weg als je een beetje talent hebt. Bij ons zitten er mensen in het nationale team die niet betaald worden. Dat gebeurt pas als je bij de top acht van de wereld hoort.” Je bent 22 en verdient al drie jaar je geld met shorttracken. Je moet dus blijven presteren om de A-status van NOC*NSF te behouden. De jongens met wie je traint en in een team rijdt, zijn ook je concurrenten. Hoe bepaalt dat de sfeer in het team? “Aan de oppervlakte lijkt het natuurlijk allemaal koek en ei, maar de verschillen zijn enorm. Soms ben je 24 of 25 en moet je in een bejaardenflat wonen die je ouders betalen om deze sport te kunnen blijven doen. Slechts vijf van de twaalf shorttrackers van het nationale team worden betaald bij de mannen. Dat is natuurlijk een rare, scheve situatie.” Wat is jouw ultieme droom? “Samen met Melle naar de Spelen en dan olympisch kampioen worden. Dat kan samen op de relay, maar natuurlijk ook individueel. Wie er van ons eerste wordt, maakt me in dat geval niet uit.” Dat is nou broederliefde. Maar maakt het je echt niet uit? “Nou... ik denk dat ik zelfs liever heb dat Melle eerste wordt. Als ik zie wat hij er allemaal voor doet... Hij trok mij vroeger al altijd mee, ik kon hem nauwelijks bijhouden. Hij schaatste ook altijd op kop, was sterker dan ik. En dat hij nu worstelt met die blessures en de Spelen moest missen... Daarom gun ik hem die gouden plak.” Met dank aan Uitgerust voor Zaken, Heerenveen. Helden Magazine 70 Het interview met Jens van 't Wout komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Als laatste stroomt het racen bij duizendpoot Tom Coronel door zijn bloed. “Max Verstappen is beter dan iedereen die ik ooit heb gezien.” Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Autosport

De vijf gezichten van Tom Coronel

Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Kickboksen

Rico Verhoeven: ‘Je moet mij niet in een doosje willen stoppen’

Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.