Word abonnee
Meer

Honkbal

Duivelse dilemma’s – Kalian Sams

Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.
Kalian Sams (38) reisde de wereld over, van Amerika en Mexico tot Canada en Taiwan. Hij speelde 107 interlands, werd vier keer Europees kampioen en in 2011 wereldkampioen. In 2022 sloot hij zijn honkbalcarrière af bij Amsterdam Pirates. Op 10 april en 28 juni staat Kalian in het theater met zijn voorstelling The Devil’s Home Run om te vertellen over zijn mentale strijd als topsporter en hoe hij de duivel in zich wist te beteugelen. Voor Helden Magazine nummer 76 kreeg Victoria Koblenko een voorproefje. “Het leven is als een honkbalswing.” Kalian Sams Hoe ben je honkballer geworden? “Toen ik een jaar of tien was, gingen mijn ouders uit elkaar. Mijn vader ging op zichzelf wonen en ik bleef bij mijn moeder, broer en zus. Ik zag mijn vader bijna dagelijks, omdat hij me trainde. Honkballen deed ik al van jongs af aan, maar toen werd het voor mij ook een middel om de verbinding met hem te maken en quality time samen te hebben.” [caption id="attachment_20953" align="aligncenter" width="1707"] Kalian Sams[/caption] Was hij het ook die jou als in Den Haag geboren jongen met Antilliaanse roots wist te motiveren om prof te worden? “Absoluut. Mijn vader zag mijn potentie en wilde dat ik het beste uit mezelf haalde. Soms voelde ik druk, omdat ik voor hem zo goed mogelijk wilde presteren. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat hij het goed bedoelde. Mijn vader heeft me geleerd om door te zetten, ook als het moeilijk was. Hij gaf me nooit ruimte om op te geven. Terwijl mijn moeder altijd trots was op alles wat ik deed. Zij was heel zorgzaam en lief, maar ze was ook degene die me normen en waarden bijbracht, en dat is iets waar ik nog steeds veel van merk als ik bedenk hoe ik nu in het leven sta. Ze was er altijd, of ik nou goed of slecht speelde.” Hoe was je relatie met je broer en zus? “Mijn broer zat ook op honkbal, maar hij was niet zo atletisch. Toen ik begon door te breken en naar de top ging, stopte hij met honkbal. Hij was meer bezig met school en had een andere focus. Mijn zusje was altijd mijn maatje. De tijd met haar was voor mij belangrijk, het hielp me de balans te bewaren in de hectiek van mijn sportieve leven.” Zelfmoordgedachten In je theatervoorstelling zien we jouw worstelen met 'demonen' als eenzaamheid, zelftwijfel en faalangst. Wanneer begonnen de negatieve gedachten het te winnen van jouw talent? "Ik denk dat een mens dat niet uitgedaagd wordt om fysiek op het hoogste niveau te presteren nooit op het level kan komen waarop je mentale capaciteit zo onder druk wordt gezet. Die druk en de gevolgen daarvan kunnen topsporters ondervinden. Het begon bij mij met onschuldige negatieve gedachtes, maar het werd beetje bij beetje zo erg dat ik op een gegeven moment zelfs zelfmoordgedachten kreeg. Daarom wilde ik dit vaak onderbelichte onderwerp bespreekbaar maken voor de volgende generatie topsporters, omdat ik weet hoe erg ik daarmee heb gestruggeld. Als ik iemand hiermee zou kunnen redden door mijn verhaal te vertellen, dan is mijn missie al geslaagd.” Helden Magazine nummer 76 Het eerste gedeelte van het interview met Kalian Sams komt voort uit Helden Magazine nummer 76. In deze editie van Helden siert Mathieu van der Poel de cover. De schijnwerpers zijn de komende tijd weer op de inmiddels dertigjarige wielrenner gericht. De klassiekers worden gereden en Van der Poel doet ook weer mee aan de Tour de France. Mathieu van der Poel: ‘Ik kan nog steeds beter’. Voetbal Ook is er veel aandacht voor voetbal. We gingen langs bij Justin Kluivert. Hij is voor het eerst vader geworden en is dé revelatie van de Premier League. Sem Steijn werd lang gezien als de ‘zoon van’. Bij FC Twente is hij uit de schaduw van vader Maurice getreden. Hij lijkt hard op weg naar de titel van topscorer van de Eredivisie, een transfer en – wie weet – een uitnodiging door bondscoach Ronald Koeman. Van de topscorer van de eredivisie gaan we naar de meest besproken speler. Noa Lang maakt de tongen los. Op en naast het veld. We vroegen analisten naar hun mening over de rappende voetballer. Robin van Persie keerde in februari terug bij Feyenoord. Van een rebelse tiener tot hoofdtrainer; Helden zag hem door de jaren heen transformeren. Daarnaast spraken we met de aanvoerster van de OranjeLeeuwinnen en de Ajax-vrouwen, Sherida Spitse. Ze maakt zich op voor weer een EK, terwijl ze een moeilijke periode doormaakt. Openhartig praat ze over haar scheiding van de moeder van haar twee kinderen. Verder gingen we dertig jaar terug in de tijd met Danny Blind. We blikken met de aanvoerder van destijds terug op de gewonnen Champions League én de Wereldbeker met Ajax. Nog veel meer sport Verder in deze editie vertelt Ellen van Dijk over het moederschap, een crash en de race tegen de klok om de Spelen in Parijs te halen. Max Verstappen gaat dit seizoen op voor zijn vijfde wereldtitel in de Formule 1 en dat wordt een fikse opgave in een jaar waarin hij ook voor het eerst vader wordt. Wat verwachten analisten Christijan Albers, Tom Coronel en Giedo van der Garde van Max in 2025? Carlos Alcaraz is de populairste tennisser van dit moment. Helden sprak de 21-jarige Spanjaard in een exclusief interview. Als laatste laat hockeyster Felice Albers een andere kant van zichzelf zien in Heldenpraat en deelt waterpolokeepster Laura Aarts haar foto’s in de rubriek Me, My Selfie & I.

Waterpolo

Jelto Spijker: ‘Ik kies ervoor om ermee te koop te lopen’

Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  
Jelto Spijker Jelto Spijker (24) is een opvallende verschijning in de machowereld van het waterpolo. De keeper, die uitkomt in de Duitse competitie, had zeven jaar geleden zijn coming-out. Dit is zijn verhaal. “Als ik voetballer was geweest, was ik nooit uit de kast gekomen.” “Acht was ik toen ik via Aqua Fun, een jeugdprogramma waarbij alle watersporten aan bod kwamen, met waterpolo in aanraking kwam. Ik vond het leuk, kreeg een uitnodiging om bij ons in Veenendaal naar een wedstrijd van het eerste van VZC te komen kijken met mijn moeder. Toen ik dertien van die kleerkasten in badjas op zag komen en vervolgens voor spektakel in het water zag zorgen, was ik verkocht. Op mijn tiende werd ik keeper. Ik was niet de snelste zwemmer en ook niet altijd gemotiveerd om na balverlies heel hard terug te zwemmen. De trainer stelde voor om het eens als doelman te proberen. Waterpolo was heel belangrijk voor mij. Toen ik vier was, overleed mijn vader bij ons in de huiskamer aan een herseninfarct. Alles kwam vanaf dat moment op de schouders van mijn moeder terecht. Zij moest voor brood op de plank zorgen en er tegelijkertijd voor mijn drieënhalf jaar oudere broer Paul en mij zijn. De vaderfiguur die ik thuis miste, vond ik in het waterpolo. Er waren regels, er was discipline en de jeugdtrainers waren er om daarop te hameren. Ik leerde hoe ik me diende te gedragen en hoe ik met anderen om moest gaan. Lange tijd dacht ik dat het gemis van mijn vader geen grote impact op mij had. Ik was zo jong toen hij overleed, had amper echte herinneringen aan hem. Ik had last van woedeaanvallen, was niet de makkelijkste in de omgang, lag moeilijk in de groep en voelde me vaak onbegrepen. Met mijn broer had ik ook altijd ruzie. Ik denk dat het allemaal te maken had met het feit dat er thuis geen vader was. In de puberteit, zo rond mijn vijftiende, kreeg ik mijzelf meer onder controle. Op mijn zestiende kreeg ik het gevoel dat ik op jongens viel. Ik wilde het eerst zeker weten, bedacht: als ik nou probeer het mooiste meisje van de klas te versieren... Het lukte, maar toen ik met haar was, kreeg ik al heel snel de bevestiging van wat ik al dacht: ik val op mannen. Dat meisje van destijds is nog steeds een van mijn beste vriendinnen. Helden Magazine nummer 73  Het eerste gedeelte van het interview met Jelto Spijker komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden. In Liverpool krijgt hij nu te maken met nieuwe trainer Arne Slot en zijn assistent John Heitinga. Kan hij The Reds ook bij de hand nemen?  Voetbal  Naast Gakpo, waarbij het in het verhaal ook gaat over zijn tijd bij regerend landskampioen PSV, ook een uitgebreid interview met John de Wolf. Hij vertelt over zijn tijd met Arne Slot, Quilindschy Hartman, alzheimer en zijn imago. We maken ook kennis met het nieuwe kroonjuweel van Ajax: Jorrel Hato. In een turbulente periode bij de Amsterdamse club, ontwikkelt hij zich stormachtig. Ian Maatsen had een geweldig seizoen: haalde de Champions League-finale, kreeg een uitnodiging voor het EK en maakte een transfer naar Aston Villa. Hij doet zijn bijzondere verhaal en Lasse Schöne blikt terug op de Europa League-finale van 2017.   Wielrennen  Tom Dumoulin liet in 2015 in de Ronde van Spanje voor het eerst zien dat er een ronderenner in hem schuilde. Hij blikt uitgebreid terug op zijn indrukwekkende carrière. Een geweldige loopbaan had ook Annemiek van Vleuten. Aan de hand van foto's neemt ze ons, in aanloop naar de Tour de France Femmes die in Nederland start, mee terug in de tijd. De Tour de France voor vrouwen eindigt op Alpe d'Huez. Peter Winnen weet wat het is om te winnen op 'de Nederlandse berg'; hij flikte het twee keer. Hij neemt ons mee.  Paralympische Spelen  Paralympisch boegbeeld en atlete Fleur Jong kreeg bezoek van Victoria Koblenko. Niels Vink, een van de beste quad-rolstoeltennissers, vertelt zijn verhaal. Dat doet ook verspringer en sprinter Joël de Jong, kind van een donorvader en op jonge leeftijd getroffen door botkanker. Dinja en Joeri van Liere vormen een bijzonder duo: Dinja nam als dressuuramazone deel aan de Olympische Spelen in Parijs, terwijl haar broer Joeri, die als motorcrosser een dwarslaesie opliep, naar Parijs gaat als rolstoelbasketballer. Een dubbelinterview.  

Zaalvoetbal

Heldenpraat met Saïd Bouzambou

Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.
Saïd Bouzambou (34) groeide op in armoede en spelen bij een echte voetbalvereniging behoorde daardoor niet tot de mogelijkheden. Toen het Jeugdfonds Sport & Cultuur in beeld kwam en hij steun kreeg, veranderde dat. Ruim dertig jaar later zet Saïd zich nu zelf in voor kansarme jongeren en is hij uitgegroeid tot de meest ervaren speler van het Nederlands futsalteam. Met Oranje maakt hij zich op voor het eerste WK (14 september – 6 oktober in Oezbekistan) in 24 jaar. Tijd om Saïd beter te leren kennen. Saïd Bouzambou Van deze voetballer had ik vroeger posters op mijn slaapkamer hangen... “Raúl González van Real Madrid. Ik ben opgegroeid in het Real-tijdperk met Luís Figo, Zinédine Zidane, de Braziliaanse Ronaldo en dus ook Raúl. Hij was toen al een clublegende. Raúl is net als ik linksbenig en ook heel nuchter. Ik keek enorm naar hem op.” Zo ziet mijn ochtendroutine eruit... “Eigenlijk een beetje de standaarddingen: opstaan, tandenpoetsen en douchen. Dan komt voor mij het gebed, net als de meeste moslims bid ik vijf keer per dag.” Lachend: “Daarna is het vaak haasten, omdat ik erachter kom dat ik toch weer te laat ben opgestaan en te weinig tijd had.” Dit is mijn go-to skillmove... “De fake of de kap. In de wedstrijd gebruik ik ze allebei veel. Je kan daarmee vrij makkelijk een verdediger op het verkeerde been zetten. Ik ben van de effectieve skillmoves. Tijdens wedstrijden hoor ik verdedigers vaak al roepen: ‘Hij gaat kappen!’ Het is algemeen bekend in de eredivisie.” Dit zou ik heel graag willen leren... “De Spaanse taal. Het leren gaat een beetje op en af nu. De ene keer ben ik bezig met een app, dan weer met een boekje. Ik zou er eigenlijk wat meer consistent in moeten worden.” Ik zou graag een dagje willen ruilen met... “De minister-president. Ik ben heel benieuwd hoe zo’n dag eruitziet.” Lachend: “Het lijkt van een afstand altijd op veel praten, maar weinig doen.” Dit is mijn favoriete voetbal-herinnering... “De Champions League-finale van 2014. Real Madrid won die finale van Atlético Madrid. Sergio Ramos kopte in blessuretijd de gelijkmaker binnen en in de verlenging scoorde Real drie keer. Fantastische wedstrijd.” Deze serie raad ik iedereen aan... “Earth op de BBC. Het is een natuurserie die vertelt hoe de wereld in elkaar steekt. Niet alleen heel mooi, maar ook leerzaam.” Als ik kon tijdreizen, ging ik naar... “De tijd van onze profeet Mohammed; een heel bijzondere man en het beste voorbeeld dat je als moslim kunt hebben. Ik zou in die tijd willen leven met hem en de mensen om hem heen.” Een sporter die ik heel erg bewonder is... “Cristiano Ronaldo. Als je hem afgelopen EK ook weer zag; hij raakte geen pepernoot meer, maar was nog zo gedreven en hongerig. En dat terwijl hij alles al heeft gewonnen. Als ik naar mezelf kijk, merk ik toch dat op een bepaalde leeftijd de honger iets minder wordt.” Als ik een andere sport mocht kiezen, dan koos ik voor... “Tennis en padel vind ik beide leuk om te doen. Padel heeft componenten die zaalvoetbal ook heeft. Korte bewegingen, snel draaien, snel reageren, op de voorvoeten staan en het is ook heel explosief. Ook ideaal om je core nog extra te trainen.” Dit is mijn mooiste eigenschap... “Slecht tegen mijn verlies kunnen. Ik wil ten koste van alles winnen en laat niks aan het toeval over. Sommige mensen zullen het een slechte eigenschap vinden, maar ik vind het juist een mooie eigenschap. Het heeft me ver gebracht. Niet alleen met zaalvoetbal, maar ook op de werkvloer en op school.” Dit is mijn mooiste jeugdherinnering... “Tot ’s avonds laat voetballen op de pleintjes met vrienden. Geen mobiele telefoons, camera’s en playstations. Alleen vrienden en een bal.” Dit doe ik het liefst in de zomer... “Naar het strand gaan. Ik ben echt een strandganger. Ik woon al mijn hele leven in Zeeland, dan groei je op met het strand in de achtertuin.” Helden Magazine nummer 73 Heldenpraat met Saïd Bouzambou komt voort uit Helden Magazine nummer 73. Deze editie staat in het teken van het nieuwe voetbalseizoen, biedt uitgebreide aandacht voor wielrennen en besteedt ruimschoots aandacht aan de Paralympische Spelen. Cody Gakpo, de ster van het Nederlands elftal bij het afgelopen EK, siert de cover van Helden.

Waterpolo

Simone van de Kraats: ‘Wij willen laten zien dat we geen eendagsvliegen zijn’

Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.
Simone van de Kraats Simone van de Kraats (23) werd vorig jaar wereldkampioen met de waterpolovrouwen en verkozen tot beste speelster van de wereld. Afgelopen januari veroverde ze ook nog de Europese titel. In Parijs gaat ze voor een olympische medaille. In Helden Magazine nummer 72 een gesprek over waterpologenen, het geloof, het lichaam, wapens, ongelijkheid en het belang van een olympische medaille in Parijs. “Ik vind het heerlijk om mijn hersens te laten kraken.” Wereldkampioen “Wij hebben op dit moment zo’n goede groep, tal van speelsters zijn van wereldklasse en spelen bij de beste clubs van de wereld. Dat we vorig jaar in Fukuoka de wereldtitel pakten door in de finale Spanje te verslaan na penalty’s was voor ons een geweldige ervaring. Wij speelden zo vrij. Het was de bekroning van de weg die al een tijd geleden is ingeslagen. Ik was zeventien toen ik bij het Nederlands team kwam, dat was in 2018. We waren er in 2021 bij tijdens de Spelen en werden zesde. In 2022 pakten we brons bij het WK, vorig jaar pakten we zilver in de wereldbeker en werden we wereldkampioen en dit jaar pakten we ook goud bij het EK. Onze Griekse bondscoach Evangelos Doudesis heeft een groot aandeel in het succes. Ik vind het wel belangrijk aan te geven dat zijn voorganger Arno Havenga al gestart was met het bouwen van het fundament, Eva was toen assistent. We hebben in de jaren voordat Eva het overnam successen gehad en ook de nodige sportieve tegenslagen, die hebben wij gebruikt om uiteindelijk succesvol te kunnen zijn. Van tegenslagen leer je het meest als je echt in de spiegel durft te kijken als individu en als team. Eva heeft ervoor gezorgd dat alle koppies dezelfde kant op staan, we gaan voor elkaar door het vuur. Dat we elkaar alles gunnen, is de kracht van het Nederlands team. We hebben de afgelopen tijd heel veel belangrijke wedstrijden gespeeld en daarin maakt het niet uit wie scoort of de assist geeft. Je wordt er niet op aangekeken als je een keer een mindere wedstrijd speelt, omdat de speelsters weten dat iedereen alles geeft. Je ziet bij veel teams toch vaak dat speelsters zich onttrekken aan de groep als ze minder spelen of juist uitblinken. Dat zie je bij ons niet. Dat is echt onze kracht. We hebben van de wereldtitel genoten, maar heel lang konden we er ook weer niet bij stil blijven staan. Daarna was er al snel weer een EK in eigen land, dat we ook wonnen, weer drie weken later was het WK in Doha waar we vijfde werden en nu maken we ons op voor de Spelen. En dat allemaal binnen een jaar tijd. En dan zijn er ook nog de wedstrijden met de club. Het geeft wel een beetje aan hoe hectisch ons leven is.” Waterpologeslacht “Waterpolo zit bij mijn drie jaar jongere broertje Thomas en mij in de genen. Mijn ouders speelden allebei in het eerste van De Waterkip – DWK – in Barneveld, hebben elkaar ontmoet in het zwembad. Als mijn vader en moeder een wedstrijd hadden, werden wij in het kinderbadje gedropt. Met onze vriendjes en vriendinnetjes van wie de ouders ook in het eerste speelden, waren wij lekker met een balletje aan het gooien. Als mijn vader en moeder hun wedstrijd hadden gespeeld, gooide ik vaak de bal in het grote zwembad en riep: spelen? Het was dus heel voor de hand liggend dat Thomas en ik ook gingen waterpoloën. Ik speelde op mijn dertiende al in het eerste van DWK en vertrok redelijk snel naar Polar Bears in Ede. Op mijn zeventiende, in 2018, debuteerde ik voor het Nederlands team, en na twee landtitels vertrok ik in 2021 naar Mataró, een topclub in Spanje. In Barneveld, waar ik ben geboren en nog vaak kom, leeft waterpolo enorm. Veel mensen daar zijn betrokken bij DWK. Als ik daar over straat loop, word ik vaak aangesproken. Na het WK was dat helemaal het geval. Mensen weten ook precies wat ik heb gepresteerd met Oranje en met m’n club, houden me goed in de gaten. Heel leuk. Op mijn beurt blijf ik DWK op de voet volgen. En niet alleen omdat mijn broer daar in het eerste zit en mijn vader zijn coach is. Het blijft toch ‘mijn clubje’ en Barneveld blijft mijn thuis.” Helden Magazine nummer 72 Het eerste gedeelte van het interview met Simone van de Kraats komt voort uit Helden Magazine nummer 72. Het extra dikke zomernummer van Helden staat volledig in het teken van drie grote sportevenementen: het EK voetbal in Duitsland, de Tour de France en de Olympische Spelen in Parijs. Op de cover van de 204 pagina's tellende editie schitteren drie rolmodellen van wereldklasse uit de Nederlandse atletiek: Femke Bol, Sifan Hassan en Lieke Klaver. Wat is het geheim van hun succes? Experts zoals Ellen van Langen, Caroline Feith, Bart Bennema en Gregory Sedoc delen hun inzichten. EK voetbal De sportzomer van 2024 wordt afgetrapt met het EK voetbal, dat op 14 juni begint. In deze Helden een verhaal over Ronald Koeman. Onder andere Frank Rijkaard, Ruud Gullit, broer Erwin Koeman, Guus Hiddink, Jordi Cruijff en Rafael van der Vaart delen hun mening over de bondscoach van het Nederlands elftal. Verder ging Helden naar Milaan voor een interview met revelatie Tijjani Reijnders en zijn vrouw. Daley Blind 106-voudig international - bespreekt zijn indrukwekkende carrière aan de hand van foto’s. Brian Brobbey over de bondscoach, Marco van Basten, zijn toekomst, zijn roots en racisme. Arie Haan gaat vijftig jaar terug in de tijd, naar het WK voetbal in West-Duitsland dat eindigde met een nationaal trauma. Jan Wouters blikt terug op het gewonnen EK van 1988, ook in Duitsland. Het is nog altijd de enige hoofdprijs van Oranje. Tour de France  Na het EK volgt de Tour de France, van 29 juni tot en met 21 juli. In deze Helden lees je een interview met sprinter Fabio Jakobsen en een portret van Mathieu van der Poel, die ook de olympische wegwedstrijd in Parijs rijdt. Jeroen Blijlevens en Steven de Jongh, ploegleiders bij Lidl-Trek, vertellen hun verhaal, en we vragen ons af: kan Sepp Kuss na de Vuelta ook de Tour winnen? Olympische Spelen De Olympische Spelen vinden plaats van 26 juli tot en met 11 augustus. Chef de mission Pieter van den Hoogenband kijkt terug op zijn gouden race twintig jaar geleden. Turnster Sanne Wevers bereidt zich voor op haar laatste kunstje, baanwielrenner Harrie Lavreysen spreekt over hoge verwachtingen, en BMX’er Niek Kimmann over zijn post-olympische dip. Sharon van Rouwendaal gaat voor goud in het openwater en roeizussen Bente en Ilse Paulis geven een dubbelinterview. Bovendien gingen we op bezoek bij Tes Schouten, Caspar Corbeau en Arno Kamminga, de drie schoolslagmusketiers. Alle drie zijn ze een medaillekandidaat in Parijs. Voor het eerst sinds 1992 plaatse een Nederlands duo zich op de 500 meter kanosprint voor de Spelen. Hoog tijd om kennis te maken met Selma Konijn en Ruth Vorsselman. Triatlontopper Maya Kingma stelde ernstige misstanden aan de kaak binnen het topsportprogramma van de triatlonbond. Dat werd de triatleet niet door iedereen in dank afgenomen. Joost Luiten is sinds kort vader en worstelde met golfyips. In aanloop naar de KLM Open, die hij twee keer won, doet hij zijn verhaal.

Motorcross

Collin Veijer: Motormuis

Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.
Collin Veijer (19) zorgde er vorig seizoen voor dat Nederland voor het eerst sinds 33 jaar weer een Grand Prix-winnaar heeft in de motorsport. Op 12 november won hij de GP van Maleisië en dat in zijn debuutjaar. In aanloop naar zijn tweede seizoen in de Moto3, dat op 8 maart van start is gegaan, legden we hem in Helden Magazine 71 vier stellingen voor. Een gesprek over aandacht van vrouwen, motorsport-DNA, het Max Verstappen-effect en de wereldtitel. Sinds mijn eerste Grand Prix zege in de Moto3-klasse heb ik over aandacht van vrouwen niet te klagen Lachend: “Ik kijk daar eerlijk gezegd niet heel erg naar. Ik kreeg wel wat meer DM’s op Instagram binnen van vrouwen dan ik normaal krijg.” Wat is er allemaal veranderd in je leven na de overwinning op 12 november vorig jaar? “Vooral de aandacht. In de kring mensen die ik om mij heen heb, is er niks veranderd. Maar van buitenaf zie je wel dat wanneer je succes hebt, mensen je ineens heel leuk vinden. Daar zitten veel goede mensen tussen, maar ook wat mindere.” Heb je na de overwinning contact gehad met de laatste Nederlandse Grand Prix-winnaar Hans Spaan? “Ik heb geen persoonlijk contact met hem gehad, maar via Ziggo kreeg ik wel een videoboodschap van hem te zien. Dat was erg leuk.” Wat hebben je ouders tegen je gezegd na jouw overwinning? “Mijn vader is er altijd bij en maakt alles van dichtbij mee. Na de race zei hij tegen mij: ‘Leuk dat je hem gewonnen hebt, maar we zijn hier niet om één race te winnen. We zijn hier om er meerdere te winnen. Hou beide benen op de grond en ga niet gek doen.’” Heb je na de eerste GP-zege een cadeautje voor je ouders gekocht? “Nee, voor dat soort dingen zijn wij allemaal iets te nuchter.” Hoe verschilt jouw leven met dat van een normale negentienjarige? Lachend: “Ik krijg iets meer geld dan de gemiddelde negentienjarige. Ik ga sinds mijn zestiende niet meer naar school en ben elke dag aan het trainen. Dat doet de gemiddelde negentienjarige natuurlijk niet, die gaat gewoon nog naar school of is net begonnen met werken.” Wat vinden jouw oud-klasgenoten van wat je nu doet? “Met de meesten heb ik geen contact meer. Degenen die ik spreek, vinden het wel leuk, maar ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen. Ik voel me niet speciaal.” Lachend: “We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.” ''Ik probeer gewoon zo normaal mogelijk tegen iedereen te doen, voel me niet speciaal. We doen allemaal ons ding en aan het einde van de dag poep ik ook gewoon.'' Zou je soms willen dat jouw leven iets meer op dat van een ‘normale’ negentienjarige leek? “Soms wel. Dat probeer ik in te halen in december. Dan kom ik vanuit Barcelona naar Nederland en ga ik naast het trainen af en toe met vrienden op stap en zie ik mijn familie wat meer. Ik ben de rest van het jaar vrij hard voor mezelf. Als ik een keer op stap ga, dan zorg ik dat ik de volgende dag gewoon weer op de fiets zit om aan mijn conditie te werken.” Helden Magazine 71 Het eerste gedeelte van het interview met Collin Veijer is afkomstig uit de tweede uitgave van 2024. De 71ste editie van Helden Magazine is voor het eerst in België te bewonderen! Deze mijlpaal wordt gevierd met twee verschillende sporters op de cover: Estavana Polman in Nederland en Wout van Aert in België. In een openhartig interview deelt Estavana Polman, het gezicht van het Nederlandse handbalteam, haar verhaal over de voorbereidingen op het olympisch kwalificatietoernooi. Daarbij komen ook haar persoonlijke uitdagingen, zoals haar relatie met Rafael van der Vaart, het moederschap en haar blessures ter sprake. Alleskunner Wout van Aert laat dit jaar de Tour de France schieten en kiest voor het eerst voor de Giro d’Italia. De Belgische renner spreekt zich uit over het nieuwe traject, Mathieu van der Poel, Visma-Lease a Bike en de Olympische Spelen. In deze editie van Helden wordt er ook veel aandacht besteed aan voetbal. Esmee Brugts, bekroond als Talent van het Jaar, maakte afgelopen zomer een droomtransfer naar FC Barcelona. Experts laten zich daarnaast uit over Jerdy Schouten, de sleutelspeler van PSV, dat op weg is naar het landskampioenschap en het EK met Oranje in Duitsland. We blikken terug op de legendarische wedstrijd tegen Portugal tijdens het WK van 2006 met Khalid Boulahrouz en bezoeken verdediger Bart Nieuwkoop in Rotterdam. Met Manchester City won Kevin De Bruyne alles wat er te winnen valt. Kenners spreken zich uit over onder meer zijn weergaloze traptechniek en fabuleuze inzicht. In ‘De Dag Dat Alles Misging’ kijken Sigi Lens en Edu Nandlal terug op de vliegtuigcrash in Suriname. Ze hebben de verschrikkelijke SLM-ramp overleefd die zich 35 jaar geleden heeft voorgedaan. Verder in de 140 pagina’s tellende editie deelt marathonloopster Anne Luijten haar bewogen jaar met de lezers. Ze liep de olympische limiet, trouwde, maar verloor ook haar trouwste fan: vader Jos. Zwemfenomeen Ian Thorpe blikt terug op zijn legendarische races en vriendschap met Pieter van den Hoogenband. Victoria Koblenko gaat in gesprek met Ranomi Kromowidjojo, drievoudig olympisch kampioen en zeventienvoudig wereldkampioen zwemmen en kickbokslegende Peter Aerts, een grootheid in Japan, spreekt onder meer over het oprichten van zijn eigen bond LEGEND.

Autosport

De vijf gezichten van Tom Coronel

Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het leven van Tom Coronel speelt zich af in de hoogste versnelling. Altijd, overal. Met een gerust hart kan hij de man met vijf gezichten genoemd worden: coureur, analist, ondernemer, entertainer en echtgenoot/ vader. Maar de kapstok waar alles aan hangt, is het racen. “Dat is waar ik iedere dag mijn bed voor uitkom.” Een monoloog voorafgaand aan een nieuw seizoen Formule 1, dat op 2 maart begint in Bahrein. De coureur “Ik heb een heel irritante prestatiedrang die ik goed kan gebruiken in de autosport en dan maakt het me niet uit waarin ik rijd, zolang het maar vier wielen heeft. Omdat ik het al 34 jaar doe, ken ik inmiddels alle trucjes wel. Ik weet zogezegd waar Abraham de mosterd haalt. Dat is ook het mooie aan racen, je verleert het nooit. Je moet alleen wel kilometers blijven maken om het gevoel scherp te houden, maar in principe word je niet langzamer. En dat blijkt nog altijd, gelukkig. Ik bedoel, ik ben 51 jaar, grijs en kaal, maar ik heb laatst in het Europees toerwagenkampioenschap weer een paar puppy’s laten zien dat je één ding never nooit moet doen: underestimate Tommy. Ik ben nog echt committed. En dat is de reden dat ik soms nog bijzondere dingen op de baan kan laten zien. Dat ik nog altijd zo gedreven ben, heeft een aantal redenen. Eén ervan is het reizen. Ik heb het reizen nodig. Dat is voor mij een soort verslaving. Ik ben in de eerste plaats een circuitdier. Als jij tegen mij zegt: ‘We gaan naar Barcelona’, dan denk ik niet aan die mooie gebouwen, musea of aan het strand. Nee, dan denk ik aan bocht negen. En als jij zegt Frankrijk, dan denk ik aan Paul Ricard. En bij Italië denk ik aan Imola of Monza. Racen is mijn referentie in het leven bij alles wat ik denk of doe. Er is niemand op de wereld die meer races rijdt dan ik. Bijna iedere dag ben ik wel op een circuit om te racen, les te geven, te testen of een presentatie te houden. Omdat ik verslaafd ben. Het is voor mij zowel levensbehoefte als levensstijl. Het racen, het reizen, de gezelligheid op het circuit; een beetje het zigeunerleven. Mijn teambaas François Verbist heeft al gezegd dat hij een zitje voor me vrijhoudt voor komend raceseizoen, in een oude Aston Martin. Vanaf 2001 rijd ik al toerwagens, maar ik wil nu GT’s gaan rijden. Een andere uitdaging. De toerwagens ken ik nu wel. Laatst op Monza was ik bij een test in mijn tweede ronde al twee seconden sneller dan de rest. Dan is het echt tijd voor iets anders. Ik heb mijn hele leven ook al GT’s gereden. In 2001 won ik vier GT-races. Dat is lang geleden, maar ja, een auto is een auto. Zolang je maar weet hoe je ’m de hoek om moet wurmen. Een GT is net even wat sterker, wat robuuster. Die moet je net even wat harder bij z’n ballen pakken. Dat lukt me wel.” Helden Magazine 70 Het eerste gedeelte van het interview met Tom Coronel komt voort uit het eerste nummer van 2024. Jutta Leerdam schittert op de cover van de zeventigste editie van Helden. Ze heeft een grote schare fans en volgers. Hoe kijkt ze naar zichzelf? En hoe kijken anderen naar haar. ‘’Echt, schaatsen staat bij mij altijd voorop.’’ In Helden Magazine 70 is er veel aandacht voor de wintersporten. Het jonge Amerikaanse fenomeen Jordan Stolz vragen we naar zijn geheim en de samenwerking met Irene Schouten en Jillert Anema. Shorttrackzusjes Xandra en Michelle Velzeboer veroveren samen de wereld, een dubbelinterview in aanloop naar de WK in Rotterdam. Collega-shorttracker Jens van ’t Wout ontmoet Victoria Koblenko. Daarnaast is er ook aandacht voor voetbal. Peter Bosz is met PSV hard op weg naar zijn eerste landstitel. De kans is groot dat PSV zijn laatste club is als trainer. Calvin Stengs is helemaal terug, schittert bij Feyenoord en Oranje. We gingen langs bij Calvin, zijn vriendin Beau de Boer – dochter van Frank de Boer – en zoontje Saint. Frits Barend eert Ruud Geels, de vaak verguisde spits die in november overleed en oud-voetballer Michael Mols spreekt over de tumor die in zijn hoofd werd ontdekt. Verder kwam wielrenner Milan Vader in 2022 zwaar ten val, lag in coma en keerde na een lange revalidatie terug aan de top, met dank aan vriendin Ilse Lutke die niet van zijn zijde week. Veldrijdster Fem van Empel is een multitalent, maar het is wel wennen dat iedereen haar vergelijkt met Mathieu van der Poel. Tallon Griekspoor is de beste tennisser van Nederland, we spraken hem samen met zijn broers Kevin en Scott in aanloop naar de ABN AMRO Open. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 70 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw favoriete sporters? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Waterpolo

Bente en Lieke Rogge: Golden sisters

Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Bente (26) en Lieke Rogge (22) werden op 28 juli in Japan wereldkampioen. Het was de eerste wereldtitel in 32 jaar tijd van de Nederlandse waterpolovrouwen. Het succes kwam de zussen niet aanwaaien, ze moesten allebei flinke tegenslagen overwinnen. Helden legde het duo zes stellingen voor. Wij bijten elke dag nog even in die gouden WK-medaille om te kijken of hij wel echt is Bente, lachend: “Dat nou ook weer niet.” Lieke: “Maar hij ligt nog net niet onder m’n kussen.” Bente: “Bij mij is de medaille nog heel prominent aanwezig als je de woonkamer binnenkomt, hij gaat nog een heel mooi plekje krijgen.” Lieke: “Elke keer als ik de medaille aan iemand laat zien, denk ik: o, wat is hij mooi, hè.” Zochten jullie elkaar als eerste op toen jullie na een zenuwslopende finale tegen Spanje, die werd beslist na strafworpen, de wereldtitel veroverden? Bente: “Lieke lag nog met onze keepster en vier andere speelsters in het water, was een van de strafworpnemers. Ik zat met de andere meiden op de bank. Dus Lieke was niet de eerste die ik knuffelde. Daarna zochten we elkaar wel snel op.” Lieke: “Met alle meiden is het speciaal om zo’n moment te delen, maar met je zus is het net wat specialer.” Wat zeiden jullie op dat moment tegen elkaar? Lieke, lachend: “Ik zei: ik ben heel trots op jou.” Bente: “En ik zei in tranen: ik ben ook heel trots op jou.” Het is ook heel bijzonder om samen wereldkampioen te worden. Bente: “Veel mensen zeggen tegen ons: ‘Wat cool dat je dit met je zusje hebt gedaan.’ Wij staan daar normaal gesproken niet zo bij stil, liggen al van jongs af aan samen in het water. Maar elke keer als iemand ons erop wijst dat het mooi en bijzonder is, besef ik dat ook.” [caption id="attachment_19073" align="alignnone" width="2560"] Bente Rogge[/caption] Neem ons eens mee naar de WK-finale op 28 juli. Lieke: “Het momentum wisselde steeds. We stonden eerst achter, daarna voor, vervolgens had Spanje weer de beste papieren.” Bente: “In de vierde en laatste periode kwamen wij drie doelpunten voor. Normaal gesproken is de buit dan binnen.” Lieke: “Ik dacht in die laatste periode: dit gaat goed. Maar ik durfde niet te denken dat we er al waren. Toen we een minuut voor tijd een doelpunt voor stonden, dacht ik: we komen dichtbij.” Bente: “Ik staarde echt naar de klok, dacht telkens: laat de tijd nu alsjeblieft voorbij zijn. Het werd toch weer gelijk: 12-12. Dat was wel even zuur.” Lieke, jij moest een strafworp nemen met een wereldtitel op het spel. Was dat het spannendste moment uit jouw leven tot nu toe? Lieke: “Normaal zou ik zeggen van wel, maar ik was op dat moment zo gefocust. Ik dacht alleen maar: ik ga hem in die hoek schieten en ik gooi op mijn allerhardst. Eigenlijk was ik niet zenuwachtig, terwijl ik dat vooraf wel had verwacht. Ik was zenuwachtiger voor de andere meiden die er een moesten nemen.” En Bente, was jij juist extra zenuwachtig toen je zusje er een moest nemen? Bente: “Lieke neemt bij onze club ZV De Zaan ook altijd de strafworpen. Als zij er een neemt, zwem ik altijd al terug omdat het een zekerheidje is dat de bal erin gaat. Maar in de WK-finale was het anders, dacht ik: o jee, mijn zusje... Tijdens haar eerste eindtoernooi en met al die druk op haar schouders...” We lazen dat het maken van een moeilijke legpuzzel jullie enorm heeft geholpen om het hoofd leeg te maken tijdens het WK. Lieke knikt: “We hadden een hotelkamer omgebouwd tot woonkamer. Een fijne ruimte om te kunnen ontspannen. Je kon daar Super Mario Kart spelen, koffiedrinken en er lagen puzzels. Wij hebben zelf niet gepuzzeld, maar er waren meiden die niets anders aan het doen waren dan puzzelen.” Bente: “Wij hebben gekleurd, hebben altijd een heel grote kleurplaat mee en het doel is altijd om die af te hebben voor het einde van het toernooi.” Lieke: “Die in Fukuoka was echt heel groot, iets van twee bij drie meter. Het was een wereldkaart met heel veel grote steden erop. De Eiffeltoren, de Toren van Pisa; er stond van alles op wat ingekleurd moest worden.” Bente: “Die kleurplaat plakten we met tape op een van de muren. Op de laatste dag hebben we hem afgemaakt. Net als puzzelen helpt het ons om even het hoofd leeg te maken en te ontspannen in aanloop naar een wedstrijd.” Het was de eerste Nederlandse wereldtitel in het waterpolo in 32 jaar. Wat is het geheim van jullie ploeg? Bente: “Wij hebben een ploeg waarvan de speelsters ook deels zijn geselecteerd op hun karakter. Iedereen zet het team op één, we willen alles voor elkaar doen. De groep is heel hecht, in en buiten het water.” Hebben jullie speciale sessies gehad om deze groep zo hecht te maken? Lieke: “We doen af en toe leuke dingen met elkaar, maar in deze groep was er op voorhand weinig voor nodig om heel hecht te worden. We hoefden niet met elkaar rond de tafel om te bespreken hoe iemand benaderd moest worden of om onze karaktereigenschappen in kaart te brengen. De sleutel van ons succes is voor mijn gevoel dat iedereen zichzelf mag en kan zijn. Als iemand even een momentje voor zichzelf wil hebben, dan maakt niemand daar een punt van. Of als iemand bij je aanklopt, dan probeer je te helpen. Doordat het zo klikt naast het water, klikt het ook automatisch in het water. Tijdens het WK hebben we twee keer met z’n allen samengezeten en gevraagd hoe iedereen zich voelde en of iemand nog iets nodig had.” Onze gouden medailles hebben heel veel tranen gekost Lieke: “Wat het WK betreft, waren het tranen van geluk.” Lieke, jij werd lang bestempeld als een supertalent, maar besloot in 2019 niet meer voor het nationaal team uit te komen. Pas begin dit jaar maakte jij je debuut. Lieke: “Het was leuk om te horen dat iedereen me een groot talent vond, maar ik had wel altijd het gevoel dat ik de verwachtingen waar moest maken. Waterpolo begon me steeds meer tegen te staan. Ook doordat de verwachtingen zo hoog waren bij mij en iedereen dacht dat het mij zo makkelijk afging, bleef ik maar doorgaan. Op een gegeven moment had ik het helemaal niet meer naar mijn zin. In 2019 zou ik de overstap maken naar de A-selectie. De Spelen in Tokio kwamen eraan, de voorbereiding was in volle gang en ik moest fulltime mee in het programma. Het trainen ging me zo tegenstaan, ik stapte elke dag met tegenzin in de auto. Ik zei bijna elke dag tegen Bente: ik heb echt geen zin vandaag. Als de training voorbij was, kwam de opluchting. Ik heb maanden, misschien wel een jaar met dat gevoel rondgelopen. Op een dag stond ik in het krachthonk, ik deed een oefening die net te zwaar voor me was. De stang viel en voor mijn gevoel viel op dat moment ook mijn hele ziel op de grond. Ik begon heel hard te huilen. Bente stond naast me en zei: ‘We gaan nu naar de bondscoach, want je trekt het gewoon niet meer.’ Ik heb tegen Arno Havenga, destijds de bondscoach, verteld dat ik wilde stoppen, omdat ik het echt niet leuk meer vond. Na dat gesprek bracht de videoman me naar het station. Ik belde mijn beste vriendin toen ik op de trein stond te wachten en vertelde dat ik was gestopt. Er viel een last van mijn schouders. Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan. Een burn-out vind ik een zwaar woord, maar misschien was het dat wel.” Lieke: 'Ik kan er nu nog emotioneel van worden. Zo moeilijk was het om te accepteren dat wat ik altijd het liefste deed in mijn leven, me zo was gaan tegenstaan'. Bente: “Lieke was er heel goed in om in het zwembad de schijn op te houden dat het allemaal goed ging. Ik hoorde wat voorafging aan elke training en dat maakte het niet leuker om samen naar een training te gaan. Ik probeerde haar elke keer te motiveren, zei: we gaan gewoon even trainen, het komt wel weer goed. En dat maandenlang. De ene keer was het heftiger dan de andere keer. Vooral in periodes met veel wedstrijden ging het beter, daar haalde ze plezier uit. Maar als we lange tijd in Zeist moesten trainen, had ze het zwaar. Ik heb vaak gevraagd: als je je zo voelt, waarom doe je het dan nog? Daar kon ze niet echt antwoord op geven en dan weet je dat het een keer fout gaat, dan ga je over de grens.” Lieke: “Ik lachte het altijd maar een beetje weg. Toen ik het tegen de bondscoach vertelde, zei hij: ‘Ik vind het zo erg dat ik het niet aan je heb gezien.’” Hoe ging het nadat het besluit was genomen? Lieke: “Ik viel een beetje in een zwart gat. Ik bleef wel bij de club spelen, ging van een fulltime programma naar vier keer in de week anderhalf uur trainen. Ik heb veel getwijfeld, dacht: heb ik wel goed gedaan aan dit besluit? En er waren ook momenten dat ik dacht: is dit het nou? Je kon ook bij de club aan m’n gezicht zien dat ik er niet het plezier in had van vroeger. Ik was heel erg zoekende. Met mijn vriend, die ook waterpoloër is, ging ik geregeld krachttraining doen. Dat vond ik wel leuk. Hij heeft me ook heel erg geholpen, hielp mij om dingen kleiner te maken, omdat ik de neiging had om dingen in mijn hoofd veel groter te maken dan ze waren. Hij kon me rustig maken.”   Hoe kwam de terugkeer bij het nationaal team tot stand? Lieke: “We speelden in december vorig jaar Europa Cup met De Zaan tegen Europees kampioen Olympiakos en verloren met 15-16. Niemand had verwacht dat wij het als clubje uit Nederland zo goed zouden doen. Ik begon te huilen van blijdschap toen ik het water uitstapte, had er eindelijk weer zoveel plezier in. Een week later belde de nieuwe bondscoach Evangelos Doudesis of ik misschien terug wilde keren. Ik zei: als je me dat twee maanden terug had gevraagd, had ik je uitgelachen en ‘nee’ gezegd. Ik had net mijn diploma fysiotherapie gehaald en dacht toen de bondscoach me vroeg: ik voel me goed, waarom niet? Het vuurtje was weer aangewakkerd.” Bente, jij hebt ook een lastige periode achter de rug. De vorige bondscoach, Arno Havenga, besloot je niet mee te nemen naar de Spelen in Tokio. Bente: “Dat was een zwarte dag. Ik heb mentale coaching nodig gehad om weer verder te kunnen.” Zag je de beslissing van de bondscoach niet aankomen? Bente: “In eerste instantie niet, ik had voor mijn gevoel een bijdrage geleverd aan de olympische kwalificatie. Nadat we zeker waren van deelname aan de Spelen ben ik naar Amerika gegaan om mijn studie biomedische wetenschappen af te ronden. Toen ik in Arizona zat, heb ik een paar maanden weinig contact gehad met de bondscoach. Na terugkomst ontstond er wat meer twijfel, zei een stemmetje in mijn hoofd dat ik weleens de laatste zou kunnen zijn die ging afvallen voor de Spelen. Tijdens een trainingskamp voor Tokio had iedereen een persoonlijk gesprek met Arno en toen voelde ik echt dat het voor mij de verkeerde kant op ging vallen. Drie dagen later werd de definitieve selectie bekend en ik had al gezegd tegen mensen om me heen: bereid je er maar op voor dat jullie mij op moeten vangen, want ik ga denk ik niet mee naar de Spelen.” Hoe was je eraan toe toen het onheilspellende bericht kwam? Bente: “Ik wilde alleen maar op bed liggen, wilde niets zien op social media van wat er in aanloop naar de Spelen werd gedeeld door ploeggenoten. Ik heb ook heel weinig van de Spelen in Tokio meegekregen.” Lieke: “Ik wist hoe graag ze naar de Spelen wilde en hoe hard ze ervoor had gewerkt. Haar droom werd haar ontnomen en ik zag hoeveel pijn dat haar deed. Ik vond het heel moeilijk om haar zo verdrietig te zien. Aan de andere kant heeft het misschien ook geholpen dat ik ook niet helemaal in het waterpolo zat op dat moment, waardoor we samen afleiding konden zoeken. We zijn in die periode voor het eerst in tien jaar met onze ouders op vakantie gegaan. We hebben veel gesurft in Frankrijk, konden even loskomen van het waterpolowereldje.” Heb je overwogen helemaal met waterpolo te stoppen, Bente? Bente: “Mijn eerste ingeving was: ik kap ermee. Mijn omgeving zei: ‘Geef het eerst even wat tijd, want je kunt nu geen rationele beslissingen nemen.’ Na een maand of twee voelde ik dat ik waterpolo nog veel te leuk vond. Ik zou alleen mezelf ermee hebben als ik stopte.” Hoe hebben de tegenslagen jullie gevormd? Lieke: “Het heeft Bente nog meer gevormd. Voor mij was het belangrijk dat ik het plezier weer terug ging vinden. Bente werkte er keihard voor en toch viel ze er net naast...” Bente: “Ik had de eerlijkheid van onze huidige bondscoach nodig, wilde van hem horen wat ik beter moest doen. Evangelos was voorheen assistent van Arno Havenga en heeft heel eerlijk aangegeven waarom ik in 2021 niet klaar was voor de Spelen. Hij zei dat ik misschien wat te comfortabel was met hoe alles ging. Hij had misschien wel een punt, want ik heb me nooit zorgen gemaakt om mijn plek bij het nationaal team. Ik heb altijd keihard gewerkt, maar ben nu nóg scherper, ben me er meer van bewust dat ik elke dag bezig moet zijn met dingen die nog iets beter kunnen.” Ben je wat meer een twijfelaar geworden? Bente: “Zeker weten, en daar heb ik nu nog steeds last van. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt echt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd. De prestaties die we de afgelopen tijd hebben geboekt, helpen daar natuurlijk bij.” Bente: 'Ik heb er nog steeds last van dat ik vlak voor de Spelen afviel. Mijn zelfvertrouwen is flink naar beneden gehaald. Het duurt wel even voordat je dat weer hebt opgebouwd.' Lieke: “Jij bent het slot op de verdediging. Sinds je bent afgevallen voor de Spelen heb je weer een stap gemaakt. Aanvallers hebben echt heel veel moeite met jou, dat is zo tof om te zien.” Het is dat we allebei aan waterpolo doen, maar verder zijn we elkaars tegenpolen Bente: “We hebben verschillende karakters, maar tegenpolen zijn we niet. We vinden ook dezelfde dingen leuk: shoppen, lekker lunchen.” Lieke: “We zeggen ook vaak dat we niet alleen zussen, maar ook beste vriendinnen zijn.” Hoe is waterpolo in jullie leven gekomen? Bente: “Ik deed als kind basisplan, de voorloper van wedstrijdzwemmen. Ik had een vriendje dat daarnaast ook aan waterpolo deed. Dat wilde ik ook proberen. Ik was zeven en heb lang waterpolo en zwemmen gecombineerd.” Lieke: “Ik was zes toen ik net als Bente op waterpolo ging. Ik heb ook nog lang op korfbal gezeten, deed op een gegeven moment zelfs vijf sporten tegelijk. Uiteindelijk moest ik kiezen, het was een lastige keuze tussen korfbal en waterpolo.” Wat deed het jou als oudere zus dat Lieke altijd als toptalent werd bestempeld, Bente? Bente: “Ik was aan de ene kant trots, maar het maakte het voor mij tegelijkertijd soms moeilijker. Ik moest er harder voor werken. Maar dat went ook.” Lieke: “Het was voor mij ook niet altijd makkelijk om dat stempel te krijgen. Mensen hadden daardoor sneller de indruk dat het mij allemaal maar aan kwam waaien. Bente heeft een geweldige mentaliteit, zet ergens haar tanden in en laat niet meer los. Dat is iets wat ik minder heb en dat zorgde er misschien mede voor dat ik in 2019 besloot te stoppen bij het nationaal team. Bente is meer een doorzetter dan ik. Ik was er denk ik te veel aan gewend geraakt dat het allemaal makkelijk ging. Op het moment dat het moeilijker werd en ik ergens harder voor moest werken, ging het mis en verloor ik het plezier.” Bente: “Ik kan dingen niet loslaten als iets me nog niet is gelukt. Dat had ik ook na de Spelen die ik miste. Ik was nog niet klaar, kon het niet loslaten. Het mooie van Lieke is juist dat ze zo vrij is als ze in het water ligt, zij doet heel veel op gevoel. Met dat geweldige schot erbij, maakt dat Lieke zo gevaarlijk is.” Jullie hebben ook allebei in Amerika gestudeerd en gespeeld. Bente: “Ik heb mijn studie daar afgerond. Het was de enige plek waar ik mijn studie en waterpolo kon combineren.” Lieke knikt: “De combinatie topsport en studeren is in Nederland heel lastig. Ik heb mijn studie fysiotherapie afgerond omdat ik stopte bij het Nederlands team. Je ziet nu ook dat jeugdspelers in het waterpolo een keuze gaan maken tussen sport en studie. In het waterpolo is niet heel veel geld te verdienen, dus velen kiezen voor school. Doodzonde.” Lieke, jij bent maar een paar maanden in Amerika geweest. Lieke: “Vier maanden. Ik kon daar niet aarden. Amerikanen zijn niet helemaal mijn mensen. Kijk, Bente heeft een ‘Amerika-knop’. Als wij landen in Amerika gaat die aan en is ze ineens net een Amerikaan. Dan herken ik mijn eigen zus niet meer. Ik ben veel te nuchter, eerder een Hollandse boerin. Ik zat met allemaal Amerikaanse meiden in het waterpoloteam. Na een week zeiden meiden al tegen me: ‘I love you so much.’ En weer een week later keken ze me niet aan. In de kleedkamer werd er achter de rug van anderen om flink geroddeld. Misschien zijn wij Nederlanders een beetje hard, maar ik heb liever iemand die rechtdoorzee is. Alles beter dan nep.” Bente: “Ik zat daar al twee jaar toen Lieke kwam, had het geluk dat teamgenoot Maud Koopman ook studeerde aan dezelfde universiteit en er waren nog meer meiden uit Europa. Daardoor werd het makkelijker om mijn weg te vinden daar. Wat betreft die Amerikaknop, dat klopt wel. Ik heb een manier gevonden om mee te gaan in wat Lieke verstaat onder ‘het Amerikaanse gelul’. Ik voel me juist overal heel erg welkom in Amerika. Iedereen vraagt: ‘How are you?’ Met iedereen kun je een praatje maken. Ik vind juist dat dat in Nederland anders is, daar moet je veel meer je best doen als je ergens nieuw in een groep komt.” Jullie zijn wereldkampioen, maar werken allebei naast het waterpolo. De een in de farmaceutische industrie en de ander als fysiotherapeute. Is dat niet raar? Bente: “Wij hoeven niet te werken, maar wij halen er allebei veel energie uit om naast waterpolo andere dingen te doen. We krijgen ook de vrijheid om iets naast onze sport te doen en hebben daar dus voor gekozen. En waterpolo staat op één, hoor. Het is ook fijn om nu al iets achter de hand te hebben. Een topsportcarrière kan ook zomaar voorbij zijn.” Evangelos Doudedis is onze verlosser Bente: “Dat zou betekenen dat het voor zijn komst helemaal niet goed ging; dat is niet zo. Maar ik denk wel dat Eva de sleutel tot succes heeft gevonden voor dit team.” Lieke: “Hij heeft een heel duidelijke visie, stapt daar niet vanaf. En zijn aanpak werkt.” Bente: “Duidelijkheid is precies wat deze groep nodig heeft. We weten allemaal waar we aan toe zijn. Eva probeert ons elke dag een beetje meer mee te nemen in zijn filosofie. Ik denk dat alle speelsters ervan onder de indruk zijn hoe hij zijn visie overbrengt.” Lieke: “En zijn beleving; Eva kan zo opgaan in het spel. Wij zijn veel nuchterder, denken als we hem aan het werk zien: een beetje rustiger kan misschien ook. Tegelijkertijd is het heel mooi om zijn bevlogenheid te zien. En hij blijft ook gewoon een Griek, is veel minder van de planning. Eva denkt: we gaan vandaag trainen en we zien wel hoelang en hoe laat het wordt.” Wat is het verschil met de periode-Havenga? Bente: “Eva zette als assistent van Arno ook al voor een deel de tactische lijnen uit. Het is niet zo dat we nu heel anders te werk gaan. Het grootste verschil is in mijn ogen hoe we als groep met elkaar omgaan. Iedereen krijgt de vrijheid om zichzelf te zijn en is daar ook niet bang voor. Onder Eva is dat gevoel sterker geworden.” Jullie zijn ook allebei onomstreden onder Doudesis. Gaan jullie daarom nog meer door het vuur voor hem? Bente: “Ik wil altijd alles geven, maar zijn beleving, passie en filosofie werken erg aanstekelijk. Als iemand zo heilig ergens in gelooft, zo duidelijk uitspreekt hoeveel vertrouwen hij in ons heeft, dan wil en ga je dat ook geloven.” Lieke: “Dat gevoegd bij de vrijheid die wij krijgen om zijn programma te volgen. Dat is ook fijn voor de mentale gesteldheid, dat je het zo in kunt vullen dat het voor jou fijn voelt. Het is mogelijk om naast de sport te werken of studeren, je mag in het buitenland spelen. Voorheen was het toch vooral de bedoeling om samen te trainen in Zeist, zeker in een olympisch jaar.” Het klinkt als dat jullie meer eigen verantwoordelijkheid hebben. Lieke: “Ja, en daardoor zet je ook makkelijker een stapje extra. Je hebt niet het gevoel dat je alleen maar doet wat je wordt opgedragen. Je moet nog steeds je uren maken en hard werken, maar je kunt de invulling wel voor een deel zelf bepalen.” Als ik ga trouwen is mijn zus de eerste die ik vraag om getuige te zijn In koor: “Ja!”   Bente, jij hebt een relatie met Mick van den Bree, ook jullie hoofdcoach bij ZV De Zaan. En Lieke, jij hebt een relatie met waterpoloër Bradley Sap. Was het bij het aangaan van een relatie een vereiste dat jullie vriend ook gek was van waterpolo? Bente, lachend: “Waterpolo is in Nederland een klein wereldje, iedereen kent elkaar.” Lieke, lachend: “Probeer dan maar eens een andere man tegen te komen.” Is er naast waterpolo en werk nog wel tijd voor de liefde? Bente: “Mick en ik zien elkaar ook dagelijks bij de club en wonen samen in Haarlem, dus we zien elkaar heel vaak. Voor Bradley en Lieke is het een grotere uitdaging om elkaar te zien.” Lieke knikt: “Wij wonen nog niet samen. Soms trainen we allebei nog tot laat in de avond. Als je dan de volgende dag weer vroeg van huis moet... Het is soms passen en meten, maar tegelijkertijd is het fijn om allebei een eigen leven te hebben.” Bente, nemen Mick en jij het ‘werk’ vaak mee naar huis? Bente: “In het zwembad is Mick de coach en ik de speelster, ik moet me daar ook niet anders gedragen. Zoals Mick zich niet anders moet gedragen tegen mij dan tegen andere speelsters. Daar voeren we wel gesprekken over. Thuis praten we ook over wat er tijdens de training of wedstrijd is gebeurd, maar we proberen heel erg het waterpolo in het zwembad te laten. Dat is best een uitdaging, want eigenlijk praten we het liefst de hele dag over waterpolo. Soms moeten we echt even tegen elkaar zeggen: ‘Oké, nu is het even klaar met waterpolo. Ander onderwerp.’” Soms wil een spelersgroep ook even roddelen over de trainer, toch? Bente, lachend: “Als dat gebeurt, houden ze mij daar denk ik buiten.” Lieke: “Over Mick wordt niet veel geroddeld, hoor. Hij doet het goed en voor de andere meiden is het duidelijk hoe de situatie is. Toen Mick de kans kreeg om hoofdcoach te worden is dat ook met het team besproken. Iedereen wist van de relatie van Bente en Mick en heeft ermee ingestemd dat Mick de coach werd.” Na deze wereldtitel weten we dat de ogen op ons zijn gericht in Parijs Lieke: “In februari is er alweer een WK, dan moeten we er eerst maar weer staan. En ja, als je een jaar voor de Spelen wereldkampioen wordt, zullen er bepaalde verwachtingen zijn in Parijs.” Jullie kwalificeerden je op het WK meteen voor de Spelen, zijn jullie niet bang dat tegenstanders nog meer berekend op jullie zullen zijn? Lieke: “We hebben niet het idee dat wat we op het WK lieten zien onze piek was. Wij kunnen over een jaar nog beter zijn.” Bente: “Bij ons zal het vertrouwen alleen maar groter zijn, doordat we op het WK hebben gezien dat we de goede lijn te pakken hebben. Het is bij ons heel vaak ‘net niet’ geweest, dus het is fijn om vlak voor de Spelen ook eens te ervaren hoe het is om succes te hebben. We weten nu dat we het ook op de belangrijkste momenten kunnen.” Maar er zal nu anders naar jullie worden gekeken, dat zorgt wellicht ook voor meer druk. Bente: “Daar zal Eva afgelopen tijd zeker over na hebben gedacht en hij zal met een plan komen om ervoor te zorgen dat het WK niet onze piek was. We zullen daar zeker gesprekken over gaan voeren.” Lieke: “Eva zegt altijd dat we nederig moeten blijven. Ik weet nu al dat hij daar een jaar lang op zal blijven hameren.” In 2008 werden de Nederlandse waterpolovrouwen ‘zomaar’ olympisch kampioen, daarna bleef nieuw succes aanvankelijk uit. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de wereldtitel de aftrap is van een periode waarin jullie het waterpolo dicteren? Lieke: “Door niet te denken dat we er nu al zijn omdat we een keer wereldkampioen zijn geworden. Dat is niet genoeg.” Bente: “Eén keer zou nog toeval kunnen zijn, en ik wil niet dat dit een toevalstreffer was.” Een paar jaar geleden werden de handbalvrouwen wereldkampioen en tal van meiden uit dat team groeiden uit tot boegbeelden. Zijn jullie er klaar voor om visitekaartjes van jullie sport te zijn? Bente: “Ik wil iedereen laten zien dat wij aan een heel toffe sport doen.” Lieke: “Daar zet ik me ook graag voor in.” Tijdens het Sportgala zullen jullie gelden als grote kanshebbers voor de titel Sportploeg van het Jaar. Dan kunnen jullie je ook eens op een andere manier presenteren dan in badpak en met een cap op. Bente: “We hebben het daar best wel vaak over. Wij stappen natuurlijk altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Sta je daar weer met je natte haren.” Bente: 'Wij stappen altijd als verzopen katjes het water uit en worden dan geïnterviewd. Het sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien'. Lieke: “Als we een badmuts en een cap op hebben, krijgen mensen niet het meest charmante beeld van ons.” Bente: “Het Sportgala is een mooie kans om ons op een andere manier te laten zien.” Helden Magazine 69 Het verhaal van Bente en Lieke Rogge komt voort uit het dubbeldikke eindejaarsnummer van Helden. De laatste editie van 2023 staat traditioneel in het teken van een terugblik op het afgelopen sportjaar, waarop Femke Bol de cover siert. De atlete blikt uitgebreid terug op het jaar waarin alles wat ze aanraakte in goud leek te veranderen. Helden ging daarnaast in Engeland op bezoek bij Nathan Aké, die met Manchester City de landstitel, FA Cup en Champions League won. Hij werd samen met zijn echtgenote Kaylee, met wie hij al sinds zijn vijftiende samen is, geïnterviewd en gefotografeerd. Bijzonder was ook het bezoek aan de familie Schippers. Dafne nam afscheid van de atletiek en samen met haar ouders, zus en broer blikte ze terug op haar indrukwekkende carrière. In de 69ste editie van Helden komen tal van sporters aan het woord die 2023 kleur gaven. Wout Poels blikt terug op ritzeges in de Tour en Vuelta, maar ook op het verlies van ploeggenoot Gino Mäder. Femke Kok kroonde zich tot de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 500 meter en toont zich zoals we haar niet eerder zagen. Karolien en Finn Florijn zijn gezegend met geweldige roeigenen, ze pakten allebei WK-goud; een dubbelinterview. Jeffrey Hoogland is koning op de kilometer. Hij werd voor de vierde keer wereldkampioen op ‘zijn’ afstand en verbeterde het wereldrecord. Een openhartig gesprek met de kilometervreter. Verder pakten zeilers Bart Lambriex en Floris van de Werken een hattrick aan wereldtitels. Over zeilen gesproken: Marit Bouwmeester keerde terug na de bevalling van haar dochter in 2022 en werd meteen weer Europees kampioen. Feyenoord werd ook kampioen en Lutsharel Geertruida had daar een belangrijk aandeel in. Hij doet zijn verhaal. Joey Veerman won in 2023 de KNVB-beker en werd vader. Een gesprek met de uitgesproken voetballer over wie veel mensen een mening hebben. Ook een verhaal over Lionel Messi en de club waar hij afgelopen zomer heen verhuisde, het Inter Miami van David Beckham. Een portret van Carlos Alcaraz, de nieuwe posterboy van het tennis die Novak Djokovic klopte in de finale op Wimbledon in dé wedstrijd van het jaar. En als laatste was het voor schaatscoach Kosta Poltavets en voetbaltrainer Anoush Dastgir juist een zwaar jaar, door de situatie in hun geboortelanden Oekraïne en Afghanistan. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 69 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Kickboksen

Rico Verhoeven: ‘Je moet mij niet in een doosje willen stoppen’

Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Het zijn roerige tijden voor Rico Verhoeven (33). In april is de première van Black Lotus, de internationale film waarin hij de hoofdrol speelt. Tegelijkertijd revalideert Rico, al tien jaar lang ongeslagen wereldkampioen kickboksen, van een zware knieblessure. Daarnaast is hij ook nog succesvol ondernemer én vader. Helden ging op bezoek bij de duizendpoot. Rico de kickbokser Het zweet gutst nog van zijn lichaam. Rico Verhoeven heeft er samen met vriendin Naomy net een trainingssessie opzitten in de gym in zijn huis in Halsteren. Dennis Krauweel, al zeventien jaar zijn trainer, steun en toeverlaat, zit aan de keukentafel, terwijl Rico naast hem nog staat uit te hijgen. Het is een gezellige drukte in huize Verhoeven. Het is vakantie en dochters Mikayla, Jazlynn en zoon Vince uit zijn eerdere relatie zijn aan het spelen. Op de tv in de keuken worden tekenfilms vertoond. Op de grond ligt het spel Twister. Normaal gesproken speelt Rico ook een potje mee met de kids, maar voorlopig zit dat er even niet in. Hij is aan het revalideren van een zware knieblessure, die hij rond de jaarwisseling opliep tijdens de training. Rico, al tien jaar lang ongeslagen als wereldkampioen kickboksen, hoopte zijn titel voor de twaalfde keer met succes te verdedigen tegen de Kroaat Antonio Plazibat, maar dat gevecht moest worden uitgesteld. “Die knie lag goed aan diggelen,” zegt Rico nadat hij snel heeft gedoucht en zichzelf in een zwart trainingspak heeft gestoken. “Dat je lichamelijk niet kunt doen wat je gewend bent, is frustrerend, maar zwaarder is wat er mentaal gebeurt.” Hij heeft op bijna 34-jarige leeftijd wel vaker moeten herstellen van fysiek ongemak. Denk alleen al aan de jaap in zijn gezicht tijdens zijn laatste gewonnen titelgevecht tegen Jamal Ben Saddik waardoor zijn eigen telefoon hem niet eens meer herkende. “Ik denk dat ik wel weet wat pijn is, heb vaak genoeg dingen gebroken in mijn handen en benen en ben weleens in het ziekenhuis geweest, maar dit was een heel andere pijn. Dit is de eerste keer dat ik echt geopereerd moest worden: het was heel intens en pijnlijk, mentaal een heel andere uitdaging.” 'Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring' Hij klopte ook aan bij collega-sporters, vertelt Rico. “Ik heb Memphis Depay meerdere malen aan de telefoon gehad, hij heeft ook met een zware knieblessure te kampen gehad. Patrick Kluivert heb ik ook gesproken. En ik heb meteen contact gezocht met een van de beste fysiotherapeuten uit het vak, met wie ik al langer samenwerk en die veel topsporters behandelt. Fijn om met hen te kunnen sparren en de mentale uitdagingen te bespreken.” Zeker in de periode vlak na de operatie, waarin hij bijna niet mocht en kon bewegen, had hij het zwaar. “Ik ging twijfelen aan mezelf. Doe ik dit al te lang? Word ik te oud? Is het tijd om te stoppen? Allemaal vragen die opkwamen doordat ik ging twijfelen aan m’n lichaam. Ik ben zeker bezig geweest met de gedachte: wat als ik het dadelijk niet meer kan opbrengen? Normaal gesproken trigger ik mezelf door keihard te trainen, mezelf letterlijk te pijnigen. Als ik het mezelf lichamelijk zo zwaar maak, trigger ik mezelf mentaal. Toen ik niet kon trainen, moest ik op zoek naar andere manieren om mezelf mentaal uit te dagen. Ik ben in die periode vaak in een ijsbad gaan zitten om mezelf te pijnigen. En dan niet voor een minuutje, nee, ik ging er zes of zeven minuten in. Als ik zat te shaken in het ijskoude water dacht ik: Rico, je gaat er mooi niet uit, dit is de enige manier waarop je je nu lichamelijk en mentaal kunt pijnigen en triggeren.” Hij kreeg ook mentale hulp, verklapt hij. “Binnen mijn team is er ook iemand die mij mentaal coacht. Daarnaast maak ik de laatste jaren gebruik van een psycholoog, met wie ik eens in de zoveel tijd praat. De ene periode klop ik wat vaker aan, de andere minder. Er gebeurt veel in mijn leven, die emmer vult zich continu. Op het moment dat die dreigt over te lopen, is het fijn dat er iemand is die kan helpen hem te legen.” Hij geeft meteen toe dat de reden waarom hij al zo lang te boek staat als King of Kickboxing het feit is dat hij mentaal sterker is dan de concurrentie. “We zijn allemaal sterk, groot en fit. Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Rico is fitter dan de rest.’ Het is niet dat ik een of ander wondermiddel heb om fitter te zijn dan de anderen, hoor. Onzin. Het enige wondermiddel zit tussen mijn oren. Ik durf te zeggen dat het verschil in die wedstrijd tegen Ben Saddik, toen mijn oog er bijna uit viel, was dat ik durfde te sterven in de ring. Neem het tweede gevecht tegen Badr Hari. Hij tikte me aan, ik zakte door m’n benen. Voor de rest had ik niet veel schade. Ik stond weer op. Op zulke momenten denk ik: de wedstrijd is pas gevochten als de vijf rondes voorbij zijn. Het gevecht is nooit beslist voordat de laatste bel klinkt, zo kijk ik er altijd naar. Iemand kan zijn tegenstander zwaar domineren, maar met één hoge trap kan het afgelopen zijn. Daar moet je continu beducht op zijn. En voor mij geldt: als ik in de ring sta, houd ik er nooit een andere agenda op na. Ik doe het niet om bekendheid of meer geld te verdienen. Het zijn lekkere dingen die erbij komen, hoor, maar het heeft nooit mijn prioriteit. Voor mij is het: ik wil laten zien dat ik de allerbeste ben. Dat is de enige drijfveer en de enige manier waarop ik mezelf al die jaren kan pushen.” De revalidatie is in volle gang, hij kan zijn lichaam weer pijnigen tijdens de intensieve trainingen. Maar voorlopig zie je Rico nog niet terug in de ring. Kickboksbond Glory maakte onlangs bekend dat Plazibat in juni gaat vechten om de zogenaamde interim-titel, terwijl Rico ook zijn kampioensring behoudt. Als hij weer topfit is, kan hij het opnemen tegen de interim-kampioen. “Ik vind dat een heel goede oplossing. In de media werd geroepen dat ik mijn titel moet gaan delen, maar dat is helemaal niet waar. In mijn volgende match zal ik mijn titel verdedigen tegen de winnaar van dat gevecht.” Glory kondigde ook aan een jaarlijks toernooi te willen organiseren waarbij acht zwaargewichten het tegen elkaar opnemen. “Echt een topidee,” zegt Rico, “het geeft weer wat reuring binnen de divisie en een mogelijkheid voor een nieuwe zwaargewicht om zichzelf in de spotlights te vechten. Wellicht komt er ooit een moment dat ik denk: ik wil mezelf nog één keer bizar triggeren en ik doe ook mee aan dat toernooi, maar dat is voorlopig niet het geval. Hopelijk kan ik in oktober mijn titel verdedigen en eind van het jaar is dat nieuwe toernooi. Daar zal dan weer een titeluitdager uit kunnen komen.” Rico op social Hij is gewend dat mensen een mening over hem hebben, staat al jaren aan de top, laat zijn gezicht geregeld zien in talkshows, ook roddelbladen hebben hem ‘ontdekt’. “Ik leef al jaren in een glazen huis, ja,” erkent hij. “Als mensen mij zien rijden in telkens een andere dikke auto, denken ze: hij gooit al zijn geld stuk aan auto’s, kijk hem nou dik doen. Dat ik in een autobedrijf ben gestapt, waarvan ik mede-eigenaar ben en waardoor ik de mogelijkheid heb om vaak van auto te wisselen, weten ze niet. Ach, dat is nu eenmaal de manier waarop mensen vaak naar anderen kijken. Ik probeer altijd overal juist een positieve draai aan te geven. Als iemand een kast van een huis koopt of ik zie iemand rondrijden in een Ferrari, dan denk ik juist: mooi man, daar zal je hard voor gewerkt hebben. Dat is een heel andere benadering. Ik probeer mijn succes ook altijd te delen met mensen. Ik vind het heel belangrijk om mensen blij te maken, probeer hen te motiveren en te steunen. En ik wil zoveel mogelijk delen. Zo sta ik in het leven. Ik train al jaren met Benny Adegbuyi, hij behoort tot de top vijf bij Glory en ik heb ook al twee keer een titelgevecht tegen hem gehad. Ik hoor geregeld: ‘Waarom ga je dan met je concurrent trainen, zijn doel is jou te verslaan.’ Maar doordat wij samen trainen worden we allebei beter, dat is mijn positieve mindset.” Helden Magazine 66 Het eerste gedeelte van het verhaal van Rico Verhoeven komt voort uit Helden Magazine 66. De 66ste editie staat in het teken van ‘nieuwe Helden’. Op zijn 28ste heeft Nyck de Vries een stoeltje in de Formule 1 bemachtigd. Helden ging bij hem langs in Monaco en sprak hem over het bizarre leven dat hij leidt. In deze editie lees je ook een uitgebreid interview met Daphne van Domselaar. Bij het EK van 2022 werd de doelvrouw van FC Twente gebombardeerd tot nieuwe held en is nu de eerste keeper van Nederland. Daarnaast spraken we met Xavi Simons, wie al sinds jongs af aan in the picture staat én breekt marathonloopster Nienke Brinkman record na record. Verder in Helden 66 interviews met de trainer van Feyenoord: Arne Slot, de winnaar van het tennistoernooi van Rosmalen: Tim van Rijthoven, goede vrienden en wielrenners: Fabio Jakobsen en Julius van den Berg, één van de kroonjuwelen van Ajax: Kenneth Taylor én paralympisch zwemkampioene: Chantalle Zijderveld. José de Cauwer is oud-renner en wieleranalist van de VRT. Een gesprek over onder meer Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel en Jonas Vingegaard. Klaas-Jan Huntelaar blikt terug op de koninklijke avond in Madrid. Victoria Koblenko spreekt paralympisch wielerkampioen Tristan Bangma. Als laatste verteld Nouchka Fontijn in ‘De dag dat alles misging’ dat ze dacht dat ze wereldkampioen was én Fenna Kalma is de aanstormende spits van de Oranjevrouwen. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 66 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van jouw Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Autosport

Jan Lammers: ‘Mister Zandvoort’

Wie aan Circuit Zandvoort denkt, denkt aan Jan Lammers. De voormalig Formule 1 coureur maakte er naam in de autosport. Tegenwoordig is hij Formule 1 analist van de NOS en sportief directeur van de Dutch Grand Prix. Wij spraken hem in aanloop naar het Nederlandse Formule 1 weekend (2-4 september). De slipschool “Dankzij mijn leermeester Rob Slotemaker ben ik op het circuit terechtgekomen. Op de technische school in Haarlem leerde ik twee jongens kennen die bij zijn slipschool werkten. Ik was twaalf en vond dat zo stoer, dat wilde ik ook wel, en dus ging ik bij het circuit rondhangen. Toen ik Rob op een middag tegenkwam, vroeg ik of hij een baantje voor me had. ‘Ga die jongens maar helpen met autowassen,’ zei hij. Er werkten meerdere kinderen. We gooiden afgewerkte olie op de grond, dat bezemden we uit en gooiden er vervolgens water overheen, zodat zijn cursisten konden slippen. En als ze klaar waren, wasten we de auto’s. Aan het einde van de dag nam Rob ons vaak mee naar een Chinees-Indisch restaurant. Rob had ook de sleutel van het hek van het circuit. In het donker gingen we geregeld de baan op, dan mochten we om de beurt rondjes rijden met de autootjes van de slipschool. Rob leerde me schakelen, remmen en sturen. Soms stak er in het donker ineens een duinkatje over. Dan stopten we en zochten we dat beestje. Als we hem vonden, dan brachten we hem de volgende dag naar de dierenarts. Eentje hebben we gehouden, dat werd Coco, de huiskat. In het weekend gingen we kijken bij belangrijke wedstrijden. Een kaartje hoefden we niet te kopen, Rob smokkelde ons het circuit op. Hij stopte met gemak vier kereltjes in zijn achterbak. In die tijd kocht je als toeschouwer sowieso nauwelijks een kaartje, je kroop gewoon onder het hek door of je klom het duin op. Hoe beter je bij Rob werkte, des te meer je met hem optrok en hoe meer hij je hielp. Rob vond het leuk om zijn kennis over te brengen op kinderen. Hij was zelf eigenlijk nog een groot kind. Soms mochten we mee naar Zuid-Frankrijk, of naar zijn boot in Monnickendam. Rob was een goede man. Dankzij Rob heb ik mijn debuut in de autosport gemaakt. Hij heeft mij en ook veel andere jongens leren racen. Ik nam het meteen serieus, dat vond hij leuk om te zien. Op mijn zestiende haalde ik mijn racelicentie, dat was ongebruikelijk, want officieel mocht dat pas als je achttien was. Toen ik mijn licentie had, mocht ik ’s avonds op het circuit geregeld testen. Op een avond stond Daan Pot, mijn buurjongen en goede vriend, op het rechte stuk mij op te wachten. Hij wilde mee . Ik zei: dat moet je eerst aan Rob vragen. ‘Die vindt het goed,’ zei Daan. Aan het eind van het rechte stuk zat ik stoer te vertellen dat je nog tot vijftig meter voor de Tarzanbocht kon remmen. Intussen zat ik nog maar op dertig meter. We vlogen over de kop. Een hoop kabaal, kapotte ramen, de gloednieuwe auto was total loss... Gelukkig zaten we in de riemen. Er was alleen een stukje glas op Daans hoofd terechtgekomen, het bloedde een beetje. Ik vroeg: ben je oké, Daan? Hij antwoordde met z’n Zandvoortse accent: ‘Jezus, dat was net een film!’ We liepen terug naar de slipschool en stonden te trillen van de zenuwen, want we moesten het Rob vertellen. Rob zag dat straaltje bloed over Daans neus lopen en vroeg: ‘Moet jij niet naar een dokter?’ ‘Nee, hoor,’ zei Daan zenuwachtig, ‘doe geen moeite, ik bloed hier wel dood.’ We schoten alle drie in de lach. Rob was heel erg boos, maar wat ook typisch Rob was: de volgende dag had hij een nieuwe auto besteld en daar mocht ik gewoon weer in rijden. Als een halve puber waardeerde ik die dingen natuurlijk nog niet zoals ik ze zou hebben moeten waarderen. Ik was erbij toen Rob op 16 september 1979 op vijftigjarige leeftijd crashte op het circuit en ter plekke overleed. Als 23-jarige kon ik zijn ongeluk niet zo snel opslaan en verwerken. De dood drong in die tijd ook nog niet echt tot me door. Die ijzige stilte na een crash is heel surrealistisch. Mensen durven niks te vragen of te zeggen wat ze denken. Ik stond aan de andere kant van het circuit en zag een doktersauto naar hem toe gaan. Rob was in de slip geraakt, op een official-auto gebotst, en bleek op slag dood. [caption id="attachment_18807" align="alignnone" width="2262"] 1973: Rob Slotemaker met de zestienjarige Jan Lammers[/caption] Op het moment van zijn ongeluk zat ik net in de Formule 1, een wereld waarin je jezelf flink overeind moet houden. Ik wist dat zoiets vreselijks kon gebeuren. De dag dat ik mijn Formule 1 contract tekende in Monza, had ik voor mijn neus gezien hoe een van de grootste racetalenten in die tijd, de Zweed Ronnie Peterson, die samen met Mario Andretti bij Lotus reed, overleed. Ik wist dus wel waar ik aan begonnen was. In die tijd ging je anders om met de dood. Ook om het voor jezelf werkbaar te maken. Als je met angst in de auto stapt, dan functioneer je niet meer. Gelukkig heeft Rob mij nog kunnen zien rijden in de Formule 1. Hij is in 1979 meegegaan naar Brazilië, waar ik mijn tweede race reed. Het is ontzettend jammer dat we hem niet langer mee hebben kunnen maken, maar iedereen die hem kende, zal zeggen: Rob was niet iemand om oud te worden. Hij zou nu 93 zijn geweest... Rob leeft voort in mij. Hij is een groot onderdeel van mijn leven, maar ik ben niet iemand die in het sentiment van het verleden blijft hangen.” De eerste keer “De eerste keer dat ik won op Zandvoort, was magisch. Ik was zestien en werd in de Simca van Rob Nederlands kampioen bij de toerwagens. Mijn eerste internationale overwinning in Zandvoort was het Europees kampioenschap in de Formule 3 in 1978, die heb ik nog steeds als enige Nederlander gewonnen. Twee keer reed ik ook een Formule 1-race op Zandvoort. In die tijd moest je je nog kwalificeren. In 1979 en 1982 lukte me dat wel, in 1980 niet. Ik werd op het circuit altijd onthaald als held, maar wel volgens de normen van die tijd: met veel enthousiasme, maar zonder poeha. Je had in die tijd De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, en drie autobladen, er was nog niet eens commerciële tv. De communicatie was primitief. Het allerleukste van op Zandvoort racen was dat mijn familie erbij was. Mijn ouders, vijf broers en zus waren enorm trots. Ze hebben mijn carrière nauwlettend gevolgd. Ik was de benjamin van de familie en als jongste was ik natuurlijk het verwende zeikertje, maar ik deed het wel heel goed. Mijn ouders hielden zielsveel van al hun kinderen, het was al moeilijk genoeg dat er veel aandacht naar mij uitging. [caption id="attachment_18808" align="alignnone" width="1954"] 14 oktober 1973: Jan Lammers nadat hij op zijn zestiende Nederlands kampioen is geworden.[/caption] Ik heb ze zoveel mogelijk mee laten genieten van mijn succes. Eén keer per jaar gingen we op wintersport, dan zaten we met zijn allen in mijn Renault Espace, en werd er heel hard meegezongen en gelachen als het nummer Ome Jan van Willeke Alberti gedraaid werd, met de tekst: ‘We gingen op vakantie van het geld van ome Jan.’ Tot op de dag van vandaag hebben we veel contact. Mijn ouders zijn overleden. Mijn oudste broer Ap is nu 82, we nemen hem nog geregeld mee naar de golfbaan.” De Hunserug “Op een doordeweeks testmoment van de Formule 1 stond ik op het circuit onderaan de Hunserug te kijken hoe Mario Andretti en Niki Lauda voorbijraasden. Ik was een jaar of zeventien. Op die plek kwamen de auto’s recht op me afrijden, ze reden vrij dicht langs me, om vervolgens langzaam uit zicht te verdwijnen. Het opkomen van die auto’s en het langzaam weer zien verdwijnen, en het opkomen en afsterven van het geluid was perfect, een meditatief moment. Op dat moment kroop de liefde voor de autosport onder mijn huid. Het was de eerste keer dat ik de overtuiging had dat ik later in de Formule 1 wilde rijden. Hoe we dat gaan doen, dat zie ik nog wel, dacht ik op dat moment, maar het gaat gebeuren. Ik was nooit fan van een bepaalde coureur, maar ik had veel respect voor de rijstijl van Mario Andretti en de mentaliteit van Niki Lauda. Naderhand heb ik Lauda leren kennen. Ik vond hem een echte Oostenrijker. Die zijn niet van de sweet talk, maar eerlijk en recht voor zijn raap. Uiteindelijk heb ik tegen veel goede coureurs gereden. Mannen als Jacques Villeneuve, Damon Hill, Heinz-Harald Frentzen, Johnny Herbert, Eddie Irvine en Rubens Barrichello. Er waren momenten dat ik sneller kon zijn dan die mannen. Er had veel meer in gezeten. Ik heb nooit de gelegenheid gekregen om te laten zien hoe goed ik was, maar ook nooit om te laten zien hoe slecht ik was. [caption id="attachment_18809" align="alignnone" width="2409"] 1973: Jan Lammers wordt gefeliciteerd door zijn moeder.[/caption] In de autosport draait het voor een groot deel om je materiaal, dat is wat het is. De Formule 1-auto’s van toen voelden sowieso al als een vrachtwagen vergeleken met de auto’s van nu, de koppeling voelde aan alsof je in een oude legertruck zat. Maar als ik bij een topteam als Ferrari had gereden, dan had ik absoluut een aantal GP’s kunnen winnen. En als je er één kunt winnen, kun je er ook meerdere winnen en wereldkampioen worden. ‘In 1982 had ik een afspraak met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve te vervangen. Op die dag brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan’ In 1982 had ik zelfs een afspraak staan met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve, de vader van Jacques, te vervangen. Op de dag dat ik in Detroit die afspraak met Ferrari had, brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan. Ik ben trots op een paar piekmomenten in de Formule 1, maar die voor het grote publiek niet zichtbaar waren. Zoals een vierde kwalificatietijd in Long Beach California, helaas ging na 200 meter in de race mijn aandrijfas kapot. In Zuid-Afrika lag ik derde na de start. De ronde erna wilde ik iemand eruit remmen voor P2, maar ik tikte hem zacht aan en stond vervolgens tien ronden lang in de pit. In Spanje lag ik op P6 en naderde halverwege de race P5, toen mijn remmen het begaven. Degene die ik wilde inhalen, Alan Jones, won de race. Maar dat zijn nu lulverhalen die het grote publiek toch allemaal niet weet. In 1992 maakte ik na tien jaar een comeback in de Formule 1, ik reed nog twee races. Die Formule 1-tijd was leuk om mee te maken, maar ik hecht misschien wel meer waarde aan andere overwinningen, zoals die van de 24 uur van Le Mans, waarin ik dertien van de 24 uur heb gereden en ook nog eens met een kapotte versnellingsbak.” De nieuwe klasse “Het Zandvoortse circuit raakte een beetje in het slop nadat Niki Lauda in 1985 de laatste GP Formule 1 won. Er werd natuurlijk wel geracet na die tijd, maar echte grote evenementen werden er niet meer gehouden. Dat veranderde in 2006, dankzij een nieuwe klasse, de A1 Grand Prix, die een jaar eerder in het leven was geroepen. Een paar mannen hadden vijfhonderd miljoen uitgetrokken om die klasse in de markt te zetten. Ik had de franchise van Nederland en twintig procent van de aandelen. Runde ons Team The Netherlands, met in het eerste seizoen Jos Verstappen als rijder en later Jeroen Bleekemolen en Robert Doornbos. Ik was te oud om te rijden, het was een klasse voor jong talent. Op 1 oktober 2006 werd de openingsrace van het seizoen in Zandvoort gehouden. Het was het mooiste en grootste evenement wat we tot op dat moment op het circuit hadden gehad. Het zat ramvol, er waren zeventigduizend toeschouwers, en ondanks de regen was iedereen blij en enthousiast. Jeroen Bleekemolen reed en werd onthaald als een grote held. Toenmalig premier Jan Peter Balkenende kwam hem nog een peptalk geven. Uiteindelijk eindigde Jeroen als vierde door een foute beslissing van mij anders had hij gewonnen. Het resultaat deed er niet toe, het was fantastisch dat er weer zo’n groot evenement in Zandvoort werd gehouden. De A1GP was een mooie klasse, maar heeft het uiteindelijk niet gehaald: er moest nog veel meer geld in gestopt worden en dat lukte niet. In 2010 hield ie op te bestaan.” De comeback “Ik ben er enorm trots op dat we de Champions League van de autosport weer naar Nederland hebben gehaald en dat alle autosportliefhebbers ervan kunnen meegenieten. Een paar jaar voor de daadwerkelijke terugkeer in 2020 gingen er in kleine kring stemmen op met het plan om de Formule 1 terug te halen naar Zandvoort. Prins Bernhard jr. belde mij als eerst. Ik wist van de lobby, maar heb er zelf niks mee te maken gehad. Eerlijk gezegd achtte ik het kansloos. De kans dat ik door de bliksem word getroffen is groter, zei ik. Dat de organisatie vervolgens mij als sportief directeur vroeg, vond ik een geweldige eer. Maar ik wilde geen sportief directeur zijn van een Grand Prix die nooit door is gegaan, toch een beetje chef lege dozen. Toen het eenmaal rond was, zette ook ik mijn handtekening. [caption id="attachment_18810" align="alignnone" width="2560"] 2021: Jan Lammers, Max Verstappen en Jos Verstappen in Zandvoort.[/caption] Het is geen geheim dat de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort allesbehalve makkelijk is geweest. We kregen te maken met veel stromingen. Zo sprong het circuit van Assen in onze zijspan, die wilde profiteren van onze lobby, en milieu- en natuurorganisaties protesteerden. We leven in een democratie dus je hebt nou eenmaal met veel verschillende standpunten te maken. Die moet je respecteren. We hebben goed naar iedereen geluisterd, onze vergunningen goed voorbereid en aan alle eisen voldaan. Tot op de dag van vandaag hebben we ook alle rechtszaken gewonnen. Op het moment dat op 5 september vorig jaar, nadat het evenement vanwege corona ook nog een jaar was uitgesteld, de eerste auto de pitstraat uitreed, had ik kippenvel. We hadden daar allemaal zo ontzettend naar uitgekeken. Het droomscenario kwam ook nog eens uit. Het was prachtig weer, alles verliep op rolletjes, er waren duizenden uitzinnige fans, en zij zagen ook nog eens Max Verstappen winnen en kans maken op het wereldkampioenschap. Voor mij kwam het ene na het andere too good to be true-moment uit de hemel gevallen. Dit jaar mag er een derde meer aan bezoekers naar binnen. Dat worden er ruim honderdtienduizend per dag. Onze grootste wens is dat alles veilig en goed verloopt en dat de toeschouwers enthousiast en gelukkig naar huis gaan, zelfs al komen ze blauwbekkend van de kou en regen de tribune af. En ja, natuurlijk hoop ik dat Max weer wint. Ik heb respect voor zijn vakmanschap en hoe hij zich als sportman manifesteert. In de volksmond ben ik waarschijnlijk zijn grootste fan, maar met het woord ‘fan’ heb ik een moeizame associatie. Het is een afkorting van fanatic, en betekent voor mij dat diegene niks negatiefs kan horen over zijn idool. Ik ben in die zin geen fan van Max, maar wel een van zijn grootste bewonderaars.” Zoon René “Na mijn carrière dacht ik: de geest is uit de fles, het zwarte gat zal wel komen. Toen kwam Max ineens uit de hoge hoed, een zeventienjarige Nederlander in de Formule 1. Mensen vroegen me wat ik daarvan vond, ineens werd mijn houdbaarheidsdatum met tien jaar verlengd. Alsof dat nog niet genoeg was, kwam de Dutch Grand Prix met zo’n mooie functie aanzetten. En nu heb ik ook nog een zoon met een groot talent, die hard op weg is om naam te maken. Of René de nieuwe Lewis Hamilton of Max Verstappen wordt, dat moeten we nog zien. Tot nu toe wijst alles erop dat hij wel wat kan. Zijn prestaties in de kartsport zijn goed, en hij is pas veertien. [caption id="attachment_18811" align="alignnone" width="2560"] Jan Lammers met zijn zoon Réne[/caption] Als René een fout maakt in een wedstrijd, kan ik daar twee dagen mee rondlopen. Ik word boos als ik zie dat hij zijn potentieel niet haalt. Ik ben zijn vader, maar ook coach en monteur geweest. René zit nu in een fabrieksteam met zes mannen die hem begeleiden. Thuis hebben we een simulator staan. Maar ik heb nog twee schatten van kinderen, hoor, daar ben ik net zo trots op. Mijn zoon van 24 woont ook in Zandvoort, en mijn dochter van 27 mis ik enorm, zij woont in Amerika en ik spreek haar elke dag. Maar ik kan niet ontkennen dat het een droom is om René ooit zijn debuut te zien maken in de Formule 1. En mocht hij ooit meedoen aan de Dutch Grand Prix, dan is het cirkeltje echt rond.” Helden Magazine 63 Het verhaal van Jan Lammers komt voort uit Helden Magazine 63. Naas het verhaal van Lammers, duiken we verder in de slipstream van Max Verstappen. Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Wie aan Circuit Zandvoort denkt, denkt aan Jan Lammers. De voormalig Formule 1 coureur maakte er naam in de autosport. Tegenwoordig is hij Formule 1 analist van de NOS en sportief directeur van de Dutch Grand Prix. Wij spraken hem in aanloop naar het Nederlandse Formule 1 weekend (2-4 september). De slipschool “Dankzij mijn leermeester Rob Slotemaker ben ik op het circuit terechtgekomen. Op de technische school in Haarlem leerde ik twee jongens kennen die bij zijn slipschool werkten. Ik was twaalf en vond dat zo stoer, dat wilde ik ook wel, en dus ging ik bij het circuit rondhangen. Toen ik Rob op een middag tegenkwam, vroeg ik of hij een baantje voor me had. ‘Ga die jongens maar helpen met autowassen,’ zei hij. Er werkten meerdere kinderen. We gooiden afgewerkte olie op de grond, dat bezemden we uit en gooiden er vervolgens water overheen, zodat zijn cursisten konden slippen. En als ze klaar waren, wasten we de auto’s. Aan het einde van de dag nam Rob ons vaak mee naar een Chinees-Indisch restaurant. Rob had ook de sleutel van het hek van het circuit. In het donker gingen we geregeld de baan op, dan mochten we om de beurt rondjes rijden met de autootjes van de slipschool. Rob leerde me schakelen, remmen en sturen. Soms stak er in het donker ineens een duinkatje over. Dan stopten we en zochten we dat beestje. Als we hem vonden, dan brachten we hem de volgende dag naar de dierenarts. Eentje hebben we gehouden, dat werd Coco, de huiskat. In het weekend gingen we kijken bij belangrijke wedstrijden. Een kaartje hoefden we niet te kopen, Rob smokkelde ons het circuit op. Hij stopte met gemak vier kereltjes in zijn achterbak. In die tijd kocht je als toeschouwer sowieso nauwelijks een kaartje, je kroop gewoon onder het hek door of je klom het duin op. Hoe beter je bij Rob werkte, des te meer je met hem optrok en hoe meer hij je hielp. Rob vond het leuk om zijn kennis over te brengen op kinderen. Hij was zelf eigenlijk nog een groot kind. Soms mochten we mee naar Zuid-Frankrijk, of naar zijn boot in Monnickendam. Rob was een goede man. Dankzij Rob heb ik mijn debuut in de autosport gemaakt. Hij heeft mij en ook veel andere jongens leren racen. Ik nam het meteen serieus, dat vond hij leuk om te zien. Op mijn zestiende haalde ik mijn racelicentie, dat was ongebruikelijk, want officieel mocht dat pas als je achttien was. Toen ik mijn licentie had, mocht ik ’s avonds op het circuit geregeld testen. Op een avond stond Daan Pot, mijn buurjongen en goede vriend, op het rechte stuk mij op te wachten. Hij wilde mee . Ik zei: dat moet je eerst aan Rob vragen. ‘Die vindt het goed,’ zei Daan. Aan het eind van het rechte stuk zat ik stoer te vertellen dat je nog tot vijftig meter voor de Tarzanbocht kon remmen. Intussen zat ik nog maar op dertig meter. We vlogen over de kop. Een hoop kabaal, kapotte ramen, de gloednieuwe auto was total loss... Gelukkig zaten we in de riemen. Er was alleen een stukje glas op Daans hoofd terechtgekomen, het bloedde een beetje. Ik vroeg: ben je oké, Daan? Hij antwoordde met z’n Zandvoortse accent: ‘Jezus, dat was net een film!’ We liepen terug naar de slipschool en stonden te trillen van de zenuwen, want we moesten het Rob vertellen. Rob zag dat straaltje bloed over Daans neus lopen en vroeg: ‘Moet jij niet naar een dokter?’ ‘Nee, hoor,’ zei Daan zenuwachtig, ‘doe geen moeite, ik bloed hier wel dood.’ We schoten alle drie in de lach. Rob was heel erg boos, maar wat ook typisch Rob was: de volgende dag had hij een nieuwe auto besteld en daar mocht ik gewoon weer in rijden. Als een halve puber waardeerde ik die dingen natuurlijk nog niet zoals ik ze zou hebben moeten waarderen. Ik was erbij toen Rob op 16 september 1979 op vijftigjarige leeftijd crashte op het circuit en ter plekke overleed. Als 23-jarige kon ik zijn ongeluk niet zo snel opslaan en verwerken. De dood drong in die tijd ook nog niet echt tot me door. Die ijzige stilte na een crash is heel surrealistisch. Mensen durven niks te vragen of te zeggen wat ze denken. Ik stond aan de andere kant van het circuit en zag een doktersauto naar hem toe gaan. Rob was in de slip geraakt, op een official-auto gebotst, en bleek op slag dood. [caption id="attachment_18807" align="alignnone" width="2262"] 1973: Rob Slotemaker met de zestienjarige Jan Lammers[/caption] Op het moment van zijn ongeluk zat ik net in de Formule 1, een wereld waarin je jezelf flink overeind moet houden. Ik wist dat zoiets vreselijks kon gebeuren. De dag dat ik mijn Formule 1 contract tekende in Monza, had ik voor mijn neus gezien hoe een van de grootste racetalenten in die tijd, de Zweed Ronnie Peterson, die samen met Mario Andretti bij Lotus reed, overleed. Ik wist dus wel waar ik aan begonnen was. In die tijd ging je anders om met de dood. Ook om het voor jezelf werkbaar te maken. Als je met angst in de auto stapt, dan functioneer je niet meer. Gelukkig heeft Rob mij nog kunnen zien rijden in de Formule 1. Hij is in 1979 meegegaan naar Brazilië, waar ik mijn tweede race reed. Het is ontzettend jammer dat we hem niet langer mee hebben kunnen maken, maar iedereen die hem kende, zal zeggen: Rob was niet iemand om oud te worden. Hij zou nu 93 zijn geweest... Rob leeft voort in mij. Hij is een groot onderdeel van mijn leven, maar ik ben niet iemand die in het sentiment van het verleden blijft hangen.” De eerste keer “De eerste keer dat ik won op Zandvoort, was magisch. Ik was zestien en werd in de Simca van Rob Nederlands kampioen bij de toerwagens. Mijn eerste internationale overwinning in Zandvoort was het Europees kampioenschap in de Formule 3 in 1978, die heb ik nog steeds als enige Nederlander gewonnen. Twee keer reed ik ook een Formule 1-race op Zandvoort. In die tijd moest je je nog kwalificeren. In 1979 en 1982 lukte me dat wel, in 1980 niet. Ik werd op het circuit altijd onthaald als held, maar wel volgens de normen van die tijd: met veel enthousiasme, maar zonder poeha. Je had in die tijd De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, en drie autobladen, er was nog niet eens commerciële tv. De communicatie was primitief. Het allerleukste van op Zandvoort racen was dat mijn familie erbij was. Mijn ouders, vijf broers en zus waren enorm trots. Ze hebben mijn carrière nauwlettend gevolgd. Ik was de benjamin van de familie en als jongste was ik natuurlijk het verwende zeikertje, maar ik deed het wel heel goed. Mijn ouders hielden zielsveel van al hun kinderen, het was al moeilijk genoeg dat er veel aandacht naar mij uitging. [caption id="attachment_18808" align="alignnone" width="1954"] 14 oktober 1973: Jan Lammers nadat hij op zijn zestiende Nederlands kampioen is geworden.[/caption] Ik heb ze zoveel mogelijk mee laten genieten van mijn succes. Eén keer per jaar gingen we op wintersport, dan zaten we met zijn allen in mijn Renault Espace, en werd er heel hard meegezongen en gelachen als het nummer Ome Jan van Willeke Alberti gedraaid werd, met de tekst: ‘We gingen op vakantie van het geld van ome Jan.’ Tot op de dag van vandaag hebben we veel contact. Mijn ouders zijn overleden. Mijn oudste broer Ap is nu 82, we nemen hem nog geregeld mee naar de golfbaan.” De Hunserug “Op een doordeweeks testmoment van de Formule 1 stond ik op het circuit onderaan de Hunserug te kijken hoe Mario Andretti en Niki Lauda voorbijraasden. Ik was een jaar of zeventien. Op die plek kwamen de auto’s recht op me afrijden, ze reden vrij dicht langs me, om vervolgens langzaam uit zicht te verdwijnen. Het opkomen van die auto’s en het langzaam weer zien verdwijnen, en het opkomen en afsterven van het geluid was perfect, een meditatief moment. Op dat moment kroop de liefde voor de autosport onder mijn huid. Het was de eerste keer dat ik de overtuiging had dat ik later in de Formule 1 wilde rijden. Hoe we dat gaan doen, dat zie ik nog wel, dacht ik op dat moment, maar het gaat gebeuren. Ik was nooit fan van een bepaalde coureur, maar ik had veel respect voor de rijstijl van Mario Andretti en de mentaliteit van Niki Lauda. Naderhand heb ik Lauda leren kennen. Ik vond hem een echte Oostenrijker. Die zijn niet van de sweet talk, maar eerlijk en recht voor zijn raap. Uiteindelijk heb ik tegen veel goede coureurs gereden. Mannen als Jacques Villeneuve, Damon Hill, Heinz-Harald Frentzen, Johnny Herbert, Eddie Irvine en Rubens Barrichello. Er waren momenten dat ik sneller kon zijn dan die mannen. Er had veel meer in gezeten. Ik heb nooit de gelegenheid gekregen om te laten zien hoe goed ik was, maar ook nooit om te laten zien hoe slecht ik was. [caption id="attachment_18809" align="alignnone" width="2409"] 1973: Jan Lammers wordt gefeliciteerd door zijn moeder.[/caption] In de autosport draait het voor een groot deel om je materiaal, dat is wat het is. De Formule 1-auto’s van toen voelden sowieso al als een vrachtwagen vergeleken met de auto’s van nu, de koppeling voelde aan alsof je in een oude legertruck zat. Maar als ik bij een topteam als Ferrari had gereden, dan had ik absoluut een aantal GP’s kunnen winnen. En als je er één kunt winnen, kun je er ook meerdere winnen en wereldkampioen worden. ‘In 1982 had ik een afspraak met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve te vervangen. Op die dag brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan’ In 1982 had ik zelfs een afspraak staan met Ferrari. Ik stond op de nominatie om Gilles Villeneuve, de vader van Jacques, te vervangen. Op de dag dat ik in Detroit die afspraak met Ferrari had, brak ik mijn duim. Die afspraak is nooit doorgegaan. Ik ben trots op een paar piekmomenten in de Formule 1, maar die voor het grote publiek niet zichtbaar waren. Zoals een vierde kwalificatietijd in Long Beach California, helaas ging na 200 meter in de race mijn aandrijfas kapot. In Zuid-Afrika lag ik derde na de start. De ronde erna wilde ik iemand eruit remmen voor P2, maar ik tikte hem zacht aan en stond vervolgens tien ronden lang in de pit. In Spanje lag ik op P6 en naderde halverwege de race P5, toen mijn remmen het begaven. Degene die ik wilde inhalen, Alan Jones, won de race. Maar dat zijn nu lulverhalen die het grote publiek toch allemaal niet weet. In 1992 maakte ik na tien jaar een comeback in de Formule 1, ik reed nog twee races. Die Formule 1-tijd was leuk om mee te maken, maar ik hecht misschien wel meer waarde aan andere overwinningen, zoals die van de 24 uur van Le Mans, waarin ik dertien van de 24 uur heb gereden en ook nog eens met een kapotte versnellingsbak.” De nieuwe klasse “Het Zandvoortse circuit raakte een beetje in het slop nadat Niki Lauda in 1985 de laatste GP Formule 1 won. Er werd natuurlijk wel geracet na die tijd, maar echte grote evenementen werden er niet meer gehouden. Dat veranderde in 2006, dankzij een nieuwe klasse, de A1 Grand Prix, die een jaar eerder in het leven was geroepen. Een paar mannen hadden vijfhonderd miljoen uitgetrokken om die klasse in de markt te zetten. Ik had de franchise van Nederland en twintig procent van de aandelen. Runde ons Team The Netherlands, met in het eerste seizoen Jos Verstappen als rijder en later Jeroen Bleekemolen en Robert Doornbos. Ik was te oud om te rijden, het was een klasse voor jong talent. Op 1 oktober 2006 werd de openingsrace van het seizoen in Zandvoort gehouden. Het was het mooiste en grootste evenement wat we tot op dat moment op het circuit hadden gehad. Het zat ramvol, er waren zeventigduizend toeschouwers, en ondanks de regen was iedereen blij en enthousiast. Jeroen Bleekemolen reed en werd onthaald als een grote held. Toenmalig premier Jan Peter Balkenende kwam hem nog een peptalk geven. Uiteindelijk eindigde Jeroen als vierde door een foute beslissing van mij anders had hij gewonnen. Het resultaat deed er niet toe, het was fantastisch dat er weer zo’n groot evenement in Zandvoort werd gehouden. De A1GP was een mooie klasse, maar heeft het uiteindelijk niet gehaald: er moest nog veel meer geld in gestopt worden en dat lukte niet. In 2010 hield ie op te bestaan.” De comeback “Ik ben er enorm trots op dat we de Champions League van de autosport weer naar Nederland hebben gehaald en dat alle autosportliefhebbers ervan kunnen meegenieten. Een paar jaar voor de daadwerkelijke terugkeer in 2020 gingen er in kleine kring stemmen op met het plan om de Formule 1 terug te halen naar Zandvoort. Prins Bernhard jr. belde mij als eerst. Ik wist van de lobby, maar heb er zelf niks mee te maken gehad. Eerlijk gezegd achtte ik het kansloos. De kans dat ik door de bliksem word getroffen is groter, zei ik. Dat de organisatie vervolgens mij als sportief directeur vroeg, vond ik een geweldige eer. Maar ik wilde geen sportief directeur zijn van een Grand Prix die nooit door is gegaan, toch een beetje chef lege dozen. Toen het eenmaal rond was, zette ook ik mijn handtekening. [caption id="attachment_18810" align="alignnone" width="2560"] 2021: Jan Lammers, Max Verstappen en Jos Verstappen in Zandvoort.[/caption] Het is geen geheim dat de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort allesbehalve makkelijk is geweest. We kregen te maken met veel stromingen. Zo sprong het circuit van Assen in onze zijspan, die wilde profiteren van onze lobby, en milieu- en natuurorganisaties protesteerden. We leven in een democratie dus je hebt nou eenmaal met veel verschillende standpunten te maken. Die moet je respecteren. We hebben goed naar iedereen geluisterd, onze vergunningen goed voorbereid en aan alle eisen voldaan. Tot op de dag van vandaag hebben we ook alle rechtszaken gewonnen. Op het moment dat op 5 september vorig jaar, nadat het evenement vanwege corona ook nog een jaar was uitgesteld, de eerste auto de pitstraat uitreed, had ik kippenvel. We hadden daar allemaal zo ontzettend naar uitgekeken. Het droomscenario kwam ook nog eens uit. Het was prachtig weer, alles verliep op rolletjes, er waren duizenden uitzinnige fans, en zij zagen ook nog eens Max Verstappen winnen en kans maken op het wereldkampioenschap. Voor mij kwam het ene na het andere too good to be true-moment uit de hemel gevallen. Dit jaar mag er een derde meer aan bezoekers naar binnen. Dat worden er ruim honderdtienduizend per dag. Onze grootste wens is dat alles veilig en goed verloopt en dat de toeschouwers enthousiast en gelukkig naar huis gaan, zelfs al komen ze blauwbekkend van de kou en regen de tribune af. En ja, natuurlijk hoop ik dat Max weer wint. Ik heb respect voor zijn vakmanschap en hoe hij zich als sportman manifesteert. In de volksmond ben ik waarschijnlijk zijn grootste fan, maar met het woord ‘fan’ heb ik een moeizame associatie. Het is een afkorting van fanatic, en betekent voor mij dat diegene niks negatiefs kan horen over zijn idool. Ik ben in die zin geen fan van Max, maar wel een van zijn grootste bewonderaars.” Zoon René “Na mijn carrière dacht ik: de geest is uit de fles, het zwarte gat zal wel komen. Toen kwam Max ineens uit de hoge hoed, een zeventienjarige Nederlander in de Formule 1. Mensen vroegen me wat ik daarvan vond, ineens werd mijn houdbaarheidsdatum met tien jaar verlengd. Alsof dat nog niet genoeg was, kwam de Dutch Grand Prix met zo’n mooie functie aanzetten. En nu heb ik ook nog een zoon met een groot talent, die hard op weg is om naam te maken. Of René de nieuwe Lewis Hamilton of Max Verstappen wordt, dat moeten we nog zien. Tot nu toe wijst alles erop dat hij wel wat kan. Zijn prestaties in de kartsport zijn goed, en hij is pas veertien. [caption id="attachment_18811" align="alignnone" width="2560"] Jan Lammers met zijn zoon Réne[/caption] Als René een fout maakt in een wedstrijd, kan ik daar twee dagen mee rondlopen. Ik word boos als ik zie dat hij zijn potentieel niet haalt. Ik ben zijn vader, maar ook coach en monteur geweest. René zit nu in een fabrieksteam met zes mannen die hem begeleiden. Thuis hebben we een simulator staan. Maar ik heb nog twee schatten van kinderen, hoor, daar ben ik net zo trots op. Mijn zoon van 24 woont ook in Zandvoort, en mijn dochter van 27 mis ik enorm, zij woont in Amerika en ik spreek haar elke dag. Maar ik kan niet ontkennen dat het een droom is om René ooit zijn debuut te zien maken in de Formule 1. En mocht hij ooit meedoen aan de Dutch Grand Prix, dan is het cirkeltje echt rond.” Helden Magazine 63 Het verhaal van Jan Lammers komt voort uit Helden Magazine 63. Naas het verhaal van Lammers, duiken we verder in de slipstream van Max Verstappen. Atze Kerkhof weet hoe het is om teamgenoot van Max te zijn. In deze editie lees je een uitgebreid interview met de vrouwen in het leven van Abdelhak Nouri. Voor het eerst vertellen zijn moeder, zussen, schoonzussen en tante hun aangrijpende verhaal. Daarnaast heeft ook Kira Toussaint een bewogen tijd achter de rug. De zwemster verbrak een gepland huwelijk en vertrok naar Amerika. Ook spraken we met een van de nieuwe boegbeelden van het vrouwenvolleybal: Nika Daalderop en maakt Davy Klaassen zich op voor een nieuw seizoen bij Ajax én een WK. Marcus Pedersen en Noor Omrani delen naast hun liefde voor de bal ook een hoofdkussen. Zijn broers Jens en Melle van ’t Wout klaar om de shorttrack wereld te veroveren. Jordan Teze speelde zich vorig jaar definitief in de kijker, Koen Bouwman won twee etappes en het bergklassement in de Giro én Ronald de Boer blikt terug op de Champions League-finale van 1995. Verder is Riemer van der Velde oud-voorzitter van sc Heerenveen. Een gesprek over onder meer de ontwikkelingen van zijn club en Abe Lenstra. Timothy Beck haalde als estafetteloper de Zomerspelen en was vlaggendrager bij de Winterspelen in 2010 én Victoria Koblenko spreekt met judoka Michael Korrel over zijn kwetsbare kant in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 63 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.

Autosport

Duizendpoot Lewis Hamilton: coureur, acteur, zanger, model & wereldverbeteraar

Hij is zevenvoudig wereldkampioen Formule 1. Maar Lewis Hamilton is meer dan dat. Naast de uren in zijn Mercedes-bolide heeft de Brit tal van andere bezigheden. Zo is hij ook acteur, zanger, pianist, model, dierenliefhebber en wereldverbeteraar. Helden verdiepte zich in zijn Instagram-account en ontdekte de andere kant(en) van een kleurrijke sportman. Sir Lewis Carl Davidson Hamilton ­ 37 jaar inmiddels en officieel nog woon­achtig in Monte Carlo ­is iemand die zijn bekendheid maximaal uitbuit op so­cial media. Op Instagram heeft de Brit 28 miljoen volgers. Afgezien van twee maanden totale radiostilte in de aanloop naar het huidige Formule 1­ seizoen, omdat Hamilton na de sensationele ontknoping van afgelopen jaar zwaar teleur­gesteld was en even genoeg had van Max Verstappen en de Formule 1, is het vol­gen van zijn handel en wandel een zeer interessante bezigheid. Want Hamilton geeft in alle opzichten veel van zichzelf prijs. Aan de hand van posts op social media belichten we acht belangrijke aspecten van zijn leven. Zijn ouders 27 maart: “Zonder mijn stiefmoeder Linda zou ik niet de man zijn geworden die ik nu ben. En zou ik zeker geen coureur zijn geworden. Om mijn moeder Carmen trots naar mij te zien kijken, is echt het beste gevoel ter wereld.” Geregeld zet Hamilton zowel zijn moeder Carmen als zijn stiefmoeder Linda in het zonnetje op Instagram, bijvoorbeeld ieder jaar op Moederdag. Ook vader Anthony komt vaak aan bod. De drie zijn door toedoen van hun zoon bijna bekende Britten geworden. Hamilton groeide op in Stevena­ge, een klein stadje ten noorden van Londen. Zijn ouders Anthony en Carmen kwamen uit Grenada. Ze scheidden van elkaar toen Hamilton twee jaar oud was. Tot zijn twaalfde leefde hij bij zijn moe­der en twee oudere halfzussen Samantha en Nicola, daarna ging hij bij zijn vader, stiefmoeder Linda en halfbroertje Nicolas wonen. Hamilton raakte gefascineerd door raceauto’s vanaf het moment dat hij op zijn zesde verjaardag een radiografisch bestuurbare auto kreeg. Toen hij een jaar later in de kart stapte, was hij met­een succesvol. Hij maakte een komeet­achtige ontwikkeling door en zijn vader Anthony had op een gegeven moment vier banen om de kartcarrière van zijn zoon te kunnen bekostigen. “Onze gezamenlijke droom was altijd dat ik F1­ coureur zou worden,” zei Hamilton daar eerder over. “Veel mensen lachten ons uit. Wij waren immers een gezin zonder geld. Maar we hebben ervoor gevochten, op en naast de baan, als familie. En we hebben nooit opgegeven. Als je ergens in gelooft, kun je alles bereiken.” Zowel zijn moeder als stiefmoeder is geregeld bij races aanwezig. Eerder dit jaar kondigde Hamilton aan zijn naam te laten veranderen als een manier om zijn moeder te eren. Hamilton wil de fami­lienaam van zijn moeder – Larbalestier –toevoegen aan zijn eigen achternaam. “Ik ben trots op mijn eigen achternaam, maar bijna niemand in de wereld weet waarschijnlijk de achternaam van mijn moeder en dat wil ik veranderen. Zij heeft net zo goed een groot aandeel in mijn succes. Ik begrijp sowieso niet het principe dat vrouwen bij een huwe­lijk hun naam opgeven. Ik wil zo snel mogelijk met mijn nieuwe dubbele achternaam gaan racen.” Zijn broer 20 februari 2022: “Mijn broer is altijd bij me geweest sinds de dag dat hij geboren werd. In de loop der jaren waren er weinig mensen die sterker in mij geloofden dan Nicolas. Ik ben zo dankbaar dat hij in mijn leven is.” [caption id="attachment_18723" align="alignnone" width="1170"] Zijn broer[/caption] Nicolas Hamilton geldt als de grote inspiratiebron voor zijn oudere half­ broer. Bij zijn geboorte liep Nicolas een hersenbeschadiging op, waardoor zijn spiergroei werd aangetast en hij jarenlang afhankelijk was van een rolstoel en kruk­ken. Nog altijd heeft hij problemen met zijn coördinatie en motoriek. Als de tijd er is, bezoekt de goedlachse Nicolas graag een Formule 1­race van zijn broer. In de paddock kent iedereen hem. Ondanks de fysieke beperkingen en dankzij de morele en financiële support van Lewis Hamilton wist ‘Nic’ te debu­teren in de Britse autosport. Hij deed dat weliswaar op bescheiden niveau en in een aangepaste auto met onder andere bredere pedalen en een hand­matige koppeling, maar het was daarom niet minder bijzonder. Hamilton roemt geregeld het doorzettingsvermogen van zijn halfbroertje, die ook dit seizoen actief is in het Britse toerwagenkampioenschap. “Nicolas klaagt nooit over zijn handicap. Hij kan nog niet de helft van de dingen doen die ik kan, maar is altijd de vrolijkheid zelve. Hij zorgt ervoor dat ik zaken goed kan relativeren. Nicolas heeft een grote impact op mijn manier van denken. Hij inspireert mij. En niet alleen mij. Hij zet mensen met een handicap aan om te proberen ook hun grenzen te verleggen.” Zijn hond 24 juli 2021: “Roscoe en ik willen jullie allemaal positieve energie en liefde sturen. Blijf gezond!” Roscoe is de kleine bulldog en tevens grote liefde van Hamilton. In het verleden nam hij het hondje mee naar alle races en hij had via de voorma­lige F1­baas Bernie Ecclestone zelfs een speciale accreditatie voor hem geregeld. Tegenwoordig blijft Roscoe iets vaker thuis, naar verluidt ook op aandrang van het team van Mercedes. [caption id="attachment_18724" align="alignnone" width="1167"] Zijn hond[/caption] Vorig jaar wijdde de Duitse renstal nog een webpagina aan Roscoe. Sinds 2015 heeft het dier een eigen Instagram­ account (@roscoelovescoco), dat hij eerder deelde met Hamiltons andere bulldog Coco. Maar Coco overleed twee jaar geleden. Roscoe heeft ruim 450.000 volgers. Niet slecht voor een hond. Mede dankzij zijn baas heeft Roscoe een contract met een reclamebureau. “Hij doet soms audities en krijgt dan 700 dollar per dag betaald. Het is belache­lijk, maar Roscoe geniet ervan,” beweert Hamilton. Bijzonder is verder dat Roscoe sinds 2020 veganistisch eet, net als zijn baas. “Hij at altijd normaal hondenvoer, ook met vlees erin, en had altijd een slechte ademhaling. Daardoor kon hij nooit ver lopen. De omschakeling naar een vega­nistisch dieet heeft zijn leven veranderd. Hij rent als nooit tevoren en heeft geen gezondheidsklachten. Hij is weer als een puppy,” zo deelde Hamilton eerder zijn ervaringen met zijn eigen volgers. Overigens is Hamilton sinds drie jaar mede­eigenaar van de veganistische restaurantketen Neat Burger, die tegen­woordig al zo’n 70 miljoen euro waard zou zijn. Zijn uiterlijk 22 september 2020: “Ik geniet ervan om samen met Tommy Hilfiger grenzen te verleggen en creatieve risico’s te nemen om mijn persoonlijke smaak terug te laten komen in de ontwerpen.” Hamilton is al jarenlang een van de ambassadeurs van kledingmerk Tommy Hilfiger en heeft ook een eigen kleding­ lijn, vanzelfsprekend in ruil voor een meer dan riante vergoeding. Het blad Insider had vorig jaar uitgerekend dat Hamilton aan persoonlijke sponsordeals met merken als Tommy Hilfiger, Puma, Sony, Bose en Monster Energy op jaar­ basis ruim 10 miljoen euro opstrijkt. [caption id="attachment_18725" align="alignnone" width="1170"] Zijn uiterlijk[/caption] Op Instagram deelt Hamilton graag foto’s van zichzelf in opvallende extra­ vagante kleding die speciaal voor hem is ontworpen. Zo werkt hij graag samen met de Amerikaanse kledingontwerper Kenneth Nicholson. Als Hamilton zich voor een raceweekend voor het eerst in de paddock laat zien, gebeurt dat vaak in opvallende outfits. Zo verscheen hij vorig jaar op het circuit van Zandvoort volledig in het oranje, inclusief oranje zonnebril. Waar Hamilton wel problemen mee heeft ­ of had ­is zijn terugtrekkende haarlijn. Als hij na een vrije training, kwalificatie of race uit de auto stapte, deed hij zijn helm vaak pas af als er een spiegel in de buurt was en hij snel zijn kapsel kon fatsoeneren voordat de tv­ camera’s hem wisten te vangen. Inmiddels is zijn haar­ dos weer ouderwets indrukwekkend. Volgens experts zou hij een haartrans­plantatie hebben ondergaan. Hamilton zelf ontkent dat en dankt het haarherstel aan het gebruik van betere verzorgings­producten. Zijn acteerambities 13 september 2021: “Gymbuddy Vin Diesel kwam even kijken op het circuit.” Hamilton heeft er nooit een geheim van gemaakt na zijn raceloopbaan zijn geluk in Hollywood te willen beproeven. Een voordeel heeft hij alvast: hij is een graag en veel geziene gast in het jetset­ leven van Los Angeles en Hollywood. Hamilton is vaak aanwezig bij feestjes en premières en heeft een grote kring aan bekenden en vrienden in de filmwereld opgebouwd. Acteur Vin Diesel is slechts één van de velen. “De eerste keer dat ik hem ontmoette heb ik hem gevraagd of hij in het echt net zo goed kon rijden als in de films,” zei Hamilton eerder over zijn contact met de ster uit The Fast and the Furious­reeks. [caption id="attachment_18727" align="alignnone" width="1170"] Zijn acteerambities[/caption] En over zijn eigen acteerambities: “Ik zou het acteren graag willen proberen. Ik wil wel altijd de beste zijn in alles wat ik doe, dus ik zal dan ook alles geven wat ik in me heb. Dat betekent dat ik acteerlessen zal nemen, dat ik ga studeren en dat ik leer om de gevraagde emoties te tonen. Ik heb er nu nog geen tijd voor, maar dit is zeker iets dat op mijn lijstje staat nadat ik gestopt ben met racen.” 'De Black Lives Matter-beweging heeft veel losgemaakt bij mij en heeft mij duidelijk gemaakt wat mijn hogere doel is in het leven. Er bestaat veel meer dan racen' Hamilton heeft overigens al een eigen agent in Hollywood. Na een bescheiden inhoudelijke bijdrage te hebben geleverd aan Cars en Zoolander 2, sloeg hij een rol af in de film Top Gun: Maverick. Hij kon het op dat moment niet combineren met zijn F1­loopbaan. Zijn muziek 29 oktober 2020: “Just one of Roscoe’s many talents.” Het is al jaren een publiek geheim dat Lewis Hamilton een niet onverdien­stelijk zanger, rapper en pianist is. De man die jarenlang een relatie had met de Amerikaanse Pussycat Dolls­zange­res Nicole Scherzinger deed er in eerste instantie zelf nog het meest geheimzin­ nig over toen hij op het album Liberation van Christina Aguilera het nummer Pipe voor zijn rekening nam. Hij deed dat namelijk onder zijn pseudoniem XNDA. Al snel kwamen de geruchten op gang dat de stem die op het album te horen was inderdaad aan Hamilton toebehoor­ de. Pas twee jaar later kwam de hoofd­persoon met een officiële verklaring, waarin hij aangaf dat hij de muziek voor zichzelf wilde laten spreken. De tekst die hij zong, was overigens vrij uitgesproken. Na het ‘I get loud when you put that pipe down’ van Christina Aguilera, komt Hamilton met: ‘Trust me, I know what to do with it.’ In 2020 lanceerde Hamilton ook zijn eigen album met als titel ‘Breaking my heart, I can’t let it go’. De titelsong sloeg op zijn verbroken relatie met Scherzinger. Hamilton noemt het maken van muziek een ideale uitlaatklep. “Ik schrijf al heel lang teksten. Het maken van muziek helpt me om door moeilijke tijden heen te komen,” zei Hamilton eerder. “Muziek is al een passie sinds mijn dertiende, toen ik begon met gitaar spelen. In mijn num­mers durf ik me kwetsbaar op te stellen en een kant te laten zien die mensen nog niet van me kennen. Het was ooit slechts een hobby voor me, maar inmiddels is het meer dan dat.” Zijn strijd 20 april 2021: “Gerechtigheid voor George! De emoties die ik nu voel zijn moeilijk te beschrijven. Dit is de eerste keer dat een blanke politieagent is veroordeeld voor de moord op een donkere man in Minnesota. Een mijlpaal, George’s dood is niet voor niets geweest.” Hamilton deinst er niet voor terug zijn stem te laten horen in de strijd tegen racisme en andere vormen van onge­lijkheid in de wereld en als een onder­ deel daarvan ook in de sportwereld. Als de eerste en tot dusver enige donkere wereldkampioen in de geschiedenis van de Formule 1 heeft hij zich altijd uitge­sproken tegen het gebrek aan diversiteit in de auto­ en motorsport, zowel onder de coureurs als onder het ondersteunend personeel. Om die reden riep hij in 2019 de Commissie Hamilton in het leven, die na een lange periode van onderzoek met aanbevelingen kwam om meer mensen met een etnische achtergrond aan te kunnen trekken in de Britse auto­ en motorsport. Het resulteerde vorig jaar in zijn eigen stichting, Mission 44, op­ gericht om diversiteit in de autosport te stimuleren. Hamilton heeft bijna 25 mil­ joen euro in zijn stichting geïnvesteerd. “De Black Lives Matter­beweging heeft veel losgemaakt bij mij en het heeft mij duidelijk gemaakt wat mijn hogere doel is in het leven. Er bestaat veel meer dan racen, ik wil iets wezenlijks nalaten. Ik wil een bijdrage leveren aan een mooi­ere wereld met respect en gelijke kansen voor iedereen,” vertelde Hamilton over zijn betrokkenheid. Er is, zeker ook in het Verenigd Koninklijk, geregeld kritiek op de poli­tieke statements van Hamilton. Hij trekt zich daar niets van aan. “Er zijn men­ sen die vinden dat ik mijn mond moet houden en moet racen. Dat is hetzelfde als dat ze tegen LeBron James zouden zeggen: ‘Wees stil en dribbel.’ Maar wij zijn rolmodellen van de nieuwe genera­tie. En al die jonge mensen wil ik graag goede dingen meegeven om van de wereld een betere plek te kunnen maken.” Hamilton spreekt van een nieuwe missie in zijn leven. “Het draait niet alleen om het winnen van races. Het sportieve succes helpt me om impact te hebben op anderen. In die zin geeft het me extra motivatie en helpt het mij op het circuit om nog sneller te zijn en succesvol te blijven.” Zijn Formule 1-carrière 17 maart 2022: “Het heeft veel energie gekost om terug te komen, zowel fysiek als mentaal. Ik en het hele team hebben hard gewerkt en lange dagen gemaakt. We zullen alles geven wat we in ons hebben, voor jullie, onze fans. Laat de positiviteit maar komen.” [caption id="attachment_18726" align="alignnone" width="1170"] Zijn Formule 1-carrière[/caption] Hamilton en zijn nieuwe teamgenoot George Russell zijn tot dusver bezig aan een moeizaam seizoen. De Mercedes W13 heeft veel terrein prijsgegeven ten opzichte van Ferrari en Red Bull. Tot grote frustratie van Hamilton, die om die reden volgens insiders weleens aan zijn laatste seizoen bij Mercedes bezig zou kunnen zijn. Naar buiten toe blijft de Brit, die in zijn lange F1 ­loopbaan al meer dan 100 races won, positief. “Ik ben hoopvol dat we binnenkort weer mee kunnen vech­ten om de voorste posities. Het gat is nu nog erg groot, maar er is nog een lange weg te gaan. Als team moeten we positief blijven en elkaar blijven aanmoedigen.” De achtste wereldtitel in de Formule 1, waarmee hij Michael Schumacher definitief achter zich zou laten, lijkt voor Hamilton voorlopig nog niet in zicht. “Als ik één ding heb geleerd in het leven is het wel om nooit op te geven. Dat zal ik nu ook niet doen. Helden Magazine 62 Het verhaal over Lewis Hamilton komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde en is Cees Bol sprinter bij Team DSM. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.
Hij is zevenvoudig wereldkampioen Formule 1. Maar Lewis Hamilton is meer dan dat. Naast de uren in zijn Mercedes-bolide heeft de Brit tal van andere bezigheden. Zo is hij ook acteur, zanger, pianist, model, dierenliefhebber en wereldverbeteraar. Helden verdiepte zich in zijn Instagram-account en ontdekte de andere kant(en) van een kleurrijke sportman. Sir Lewis Carl Davidson Hamilton ­ 37 jaar inmiddels en officieel nog woon­achtig in Monte Carlo ­is iemand die zijn bekendheid maximaal uitbuit op so­cial media. Op Instagram heeft de Brit 28 miljoen volgers. Afgezien van twee maanden totale radiostilte in de aanloop naar het huidige Formule 1­ seizoen, omdat Hamilton na de sensationele ontknoping van afgelopen jaar zwaar teleur­gesteld was en even genoeg had van Max Verstappen en de Formule 1, is het vol­gen van zijn handel en wandel een zeer interessante bezigheid. Want Hamilton geeft in alle opzichten veel van zichzelf prijs. Aan de hand van posts op social media belichten we acht belangrijke aspecten van zijn leven. Zijn ouders 27 maart: “Zonder mijn stiefmoeder Linda zou ik niet de man zijn geworden die ik nu ben. En zou ik zeker geen coureur zijn geworden. Om mijn moeder Carmen trots naar mij te zien kijken, is echt het beste gevoel ter wereld.” Geregeld zet Hamilton zowel zijn moeder Carmen als zijn stiefmoeder Linda in het zonnetje op Instagram, bijvoorbeeld ieder jaar op Moederdag. Ook vader Anthony komt vaak aan bod. De drie zijn door toedoen van hun zoon bijna bekende Britten geworden. Hamilton groeide op in Stevena­ge, een klein stadje ten noorden van Londen. Zijn ouders Anthony en Carmen kwamen uit Grenada. Ze scheidden van elkaar toen Hamilton twee jaar oud was. Tot zijn twaalfde leefde hij bij zijn moe­der en twee oudere halfzussen Samantha en Nicola, daarna ging hij bij zijn vader, stiefmoeder Linda en halfbroertje Nicolas wonen. Hamilton raakte gefascineerd door raceauto’s vanaf het moment dat hij op zijn zesde verjaardag een radiografisch bestuurbare auto kreeg. Toen hij een jaar later in de kart stapte, was hij met­een succesvol. Hij maakte een komeet­achtige ontwikkeling door en zijn vader Anthony had op een gegeven moment vier banen om de kartcarrière van zijn zoon te kunnen bekostigen. “Onze gezamenlijke droom was altijd dat ik F1­ coureur zou worden,” zei Hamilton daar eerder over. “Veel mensen lachten ons uit. Wij waren immers een gezin zonder geld. Maar we hebben ervoor gevochten, op en naast de baan, als familie. En we hebben nooit opgegeven. Als je ergens in gelooft, kun je alles bereiken.” Zowel zijn moeder als stiefmoeder is geregeld bij races aanwezig. Eerder dit jaar kondigde Hamilton aan zijn naam te laten veranderen als een manier om zijn moeder te eren. Hamilton wil de fami­lienaam van zijn moeder – Larbalestier –toevoegen aan zijn eigen achternaam. “Ik ben trots op mijn eigen achternaam, maar bijna niemand in de wereld weet waarschijnlijk de achternaam van mijn moeder en dat wil ik veranderen. Zij heeft net zo goed een groot aandeel in mijn succes. Ik begrijp sowieso niet het principe dat vrouwen bij een huwe­lijk hun naam opgeven. Ik wil zo snel mogelijk met mijn nieuwe dubbele achternaam gaan racen.” Zijn broer 20 februari 2022: “Mijn broer is altijd bij me geweest sinds de dag dat hij geboren werd. In de loop der jaren waren er weinig mensen die sterker in mij geloofden dan Nicolas. Ik ben zo dankbaar dat hij in mijn leven is.” [caption id="attachment_18723" align="alignnone" width="1170"] Zijn broer[/caption] Nicolas Hamilton geldt als de grote inspiratiebron voor zijn oudere half­ broer. Bij zijn geboorte liep Nicolas een hersenbeschadiging op, waardoor zijn spiergroei werd aangetast en hij jarenlang afhankelijk was van een rolstoel en kruk­ken. Nog altijd heeft hij problemen met zijn coördinatie en motoriek. Als de tijd er is, bezoekt de goedlachse Nicolas graag een Formule 1­race van zijn broer. In de paddock kent iedereen hem. Ondanks de fysieke beperkingen en dankzij de morele en financiële support van Lewis Hamilton wist ‘Nic’ te debu­teren in de Britse autosport. Hij deed dat weliswaar op bescheiden niveau en in een aangepaste auto met onder andere bredere pedalen en een hand­matige koppeling, maar het was daarom niet minder bijzonder. Hamilton roemt geregeld het doorzettingsvermogen van zijn halfbroertje, die ook dit seizoen actief is in het Britse toerwagenkampioenschap. “Nicolas klaagt nooit over zijn handicap. Hij kan nog niet de helft van de dingen doen die ik kan, maar is altijd de vrolijkheid zelve. Hij zorgt ervoor dat ik zaken goed kan relativeren. Nicolas heeft een grote impact op mijn manier van denken. Hij inspireert mij. En niet alleen mij. Hij zet mensen met een handicap aan om te proberen ook hun grenzen te verleggen.” Zijn hond 24 juli 2021: “Roscoe en ik willen jullie allemaal positieve energie en liefde sturen. Blijf gezond!” Roscoe is de kleine bulldog en tevens grote liefde van Hamilton. In het verleden nam hij het hondje mee naar alle races en hij had via de voorma­lige F1­baas Bernie Ecclestone zelfs een speciale accreditatie voor hem geregeld. Tegenwoordig blijft Roscoe iets vaker thuis, naar verluidt ook op aandrang van het team van Mercedes. [caption id="attachment_18724" align="alignnone" width="1167"] Zijn hond[/caption] Vorig jaar wijdde de Duitse renstal nog een webpagina aan Roscoe. Sinds 2015 heeft het dier een eigen Instagram­ account (@roscoelovescoco), dat hij eerder deelde met Hamiltons andere bulldog Coco. Maar Coco overleed twee jaar geleden. Roscoe heeft ruim 450.000 volgers. Niet slecht voor een hond. Mede dankzij zijn baas heeft Roscoe een contract met een reclamebureau. “Hij doet soms audities en krijgt dan 700 dollar per dag betaald. Het is belache­lijk, maar Roscoe geniet ervan,” beweert Hamilton. Bijzonder is verder dat Roscoe sinds 2020 veganistisch eet, net als zijn baas. “Hij at altijd normaal hondenvoer, ook met vlees erin, en had altijd een slechte ademhaling. Daardoor kon hij nooit ver lopen. De omschakeling naar een vega­nistisch dieet heeft zijn leven veranderd. Hij rent als nooit tevoren en heeft geen gezondheidsklachten. Hij is weer als een puppy,” zo deelde Hamilton eerder zijn ervaringen met zijn eigen volgers. Overigens is Hamilton sinds drie jaar mede­eigenaar van de veganistische restaurantketen Neat Burger, die tegen­woordig al zo’n 70 miljoen euro waard zou zijn. Zijn uiterlijk 22 september 2020: “Ik geniet ervan om samen met Tommy Hilfiger grenzen te verleggen en creatieve risico’s te nemen om mijn persoonlijke smaak terug te laten komen in de ontwerpen.” Hamilton is al jarenlang een van de ambassadeurs van kledingmerk Tommy Hilfiger en heeft ook een eigen kleding­ lijn, vanzelfsprekend in ruil voor een meer dan riante vergoeding. Het blad Insider had vorig jaar uitgerekend dat Hamilton aan persoonlijke sponsordeals met merken als Tommy Hilfiger, Puma, Sony, Bose en Monster Energy op jaar­ basis ruim 10 miljoen euro opstrijkt. [caption id="attachment_18725" align="alignnone" width="1170"] Zijn uiterlijk[/caption] Op Instagram deelt Hamilton graag foto’s van zichzelf in opvallende extra­ vagante kleding die speciaal voor hem is ontworpen. Zo werkt hij graag samen met de Amerikaanse kledingontwerper Kenneth Nicholson. Als Hamilton zich voor een raceweekend voor het eerst in de paddock laat zien, gebeurt dat vaak in opvallende outfits. Zo verscheen hij vorig jaar op het circuit van Zandvoort volledig in het oranje, inclusief oranje zonnebril. Waar Hamilton wel problemen mee heeft ­ of had ­is zijn terugtrekkende haarlijn. Als hij na een vrije training, kwalificatie of race uit de auto stapte, deed hij zijn helm vaak pas af als er een spiegel in de buurt was en hij snel zijn kapsel kon fatsoeneren voordat de tv­ camera’s hem wisten te vangen. Inmiddels is zijn haar­ dos weer ouderwets indrukwekkend. Volgens experts zou hij een haartrans­plantatie hebben ondergaan. Hamilton zelf ontkent dat en dankt het haarherstel aan het gebruik van betere verzorgings­producten. Zijn acteerambities 13 september 2021: “Gymbuddy Vin Diesel kwam even kijken op het circuit.” Hamilton heeft er nooit een geheim van gemaakt na zijn raceloopbaan zijn geluk in Hollywood te willen beproeven. Een voordeel heeft hij alvast: hij is een graag en veel geziene gast in het jetset­ leven van Los Angeles en Hollywood. Hamilton is vaak aanwezig bij feestjes en premières en heeft een grote kring aan bekenden en vrienden in de filmwereld opgebouwd. Acteur Vin Diesel is slechts één van de velen. “De eerste keer dat ik hem ontmoette heb ik hem gevraagd of hij in het echt net zo goed kon rijden als in de films,” zei Hamilton eerder over zijn contact met de ster uit The Fast and the Furious­reeks. [caption id="attachment_18727" align="alignnone" width="1170"] Zijn acteerambities[/caption] En over zijn eigen acteerambities: “Ik zou het acteren graag willen proberen. Ik wil wel altijd de beste zijn in alles wat ik doe, dus ik zal dan ook alles geven wat ik in me heb. Dat betekent dat ik acteerlessen zal nemen, dat ik ga studeren en dat ik leer om de gevraagde emoties te tonen. Ik heb er nu nog geen tijd voor, maar dit is zeker iets dat op mijn lijstje staat nadat ik gestopt ben met racen.” 'De Black Lives Matter-beweging heeft veel losgemaakt bij mij en heeft mij duidelijk gemaakt wat mijn hogere doel is in het leven. Er bestaat veel meer dan racen' Hamilton heeft overigens al een eigen agent in Hollywood. Na een bescheiden inhoudelijke bijdrage te hebben geleverd aan Cars en Zoolander 2, sloeg hij een rol af in de film Top Gun: Maverick. Hij kon het op dat moment niet combineren met zijn F1­loopbaan. Zijn muziek 29 oktober 2020: “Just one of Roscoe’s many talents.” Het is al jaren een publiek geheim dat Lewis Hamilton een niet onverdien­stelijk zanger, rapper en pianist is. De man die jarenlang een relatie had met de Amerikaanse Pussycat Dolls­zange­res Nicole Scherzinger deed er in eerste instantie zelf nog het meest geheimzin­ nig over toen hij op het album Liberation van Christina Aguilera het nummer Pipe voor zijn rekening nam. Hij deed dat namelijk onder zijn pseudoniem XNDA. Al snel kwamen de geruchten op gang dat de stem die op het album te horen was inderdaad aan Hamilton toebehoor­ de. Pas twee jaar later kwam de hoofd­persoon met een officiële verklaring, waarin hij aangaf dat hij de muziek voor zichzelf wilde laten spreken. De tekst die hij zong, was overigens vrij uitgesproken. Na het ‘I get loud when you put that pipe down’ van Christina Aguilera, komt Hamilton met: ‘Trust me, I know what to do with it.’ In 2020 lanceerde Hamilton ook zijn eigen album met als titel ‘Breaking my heart, I can’t let it go’. De titelsong sloeg op zijn verbroken relatie met Scherzinger. Hamilton noemt het maken van muziek een ideale uitlaatklep. “Ik schrijf al heel lang teksten. Het maken van muziek helpt me om door moeilijke tijden heen te komen,” zei Hamilton eerder. “Muziek is al een passie sinds mijn dertiende, toen ik begon met gitaar spelen. In mijn num­mers durf ik me kwetsbaar op te stellen en een kant te laten zien die mensen nog niet van me kennen. Het was ooit slechts een hobby voor me, maar inmiddels is het meer dan dat.” Zijn strijd 20 april 2021: “Gerechtigheid voor George! De emoties die ik nu voel zijn moeilijk te beschrijven. Dit is de eerste keer dat een blanke politieagent is veroordeeld voor de moord op een donkere man in Minnesota. Een mijlpaal, George’s dood is niet voor niets geweest.” Hamilton deinst er niet voor terug zijn stem te laten horen in de strijd tegen racisme en andere vormen van onge­lijkheid in de wereld en als een onder­ deel daarvan ook in de sportwereld. Als de eerste en tot dusver enige donkere wereldkampioen in de geschiedenis van de Formule 1 heeft hij zich altijd uitge­sproken tegen het gebrek aan diversiteit in de auto­ en motorsport, zowel onder de coureurs als onder het ondersteunend personeel. Om die reden riep hij in 2019 de Commissie Hamilton in het leven, die na een lange periode van onderzoek met aanbevelingen kwam om meer mensen met een etnische achtergrond aan te kunnen trekken in de Britse auto­ en motorsport. Het resulteerde vorig jaar in zijn eigen stichting, Mission 44, op­ gericht om diversiteit in de autosport te stimuleren. Hamilton heeft bijna 25 mil­ joen euro in zijn stichting geïnvesteerd. “De Black Lives Matter­beweging heeft veel losgemaakt bij mij en het heeft mij duidelijk gemaakt wat mijn hogere doel is in het leven. Er bestaat veel meer dan racen, ik wil iets wezenlijks nalaten. Ik wil een bijdrage leveren aan een mooi­ere wereld met respect en gelijke kansen voor iedereen,” vertelde Hamilton over zijn betrokkenheid. Er is, zeker ook in het Verenigd Koninklijk, geregeld kritiek op de poli­tieke statements van Hamilton. Hij trekt zich daar niets van aan. “Er zijn men­ sen die vinden dat ik mijn mond moet houden en moet racen. Dat is hetzelfde als dat ze tegen LeBron James zouden zeggen: ‘Wees stil en dribbel.’ Maar wij zijn rolmodellen van de nieuwe genera­tie. En al die jonge mensen wil ik graag goede dingen meegeven om van de wereld een betere plek te kunnen maken.” Hamilton spreekt van een nieuwe missie in zijn leven. “Het draait niet alleen om het winnen van races. Het sportieve succes helpt me om impact te hebben op anderen. In die zin geeft het me extra motivatie en helpt het mij op het circuit om nog sneller te zijn en succesvol te blijven.” Zijn Formule 1-carrière 17 maart 2022: “Het heeft veel energie gekost om terug te komen, zowel fysiek als mentaal. Ik en het hele team hebben hard gewerkt en lange dagen gemaakt. We zullen alles geven wat we in ons hebben, voor jullie, onze fans. Laat de positiviteit maar komen.” [caption id="attachment_18726" align="alignnone" width="1170"] Zijn Formule 1-carrière[/caption] Hamilton en zijn nieuwe teamgenoot George Russell zijn tot dusver bezig aan een moeizaam seizoen. De Mercedes W13 heeft veel terrein prijsgegeven ten opzichte van Ferrari en Red Bull. Tot grote frustratie van Hamilton, die om die reden volgens insiders weleens aan zijn laatste seizoen bij Mercedes bezig zou kunnen zijn. Naar buiten toe blijft de Brit, die in zijn lange F1 ­loopbaan al meer dan 100 races won, positief. “Ik ben hoopvol dat we binnenkort weer mee kunnen vech­ten om de voorste posities. Het gat is nu nog erg groot, maar er is nog een lange weg te gaan. Als team moeten we positief blijven en elkaar blijven aanmoedigen.” De achtste wereldtitel in de Formule 1, waarmee hij Michael Schumacher definitief achter zich zou laten, lijkt voor Hamilton voorlopig nog niet in zicht. “Als ik één ding heb geleerd in het leven is het wel om nooit op te geven. Dat zal ik nu ook niet doen. Helden Magazine 62 Het verhaal over Lewis Hamilton komt voort uit Helden Magazine 62. In deze dubbeldikke editie schittert naast Vivianne Miedema, Ruud Gullit op de cover. Gullit spreekt zich uit over Max Verstappen, Marco van Basten, Louis van Gaal, Erik ten Hag, Ronald Koeman, Virgil van Dijk, Memphis Depay en de Black Lives Matter-discussie. De Oranje Leeuwinnen gaan in Engeland proberen hun Europese titel van 2017 te prolongeren. In het EK vrouwenvoetbal gedeelte spraken we met Dominique Janssen, Jackie Groenen, Jill Roord & Lynn Wilms, Shanice van der Sanden en bondscoach Mark Parsons. In Helden Magazine 62 lees je nog meer interviews en reportages over voetbal. Een gesprek met Luis Sinisterra en zijn trotse moeder. Trainer en oud-voetballer Wim Jonk over Johan Cruijff, Louis van Gaal en Dennis Bergkamp, Molukse voetbalhelden Simon Tahamata & Jack Soumaru én keeper van landskampioen Ajax: Remko Pasveer. Ook spraken we de in korte tijd uitgegroeide boegbeeld van de Nederlandse atletiek: Femke Bol, blikken we samen met drievoudig olympisch kampioen, hockeyster Lidewij Welten en een gesprek met Thomas Dekker over een leven van vallen en opstaan. Daarnaast nemen we de carrière door van mountainbike pionier Bart Brentjes en is Jetze Plat een voorbeeld voor velen. Verder was Tim Montgomery de snelste man op aarde en is Cees Bol sprinter bij Team DSM. Victoria Koblenko daarnaast interviewde Mister Nice Guy en marathonloper Björn Koreman én hockeyster Marijn Veen vertelt over de moeilijke tijd in aanloop naar het WK. Wil je het hele nummer lezen? Bestel Helden Magazine 62 via onze webshop. Geen inspirerende sportverhalen missen van onze Nederlandse sporthelden? Kies het abonnement dat bij jou past en word abonnee.